Notitie intern geluid Houthaven 5AB Opdrachtgever Contactpersoon Werknummer Versie Datum
Vorm Ontwikkeling BV De heer J.J. Verhaar 813.307.00 editie 3 24 november 2015
Inleiding In opdracht van Vorm Ontwikkeling BV is een akoestisch onderzoek uitgevoerd ten behoeve van het blok 5AB Houthaven te Amsterdam. Doel van het onderzoek is het beoordelen van het ontwerp op interne geluidisolatie tussen de woningen onderling en met de overige ruimtes, het installatiegeluid en de benodigde hoeveelheid absorptie in gemeenschappelijke verkeersruimten op basis van de in het Bouwbesluit gestelde eisen. Het plan betreft de nieuwbouw van 87 woningen in 5 lagen op een 2 laags-parkeergarage. Hieronder is een situatieschets van het plan weergegeven.
Afbeelding :Situatieschets
Interne geluidisolatie Nieuwbouweisen In het Bouwbesluit 2012 worden eisen gesteld aan de lucht- en contactgeluidisolatie tussen besloten ruimten en aangrenzende woonfuncties. In de onderstaande tabel zijn de relevante eisen uit het Bouwbesluit weergegeven.
1/11
Tabel 1: Eisen interne geluidisolatie woonfunctie (eigen perceel) Van
Naar
Karakteristiek luchtge-
Gewogen contactgeluid-
luidniveau verschil DnT,A,k
niveau LnT,A
Besloten ruimte
Verblijfsgebied
≥ 52 dB
≤ 54 dB
Besloten ruimte
Besloten ruimte
≥ 47 dB
≤ 59 dB
(niet in VG)
Binnen de woonfunctie geldt dat tussen verblijfsruimten een karakteristiek luchtgeluidniveauverschil van minimaal 32 dB dient te worden gerealiseerd. Het gewogen contactgeluidniveau bedraagt maximaal 79 dB. Deze eisen gelden niet wanneer de verblijfsruimten met elkaar in open verbinding staan of indien de ene verblijfsruimte vanuit de andere rechtstreeks bereikbaar is door een deuropening. Het ontwerp is getoetst aan de eisen van het Bouwbesluit. Hierbij is gebruik gemaakt van de praktijkrichtlijn NPR 5070 “Geluidwering in woongebouwen” en NPR 5086 “Geluidwering van lichte, woningscheidende wanden”. Bij de beoordeling is gebruik gemaakt van tekeningen met wijzigingsdatum 24-11-2015 en projectnummer 1429 van Van Aken architecten.
Beoordeling Woningscheidende wanden De woningscheidende wanden binnen het plan worden uitgevoerd in beton met een dikte van 250 mm. De massa bedraagt ca. 580 kg/m 2. Met de beoogde opbouw kan worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit. De opbouw van de scheidingswanden tussen de woningen en de besloten gemeenschappelijke verkeersruimten bestaat uit een lichte woningscheiding in de vorm van metal-stud wand. In deze situatie wordt uitgegaan van de toepassing van een Gyproc Soundbloc As 155 dB RD/2.50*50.2AA wand. De beschreven wand heeft een isolatiewaarde van Rw,lab = 66 dB waarmee aan de eisen met betrekking tot luchtgeluidisolatie kan worden voldaan. Met name ter plaatse van de metalstud woningscheidende wanden dient extra aandacht te worden besteed aan de beperking van flankerende geluidoverdracht via (lichte) aangrenzende constructies (verdiepingsvloeren, binnenwanden). Het opnemen van leidingen, stopcontacten e.d. in deze wanden dient te worden voorkomen dan wel de richtlijnen van de wandenfabrikant in acht nemen met betrekking tot brandveiligheid en de akoestische aspecten. De opbouw van de scheidingswanden tussen de woningen en de parkeergarage op souterrain niveau bestaan uit een steenachtige wand voorzien van een voorzetwand. In verband met de vereiste luchtgeluidisolatie tussen de woningen en de besloten parkeergarage wordt geadviseerd uit te gaan van de onderstaande constructie:
gipskartonbeplating dik 2 x 12,5 mm. Vrijstaand of trillingsgeïsoleerd gekoppeld metalstud regelwerk. luchtspouw ca. 170 mm gevuld met tenminste 160 mm minerale wol. 100 mm kalkzandsteen / 250 mm beton. totale wanddikte circa 300 / 450 mm.
