Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013 Pagina 1
North Sea Jazz
Laura Mvula José James Steve Coleman Seasick Steve John Legend
12, 13 en 14 juli in Rotterdam
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
2 Cultureel Supplement North Sea Jazz WILFRIED DE JONG
Verslaafd aan bas
Cultureel Supplement 3
Dit zijn de shows waar wij naar uitkijken Dit Cultureel Supplement is geheel gewijd aan North Sea Jazz, dat op 12, 13 en 14 juli plaatsvindt in Ahoy Rotterdam. Hoe maak je een keuze uit het overstelpende aanbod van ruim honderdvijftig optredens op het gebied van jazz, soul, pop en world? Dit zijn de shows waar onze critici naar uitkijken.
D
e eeltige wijsvinger glijdt door mijn platencollectie. Hij houdt steeds even stil bij een exemplaar met een goede contrabassist erop. Wilbur Ware; afgemeten gepluk, vooral in het lage register. Paul Chambers; vloeiende, lange melodische lijnen. Charles Mingus; agressieve aanvallen op de snaren, een tikje slordig maar meeslepend. Charlie Haden met die lang resonerende noten. Ik ben verslaafd aan de bas, aan het lage gebied in muziek. Of het nu de contrabassectie is in Wagners Die Walküre of de grommende groove van Quincy Jones in de eerste maten van Michael Jacksons The way you make me feel. Laag zit in je buik. Hoog in je hoofd. Het midden ergens in je middenrif. Goede muziek heeft het allemaal tegelijk, door elkaar, versmolten tot één klank. Maar zonder een mooi laag register is muziek gecastreerd. Een contrabassist moet uren maken op zijn instrument. Contrabas spelen is een uitputtingsslag. De E-snaar is dik, je kunt er een auto mee wegslepen. Het duurt lang voordat je vingers en armspieren kracht genoeg hebben. Drie weken niet spelen en je bent uit vorm. Tijdens dit North Sea Jazz Festival kijk ik vooral uit naar het optreden van contrabassist Avishai Cohen (33). De afgelopen tijd draaide ik zijn laatste plaat Duende veelvuldig. Over het hele register haalt hij een sonoor geluid uit zijn instrument. Het laag van de bas klinkt stoer, het hoog is zangerig en intens. Veel jazzbassisten maken van hun instrument een cello. Ze vertillen zich aan het hoogste register, in het slechtste geval klinkt het als vals gepriegel. Niet bij Cohen. Hij is een compleet musicus; hij begeleidt, soleert en componeert. Cohen werd geboren in Israël en ontdekt door pianisten als Danilo Perez en Chick Corea. Hij heeft inmiddels al jaren zijn eigen groep. De contrabassolo – zo vaak door publiek gebruikt voor een toiletbezoek – wordt bij Cohen een hoogtepunt tijdens een concert. Het klinkt breekbaar, zoekend. We horen een verhaal ontstaan. Het contrabasspel van Cohen doet me in de verte denken aan dat van Scott LaFaro (1936-1963), de man die de contrabas een volwaardige stem gaf in de jazz. Hij speelde in het trio van pianist Bill Evans. De beroemdste liveopname komt uit The Village Vanguard in New York. Het is 25 juni 1961. LaFaro speelt soepel op zijn contrabas, de snaren lijken van elastiek. Na vier minuten en vier seconden in de ballad Some other time, klinkt er vanuit het publiek een nies. Tsjii! Meteen daarop is er een gesmoord lachje van een vrouw hoorbaar. De magie van het trio is even doorbroken. Maar de muziek overleeft het moment. De bas van LaFaro zoemt onverstoorbaar door. LaFaro’s contrabas van toen – een Abraham Prescott uit 1825 – is nog steeds in goede staat. Hij staat bij een vioolbouwer in New York. Soms mag een bassist er een weekje op spelen. Misschien moet Cohen hem eens lenen. Ik zou niet durven. Ik speel sinds mijn zestiende contrabas. Ik ben langer met mijn bas dan met mijn vrouw. Er zijn liefdevolle momenten; dan hang ik uren tegen de klankkast aan en trilt het hout tegen mijn buik. Maar er zijn ook periodes van haat. Dan wil de bas niet. Er is verzet, de bas lijkt zijn diepe geluid binnen te houden. Op die donkere dagen gun ik het ‘hondenhok’ geen blik waardig. Ik weet, er is maar één oplossing: spelen, spelen, spelen. Op het festival zullen de contrabassen weer in alle maten en soorten op het podium staan; de half-size bas van Ernst Glerum, de buikige modellen van Christian McBride en Eric Revis, de bas met verlengde E-snaar van good old Ron Carter. Als het maar laag is, als het maar gromt. Als het maar stuwt en duwt, swingt en springt. Als het maar een contrabas is.
Jazz Het einde van een generatie
et is het telefoontje dat je vreest als festivalorganisatie: de grote jazzlegende zegt zijn optreden af. Paniek. Spoedoverleg op de festivalburelen van North Sea Jazz. Affiches zijn gemaakt, kaarten worden op zijn grote naam verkocht. Wie gaat het gat vullen? Wie zijn er beschikbaar? Eerste check: hoe staat het met zijn gezondheid? In het geval van de grote tenorsaxofonist Sonny Rollins – 83 jaar inmiddels, icoon van een gouden tijdperk van de jazz en met zijn wilde wit-grijze haardos en zonnebril verreweg de coolste jazzmusicus die er is – is het een situatie om bezorgd over te zijn. Sinds begin dit jaar kampt hij met ademhalingsproblemen en staat hij onder doktersbehandeling. Concerten werden toen afgelast. Alles werd in werking gesteld om voor een grote zomertournee volledig hersteld te zijn. Maar dat is helaas niet gelukt, liet hij weten op zijn site. „I’m still not in condition to perform.” Wat een gemis, het ontbreken van Sonny. Zo’n groot intuïtief speler die op het festival in 2010 nog op verbazingwekkende wijze vlamde. Het muzikale verhaal dat hij deelde met het publiek had weinig met ouderdom te maken: zonder remmingen, en vaak met een gebalde vuist een grommend, fantasievol betoog in lange halen. Maar het houdt een keer op. Zou het de laatste keer geweest zijn? We fluisteren het voorlopig maar. De annulering van een andere bebopgrootheid die we nog graag in actie zagen komen, pianist McCoy Tyner (74) voor wie jazz ook een voortdurend experiment blijft, had een meer economische reden: de crisis. In de zuidelijke landen wordt die sterk gevoeld en dat heeft ook zijn uitwerking op de festivals. Andere promotors zeiden Tyners concerten af
H
waardoor zijn optreden op North Sea Jazz niet gehandhaafd kon blijven. Zonde. Niet om gezondheidsredenen dus, maar let’s face it, het einde van een jazzgeneratie die zijn wortels in de jazz in de jaren veertig en vijftig heeft, is nabij. De jazz verandert, en wordt voorgezet door een jongere generatie voor wie bop/mainstream jazz een belangrijke basis is, maar die veel meer experimenteert in vorm. Herbie Hancock, op het festival met het Metropole Orkest, en pianist Chick Corea, met een stevige band vol jongere jazzcats, zijn daar voortrekkers van. Fijne neobopartiesten zijn gitarist Kurt Rosenwinkel, saxofonist Branford Marsalis en drummer Willie Jones III. Natuurlijk blijft er genoeg over om verlangend naar uit te kijken met ruim 150 acts in drie dagen – een gekmakende muziekcarrousel. Bijzonder wordt de E.S.T. Symphony, een orkestrale bewerking van de muziek van de te vroeg gestorven Zweedse pianist Esbjörn Svensson. Vijf jaar na zijn tragische duikongeluk zijn de composities van zijn E.S.T-trio gearrangeerd voor een groot orkest, met als gastsaxofonist Yuri Honing. Benieuwd hoe de avond van de eigenzinnige jazzgeest Steve Coleman zal verlopen. Als curator selecteerde hij verwante geesten. De komst van jazz-zangeres Diana Krall, tegenwoordig bevrijd uit het keurslijf van keurige jazzklassiekers en zachte bossanova’s, is blij stemmend. Evenals het optreden van de vooraanstaand componist en multi-instrumentalist Hermeto Pascoal. En dan is er nog de grote stroom twintigers in de jazz, in thema’s als New Urban Jazz, die de jazz weer een nieuwe richting op duwen met een heerlijk eigentijdse aanpak. Amanda Kuyper
World Blues uit het diepe zuiden
et North Sea Jazz festival vliegt er vrolijk in door vrijdag af te trappen met Ondatrópica. Bij dit Colombiaanse experiment zijn ruim veertig muzikanten betrokken, uit verschillende generaties. Zij vermengen de Afro-Colombiaanse muziek van het legendarische label Discos Fuentes uit de jaren zestig met moderne stijlen. Een tropisch begin van het weekend. Om die sfeer vast te houden is het geen gek idee om af en toe eens langs het kleine buitenpodium Congo Square te lopen. Daar speelt vrijdag en zaterdag een van de beste jonge brassbands van New Orleans: To Be Continued Brass Band. North Sea Jazz kijkt gelukkig ook altijd met een half oog naar Afrika. De keuze van dit jaar is niet verrassend, maar wel goed. Zaterdag ranselt de Malinees Bassekou Kouyaté de snaren van zijn ngoni, een klein gitaartje. Hij speelde dit voorjaar al vele Nederlandse wereldmuziekpodia ondersteboven met zijn familieband. Op zondag sluit de Ghanees Ebo Taylor de Mississippi af. Taylor (1936) is van de generatie van Fela Kuti. Zijn mix van Ghanese highlife, afrobeat en jazz waar hij veertig jaar geleden zijn brood mee verdiende, levert hem na
H
zijn recente herontdekking in Europa een nieuwe carrière op. De hele zondag kan gevuld worden met stijlen uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten. Bijvoorbeeld met Valerie June, een dame met een stem gedrenkt in blues, soul en bluegrass. Ook Ben Harper & Charlie Musselwhite tappen uit dat vaatje. Ze brachten een verrassend broeierig album uit, waarin country, soul en gospel samenkomen op gevarieerde bluestracks. Hopelijk blijft dat intense geluid live overeind en weten ze het gitaargeweld te beperken. Dat is ook het gevaar bij Mud Morganfield, de zoon van Muddy Waters. Wordt dit een grote imitatieshow of is Morganfield oud en wijs genoeg om die enorme familielast om te buigen tot een zegen? Als het tropische begin van het festival is bevallen, is het waarschijnlijk de moeite waard om langs te gaan bij Projeto Coisa Fina. Deze jonge Braziliaanse honden zijn verslingerd geraakt aan de composities die hun landgenoot Moacir Santos in de jaren zeventig op de plaat zette. De dertienkoppige jazzbende geeft een inkijkje in de enorme muziekscene van Brazilië, waar nog zoveel onbekend talent valt te ontdekken. Leendert van der Valk
Ik ben langer met mijn bas dan met mijn vrouw
colofon Het Cultureel Supplement is een bijlage van NRC Handelsblad en verschijnt iedere donderdag Beeld omslag: Laura Mvula. Foto Andreas Terlaak Chef: Paul Steenhuis Plv. Chef: Dirk Limburg Vormgeving: Miriam Vieveen Eindredactie: Roelie Fopma, Amanda Kuyper en Sandra Smallenburg Selectie: Adinda Akkermans Informatie voor selectie:
[email protected] Ingezonden brieven:
[email protected] Postadres: Postbus 3372, 1001 AD, Amsterdam
Drukte in Ahoy tijdens het North Sea Jazz Festival in 2011 Foto Andreas Terlaak
Pop/Soul Dodelijke dilemma’s
Z
anger John Legend zoekt in zijn muziek naar „een brug tussen de traditie van soulmuziek en de moderne tijd”, vertelt hij in zijn interview in deze special. Voor wie wil horen en zien wat zich aan beide kanten van die brug afspeelt, biedt de brede poproute van North Sea Jazz uitkomst. Neem zondagavond, 18.30, de Nile. De 69jarige legende Bobby Womack inspireerde generaties muzikanten, schreef veelvuldig gecoverde, robuuste soulklassiekers voor zichzelf en anderen en zijn carrière omspant ruim vijf decennia. Hij worstelt al jaren met zijn gezondheid maar bracht vorig jaar nog een sterk album met nieuw werk uit. Bobby Womack op het podium betekent soulgeschiedenis aan het werk zien. En dan, een kwartier later in de Maas: de 27jarige Miguel; maker van het mooiste, en terecht met een Grammy Award bekroonde r&bnummer van vorig jaar; de sensuele, elektronische souljam Adorn. De r&b van Miguel is dromerig, funky en lijkt elk moment te kunnen vervliegen. Miguel is een van de topnamen in het genre van dit moment. Deze twee aanraders zijn nog net te combineren; in andere gevallen biedt het programma dodelijke dilemma’s. Waar moet je later die-
zelfde zondagavond voor kiezen, wanneer de optredens van geweldige laatbloeier Charles Bradley, de belangrijkste rapper van het moment Kendrick Lamar, de legendarische jazzbassist Ron Carter, diva-extraordinaire Dionne Warwick, popheadliner Sting én Robert Glasper Experiment – eerder dit jaar met Black Radio winnaar van de Grammy Award voor het beste r&b-album – allemaal met elkaar overlappen? Gymschoenen aan, veters strikken en hier en daar wat meepikken, is het devies. Drummer op dat laatstgenoemde album is drumgrootheid Chris Dave die regelmatig op North Sea Jazz speelde maar ditmaal voor het eerst met zijn eigen Chris Dave & The Drumhedz komt, samen met onder anderen meesterbassist Pino Palladino. Het is een opzwepend project dat jazz, hiphop en neo-soul met elkaar verbindt. Dave is een favoriet van drummer Questlove van The Roots; de sterke hiphopband die door een tv-klus niet meer veel toert maar live altijd de moeite waard is. Naast The Drumhedz zijn ook bassist Thundercat en de Britse dubstep-pionier Mala zeer interessante acts die oud en nieuw met elkaar vermengen; met hun wortels stevig in de muzikale traditie, en hun hart in de nieuwste elektronische stromingen. Saul van Stapele
Boven:Tenorsaxofonist Charles Lloyd Foto Corbis Midden: Contrabassist Ron Carter Foto Andreas Terlaak Onder: Pianist Chick Corea Foto AP
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
4 Cultureel Supplement North Sea Jazz
Cultureel Supplement 5
In de Darling-zaal klinkt toekomstmuziek. Onder de naam ‘New Urban Jazz’ brengt een jonge generatie musici grootstedelijke jazz op smaak met soul, r&b en hiphop. Een van de grote namen is de Amerikaanse soulvolle jazz-zanger José James. In ‘Electronic jazz & Future soul’ mengen geluidskunstenaars hun beats met jazz en klinken nieuwe soulstemmen als de Britse zangeres Laura Mvula. Amanda Kuyper
In elk nummer heb ik een andere stijl
Z
ie daar maar eens gewoon onder te blijven: benoemd tot ‘critics choice’ bij de Brit Awards en een van de uitverkoren ‘sounds of 2013’ bij de BBC. De Britse zangeres Laura Mvula (27), een klassiek geschoolde zangeres/componiste uit Birmingham, werd ineens de belofte van dit jaar. Anderhalf jaar terug werkte ze nog als receptioniste bij het Birmingham Symphony Orchestra. Dat ze nu overal optreedt, van Britse tvshows tot grote Europese festivals als Glastonbury afgelopen week, beziet ze dan ook met grote verbazing. „Het is onwerkelijk, ik kan niet uitleggen hoe het voelt.” Laura Mvula, een wat verlegen donkere vrouw met kort geschoren kroeshaar en uitzonderlijke met valse wimpers aangezette hertenogen, heeft een eclectische soulstijl die dan weer heel aards dan weer spiritueel aandoet. Ze debuteerde in maart met de indrukwekkende cd Sing To The Moon waarop ze een behoorlijke ideeënrijkdom liet zien: gelaagde zangharmonieën, orkestrale klassieke invloeden en onalledaagse songstructuren. Ook opvallend is het instrumentarium van harp, viool en celesta. De zangeres zegt vooral opluchting te voelen als ze terugkijkt op het eclatante succes in dit voorbije jaar. In haar kleedkamer, vlak voor een optreden in Rotterdam, vertelt ze hoe ze aanvankelijk, bij het afronden van haar studie piano, viool en muziekcompositie, totaal niet zeker was van wat ze ging doen. „Het voelde alsof er weinig mogelijkheden waren. Ik voelde me zelfs dwaas als ik tegen mensen zei dat ik een muziekcarrière ambieerde, of als professional liedjes zou gaan schrijven voor anderen. Ik had werkelijk geen idee wie mijn muziek zou gaan spelen, laat staan dat ik zelf performer zou zijn.”
Familieaangelegenheid
José James: flexibele hiphop-jazz, met lage zachtromige stem Foto Andreas Terlaak
R
itmes inspireren hem het meest, zegt José James bij een bordje sushi. Hij noemt ze zelfs belangrijker dan een melodie. „Je kunt een mooi liedje hebben maar als de beat niet goed is, voel ik er weinig bij.” De flexibiliteit van jazz, de langs soul en hiphop razende jazzscats, nergens clichés en vooral gloeiende improvisaties. Vanaf zijn debuut The Dreamer in 2008 kwam de muziek van de Amerikaanse zanger José James aan. Hiphop is zijn vertrekpunt, maar er is ook een zoetgevooisde kant met slaapkamersoul. In beide gevallen zijn ze geplant op intelligente ritmepatronen. Twee maanden geleden was de zanger voor concerten in Nederland, onder meer met het Metropole Orkest. Daar was weer te zien hoe de zanger uit Minneapolis zich heeft weten te ontwikkelen tot een zelfbewust performer, die elk concert kwaliteit biedt. Enerzijds is James de smooth operator in zachte flows. Anderzijds is hij de knappe improvisator die indrukwekkend vertraagt en versnelt, met een zachtromig laag stemgeluid de melodielijn dirigeert en perfect controle houdt.
Lome uitstraling José James (35), zoon van een Ierse moeder en Panamese vader, is bepaald geen druktemaker met zijn lome uitstraling. Zijn volgestouwde tourschema brengt hem met zijn band over de hele wereld. In zijn woonplaats, meestentijds Brooklyn te New York, komt hij weinig. „Ik leef met de dag, ik krijg het niet bijgehouden met alle jetlags. Maar het voordeel van dit intensieve toeren: de band wordt er hechter van.
Hoe meer we spelen, hoe beter we worden.” Hoewel zijn vader jazzsaxofonist is, ontdekte James de jazz zelf op zijn veertiende, luisterend naar lokale radiozenders in Minneapolis. Zijn vader kent hij nauwelijks. Toen op zijn veertiende zijn stem donkerder en lager kleurde, ging James zingen in het koor van zijn katholieke middelbare school. De muziek van John Coltrane veranderde zijn tienerleven. Instrumentale nummers als Equinox en Central Park West voorzag hij, al op zijn zeventiende, van eigen teksten. Met hoge verwachtingen trok James na zijn middelbare school naar New York, hopend op een platencontract. Hij drong echter helemaal niet door tot die hechte jazzgemeenschap. „Ik kende niemand en wanneer je niet als al die jonge musici daar een van de muziekopleidingen volgt, is het lastig ertussen te komen.” Even probeerde hij de jazzopleiding aan de New Yorkse New School. Maar jazz in de schoolbanken blijft een contradictie. Toen hij ook bij jazzcompetities bleef misgrijpen besloot hij zijn geluk in Groot-Brittannië te gaan zoeken. Zijn demo kwam terecht bij de invloedrijke Britse dj/platenbaas Gilles Peterson. Zijn begin dit jaar verschenen eerste plaat
‘Men zag mij graag als een soort Michael Buble gladjes gaan croonen’
bij jazzlabel Blue Note markeert zijn groei: zijn frisse jazz stoot nu echt door naar de top. Hij toont zich redelijk trots op zijn nieuwe contract. „Een prachtige plek in het erfgoed van de jazz. Ik heb zelf altijd veel Blue Noteelpees verzameld, van onder meer Eric Dolphy en Miles Davis.” James maakt nu deel uit van een nieuwe Blue Note-generatie die startte met Norah Jones als vlaggedrager en nu jonge improvisatoren als toetsenist Robert Glasper, trompettist Ambrose Akinmusire en gitarist Lionel Loueke laat schitteren. James had geen idee dat hij hier zou eindigen toen hij drie jaar terug begon te werken aan dit album. „Ik tekende aanvankelijk bij het jazzlabel Verve. Daar kreeg ik problemen over hoe ik moest klinken. Zo zag men mij graag als een soort Michael Bublé gladjes gaan croonen. Ik denk dat er niet veel interesse meer is in zangers die gewoon maar standards zingen. Ouderen vinden dat wellicht mooi, maar jongeren van nu willen in ieder geval meer. Je moet met nieuwe muziek komen, niet in traditie blijven hangen.”
Jazz als bodem Blue Note, de nieuwe directeur Don Was in het bijzonder, omarmde zijn in eigen beheer gemaakte opnamen. „De bodem is jazz, mijn musici improviseren en er zit een popkant aan. De nummers hadden enkel nog een sterke mix en mastering nodig. Dat begrip voor mijn werk voelde als een thuiskomst.” James tekende voor drie albums bij het jazzlabel Blue Note. De eerste, No Beginning No End, verscheen in januari. Een nieuw album staat nog niet in de planning, maar hij hoopt er vol-
gend jaar weer een uit te hebben. „Ik ben constant aan het componeren tijdens het toeren. Hoe meer muziek je maakt, hoe meer er tot je komt.” Op No Beginning No End, opgenomen in Londen, Parijs en New York, heeft de zanger alle vrijheid genomen om te variëren in stijlen. In twaalf nummers laveert hij van jazz, neosoul tot zelfs een meer singer-songwriterhoek met akoestische gitaar. Daardoor klinkt de zanger steeds weer anders, al wordt de basis voor zijn muziek wel vaak gevormd door een slow jam van een Fender Rhodes-keyboard en jarenzeventigbaslijnen. De titel No Beginning No End staat voor onze levenscyclus, zegt James. Hij denkt veel na over reïncarnatie. Daarnaast wil hij, zoals zoveel musici van zijn generatie, „grenzeloos” muziek maken. „Limietloos. Ik ben dit nooit gaan doen om beroemd te worden. Elke track heeft een andere stijl, dat kan verwarrend zijn. Is het jazz, soul? Je moet het als een album beluisteren, het hele verhaal. Van een sterk begin naar een wat subtielere kant.” En in welke mate ontwikkelen liedjes zich live? „Met een stevige jazzattitude. We laten het vooral gewoon gebeuren. Er is vrijheid om te openen en verlengen. Als zanger improviseer ik mee en ik stuur de band aan. De energie van de musici tilt mij over de rand.” José James speelt zondag 14 juli 19:30 in de Darling-zaal. No Beginning No End is verschenen bij Blue Note. NRC Handelsblad heeft als mediapartner van het North Sea Jazz Festival zijn naam verbonden aan de Darling-zaal.
Aan haar album droegen 22 musici bij. Mvula zingt, en is ook als bespeler van diverse toetsen te horen, van piano en celesta tot orgel. Live, zoals eerder dit jaar op het festival Motel Mozaïque in Rotterdam, staat ze met zeven musici op het podium. Het is een ware ‘family affair’: haar zus en haar jongere broer spelen viool en cello. In haar familie is muziek een rode draad. „Het spelen van instrumenten is ons nooit opgelegd”, zegt ze. „Er stond thuis een piano waar iedereen op kon spelen. Maar, zeiden onze ouders, die een brede muzikale smaak hadden, als je lawaai gaat maken gaan we je er wél in trainen.” Mvula leerde piano en viool spelen. Op de middelbare school, zegt ze, was ze altijd zeer onder de indruk van de ‘slimme’ kinderen. „Ik moest er altijd hard voor werken. Muziek was voor mij natuurlijker, het raakte me meer.” Door te musiceren, onder zachte dwang van hun ouders die streng toezagen op hun lessen, kregen zij en haar broer en zus een goede band met elkaar. Met twee violen en een cello vormden ze een strijktrio. „We speelden op feestjes en bruiloften waar we weken van tevoren hard voor repeteerden. Daarnaast zongen we samen, en speelden we in de band van de kerk waar onze vader ouderling was. Dat ik mijn familie nu nog bij me heb in mijn band voelt heel vertrouwd en het houdt mij scherp. Zij voelen meteen aan hoe ik het wil – dat is onze diepe band.” Laura Mvula verkreeg haar achternaam door haar huwelijk met een Zambiaan, een klassieke bariton die ze ontmoette op het conservatorium van Birmingham. Hij was het die haar, na tal van baantjes, aanmoedigde haar eigen liedjes eens uit te voeren in plaats van te wachten op ‘haar grote doorbraak’ als componist voor een orkest. Ze stuurde demo’s naar diverse mensen in de muziekindustrie. Componist Steve Brown, ontdekker van zangeres Rumer, reageerde en sleutelde met haar aan haar debuut. De Afrikaanse achtergrond van haar echtgenoot noemt ze van grote invloed op haar muziek. Daarnaast is in Mvula’s liedjes een vloeiende gospelstroom terug te vinden, zoals in de vraag-en-antwoordcombinaties. Het draait bij de zangeres niet om de typische zwarte Amerikaanse gospelmuziek die veel soulzangers heeft beïnvloed, maar om een combinatie van Caraïbische gospel (de roots van haar familie) en de spirituele muziek die ze in haar jeugd in de kerk van de Pinkstergemeente in Birmingham hoorde. Ze luisterde veel naar christelijke popartiesten als Graham Kendrick.
Laura Mvula tijdens haar optreden afgelopen weekend op het Glastonbury Festival Foto AFP
Soul met viool Van grote invloed was haar tantes a-capellagroep Black Voices. „Die vrouwen zongen recht uit het hart in tal van verschillende harmonieën, en ze deden instrumenten na met hun stem. Prachtig.” Mvula mocht met ze meedoen en leerde in deze groep hoe vijf stemmen samen konden mengen. „Dat heeft de basis gelegd voor mijn obsessie met stemmen. Ik heb er leren arrangeren, van kerstliedje tot jazzsuite, en ik leerde bovendien hoe ik
‘Dat ik mijn familie nu nog bij me heb in mijn band voelt vertrouwd’
ondanks mijn podiumvrees met vertrouwen kon zingen.”
Onderkoelde klasse Haar album lijkt een moodboard: ze toont veel, houdt het spannend en versiert haar liedjes met veel belletjes, klapjes en koortjes in vele kleuren. Van onderkoelde klasse, soms bijna plechtig zijn liedjes als Is There Anybody Out There? en Diamonds. Grote levendigheid weerklinkt in She en de single Green Garden waarvoor ze een dansvideo opnam in Los Angeles. Een eigenwijze ongewone songstructuur voor bijvoorbeeld Make me Lovely, een van de moeilijkere liedjes op haar cd, is haar ‘zomaar’ komen binnenvallen. Het nummer ontstond door een ‘worsteling’ met het openingsakkoord van Debussy Golliwogg’s Cakewalk. „Dat vond ik zo brutaal en intimiderend; ik wilde het echt in iets heel moois veranderen. Van het
resultaat begreep ik aanvankelijk zelf helemaal niets. Toen ik het mijn zus voorspeelde vond ze het prachtig, maar ze wilde toch meteen het idee erachter weten. Dat had ik niet, het was een vrije val geweest. En dat was nieuw voor me. Ik besloot alle regels overboord te gooien. De muziek mag leiden, niet de vorm.” Dat ze nu op North Sea Jazz een concert geeft, is de kers op de taart, al heeft ze de promotors wel even willen bellen: „Ik, een jazzzangeres?” Met de Britse zanger Jamie Cullum heeft ze inmiddels een goede muzikale klik gevonden, dat heeft geleid tot een duet op zijn nieuwe plaat. „Of we het samen gaan uitvoeren op het festival?” Een mysterieuze lach. „We kunnen er alleen op hopen.” Laura Mvula speelt vrijdag 12 juli 19:15 in Darling.
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
6 Cultureel Supplement North Sea Jazz
Mijn North Sea Jazz Margriet Sjoerdsma brengt ‘A Tribute to Eva Cassidy’. Zaterdag 13 juli in de Yenisei, 22:00 uur
‘Eva Cassidy was een beetje koppig’
‘D
e Amerikaanse Eva Cassidy was een waanzinnig goede zangeres die nummers van anderen zong. Dat deed ze op een bijzonder eigen manier, door veel aandacht aan de teksten te besteden en ieder woord heel nauwkeurig te plaatsen. Wat mij zo raakt is dat ze uit de kern van haar wezen zong. Ze is in 1996 op 33-jarige leeftijd overleden aan kanker. Op dat moment was ze op het hoogtepunt van haar vocale kunnen. „Ik leerde haar muziek kennen toen ik net begon te studeren aan het conservatorium. Haar versie van Fields of gold van Sting raakte me meteen heel erg, hoe oprecht en authentiek ze dat zong. Tijdens haar leven is ze nooit ontdekt. Ze was een beetje koppig; wist heel goed wat ze muzikaal wel en niet wilde. Ze maakte demo’s voor Blue Note maar ze besloot zich niet in een hokje van alleen maar jazz of soul te laten stoppen. Ze had er misschien wel vrede mee dat ze nooit is doorgebroken naar een groot publiek. „Eva Cassidy was een ontzettende perfectionist. Op een gegeven moment kocht ze een viersporenrecorder en heeft ze veel opgenomen om haar zang te perfectioneren. Ook zijn er veel live-opnamen bewaard gebleven. Twee jaar na haar dood is ze ontdekt door BBC-discjockey Terry Wogan en kwam het album Songbird uit. Haar versie van Over the rainbow werd een hit. „De journalist Johan Bakker schreef een boek over haar en vroeg mij te zingen bij de presentatie. Ik stond meteen in vuur en vlam, zo goed voelde het. Dan Cassidy, de broer van Eva, kwam naar Nederland en speelde viool bij een paar optredens, net als hij het op haar platen gedaan heeft. Ik besloot een voorstelling aan Eva Cassidy te wijden. Ik hoop eerst nog bij haar ouders op bezoek te kunnen om alle verhalen te horen. Op North Sea breng ik alvast een uur van de muziek, met zo nu en dan een praatje over haar leven. In de theatershow komen er wellicht ook foto’s en videobeelden bij. „Eigenlijk zing ik covers van een zangeres die zelf ook covers zong. Veel verander ik er niet aan. Ik hou het klein, dicht bij mezelf. Ik doe het uit liefde voor Eva, maar ook voor geweldige songschrijvers als Gordon Lightfoot van wie ze nummers zong. Heel veel mensen kennen haar niet en daar wil ik verandering in brengen.” Jan Vollaard
Cultureel Supplement 7
North Sea Jazz heeft de Amerikaanse saxofonist Steve Coleman carte blanche gegeven bij het samenstellen van zijn eigen programma op het festival.
NRC GAAT UIT
Wilde jazzy sterrennacht plus een diva die ster is
N
Amanda Kuyper
Wie? Rusteloos vernieuwer in de jazz. Dat is altsaxofonist Steve Coleman. Geboren in 1956 in Chicago, in een gezin met vijf kinderen. Toen al een eigengereid kind dat niet meedeed met de spelletjes van zijn broers en zussen, maar altijd iets voor zichzelf aan het doen was. „Ik wilde geen dingen doen die anderen me oplegden”, zegt hij. „En dat is altijd zo gebleven.” Na diverse funk- en r&b-verkenningen liftte Coleman in 1978 naar New York waar hij de protegé werd van bassist Dave Holland. Als sideman speelde hij met onder meer de Sam Rivers Big Band, David Murray, Doug Hammond en Abbey Lincoln. Om de huur te betalen speelde hij in de straten van New York en in kleine clubs. Jaren werkte hij aan de sound die hij hoorde in zijn hoofd, waarover bassist, zijn toenmalige huisgenoot en latere bandlid Lonnie Plaxico zei dat „je er de eerste tel nooit van kon vinden”. Gedurende de jaren negentig dreef Coleman steeds verder van het geijkte jazzidioom. ‘Niemand zal je muziek begrijpen’, kreeg hij van zijn eerste (Duitse) jazzlabel te horen. Zijn debuutalbum Motherland Pulse (1985) noemt Coleman een hybride compromis. Vervolgens ging hij zijn eigen weg.
Jazzsaxofonist Steve Coleman Foto Andreas Terlaak
Wat wil Stevee Coleman? Waarmee?
Wat?
Wanneer?
Five Elements is een van de vele groepen waarmee Coleman zijn muzikale en spirituele ideeënstroom openbaart. De band werd gevormd nadat hij in de jaren tachtig nieuwe wegen had verkend met het M-Base Collective, een losjes georganiseerde groep musici met saxofonist Greg Osby en zangeres Cassandra Wilson, die in diverse samenstellingen regelmatig met elkaar samenspeelden. Daarna werd Five Elements het vlaggeschip voor veel van zijn initiatieven. Van deze groep heeft hij verschillende edities, zoals zijn Rhythm Edition waarin het kwintet was uitgebreid met nog een drummer. In zijn huidige band speelt hij nog maar met drie andere musici op trompet, bas en drums. Hoe de samenstelling ook is, Coleman geeft de koers aan. Hij dwingt die af met strakke gebaren en voorgezongen ritmes, die door de rest worden opgepakt. Onverstoorbaar en aan één stuk door diept Coleman uit, zijn band nauwelijks rust gunnend. De muziekconcepten worden afgekloven als door een hond met een goede kluif – tot op het bot.
Complexe ritmische stapelmethodes, enigszins afstandelijk gebracht met ogenschijnlijk weinig emotie en geladenheid. De vernuftige ‘symmetrische’ jazz van saxofonist Steve Coleman lijkt een soms onneembare vesting. De muziektheorieën van zijn in de jaren negentig opgezette M-Base Collective – van denkwijze naar compositie, met aparte maatsoorten, onnatuurlijk aanvoelende toonladders en een hogere, astronomische of spirituele insteek, zijn jazzwiskunde voor de meesten en razend interessant uitpluismateriaal voor menig muziekstudent. Door de jaren heen voegde hij daar tal van astrologische en spirituele symbolen aan toe. En liet er talloze visies op los. Muziek werd symbool voor leven, yin en yang – hij bestuurde onder meer de Chinese filosofie – zijn magische inspiratie.
Coleman kreeg carte blanche bij het samenstellen van zijn eigen programma op dit festival. Op vrijdagavond zijn er optredens van Doug Hammond Quintet, Citizen X featuring Jean-Paul Bourelly, Jonathan Finlayson & Sicilian Defense en zijn Steve Coleman & Five Elements. Met de door hem geselecteerde musici van verschillende generaties voelt hij muzikale verwantschap. Zoals de gitarist in Colemans eerste band: Jean-Paul Bourelly. Zo ook de 71-jarige drummer/zanger Doug Hammond die Coleman op zijn 25ste leerde kennen en als zijn mentor beschouwt. Hammond – zijn muziek wordt vaak getypeerd als een van de mooiste bijdragen aan wat de laatste vijftien jaar spiritual jazz is gaan heten – was van grote invloed op Colemans muzikale ontwikkeling en leerde hem ook de zakelijke kanten van het vak. In Hammonds band speelt de jonge tenorsaxofonist Maria Grand, die dan weer een studente is van Coleman.
Waarom? Colemans muziek proberen te ‘begrijpen’ is de grootste fout die je kunt maken. Al doen de vreemde maatsoorten en de onnatuurlijke toonladders in eerste instantie als vingeroefeningen aan, er gewoon ‘doorheen’ luisteren zou het advies kunnen zijn. Wanneer alle analytische pogingen worden losgelaten roept de muziek een trance op, waarin tijd ineens opmerkelijk snel verstrijkt. Door de muzikale consistentie en overzichtelijkheid, maar ook zeker door een perfect spelende ritmesectie kan hij een haast magische sfeer ontwikkelen. De ingewikkelde ritmiek gaat alle kanten op, maar bedwelmt en zuigt mee.
orth Sea Jazz 1993. Pianist Billy Childs speelde er met zijn trio. Was ik niet bij. Nu speelt hij in het Amsterdamse Bimhuis. Ben ik wel bij. Zo dichtbij als ik kan. Op de eerste rij, rechtsachter hem. Ik luister naar zijn jazz met klassieke randjes. Starry Night heet dit nummer. Een wilde sterrennacht. Mijn hoofd slaat op hol, Childs’ muziek neemt het over. Ik volg zijn handen. Verdwijnen ze uit zicht, dan zie ik ze toch, gespiegeld in de lak achter de toetsen. Billy Childs is halverwege de vijftig nu, maar hij speelt zo aandachtig als een bezig kind. Dat trio van toen is nu een ‘All Star Quartet’. Als zoveel jazzmuzikanten beheersen ze dat aparte glimlachje als ze naar elkaars solo’s luisteren. Vol ontzag. Vol vertedering. Verliefd op talent. Nu speelt Childs iets met romantische akkoorden en twinkelende dissonanten. In Carson’s Eyes heet het nummer, hij schreef het ter ere van de „incredibly big eyes” van zijn pasgeboren zoontje. Er rolt verbazing uit de toetsen. Meer dan welke muziek ook is jazz luisteren plus kijken. In dat teken stond ook het concert van Christian Marclay, twee weken terug. Zijn band improviseerde muziek bij zijn collage van clips uit min of meer bekende films. Al die fragmentjes gingen over geluid, magische momenten die de muzikanten uitbuitten. Ik schreef recentelijk dat het Holland Festival geen sjoege heeft van film. Maar dit filmconcert hadden ze wel, dus maak ik nu een nederige buiging. Er was een reeks shots van op vinyl dalende grammofoonnaalden. Of er werd steeds weer aangeklopt, in The Shining, door Romy Schneider, door Alain Delon. Gene Kelly danste steeds weer, in een loop ontleend aan An American in Paris. Marclays roem is gebaseerd op zijn filmproject The Clock: 24 uur filmclips met horloges en allerhande andere klokken die samen de tijd aanwijzen van een dag en een nacht. Maar eigenlijk is hij muzikant. Een scratcher en dat doet hij hier met film: een meisje blaast klapkauwgom op en voor het knalt loopt de film terug. Heen en weer gaat de kauwgom, Marclays band reageert. Wanneer komt de knal? De film stuurt de muziek. Of omgekeerd? Boven de musici verschijnen nu
stukjes film met harmonieorkesten. Uniformen en koper. Naast het podium opent een deur. De film komt tot leven, want daar passeert de Marching Band A.T.M. