NOTA VAN BEANTWOORDING STRUCTUURVISIE HAAREN
Procedure De “Structuurvisie Haaren” betreft een actualisatie van de “Structuurvisie Plus” uit 2004. De actualisatie heeft plaatsgevonden als gevolg van het in werking treden van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 en diverse wijzigingen van beleid. De “Structuurvisie Haaren” vormt de ruimtelijke vertaling van de gemeentelijke koers die in 2011 is vastgelegd in de ”Toekomstvisie Haaren 2022: een levendige, groene en zelfbewuste gemeente”. Van 12 december 2013 tot en met 22 januari 2014 heeft het ontwerp van de “Structuurvisie Haaren” ter inzage gelegen. Een ieder is in de gelegenheid gesteld een inspraak- danwel overlegreactie over het ontwerp naar voren te brengen. Er zijn 23 inspraak- danwel overlegreacties ingediend; 12 van deze reacties zijn ontvankelijk. Eén van deze indieners, dhr. Schraven, heeft op 22 januari 2014 een pro forma inspraakreactie ingediend en daarbij aangegeven meer tijd nodig te hebben voor het indienen van een inhoudelijke inspraakreactie. Aan indiener is uitstel verleend tot 10 februari 2014. De inhoudelijke reactie is binnengekomen op 5 februari 2014; binnen de gestelde termijn. Wij hebben er voor gekozen deze reactie derhalve op de reguliere wijze te behandelen. Naar aanleiding van het aan voornoemde indiener gegeven uitstel, hebben nog 11 personen een nagenoeg eensluidende inspraakreactie aan die van dhr. Schraven ingediend (hieronder genummerd 13 t/m 23). Deze inspraakreacties zijn niet-ontvankelijk verklaard, aangezien aan deze indieners geen uitstel is verleend op basis van een pro forma inspraakreactie. De Provincie Noord-Brabant heeft twee separate reacties ingediend, namelijk een algemene overlegreactie en een separaat ‘erfgoedadvies’. Deze twee ingekomen reacties worden samengenomen en in samenhang met elkaar behandeld. Ten behoeve van het overleg met de regio is het ontwerp van de structuurvisie op 4 december 2013, met verwijzing naar artikel 12.4 van de destijds geldende Verordening ruimte 2012, aangeboden aan de secretaris van het Regionaal Ruimtelijk Overleg Noord-Oost Brabant. Het RRO heeft geen inhoudelijke reactie op de structuurvisie gegeven. Op woensdag 8 januari 2014 is er in het gemeentehuis een inspraakavond over de structuurvisie gehouden. Door de gemeente Haaren en het betrokken stedenbouwkundige adviesbureau is het ontwerp van de structuurvisie voor de aanwezige belangstellenden toegelicht. Leeswijzer Samengevat wordt in de voorliggende Nota van Beantwoording: • een gemeentelijke reactie gegeven op de binnengekomen ontvankelijke inspraakreacties; • een gemeentelijke reactie gegeven op de binnengekomen ontvankelijke overlegreacties; • een overzicht gegeven van de binnengekomen niet-ontvankelijke inspraakreacties; • een overzicht gegeven van enkele ambtshalve wijzigingen. In deze Nota van Beantwoording wordt uitsluitend een doorzicht gegeven naar de aan te passen teksten en kaartbeelden in de vast te stellen structuurvisie. In de Staat van Wijzigingen wordt exact aangegeven welke passages uit de ontwerp structuurvisie worden vervangen danwel worden aangevuld met nieuwe passages.
1
Binnengekomen ontvankelijke inspraak- en overlegreacties De volgende inspraak- en overlegreacties zijn binnengekomen en zijn ontvankelijk: 1.
a
Datum ontvangst: 15 januari 2014 J. van Kokswijk Broeksteeg 5 Registratienummer: 22290 Datum dagtekening: 14 januari 2014 5076 SB HAAREN Inspraakreactie Indiener geeft aan de structuurvisie een indrukwekkend document te vinden met veel goede beleidsvoornemens. Er zijn echter drie onderdelen van de structuurvisie die de indiener zorgen baren. In Deel B van de structuurvisie wordt een beschrijving gegeven van enkele herkenbare groenrode landschapselementen. Eén van die elementen betreft het bebouwingscluster “Noenes”. In de tekst is opgenomen dat ‘ontwikkelingen niet mogelijk zijn voor zover deze ten koste gaan van of een negatief effect hebben op het bos’. Indiener geeft aan dat vermeld dient te worden welke criteria gelden voor het meten van ‘negatieve effecten’. Dit dient te meer verantwoord te worden aangezien de gemeente volgens initiatiefnemer in Deel A vermeldt dat woongebieden die een nauwe bestemmingsregeling kennen een bedreiging zijn voor een goede woonomgeving. Tenslotte wordt opgemerkt dat het een gemiste kans is dat de gemeente geen visie geeft op het legaliseren van de Noenes middels een dubbelbestemming.
a
Gemeentelijke reactie Een structuurvisie is een ruimtelijk plan dat zijn wettelijke grondslag vindt in de Wet ruimtelijke ordening (Wro, 2008). Ten aanzien van structuurvisies is onder andere bepaald dat: ‘de structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid’. Door de wetgever wordt zodoende een duidelijke scheiding gemaakt tussen beleid (in structuurvisies) en uitvoering (in bestemmingsplannen). Het benoemen van wat ten aanzien van “Noenes” concreet geldt als een ‘negatief effect’ betreft het stellen van ‘uitvoeringseisen’. Deze eisen worden opgenomen in bestemmingsplannen en niet in structuurvisies. In deze structuurvisie wordt het begrip ‘negatieve effecten’ dan ook niet verduidelijkt, hiervoor wordt verwezen naar het vigerende bestemmingsplan voor “Noenes”. Hierin worden regels gesteld voor ruimtelijke ontwikkelingen; het niet voldoen aan deze regels kan gelden als een ‘negatief effect’. Voorbeelden hiervan betreffen het realiseren van een groter bebouwingspercentage van een bouwperceel dan toegestaan, afwijkende goot- en bouwhoogtes, het bebossen van gronden die geen bos waren en het vellen en rooien van houtgewassen. Vervolgens is de gemeente van mening dat de koppeling door de indiener van het beleid inzake ‘woongebieden’ met de “Noenes” niet correct is. De gemeente Haaren beschouwt de “Noenes” namelijk niet als een regulier woongebied. Het beleid ten aanzien van woongebieden is van toepassing op de vier verschillende dorpen binnen de gemeente. De gemeente geeft op dit moment geen prioriteit aan het actualiseren van het bestemmingsplan voor de Noenes en de in dat kader te maken nieuwe afwegingen. Wel is er een principeverzoek ingediend door vereniging “De Noenes” om op eigen initiatief een bestemmingsplan op te stellen. Over de in dit verzoek genoemde uitgangspunten (waaronder toestaan permanente bewoning) voor een nieuw bestemmingsplan wordt wel een gemeentelijke
2
afweging gemaakt. b
Inspraakreactie In Deel C van de structuurvisie wordt het beleid van de gemeente ten aanzien van het aspect ‘geur’ beschreven in relatie tot de wettelijke mogelijkheden die de gemeente Haaren heeft voor het opstellen van een eigen geurbeleid. Indiener kan zich niet vinden in het gemeentelijke standpunt dat ‘het niet gewenst is dat omliggende veehouderijbedrijven onnodig in hun ontwikkelingsmogelijkheden beperkt worden’. Daarnaast ontbreekt het volgens indiener aan een overzicht van het aantal vergunde dieren (per soort) per bedrijf en de daarbij behorende ammoniak en Oudeur-eenheden. In de structuurvisie zouden bindende normen opgenomen moeten worden, zodat in ieder geval ter plaatse van de Noenes een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden.
b
Gemeentelijke reactie In Deel C is een samenvatting weergegeven van de beleidscontext waarbinnen de verschillende beleidskeuzes als weergegeven in Deel A, en in mindere mate Deel B, worden gemaakt. Het maken van beleidskeuzes wordt namelijk beperkt door wetgeving en daarnaast specifiek beleid van diverse overheden. Eén van die kaders betreft het gemeentelijke beleidskader inzake het aspect ‘geur’. De bestaande gebiedsvisie en geurverordening worden beschouwd als een thans vaststaand kader waarop de gemaakte beleidskeuzes in de structuurvisie zijn gebaseerd. Het wijzigen van de genoemde kaders, waar indiener om vraagt, is niet mogelijk middels een structuurvisie. Het principe dat ‘omliggende veehouderijen niet onnodig in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt’ is daarnaast ook een van de uitgangspunten van nationale wetgeving. Bij het opstellen van een ruimtelijk plan dat toeziet op de uitvoeringsaspecten, bijvoorbeeld een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan, wordt ingegaan op specifieke geurnormen en de toepassing daarvan op het Haarense grondgebied. Daarbij wordt zowel het gemeentelijke beleid als nationale wetgeving betrokken.
c
Inspraakreactie Op de structuurvisiekaart is volgens indiener de grens van het ‘groen-rode landschapselement Noenes’ onjuist weergegeven. De woningen en percelen aan de Broeksteeg met nrs. 1, 3, 5 en 7 zijn ten onrechte niet binnen de entiteit ‘Noenes’ gebracht. Verzocht wordt dit te corrigeren.
c
Gemeentelijke reactie De structuurvisiekaart wordt zodanig aangepast dat ook de door indiener vernoemde percelen binnen het gebied ‘groenrode landschapselementen’ worden opgenomen.