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
2
Woningtoegangen De woningtoegangsdeuren die grenzen aan een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte dienen een massa van ca. 25 kg/m 2 te hebben. De deuren dienen massief te worden uitgevoerd en rondom voorzien te worden van een in de hoeken gelast kierdichtingsprofiel met een indrukking van ca. 4 mm. Aan de onderzijde van de deur kan bij het ontbreken van een aanslag, een valdorpel worden toegepast. Indien in of naast de deuren een glasstrook wordt toegepast dient deze een vergelijkbare massa te bezitten als de woningtoegangsdeur, bijvoorbeeld 10 mm enkel glas. De woningtoegangsdeur dient voorzien te worden van een knevelende 3-puntssluiting. De binnendeuren van verblijfsruimten grenzend aan de hal dienen een massa te bezitten van ca. 20 kg/m2. Geadviseerd wordt de spleetbreedte aan de onderzijde van deze deuren te beperken to ca. 10 - 15 mm. Eventuele glasstroken dienen een vergelijkbare massa te bezitten, bijvoorbeeld 4 mm enkel glas. Op de 4e verdieping ontbreekt ter plaatse van de hoekwoningen in alle situaties een hal achter de woningtoegangsdeur. Formeel is de entree/hal te beschouwen als een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte (ruimte ligt buiten het brandcompartiment) en geldt er een eis aan de lucht- en contactgeluidisolatie tussen deze ruimte en de in de woning gelegen verblijfsruimten / -gebieden. Door de aanwezigheid van slechts 1 deur tussen de besloten verkeersruimte en het verblijfsgebied kan niet zondermeer worden voldaan aan de gestelde eisen met betrekking tot lucht- en contactgeluidisolatie. Daar deze ruimte uitsluitend gebruikt zal worden door de bewoners van de hoekwoningen op de 4e verdieping en de aanwezigheid van een deur tussen de entree/hal en het trappenhuis kan worden gesteld dat sprake is van een verantwoorde situatie Woningscheidende vloeren De woningscheidende verdiepingsvloeren van de appartementen worden uitgevoerd als zwevende dekvloer met de volgende opbouw: - Constructieve vloer 250 mm beton (massa ca. 580 kg/m2); - Isolatielaag ca. 20 mm (EPS-T of gelijkwaardig); - Dekvloer 70/80 mm anhydriet of zandcement. Met de bovengenoemde opbouw kan aan de eisen uit het Bouwbesluit worden voldaan onder de volgende voorwaarden: – –
–
Er mogen geen verslepingen van leidingen in de dekvloer of in de verende laag worden opgenomen. Bij toepassing van zwevende dekvloeren dient grote zorg te worden besteed aan het loshouden van de dekvloer van wanden, binnendeurkozijnen, leidingdoorvoeren, opgaand tegelwerk, plinten e.d. Verende kantstroken tussen de dekvloer en de overige constructies en rondom doorvoeringen van leidingen dienen ten minste 8 – 10 mm dik te zijn. Ter plaatse van keukens dient bijzondere aandacht worden geschonken aan de bevestiging van het keukenblok aan de wand en de vloer! Hier bestaat een groot risico op “kortsluiting”. Aanbevolen wordt het keukenblok trillingsgeisoleerd aan de wand te bevestigen, danwel op rubbers te plaatsen.
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
3
–
Ter plaatse van de badkamers wordt geadviseerd een monoliete betonvloer toe te passen. De vloer dient ter plaatse een massa te bezitten van tenminste 800 kg/m 2. De aansluiting van de zwevende dekvloer op de monoliete betonvloer dient trillingsgeisoleerd te worden uitgevoerd door middel van een kantstrook en een elastische kitvoeg.
