Nota Mensenhandel Aanpak uitbuiting in Hilversum
September 2013
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
Inhoud 1
INLEIDING ........................................................................................................................................................ 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
VISIE EN DOELSTELLINGEN ...................................................................................................................... 5 2.1 2.2
3
LOKALE ONTWIKKELINGEN .......................................................................................................................... 6 REGIONALE ONTWIKKELINGEN .................................................................................................................... 7 LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN ................................................................................................................... 7
ACTIEPLAN AANPAK MENSENHANDEL ................................................................................................. 8 4.1 4.2
5
VISIE OP MENSENHANDEL ............................................................................................................................ 5 DOELSTELLINGEN ........................................................................................................................................ 5
DE LOKALE, REGIONALE EN LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN ................................................... 6 3.1 3.2 3.3
4
AANLEIDING................................................................................................................................................. 3 DEFINITIE ..................................................................................................................................................... 3 VERSCHIJNINGSVORMEN .............................................................................................................................. 3 REIKWIJDTE.................................................................................................................................................. 4 LEESWIJZER NOTA ........................................................................................................................................ 4
HUIDIGE ACTIES ........................................................................................................................................... 8 NIEUWE ACTIES .......................................................................................................................................... 10
IMPLEMENTATIE ......................................................................................................................................... 13 5.1 5.2
ALGEMEEN ................................................................................................................................................. 13 WERKWIJZE................................................................................................................................................ 15
6
CONCLUSIE .................................................................................................................................................... 17
7
BRONNENLIJST............................................................................................................................................. 18
8
BIJLAGE .......................................................................................................................................................... 19 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
PROBLEEMANALYSE ................................................................................................................................... 19 KORPSMONITOR PROSTITUTIE & MENSENHANDEL 2011-2012.................................................................... 21 TOEZICHT- EN HANDHAVINGSINSTRUMENTEN: HANDHAVEN OP NIVEAU .................................................. 22 SIGNALENLIJST MENSENHANDEL ................................................................................................................ 23 SIGNALENLIJST JEUGDPROSTITUTIE EN LOVERBOYS................................................................................... 24
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
2
1
Inleiding
Voor u ligt een integrale beleidsnota Mensenhandel waarmee de gemeente Hilversum gevolg geeft aan de aanbevelingen uit het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Daarnaast geeft de gemeente Hilversum met deze nota invulling aan haar rol en verantwoordelijkheden op het gebied van mensenhandel. Met deze beleidsnota werkt de gemeente Hilversum mee aan een sluitende integrale en regionaal verankerde effectieve aanpak voor de bestrijding van mensenhandel.
1.1
Aanleiding
Landelijk zijn er in diverse regio´s verschillende ontwikkelingen gaande in de aanpak van mensenhandel. Naar aanleiding van de aanbevelingen, die de Nationaal Rapporteur Mensenhandel heeft voorgeschreven voor iedere gemeente, zijn er veel regio´s in actie gekomen om mensenhandel inzichtelijk te maken. Echter, er bestaat nog te weinig besef in de mate van belang om beleid te maken op mensenhandel. Veel (kleine) gemeenten zien mensenhandel als een grootstedelijk probleem en noodzaak voor prioritering voor een aanpak wordt niet ervaren. Het is van belang dit probleem samen met andere (kleinere) gemeenten aan te pakken door regionale afstemming te krijgen voor de aanpak van mensenhandel. (Nationaal Rapporteur Mensenhandel, 2012, p. 13-15 & p. 157-158). De aanleiding voor deze beleidsnota is om in beginsel te voldoen aan één van de aanbevelingen die de Nationaal Rapporteur gegeven heeft, namelijk dat iedere gemeente in Nederland beleid moet vormen op mensenhandel.
1.2
Definitie
Mensenhandel is een ernstige vorm van schending van de mensenrechten. Van mensenhandel spreken we als mensen worden uitgebuit of onder dwang bepaalde dingen moeten doen waarvoor ze niet kiezen en waar andere mensen van profiteren. Het gaat bijvoorbeeld om: onder minimumloon laten werken of dwingen tot prostitutie. De uitbuiting kan samengaan met dwang, geweld, chantage en misleiding. (Website Politie, 2013)
1.3
Verschijningsvormen
De gemeente Hilversum gebruikt bij het onderverdelen van verschillende verschijningsvormen van mensenhandel de landelijke indeling. Dit gaat over de volgende vormen: • Jeugdprostitutie: bij jeugdprostitutie gaat het om minderjarige slachtoffers (mannen en vrouwen) van seksuele uitbuiting. Onder jeugdprostitutie valt ook de loverboy-problematiek. • Seksuele uitbuiting. de grootste groep slachtoffers bestaat uit vrouwen en meisjes die worden gedwongen om seksuele handelingen te verrichten tegen betaling. De slachtoffers zelf zien vaak niets van het verdiende geld terug. Ook mannen en vooral jonge jongens worden het slachtoffer van seksuele uitbuiting. Economische/arbeidsuitbuiting. bij economische uitbuiting gaat het om personen die bij het verrichten van arbeid worden uitgebuit en/of in mensonwaardige omstandigheden werken. (Nota gemeente Assen, 2012, p. 2-3)
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
3
1.4
Reikwijdte
De gemeente Hilversum heeft twee rollen in de aanpak van mensenhandel. Enerzijds komt de regierol van de gemeente Hilversum nadrukkelijk naar voren, omdat zij een verantwoordelijkheid heeft op het gebied van preventie, signalering, handhaving en hulpverlening. Anderzijds is de gemeente Hilversum partner in de ketensamenwerking. Deze nota richt zich op de acties die de gemeente Hilversum kan doen en versterken voor de aanpak van mensenhandel op gemeentelijk niveau. Maar ook andere partners zijn nodig om gezamenlijk mensenhandel regionaal aan te pakken en te bestrijden. De nota reikt tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid en rollen op het gebied van jeugdprostitutie, seksuele uitbuiting, economische uitbuiting en tot een ketensamenwerking voor een effectieve aanpak van mensenhandel op regionaal niveau. Jeugdprostitutie is een verschijningsvorm van mensenhandel waar de GGD Gooi- en Vechtstreek namens de gemeente zich voor inzet. De verschillende verschijningsvormen van mensenhandel zijn eerder in een vorige paragraaf uiteengezet.
1.5
Leeswijzer nota
In deze beleidsnota mensenhandel wordt achtereenvolgens ingegaan op de volgende onderwerpen: • Hoofdstuk 2: visie en doelstellingen van de gemeente Hilversum. Vanuit de visie worden doelstellingen geformuleerd die de basis vormen van het mensenhandel beleid. • Hoofdstuk 3: de huidige lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen; • Hoofdstuk 4: actieplan mensenhandel, waarin huidige en nieuwe gemeentelijke acties beschreven worden en hoe de regionale ketenaanpak vorm krijgt; • Hoofdstuk 5: implementatie van de nieuwe acties tegen mensenhandel met daarbij horend de werkwijze van de nieuwe acties. • Hoofdstuk 6: conclusie gebaseerd op nieuwe acties en de aanbevelingen komend uit het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. • Hoofdstuk 8: een bijlage waarin onderzoeken, monitoren en signalenlijsten bijgevoegd zijn ter informatie en instructie.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
4
2
Visie en doelstellingen
In dit hoofdstuk is de visie van de gemeente Hilversum op mensenhandel weergegeven. Deze visie is vertaald naar een aantal doelstellingen.
2.1
Visie op mensenhandel
De gemeente Hilversum vindt de bestrijding van mensenhandel belangrijk. Het gaat om een zeer ernstig delict waarbij slachtoffers worden uitgebuit en misbruikt. De impact van dergelijke gebeurtenissen op het leven van een slachtoffer is zeer groot. Alle vormen van mensenhandel, zowel seksuele als arbeidsuitbuiting dienen krachtig te worden bestreden. De gemeente Hilversum kiest voor een daadkrachtige aanpak tegen daders van mensenhandel. Daarnaast wil de gemeente mensenhandelsituaties voorkomen of stoppen door slachtoffers van mensenhandel uit hun omgeving te halen door middel van uitstapprogramma´s en opvang. Het is belangrijk dat gemeentelijk beleid gemaakt wordt op mensenhandel waarbij afstemming plaatsvindt op regionaal niveau. Dit beleid geeft inzicht in de verschijningsvormen van mensenhandel die spelen in de gemeente Hilversum. Van de burgemeester van Hilversum wordt bestuurlijke verantwoording verwacht. De gemeente wil een betere informatiepositie krijgen door een transparante en soepele uitwisseling van informatie tussen belanghebbende partijen en de gemeente. Door toezicht en handhaving op mensenhandel, wil de gemeente voorzien in de bescherming van de openbare orde en veiligheid en woon- en leefklimaat. Samen met betrokken organisaties wil de gemeente Hilversum toe naar een effectieve (keten)samenwerkingsaanpak tegen alle voorkomende verschijningsvormen van mensenhandel. Deze visie is gebaseerd op een integrale aanpak van mensenhandel en volgt de bredere visie die beschreven staat in het integrale veiligheidsplan 2011-2014 van de gemeente Hilversum.