2.
a
Aelmans Tuinbouw Advies namens Kwekerij Van Overbeek Kerkstraat 2 6095 BE BAEXEM Inspraakreactie Indiener constateert dat het project
Datum ontvangst: 17 januari 2014 Registratienummer: 22337 Datum dagtekening: 16 januari 2014
‘gebiedsontwikkeling
de
Ruiting
met
specifieke
3
maatwerkoplossingen’, waarvan de bedrijfslocatie van zijn cliënt onderdeel van uitmaakt, niet is benoemd in de structuurvisie. Om het project mogelijk te maken is het noodzakelijk om af te wijken van het bestemmingsplan. Aangezien de structuurvisie de maatschappelijke nut en noodzaak verantwoording van de door de gemeente gewenste ruimtelijke ontwikkelingen vormt, en het College en de Raad hierover reeds hebben besloten, wil indiener dat dit project wordt opgenomen in de structuurvisie. Verzocht wordt de volgende onderwerpen op te nemen in Deel B van de structuurvisie bij het onderdeel majeure projecten: • gebiedsontwikkeling De Ruiting; • de specifieke maatwerkoplossing ten behoeve van Kwekerij van Overbeek; • het gebied ‘De Ruiting’ opnemen als gebied waar middelen uit het fonds ‘Kwaliteitsverbetering van het landschap’ worden ingezet; a
Gemeentelijke reactie De gemeente heeft het project ‘Gebiedsontwikkeling Essche Stroom’ aangemerkt als een majeur project. Dit betreft als geheel een project dat een grote uitstraling heeft en een directe impact heeft op de samenleving. Dit project is gemeentegrens overstijgend en omvat meerdere kleinere projecten. Een aantal van deze kleinere projecten, waaronder Plan Ruiting (fase 2), Kom Esch en Landgoed Eikenhorst, zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Haaren. Het initiatief van de cliënt van de indiener betreft een ruimtelijke ontwikkeling die weer deel uitmaakt van het Plan Ruiting (fase 2) / gebiedsontwikkeling De Ruiting. Dit betreft een plan dat is opgesteld door de bewoners van de Ruiting in samenwerking met partijen als de gemeente, provincie en waterschap. Het gebied De Ruiting is een belangrijke schakel om het beekdal van de Essche Stroom met het Helvoirts Broek te verbinden. Het plan voor de gebiedsontwikkeling De Ruiting geeft een visie op elk perceel van het buurtschap. Om de visie te verwezenlijken zijn de plannen uitgewerkt tot een concreet principeverzoek dat toeziet op de ontwikkeling van drie onderdelen van het buurtschap. Op 16 mei 2013 heeft de gemeenteraad besloten om principemedewerking te verlenen aan de plannen voor de gebiedsontwikkeling De Ruiting. Wij zijn van mening dat zowel het Plan Ruiting (fase 2) / gebiedsontwikkeling De Ruiting als het initiatief van de cliënt van de indiener niet voldoen aan het criterium ‘majeur’, om separaat te worden opgenomen in de structuurvisie. Dit neemt niet weg dat de gemeente positief staat tegenover de plannen van buurtschap De Ruiting. Ook de wijze waarop de plannen tot stand komen, met initiatief vanuit de samenleving, past bij de wijze waarop de gemeente de ruimtelijke visie wil vormgeven. Om deze wijze van planvorming zichtbaar te maken, als voorbeeld van de gemeentelijke regierol ‘kansen benutten’, zal de tekst van het majeure project ‘Gebiedsontwikkeling Essche Stroom’ worden aangevuld met een meer specifieke beschrijving van de gebiedsontwikkeling De Ruiting. Het plan ten aanzien van de ontwikkeling van Kwekerij van Overbeek maakt deel uit van de gebiedsontwikkeling en behoeft niet specifiek te worden benoemd. Ten aanzien van de uitvoering kan worden gesteld dat er voor de ontwikkeling van de plannen door de gemeente geen financiële bijdrage uit het fonds ‘Kwaliteitsverbetering van het landschap’ wordt gedaan.
b
Inspraakreactie Indiener verzoekt om het in de structuurvisie opnemen van een generieke regeling die
4
maatwerkoplossingen in het buitengebied mogelijk maakt op basis van de ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit. b
Gemeentelijke reactie In de structuurvisie zijn meerdere generieke regelingen opgenomen die, in combinatie met elkaar, maatwerk mogelijk maken. Dit betreft onder meer de ruimte voor ruimte regeling, het beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bebouwing en het beleid ten aanzien van kwaliteitsverbetering van het landschap. De wijze van combinatie met elkaar en de toepassing van maatwerkoplossingen betreft specifieke uitvoeringsaspecten. Dit type aspecten wordt niet in de structuurvisie opgenomen, omdat dit een document is dat de hoofdlijnen van beleid beschrijft.
3.
Datum ontvangst: 20 januari 2014 Vereniging “De Noenes” Registratienummer: 22381 Scheurbroeksesteeg 4 Datum dagtekening: 18 januari 2014 5076 SM HAAREN Inspraakreactie Indiener geeft met betrekking tot het ‘groenrode landschapselement Noenes’ aan dat Deel B van de structuurvisie, welke de kwaliteiten van de Noenes beschrijft, enkele tekstuele omissies omvat. De volgende teksten dienen volgens initiatiefnemer te worden gewijzigd: • in de tekst staat aangegeven dat de recreatiewoningen zijn gelegen in een bos. Aangegeven wordt dat dit moet zijn dat: ‘de recreatiewoningen zijn gesitueerd op verkavelde voormalige weilanden en akkers, waartussen enkele bospercelen aanwezig zijn. Deze bospercelen zijn voormalige productiebossen opgeplant met hoofdzakelijk grove dennen. Het groen op de percelen is hoofdzakelijk tuinbeplanting. De hoofdwegen zijn voorzien van laanbeplanting bestaande uit Amerikaanse eiken’; • in de tekst staat aangegeven dat ontwikkelingen niet mogelijk zijn voor zover deze ten koste gaan van of van een negatief hebben op het bos. Aangegeven wordt dat dit moet zijn ‘….hebben op de bospercelen’; • het ‘groen-rode landschapselement Noenes’ wordt gekwalificeerd als ‘besloten bos’. Aangegeven wordt dat deze kwalificering mogelijk beperkingen oplegt aan een toekomstige verbetering van de verblijfskwaliteit in het gebied.
a
a
Gemeentelijke reactie Het gebied "Noenes", dat een oppervlakte heeft van enkele tientallen hectaren, is sinds 1972 door de verkoop van voormalig agrarische grond aan particulieren sterk verkaveld in kleinere percelen, die door de betrokken eigenaren werden gebruikt voor recreatieve doeleinden. Tussen deze kavels zijn nog enkele bospercelen gelegen. Gezien deze totstandkoming van het recreatieterrein is de term ‘(besloten) bos’, ten behoeve van het duiden van de kwaliteit, inderdaad niet de juiste term. De door de indiener gehanteerde beschrijving van het gebied zal worden overgenomen in de structuurvisie.
5
4.
a
Datum ontvangst: 21 januari 2014 Autocentrum Haaren Registratienummer: 22436 Dhr. M.A.C.M. Pijnenburg Datum dagtekening: 20 januari 2014 Gildepad 10 5076 AN HAAREN Inspraakreactie Indiener heeft tijdens de inspraakavond kennis genomen van de ontwerp structuurvisie. Hem viel bij het bestuderen van de structuurvisiekaart op dat de bedrijvenlocaties aan het Gildepad niet worden aangemerkt als zijnde werklocatie (bedrijventerrein), maar als woongebieden (gemengde bedrijfsomgeving). Het niet opnemen van deze locatie als werklocatie is naar mening van de indiener schadelijk en een aantasting van zijn bestaande rechten en belangen. Verzocht wordt om alle bedrijven aan het Gildepad aan te duiden als werklocatie (bedrijventerrein).
a
Gemeentelijke reactie Bij het opstellen van het ruimtelijk-economische beleid is de volgende definitie gehanteerd van het begrip ‘bedrijventerrein’: ‘een aaneengesloten terrein met een bruto oppervlakte van ten minste één hectare voor de bedrijfsmatige uitoefening van industriële, logistieke, ambachtelijke en dienstverlenende activiteiten en groothandel met de daarbij behorende voorzieningen, uitgezonderd een perceel dat ten dienste staat van één bedrijf’. De bedrijvenlocaties aan het Gildepad voldoen gezamenlijk aan dit criterium. Doch wordt deze locatie, gezien de totstandkoming van het ‘aaneengesloten terrein’, het ruimtelijk karakter daarvan (aaneenschakeling van solitaire bedrijfslocaties) en de potentiële transformatiemogelijkheden, niet als ‘bedrijventerrein’ weergegeven. Alhoewel deze locatie niet is ontstaan aan een van de historische dorpslinten, wordt deze locatie wel beschouwd als zijnde een ‘gemengde bedrijfsomgeving’. Binnen deze omgevingen is het voor solitaire bedrijven mogelijk om uit te breiden of zich nieuw te vestigen, mits dit past bij de functionele en ruimtelijke karakteristiek van de omgeving en dit daarnaast niet leidt tot verkeersoverlast of milieuhygiënische overlast. Gezien de karakteristiek van de locatie aan het Gildepad worden geen belemmeringen verwacht voor de doorontwikkeling van bestaande bedrijvigheid. De huidige wijze van opname in de structuurvisie leidt dan ook niet tot de aantasting van bestaande rechten en belangen.
5.
Datum ontvangst: 21 januari 2014 LNMH Haaren Registratienummer: 22437 p/a Hoge Raam 5 Datum dagtekening: 20 januari 2014 5268 KK HELVOIRT Inspraakreactie De LNMH zet zich in voor de bescherming van het landschap, de aanwezige cultuurhistorische relicten, de natuur en het milieu in de gemeente Haaren. Daarnaast wordt ook beoogd deze natuur- en landschapswaarden verder te ontwikkelen. In deze context geeft de LNMH een aantal overwegingen mee ten aanzien van de beleidsuitgangspunten hieromtrent die zijn opgenomen in de structuurvisie.
a
Indiener geeft aan dat de gemeentelijke ambitie op het gebied van ‘natuur en landschap’ teleurstelt. De LNMH geeft in overweging dat de gemeente meer initiatief moet nemen om het ‘groen groener te maken’. Daarbij dienen inspanningen vooral gericht te zijn op concrete acties in
6
het cultuurlandschap, zoals herstel van landschapsstructuren. Een voorbeeld hiervan betreft het opstellen van een integraal biodiversiteitsplan. a
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren kiest er voor om de ambitie ten aanzien van het realiseren van omgevingskwaliteiten, meer specifiek het onderdeel ‘natuur en landschap’, primair vorm te geven op gemeentelijk structuurniveau. Deze ambitie sluit daarmee naadloos aan bij de basisverantwoordelijkheid om de contrasten tussen diverse landschapsdelen te vergroten, ook wel het ‘oppoetsen van de kleuren van het mozaïek’ genoemd. Deze keuze houdt in dat de ambitie met name kan worden vormgegeven door middel van één of meerdere majeure projecten. Zo zet de gemeente onder meer in op de landschapsontwikkeling ‘Helvoirts Broek’. Deze keuze houdt niet in dat de gemeente niet op andere plaatsen een versterking van de landschapsstructuren voor zich ziet, enkel dat de gemeente daarin voor zichzelf geen rol ziet weggelegd. Zoals in de inleiding van Deel A van de structuurvisie reeds is vermeld, staan de financiën van de gemeente onder druk. Dit houdt in dat de gemeente niet meer alles kan doen. De gemeente Haaren zoekt in plaats daarvan de samenwerking op met andere partijen om onder andere in gezamenlijk verband natuur en landschap te verbeteren. Dit laatste kan onder meer betrekking hebben op de door indiener gewenste versterking van het cultuurlandschap. De weergegeven suggestie dat de gemeente Haaren plannen kan opstellen voor het inventariseren van aanwezige (biodiversiteit)waarden wordt onderschreven. Dit staat eveneens genoemd in paragraaf 5.5 van Deel A van de ontwerp structuurvisie.
b
Inspraakreactie Indiener is van mening dat er in principe geen uitbreidingen voor woningbouw meer plaats dienen te vinden in het buitengebied. De locatie Raamse Oevers dient definitief te worden geschrapt als mogelijke woningbouwlocatie. Daarbij dient de woningbouwopgave volgens indiener primair op gemeentelijk niveau te worden gerealiseerd en pas secundair op dorpsniveau. De in de structuurvisie opgenomen volgorde is andersom.
b
Gemeentelijke reactie Zoals in de structuurvisie staat vermeld betekent wonen in de gemeente Haaren ‘wonen in een dorp met een geheel eigen identiteit’. Een inwoner van de gemeente woont niet in ‘de gemeente Haaren’, maar bijvoorbeeld in Esch of in Biezenmortel. De gemeente onderkent dat de verantwoordelijkheid voor het bieden van een groene woonomgeving in samenhang met de omgeving een grote sociale component herbergt. Door deze sociale component is de bouwopgave sterk dorpgebonden. Bij het vervolgens kiezen van bouwlocaties per dorp wordt de ‘Ladder duurzame verstedelijking’ toegepast. Uit deze weging kan blijken dat uitbreiding van het stedelijk gebied noodzakelijk is. Wij erkennen daarbij dat deze keuze een spanningsveld met zich meebrengt ten opzichte van een (optimale) bescherming van abiotische en biotische waarden in het buitengebied. Uit dat laatste oogpunt zou het wellicht zo zijn dat bepaalde dorpen niet meer kunnen uitbreiden en andere wel. De gemeente heeft beide opgaven gewogen en daarbij het bieden van een goede woonomgeving per dorp, ten behoeve van een sociale samenhang, zwaarder laten wegen dan de bescherming van eventuele waarden ter plaatse. Het bestaansrecht van de gemeente als leefgemeenschap is immers gelegen in het bieden van een
7
goede woonomgeving aan haar inwoners. Ten aanzien van de bouwmogelijkheden bij Helvoirt is gebleken dat met de ontwikkeling van het woongebied Den Hoek voorlopig wordt voorzien in de behoefte aan woningen. Wij voorzien echter dat in de toekomst opnieuw een behoefte kan ontstaan. Ten behoeve van het accommoderen daarvan zijn voor Helvoirt diverse locatiestudies gedaan. Hieruit is gebleken dat de locatie Raamse Oevers om diverse redenen, waarbij ook de omgevingskwaliteiten van het gebied zijn gewogen, de locatie is die de voorkeur heeft om te ontwikkelen. De Raamse Oevers is daarom opgenomen als potentiële uitbreidingslocatie in de structuurvisie. c
Inspraakreactie Indiener constateert dat de omgevingskwaliteiten in het agrarisch ontwikkelingsgebied volledig ondergeschikt worden gemaakt aan de ontwikkeling van de boomteelt. In de structuurvisie dient meer aandacht te worden besteed aan de inpassing van niet-grondgebonden boomteelt.
c
Gemeentelijke reactie De agrarische sector en dan met name de boomteeltsector speelt een belangrijke rol in het agrarisch ontwikkelingsgebied. In het algemeen biedt het gebied waarin het agrarisch ontwikkelingsgebied gelegen is, ‘de groene kamers’, goede mogelijkheden om de agrarische bedrijfsactiviteiten in te passen. Het landschap fungeert als een groen casco, gevormd door wegen met een tweezijdige laanbeplanting. Binnen dit casco zijn, ten behoeve van de inpassing van agrarische bedrijven, eenvoudig ‘coulissen’ bij te plaatsen zonder dat dit het landschap schaadt. Ten aanzien van het inpassen van voorzieningen voor de niet-grondgebonden boomteelt vergt dit een ander type ‘wand’ dan bij het inpassen van een laanboomteeltbedrijf. In Deel A staat in paragraaf 3.3.1 onder het kopje ‘ruimtelijke weerslag’ aangegeven dat de gemeente streeft naar: ‘het stellen van eisen ten aanzien van landschappelijke inpassing van bedrijfsbebouwing en teeltondersteunende voorzieningen’. In het Haarens Kwaliteitsmenu worden hiertoe suggesties gedaan door voorbeelden te noemen van landschapselementen die toepasbaar zijn. Bijvoorbeeld bomenlanen, houtwallen, heggen en laanboomteeltpercelen. Het is voorstelbaar dat ten behoeve van de inpassing van teeltondersteunende voorzieningen eerder wordt gekozen voor houtwallen of heggen en bij de inpassing van andere typen bedrijvigheid wordt gekozen voor bomenlanen. Een keuze hiervoor betreft maatwerk, daarom worden geen bindende beleidsuitgangspunten opgenomen in de structuurvisie. Om een en ander te verduidelijken zal in Deel A melding worden gemaakt van de opgave tot inpassing van teeltondersteunende voorzieningen.
d
Inspraakreactie Indiener signaleert dat het uitsluitend geclusterd toestaan van niet-grondgebonden boomteelt er voor zorgt dat het landschap ter plaatse een industriële aanblik krijgt. De belevingswaarde van het landschap wordt hierdoor wezenlijk aangetast. Dit beleidsuitgangspunt staat op gespannen voet met de ambities om de toeristische en recreatieve sector in de gemeente verder te ontwikkelen. Meegegeven wordt om flexibeler om te gaan met gebieden waar de diverse teeltvormen worden toegestaan en daarnaast per gebied maxima te stellen aan aantal bedrijven en/of oppervlakten.
8
d
Gemeentelijke reactie Wij herkennen ons niet in het beeld dat door indiener wordt geschetst. De gemeente wil boomkwekerijen in het algemeen zoveel mogelijk clusteren, niet alleen boomkwekerijen die gebruik maken van teeltondersteunende voorzieningen. Daarnaast staat het agrarisch ontwikkelingsgebied ook open voor agrarische ondernemers die niet actief zijn in de boomteelt. Hierdoor ontstaat een mix van verschillende typen agrarische ondernemers, waardoor ook een gebied ontstaat waar verschillende typen teelten elkaar afwisselen. Daarbij vindt landschappelijke inpassing per type teelt bij voorkeur op een andere wijze plaats, waardoor de ruimtelijke impact wordt geminimaliseerd. Deze keuze staat niet op gespannen voet met het ontwikkelen van toerisme en recreatie in de gemeente. Om het mozaïeklandschap te kunnen beleven zijn juist de contrasten tussen verschillende gebieden van belang, het in alle gebieden evenveel toestaan van bepaalde teelten zal deze contrasten in grote mate vervagen. Daarnaast zijn teeltondersteunende voorzieningen met name in ‘de groene kamers’ goed in te passen, in tegenstelling tot andere gebieden.
6.
Datum ontvangst: 21 januari 2014 (e-mail) Roozen van Hoppe Registratienummer: 22456 bouw- en ontwikkeling B.V. Wilhelminadijk 7 Datum dagtekening: 21 januari 2014 5089 NT HAGHORST Inspraakreactie Op 26 juni 2009 heeft indiener een overeenkomst met de gemeente Haaren gesloten in de vorm van een bestuurlijk akkoord. Overeengekomen is dat het perceel dat in eigendom is van indiener binnen het gemeentelijk beleid zou worden aangemerkt als in de toekomst ‘te verstedelijken gebied’. Indiener is verheugd dat deze afspraak in de ontwerp structuurvisie is nagekomen, maar geeft daarnaast de volgende opmerkingen. Ten eerste wordt afgevraagd wanneer de onderhavige locatie aan de Oude Baan / Kantstraat in aanmerking voor ontwikkeling komt.
a
a
Gemeentelijke reactie In de door indiener aangehaalde bestuurlijke overeenkomst wordt inderdaad de afspraak vermeld dat de gemeente Haaren in een op te stellen structuurvisie aangeeft ‘wanneer de locatie in aanmerking komt voor een eventuele ontwikkeling’. Wij zijn van mening dat met de tekst zoals die is opgenomen in het ontwerp van de structuurvisie wordt voldaan aan de afspraak. De gemaakte afspraak houdt immers niet in dat er een datum of tijdpad wordt genoemd waarop de locatie kan worden ontwikkeld, maar dat wordt aangegeven wanneer de locatie kan worden ontwikkeld. Deze vraag wordt voor alle woningbouwlocaties in de gemeente eensluidend beantwoord: een locatie kan pas worden ontwikkeld wanneer wordt voldaan aan alle daarop van toepassing zijnde criteria. Deze criteria zijn opgenomen in Deel A van de structuurvisie, paragraaf 2.4, onder het kopje ‘Algemene beleidsuitgangspunten’. Gezien de huidige economische conjunctuur is het niet mogelijk om een inschatting te geven in de tijd wanneer de locatie kan gaan bijdragen aan het bieden van ‘voldoende’ woningen. De gemeente kan pas medewerking verlenen als dit ‘voldoende’ (afhankelijk van de behoefte aan woningen) daadwerkelijk is aangetoond, zoals verplicht gesteld in de ‘Ladder duurzame verstedelijking’.
