Ervaar de zekerheid
Nota Dijktraject 1 Riolering bedrijventerrein De Krom (Object 00253) Dijkversterking Krimpen
írvaar de zekerheid
Projectnaam
Dijkversterking Krimpen
Contract/projectnummer
10004564
Opdrachtgever
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Documenttitel
Nota Dijktraject 1 Riolering bedrijventerrein De Krom (Object00253)
Documentnummer
NOTA-1.12-GMB-DVK-UO-DT1
Status
Definitief
Versie
3D
Datum
2 1 april 2015
Opdrachtnemer
:
GMB Civiel B.V.
Adres vestigingsplaats
:
Opheusden
Telefoonnummer
:
(0488) 44 94 49
Fax
:
(0488) 44 28 98
Adres Bouwlocatie
Noord 101 2931 SJ Krimpen aan den IJssel
Telefoonnummer Fax
Contactpersoon m.b.t. inhoud plan
:
Dhr. T. Sikkema
Telefoonnummer
:
06-13757410
Versieoverzicht Versie
Omschrijving
Auteur
Datum
3D
Definitief
M. van der Neut
2 1 april 2015
Voor akkoord,
Collegiale toets
Toets technischmanager
Voor vrijgave
opsteller
namens GMB
namens GMB Civiel
namens GMB Civiel
Naam
G.M. van der Neut
T. Sikkema
T. Melis
M. Twigt
Functie
Adviseur
Ontwerpleider
Technischmanager
Contractmanager
2 1 april 2015
2 1 april 2015
2 1 april 2015
waterhuishouding Datum
2 1 april 2015
Handtekening
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
^Jyyj g
ļ
Ervaar de zekerheid
Inhoud Inleiding 1
2
1
Model beschrijving
2
1.1
Model o p b o u w
2
1.2
Uitgangspunten toetsing
3
Permanente situatie
7
2.1
Variant 1: aanleggen bergbezinkleiding buitendijks
7
2.2
Variant 2: verhogen pompcapaciteit
9
2.3
Variant 3: combinatie van een BBL en verhogen pompcapaciteit
11
2.4
Variant 4: Geen BBL met huidige pompcapaciteit
12
2.5
Toetsing HWA stelsel
14
2.6
Gevoeligheidsanalyse
1 5
3
Vergelijking varianten
1
8
4
Voorkeursvariant
2
0
4.1
Toelichting voorkeursvariant
2
0
4.2
Aanpassing voorkeursvariant: alternatieve overstort
2
0
Bijlage I
Aanduiding putten en strengen HWA-stelsel
I
Bijlage II
Aanduiding putten en strengen DWA-stelsel
Bijlage III
Verdeling DWA-afvoer over DWA-stelsel
I I I
Bijlage IV
Verdeling afvoerend oppervlakte HWA- en DWA-stelsel
IV
Bijlage V
Beschikbare oppervlakte voor berging op straat
V
Bijlage VI
DT-riool
VI
Bijlage VII
Kenmerkenblad
Bijlage VIII
Overzicht water op straat per put voor variant 4
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
I I
V I I I
IX
Ervaar de zekerheid
Inleiding In het kader van het project Dijkversterking Krimpen w o r d t de ligging van de Lekdijk ter hoogte van het industrieterrein De Krom in Krimpen aan den IJssel (Dijktraject 1) gewijzigd. In de huidige situatie ligt het industrieterrein de Krom tussen de Lekdijk en de Sliksloot in. Het terrein is dus buitendijks gelegen. In het kader van de dijkversterking w o r d t de Lekdijk zodanig verlegd dat deze om het industrieterrein komt te liggen, langs de Sliksloot. Hierdoor komt het industrieterrein binnendijks te liggen. In Figuur 1 is de ligging van De Krom weergegeven. Een deel van het rioleringssysteem van industrieterrein De Krom ligt in het traject van de aan te brengen dijk. Hiertoe zijn aanpassingen aan het systeem nodig. Tijdens het eerste deel van de uitvoeringsfase van de dijkversterking w o r d t de huidige situatie m.b.t. riolering zoveel mogelijk behouden. Een deel van het rioleringssysteem dat in het traject van de aan te brengen dijk ligt w o r d t echter wel verwijderd. Hiertoe is er een tijdelijke oplossing gerealiseerd zodat de functionaliteit van de riolering behouden blijft en de werkzaamheden t.b.v. de Dijkversterking Krimpen niet worden vertraagd. In deze notitie zijn 3 verschillende varianten voor de permanente oplossing voor het rioleringssysteem uitgewerkt en toegelicht.
Figuur 1 - Industrieterrein de Krom.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
1
Model beschrijving
Het rioleringssysteem van het industrieterrein De Krom is gemodelleerd met behulp van het rekenmodel Sobek 1DFLOW (Urban) gecombineerd met de RR-module (Rainfall-Runoff).
1.1
Model opbouw
Voor de o p b o u w van het model en t o t stand komen van de voorkeurvariant is er gebruik gemaakt van de volgende beschikbare gegevens: I.
Overzichtstekening riolering De Krom: t.b. 9799, Revisie hoofdriolen en persleidingen, TBK, 18-12¬ 2006.
II. III.
Inmetingen rioolputten, Ratio Survey, januari/februari 2015. Afvoer hemelwater naar DWA-stelsel: tekening Nieuwe DWA-riolen (DWA + wegen + verharde terreinen), TBK, 24-9-2002.
IV.
Afvoer hemelwater naar HWA-stelsel: tekening Nieuwe RWA-riolen (dakoppervlakken), TBK, 24-9¬ 2002.
V.
Kenmerkenblad Griendstraat De Krom.
VI.
Detailtekening Afvalwatergemaal Griendstraat, FLYGT, juli 2003.
VII.
Inmeting dorpel hoogten, Ratio Survey februari 2015.
VIII.
CIW Riooloverstoren; Deel 1 Knelpuntcriteria riooloverstorten, juni 2001
IX.
Afvalwaterakkoord HHSK en Gemeente Krimpen aan den IJssel, 2013
Voor de aanduiding van de putten en strengen van het DWA- en HWA-stelsel w o r d t verwezen naar Bijlage I en Bijlage II. In januari 2015 zijn rioolputten van het industrieterrein De Krom ingemeten [II]. Hierbij zijn de hoogten van de putdeksels en de bob hoogtes bepaald. Bij een viertal putten is het door het vastzitten van de putdeksels niet mogelijk geweest
de bob
hoogtes in te
meten.
De ingemeten
hoogtes vormen
de basis voor
het
rioleringssysteem als geschematiseerd in SOBEK. Voor de putten waar de bob hoogtes niet zijn ingemeten, zijn deze door middel van interpolatie bepaald.
1.1.1
Wandruwheid en overlaat coëfficiënt
Ten aanzien van de wandruwheid en de interne overlaat worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: -
-
Wandruwheid, incl. intrede-, uittrede en bochtverliezen: o
PVC leidingen: 0,5 m m , White-Colebrook
o
Betonnen leidingen: 3,0 m m , White-Colebrook
Interne overlaat: o
Scherpe, volkomen overlaat: Q = m b H ^ , met overlaatcoëfficiënt m
[ m ^ / s ] . Waarbij m =
2
Ce * 2/3 * ( 2 / 3 * g ) V 2 , met Ce = afvoercoëfficiënt en g=9,81 [ m / s ] . Hieruit volgt dat Ce = A
2
1,11 [-]. o -
Contractie coëfficiënt Cw = 1 [-].
Terugslagkleppen: o
De weerstand van de terugslagkleppen is verwerkt in de afvoercoëfficiënt van de overstort. In de SOBEK berekeningen is hiervoor een waarde van 0,5 aangehouden.