Daken De daken worden uitgevoerd in 250 mm beton. De massa van de dakconstructie bedraagt ca. 580 kg/m2. Met de beoogde opbouw kan worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit. Gevels De kopgevels bestaan uit een steenachtige spouwmuurconstructies. De dragende binnenspouwbladen worden uitgevoerd in 200 mm beton met een massa van 470 kg/m 2. Met de beoogde opbouw kan worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit. De langsgevels bestaan uit een binnenblad bestaande uit HSB-elementen en een steenachtig buitenblad. De HSB elementen kunnen overeenkomstig het Komo-attest worden uitgevoerd met een enkele gips(vezel)beplating van 12,5 mm worden afgewerkt. Ten einde aan de geluidisolatie tussen de woningen te kunnen voldoen dienen de HSB elementen tussen de bouwkundige wanden en vloeren te worden geplaatst en dient de buitenafwerking ter plaatse van woningscheidingen volledig te worden gedilateerd. Kamerscheidende wanden De geluideisen tussen verblijfsruimten conform het Bouwbesluit (D nT,A;k ≥ 32 dB, LnTA ≤ 79 dB) worden bereikt met ofwel steenachtige wanden met een massa van tenminste 75 kg/m². Geadviseerd wordt voor dergelijke wanden gebruik te maken van 100 mm Gibo (800 kg/m3) of 70 mm Gibo “zwaar” (1200 kg/m3). De lichte steenachtige binnenwanden dienen conform het Komo attest uitgevoerd te worden met een flexibele aansluiting tegen bouwmuren en plafond. Hierbij dient aandacht te worden besteed aan het voorkomen van kortsluitingen van de flexibele aansluitingen ten gevolge van de starre bevestiging van bijvoorbeeld (binnendeur-) kozijnen of elektriciteits-, water- of CVleidingen en keukenkasten. Bij toepassing van een zwevende dekvloer en plaatsing van binnenwanden op de vloer zal met een dikte van de dekvloer van 70 - 80 mm kunnen worden voldaan aan de eisen gesteld aan de contactgeluidisolatie tussen verblijfsruimten onderling. Luchtgeluid isolatie tussen verblijfsruimten Maisonnettewoningen. In de maisonnettewoningen binnen het plan worden open trappen toegepast. Binnen de woonfunctie geldt formeel dat tussen verblijfsruimten een karakteristiek luchtgeluidniveauverschil van minimaal 32 dB is vereist. Dit betekent dat rekening gehouden dient te worden met aanvullende maatregelen aan de deuren en kozijnen van de slaapkamers waar dit speelt. Voor de deuren dient hierbij uit te worden gegaan van een massieve constructie met een massa van circa 25 kg/m2, bijvoorbeeld 38 mm multiplex of spaanplaat, die driezijdig is voorzien van een kierdichting bestaande uit een lipprofiel. Aan de onderzijde dient de kier te worden beperkt tot
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
4
maximaal circa 10 tot 15 mm waardoor overstroom van ventilatielucht slechts zeer beperkt mogelijk is. Aandachtspunten detaillering Om aan de gestelde geluidisolatie eisen te kunnen voldoen is het gedetailleerd uitwerken en uitvoeren van diverse aansluitingen van belang. Aansluitingen tussen gevelpuien, binnenspouwbladen, woningscheidende vloeren en wanden onderling dienen luchtdicht te worden uitgevoerd.
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
5
Installaties In het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan het maximaal toelaatbaar geluidniveau in woningen als gevolg van installaties. In het Bouwbesluit wordt het volgende gesteld: Afdeling 3.2 Bescherming tegen geluid van installaties Artikel 3.9, hetzelfde perceel 1. Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanische voorziening voor luchtverversing, een warmwatertoestel, een installatie voor verhoging van waterdruk of een lift veroorzaakt in een niet-gemeenschappelijke verblijfsruimte van een aangrenzende, op hetzelfde perceel gelegen, woonfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatiegeluidniveau van ten hoogste 30 dB(A). 2. Een mechanische voorziening voor luchtverversing, warmteopwekking of warmteterugwinning veroorzaakt in een niet-gemeenschappelijke verblijfsruimte van de woonfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatiegeluidniveau van ten hoogste 30 dB(A). Leidingschachten De materialisatie van de leidingschachten is van grote invloed op het installatiegeluidniveau afkomstig van rioleringen en luchtkanalen, alsmede de luchtgeluidisolatie tussen woningen onderling. Voor leidingschachten ten behoeve van sanitair afvoeren, CV leidingen en ventilatiekanalen met een doorgestorte vloer, grenzend aan verblijfsruimten van woningen dient in het ontwerp rekening gehouden te worden met de met de volgende opbouw van de schachtwanden (boven en onder de woningscheiding): Tabel 2: materialisatie leidingschachten Schachten grenzend aan VR
Massa wand
Opbouw wand
Schacht met riolering zonder versleping
Ca. 80 kg/m2
100 mm Gibo / 70 mm Gibo zwaar
Schacht met riolering met versleping
Ca. 150 kg/m
2
100 mm kz-steen
Schacht met meerdere luchtkanalen (en
Ca. 150 kg/m2
100 mm kz-steen
riolering)
De schachten grenzen slechts in enkele situaties direct aan aan verblijfsruimten binnen de woningen. De schachten ten behoeve van de ventilatie van de parkeergarage in de gemeenschappelijke besloten verkeersruimten worden van de woningen gescheiden door middel van een Gyproc Soundbloc As 155 dB RD/2.50*50.2AA wand (of gelijkwaardig). Hiermee kan aan de eisen uit het Bouwbesluit worden voldaan (lucht- en contactgeluidisolatie en installatiegeluid). Ter plaatse van de woningen op de 4e verdieping zijn schachten met meerdere ventilatiekanalen aanwezig die direct grenzen aan verblijfsruimten (bijvoorbeeld, de schachten naast as 2 en 5). Daar de schachten meerdere ventilatiekanalen bevat, wordt geadviseerd om de schachten uit te voeren in 100 mm kalkzandsteen in verband met de vereiste lucht- en contactgeluidisolatie tussen de woningen onderling. In de overige situaties kan worden uitgegaan van de standaard opbouw van de schachtwanden, te weten 100 mm Gibo.