9
b
Inspraakreactie In de beschrijving van de voorliggende locatie in Deel B van de structuurvisie, waarbij de majeure projecten in de gemeente worden beschreven, wordt bepaald dat de gemeente Haaren ten behoeve van de ontwikkeling een relatief gedetailleerd bestemmingsplan wil opstellen. Indiener verzoekt om voor dit project gebruik te maken van de methode ‘globaal bestemmen’, zoals bij andere woningbouwprojecten ook wordt toegepast. Daarnaast wordt gevraagd het begrip ‘gedetailleerd bestemmen’ te verhelderen.
b
Gemeentelijke reactie De ontwikkeling van de locatie aan de Oude Baan / Kantstraat wordt door de gemeente beschouwd als een ‘kans’. Om de ontwikkeling daadwerkelijk tot een ‘kans’ (een kwalitatieve bijdrage aan het dorp) te laten verworden voor de gemeente, wil de gemeente in staat zijn op het initiatief een goede regie te voeren. Aangezien de gemeente geen eigenaar is van de gronden zet het daartoe haar publiekrechtelijke instrumenten in. Eén daarvan betreft het opstellen van bestemmingsplannen. Deze bestaan in verschillende soorten, waarbij er een balans bestaat tussen ‘globale plannen’ aan de ene zijde en ‘gedetailleerde plannen’ aan de andere zijde. Daartussen bestaan vele tussenvormen. In de structuurvisie wordt bedoeld dat indien realisatie van woningbouw op de locatie wordt beoogd, hierin enkel kan worden voorzien middels een bestemmingsplan dat zich bevindt aan de zijde van de balans met ‘gedetailleerde regelingen’ en niet aan de zijde van de balans met ‘globale regelingen’. Zonder hier een exacte definitie van een ‘gedetailleerd bestemmingsplan’ te geven, kan er van worden uitgegaan dat een op te stellen bestemmingsplan uitgaat van het toekennen van bouwvlakken, het bepalen van goot- en bouwhoogtes per bouwvlak, het toekennen van meerdere bestemmingen, bebouwingspercentages, etc. De gedetailleerdheid van de regeling wordt afgestemd op het stedenbouwkundig ontwerp dat voorligt.
7.
Datum ontvangst: 22 januari / 5 februari 2014 Dhr. P.A.C. Schraven Registratienummer: 22548 / 22941 Spechtbos 17 Datum dagtekening: -5268 LS HELVOIRT Inspraakreactie Indiener verzoekt om in de Structuurvisie Haaren het gebied “Fazant-, Eekhoorn- en Spechtbos” te Helvoirt ook te bestempelen als een ‘groenrood landschapselement’, met als doel de mogelijkheid te creëren om op termijn de vigerende bestemming ‘Recreatief wonen’ om te zetten naar de bestemming ‘Waarde Natuurlandschap’ met bouwblokken ‘Wonen’. In de visie van de indiener is niet langer sprake van een ‘bosgebied met recreatiewoningen’ maar een ‘bosgebied met bijzonder wonen’.
a
a
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren is niet voornemens om het bestaande beleid ten aanzien van het door indiener aangehaalde gebied te wijzigen. Dit houdt in dat er geen sprake is van een toekomstige wijziging van de huidige ‘recreatieve bestemming’ naar een eventuele bestemming die permanent wonen mogelijk maakt. Het gebied “Fazant-, Eekhoorn- en Spechtbos” onderscheiden wij daarnaast niet als een aparte eenheid op de structuurvisiekaart, ondanks het feit dat de
10
interne morfologische structuur nagenoeg identiek is aan enkele andere gebieden binnen de gemeente. De structuurvisiekaart dient als middel om het beleid inzake het herstellen van het ‘mozaïeklandschap’ te focussen. Op de kaart zijn de verschillende onderdelen van het mozaïek zichtbaar. Los van de interne ruimtelijke structuur van een gebied zelf, speelt daarbij met name de landschappelijke ligging van een gebied binnen de gemeente een belangrijke rol. De andere ‘groenrode landschapselementen’ kenmerken zich door hun specifieke ligging ten opzichte van het omringende landschap en hun intrinsieke kwaliteiten. Het gebied “Fazant-, Eekhoorn- en Spechtbos” gaat als het ware op binnen het gebied “Loonse en Drunense Duinen” en onderscheidt zich hier niet in bijzondere zin van.
8.
a
Datum ontvangst: 22 januari 2014 Waterschap De Dommel Registratienummer: 22472 Mevr. M. Rensink Datum dagtekening: 22 januari 2014 Bosscheweg 56 5283 WB BOXTEL Inspraakreactie In Deel A van de structuurvisie staat op p. 49 dat de Natte Natuurparel “Brokkenbroek” wordt hersteld. Het waterschap geeft aan hier geen directe opgave te hebben. De suggestie wordt gegeven dat hier misschien De Brand wordt bedoeld. Tevens wordt aangegeven dat langs de Essche Stroom naast waterberging ook beekherstel wordt uitgevoerd.
a
Gemeentelijke reactie Dit deel van de ontwerp structuurvisie is afgestemd op het beleid uit het bestemmingsplan “Buitengebied” en met het beleid uit de structuurvisie uit 2004. In dit voornoemde bestemmingsplan wordt op p. 29 van de toelichting, welke het gemeentelijk beleid behandelt, gesproken over de vernatting van het “Brokkenbroek”. In de voornoemde structuurvisie wordt dit beleidsvoornemen vermeld in paragraaf 6.12. Op grond van de reconstructieplannen, waar de voornoemde structuurvisie en het bestemmingsplan op waren gebaseerd, was het Brokkenbroek een van de natte natuurparels. Deze reconstructieplannen zijn inmiddels ingetrokken. Daarnaast is er een project hiervoor opgestart geweest, maar dit project is uiteindelijk beëindigd omdat er geen overeenstemming is bereikt tussen betrokken partijen doordat een groot deel van de hier nagestreefde natuurdoeltypen ook in huidige situatie al aanwezig zijn. Met het vervallen van de (beleidsmatige) nut en noodzaak voor de vernatting zal de passage ten aanzien van het “Brokkenbroek” daarom uit de structuurvisie worden verwijderd. Hiervoor in de plaats wordt vermeld dat dit herstel wel van toepassing is op De Brand. Ten aanzien van de opmerking over de Essche Stroom nemen wij de aanvulling van het waterschap over in de structuurvisie.
b
Inspraakreactie In Deel B wordt op p. 55 vermeld dat de hermeandering van de Zandleij als ontwikkeling wordt gezien. Het waterschap geeft aan hier geen hermeandering te voorzien, omdat de Zandleij van oorsprong relatief recht is. Op p. 57 staan dijken in combinatie met populieren. In de Beleidsvisie waterkeringen van het waterschap is opgenomen dat bomen alleen op voldoende afstand van de kernzone van waterkeringen kunnen worden geplant. Op p. 58 staat vermeld dat voor de Ruijsbossche waterloop geen specifiek beleid is geformuleerd. Indiener geeft aan dat de
11
waterloop echter wel een functie als ecologische verbindingszone heeft. b
Gemeentelijke reactie Zoals voornoemd is dit deel van de structuurvisie afgestemd op het bestemmingsplan “Buitengebied”. In dit bestemmingsplan wordt op p. 40 van de toelichting, welke het aspect ‘water’ behandelt, gesproken over het laten toenemen van de oevervegetatie van de Zandleij door deze te laten hermeanderen. Dit vormt de reden dat deze voorgenomen maatregel ook is opgenomen in het ontwerp van de “Structuurvisie Haaren”. Nu blijkt dat de beleidsmatige basis voor deze maatregel, onder meer door het intrekken van de voorheen geldende reconstructieplannen, niet meer aanwezig is kan deze passage ook uit de structuurvisie worden verwijderd. Rondom de oevers van de Zandleij wordt wel voorzien in de aanleg van poelen. Ten aanzien van de op p. 57 weergegeven illustratie van dijken in combinatie met populieren kan worden aangegeven dat dit slechts een algemeen landschappelijk principe betreft. De afbeelding poogt uitsluitend dit principe te illustreren. In overleg met het waterschap wordt bepaald hoe, indien wordt overgegaan tot het planten van populieren, deze het beste kunnen worden geplaatst nabij dijken die tevens fungeren als waterkering. Ten aanzien van de Ruijsbossche waterloop wordt in de vast te stellen structuurvisie vermeld dat deze waterloop geldt als een ecologische verbindingszone.
c
Inspraakreactie In Deel C wordt op p. 15 vermeld dat ‘een aantal landbouwgebieden ten zuiden en oosten van Haaren en ten zuiden van Helvoirt last heeft van droogteschade. Waterschap De Dommel acht deze gebieden kansrijk voor herstel’. Afgevraagd wordt wat de bron van deze passage is. Ook hier is opgenomen dat bij de Zandleij hermeandering plaatsvindt.
c
Gemeentelijke reactie Deze tekst is afkomstig van p. 38 van de toelichting van het bestemmingsplan “Buitengebied” van de gemeente Haaren, hierin is de waterparagraaf beschreven. De waterparagraaf is ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan “Buitengebied” afgestemd met het Waterschap. Inmiddels is nieuw beleid van kracht geworden; dit nieuwe beleid wordt opgenomen in de vast te stellen structuurvisie. Op dit moment is het waterschap ook bezig met een GREGOR traject voor agrarische gebieden. In dat kader wordt er beleid geformuleerd om een gebied voor wat betreft grondwater te optimaliseren voor de in dit gebied aanwezige agrarische functie. Dit kan er toe leiden dat door aangepaste grondwaterstanden er minder onttrekkingen nodig zijn. Ook kan in dit traject beleid worden geformuleerd voor beregening in het betreffende gebied.
12
9.
a
a
Datum ontvangst: 22 januari 2014 Stichting i.o. Registratienummer: 22517 Maatschappelijk Platform Haarendael Datum dagtekening: 22 januari 2014 Mevr. S. Ekkel Raamse Akkers 15 5076 PC HAAREN Inspraakreactie Indiener is bezorgd over de mogelijke gevolgen van de Structuurvisie Haaren voor het Landgoed Haarendael. Vermoedelijk wordt de mogelijkheid om het landgoed te herontwikkelen beperkt ten opzichte van de mogelijkheden die worden geboden in de specifiek voor het landgoed opgestelde ‘Structuurvisie Landgoed Haarendael’. Verzocht wordt om te verduidelijken of de mogelijkheden voor herontwikkeling daadwerkelijk worden beperkt. Indien dit het geval is, wordt verzocht om de visie zodanig aan te passen dat deze overeenkomt met de voor het landgoed opgestelde structuurvisie. Als suggestie wordt gedaan om zowel het beleid ten aanzien van de dorpen als het beleid ten aanzien van het landelijk gebied van toepassing te verklaren op het landgoed, om zodoende de ontwikkelingsmogelijkheden te vergroten. Gemeentelijke reactie Het beleid zoals voorgestaan in de ontwerp structuurvisie vormt ons inziens geen beperkende factor voor de herontwikkeling van Landgoed Haarendael, in die zin dat er niet meer beperkingen worden opgelegd dan in de Structuurvisie Landgoed Haarendael (Historisch erfgoed voor hedendaags gebruik) reeds zijn aangegeven. In Deel B van de ontwerp structuurvisie worden in Hoofdstuk 2 de projecten weergegeven waarvoor de toetsing aan het beleid (uit bijvoorbeeld Deel A) van de structuurvisie reeds geheel of in belangrijke mate heeft plaatsgevonden. De wijze van toetsing van een project wordt weergegeven op p. 12 van Deel B. In paragraaf 2.2.4 van Deel B is ‘Landgoed Haarendael’ genoemd als één van deze projecten. Voor dit project is bepaald dat een ruimtelijke ontwikkeling van het landgoed een ‘kans’ kan zijn voor de gemeente Haaren. Door het toekennen van deze ‘regierol’ geldt dat het beleid uit Deel A ten aanzien van het ‘kansen benutten’ van toepassing is. Dit beleid ten aanzien van ‘kansen benutten’ is telkens weergegeven in de derde paragraaf van ieder hoofdstuk uit Deel A. In het beleid ten aanzien van ‘kansen benutten’ wordt nergens een onderscheid gemaakt tussen dorpen of het landelijk gebied. Zo wordt bijvoorbeeld in Hoofdstuk 3 van Deel A, dat handelt over het beleid ten aanzien van werken en economie, op p. 34 weergegeven dat ontwikkelingen op het vlak van economie primair binnen de bestaande bedrijfsomgevingen plaatsvindt. Landgoed Haarendael is niet gelegen in één van de bestaande bedrijfsomgevingen. Derhalve geldt de ‘secundaire regel’ dat nieuwe solitaire bedrijfsvestigingen buiten deze bedrijfsomgevingen alleen in overweging worden genomen als deze bijvoorbeeld door de aard of zijn specifieke bijdrage aan de regionale economie een belangrijke meerwaarde bieden voor de gemeente Haaren. Ook geldt bijvoorbeeld dat het initiatief geen afbreuk mag doen aan het dorpse en groene karakter van de gemeente Haaren. Deze voorwaarden vormen ons inziens geen beperking voor de ontwikkeling van het landgoed. Immers, er zal een functie moeten worden gevonden die er voor kan zorgen dat het gehele landgoed niet verbrokkelt. Alle ‘kansen’-paragrafen uit Deel A zijn op vergelijkbare wijze opgebouwd. De in Deel B genoemde aanvullende voorwaarden beschermen de ruimtelijke hoofdstructuur van het landgoed en zijn eveneens vastgelegd in de Structuurvisie Haarendael. Door dit beleid is maatwerk mogelijk, waardoor het niet nodig is om én het beleid ten aanzien van
13
de dorpen én het buitengebied van toepassing te verklaren. b
Inspraakreactie Daarnaast wordt door indiener verzocht om in de structuurvisie duidelijker het grote belang van Landgoed Haarendael te erkennen voor het dorp Haaren, de gemeente Haaren en de regio.
b
Gemeentelijke reactie Naar onze mening wordt Landgoed Haarendael op veel plaatsen in de structuurvisie genoemd, waardoor het grote belang van het landgoed reeds duidelijk wordt. In Deel C wordt het provinciale beleid ten aanzien van cultuurhistorie aangevuld, bij deze aanvulling zal een vermelding van dit complex plaatshebben. Daarnaast kan worden aangegeven dat de gemeente Haaren op dit moment beleid in voorbereiding heeft met betrekking tot het aspect ‘cultuurhistorie’. In dit sectorale beleid zal ook Haarendael een plaats krijgen. Aangezien er nog geen gemeentelijk beleid ten aanzien van cultuurhistorie is vastgesteld, wordt dit beleid niet vermeld in de structuurvisie.
10
Datum ontvangst: 23 januari 2014 Het Groene Hart Brabant Registratienummer: 22547 Bosscheweg 24b Datum dagtekening: 22 januari 2014 5275 HB DEN DUNGEN Inspraakreactie Indiener constateert dat in de ontwerp structuurvisie de aanwezige gebiedswaarden die van gemeentelijk belang zijn, onvoldoende zijn verkend en uitgewerkt. De vereniging is van mening dat hierdoor ontwikkelingsvoorstellen worden gedaan zonder dat de mogelijk negatieve gevolgen voor de gebiedswaarden zijn onderzocht. Voorgesteld wordt daarom een gebiedsdekkend waardenonderzoek te laten verrichten, te beginnen bij een inventarisatie van de abiotische waarden.
a
a
Gemeentelijke reactie In Deel C van de structuurvisie is een samenvatting weergegeven van de ruimtelijke analyse die ten grondslag heeft gelegen aan het formuleren van het beleid. In deze ruimtelijke analyse wordt ingegaan op diverse door indiener genoemde gebiedswaarden, zoals geomorfologie, ecologie, waterhuishouding, cultuurhistorie en archeologie. We willen benadrukken dat een structuurvisie een beleidsdocument is en geen encyclopedie. Een uitgebreide verkenning van de aanwezige gebiedswaarden maakt dan ook geen onderdeel uit van het document. Hieraan dient niet de conclusie te worden verbonden dat ook geen verkenning heeft plaatsgevonden. De conclusie van indiener dat de onderscheiden gebiedswaarden vervolgens niet zijn betrokken bij het opstellen van het beleid wordt evenmin gedeeld. Uit de gemaakte beleidskeuzes blijkt uitsluitend dat de gebiedswaarden niet altijd en overal een doorslaggevende rol hebben gespeeld. Verwijzend naar de inspraakreactie weergegeven onder 5. (LNMH) vindt de verstedelijkingsopgave bijvoorbeeld per dorp plaats en niet bij één dorp, ondanks eventueel aanwezige gebiedswaarden. Bij het aanwijzen van het agrarisch ontwikkelingsgebied hebben omgevingswaarden bijvoorbeeld wél een doorslaggevende rol gespeeld. Door de kenmerkende openheid en archeologische waarde van het akkercomplex Belverse Akkers is bijvoorbeeld besloten dat hier bepaalde vormen van
14
boomteelt niet kunnen plaatsvinden alsmede verstedelijking. Aan gebiedswaarden is in Deel A een separaat hoofdstuk gewijd (omgevingskwaliteit). In paragraaf 5.5 is weergegeven welke zaken worden beschouwd als een bedreiging van de omgevingskwaliteit. Bij nieuwe ruimtelijke initiatieven zal de gemeente Haaren afwegen in hoeverre een initiatief leidt tot schending van de omgevingskwaliteit.
11
a
Datum ontvangst: 22 januari 2014 (fax) ZLTO namens ZLTO-afdeling De Leye Onderwijsboulevard 225 Registratienummer: 22533 Postbus 100 Datum dagtekening: 21 januari 2014 5201 AC ’s-HERTOGENBOSCH p/a Oude Bosschebaan 22 5074 RD BIEZENMORTEL Inspraakreactie Indiener geeft aan dat zij zich in vier verschillende onderdelen van de structuurvisie niet kan vinden. Alle vier de onderdelen betreffen onderwerpen uit de structuurvisie die betrekking hebben op de landbouw en buitengebied van Haaren. Als eerste wordt aangegeven dat de ZLTO blij is te constateren dat de boomteeltsector als prioritair economisch cluster is aangegeven. Het is volgens indiener echter een gemiste kans om niet de gehele grondgebonden agrarische sector als prioritair economisch cluster aan te wijzen. Verzocht wordt om de gehele grondgebonden sector als prioritair economisch cluster aan te wijzen.
a
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren onderkent dat de gehele grondgebonden agrarische sector in gezamenlijkheid een zeer belangrijke bijdrage levert aan het onderhoud van het attractieve buitengebied. Dat de gehele grondgebonden agrarische sector niet is aangewezen als prioritair economisch cluster doet daar niets aan af. De keuze voor het aanwijzen van sectoren waarvoor de gemeente Haaren extra inzet pleegt is reeds gemaakt bij het opstellen van de Toekomstvisie gemeente Haaren 2022. Hierin is aangegeven dat het van belang is dat de gemeente focust op een beperkter aantal onderwerpen. In deze toekomstvisie wordt aangegeven dat de sectoren boomteelt, zorg en recreatie het groene profiel van de gemeente onderstrepen en hieraan zelf ook een bijdrage leveren. Ze concurreren niet met elkaar qua ruimtegebruik en sluiten goed aan bij geanalyseerde externe ontwikkelingen. Tevens zijn er tussen de sectoren allerlei verbindingen te maken. Hier zet de gemeente dan ook nadrukkelijk op in. Dat de gehele grondgebonden agrarische sector van belang is, blijkt wel uit het feit dat de gemeente inzet hiervoor als een ‘basisverantwoordelijkheid’ beschouwt. Dit houdt in dat voor deze sector zo weinig mogelijk belemmeringen moeten bestaan.
b
Inspraakreactie In de ontwerp structuurvisie worden verschillende ontwikkelingsstrategieën voor agrarische bedrijven genoemd, waarbij per deelgebied bepaalde strategieën nagestreefd worden. De strategie schaalvergroting wordt uitsluitend toegestaan in het ‘agrarisch ontwikkelingsgebied’. Verzocht wordt om deze strategie in een groter gebied toe te staan, omdat agrarische bedrijven die buiten dit gebied zijn gelegen anders aanzienlijk worden getroffen. Daarnaast wordt
15
aangegeven dat het niet duidelijk is of een van de andere strategieën, die van verbreding, enkel toegepast kan worden buiten het agrarisch ontwikkelingsgebied of ook daarbinnen. Verzocht wordt om deze strategie overal toe te staan. b
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren beoogt niet om geen enkele schaalvergroting meer toe te staan, dit zou inderdaad fnuikend zijn voor de agrarisch ondernemers die buiten het ‘agrarisch ontwikkelingsgebied’ zijn gelegen. Wat bedoeld wordt is dat aan ‘aanzienlijke schaalvergroting’ niet wordt meegewerkt door de gemeente. Aanzienlijke schaalvergroting zou namelijk het groene karakter van de gemeente schaden. Voor beperkte ontwikkelingen op agrarische bedrijven blijft ruimte. Deze nuance zal in de structuurvisie worden verwerkt. Ten aanzien van de strategie ‘verbreding’ wordt in de structuurvisie aangegeven dat deze het meest kansrijk is buiten het ‘agrarisch ontwikkelingsgebied’. De gemeente Haaren wil hiermee aangeven dat deze strategie in principe overal gevolgd kan worden, maar dat deze zeker niet leidend zal zijn in het ‘agrarisch ontwikkelingsgebied’. In dit laatste gebied wordt beoogd de ontwikkelingsruimte van agrarisch ondernemers zoveel mogelijk te beschermen. Dit houdt in dat andere activiteiten met een groot ruimtebeslag of een grote hindergevoeligheid zoveel mogelijk worden geweerd uit dit gebied. Verbreding van agrarische ondernemingen is alleen op kleine schaal mogelijk en achten we zelfs kansrijk in relatie tot het beleid inzake toerisme en recreatie.
c
Inspraakreactie Eén van de centrale uitgangspunten in de structuurvisie is het tegengaan van ‘rode ontwikkelingen’ in het buitengebied. Wel worden mogelijkheden geboden in het kader van de ruimte voor ruimte regeling en het beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bebouwing. Indiener is van mening dat, zowel binnen als buiten het agrarische ontwikkelingsgebied, agrarische bedrijven niet in de bedrijfsvoering beperkt mogen worden.
c
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren ziet er op toe dat de planologische ontwikkelingsmogelijkheden van agrariërs ongewijzigd gehandhaafd blijven en volgt daarbij de landelijke wet- en regelgeving. In het ‘agrarisch ontwikkelingsgebied’ streeft de gemeente Haaren zelfs naar een uitbreiding van de planologische ontwikkelingsmogelijkheden voor agrariërs in het algemeen en de boomteeltsector in het bijzonder.
d
Inspraakreactie De boomteeltsector heeft de ambitie om een centraal logistiek centrum te realiseren om zo de logistieke processen beter in de hand te houden. Het streven van de gemeente om grote vrachtwagens uit het agrarische buitengebied te weren sluit bij deze ambitie aan. Indiener wil er, indien een dergelijk centrum daadwerkelijk wordt gerealiseerd, wel voor waken dat deze ontwikkeling dan niet leidt tot een verbod van dergelijke vervoersmiddelen. Dit zou namelijk tot gevolg hebben dat agrarische bedrijven niet meer kunnen worden bereikt.
d
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren is niet voornemens om in het buitengebied een verbod in te stellen voor
16
grote vrachtwagens.
12
a
Datum ontvangst: 23 januari 2014 Provincie Noord-Brabant Registratienummer: 22294 Brabantlaan 1 Datum dagtekening: 22 januari 2014 Postbus 90151 5200 MC ‘s-Hertogenbosch Inspraakreactie De Provincie Noord-Brabant geeft aan dat de structuurvisie een rake typering betreft van de karakteristiek van de gemeente Haaren. In de gedegen opgezette visie is helder in beeld gebracht welke opgaven er liggen en wordt daarnaast een realistische visie op de gewenste ontwikkelingsrichting gegeven. De Provincie geeft aan het te betreuren dat ze in het proces van totstandkoming van de visie niet zijn benaderd om aan de basis mee te denken over de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente.
a
Gemeentelijke reactie De provinciale en regionale belangen zijn betrokken bij het maken van gemeentelijke beleidskeuzes. Dit is onder meer zichtbaar in Deel C van de structuurvisie (opname provinciaal beleid) en het feit dat is gekozen voor een leidende strategie die afkomstig is uit de ‘Strategische Agenda Brabantstad 2012-2020’ (steden stedelijker, groen groener). Conform art. 37.4 lid a van de Verordening ruimte 2014 is de ontwerp structuurvisie eveneens aangemeld bij het Regionaal Ruimtelijk Overleg. Het gekozen proces, zonder dat de Provincie daarbij aan tafel zat, voldoet daarmee aan de wettelijke vereisten.
b
Inspraakreactie De Provincie geeft aan dat in de structuurvisie te weinig aandacht wordt geschonken aan de positie van de gemeente Haaren in de regio. Verzocht wordt om zich als gemeente sterker in de regio te profileren en tevens de verbinding te zoeken met partners in de regio betreffende vergelijkbare thema’s en problematiek.
b
Gemeentelijke reactie Regionale verbanden worden in de provincie Noord Brabant en ook landelijk steeds belangrijker. Daarom denkt de gemeente steeds meer na over de wijze waarop men aansluit bij ambities en behoeftes in de regio. Er liggen allerlei overeenkomsten en dwarsverbanden met omliggende gemeenten. Zo vindt er op het gebied van welzijn samenwerking plaats met buurgemeenten Vught en St. Michielsgestel ten aanzien van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ook wordt bijvoorbeeld samengewerkt in de regio ‘5-sterren Noordoost’, ‘Het Groene Woud’ en in het kader van ‘Landschappen van Allure’. Ook wordt er op het gebied van de N65 intensief samengewerkt met buurgemeenten. De gemeente Haaren beschouwt deze regionale samenwerkingsverbanden als ‘doelcoalities’. Er wordt samengewerkt met een bepaald doel; is het doel bereikt dan kan de samenwerking vervallen of een andere vorm aannemen. Het landschap aan ‘samenwerkingsverbanden’ is zeer dynamisch, zeker als veel doelstellingen worden bereikt. In de structuurvisie is er daarom voor gekozen om niet alle verbanden met naam en toenaam te noemen, aangezien ze (als ze succesvol zijn) wellicht niet tot 2022 (onder dezelfde naam)
17
bestaan. Het feit dat de gemeente samen wil werken met de regio komt wel op veel plaatsen terug, altijd onder het kopje ‘effectuering’. Er staat dan bijvoorbeeld dat de gemeente Haaren een inspanningsverplichting heeft om overleg te voeren met buurgemeenten, waterschap, provincie of het Rijk. Aan één van de meest ‘duurzame samenwerkingsverbanden in de regio’ is juist veel aandacht besteed in de structuurvisie. Dit betreft het inhoudelijk leidende thema uit Deel A van de structuurvisie, het realiseren van een mozaïekmetropool waarbij ‘steden stedelijker worden en groen groener’. Deze ruimtelijke strategie is afkomstig uit de ‘Strategische Agenda Brabantstad 2012-2020’ en wordt eveneens genoemd in de ‘Gebiedsagenda Brabant’. Ook wordt in Deel B van de structuurvisie, welke de uitvoeringsparagraaf bevat, veel aandacht gegeven aan uitvoering door middel van het overleg met andere overheden. c
Inspraakreactie In Deel C van de structuurvisie wordt een samenvatting gegeven van de ruimtelijke beleidscontext waarbinnen gemeentelijke beslissingen tot stand komen. In deze samenvatting wordt eveneens ingegaan op beleidskaders van de Provincie. Aangegeven wordt dat ten tijde van het opstellen van de structuurvisie de provinciale beleidskaders zijn c.q. worden gewijzigd. Verzocht wordt om de beleidsteksten te actualiseren met de teksten uit de ‘Structuurvisie Ruimtelijke Ordening – partiële herziening 2014’ en de ‘Verordening ruimte 2014’.
c
Gemeentelijke reactie Deel C van de structuurvisie wordt geactualiseerd met het provinciale beleid zoals dat zal gelden bij de vaststelling van de structuurvisie.
d
Inspraakreactie Geconstateerd wordt dat de gemeente Haaren veel plannen in harde plancapaciteit heeft. Hiervan is niet duidelijk of al deze plannen nog aansluiten bij de behoefte. Indiener gaat er vanuit dat bij de afweging tussen deze plannen de ‘Ladder duurzame verstedelijking’ wordt gebruikt.
d
Gemeentelijke reactie In paragraaf 2.4 van Deel A wordt de grote hoeveelheid harde plancapaciteit aan woningbouwlocaties als een ‘bedreiging’ beschouwd. De gemeente onderzoekt diverse mogelijkheden om hier op een goede manier mee om te gaan. Eén daarvan betreft de weging van locaties op basis van de ‘Ladder duurzame verstedelijking’. De gemeente hanteert deze ‘ladder’ bij het bepalen van bouwlocaties, dit is onder meer vastgelegd in paragraaf 2.3 van deel A van de structuurvisie.
e
Inspraakreactie In de structuurvisie wordt aangegeven dat er bij Biezenmortel een vraag ligt om het provinciale planologische regime ‘Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling’ te verruimen. Aangegeven wordt dat deze vraag alleen gehonoreerd kan worden indien afwegingen op basis van de lagenbenadering, ‘Ladder duurzame verstedelijking’ en het totale woningbouwprogramma hebben plaatsgevonden. De Provincie wijst er op dat uit de structuurvisie blijkt dat er in de
18
huidige situatie nog genoeg inbreidingslocaties aanwezig zijn in Biezenmortel. e
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren voorziet een vergroting van het bestaande stedelijke gebied van Biezenmortel in de toekomst. Op dit moment zijn er, zoals indiener aangeeft, nog voldoende inbreidingslocaties in Biezenmortel aanwezig. In Deel B, de uitvoeringsparagraaf, is opgenomen dat op termijn een toevoeging van het regime ‘Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling’ benodigd is, omdat opname in een gemeentelijke structuurvisie noodzakelijk is voor het doorlopen van een noodzakelijke provinciale herbegrenzingsprocedure. Opname in een gemeentelijke structuurvisie vormt één van de criteria waaraan in de herbegrenzingsprocedure wordt getoetst. Wanneer de uitbreidingsvraag in beeld is, wordt verwezen naar deze structuurvisie.
f
Inspraakreactie Ten aanzien van de planning van bedrijventerreinen geeft de structuurvisie aan dat in de toekomst mogelijk sprake kan zijn van een beperkte uitbreiding van het areaal bedrijventerrein. Aangegeven is dat ze hiertoe overleg voert in het kader van het ‘regionaal ruimtelijk overleg’. De Provincie wijst er op voor een daadwerkelijke uitbreiding uiteindelijk een concrete afspraak in het RRO noodzakelijk is. Daarnaast gaat de indiener er vanuit dat de gemeente het Nimby-vraagstuk ook in regionaal verband bespreekt.
f
Gemeentelijke reactie De gemeente handelt uitsluitend op basis van afspraken zoals gemaakt in het RRO. Ook het Nimby-vraagstuk wordt op regionaal niveau besproken. Dit laatste zal worden toegevoegd onder het kopje ‘effectuering’ in paragraaf 3.2.4 van Deel A.
g
Inspraakreactie De Provincie geeft aan dat de structuurvisie voorziet in beleid om een detailhandelsvestiging van bovenlokaal niveau toe te staan in het dorp Haaren. De gemeente heeft hierin met name een faciliterende rol. Aangegeven wordt dat de Provincie het thema ‘detailhandel’ stevig op de beleidsagenda heeft gezet. Dit kan de opmaat zijn naar regionale detailhandelsafspraken. Verzocht wordt om in de visie aandacht te besteden aan het lopende regionale proces en wat dit betekent voor het gemeentelijke detailhandelsbeleid.
g
Gemeentelijke reactie In paragraaf 3.2.2 van Deel A van de structuurvisie wordt onder het kopje ‘ruimtelijke weerslag’ ten onrechte gesproken over ‘regionale aantrekkingskracht’. Er wordt niet beoogd detailhandel van dit formaat in Haaren te vestigen, maar meer van bovenlokaal niveau. Dit zal worden aangepast. Daarbij zal de gemeente met name een faciliterende rol vervullen. Deze ‘trekkende detailhandelsvestiging’ dient een bijdrage te leveren aan de wens tot de concentratie van detailhandelsvoorzieningen binnen de dorpskern Haaren. We willen daarbij benadrukken dat het vestigen van deze bovenlokale detailhandelsvestiging niet per definitie behoeft te leiden tot een uitbreiding van het oppervlak detailhandel. Vanzelfsprekend zijn de regels ten aanzien van detailhandelsvoorzieningen, zoals vastgelegd in art. 4.8 van de Verordening ruimte 2014, van toepassing. Het toepassen van deze regels houdt automatisch in dat de ‘Regionale
19
detailhandelsfoto’ wordt betrokken bij de besluitvorming. In de visie wordt uitsluitend aangegeven dat de gemeente Haaren in de toekomst deze ontwikkelingsrichting voorstaat. Onder het kopje ‘effectuering’ in de voornoemde paragraaf zal worden toegevoegd dat ontwikkelingen zullen worden afgestemd op basis van de regionale detailhandelsafspraken uit het RRO c.q. de regionale detailhandelsfoto. h
Inspraakreactie Indiener geeft aan dat in Deel A staat dat het boomteeltontwikkelingsgebied zich verder kan ontwikkelen binnen ‘de groene kamers’. Om een monotoon landschap te voorkomen wordt de beeldkwaliteit beschermd. Tegelijkertijd wordt ook aangegeven dat de N65, gelegen door ‘de groene kamers’, de mooiste rijksweg van Brabant moet worden. Geconstateerd wordt dat hier een belangrijke opgave ligt om de boomteeltbedrijven wat betreft verschijningsvorm in te passen.
h
Gemeentelijke reactie De gemeente Haaren onderschrijft de visie van de Provincie dat hier een belangrijke opgave ligt. Wij hebben deze opgave dan ook opgenomen in de structuurvisie. Aangezien de structuurvisie een strategisch en integraal karakter heeft, is er voor gekozen om niet specifiek in te gaan op deze opgave. In het Haarens Kwaliteitsmenu worden enkele handreikingen gedaan ten behoeve van de landschappelijke inpassing van ruimtelijke ontwikkelingen in het gehele gebied ‘de groene kamers’. De exacte toepassing van deze handreikingen vraagt maatwerk en is sterk afhankelijk van de ligging van een gebied ten opzichte van de N65 en de aard van de ruimtelijke ontwikkeling. Per ruimtelijk initiatief dient te worden gewogen in welk opzicht dit een bijdrage levert aan de ‘etalagefunctie’ van de N65. Om dit standpunt in de structuurvisie naar voren te laten komen wordt in Deel B bij de beschrijving van ‘de groene kamers’ een puntje toegevoegd waar extra zorgvuldigheid wordt gevraagd bij het inpassen van ontwikkelingen in de buurt van de N65 in verband met de etalagefunctie (beleving van het kleinschalige landschap).
i
Inspraakreactie De Provincie geeft aan dat het provinciale beleid niet volledig is samengevat in Deel C. Verzocht wordt om de aardkundig waardevolle gebieden in de structuurvisie te vernoemen en hierbij het bijbehorende kaartmateriaal uit de Verordening ruimte op te nemen.
i
Gemeentelijke reactie De structuurvisie wordt aangevuld conform het verzoek van de Provincie.
j
Inspraakreactie Indiener constateert dat de Raamse Loop niet als separaat gebied is opgenomen op de structuurvisiekaart en eveneens niet als zodanig wordt vermeld in het Haarens Kwaliteitsmenu. Verzocht wordt om de structuurvisie hierop aan te vullen.
j
Gemeentelijke reactie Wij hebben er bewust voor gekozen om de Raamse Loop niet als separaat gebied op te nemen op de structuurvisiekaart en in het Haarens Kwaliteitsmenu. De structuurvisiekaart betreft niet een vereenvoudigde topografische kaart, maar bevat een afweging van gebieden waarvoor
20
specifiek beleid geldt. Ten aanzien van de Raamse Loop ontwikkelt de gemeente op dit moment geen specifiek beleid, daarom is dit beekdal niet opgenomen. Ook worden aan het beekdal van de Raamse Loop thans geen specifieke kwaliteiten toegekend die onderscheidend zijn in de mozaïekstructuur. In het beekdal hebben namelijk reeds vele ontwikkelingen plaatsgevonden die het karakter van de Raamse Loop als zijnde een herkenbaar beekdal teniet doen. Natuur- en landschapsontwikkeling rondom deze waterstroom is mogelijk binnen het beleid ten aanzien van ‘de groene kamers’. Ter hoogte van Helvoirt geldt ten aanzien van het beekdal van de Raamse Loop wel specifiek beleid. Dit beleid bestaat er uit om tot een verbetering van de potentiële kwaliteiten van het beekdal te komen in samenhang met een stedelijke ontwikkeling die een afronding van de dorpsrand van Helvoirt vormt. Vanwege deze samenhang met een stedelijke ontwikkeling alhier, is dit gebied gelegen binnen de eenheid ‘woongebieden’. k
Inspraakreactie Het Haarens Kwaliteitsmenu wordt als één van de instrumenten van het uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt. Indiener beschouwt dit onderdeel als zijnde een eerste aanzet voor de uitvoering. Verzocht wordt om dit onderdeel in de structuurvisie aan te vullen met daadwerkelijke uitvoeringsprojecten en een bijbehorende tijdsplanning.
k
Gemeentelijke reactie De structuurvisie is zodanig ontworpen dat deze aansluit bij onze wens om regie te voeren over ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente, zonder dat deze regie inhoudt dat de gemeente de uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingen ook daadwerkelijk zelf ter hand neemt. Wij onderscheiden in de structuurvisie vier verschillende regierollen, waarvan we de regierol ‘kansen benutten’ het voornaamste vinden. Ten aanzien van deze regierol willen we initiatiefnemers ook nadrukkelijk ‘kansen bieden’. Een uitgewerkt kader met projecten en tijdsplanning hoort hier niet bij. Om inzichtelijk te maken op welk moment een initiatief verwordt tot een ‘kans’ voor de gemeente, is Deel A van de structuurvisie opgesteld. De projecten waarbij de gemeente zelf een verantwoordelijkheid of een ambitie heeft zijn opgenomen in Deel B van de structuurvisie. Gezien de afnemende financieringsmogelijkheden van de gemeente, en de onzekerheid die hierover bestaat, is het niet realistisch om hier harde uitvoeringsafspraken te vermelden.
l
Inspraakreactie In het provinciale beleid wordt onderscheid gemaakt in verschillende cultuurhistorische vlakken, als onderdeel van diverse cultuurhistorisch waardevolle landschappen. Ondanks het feit dat in de structuurvisie veel aandacht wordt besteed aan cultuurhistorie, zijn deze ‘cultuurhistorische vlakken’ (provinciaal planologisch regime) niet opgenomen in de structuurvisie. Verzocht wordt om de visie hierop aan te vullen.
l
Gemeentelijke reactie In Deel C van de structuurvisie vindt een beknopte aanvulling plaats met betrekking tot het aspect cultuurhistorie.
m
Inspraakreactie De Provincie geeft aan dat de gemeente Haaren beschikt over een uitgebreide archeologische
21
beleidskaart en cultuurhistorische waardenkaart. Afgevraagd wordt waarom de resultaten niet in de visie zijn opgenomen. Verzocht wordt om dit beleid alsnog in de structuurvisie te vermelden. m
Gemeentelijke reactie Ten tijde van de totstandkoming van het deel van de ontwerp structuurvisie dat handelt over de beleidscontext waren de door indiener genoemde kaarten nog in ontwikkeling. Aangezien dit in voorbereiding zijnde beleid nog niet is vastgesteld, wordt dit beleid ook niet verwoord in de structuurvisie.
Binnengekomen niet-ontvankelijke inspraakreacties De volgende personen hebben een inspraakreactie ingediend na de gestelde periode van terinzagelegging. De binnengekomen inspraakreacties zijn derhalve niet-ontvankelijk. 13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
M.M. van der Pol Spechtbos 11 5268 LS HELVOIRT H.A.H.J. van der Heijden Spechtbos 6 5268 LS HELVOIRT C.M. van Hees Fazantbos 9 5268 LP HELVOIRT C. Pijnenburg Udenhoutseweg 16 5268 CG HELVOIRT H.H.M. Pijnenburg Spechtbos 9 5268 LS HELVOIRT G. van Oorschot Fazantbos 6 5268 LP HELVOIRT J.M.J. Engel Emmaus 12 5235 BG DEN BOSCH (eigenaar Spechtbos 5) W. Regter / J.M. op ‘t Hoog Spechtbos 18 5268 LS HELVOIRT W.A.M. Brok Schoorstraat 30 5268 CJ HELVOIRT M.C.P.G. Beks / M.J.C.G. Reijers Fazantbos 12 5268 LP HELVOIRT
Datum ontvangst: 6 februari 2014 Registratienummer: 22949 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 6 februari 2014 Registratienummer: 22954 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 6 februari 2014 Registratienummer: 22957 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 10 februari 2014 Registratienummer: 23015 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 10 februari 2014 Registratienummer: 23016 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 11 februari 2014 Registratienummer: 23071 Datum dagtekening: 7 februari 2014 Datum ontvangst: 3 februari 2014 (e-mail) Registratienummer: 23082 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 3 februari 2014 (e-mail) Registratienummer: 23083 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 6 februari 2014 (e-mail) Registratienummer: 23084 Datum dagtekening: -Datum ontvangst: 9 februari 2014 (e-mail) Registratienummer: 23085 Datum dagtekening: 9 februari 2014
22
23
I.A.G.M. Wenting Spechtbos 3 5268 LS HELVOIRT
Datum ontvangst: 11 februari 2014 (e-mail) Registratienummer: 23086 Datum dagtekening: --
Ambtshalve aanpassingen De volgende ambtshalve aanpassingen vinden plaats:
1.
Ambtshalve aanpassingen Voorkomen ‘procedure onverschuldigde betalingen’ In de ontwerp structuurvisie is beschreven dat de provincie Noord-Brabant in haar ruimtelijke beleid uitgaat van het compensatieprincipe. Dat principe houdt in dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied in beginsel alleen mogelijk zijn, als daartegenover een kwaliteitsbijdrage staat, opdat de ruimtelijke kwaliteit per saldo wordt verbeterd. Dit beleid kan worden geëffectueerd met gebruikmaking van de publiek- en privaatrechtelijke bevoegdheden van de gemeente Haaren krachtens de Wro. De twee voornaamste regelingen waarin het voornoemde provinciale compensatieprincipe door de gemeente Haaren wordt toegepast betreffen de regeling ‘Kwaliteitsverbetering van het landschap’ en de regeling ‘Ruimte voor Ruimte’. Vertrekpunt van beide voornoemde regelingen is dat nieuwe rode ontwikkelingen in het buitengebied in beginsel niet worden toegestaan door het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Om de nieuwe verstedelijking mogelijk te maken is daarom planologische medewerking van de gemeente nodig. Hetzij door een wijziging van het bestemmingsplan, hetzij door de verlening van een vergunning voor planologisch strijdig gebruik. Het is mogelijk om de voornoemde compensatieverplichtingen juridisch te verzekeren door opname van een ‘voorwaardelijke verplichting’ in een bestemmingsplan of door het verbinden van een voorwaarde aan de omgevingsvergunning. Een bestemmingsplanregel dient daarbij een zodanige redactie te hebben dat duidelijk wordt beschreven aan welke verplichting (bv. kwaliteitsverbetering) dient te worden voldaan. In een aantal gevallen is het niet mogelijk om tot een zodanige redactie te komen of is het niet wenselijk c.q. mogelijk voor de initiatiefnemer van de planologische wijziging om zelf de kwaliteitsverbetering ter hand te nemen. In dat geval biedt de Provincie de mogelijkheid om de compensatieverplichting over te dragen aan een derde. Eén van de meest geëigende partijen om de verplichting aan over te dragen betreft de gemeente Haaren, aangezien deze partij mede als beleidsdoelstelling heeft het verbeteren van de kwaliteit van het landschap. In dat geval ontstaat er een financiële verplichting van de initiatiefnemer aan de gemeente, zodat de gemeente voor de initiatiefnemer kan voorzien in de noodzakelijke kwaliteitsverbetering. Het is echter juridisch niet mogelijk om in een bestemmingsplan een dergelijke financiële verplichting op te nemen. Om de financiële verplichting te borgen is dit mogelijk door het verbinden van een financiële verplichting aan een omgevingsvergunning (juridisch niet wenselijk) of door het aangaan van een contractueel beding tussen initiatiefnemer en gemeente (overeenkomst). De contracteerbevoegdheid van de gemeente Haaren is vastgelegd in art. 6.24, eerste lid,
23
aanhef en onder a. van de Wro. Deze bepaling houdt in dat voor contractuele bovenplanse verevening (waarbinnen het compensatieprincipe valt) een structuurvisie vereist is. Aangenomen mag worden dat zonder een dergelijke structuurvisie geen contracteerbevoegdheid bestaat, hetgeen zou kunnen leiden tot nietige overeenkomsten en bijgevolg onverschuldigde betalingen. De Wro regelt provinciale en gemeentelijke structuurvisies (art. 2.3 en art. 2.1 Wro), maar uit art. 6.24, eerste lid, onder a van de Wro volgt niet of daarin een provinciale of gemeentelijke structuurvisie is vereist. Gelet op het doel van de structuurvisie-eis – te weten het inzichtelijk maken van het ruimtelijke verband tussen de kwaliteitsverbeterende (verlieslijdende) ontwikkeling enerzijds en de nieuwe rode (verstedelijkings)ontwikkeling anderzijds – is het voorstelbaar dat een provinciale structuurvisie niet volstaat. Uitgangspunt is daarom dat de gemeente Haaren de toepassing van de twee voornoemde regelingen (Kwaliteitsverbetering van het landschap en Ruimte voor Ruimte) concretiseert in de structuurvisie. Uitgangspunt is daarbij dat daarin zowel de mogelijke kwaliteitsbijdrage als de nieuwe rode ontwikkeling zijn beschreven. In de ontwerp structuurvisie wordt reeds ingegaan op de mogelijke rode ontwikkelingen binnen de gemeente, waaronder de realisatie van Ruimte voor Ruimte woningen. Ook wordt een beschrijving gegeven van de werking van de regeling ‘Kwaliteitsverbetering van het landschap’. Bij beide wordt in de ontwerp structuurvisie echter niet ingegaan op de mogelijke (kwaliteits)bijdrage en hoe deze tot stand komt. In paragraaf 4.5 van Deel B wordt uitsluitend verwezen naar de vastgestelde regeling voor kwaliteitsverbetering. In de vast te stellen structuurvisie wordt uitgebreider verantwoord hoe beide regelingen werken en hoe de financiële bijdrage wordt bepaald. Tevens wordt een nadrukkelijker koppeling gelegd tussen ruimtelijke ontwikkelingen en de doelen van de bestedingen uit het landschapsfonds, namelijk landschapsontwikkeling in het Helvoirts Broek en het financieren van de regeling ‘Groen blauwe diensten’ (voor dit laatste doel, zie onder 4). 2. Bij de paragraaf ‘totstandkoming structuurvisie’ in de ‘Introductie’ van de structuurvisie worden de resultaten van de planologische procedure kort vermeld. 3. In paragraaf 4.5 van Deel B wordt verwezen naar artikel 2.2 van de Verordening ruimte om de regeling ‘Kwaliteitsverbetering van het landschap’ te duiden. Met het vaststellen van de Verordening ruimte 2014 is dit artikel vernummerd tot art. 3.2. Dit zal worden aangepast. 4. Vanuit de provincie geldt de regeling “Groen blauwe diensten”. Door hier als gemeente op aan te sluiten hebben particulieren in de gemeente Haaren de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan het landschap, waarbij de hiervoor te maken kosten geheel door de overheid worden vergoed. Hiervoor is per regio een gebiedsgericht uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin de deelnemende partners hebben vastgelegd hoeveel men wil investeren en welke ontwikkelingen en beheerpakketten er in bepaalde gebieden worden opengesteld. Haaren is aangesloten bij het gebiedscontract Midden-Brabant en heeft hiervoor geld beschikbaar gesteld. Hierbij is de provinciale cofinanciering 50%. Op dit moment zijn er binnen dit project nog voldoende financiële middelen om de regeling in de gemeente Haaren voort te zetten en het gebiedscontract te verlengen zonder dat de gemeente hiervoor extra geld beschikbaar hoeft te stellen. Ten tijde van het voorbereiden van de ontwerp structuurvisie werd voorzien dat deze regeling niet werd
24
voortgezet. Nu, zoals bovenstaand weergegeven, bekend is dat er wel middelen zijn voor het voortzetten van deze regeling, wordt deze regeling opgenomen in de structuurvisie. Aangezien deze regeling een ‘financieel instrument’ betreft wordt van deze regeling melding gemaakt in Deel B. Zoals aangegeven is er sprake van 50% cofinanciering door de Provincie, deze regeling wordt daarom opgenomen in paragraaf 4.3. De andere 50% van de financiering van deze regeling is afkomstig van de gemeente Haaren. De gemeente zet ten behoeve van deze financiering middelen in die in het landschapsfonds zijn opgenomen. Het bestedingsdoel ‘Groen blauwe diensten’ wordt daarom opgenomen in paragraaf 4.5 van Deel B.
25