2.2
Doelstellingen 1. De gemeente Hilversum komt tot een pakket van nieuwe acties in de vorm van beleid voor de aanpak van mensenhandel. 2. Het vormen van beleid en de uitvoering daarvan is regionaal afgestemd met andere gemeenten in de regio en ketenpartners. 3. De burgemeester van Hilversum neemt de bestuurlijke verantwoordelijkheid in een effectieve aanpak van mensenhandel. 4. De gemeente Hilversum heeft een verbeterde informatiepositie door de uitwisseling van kennis en ervaring tussen alle betrokken ketenpartners. 5. Door toezicht en een handhavingsarrangement op mensenhandel, voorziet de gemeente in de bescherming van de openbare orde en veiligheid en woon- en leefklimaat van Hilversum. 6. De gemeente Hilversum heeft inzicht in de verschijningsvormen van mensenhandel en treft nieuwe maatregelen om de continuïteit te belemmeren. 7. De gemeente Hilversum zet het RIEC in voor ondersteuning en advisering bij de operationele regievoering. 8. Kennis over mensenhandel en daarmee de bewustwording en alertheid bij medewerkers van de gemeente en partners in veiligheid versterken. 9. Op basis van de kennis van mensenhandel, de gemeentelijke werkprocessen – bijvoorbeeld bij burgerzaken, vergunningverlening en toezicht en handhaving- aan passen om een barrière op te werpen voor mensenhandelaren. 10. De gemeente Hilversum heeft inzicht in het aantal sekswerkers en exploitanten.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
5
3
De lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen
In dit hoofdstuk wordt kort stilgestaan bij de huidige lokale stand van zaken wat betreft mensenhandel in de gemeente Hilversum. Daarnaast wordt er ingegaan op de regionale en landelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor de mensenhandelproblematiek in de gemeente Hilversum.
3.1
Lokale ontwikkelingen
Aan de hand van de aanbevelingen van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel wordt de huidige situatie van de gemeente Hilversum beschreven en getoetst. Daarnaast worden de signalen van mensenhandel beschreven die bekend zijn bij de politie. Mensenhandel beleid De gemeente Hilversum heeft tot dusver geen beleid op mensenhandel. Wel bestaan er diverse maatregelen die er voor kunnen zorgen dat mensenhandel wordt tegengegaan. Voornamelijk de prioriteit en bewustzijn voor de aanpak van mensenhandel is in Hilversum nog niet aan de orde. Op dit moment bestaan er in Hilversum vijf vergunde seksinrichtingen1 en een lopende aanvraag voor een vergunning van een escortbedrijf. De gemeente heeft geen goed zicht op het aantal thuiswerkers, omdat dit voornamelijk in de anonimiteit plaatsvindt. Regionale afstemming, samenwerking en afspraken mensenhandel De gemeente Hilversum en de regio Gooi- en Vechtstreek staan nog aan de start van een regionale samenwerking. Er is een aantal projecten gestart om aard en omvang te beschrijven. Daarbij worden de eerste (regionale) contacten gelegd en verbonden met elkaar. Mensenhandel beperkt zich niet tot gemeentegrenzen, daarom is het niet wenselijk als slechts een paar gemeenten in de regio beleid voeren voor het bestrijden van mensenhandel. Regionale afstemming is onontbeerlijk. Uit het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel blijkt dat die afstemming niet overal goed geregeld is: `Alleen via goede afstemming en samenwerking kan worden voorkomen dat mensenhandelaren en faciliteerders zich ongezien kunnen verplaatsen van gemeenten met een strikter beleid en strengere handhaving naar gemeenten met voor de mensenhandelaar relatief gunstigere omstandigheden´, aldus Dettmeijer (Dettmeijer-Vermeulen, C.E., 2012, p. 157). Bestuurlijke verantwoordelijkheid burgemeester De huidige situatie laat zien dat burgemeesters in de regio niet volledig de bestuurlijke verantwoordelijkheid nemen. Er wordt wel ingezien dat er maatregelen getroffen moeten worden, maar de bestuurders spelen nog geen urgente rol in de coördinatie om mensenhandel te bestrijden. De verantwoordelijkheid voor de coördinatie en uitvoering is bij de beleidsambtenaren en vergunningverleners & handhavers neergelegd. Bestuurlijke daadkracht is van essentieel belang wil je tot een effectieve aanpak van mensenhandel komen. De burgemeester van Hilversum moet een belangrijke rol vervullen in de coördinatie van de verschillende faciliteiten die geboden worden voor de bestrijding van mensenhandel. Informatiepositie Zowel lokaal als regionaal is de informatie-uitwisseling te mager om mensenhandel effectief te bestrijden. Veel partijen zijn bang om gevoelige informatie te delen met andere partijen in het kader van de privacyschending. De gemeente Hilversum is in 2012 partner geworden van het RIEC (Regionale Informatie & Expertise Centrum georganiseerde criminaliteit). Deze organisatie bekleedt een verbindende en faciliterende rol bij het uitwisselen van informatie tussen verschillende ketenpartners. Doordat het RIEC deze rol vervuld, wordt het mogelijk gemaakt dat er geen obstakels zijn voor de uitwisseling van informatie en wordt de informatiepositie verbeterd.
1
Een seksinrichting is een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Daarbij mag in elk geval verstaan worden: een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub (APV gemeente Hilversum, 2000)
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
6
Effectieve ketensamenwerking Het contact en de samenwerking tussen verschillende instanties die onderdeel zijn van de keten, is nog te summier en niet effectief. De gemeente Hilversum ziet de noodzaak om instanties bij elkaar te brengen en probeert dat door middel van lokale casus-overleggen en op regionaal niveau actief te zijn als partner in de ketensamenwerking. Op lokaal niveau is er op het gebied van toezicht en handhaving weinig samenwerking tussen politie en gemeente. Toezicht en handhaving op de vergunde seksbranche wordt door middel van een mandaat volledig uitgevoerd door de politie. Wanneer misstanden zich voordoen worden daar bestuurlijke rapportages over opgemaakt aan de gemeente. De politie heeft hierin een adviserende rol. Handhaven op Niveau (HON) wordt op dit moment nog gezien als taak van de politie, terwijl de politie graag ziet dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt op dit gebied. Om een effectieve integrale aanpak van mensenhandel van de grond te krijgen moeten alle ketenpartners betrokken worden bij de samenwerking. In het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel is expliciet vermeld dat zorginstellingen een belangrijke rol kunnen spelen in de hulpverlening en opvang van slachtoffers van mensenhandel; zij kunnen ook bijdragen aan preventie, signalering en bestrijding van mensenhandel (Dettmeijer-Vermeulen, C.E., 2012, p. 158-159).
3.2
Regionale ontwikkelingen
Vanuit het ministerie van Veiligheid & Justitie is er een Taskforce Mensenhandel landelijk werkzaam waarin verschillende burgemeesters actief zijn. Daarbij is er een ambtelijk vooroverleg werkzaam. Regionaal bestaat er een Taskforce Georganiseerde criminaliteit die op strategisch niveau de lijnen uitzet voor de aanpak van alle georganiseerde (zware) criminaliteit. Er is een regionale projectleider aangesteld die voorstellen moet gaan doen voor het uitbreiden van de regionale ketenaanpak. Gemeenten moeten in afstemming met elkaar komen tot een eenduidig (regionaal) beleid op mensenhandel. Het RIEC en Bureau Regionale Veiligheidsstrategie (bureau RVS) bieden waar nodig ondersteuning in het opstellen en implementatie van het beleid.
3.3
Landelijke ontwikkelingen
Nieuwe Prostitutiewet De nieuwe Prostitutiewet is in de Eerste Kamer in behandeling. Deze nieuwe wet verplicht gemeenten om een registratie en vergunningsplicht in te stellen voor sekswerkers en exploitanten. Daarnaast gaat de minimale leeftijd om als sekswerker actief te zijn omhoog naar 21 jaar en wordt het strafbaar wanneer men gebruik maakt van illegale sekswerkers. De nieuwe wet is na behandeling door de Eerste Kamer op een aantal zaken aangepast. Wat van de wet is overgebleven is een vergunningsplicht voor iedere gemeente en de verhoging van de minimale leeftijd voor sekswerkers naar 21 jaar. Schatting is dat de wet in juli 2014 in werking zal treden. Nationale politie Een nieuwe ontwikkeling is de nationale politie die op 1 januari 2013 is ingevoerd. Deze nieuwe politieorganisatie heeft als doel om meer eenduidig en daadkrachtiger op te treden tegen vormen van georganiseerde criminaliteit, zoals mensenhandel. De nieuwe organisatie bevat niet meer 26 korpsen die afzonderlijk van elkaar functioneren, maar bestaat nu alleen nog maar uit een verdeling in eenheden en daaronder de basisteams. Voordelen van deze structuur is dat de verschillende onderdelen van de politie beter en sneller kunnen samenwerken (vooral qua automatisering), agenten meer tijd voor straatwerk en recherchewerk hebben, omdat ze minder papierwerk hoeven te doen, er is minder bureaucratie, omdat aangifte doen makkelijk is en zaken als ICT, huisvesting, inkoop en personeel en organisatie kunnen centraal geregeld en ingekocht worden. Daardoor dalen de kosten (Rijksoverheid, 2013).Van belang is dat een regionale en lokale samenwerking van ketenpartners in stand blijft.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
7
4
Actieplan aanpak mensenhandel
In dit hoofdstuk staat de aanpak van daders van mensenhandel en de zorg voor slachtoffers centraal. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de huidige acties en nieuwe acties voor de aanpak van mensenhandel. Het is van belang dat de huidige acties in stand blijven en goed uitgevoerd worden. Naar aanleiding van de uitkomsten uit het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel worden er nieuwe acties toegepast om te voorzien in een daadkrachtigere gemeentelijke aanpak van daders van mensenhandel en de zorg voor slachtoffers.