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
6
De standleidingen worden uitgevoerd in een geluidsarm leidingsysteem (Wavin-AS). De leidingen en wanden waartegen leidingen en kanalen worden bevestigd hebben een massa van minimaal 400 kg/m2, of de leidingen en kanalen worden uitsluitend bevestigd aan de (constructieve) vloerconstructie. Bevestigingen dienen trillingsgeïsoleerd te worden uitgevoerd, door middel van beugels met rubber inleg. Installatiegeluid mechanische ventilatie De mv-units worden in alle gevallen in een berging binnen de woning gesitueerd die veelal direct grenst aan een verblijfsruimte en wordt ontsloten via de verblijfsruimte. Het geluidniveau van een mv-unit is afhankelijk van het vereiste debiet, het drukverlies over de kanalen en ventielen en het fabrikaat/type van de unit. Een goed ontworpen systeem is dus essentieel om te kunnen voldoen aan de in het Bouwbesluit gestelde eisen met betrekking tot installatiegeluid. Om het installatiegeluid ten gevolge van de mechanische ventilatie unit in de eigen woning te beperken kunnen de volgende maatregelen worden getroffen: - Bevesting van de mv-unit tegen de onderzijde van de vloer of een wand met een massa van tenminste 200 kg/m2. - Mv-unit niet bevestigen tegen een scheidingswand met een verblijfsruimte. - De scheidingswand tussen verblijfsruimten en berging met een mv-unit uitvoeren met een massa van tenminste 75 kg/m2 , bijvoorbeeld 70 mm Gibo “zwaar” (1200 kg/m3) of 100 mm Gibo (800 kg/m3). - MV-units zodanig selecteren dat op middenstand kan worden voldaan aan de ventilatieeisen uit het Bouwbesluit; - De kanalen dienen voorzien te worden van voldoende geluiddemping. Selectie van van de geluiddempende slangen afstemmen op de beoogde unit en het benodigde toerental. De geluiddempende slangen recht monteren. - Bergingen met daarin installaties (zoals MV) dienen bij voorkeur via een verkeersruimte ontsloten te worden. - Daar waar toch een toegang vanuit de verblijfsruimte dient te worden gerealiseerd, dienen aanvullende maatregelen aan de deuren getroffen te worden. Voor de deuren dient uit gegaan te worden van een massieve constructie met een massa van circa 25 kg/m2, bijvoorbeeld 38 mm multiplex of spaanplaat, die tenminste aan 3 zijden is voorzien van een kierdichting bestaande uit een lipprofiel. Indien in de bergruimte zelf ook afzuiging plaatsvindt zal een geluiddemper op het afzuigpunt moeten worden toegepast en mogelijk een geluidgedempte overstroomvoorziening in de deur moeten worden opgenomen. Liftgeluid Binnen het plan zijn liften gepland die direct grenzen aan verblijfsruimten van woningen. De machinekamerloze liften van de fabrikant Kone type Monospace 500 worden geplaatst in schachten van 250 mm beton met een massa van ca. 580 kg/m2. Vanwege de situering van de liften direct grenzend aan verblijfsruimten van woningen is het de verwachting dat niet zondermeer kan worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit met betrekking tot bescherming tegen geluid van installaties. Derhalve dient rekening gehouden te worden met de volgende maatregelen: Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
7
De wanden van verblijfsruimten grenzend aan liften dienen voorzien te worden van een vrijstaande voorzetwand aan de zijde van de woningen. De opbouw van de voorzetwand dient te bestaan uit een metal-studconstructie met tenminste 1 gipskartonplaat met een dikte van 12,5 mm op een met minerale wol gevulde spouw met een totale constructiedikte van ca. 100 mm. Tenzij middels een meetrapport kan worden aangetoond dat de toepassing van aanvullende maatregelen niet noodzakelijk zijn om het vereiste karakteristieke installatiegeluidniveau (LIak ≤ 30 dB(A)) in de