1.1.2
Afvoer en beschikbare berging
Ten aanzien van de afvoerende oppervlakte en de beschikbare berging zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
-
Hoogte binnen onderkant put is gelijk aan de laagste bob hoogte in de betreffende put. Dit is het meest conservatieve uitgangspunt voor de beschikbare berging in de put;
-
Maatgevende maaiveldhoogte voor toetsing water op straat: NAP +2,93 m;
-
Laagste gemeten dorpelhoogte NAP +3,06 m;
-
DWA-afvoer per streng is bepaald aan de hand van totale DWA afvoer van 10,24 m3Zh (pompcapaciteit pomp Griendstraat [VI]), verdeeld over de totale lengte van de DWA-leidingen, zie Bijlage III;
-
Totaal verhard oppervlak aangesloten op het HWA-stelsel: 1,7499 ha, verdeling volgens Bijlage IV;
-
Totaal dakoppervlak aangesloten op het DWA-stelsel: 1,2149 ha, verdeling volgens Bijlage IV;
-
Beschikbare berging op daken: 2 m m ;
-
Beschikbare berging op verhard oppervlak: 0,5 m m ;
-
Afvoer coëfficiënt daken: 12 s ;
-
Afvoer coëfficiënt verhard oppervlak: 12 s ;
-
-1
-1
Beschikbare oppervlakteberging op straat w o r d t per put bepaald, aan de hand van de tekening nieuwe DWA riolen, zie bijlage V voor de uitwerking hiervan;
-
Ten noorden van de griendstraat blijft de afvoer van hemelwater van verhard oppervlak en daken richting de bermen behouden;
-
De bermen ten zuiden van de Griendstraat kunnen niet meer vrij afvloeien door de aanleg van het dijklichaam. De neerslag die voorheen op deze manier afstroomde moet worden afgevangen door een drain die in de teen van de dijk w o r d t aangelegd.
-
Deze drain
functioneert
als een
DT riolering, met
de aanleg van een aantal
kolken
om
het
oppervlaktewater op te vangen.
1.1.3
Pompput
Voor de pomp ter hoogte van Griendstraat 3 worden de volgende uitgangspunten gehanteerd (aan de hand van detailtekening afvalwatergemaal Griendstraat [VI]): -
1.2 1.2.1
Pomp P1: o
Aanslagniveau: NAP +0,95 m;
o
Afslagniveau: NAP +0,25 m;
o
Niveau binnenkant onderkant put: NAP -0,10 m.
Uitgangspunten toetsing Randvoorwaarden toetsing
De onderstaande randvoorwaarden zijn gehanteerd bij het ontwerpen van de permanente oplossing voor de riolering in de Krom: -
Water op straat is getoetst met bui 08 uit de Leidraad Riolering, met daarop een klimaat toeslag volgens het KNMI klimaat scenario 2014. Dit houdt in dat er een toeslag van 14^. op de bui intensiteit en inhoud is gedaan (hierna benoemd als bui 08+);
-
Waterschade is getoetst met behulp van bui 09 en bui 10 uit de Leidraad Riolering met de klimaattoeslag uit KNMI klimaat scenario 2014 (hierna benoemd als bui 09+ en bui 10+);
-
De gehanteerde randvoorwaarde bij de Sliksloot is gemiddeld hoog water, NAP +1,15 m. Daarnaast is er een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd met hogere buitenwaterstanden om de invloed daarvan in beeld te brengen;
-
Er worden door RWS als beheerder van het ontvangende waterlichaam geen eisen gesteld aan de HWA uitstroom, er gelden geen beperkingen voor deze uitstroom;
-
De emissie en overstortfrequentie van het systeem is bepaald met de 10 jarenreeks 1955 -1964 van meetstation de Bilt met tussenstappen van 15 m i n u t e n , afkomstig van het KNMI;
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
-
Door RWS is aangegeven dat de toetsing van de vuilvracht moet worden uitgevoerd aan de hand van de notitie Riooloverstorten, deel 1: knelpuntcriteria riooloverstorten (CIW, juni 2001). Als uit die toetsing blijkt dat de overstort zonder BBL of andere maatregelen niet zal leiden t o t een knelpunt dan kan RWS instemmen met een situatie zonder aanvullende maatregelen.
-
De vuilvracht is bepaald aan de hand van de methode zoals beschreven in de Tweede Rioleringsnota van de Werkgroep Riolering West-Nederland (wRw), bijlage 6. Deze schrijft voor dat bij een gemiddelde overstortgebeurtenis de CZV waarde 200 mg/l is zonder BBL. Indien er een BBL aanwezig is w o r d t ervan uitgegaan dat de concentratie w o r d t verminderd met 40 ^. (120 mg/l); 1
-
De vuilvracht voor piekemissies 0 = 1 , T=2, T=5 en T ^ 0 ) is ook conform de Tweede Rioleringsnota berekend met een concentratie van 400 mg/l. Met een BBL in het systeem is er gerekend met 35^. emissie reductie (260 mg/l).
-
Bij de wRw knelpuntenmethodiek (bijlage 2 van CIW Riooloverstort [VIII]). In de methodiek w o r d t gebruik gemaakt van onderstaande formule (bijlage 2 van [VIII]). De score w o r d t vervolgens gebruikt in het stappenschema waar de categorie van de overstort w o r d t bepaald. 10 * SC
dí
K
+ SC
~
br
+
5
* SC
typ
+
SC
VUÍĮ
17
Waarin: K
-
= WRW totaalscore
SC
di
= Score voor de diepte van het ontvangend water oppervlak
SC
br
= Score voor de breedte van het ontvangend water oppervlak
SC
typ
= Score voor het type water waarop w o r d t overgestort
SC
vuil
= Score voor de vuilvracht van het overstortende rioolwater
De volgende t w e e locaties voor ontvangend oppervlakte water worden hier getoetst, met vermelde kenmerken:
-
o
sliksloot (48 m breed, 3,5 m diep en stromend oppervlak)
o
jachthaven (45 m breed, 2 m diep en afvoerend oppervlak)
Voor een mogelijk overstort bij de jachthaven w o r d t ervan uitgegaan dat er geen mensen zwemmen in het water of andere recreatieve vormen met uitzondering van in- en uitvaren van de schepen.
-
Er is gebruik gemaakt van de geschematiseerde situatie zoals deze is opgezet voor de tijdelijke situatie (zie notitie 'Ontwerp tijdelijke situatie HWA afvoer industrieterrein De Krom', Iv-Infra 27 jan. 2015), zie figuur 1-1 voor een overzicht uit het SOBEK model.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
^y^^lP
^^Piiïr
f f v o o r t/e zekerheid
n tl
Figuur 2 - Schematisatie tijdelijke situatie rioleringssysteem De Krom in SOBEK. 1.2.2
Systeembeschrijving
De neerslag op het verharde oppervlakte, dat aangekoppeld is op het HWA-stelsel stroomt in principe via de HWA-uitstroomleiding in de Slikslootstraat onder vrij verval uit in de Sliksloot. Wanneer de afvoer van hemelwater zodanig t o e n e e m t dat de waterstand in het HWA-stelsel ter plaatste van de interne overstort- en verzamelput in de Griendstraat hoger w o r d t dan NAP +1,88 m, zal een gedeelte van het
hemelwater
overstorten op de jachthaven. Zie Figuur 3 voor de genoemde locaties. r
v-
Interne overstorten verzamelput
DWA pomp 1
Q
o
Griendstraat
Ľ ū
Overstortleiding
n
HWA uitstroomleiding
Sliksloot
Figuur 3 - Overzicht bel angrijke l ocaties HWA en DWA stel sel s. De DWA-afvoer w o r d t gezamenl ijk met de afvoer van het hemel water van de op het DWA-ste l se l aangesl oten oppervlakken door middel
van de pomp in de Griendstraat naar de persl eiding vanuit de Stormpol der
verpompt. Door de aanwezige overstort ter pl aatse van de Griendstraat met een drempel hoogte van NAP +2,65 m is instroom vanuit het DWA-stel sel naar het HWA-stel sel niet moge l ijk.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
Het waterpeil op de Sliksloot kan de werking van het rioleringssysteem beïnvloeden wanneer deze zo hoog w o r d t dat vrije-afstroming vanuit het HWA-stelsel en/of volkomen afstroming van de DWA-afvoer over de interne overlaat
gehinderd
wordt.
Instroom
van water
vanuit
de Sliksloot
e n / o f jachthaven
in
rioleringssysteem is niet mogelijk doordat de uitstroomvoorzieningen zijn voorzien van een terugslagklep.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
het
Ervaar de zekerheid
2
Permanente situatie
Voor de permanente herinrichting van het rioleringssysteem w o r d t het huidige systeem zoveel mogelijk behouden. Hierbij w o r d t in principe alle hemelwater uit het HWA stelsel afgevoerd via de uitstroom in de Slikslootstraat conform de oude situatie. Slechts de onderstaande twee aanpassingen aan het HWA stelsel zijn noodzakelijk: -
Door de aanleg van de dijk kan het hemelwater van de bermen ten zuiden van de Griendstraat niet vrij afstromen naar de Sliksloot. Het water dat via deze bermen afstroomde betrof niet alleen de neerslag op de bermen zelf, maar ook het afstromende hemelwater van de aansluitende verharde oppervlakken. Om beide functies goed te kunnen vervullen w o r d t hier een DT-riool voorzien. Het afstromende water van de verharde oppervlakken w o r d t doormiddel van kolken opgevangen en afgevoerd terwijl de neerslag die direct op de bermen valt infiltreert en via de drainage functie afgevoerd kan worden. De leiding sluit aan op de uitstroomleiding van het HWA stelsel in de Slikslootstraat. Afmetingen en grootte van de drainage zijn opgenomen in bijlage VI.
-
De diameter van de uitstroomleiding bij de Slikslootstraat w o r d t vergroot om een betere afvoer mogelijk te maken.
Vanuit het DWA stelsel w o r d t het water in principe via een pomp naar de RWZI afgevoerd. Bij overbelasting (door neerslag) w o r d t het overtollige water via een doorvoer door het nieuwe dijklichaam afgevoerd richting de jachthaven. Er zijn vier principe oplossingen opgesteld om het DWA stelsel in de permanente situatie te laten voldoen aan de gestelde eisen wat betreft water op straat, schade door wateroverlast en de vuiluitworp: 1.
Buitendijks aanleggen van een vergelijkbaar formaat BBL als in de oude situatie;
2.
Verhogen van de pompcapaciteit zonder randvoorzieningen;
3.
Combinatie tussen het aanleggen van een buitendijkse BBL en het verhogen van de pompcapaciteit;
4.
Geen BBL met huidige pompcapaciteit.
De vier varianten voor het DWA stelsel zijn in de volgende paragrafen nader uitgewerkt en zijn met elkaar vergeleken in hoofdstuk 4.
2.1
Variant 1: aanleggen bergbezinkleiding buitendijks
De eerste variant is de aanleg van een nieuwe bergbezinkleiding (BBL) met hetzelfde formaat als voorheen aanwezig. Deze leiding kan aangelegd worden op het terrein van de jachthaven, waar voldoende ruimte beschikbaar is tussen de kering (7 m uit de teen) en de legankers van de kade. Omdat deze situatie wat betreft de kenmerken van de riolering gelijk is aan de oude situatie levert deze per definitie geen verslechtering op ten opzichte van de oude situatie wat betreft de vuiluitworp (mag maximaal gelijk zijn aan de oude situatie). Deze variant w o r d t dan ook als referentie gebuikt voor de overige varianten. De belangrijkste kenmerken van deze variant zijn: -
BBL van 106 m ; 3
-
Pompcapaciteit blijft gelijk: 30 mVu met een pompovercapaciteit van 19,86 mVu (1,6 m m ) ;
-
Overlaat Griendstraat naar BBL w o r d t aangepast naar een drempelhoogte van NAP +2,40 m;
-
Overstort vanuit BBL naar jachthaven w o r d t aangepast naar een drempelhoogte van NAP +2,70 m;
-
De HWA overlaat op de jachthaven w o r d t losgekoppeld van de overstortput op de BBL.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
2.1.1
Toetsing water op straat en schade aan gebouwen
Zoals vermeld in de uitgangspunten voor de toetsing is bui 08+ gebruikt voor het toetsen op water op straat. De buien 09+ en 10+ zijn extreme
neerslaggebeurtenissen
(respectievelijk T=5 en T ^ 0 ) ,
onder
deze
omstandigheden is water op straat toegestaan, maar mag er geen schade aan gebouwen in de Krom ontstaan. Ze zijn dan ook gebruikt voor het toetsen op waterschade als gevolg van water op straat. Dit is gedaan door de optredende hoogtes van het water op straat te vergelijken met de ingemeten dorpelhoogtes van nabij gelegen gebouwen. Uit de uitgevoerde berekeningen blijkt dat vooral bij putten V 1 en V2 water op straat dreigt op te treden, bij de overige putten komt geen water op straat voor. De resultaten die hieronder worden toegelicht betreffen daarom in het bijzonder deze t w e e putten. Het maaiveld bij deze putten ligt op NAP +2,93 m en de laagste dorpelhoogte in de directe omgeving ligt op NAP +3,06 m. Met de hierboven beschreven kenmerken van het stelsel treedt er geen water op straat op bij bui 08+. Buien 09+ en 10+ leiden wel t o t water op straat, dit is echter zo'n geringe hoeveelheid dat dit niet t o t potentiële schade aan gebouwen kan leiden - het water blijft ruimschoots onder de dorpelhoogte van de nabij gelegen gebouwen. Zie Tabel 1 voor een samenvatting van de voornaamste uitkomsten. Tabel 2 geeft de verdeling van afvoer uit het DWA stelsel voor de verschillende locaties en toetsbuien. Tabel 1 - Maximale hoeveelheid water op straat in het DWA stelsel bij verschillende buien met een BBL van 106 3
m. Put
Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
Diepte water op
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
straat (mm)
tijd water op
Water-schade?
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
tijd water op
straat (min)
Water-schade?
straat (min)
V1 (mm)
0
10
26
Nee
36
50
Nee
V2 (mm)
0
11
24
Nee
40
47
Nee
Tabel 2 - Verdeling van de afvoer uit het DWA stelsel voor de verschillende locaties en toetsbuien. Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
156,5
334,6
409,7
Overstort van BBL op rivier (m )
65,3
200,8
311,3
Afvoer pomp (m )
55
57,5
57,5
Overstort naar BBL (m ) 3
3
3
2.1.2
Toetsing vuiluitworp
De toetsing op vuiluitworp is uitgevoerd aan de hand van een reeksberekening. Deze laat zien dat er gemiddeld 7,4 kg/jaar aan CZV w o r d t overgestort. Deze hoeveelheid w o r d t aangenomen gelijk te zijn aan de oude situatie, aangezien de afvoer- en bergingscapaciteit van het stelsel niet is veranderd ten opzichte van die situatie. Zie Tabel 3 voor de overstorthoeveelheden vanuit het DWA stelsel en Tabel 4 voor de resultaten t.a.v. de vuilvracht van de overstorten. In tabel 6.1 in bijlage 6 van de Tweede Rioleringsnota w o r d t voorgeschreven dat voor een overstort vanuit een BBL een CZV concentratie van 120 mg/l aangehouden moet worden en 260 mg/l bij een piekoverstort. In Tabel 5 zijn de resultaten opgenomen van het toepassen van de wRw knelpuntenmethodiek op basis van de berekende vuilvracht. In de genoemde methodiek is aangegeven dat een Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
score ^ 8 betekent dat er een knelpunt is, bij een score tussen de 4 en 8 moet er nader worden gekeken of er sprake is van een knelpunt en bij scores < 4 mag worden verwacht dat een overstort geen probleem oplevert voor de waterkwaliteit. Op basis van de kenmerken van het ontvangende oppervlakte water en de hoeveelheid van de vuilvracht zijn de wRw totaalscores berekend (aan de hand van de in paragraaf 1.2.1 vermelde formule). Voor beide mogelijke lozingslocaties worden scores ruim onder de 4 gevonden, er zijn dus geen problemen met betrekking t o t de waterkwaliteit. Beide overstort locaties zijn aan de hand van het stroomschema in het CIW rapport [VIII] en op basis van de lokale kenmerken ingedeeld in categorie D. De invloed op de waterkwaliteit in de jachthaven zal beperkt zijn gezien de verhouding tussen de hoeveelheid water die w o r d t geloosd en de grootte van het ontvangend oppervlaktewater. Tabel 3 - Overstorthoeveelheden vanuit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Frequentie
uitstroom (m )
overstort per jaar
Pomp
14.002,71
32,2
Overlaat
262,91
61,90
3
Piek volume
Piek volume T=2
Piek Volume T=5
Piek Volume
(m )
(m )
T ^ 0 (m )
1.265,25
1.635,33
2.684,50
3.003,42
3,7
91,73
134,82
293,11
437,48
0,60
0,00
20,88
179,13
323,49
(m ) 3
3
3
3
Griendstraat op BBL Overlaat BBL op rivier
Tabel 4 - Vuilvracht van de overstorten uit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Piek vuilvracht
vuilvracht (kg/jaar) DWA overlaat
7,4
(kg) 0
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
T=2 (kg)
T=5 (kg)
T ^ 0 (kg)
5,3
46,6
84,1
Griendstraat
Tabel 5 - WRW knelpunten toetsing Locatie overstort
wRw totaalscore
Categorie
Jachthaven
1,9
D
Sliksloot
1
D
2.2
Variant 2: verhogen pompcapaciteit
Het uitgangspunt voor deze variant voor het DWA stelsel is dat alleen de pompcapaciteit w o r d t verhoogd en verder de situatie ten opzichte van de tijdelijke situatie niet w o r d t veranderd. Om aan de gestelde eisen te voldoen moet de pompcapaciteit worden verhoogd naar 190 mVu met een pompovercapaciteit van 179,86 mVu (is 14,8 m m op 1,2149 ha).