4.1
Huidige acties
De huidige acties stellen voor: een pakket van instrumenten dat de gemeente Hilversum al inzet of kan inzetten om barrières op te werpen tegen malafide praktijken. Hiermee voorkomt de gemeente dat het mensenhandelaren faciliteert en houdt het handhaving en toezicht op in ieder geval de vergunde seksbranche in Hilversum. APV en vergunningstelsel Een belangrijk onderdeel van het prostitutiebeleid is het vergunningenstelsel voor prostitutiebedrijven. De regels hieromtrent zijn beschreven in hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In grote lijnen betekent dit dat de aanvraag voor een vergunning voor een seksinrichting getoetst wordt op de locatie (omgevingsgebonden eisen), het pand (objectgebonden eisen), de exploitant (persoonsgebonden gedragseisen) en de bedrijfsvoering (activiteitgebonden eisen). Het voornaamste uitgangspunt van de APV is dat het verboden is om zonder vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen. Afgezien van deze bepaling zijn de sluitingstijden gelijkgesteld met die van de horeca-inrichtingen, zijn er regels over de weigering, wijziging en intrekking van een vergunning en zijn er regels gesteld ten aanzien van straatprostitutie en sekswinkels en het gebruik van de inrichting. Het beleid is erop gericht om periodiek de situatie opnieuw te beoordelen. Binnen dat vergunningstelsel kiest de gemeente Hilversum ervoor om voor het aantal seksinrichtingen aan het maximum van 10 seksinrichtingen vast te houden. In de regio Gooi- en Vechtstreek wordt er aan een maximum van 16 seksinrichtingen gehouden. Men hanteert daarmee het maximum beleid2. Escortbedrijven zijn vrij om een vergunning aan te vragen indien Hilversum de vestigingsplaats is. Opvragen justitiële gegevens Bij een aanvraag voor een vergunning voor exploitatie van een seksinrichting worden de justitiële gegevens van de aanvrager opgevraagd. Medewerkers van de afdeling vergunning & handhaving nemen de uitkomsten van de justitiële gegevens mee in het besluit voor het verlenen of continueren van een vergunning. De gemeente Hilversum kiest er voor om deze gegevens niet via een aan te vragen verklaring (verklaring omtrent het gedrag) te verkrijgen om de burger niet op te zadelen met financiële verplichtingen die een dergelijke verklaring vraagt. Wet Bibob Een ander instrument dat de gemeente Hilversum inzet voor het reguleren van de prostitutiebranche en het tegengaan van misstanden is de Bibob-wetgeving. De gemeente Hilversum zet dit instrument in om het proces van vergunningaanvraag en –verlening te voorzien van een screening van de betrokkenen bij de aanvraag of verlenging (exploitant, beheerder, financier etc.). Indien er zaken geconstateerd worden die mogelijk kunnen wijzen op criminele of anderszins onwenselijke zaken weigert de aanvraag of trekt de gemeente Hilversum de gevraagde vergunning in. Hierbij wordt in veel voorkomende gevallen gebruik gemaakt van de expertise van het Landelijk Bureau Bibob (LBB) en het RIEC. Wat onwenselijk is, staat beschreven in de APV, artikel 3.3.2. Dit instrument wordt door de gemeente Hilversum veel gebruikt om misstanden te achterhalen en is de afgelopen tijd sterk verscherpt. 2
Maximum-beleid: ter handhaving van de openbare orde, bescherming van de leefbaarheid en beperking van overlast, kan er daarnaast door gemeenten beleid gevoerd worden om te komen tot een maximaal aantal toelaatbare seksinrichtingen. Hierbij spelen onder meer de hoeveelheid aanvragen voor vergunningen, de geschatte lokale behoefte en de noodzakelijke bescherming van het woon- en leefklimaat een rol.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
8
Gezondheidsbeleid Afgezien van de arbeidsomstandigheden die zijn gerelateerd aan de werkomgeving, zijn ook de arbeidsomstandigheden van de prostituees op het gebied van de gezondheid belangrijk. De gemeente Hilversum heeft daarin een eigen taak. Deze taak vloeit voort uit de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv). In dit kader neemt de gemeente Hilversum haar verantwoordelijkheid voor de collectieve preventie die betrekking heeft op tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en aids. Taken zijn onder meer: passieve en actieve opsporing en begeleiding en voorlichting van patiënten, specifieke groepen en hulpverleners. Bij het toezicht op de naleving van bepalingen die zien op de hygiëne en de gezondheid van prostituees en klanten is de GGD Gooi- en Vechtstreek actief. Ruimtelijk ordeningsbeleid Vestiging van nieuwe seksinrichtingen is formeel niet verboden maar wordt zoals hiervoor beschreven aan een maximum gebonden. Op basis van de bestaande bestemmingsplannen en leefmilieuverordeningen wordt nadere invulling aan de bevoegdheden van de gemeente gegeven tot het voeren van ruimtelijk beleid dat direct van toepassing is op de vestiging van seksinrichtingen. Zo wordt bepaald dat de vestiging van een seksinrichting niet toegestaan is in een woonwijk of in de buurt van kwetsbare instellingen zoals scholen. Sluiting van woningen op grond van artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria) De burgemeester kan op grond van dit artikel besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een erf te sluiten indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord. Sluiting kan ook in geval van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde Sluiting van woningen op grond van artikel 14 Woningwet (Wet Victor) Indien een woning, woonkeet, woonwagen of ander gebouw is gesloten op grond van artikel 174a Gemeentewet, op grond van een verordening als bedoelt in artikel 174 Gemeentewet of op grond van artikel 13b Opiumwet, dan kan de gemeente Hilversum de eigenaar aanschrijven om naar keuze van het gemeentebestuur het gebouw aan een ander in gebruik te geven of het gebouw in beheer te geven aan een persoon of instelling werkzaam op het terrein van de huisvesting. Onteigening van panden Onteigening van panden is op grond van artikel 77 Onteigeningswet mogelijk. Casusoverleg georganiseerde criminaliteit De gemeente Hilversum is begin 2013 begonnen met een lokaal casusoverleg georganiseerde criminaliteit. Tijdens deze overleggen worden (mogelijke) daders, faciliteerders en slachtoffers van o.a. mensenhandel besproken. Casus overleggen worden tevens gebruikt om maatregelen te bespreken en uit te voeren op mensenhandel.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
9
4.2
Nieuwe acties
De nieuwe acties zijn een aanvulling op de huidige acties. Zo wordt er een compleet pakket aan acties gecreëerd voor de aanpak van mensenhandel. Tegelijkertijd worden daarmee extra barrières opgeworpen om de verwevenheid van onder- en bovenwereld tegen te gaan. Handhaven op Niveau (1, 2, 3 & 4) De prostitutiebranche is te verdelen in diverse verschijningsvormen, zoals vergunde inrichtingen, onvergunde (escort) bedrijven, animeerbars, massagesalons, zonnestudio’s, bordelen en prostitutie in woonpanden voor zover de prostituee niet op dat adres in het GBA is ingeschreven. Het toezicht bij vergunde bedrijven is gericht op het controleren of de vergunningsvoorschriften worden nageleefd, illegaliteit en minderjarigheid. Bij illegale prostitutie is hier geen zicht op, terwijl dit juist in deze tak, waar de vermoedens van misstanden zoals mensenhandel groot zijn, zeer wenselijk is. Doordat deze vorm van prostitutie sterk aan veranderingen onderhevig is, moet hier continu op worden toegezien. Het aantal bedrijven kan na verloop van een aantal maanden alweer groter (of kleiner) zijn. Gelet op het karakter van deze vorm van prostitutie is het toezicht echter moeilijk. Een noodzakelijke uitbreiding op de bestaande handhavingsarrangementen wordt vormgegeven door het HON (Handhaven Op Niveau) stappenplan. Middels HON kan het gemeentelijke toezicht op zowel de illegale als legale prostitutiebranche verscherpt worden. Om klanten te bereiken wordt door legale en illegale seksbedrijven geadverteerd op internet, televisie of in kranten en tijdschriften. De werkwijze van het HON wordt uitgewerkt in vier stappen die zijn beschreven in de bijlage (Hoofdstuk 8.3). Vanwege de regionale context zullen de stappen 1 t/m 3 van HON éénmalig worden uitgevoerd door het Regionale Informatie- en Expertise Centrum MiddenNederland (RIEC-MN). Dit levert een nulmeting op voor de regio. Daarna zijn de stappen 1 t/m 3 de verantwoordelijkheid van de gemeente en de politie en het RIEC biedt ondersteuning. De laatste stap blijft de verantwoordelijkheid van de politie Midden-Nederland. Er zullen nog duidelijke afspraken gemaakt moeten worden tussen gemeente en politie over wie de regie en verantwoordelijkheid heeft over de stappen 1t/m 3. Campagnes & trainingen: herkennen van signalen Medewerkers van betrokken afdelingen van de gemeente Hilversum krijgen een training aangeboden, waarin het herkennen van signalen van mensenhandel centraal staat. Primair gaat het daarbij om de medewerkers die zich bezighouden met publiekszaken, sociale zaken, vergunningen en handhaving daarvan, wijk zaken en met de openbare orde en veiligheid. Ketenpartners krijgen de mogelijkheid om aan te sluiten bij dergelijke trainingen. Uiteraard wordt ook aandacht besteed aan het melden van signalen. De trainingen zullen twee keer per jaar aangeboden worden. Politie, gemeente en het RIEC zijn partners tijdens de voorbereiding en uitvoering. Ketenpartners krijgen de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij de trainingen. Zo voorziet de gemeente in de bewustwording van mensenhandel en de herkenning van signalen. De trainingen voor medewerkers worden twee keer per jaar gehouden en de campagnes gericht op burgers en bedrijven vinden één keer per kwartaal plaats. Burgers en bedrijven vervullen tevens een rol in het inzichtelijk maken van mensenhandel. Door de campagnes worden burgers en bedrijven betrokken in de bewustwording en signalering van mensenhandel.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