verblijfsgebieden van een woonfunctie te waarborgen. Op de 4e verdieping ontbreekt ter plaatse van de hoekwoningen in alle situaties een hal achter de woningtoegangsdeur. Buiten de woning grenst de woningtoegangsdeur direct aan de lifthal. Gelet op de vereiste karakteristieke installatiegeluidniveaus dient de voordeur (en de wanden) voldoende geluidisolatie te bezitten om het vereiste niveau te waarborgen. Uitgaande van een maximaal geluiddrukniveau voor de liftdeur van maximaal 57 dB(A) (conform opgave Kone, Monospace 500) dient rekening gehouden te worden met een voordeur met een totale geluidisolatie (inclusief kozijn en kierdichting) van ca. 43 dB (Rw + C), bijvoorbeeld Kegro KegaBase SB of gelijkwaardig. De woningtoegangsdeur dient voorzien te worden van een knevelende 3-puntssluiting. De toegepaste woningscheidende wandconstructie (Gyproc Soundbloc As 155 dB) bezit voldoende geluidisolatie. Installatietechnische maatregelen / aandachtspunten Met betrekking tot de installatietechnische uitvoering van de liftinstallaties dienen de volgende aspecten in het ontwerp te worden opgenomen: - De besturingsapparatuur van de liftinstallatie dient trillingsgeïsoleerd te worden bevestigd. - Installatiegeluidniveaus ten gevolge van liftinstallaties worden veelal bepaald door optredende “pieken” tijdens het starten, het afremmen en de mechanische stopbeveiliging van de liftmachine. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de trillingsgeïsoleerde bevestiging van de liftmachine en liftgeleiders en het inregelen van de liftmachine en de mechanische beveiliging. - De geleiding van de liftkooi en van het contragewicht langs geleiderails moet plaatsvinden met leisloffen voorzien van kunststofvoering of eventueel geleiderollen met rubber of kunststof loopvlak. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bevestiging en het stellen van de geleiderails. - Als liftdeuren (kooi- en schachtdeuren) dienen schuifdeuren te worden toegepast. Voor het sluiten en vergrendelen van de deuren moeten systemen worden toegepast die geen overmatig geluid produceren. Het sluitsysteem van de deuren dient een geleidelijk snelheidsverloop te hebben. Taakstellend voor de leverancier is dat aan het vereiste geluidniveau in de verblijfsruimten ten gevolge van de liftinstallatie wordt voldaan. Leidingwaterinstallaties In enkele gevallen worden waterleidingen ingestort opgenomen in een woningscheidende wand grenzend aan verblijfsruimten. Bij de standaard waterdrukken en snelheden kan worden voldaan aan de in het Bouwbesluit gestelde eisen.
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
8
Overige installaties Ten einde de stoorgeluidniveaus in de woningen te beperken dient het geluidniveau in de techniekruimte in de kelder en op begane grondniveau te worden beperkt tot maximaal ca. LA,eq = 70 - 75 dB(A). De bouwkundige constructies die de scheiding vormen met de woningen en de installatieruimten hebben een luchtgeluidisolatie van ten minste 52 dB en een contactgeluidisolatie van maximaal 54 dB. Afhankelijk van de installaties die worden opgesteld, kan de toepassing van geluidreducerende voorzieningen in de vorm van, trillingsgeïsoleerde opstelling installaties, omkastingen en of geluidabsorptie noodzakelijk zijn. Ten einde geluidoverlast ter plaatse van buitenruimtes en overmatige geluidoverdracht via de gevels te beperken dient aandacht te worden besteed aan de geluiduitstraling van onder andere de ventilatieopeningen van de techniekruimte. Op basis van de definitieve gegevens van de installaties dienen de aanvullende geluid- en trillingsisolerende voorzieningen (bijvoorbeeld in de vorm van omkastingen en trillingsdempers) voor de installaties nader te worden uitgewerkt.
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
9
Geluidabsorptie besloten gemeenschappelijke verkeersruimten Een te bouwen woongebouw heeft in een gemeenschappelijke verkeersruimte een zodanige geluidabsorptie, dat geluidhinder door galm wordt beperkt. Voor een te bouwen woongebouw is afdeling 3.3 van toepassing. Artikel 3.13 Geluidabsorptie Een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte voor het ontsluiten van een woonfunctie die grenst aan een niet-gemeenschappelijke ruimte van een woonfunctie, heeft een volgens NENEN 12354-6 bepaalde totale geluidsabsorptie met een getalswaarde, uitgedrukt in m², die niet kleiner is dan 1/8 van de getalswaarde van de inhoud van die ruimte, uitgedrukt in m³, in elk van de octaafbanden met middenfrequenties van 250, 500, 1.000 en 2.000 Hz. Door middel van berekeningen is bepaald wat de akoestische eigenschappen dienen te zijn van aanvullend aan te brengen akoestisch absorberend materiaal in de besloten gemeenschappelijke verkeersruimte binnen het plan. De resultaten van de berekeningen zijn opgenomen in de bijlage. Om aan de eisen te kunnen voldoen dient in de praktijk altijd rekening gehouden te worden met de toepassing van een absorberend plafond. In onderstaande tabel is de vereiste mate van absorptie beschreven (in m2 “open raam” in elk van de octaafbanden 250 t/m 2000 Hz) en is een indicatie gegeven van de vereiste absorptiecoefficient van de aan te brengen absorptiematerialen in de verkeersruimte grenzend aan de woningen. Hierbij is het uitgangspunt gehanteerd dat het absorptiemateriaal over het volledig beschikbaar oppervlak van de plafonds wordt toegepast tenzij anders vermeld. Tabel 3: Vereiste absorptie in m2 open raam Ruimte
Absorptie in 2
Beschikbaar
m O.R.
opp.m
18
42
Entree/hal –
2
absorptie-
Opm.
coefficient 0,45
absorptie t.p.v. plafonds alle bouw-
lifthal/trappenhuis
lagen
De vluchttrappenhuizen binnen het bouwwerk worden in basis niet gebruikt voor het ontsluiten van een woonfunctie. Het voorschrift uit het Bouwbesluit is derhalve niet van toepassing op deze verkeersruimten. In onderstaande tabel zijn enkele suggesties gedaan voor materialen (plafond afwerking) waarmee in combinatie met de aanwezige materialen aan de gestelde eisen kan worden voldaan. In de laatste kolom is het percentage van het plafondoppervlak aangegeven wat voorzien dient te worden van absorptiemateriaal. Tabel 4: suggesties materiaal Ruimte
materiaal
Entree/hal –
Heradesign fine, dikte 15 mm - spouw 30 mm
lifthal/trappenhuis
gevuld met min. wol Rockfon Facett, dikte 50 mm direct op plafond
250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000Hz
Opp.
0,45
0,9
0,8
0,5
Ca. 75 %
0,7
0,9
0,9
0,9
Ca. 50 %
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
10
Het absorberend materiaal dient gelijkmatig verdeeld over de verschillende ruimtes te worden aangebracht. Geadviseerd wordt de uiteindelijk geselecteerde absorberende voorzieningen door de akoestisch adviseur te laten beoordelen. Bijlagen: Galmberekening
KuiperCompagnons Projectverantwoordelijke: ir. J.Hardlooper Opgesteld door ing. P. Roosen Telefoonnummer: 06-11 64 16 42 File: j:\813\307\00\3 projectresultaat\intern geluid\notitie intern geluid.doc
Notitie intern geluid Houthaven Blok 5AB te Amsterdam
813.307.00 24 november 2015
11
Bouwbesluittoets Woningbouw nieuwbouw [WN]
Houthaven te Amsterdam Blok 5AB projectnr.: 813.307.00 opdrachtgever:Vorm Ontwikkeling datum: 24-11-2015 versie: Omgevingsvergunning project:
onderdeel:
volume:
Beperking van galm
conform BB2012 afdeling 3.3
temperatuur:
20 C
R.V.:
50 %
conform NEN-EN 12354-6
Ruimte
Entree + trappenhuis exclusief maatregelen
inhoud van ruimte
eis 1/8 van inhoud
in m3 [V]
[A=V/8]
144,0
18,00
functie materiaal
steenachtige vloeren
steenachtige wanden
trappen
glaspuien/deuren
metal-stud wanden
plafond BG
plafond 1e, 2e en 3e verd.
plafond 4e verd
'open raam' benodigd
3 144 m
18,0
nagalmtijd T60 [s]:
Luchtdemping totaal geluidsabsorptie [A] in m2
Sabine
opp. per materiaal
octaafbanden
geluidsabsorptie
[S] in m2
in Hz
37,50
250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000
[α] in m2 O.R. 0,01
21,00
32,00
50,00
32,00
16,50
19,50
5,80
250 500 1000 2000 diffusiteitsfactor 0,80
print d.d. 27-11-2015
0,01 0,02 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02 0,04 0,03 0,02 0,02 0,12 0,05 0,02 0,05 0,01 0,01 0,02 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02
equivalente
Resultaat
geluidsabsorptie bij 250 Hz
[A] in m2 [S . α] bij 500 Hz bij 1000 Hz
bij 2000 Hz
0,38 0,38 0,75 0,75 0,21 0,21 0,42 0,42 0,32 0,32 0,64 0,64 2,00 1,50 1,00 1,00 3,84 1,60 0,64 1,60 0,17 0,17 0,33 0,33 0,20 0,20 0,39 0,39 0,06 0,06 0,12 0,04 7,2
0,13
0,41
0,12 1,32
4,6 4,7 6,6 4,2
6,6
6,4
4,6
voldoet niet voldoet niet voldoet niet voldoet niet T60,gem. [s] 5,4
pagina 1 - 1
Bouwbesluittoets Woningbouw nieuwbouw [WN]
Houthaven te Amsterdam Blok 5AB projectnr.: 813.307.00 opdrachtgever:Vorm Ontwikkeling datum: 24-11-2015 versie: Omgevingsvergunning project:
onderdeel:
volume:
Beperking van galm
conform BB2012 afdeling 3.3
temperatuur:
20 C
R.V.:
50 %
conform NEN-EN 12354-6
Ruimte
Entree + trappenhuis inclusief maatregelen
inhoud van ruimte
eis 1/8 van inhoud
in m3 [V]
[A=V/8]
144,0
18,00
functie materiaal
steenachtige vloeren
steenachtige wanden
trappen
glaspuien/deuren
metal-stud wanden
'open raam' benodigd
3 144 m
18,0
nagalmtijd T60 [s]:
opp. per materiaal
octaafbanden
geluidsabsorptie
[S] in m2
in Hz
37,50
250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000 250 500 1000 2000
[α] in m2 O.R. 0,01
21,00
32,00
50,00
32,00
plafond BG Heradesign fine 15 mm/30 wol ca. 75% opp.
12,38
plafond 1e, 2e en 3e verd. Heradesign fine 15 mm/30 wol ca. 75% opp.
14,63
plafond 4e verd Heradesign fine 15 mm/30 wol ca. 75% opp.
4,35
Luchtdemping totaal geluidsabsorptie [A] in m2
Sabine
250 500 1000 2000 diffusiteitsfactor 0,80
print d.d. 27-11-2015
0,01 0,02 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02 0,04 0,03 0,02 0,02 0,12 0,05 0,02 0,05 0,45 0,90 0,80 0,50 0,45 0,90 0,80 0,50 0,45 0,90 0,80 0,50
equivalente
Resultaat
geluidsabsorptie bij 250 Hz
[A] in m2 [S . α] bij 500 Hz bij 1000 Hz
bij 2000 Hz
0,38 0,38 0,75 0,75 0,21 0,21 0,42 0,42 0,32 0,32 0,64 0,64 2,00 1,50 1,00 1,00 3,84 1,60 0,64 1,60 5,57 11,14 9,90 6,19 6,58 13,16 11,70 7,31 1,96 3,92 3,48 0,04 20,9
0,13
0,41
2,18 1,32
32,3 28,9 21,4 1,4
0,9
1,0
1,4
voldoet voldoet voldoet voldoet T60,gem. [s] 1,2
pagina 1 - 1