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
2.2.1
Toetsing water op straat en schade aan gebouwen
In de onderstaande drie tabellen zijn de voornaamste resultaten van de berekeningen met het DWA stelsel weergegeven. Uit de berekeningen blijkt w e d e r o m dat putten V 1 en V2 het meest gevoelig zijn voor water op straat. Het maaiveld ligt hier op NAP +2,93 m, de laagste dorpelhoogte ligt op NAP +3,06 m. Zie Tabel 6 voor een samenvatting van de voornaamste uitkomsten. Tabel 7 geeft de verdeling van afvoer uit het DWA stelsel voor de verschillende locaties en toetsbuien.
)
Tabel 6 - Maximale hoeveelheid water op straat in het DWA stelsel bij verschillende buien met een pompcapaciteit van 190 m V u u r . Put
Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
Diepte water op
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
straat (mm)
tijd water op
Water-schade?
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
tijd water op
straat (min)
Water-schade?
straat (min)
V1 (mm)
0
10
11
Nee
36
30
Nee
V2 (mm)
0
11
10
Nee
40
29
Nee
Tabel 7 - Verdeling van de afvoer uit het DWA stelsel voor de verschillende toetsbuien.
Uitstroom overstort jachthaven
Bui 08+
Bui 09+
Bui10+
47,2
170,6
311,4
253,3
285,0
253,3
(m ) 3
Afvoer pomp (m ) 3
2.2.2
Toetsing vuiluitworp
De toetsing op vuiluitworp laat zien dat er gemiddeld 5,3 kg/jaar CZV w o r d t overgestort. Hiermee voldoet het systeem aan de eis dat de vuilvracht niet toe mag nemen. In tabel 6.1 in bijlage 6 van de Tweede Rioleringsnota is voorgeschreven dat voor een overstort zonder een BBL een CZV concentratie van 200 mg/l aangehouden moet worden en 400 mg/l bij een piekoverstort. De overstorthoeveelheden uit Tabel 8 leiden t o t de vuilvrachten zoals opgenomen in Tabel 9. Die zijn toegepast op wRw - knelpuntenmethode waar dezelfde resultaten naar voren uit komen als bij de eerste variant zie Tabel 10. Net als de invloed op waterkwaliteit en de belasting op het oppervlakte water. Tabel 8 - Overstort hoeveelheden vanuit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Frequentie
uitstroom (m )
overstort per jaar
Pomp
14.272,86
32,2
Uitstroom
29,6
0,2
3
jachthaven
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Piek volume
Piek volume T=2
Piek Volume T=5
(m )
(m )
1.282,3
1.704,4
2.722,9
3.010,0
0,0
0,0
24,0
272,4
(m ) 3
3
Piek TKL0 (m ) 3
3
Ervaar de zekerheid
Tabel 9 - Vuilvracht van de overstorten uit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
gemiddelde
per jaar (kg)
per 2 jaar (kg)
per 5 jaar (kg)
per 10 jaar
vuilvracht
(kg)
(kg/jaar) Uitstroom
5,3
0,0
0,0
108,9
9,6
jachthaven
Tabel 10 - wRw knelpunten toetsing Locatie overstort
wRw totaalscore
Categorie
Jachthaven
1,9
D
Sliksloot
1
D
2.3
Variant 3: combinatie van een BBL en verhogen pompcapaciteit
De derde variant is een combinatie van de twee voorgaande varianten. De kenmerken van deze variant zijn als volgt: -
Huidige pompcapaciteit verdubbeld naar 60 mVu, wat een pompovercapaciteit van 49,86 mVu (4,1 mm) inhoudt;
-
BBL van 95 m ;
-
Drempelhoogte van de overlaat van de Griendstraat naar de BBL w o r d t aangepast naar een hoogte van
3
NAP +2,45 m; -
Drempelhoogte van de overstort uit de BBL naar de jachthaven w o r d t aangepast naar een hoogte van NAP +2,65 m.
2.3.1
Toetsing water op straat en schade aan gebouwen
In Tabel 11 en Tabel 12 zijn de voornaamste resultaten van de berekeningen
met het DWA stelsel
weergegeven. Uit de berekeningen blijkt dat wederom putten V 1 en V2 het meest gevoelig zijn voor water op straat. Het maaiveld ligt hier op NAP +2,93 m, de laagste dorpelhoogte ligt op NAP +3,06 m. De werking van dit systeem is gelijk aan variant 1, alleen de combinatie met een vergrote pompcapaciteit zorgt ervoor dat de BBL kleiner is en er minder w o r d t overgestort op de rivier. Daarnaast komt er minder water op straat te staan. De voornaamste uitkomsten zijn weergegeven in de onderstaande tabellen. Tabel 11 - Maximale hoeveelheid water op straat vanuit het DWA stelsel bij verschillende buien met een BBL van 95 m en pomp van 60 mVuur. 3
Put
Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
Diepte water op
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
straat (mm)
tijd water op
Water-schade?
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
tijd water op
straat (min)
Water-schade?
straat (min)
V1 (mm)
0
10
27
Nee
36
45
Nee
V2 (mm)
0
11
26
Nee
40
42
Nee
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
Tabel 12 - Verdeling van de afvoer uit het DWA stelsel over de verschillende locaties en toetsbuien. Locatie
Bui 08+
Bui 09+
Bui10+
overlaat griendstraat op BBL (m )
141,8
314,3
382,6
Overlaat BBL op rivier (m )
32,8
183,4
299,0
Afvoer pomp (m )
110
115
115
3
3
3
2.3.2
Toetsing vuiluitworp
Uit de reeksberekening volgt dat er gemiddeld 3,6 kg/jaar CZV w o r d t overgestort. In vergelijking met de aangenomen huidige situatie van 7,4 kg/jaar is dit bijna een halvering. In vergelijking met variant 2 zijn de piekemissies lager 0 = 1 0 ) . In tabel 6.1 in bijlage 6 van de Tweede Rioleringsnota is voorgeschreven dat voor een overstort vanuit een BBL een CZV concentratie van 120 mg/l aangehouden moet worden en 260 mg/l bij een piekoverstort. De overstorthoeveelheden uit Tabel 13 leiden t o t de vuilvrachten zoals opgenomen in Tabel 14. In Tabel 15 is te zien dat net als bij de vorige varianten de locatie van de overstort geen invloed heeft op de uitkomst van de wRr knelpunten toetsing en hetzelfde patroon zal optreden in belasting op oppervlaktewater. Tabel 13 - Overstorthoeveelheden uit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Frequentie
Piek volume per
Piek volume per 2
Piek Volume per 5
Piek Volume
uitstroom (m )
overstort per jaar
jaar (m )
jaar (m )
jaar (m )
per 10 jaar (m )
Pomp
14164,67
32,2
1282,08
1698,95
2723,50
3011,17
overlaat
111,80
1,80
37,83
73,93
99,69
401,53
29,85
0,10
0,00
0,00
0,00
298,46
3
3
3
3
3
griendstraat op BBL Overlaat BBL op rivier
Tabel 14 - Vuilvracht van de overstorten uit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Piek vuilvracht
vuilvracht (kg/jaar) DWA overlaat
3,6
(kg) 0,0
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
T=2 (kg)
T=5 (kg)
T ^ 0 (kg)
0,0
0,0
77,6
griendstraat
Tabel 15 - WRW knelpunten toetsing Locatie overstort
wRw totaalscore
Categorie
Jachthaven
1,9
D
Sliksloot
1
D
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
2.4
Variant 4: Geen BBL met huidige pompcapaciteit
Bij deze variant w o r d t de verwijderde BBL niet vervangen en evenmin w o r d t de pompcapaciteit verhoogd. Om te voldoen aan de criteria van geen water op straat bij bui 08+ en geen waterschade aan buien 09+ en 10+ is het wel nodig om de drempelhoogte van de overstort in de Griendstraat te verlagen naar een hoogte van NAP + 2,58 m.
)
2.4.1
Toetsing water op straat en schade aan gebouwen
In Tabel 16 en Tabel 17 zijn de voornaamste resultaten van de berekeningen
met het DWA stelsel
weergegeven. Uit de berekeningen blijkt dat wederom putten V 1 en V2 het meest gevoelig zijn voor water op straat. Het maaiveld ligt hier op NAP +2,93 m, de laagste dorpelhoogte ligt op NAP +3,06 m. De werking van dit systeem is vrijwel gelijk aan variant 1, met als voornaamste verschil dat het water vanaf de overstort in de Griendstraat direct op het openwater geloosd w o r d t in plaats van op een BBL. Als gevolg hiervan is zowel de frequentie van overstortgebeurtenissen als de hoeveelheid van het overstortende water en de vuilvracht groter dan in variant 1. De voornaamste uitkomsten zijn weergegeven in de onderstaande tabellen, een volledig overzicht van water op straat voor alle putten is opgenomen in bijlage VIII. Tabel 16 - Maximale hoeveelheid water op straat vanuit het DWA stelsel bij verschillende buien. Put
Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
Diepte water op
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
straat (mm)
tijd water op
Water-schade?
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
tijd water op
straat (min)
Water-schade?
straat (min)
V1 (mm)
0
10
26
Nee
36
41
Nee
V2 (mm)
0
11
24
Nee
40
39
Nee
Tabel 17 - Verdeling van de afvoer uit het DWA stelsel over de verschillende locaties voor de drie toetsbuien. Locatie
Bui 08+
Bui 09+
Bui10+
Overstort DWA stelsel (m )
171,8
330,8
409,5
Afvoer pomp (m )
55,0
57,5
57,5
3
3
2.4.2
Toetsing vuiluitworp
Uit de reeksberekening volgt dat er gemiddeld 50,6 kg/jaar CZV w o r d t overgestort. In vergelijking met de aangenomen huidige situatie (variant 1) waarbij 7,4 kg/jaar overstort is dit bijna 7 keer zoveel. In tabel 6.1 in bijlage 6 van de Tweede Rioleringsnota is voorgeschreven dat voor een overstort vanuit een stelsel zonder BBL een CZV concentratie van 200 mg/l aangehouden moet worden en 400 mg/l bij een piekoverstort. De overstorthoeveelheden uit Tabel 18 leiden daarmee t o t de vuilvrachten zoals opgenomen in Tabel 19. De invloed van de toegenomen vuilvracht op de wRw knelpunten toetsing is echter verwaarloosbaar. Zoals in tabel 3 van bijlage 2 van CIW riooloverstorten te zien is krijgen alle vuilvrachtemissies kleiner dan 65 kg/jaar een score 1, waar ook de verhoogde vuilvracht nog binnen valt.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
Tabel 18 - Overstorthoeveelheden uit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Frequentie
uitstroom (m )
overstort per jaar
Pomp
14010,27
32,2
Uitlaat Jachthaven
252,96
3,5
3
Piek overstort
Piek overstort T=2
Piek overstort T=5
Piek overstort
(m3)
(m3)
T ^ 0 (m3)
1265,25
1641,33
2693,25
3007,00
87,89
138,21
296,47
440,83
(m ) 3
Tabel 19 - Vuilvracht van de overstorten uit het DWA stelsel. Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Piek vuilvracht
vuilvracht (kg/jaar) DWA overlaat
(kg)
50,6
35,2
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
Piek vuilvracht
T=2 (kg)
T=5 (kg)
T ^ 0 (kg)
55,3
118,6
176,3
griendstraat
Tabel 20 - wRw knelpunten toetsing Locatie overstort
wRw totaalscore
Categorie
Jachthaven
1,9
D
Sliksloot
1
D
2.5
Toetsing HWA stelsel
Het HWA stelsel is redelijk robuust ontworpen en levert weinig problemen op. Alleen de meest extreme bui 0 = 1 0 ) leidt t o t een zeer kleine hoeveelheid water op straat. Dit heeft geen problemen voor de nabij gelegen bebouwing t o t gevolg. Voor de afvoer van het HWA systeem is de Slikslootstraat het belangrijkste punt in het systeem, de grootste hoeveelheden water verlaten het stelsel via dit punt. Alleen bij extreme neerslaghoeveelheden, zoals bui 09+ en 10+, storten er significante hoeveelheden over via de overstort in de Griendstraat. Tabel 2 1 en Tabel 22 geven de resultaten van de berekeningen van het HWA stelsel weer. In de eerste tabel zijn alleen de putten opgenomen waar bij één van de buien water op straat optreedt, het betreft putten van het nieuw aan te leggen DT-riool. Bij de overige putten treedt helemaal geen water op straat op. In bijlage VIII is een overzicht van alle putten opgenomen. Tabel 2 1 - Maximale hoeveelheid water op straat vanuit het HWA stelsel bij de toetsbuien. Put
Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
Diepte water op
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
straat (mm)
tijd water op
Water-schade?
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
tijd water op
straat (min)
Water-schade?
straat (min)
D1
0
0
0
Nee
1
23
Nee
DV
0
0
0
Nee
7
22
Nee
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
GMB
D2
0
0
0
Nee
5
Ervaar de zekerheid
27
Nee
Tabel 22 - Verdeling van de afvoer uit het HWA stelsel over de verschillende locaties.
Uitstroom overstort jachthaven
Bui 08+
Bui 09+
Bui10+
8,1
70,3
143,6
529,0
747,5
855,5
(m ) 3
Uitstroom overstort Slikslootstraat (m ) 3
2.6
Gevoeligheidsanalyse
De gevoeligheid van het systeem voor het optreden van hoge buiten waterstanden is getest door een extra toets uit te voeren met bui 08+ met een verhoogde waterstand op de rivier, in plaats van gemiddeld hoogwater dat eerder is aangehouden. De toets is voor de vier varianten uitgevoerd met de volgende waterstanden: -
+2,53 m NAP 0 = 2 ) ;
-
+2,80 m NAP 0 = 1 0 ) .
2.6.1
Variant 1: BBL 106 m
3
De variant met de BBL is w a t gevoeliger voor verhoogde waterstanden en resulteert in iets hogere waterstanden bij de putten R2 en R5, maar er w o r d t geen waterschade veroorzaakt. Zie Tabel 23 en Tabel 24 voor de resultaten van de berekening. Tabel 23 - Maximale hoeveelheden water op straat met verschillende waterstanden op de rivier. Waterstand op
V1 (mm)
V2 (mm)
R2 (mm)
R5 (mm)
NAP +2,53 m
0
0
NAP +2,80 m
66
47
D1 (mm)
DV (mm)
D2 (mm)
4
1
14
5
rivier
5
Tabel 24 - Duur van water op straat per put bij verschillende waterstanden op de rivier Waterstand op
V1 Tijd water
V2 Tijd water
R2 Tijd water
R5 Tijd water
D1 Tijd water
DV Tijd water
D2 Tijd water
rivier
op straat
op straat
op straat
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
(min)
(min)
(min)
NAP +2,53 m
2
2
0
0
20
18
20
NAP +2,80 m
3
2
30
24
45
39
45
2.6.2
Variant 2: pompcapaciteit 190 mVu
In Tabel 25 en Tabel 26 zijn de resultaten weergegeven van een verhoogde waterstand met variant 2. Vooral bij de putten R2 en R5 en de putten voor het drain systeem is het merkbaar dat het HWA systeem gevoelig is voor de verhoogde waterstanden. Echter ontstaat er geen schade aan deze panden, aangezien er een verschil zit van 13 cm tussen R2 en de laagste dorpelhoogte in de directe omgeving.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
Tabel 25 - Maximale hoeveelheden water op straat met verschillende waterstanden op de rivier. Waterstand op
V1 (mm)
V2 (mm)
R2 (mm)
R5 (mm)
•í1
0
0
•í1
66
47
D1 (mm)
DV (mm)
D2 (mm)
4
1
14
5
rivier NAP +2,53 m NAP +2,80 m
2
5
Tabel 26 - Duur van water op straat per put bij verschillende waterstanden op de rivier Waterstand op
V1 Tijd water
V2 Tijd water
R2 Tijd water
R5 Tijd water
D1 Tijd water
DV Tijd water
D2 Tijd water
rivier
op straat
op straat
op straat
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
(min)
(min)
(min)
NAP +2,53 m
2
1
0
0
20
18
20
NAP +2,80 m
5
5
30
24
45
39
45
2.6.3
Variant 3: BBL 95 m en pompcapaciteit 60 mVu 3
De gevoeligheid van variant 3 is vergelijkbaar met die van variant 1. Er w o r d t geen waterschade veroorzaakt door hoge waterstanden op de rivier met standaard bui 08+. Zie Tabel 27 en Tabel 28 voor de resultaten van de berekening. Tabel 27 - Maximale hoeveelheden water op straat met verhoogde waterstanden op de rivier. Waterstand op
V1 (mm)
V2 (mm)
R2 (mm)
R5 (mm)
0
0
66
47
D1 (mm)
DV (mm)
D2 (mm)
4
1
14
5
rivier NAP +2,53 m NAP +2,80 m
2
2
5
Tabel 28 - Duur van water op straat per put bij verschillende waterstanden op de rivier Waterstand op
V1 Tijd water
V2 Tijd water
R2 Tijd water
R5 Tijd water
D1 Tijd water
DV Tijd water
D2 Tijd water
rivier
op straat
op straat
op straat
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
(min)
(min)
(min)
NAP +2,53 m
2
2
0
0
20
18
20
NAP +2,80 m
6
6
30
24
45
39
45
2.6.4
Variant 4: Geen BBL met huidige pompcapaciteit
De gevoeligheid van variant 4 in het HWA stelsels is hetzelfde als bij de andere varianten aangezien er geen verschillen zijn tussen de HWA stelsels. In het DWA stelsel is zichtbaar dat alleen met de zwaarste bui er water op straat komt te staan. Er w o r d t geen waterschade veroorzaakt door hoge waterstanden op de rivier met standaard bui 08+. Zie Tabel 29 en Tabel 30 voor de resultaten van de berekening.
Tabel 29 - Maximale hoeveelheden water op straat met verhoogde waterstanden op de rivier. Waterstand op
V1 (mm)
V2 (mm)
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
R2 (mm)
R5 (mm)
D1 (mm)
DV (mm)
D2 (mm)
rivier NAP +2,53 m
0
0
0
0
NAP +2,80 m
7
7
66
47
5
4
1
14
5
Tabel 30 - Duur van water op straat per put bij verschillende waterstanden op de rivier Waterstand op
V1 Tijd water
V2 Tijd water
R2 Tijd water
R5 Tijd water
D1 Tijd water
DV Tijd water
D2 Tijd water
rivier
op straat
op straat
op straat
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
op straat (min)
(min)
(min)
(min)
NAP +2,53 m
0
0
0
0
20
18
20
NAP +2,80 m
22
22
30
24
45
39
45
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
3
Vergelijking varianten
Uit de toetsing komt naar voren dat met geen van de vier beschouwde varianten waterschade zal ontstaan als gevolg van water op straat bij de buien 08+, 09+ en 10+. Het hydraulisch functioneren van alle vier de varianten voor de permanente situatie is gelijk aan die in de oude situatie.
)
Uit de analyses volgens de wRw knelpunten methodiek VIII volgt dat de vier varianten vergelijkbaar zijn en als categorie D, geen knelpunt, worden beoordeeld. Wat wil zeggen dat de belasting op de waterkwaliteit miniem w o r d t geacht en geen problemen zal opleveren voor de volksgezondheid of voor dierenwelzijn. Alleen direct bij de uitlaat zelf, voordat er menging met het oppervlaktewater heeft kunnen plaats vinden, is er invloed van de overstort op de waterkwaliteit. Dit neemt op enige afstand van de overstort snel af naarmate er meer menging met het oppervlaktewater plaatsvindt. Een groot verschil tussen de verschillende varianten zijn de kosten. Vooral bij variant 4 zullen de kosten lager liggen omdat hier afgezien van de algemene aanpassingen, alleen de drempelhoogte van de overstort in de Griendstraat moet worden aangepast. Bij de andere 3 varianten moet er een BBL worden aangelegd e n / o f de pompcapaciteit worden verhoogd om aan alle eisen te kunnen voldoen. De aanleg van een BBL op het jachthaventerrein zou ongeveer C150.000 kosten, met onzekerheidsbandbreedte van 30'X
1
In Tabel
3 1 zijn
kort
de voor-
en
nadelen
van
de vier varianten
weergegeven
op
basis van
de
modelberekeningen. Tabel 3 1 - Vergelijking van de drie varianten Voordelen
Nadelen Gevoelig voor verhoogde w a t e r s t a n d e n op de
Variant 1: BBL 106 m3
Variant 2: pomp 190 mrô/u
rivier M i n s t gevoelig voor verhoogde
M e e r w a t e r naar RWZI en g r o t e r e b e l a s t i n g op
w a t e r s t a n d e n op de rivier
stormpolder gemaal
M i n s t e h o e v e e l h e i d w a t e r op s t r a a t bij
Kosten
buien 09 en 10 M i n s t e v u i l u i t s t o o t 3,6 kg/jaar
Kosten
Variant 3: pomp 60 nrô/u BBL 95 m3
M i n d e r vaak o v e r s t o r t e n naar BBL
M e e r w a t e r naar RWZI en g r o t e r e b e l a s t i n g op stormpolder gemaal
Variant 4: G e e n BBL met huidige pompcapaciteit
Kosten
Grotere vuilvracht
Minste werkzaamheden
Alle vier de varianten zijn zo ontworpen dat er voldaan w o r d t aan de eisen wat betreft water op straat en vuiluitworp, wat dat betreft zijn er geen grote verschillen tussen de varianten. Hierbij is in eerste instantie echter niet gekeken naar de haalbaarheid en wenselijkheid van de afmetingen en capaciteiten van de varianten. Vooral bij variant 2 speelt dit, de benodigde vergroting van de pompcapaciteit (van 30 naar 190 m V u u r ) is zo groot dat dit waarschijnlijk onwenselijk is. De kosten zijn naar verwachting relatief hoog en daarnaast is het de vraag of het haalbaar is meer (hemel)water naar de RWZI af te voeren en het gemaal van de Stormpolder te belasten. Hetzelfde geldt in mindere
mate voor variant 3, een verdubbeling van de
pompcapaciteit levert daarbij een slechts iets kleinere BBL op. Variant 4 vereist de minste aanpassingen en heeft als enige nadeel de frequentie en het volume van overstorten op het oppervlaktewater. Daar staat tegenover dat de kosten significant lager zijn dan bij de andere varianten.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
In overweging nemend w a t de invloeden zijn van de verschillende varianten op overstorten, kosten en overige voordelen en nadelen met betrekking t o t de uitvoering is variant 4 de voorkeursvariant.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
4
Voorkeursvariant
4.1
Toelichting voorkeursvariant
Variant 4 is als voorkeursvariant gekozen omdat deze de minste aanpassingen vereist om aan alle eisen betreffende water op straat, waterschade en de wRw knelpunten methodiek te voldoen. De enige extra aanpassing die nodig is ten opzichte van de andere varianten, is het verlagen van de drempelhoogte van de overlaat in de Griendstraat op de jachthaven met 7 cm. De andere aanpassingen zoals de uitlaatconstructies, DT-riolering en de aansluiting van de jachthaven op het DWA stelsel zijn in alle varianten hetzelfde. Daartegenover staat dat het bij deze variant niet nodig is om een BBL en/of een verhoging van de pompcapaciteit aan te brengen. Door de verhouding tussen de hoeveelheid water die w o r d t geloosd op de rivier en de grootte van de rivier zelf is de overstort geen probleem voor de waterkwaliteit. Alle varianten kregen volgens deze methodiek dezelfde eindbeoordeling: categorie
D. Dit betekent dat er geen knelpunten of risico's voor dierenwelzijn
en
volksgezondheid zijn. Hierdoor is er op basis van impact op waterkwaliteit geen voorkeur voor één van de varianten. Het effect van het overstortende water op de waterkwaliteit zal zich beperken t o t de directe omgeving van het uitlaatpunt. Vanaf dat punt zal er menging plaats vinden van het afvalwater en het oppervlaktewater waardoor de CZV concentratie in het water snel zal afnemen. Gezien de lagere kosten voor de uitvoering van de voorkeursvariant waarmee voldaan kan worden aan alle gestelde eisen, sluit de voorkeursvariant aan op de wensen van het afvalwater akkoord tussen HHSK en de gemeente [IX]. Hierin is de wens uitgesproken om aanpassingen aan rioleringen voor de maatschappelijk (financieel en milieu) laagste kosten uit te voeren.
4.2
Aanpassing voorkeursvariant: alternatieve overstort
Om rekening te houden met de wensen van de gemeente in verband met het minimaliseren van overstorten in de jachthaven is als aanvulling gekeken naar de mogelijkheid om een overstort van het DWA stelsel in de Slikslootstraat te creëren. Het doel hiervan is o m minder water te laten overstorten in de jachthaven zonder dat het een negatief effect heeft op het hydraulisch functioneren van het systeem en de vuilvracht op de Sliksloot. De aanpassingen die zijn uitgevoerd ten opzichte van variant 4 zijn als volgt: -
Extra overstort uit het DWA stelsel op het HWA stelsel tussen de putten V2 en R2, in de Slikslootstraat.
-
De extra overstort is een vergelijkbare overlaat als die nu aanwezig is bij put NU1 (overstort naar de jachthaven), met een breedte van 1,4 m en een afvoer coëfficiënt (Ce) van 1,11.
-
De nieuwe overstort w o r d t aangelegd met een drempelhoogte op NAP +2,70 m.
-
De drempelhoogte van de overstort in NU1 w o r d t verhoogd naar NAP +2,95 m.
-
Interne diameter van de uitlaatconstructie en leiding van de Slikslootstraat naar de Sliksloot w o r d t vergroot naar minstens 550 m m .
Een bijkomend voordeel van de nieuwe overstort is dat dit het punt met de laagste maaiveldhoogte is in De Krom, daardoor heeft de nieuwe overstort een positief effect op de kans op water op straat. In Tabel 3 2 , Tabel 33 en Tabel 34 zijn de resultaten weergegeven. Het doel om minder water te laten overstorten op de jachthaven door het DWA stelsel meer via de Slikslootstraat te laten overstorten w o r d t bereikt. In Tabel 32 is te zien dat in de situatie zonder verdere aanpassingen er gemiddeld 253 m per jaar w o r d t geloosd 3
op de Slikslootstraat en in de situatie met de aanpassing er nog 25 m op de jachthaven en 224 m op de 3
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
3
Ervaar de zekerheid
Sliksloot w o r d t overgestort. Ook bij de piekbuien is het beeld terug te zien dat er meer w o r d t overgestort op de Sliksloot dan op de jachthaven. Het totale overstortvolume blijft met de aanpassing vrijwel gelijk aan het oorspronkelijke ontwerp. In Tabel 33 is te zien dat de toevoeging van een extra overstort in de Slikslootstraat een verbetering voor het water op straat t o t gevolg heeft. Er komt geen water meer op straat te staan met de toetsbuien. Alleen bij de putten van de DT riolering komt er water op straat bij b u i K H , dit leidt echter niet t o t waterschade.
ļ
Tabel 32 - Overstorthoeveelheden uit het DWA stelsel, zowel in de situatie met een extra overstort (blauw) als in het oorspronkelijke o n t w e r p (rood). Locatie
Jaarlijks gemiddelde
Frequentie
uitstroom (m )
overstort per jaar
224
3,3
25
0,9
3
Overstort
Piek overstort
Piek overstort T=2
Piek overstort T=5
Piek overstort
(m3)
(m3)
T ^ 0 (m )
77,07
135,71
275,21
295,57
0
13,67
33,82
164,31
77,07
149,38
309,03
459,88
87,89
138,21
296,47
440,83
(m ) 3
3
Slikslootstraat Overstort Jachthaven Totaal (aangepaste
249
voorkeursvariant) Uitlaat Jachthaven
253
3,5
(oorspronkelijk ontwerp)
Tabel 33 - Maximale hoeveelheid water op straat vanuit het DWA stelsel bij verschillende buien met drempelhoogte van NAP + 2,58m Put
Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
Diepte water op
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
straat (mm)
tijd water op
Water-schade?
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
tijd water op
straat (min)
Water-schade?
straat (min)
V1 (mm)
0
0
0
Nee
0
0
Nee
V2 (mm)
0
0
0
Nee
0
0
Nee
Diepte water op
Cumulatieve
Water-schade?
straat (mm)
tijd water op
Tabel 34 - Maximale hoeveelheid water op straat vanuit het HWA stelsel bij de toetsbuien. Put
Bui 08+
Bui 09+
Bui 10+
Diepte water op
Diepte water op
Cumulatieve
straat (mm)
straat (mm)
tijd water op
Water-schade?
straat (min)
straat (min)
D1
0
0
0
Nee
3
20
Nee
DV
0
0
0
Nee
21
17
Nee
D2
0
0
0
Nee
16
20
Nee
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
Het doel om minder water van het DWA in de jachthaven te laten overstorten is met deze aanpassing bereikt zonder dat het negatieve gevolgen heeft voor de oorspronkelijke voorkeursvariant. De verplaatsing van de overstort leidt ook t o t minder water op straat onder extreme omstandigheden, omdat de nieuwe overstort nabij het laagste maaiveld ligt.
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
^Jy^ļ Jj Ervaar de zekerheid
Bijlage I
Aanduiding putten en strengen HWA-stelsel
•41 ., .
:
ū!
1
R1
R1
n
~i
t
R1 H
r
NI
L
i
n A6
Ē
n
1
Uitstroom
I-..
n
I
n
iarhthawon
4.'.-
1
Ui
r
•s,
-I
7 •verT-.tnf (pul ' ', p omp
ì
i
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
UlAf A
^y^^lP
Bijlage II
f f v o o r t/e zekerheid
Aanduiding putten en strengen DWA-stelsel
i1
IMTral
I
-I-
i.' ,,:
V. 71 !
q ū V J
F
(wr
v
'.'.Tî.
ť i
ī
7 I
T.
V1
F
.-
'''A
N 1r
. t IT n
:
V.'-.:
MVS
1
se*
1
V
7 Uitstroom iachthave
•y. I i
V
\
Wil ITTTiiil
I
2
«JWIÏ
1
v
11
2
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
í
Ervaar de zekerheid
Bijlage III
Verdeling DWA-afvoer over DWA-stelsel
Totale D W A - a f v o e r 'De K r o m '
10,24 013/11
Totale l e n g t e DWA-stelsel Streng D Lengte
a f v o e r DWA
-
m J I
527,01 m
m37h
l/h
32,26
0,63
627
48,4
0,94
940
DA
32,97
0,64
641
H
39,14
0,76
761
CB
29,51
0,57
573
CA
39,92
0,78
776
G
19,98
0,39
388
BA
13,11
0,25
255
F
30,13
0,59
585
E
54,09
1,05
1051
D
34,44
0,67
669
C
21,55
0,42
419
B
47,15
0,92
916
A
36,19
0,70
703
AA
5,83
0,11
113
AB
42,34
0,82
823
527,01
10,241
Totaal
|
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
10240
Ervaar de zekerheid
Bijlage IV
Verdeling afvoerend oppervlakte HWA- en DWA-stelsel
AFVOER NAAR RWA-RIOOL Streng
Daken
overiooD
Cum.Totaal
0
0
3667
3667
H
2897
6564
G
3213
9777
F
1184
10961
E
2424
13385
1
D
212
13597
AB
1016
1016
AA
212
1228
C
165
14990
B
605
15595
BB
1270
1270
BA
634
1904
A
0
17499
Totaal
17499
17499
m2
ma
Dakoppcrvlak
»
DWA riolen
123 m 2
Dakoppervlak
»
Bermen
791 m 2
Dakoppervlak
»
RWA- riolen
17499 m 2
TOTAAL Dakoppervlak
18413 m.2
Bron: tekening nieuwe DWA-riolen (DWA + wegen + verharde terreinen), TBK, 24-9-2002
AFVOER NAAR DWA-RIOOL Verharding iken
Strena
DA CB CA
BA
AB Totalen
Sub.Totaal
0 û 0 30 0 0 0 0 Ũ 0 0 0 0 93 0 0
808 1230 359 423 507 312 207 486 283 873 525 1383 1233 1687 0 1710
808 1230 359 453 507 312 207
123 m2
12026 m2
12149 m2
Cum.Totaal »
DWA riolen
123 m 2
Vcrhardopporvlak »
DWA riolen
12026 m.2
[MkoppcrvUk
TOTAAL naar DWA-riolen 283 873 525 1383 1233 1780 0 1710
m2 over overstortmuur
verhardoppervlak »
10369
12149
Bron: tekening nieuwe RWA-riolen (Dakoppervlakken), TBK, 24-9-2002
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Bermen
rOTAAL VcrhardoDDervlak (excl. dakoppervlaK)
12149 m.2 9469 m 2
21495 m 2
Ervaar de zekerheid
Bijlage V
Beschikbare oppervlakte voor berging op straat
streng a f v o e r e n d
DA
put
beschikbare
oppervlak
b e r g i n g op
(m2)
straat (m2)
beschikbare put
put
beschikbare
berging op
berging op
straat (m2)
straat (m2)
359
v 1
180
r 1
335
nu1
1132
1230
v 2
1006
r 2
335
P1
578
J
808
v 3
1019
r 3
1019
H
423
v 4
404
r 4
404
CA
312
v 5
471
r 5
CB
507
v
6
410
r
G
207
v
7
254
r 7
BA
486
v 8
488
r 8
254
F
283
v 9
243
r 9
488
R
873
v
10
699
r
10
578
DA
525
v
11
954
r
11
699
C
1383
v
12
1308
r
12
954
I
335 6
471 410
BA
1233
v
13
1187
r
13
1308
A
1710
v
14
1132
r
14
1187
AB
1687
v
15
562
TOTAAI
12026
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
Ervaar de zekerheid
Bijlage VI
DT-riool
Als gevolg van het aanleggen van de nieuwe dijk tussen de Krom en de Sliksloot kan water van de bermen ten zuiden van de Griendstraat niet meer vrij afstromen naar de rivier. Naast de neerslag op de bermen zelf stroomde in de oude situatie ook het hemelwater van enkele aangrenzende verharde percelen naar de Sliksloot af. Om dit afstromende hemelwater in de nieuwe situatie op te vangen en af te voeren w o r d t er een DT-riool aangelegd nabij de teen van de dijk. Dit riool w o r d t voorzien van kolken voor de afvoer van het hemelwater van de verharde percelen terwijl de drainage functie zorgt voor de afvoer van de neerslag op de bermen zelf. De oppervlakken die niet meer vrij kunnen afstromen hebben een totaal oppervlakte van 6.598 m . Om dit op 2
te vangen is het DT-riool o n t w o r p e n als een HWA stelsel dat uitstroomt op put R1. Daarnaast sluit deze nieuwe leiding ook aan op NU1 om een robuuster systeem te creëren. Voor het model is aangenomen dat er geen infiltratie plaatsvindt van de bermen naar de ondergrond en dat alle neerslag via kolken de riolering bereikt. Dit is een conservatieve benadering, in werkelijkheid zal de neerslag op de bermen vertraagd t o t afstroming komen. Tabel 35 - Gegevens van de toegepaste putten in de drain. D1
DV
D2
D3
400
400
400
400
Put oppervlakte (m )
0,64
0,64
0,64
0,64
Maaiveldhoogte (NAP + m)
3,00
3,00
3,00
3,00
Bodemniveau put (NAP +
1,80
1,40
1,80
2,00
Beschikbare
berging
op
maaiveld (m ) 2
2
m)
De leidingen zijn ontworpen en getoetst aan de hand van dezelfde uitgangspunten als de eerder besproken varianten van het bestaande stelsel: »
Geen water op straat bij bui 08+;
»
Geen schade aan gebouwen bij bui 09+ en bui 10+.
Tabel 36 - Gegevens van de drainage strengen. D1-DV
DV-R1
D2-DV
D3-D2
D3-NU1
200
300
300
200
200
Afvoerend oppervlak (m )
1075
0
4798
702
0
Begin hoogte (NAP + m)
1,8
1,5
1,8
2,0
2,0
Eind hoogte (NAP + m)
1,7
0,7
1,4
1,9
1,9
Lengte (m)
85
32
165
86
31
Minimale interne diameter (mm) 2
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
G M B ŗ ~
^
m di
~^1^dv
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
^
r
0 2
Ervaar de zekerheid
Bijlage VII
Kenmerkenblad
KENMERKENBLAD RIOLERING DE KROM (tijdelijke situatie) Gemeente
Krimen a/d Ijssel
Woonkern/gebied
De Krom
Onderbemelangsgebied
De Stormpolder
Type stelsel
Gescheiden
Voert af naar
Eindgemaal Lansingh Kenmerken rioolstelsel
Inwoners
Industrie bruto oppervlak
3.99
ha
d.w.a
10.24
rn^/u
aantal i.e. Recreatie
Verhard oppervlak Aangesloten
Aangesloten Woongebied
ha
Industrie
1.21
ha
Totaal
1.21
ha
Berging Onderdrempelberging
m3
mm
86.26
7.10
Berging in bergbezinkvoorzieningen Berging in bergingsvoorzieningen Totale berging Pompovercapaciteit
1.60 m m / u
Ledigingstijd
4.44
uur
BEREKENING AFVOER i.e. d.w.a bedrijven d.w.a. inwoners
rrrô/u 10.24
-
d.w.a recreatie pompovercapaciteit
19.76
totaal eigen gebied
30
aanvoer andere gebieden De Stormpolder
onbekend
totale afvoer
-
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen
onbekend 30
Ervaar de zekerheid
Bijlage VIII Overzicht water op straat per put voor variant 4
put v1 v2 v3 v4 v5 v6 v7 v8 v9 v10 v11 v12 v13 v14 v15 r1 r2 r3 r4 r5 r6 r7 r8 r9 r10 r11 r12 r13 r14 d1 dv d2 d3 nu1 P1
Variant 4 Bui 08+ water op straat Bui 09+ water op straat Bui 10+ water op straat NAP +2,53 m water op straat NAP +2,80 m water op straat Berging op straat (m2) max mm max m3 Tijd (m) max mm max m3 Tijd (m) max mm max m3 Tijd (m) max mm max m3 Tijd (m) max mm max m3 Tijd (m) 180 0.00 0.00 0.00 11.00 1.88 26.00 36.00 6.50 41.00 0.00 0.00 0.00 7.00 1.25 22.00 1006 0.00 0.00 0.00 11.00 10.86 24.00 40.00 40.52 38.00 0.00 0.00 0.00 7.00 6.42 22.00 1019 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 404 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 471 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 410 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 254 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 488 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 243 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 699 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 954 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 1308 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 1187 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 1132 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 562 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 335 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 335 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 75.00 25.26 33.00 1019 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 404 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 335 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 56.00 18.86 26.00 471 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 410 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 254 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 488 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 578 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 699 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 954 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 1308 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 1187 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 400 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 6.00 2.50 26.00 3.00 1.19 20.00 13.00 4.98 47.00 400 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 43.00 16.97 21.00 19.00 7.59 17.00 59.00 22.60 34.00 400 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 40.00 15.87 24.00 13.00 5.00 20.00 42.00 16.65 41.00 400 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 1132 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 578 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Ontwerpnota object 00253 | Dijkversterking Krimpen