10
Nieuwe prostitutiewet: registratie De nieuwe prostitutiewet moet het voortbestaan van misstanden in de prostitutiebranche tegengaan. Belangrijkste verandering is dat gemeenten een grotere rol krijgen. Het doel: meer zicht op en controle over de branche. De kern van de nieuwe wet wordt gevormd door de invoering van een verplicht en uniform vergunningenstelsel voor de uitoefening van een seksbedrijf. Hierdoor ontstaat meer uniformiteit in lokaal vergunningenbeleid. In het wetsvoorstel is opgenomen aan welke vergunningvoorwaarden de exploitant in ieder geval moet voldoen (Website Eerste Kamer, 2013). Daarmee wordt er bijgedragen aan een rechtlijnige bestrijding van de verwevenheid tussen onder en boven wereld. De inwerking treding van de nieuwe prostitutiewet wordt in juli 2014 verwacht. Het toepassen van deze actie vindt pas plaats op het moment van doorvoering van de wet. Op dit moment voldoet de gemeente Hilversum aan de verplichtingen die in de huidige wet staan. Structureel overleg met de branche De gemeente Hilversum wil enerzijds mensenhandel inzichtelijk maken en bestrijden en anderzijds de relatie tussen gemeente, exploitanten en sekswerkers onderhouden. Daarnaast wil de gemeente controle hebben op deze branche. Door het invoeren van een structureel overleg tussen sekswerkers en exploitanten, wil de gemeente Hilversum in deze doelstelling voorzien. Met ingang van 2014 wordt er twee keer per jaar overleg gehouden met de branche waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen sekswerkers en exploitanten. Dit overleg wordt door vergunninghouders en handhavers uitgevoerd. Naar eigen inzichten worden er andere belanghebbende partijen bij dit overleg toegevoegd. Uitstapprogramma´s Niet alleen moeten daders aangepakt worden, de zorg voor de slachtoffers is van even groot belang. Op basis van een vrijwillige keuze van een (mogelijk) slachtoffer van mensenhandel, wordt er een uitstapprogramma opgestart en uitgevoerd. Daarbij wordt er nadrukkelijk aandacht besteed aan opvang, nazorg en terugvalpreventie. Ex-sekswerkers krijgen daarbij begeleiding naar werk of dagbesteding om een definitieve breuk met de prostitutie te ondersteunen. Slachtoffers van andere vormen van uitbuiting worden bewust gemaakt van de omstandigheden waarin ze verkeren en er wordt naar oplossingen gezocht die een normaal levensbestaan realiseert naar de maatstaven van de rechten voor de mens. Door deze maatregel toe te passen haal je (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel uit de omgeving. Daarmee wordt er bijgedragen aan de bestrijding van mensenhandel. In samenwerking met CoMensha en opvangcentra in Hilversum en/of in de regio zullen de uitstapprogramma’s gerealiseerd worden. De gemeente heeft een rol bij het signaleren van mensenhandel en het benaderen van mogelijke slachtoffers van mensenhandel. Informatie over de mogelijkheid om uit te stappen wordt gegeven bij het daarvoor speciaal ingerichte loket op de afdeling Publiekszaken van de gemeente Hilversum. Lokaal samenwerkingsverband Het vaste lokale samenwerkingsverband bestaat in ieder geval uit de afdeling OOV, vergunning en handhaving en partners uit het veiligheidshuis in Hilversum en de vertegenwoordiger van Hilversum in de regionale aanpak. Door middel van het lokale casusoverleg wordt de lokale samenwerking versterkt en verder uitgebreid. Partijen die zowel op straat als achter de voordeur werkzaam zijn en een belangrijke signaalfunctie hebben, zijn vertegenwoordigd in deze samenwerking.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
11
Regionaal samenwerkingsverband De gemeente Hilversum heeft door de inzet van gemeentelijke instrumenten, bij uitstek de mogelijkheid om een preventieve rol te spelen bij de aanpak van georganiseerde misdaad. Een goed gemeentelijk mensenhandelbeleid draagt daardoor bij aan de regionale aanpak van mensenhandel. Kern van de regionale ketenaanpak mensenhandel is dat partners in gezamenlijkheid en vertrouwen informatie uitwisselen over het thema mensenhandel en in gezamenlijkheid besluiten tot efficiënte en effectieve interventies voor de bestrijding van deze vorm van criminaliteit. Alleen op die manier kan er in de regio een effectief beleid gerealiseerd worden waarbij elke partij vanuit de eigen verantwoordelijkheden participeert. Juist de gezamenlijkheid moet ertoe leiden dat georganiseerde misdaad op alle fronten wordt aangepakt. Voor een succesvolle regionale ketenaanpak van mensenhandel is het noodzakelijk dat de gemeente Hilversum de beschikking heeft over actuele beleids-, toezichts- en handhavingsinstrumenten waarmee ze, soms in aanvulling op maar altijd in afstemming met de andere partners barrières opwerpt ter bestrijding van mensenhandel dan wel bijdraagt aan het stoppen van illegale praktijken. De regionale samenwerking waar de gemeente Hilversum aan deelneemt, krijgt onder andere vorm in een regionaal casusoverleg mensenhandel. Dit overleg is een uitbreiding van het lokale casusoverleg georganiseerde criminaliteit zoals beschreven staat in hoofdstuk 4.1 bij ‘huidige acties’ . In het casusoverleg zitten de partners die het mensenhandelconvenant hebben ondertekend samen met het RIEC-MN aan tafel. De convenantpartners zijn in ieder geval: gemeente, belastingdienst, Openbaar Ministerie, politie en de Inspectie SZW. Het resultaat is een afgestemd handelingsperspectief, waarbij zowel gekeken wordt naar strafrechtelijke en bestuursrechtelijke als ook fiscale maatregelen. De maatregelen zullen door de organisaties zelf uitgevoerd moeten worden, omdat bevoegdheden niet overgedragen kunnen worden naar bijvoorbeeld een RIEC. Het casusoverleg wordt momenteel voorgezeten door het OM. Er wordt gekeken door de projectleider mensenhandel (bureau RVS) hoe en in welke vorm dit casusoverleg naar Midden-Nederland niveau kan worden getild. Het is dan ook wenselijk om samen te gaan werken onder het RIEC convenant en niet meer onder een apart mensenhandelconvenant. De aanpak doorloopt opeenvolgend de volgende processtappen: detectie, dossiervorming, weging en kwalificatie, toewijzing interventie, uitvoering en interventie en evaluatie. Het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie en het RIEC MN ondersteunen en faciliteren tijdens deze processen. De ‘detectie’ van signalen van mensenhandel. Alle deelnemende ketenpartners delen alle signalen van mensenhandel zodat er verbanden kunnen gelegd worden voor dossiervorming. Bij de processtap ‘dossiervorming’ worden dossiers van potentiële cases mensenhandel gevuld. De keten mensenhandel vult de dossiers met alle informatie van alle ketenpartners. In de casusdossiers komen zowel potentiële daders als potentiële slachtoffers als potentiële faciliteerders van mensenhandel in beeld. Deze potentiële daders, slachtoffers en faciliteerders komen wellicht in aanmerking voor een aanpak van een van de ketenpartners. Eenmaal de dossiers voldoende gevuld zijn, worden ze doorgezet naar de volgende processtap ‘weging en kwalificatie’. In de derde procestap ‘weging en kwalificatie’ wordt voor elke afzonderlijke dader, slachtoffer en faciliteerder gewogen welk aanpak op basis van de dossiervorming aangeboden kan worden. Hierbij kan gekozen worden uit het brede aanbod dat de afzonderlijke ketenpartners te bieden hebben. In deze processtap wordt er beslist welke ketenpartner welke aanpak mogelijk is. Bij de ‘toewijzing interventie’ beslist de desbetreffende ketenpartner of er voldoende capaciteit is om de aanpak te realiseren en volgens welke prioritering de casus opgepakt zal worden. De ketenpartners stemmen de verschillende aanpakken op elkaar af. Bij ‘uitvoering/interventies’ worden de verschillende aanpakken ook daadwerkelijk uitgevoerd door de professionals van de betreffende ketenpartners. De uitvoering wordt binnen de keten gevolgd en bewaakt tot op het moment dat de zaak afgesloten kan worden. Bij de ‘evaluatie’ worden zowel de afzonderlijke casussen, het proces, de keten en het beleid geëvalueerd.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
12
5
Implementatie
In dit hoofdstuk is de implementatie van de nieuwe acties in twee overzichtelijke tabellen weergegeven, waarbij er bij de algemene implementatie specifiek ingegaan wordt op het doel, de regierol, tijdsplanning, het budget en de kosten. De tweede tabel geeft een beschrijving van de werkwijze met daarbij de verantwoordelijken en de capaciteit die daarvoor nodig is.
5.1
Algemeen
Nr.
Actie
Doel
Regie door
1.
Handhaven op Niveau (HON)
Gemeente (i.s.m. RIEC-MN & politie)
2.
Campagnes & trainingen: herkennen van signalen
1. Duidelijk vastgestelde afspraken tussen gemeente en politie over de verantwoordelijkheden en financiering m.b.t. de uitvoering van de eerste drie stappen. 2. Zicht en handhaving op de niet-vergunde seksinrichtingen/bedrijven. 1. Bewustwording mensenhandel bij burgers en bedrijven. 2. Herkenning van signalen van mensenhandel bij medewerkers en partners.
3.
Nieuwe prostitutiewet: registratie
1. Het voortbestaan van misstanden in de prostitutiebranche tegengaan. 2. Meer zicht op en controle over de branche.
4.
Structureel overleg met de branche
1. De relatie tussen gemeente, exploitanten en sekswerkers opbouwen en onderhouden. 2. Daarnaast wil de gemeente controle hebben op deze branche.
Gemeente (i.s.m. politie en RIECMN Gemeente
Nota mensenhandel
Gemeente (i.s.m. politie en maatschappelijke organisaties)
gemeente Hilversum, september 2013
13
Wanneer operationeel* Maart 2014
Budget*
Kosten*
n.t.b.
€5.000,- €20.000,-
Met ingang van 2014: voor de trainingen twee maal per jaar en voor de campagnes één keer per kwartaal. Na goedkeuring doorvoeren
OOV
€5.000,- €10.000,-
n.v.t.
Ambtelijke uren
Met ingang van 2014: twee keer per jaar
n.v.t.
Ambtelijke uren
5.
Uitstapprogramma´s
1. (Mogelijke) slachtoffers van mensenhandel uit zijn/haar omgeving halen. 2. (Mogelijke) slachtoffers van mensenhandel een toekomstperspectief geven.
Gemeente (i.s.m. politie, CoMensha & opvangcentra)
April 2014
OOV/SOZA
6.
Lokaal samenwerkingsverband
Versterking van de lokale samenwerkingsverbanden die een rol spelen bij de bestrijding van lokale georganiseerde criminaliteit.
Gemeente, afdeling OOV
OOV
7.
Regionaal samenwerkingsverband
In gezamenlijkheid en vertrouwen informatie uitwisselen op het thema mensenhandel en in gezamenlijkheid besluiten tot efficiënte en effectieve interventies voor de bestrijding van deze vorm van criminaliteit.
RIEC-MN (i.s.m. gemeente, Bureau RVS & overige (regio) ketenpartners)
Eén keer per twee maanden, versterkt & uitgebreid in januari 2014 Met ingang van 2014 inventariseren en uitwerken.
OOV & RIEC M-N
Afhankelijk van het aantal deelnemers. Gemiddeld €3.500,- per deelnemer. Ambtelijke uren
Bestaand budget
*Datum, budget en kosten zijn onderhevig aan veranderde omstandigheden. Zij geven slechts een richtlijn en/of inschatting om na te streven. Kosten zijn op jaarbasis.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
14
5.2
Werkwijze
In deze tabel is de werkwijze weergegeven, zodat er door concrete handelingen voldaan wordt aan de actie. Daarnaast worden de verantwoordelijkheden verdeeld die horen bij de werkwijze. Op deze wijze wordt er inzicht gegeven in wat er gedaan wordt en wie daar verantwoordelijk voor is. Nr.
Actie
Werkwijze
Verantwoordelijk
Capaciteit*
1.
Handhaven op Niveau (HON)
Zie stappenplan in bijlage hoofdstuk 8.3
60-70 uur per jaar ambtenaar OOV
2.
Campagnes & trainingen: herkennen van signalen
De ambtenaar OOV zoekt samenwerking met het RIEC en CoMensha om campagne te voeren en trainingen aan te bieden ten behoeve van de bewustwording en herkennen van signalen van mensenhandel. Deze twee organisaties hebben ervaring in het leveren van bewustwordingsbijeenkomsten en diverse vormen van trainingen over mensenhandel. De ambtenaar communicatie biedt ondersteuning bij het uitbrengen van informatie. Contacten met de medewerker RIEC en CoMensha zijn al bekend en gemaakt.
Medewerker/proje ctleider RIEC-MN (i.s.m. ambtenaar OOV & Politie Ambtenaar OOV (i.s.m. ambtenaar Communicatie, Politie, medewerker/proje ctleider RIEC-MN & medewerker CoMensha)) Ambtenaar Vergunning & Handhaving (i.s.m ambtenaar Publiekszaken en politie)
3.
Nieuwe prostitutiewet: registratie
1. De ambtenaar Publiekszaken neemt de aanvraag van een vergunning voor exploitatie aan en geeft de behandeling van de vergunningaanvraag over aan een ambtenaar Vergunning & Handhaving. 2. De ambtenaar Vergunning & Handhaving neemt een besluit over het verlenen van een vergunning en houdt in samenwerking met de politie toezicht en controle op de naleving van de vergunningsvoorschriften.
4.
Structureel overleg met de branche
Voor het overleg wordt er onderscheid gemaakt tussen sekswerkers en exploitanten. Initiatief voor contact en het plannen van afspraken liggen bij de gemeente. De inhoud van de gesprekken zijn afhankelijk van de omstandigheden. Basis is om een goede verhouding te creëren en de lijnen kort te houden.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
Ambtenaar Vergunning & Handhaving (i.s.m. overige partners)
50-60 uur per jaar ambtenaar OOV 40-50 uur per jaar ambtenaar Communicatie
Horende bij de jaarlijkse urenbelasting, kan opgenomen worden in de dagelijkse werkzaamheden. 40-50 uur per jaar ambtenaar Vergunning & Handhaving
15
5.
Uitstapprogramma´s
6.
Lokaal samenwerkingsverband
7.
Regionaal samenwerkingsverband
Ambtenaar Publiekzaken informeert de ambtenaar OOV over een aanvraag van iemand die het uitstaptraject wil volgen. Ambtenaar OOV brengt CoMensha op de hoogte en geeft de coördinatie over. CoMensha bemiddelt en faciliteert in een geschikt nazorgtraject bij een opvangcentrum in Hilversum of in de regio. OOV ambtenaar informeert ook de politie en houdt contact met betrokken partijen over de voortgang.
De ambtenaar OOV brengt lokale ketenpartners bijeen en zorgt dat er één keer in de twee maanden een casusoverleg georganiseerde criminaliteit gehouden wordt, waarin de aanpak van mensenhandel onderdeel is. Projectleider Bureau RVS stelt een regionaal beleid mensenhandel op. Ambtenaar OOV neemt deel aan een regionaal casusoverleg en vertegenwoordigd het gemeentelijke beleid op mensenhandel.
Ambtenaar OOV/V&H (i.s.m. medewerkers CoMensha, opvangcentra & Politie medewerker) Ambtenaar OOV
10-20 uur per jaar ambtenaar Publiekszaken 40-50 uur per jaar ambtenaar OOV
20-30 uur per jaar ambtenaar OOV
Projectleider 20-30 uur per jaar Bureau RVS (i.s.m. ambtenaar OOV ambtenaar OOV, projectleider/mede werker RIEC-MN & overige (regio) ketenpartners.
* De capaciteit is (mits van toepassing) in uren op jaarbasis beschreven en behelst een ruime schatting van de capaciteit die een nieuwe actie vraagt van een gemeentelijke ambtenaar.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
16
6
Conclusie
De beleidsnota mensenhandel geeft antwoord op de vraag, hoe de gemeente Hilversum komt aan een effectieve aanpak van mensenhandel. In de inleiding is er uiteengezet wat de aanleiding is van dit beleidsstuk en met welk probleem we te maken hebben. Het beleid richt zich op de drie verschijningsvormen van mensenhandel; jeugdprostitutie, seksuele uitbuiting en economische uitbuiting. Vanuit de visie en de doelstellingen van de gemeente die op basis van de aanbevelingen van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel zijn geformuleerd, zijn er naast de huidige acties, nieuwe acties geformuleerd ter bestrijding van mensenhandel. De nieuwe acties zijn concreet uiteengezet in de implementatie, zodat een duidelijke aanpak en zorg gerealiseerd wordt. Niet alleen de aanpak van daders van mensenhandel hebben aandacht nodig, maar ook de zorg voor slachtoffers van mensenhandel. Daarom worden er uitstapprogramma´s georganiseerd om slachtoffers van vormen van uitbuiting de mogelijkheid te bieden om vrijwillig uit te stappen. CoMensha faciliteert en coördineert in de opvang en nazorg van slachtoffers. Hiermee wordt invulling gegeven aan de zorg voor slachtoffers van mensenhandel. Ter ondersteuning aan de nieuwe acties en doelstellingen is het van belang de kennis over de rechten en plichten te bevorderen door middel van informatiefolders en posters te verstrekken en op te hangen in de seksinrichtingen. Daarnaast zal de integrale ketenaanpak van mensenhandel door intensievere samenwerking tussen ketenpartners verder uitgebreid moeten worden. Ten slotte moet de burgemeester van Hilversum de volledige bestuurlijke verantwoordelijkheid nemen in de coördinatie van de bestrijding van mensenhandel. Door middel van deze beleidsnota mensenhandel is er inzichtelijk gemaakt wat we als gemeente kunnen doen en willen doen, wat we als gemeente nu al doen en wat we als gemeente nieuw gaan doen ter bestrijding van mensenhandel. Door de nieuwe acties voorziet de gemeente Hilversum in een effectieve aanpak op gemeentelijk niveau op het gebied van mensenhandel.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
17
7
Bronnenlijst
APV gemeente Hilversum. (2000). Seksinrichtingen, sekswinkels, straat- prostitutie, e.d.. Begripsomschrijving. (bekeken op 19-06-2013) www.hilversum.nl CoMensha, La Strada. (2012). Jaaroverzicht 2012. Ontwikkelingen in 2012. p. 10-11 (bekeken op 01-082013) CoMensha, La Strada. (2012). Maandrapportage november 2012. Aanmelders per regio t/m november 2012. p. 6. (bekeken op 01-08-2013) CoMensha, La Strada. (2011). Maandrapportage november 2011. Aanmelders per regio t/m november 2011. p. 5 (bekeken op 01-08-2013) Dettmeijer-Vermeulen, C.E.. (2012). Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Mensenhandel. Effectieve aanpak op gemeentelijk niveau. Lessen uit de praktijk. Aanbevelingen. (p. 157). Den Haag: BNRM Dettmeijer-Vermeulen, C.E. (2012). Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Mensenhandel. Effectieve aanpak op gemeentelijk niveau. Lessen uit de praktijk. Aanbevelingen. (p. 158-159). Den Haag: BNRM Gemeente Assen. (2012). Notitie: mensenhandel in Assen. Hoofdstuk 1: Algemeen. 1.1. Verschijningsvormen mensenhandel. (p. 2-3). Het CCV. (2013). De korpsmonitor Prostitutie & Mensenhandel 2010. Gooi- en Vechtstreek. (bekeken op 21-03-2013) Den Hertog, A. & Loeber, C.H. (31 mei 2013). Korpsmonitor prostitutie & mensenhandel. Gooi- en Vechtstreek. blz. 51-52. Ministerie van Veiligheid & Justitie. (2013). Regeling uitstapprogramma´s, prostituees, subsidie. (bekeken op 06-06-2013) http://overheidsloket.overheid.nl/index.php?p=product&product_id=901646 Nationaal Rapporteur Mensenhandel. (2012). Mensenhandel. Effectieve aanpak op gemeentelijk niveau. Lessen uit de praktijk. Den Haag: BNRM Openbaar Ministerie. (2013). Onderwerpen. Mensenhandel en pooierboys. Taskforce Mensenhandel: Nederland actief in het verder versterken van nationale en internationale aanpak van mensenhandel. (bekeken op 05-08-2013) http://www.om.nl/onderwerpen/mensenhandel_en/@160812/taskforce/ Regiopolitie Midden Nederland. (2011-2012). Korpsmonitor Mensenhandel 2011-2012. (op 10-07-2013) RIEC-Rotterdam-Rijnmond. (januari 2010). Uitvoeringsmap bestuurlijke aanpak Mensenhandel. Rijksoverheid. (2013). Ministerie van Veiligheid & Justitie. Nieuws. Nederland en Hongarije maken actieplan in strijd tegen mensenhandel. (bekeken op 05-08-2013) http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/venj/nieuws/2013/04/17/nederland-en-hongarije-makenactieplan-in-strijd-tegen-mensenhandel.html Rijksoverheid. (2013). Nationale politie. Organisatie nationale politie. (bekeken op 09-07-13) http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/politie/nationale-politie Website Eerste Kamer. (2013). Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche. (bekeken op 18-07-2013) http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/32211_wet_regulering_prostitutie Website Politie. (2013). Mensenhandel. Wat is mensenhandel? (bekeken op 15-05-2013) http://www.politie.nl/onderwerpen/mensenhandel.html
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
18
8
Bijlage
8.1
Probleemanalyse
Voor een goed beeld van de huidige problematiek wordt er in deze probleemanalyse een uiteenzetting gegeven van de mensenhandelsituatie. Het doel van deze uiteenzetting is om de urgentie en het belang te verduidelijken van de aanpak van mensenhandel. In dit hoofdstuk worden voornamelijk politiecijfers uit de meest recente korpsmonitor beschreven. Daarnaast worden cijfers van CoMensha gebruikt om een beeld te geven van het aantal slachtoffers van mensenhandel en opvang aanvragen over de laatste jaren. Hierin kan je een duidelijke trend zien in de groei van het aantal geregistreerde slachtoffers en het aantal aanmeldingen voor opvang. Daarmee wordt het beeld van de laatste jaren bevestigd dat we een serieus landelijk mensenhandelprobleem hebben. Gemeenten zijn de eerste partijen die interventies kunnen toepassen voor een `bottom up´ benadering3 van het probleem.
Landelijk De minister van Veiligheid & Justitie zet zich in voor de bestrijding van mensenhandel. Dit steeds groter wordende probleem zorgt ervoor dat het een prioriteit geworden is voor een daadkrachtig optreden tegen dergelijke mensenhandelpraktijken. Recentelijk is er een samenwerking gestart tussen Nederland en Hongarije om een actieplan uit te werken met afspraken over versterking van de samenwerking op het gebied van opsporing en vervolging, over het delen van kennis en om hulpverleners en potentiële slachtoffers alerter te maken op mensenhandel. Deze samenwerkingsverbanden zijn eerder ook met andere Oost-Europese landen gemaakt (Rijksoverheid, 2013) Met de invoering van de Task Force Mensenhandel in 2008 zijn er sindsdien grote stappen gemaakt in de aanpak van mensenhandel. De Taskforce signaleert knelpunten, initieert beleidsmaatregelen en creëert en verspreidt best practices. Buiten de goede resultaten op het gebied van samenwerking met verschillende ketenpartners geeft de strafrechtelijke aanpak van mensenhandel ook een positief beeld. In 2012 zijn meer dan 300 mensenhandelzaken binnen gekomen bij het OM. Dat is het hoogste aantal sinds 2008. Ook het aantal van 140 veroordelingen is hoog vergeleken met andere jaren (Openbaar Ministerie, 2013). Dat onderstreept nog is dat een continuering van de ingeslagen weg in de aanpak van mensenhandel erg belangrijk en effectief is. CoMensha In 2012 zijn 1711 slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha aangemeld. In 2010 waren dit er 993 en in 2011 1222. Het betreft een stijging van 40% ten opzichte van 2011. Een kwart (25%) van de bij CoMensha gemelde slachtoffers van mensenhandel heeft de Nederlandse nationaliteit. Dit is ook in 2012 weer de meest voorkomende nationaliteit. Nederland staat bovenaan in de top 5 van landen van herkomst van slachtoffers, gevolgd door Bulgarije, Hongarije, Roemenië en Nigeria. Het aantal vrouwen dat in de prostitutie wordt uitgebuit is al sinds jaren veel hoger dan het aantal vrouwen dat in overige sectoren wordt uitgebuit. CoMensha heeft 1177 meldingen ontvangen van vrouwen die in de prostitutie zijn uitgebuit. In 2011 ging het om 716 vrouwen. Mannen worden met name buiten de prostitutiesector uitgebuit. CoMensha ontving in totaal 172 aanmeldingen van mannelijke slachtoffers van mensenhandel in 2012. Waarvan 37 in de prostitutie en 123 in overige sectoren. 28 meldingen kwamen uit de land- en tuinbouw. In 2011 heeft CoMensha 228 meldingen van mannen ontvangen waarvan 60 in de land- en tuinbouw. De aangiftebereidheid van slachtoffers van mensenhandel is over het algemeen laag. Slechts 26% van het totale aantal slachtoffers doet aangifte tegen een verdachte. Slachtoffers die in de Categorale Opvang voor Slachtoffers van Mensenhandel (COSM) worden opgevangen doen bijna allemaal aangifte. (CoMensha, La Strada, 2012, p. 10-11)
3
Bottom up benadering voor aanpak mensenhandel: gemeenten hebben beleid gemaakt voor de aanpak van mensenhandel. Dit beleid wordt vervolgens regionaal afgestemd met andere gemeenten, zodat een eenduidige aanpak gerealiseerd wordt. De regionale aanpak van mensenhandel draagt bij aan de bestrijding van mensenhandel in het hele land.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
19
Regionaal Politie De politie heeft volgens de Korpsmonitor Mensenhandel 2011-2012, grotere onderzoeken gedaan naar mensenhandelpraktijken in de regio. Echter, er is een beperkt zicht op overige vormen van uitbuiting zoals arbeidsuitbuiting en prostitutie in de niet-vergunde sector. Deze vormen van uitbuiting laten zich beperkt zien in de bouwsector, schoonmaaksector en bij au-pairs. De politie heeft simpelweg de capaciteit niet om de hoeveelheid mensenhandelsignalen te onderzoeken. (Regiopolitie Midden Nederland, 20112012). Daarom roept de politie o.a. de gemeente Hilversum op om haar bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen en beleid te voeren op mensenhandel en daarbij de instrumenten die de gemeente heeft te gebruiken voor de aanpak van mensenhandel. Uit de korpsmonitor 2011-2012 komt o.a. naar voren dat er in de jaren 2011-2012 in totaal 95 geregistreerde meldingen van mensenhandelsignalen zijn geweest waar het gaat om seksuele uitbuiting. Het aantal aangiften in 2011-2012 was echter slechts 10 maal (Regiopolitie Midden Nederland, 20112012). Cijfers of resultaten over overige uitbuiting laten zien dat er weinig tot geen signalen of daadwerkelijke praktijken van mensenhandel zijn. Een reden hiervoor is dat er, zoals eerder gezegd, te weinig onderzoek kan worden gedaan naar deze vormen. CoMensha CoMensha maakt van elke maand een rapportage van het aantal meldingen van (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel. Per provincie en/of regio wordt er gekeken naar het aantal meldingen. De meest recente maandrapportage is van november 2012. In de maand november van 2012 zijn er in totaal 7 meldingen bij de politie binnen gekomen van (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel (CoMensha, 2012, p.6). Ten opzichte van dezelfde maand in 2011 zijn dat er 4 meer (CoMensha, 2011, p.5).
Lokaal Hilversum is een gemeente waarvan je kunt denken dat er geen mensenhandel voorkomt. Juist vanwege deze verwachting en daarbij de nog tamelijk gebrekkige toepassing van interventiemiddelen van soortgelijke gemeenten, is het aantrekkelijk voor mensenhandelaren om de werkzaamheden bijvoorbeeld in de gemeente Hilversum uit te voeren. De urgentie voor een preventieve en repressieve gemeentelijke aanpak is daardoor hoog. Politiecijfers De cijfers die bekend zijn bij de politie over mensenhandel laten voornamelijk een beeld zien op regionaal niveau. Daaruit is te concluderen dat binnen de regio Gooi- en Vechtstreek mensenhandel voorkomt. Gezien de cijfers is ook te concluderen dat het probleem nog wel meevalt, maar daar moet niet al te snel over gedacht worden. Zoals eerder vermeld heeft de politie beperkte capaciteit om mensenhandel breed te onderzoeken. De verwachting is dat er daardoor in werkelijkheid veel meer mensenhandel voorkomt in Hilversum en de regio dan nu bekend is. Het is van belang dat gemeenten in de regio de verantwoordelijkheid nemen om bij te dragen in het meer in beeld brengen van mensenhandelpraktijken. Taskforce Mensenhandel In juli 2013 heeft de Taskforce Mensenhandel een brief gestuurd naar de burgermeester van Hilversum waarin informatie gedeeld werd over de werkwijze van de Taskforce Mensenhandel en de uitkomsten van een onderzoek naar ondernemingen die faciliterend zijn aan mensenhandel. Uit dat onderzoek blijkt dat er drie ondernemingen in Hilversum zijn die bewust dan wel onbewust faciliterend zijn aan mensenhandel. Inmiddels heeft één exploitant zich teruggetrokken. Dit maakt duidelijk dat er activiteiten van mensenhandel zijn in Hilversum die vragen om aandacht en mogelijke interventies.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
20
8.2 Korpsmonitor prostitutie & mensenhandel 2011-2012 (Den Hertog & Loeber, 31 mei 2013, blz. 51-52) Organisatie Het korps Gooi- en Vechtstreek voldoet grotendeels aan de gestelde normen. Het Referentiekader wordt gevolgd. De korpsexpert voldoet aan de kwaliteitsnorm en heeft voldoende mandaat. De gedragscode wordt voortdurend bij de leden van het PCT onder de aandacht gebracht en is ook een punt van bespreking bij de briefing en de debriefing. Toezicht Dertien van de veertien medewerkers van het PCT zijn gecertificeerd en door de gemeenten als toezichthouder aangewezen. Er is een jaarplanning voor het toezicht; echter het aantal geplande controles (zes) is niet gehaald o.a. door de inzet van de medewerkers in de opsporing. In de vergunde sector zijn vrijwel geen misstanden geconstateerd. Het toezicht op de niet-vergunde branche is in gang gezet, maar nog niet structureel. Hiervoor beschikt het korps over onvoldoende capaciteit. De verwachting is dat met de nieuwe politieorganisatie de capaciteit voor toezicht geen probleem meer zal zijn. Informatie Het korps heeft een goede informatieorganisatie en werkt nauw samen met het recherche- informatie knooppunt. Er is een goede coördinatie vanuit één punt in het korps. Themakennis wordt onder andere via intranet en de IBT verspreid. Ook is er een app voor basisteammedewerkers ingezet. Maandelijks zendt het korps signalen en gegevens over mensenhandel aan het EMM. Opsporing Het korps beschikt over drie vaste medewerkers voor de opsporing. Via de stuurploeg worden zaken geprioriteerd en extra mensen toegewezen. De CIE is betrokken bij de aanpak van mensenhandel. De slachtofferbejegening beantwoordt aan de norm. Het sturings- en wegingsproces is duidelijk en geschiedt conform de norm. De aanpak van de mensenhandel krijgt een hoge prioriteit. Elk onderzoek naar mensenhandel heeft een financiële component. Financieel rechercheren en een financiële paragraaf in het dossier zijn hier gebruikelijk. Eindscore De eindscore voor het regiokorps Gooi - en Vechtstreek is: AANDACHT. Het korps heeft bij een aantal dimensies een betere score dan in 2010, maar het toezicht is nog onvoldoende om tot een groenscore te komen. Een verklaring voor deze eindscore is dat de politie de laatste jaren zich bezig hield met een groot mensenhandel onderzoek, daardoor zijn niet alle zes controles behaalt. Voorgaande jaren zijn deze controles zonder moeite gehaald en de verwachting is dat ook de toekomstige jaren er geen probleem zal zijn in het halen van het aantal controles aangezien de politie over meer capaciteit beschikt door de nieuwe politieorganisatie. Oordeel over externe partners Het korps is positief over de samenwerking met de externe partners. Het verwacht meer producten van het EMM; tot op heden heeft het niets van het EMM ontvangen. Het korps is minder te spreken over de coördinatie en opvang door CoMensha. Het moet zelf met slachtoffers leuren om opvang gerealiseerd te krijgen. Activiteiten naar aanleiding van de uitkomsten van de korpsmonitor 2012 De uitkomsten van de vorige Korpsmonitor P&M 2010 zijn in de regionale driehoek besproken. Daarbij is een aantal acties afgesproken en zijn de in 2012 te behalen resultaten benoemd. Er zijn verbeteringen gerealiseerd op het gebied van de invoering referenties van het Referentiekader, de informatievoorziening, de kwaliteit van de opsporing en het toezicht op de niet-vergunde branche. Het verbeterplan is besproken in de driehoek. Prognose 2013-2014 Niet opgegeven.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
21
8.3
Toezicht- en handhavingsinstrumenten: Handhaven Op Niveau
In dit hoofdstuk zal ingegaan worden op een beleidsinstrument waarmee meer zicht en grip verkregen kan worden op de prostitutiebranche. Gebruik van dit instrument leidt daarmee tot meer zicht en grip op zowel de vergunde sector als de illegale sector aangezien het de informatiepositie van de overheid verbetert. Toezicht en handhaving op niveau De prostitutiebranche is te verdelen in diverse verschijningsvormen, zoals vergunde inrichtingen, onvergunde (escort) bedrijven, animeerbars, massagesalons, zonnestudio’s, bordelen en prostitutie in woonpanden voor zover de prostituee niet op dat adres in het GBA is ingeschreven. Het toezicht bij vergunde bedrijven is gericht op het controleren of de vergunningvoorwaarden worden nageleefd. Bij illegale prostitutie is hier geen zicht op, terwijl dit juist in deze tak, waar de vermoedens van misstanden zoals mensenhandel groot zijn, zeer wenselijk is. Doordat deze vorm van prostitutie sterk aan veranderingen onderhevig is, moet hier continu op worden toegezien. Het aantal bedrijven kan na verloop van een aantal maanden alweer groter (of kleiner) zijn. Gelet op het karakter van deze vorm van prostitutie is het toezicht echter moeilijk. Een noodzakelijke uitbreiding op de bestaande handhavingsarrangementen wordt vormgegeven door het HON (Handhaven Op Niveau) stappenplan. Middels HON kan het toezicht op zowel de illegale als legale prostitutiebranche verscherpt worden. Doelstellingen van HON Het doel van handhaving met betrekking tot de prostitutiebranche is het beëindigen van illegale exploitatie. Bedrijven die aan de door de gemeente gestelde (vergunning)voorwaarden kunnen en willen voldoen kunnen ertoe worden gebracht een vergunning aan te vragen. Bedrijven die hiertoe niet kunnen of willen overgaan, moeten ertoe worden gebracht hun activiteiten te staken. Indien wordt vastgesteld dat een (escort)bedrijf illegaal blijft werken kan de gemeente optreden (bijv. door middel van een dwangsomprocedure). Daarmee beoogt de gemeente meer zicht te krijgen op de prostitutiebranche in de eigen gemeente. Daarnaast biedt de HON-aanpak ook voor de andere ketenpartners mogelijkheden. Zo kan de belastingdienst aan de hand van een dossier aanslagen opleggen in verband met inkomensfraude, kan uitkeringsfraude worden opgespoord door de SIOD en pakt de werkgroep mensenhandel signalen op in het kader van de bestrijding van mensenhandel. Stappenplan Om klanten te bereiken wordt door legale en illegale sexbedrijven geadverteerd op internet, televisie of in kranten en tijdschriften. De werkwijze van het HON wordt uitgewerkt in vier stappen: Stap 1: Het verzamelen van algemene gegevens Algemene gegevens kunnen worden afgeleid uit advertenties in tijdschriften, kranten en internet of van tips. Stap 2: Gerichte informatieverzameling Naar aanleiding van stap 1 wordt getracht meer informatie te verzamelen. Hierbij kan de toezichthouder het bedrijf telefonisch om informatie vragen, waarbij hij zich als zodanig bekend maakt of als burger optreedt. De gegevens kunnen aanleiding geven om nader onderzoek te doen. Stap 3: Het vorderen van informatie bij kranten, belbedrijven en providers. Wanneer de naam van de exploitant niet uit de algemene en de telefonische informatie naar voren komt, kan op grond van de wettelijke bevoegdheden van de toezichthouder aan de betreffende openbare bron worden gevraagd naar naam, adres en woonplaats van de exploitant. In deze fase wordt ook de ondernemer/ sekswerker uitgenodigd om hen in de gelegenheid te stellen een vergunning aan te vragen. Stap 4: Escort uitnodigen in hotelkamer Als er dan nog steeds onvoldoende basis is om op te treden, maar toch aanleiding is voor verder onderzoek kan de toezichthouder een afspraak maken met een escort in een hotelkamer om met de escort in contact te komen. Als het bedrijf in een andere gemeente gevestigd is, dient die gemeente over de uitkomsten van het toezicht te worden ingelicht.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
22
Bestuurlijke borging De vormen van (illegale) prostitutie zijn niet aan gemeentegrenzen gebonden, omdat seksuele handelingen via internet of regionale dagbladen worden aangeboden en overal in de regio plaatsvinden. Om een verplaatsing te voorkomen is het van belang dat deze problematiek regionaal wordt aangepakt. Alle gemeenten hebben er baat bij dat toezicht hierop wordt uitgeoefend, omdat het niet alleen bestuursrechtelijke maar ook strafrechtelijke, arbeidsrechtelijke en fiscaalrechtelijke dwalingen aan het licht brengt. Vanwege de lokale context zullen de stappen 1 t/m 3 van HON worden uitgevoerd door de gemeente met eventuele ondersteuning van het Regionale Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). De laatste stap blijft de verantwoordelijkheid van de politie.
8.4
Signalenlijst mensenhandel
(RIEC Rotterdam-Rijnmond, 2010) Onderstaande indicatoren kunnen signalen van mensenhandel zijn. Het betreft een niet-limitatieve opsomming van voorbeelden die vanzelfsprekend niet allemaal tegelijk op hoeven te gaan. 1. Meervoudige afhankelijkheid 1a. De werkgever regelt ook huisvesting, kleding, vervoer. • Niet zelf de reis, visa, etc. hebben geregeld. • Beschikken over een vals of vervalst paspoort. • Illegaal verblijvend/werkend in Nederland. • Angst voor uitzetting, mishandeling etc. • Ontbreken eigen woonruimte in Nederland. • Overnachten op de werkplek. • Onbekendheid met werkadres. • In sociaal isolement gebracht door werkgever. 1b. Het slachtoffer heeft schulden. • Er is sprake van schuldopbouw bij derden. • De exploitant heeft een overnamebedrag betaald. 2. Een sterke inperking basisvrijheden van de betrokkene 2a. Het slachtoffer kan of mag geen contact hebben met de buitenwereld. • Het onthouden van medische hulp. • Slachtoffer heeft geen zelfstandige bewegingsvrijheid. 2b. Het slachtoffer heeft geen beschikking over eigen identiteitspapieren. 2c. Het slachtoffer heeft geen beschikking over de eigen verdiensten. • Niet vrijelijk kunnen beschikken over de eigen verdiensten. • Onredelijk hoge afdracht van de inkomsten (naar tijd en plaats beoordeeld). 3. Het werken onder zeer slechte omstandigheden • Het slachtoffer ontvangt een ongebruikelijk laag loon. • Het slachtoffer werkt onder gevaarlijke omstandigheden. • Het slachtoffer maakt uitzonderlijk lange werkdagen of werkweken. • Onder alle omstandigheden en buitenproportioneel lang werken. • Chantage of bedreiging van familie. • Relatie met personen met relevante antecedenten of locaties die geassocieerd worden met mensenhandel. • Is afkomstig uit een land waar de meeste slachtoffers vandaan komen. • Verplichting om een minimum bedrag per dag te verdienen. • Slaafse houding ten opzichte van exploitant. • Gebouwen met camera’s (ook intern); schuilplaatsen, fake-inrichting, bodyguards etc. 4. Aantasting van de lichamelijke integriteit • Bedreigt of geconfronteerd met geweld. • Dreiging met of daadwerkelijke toepassing van geweld, het dragen van sporen van lichamelijke mishandeling. • Kenmerken die duiden op afhankelijkheid van de exploitant of pooier(tatoeages of voodoomateriaal).
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
23
5. De uitbuiting is niet incidenteel • Tips van betrouwbaar geachte bekende derden (gewicht afhankelijk van informatie). • Het afwisselend op verschillende plaatsen werken.
8.5
Signalenlijst Jeugdprostitutie en loverboys
(RIEC Rotterdam-Rijnmond, 2010) 1. Omstandigheden van dwang, geweld en afhankelijkheid • Beschikking over een vals paspoort of vervalst paspoort. • Angst voor geweld en bedreigingen. • Onredelijk hoge afdracht van inkomsten. • Er is sprake van schuldopbouw bij derden. • Betrokkene heeft geen zelfstandige bewegingsvrijheid. • Chantage of bedreiging van familie. • Onder dwang bepaalde seksuele handelingen moeten verrichtten. • Dreiging met of daadwerkelijke toepassing van geweld (bijvoorbeeld het dragen van sporen van lichamelijke mishandeling). • Relatie met personen met relevante antecedenten of locaties die geassocieerd worden met prostitutie of mensenhandel. • Kenmerken die duiden op een afhankelijkheidsrelatie (bijvoorbeeld tatoeages, controle op waar betrokkene zich bevindt, voodoo). • Tips, melding van betrouwbaar geachte bekende derden NB. Gewicht afhankelijk van de informatie. • Slaafse houding ten opzichte van vriend/pooier. • In sociaal isolement gebracht door vriend/pooier. 2. Gedrag & Persoonlijkheidskenmerken van mogelijk slachtoffer • Heeft veel nieuwe (niet leeftijdsconforme) contacten. • Onttrekt zich aan het eigen sociale netwerk (ouders, school, vrienden). • Oude vriendschappen worden beëindigd of verwaarloosd. • Beschikt over veel nieuwe spullen (kleding, mobiele telefoon). • Schoolverzuim en schooluitval. • Gezondheidsklachten zoals soa, blaasontsteking, buikpijn, pijn/bloed aan anus of vagina, pijn in bovenbenen, eetproblemen, zwangerschap. • Plotselinge gedragsverandering en normafwijkend gedrag. Bijvoorbeeld plotselinge belangstelling voor bepaalde jongens, snel wisselende emoties, expliciet seksualiseringsgedrag, opstandig en niet toegankelijk. • Signalen uit sociale omgeving: ouders, vrienden, familie, buurtbewoners. • Alcohol- en drugsgebruik. • Weinig binding met thuis: isolement. • Wegloopgedrag.
Nota mensenhandel
gemeente Hilversum, september 2013
24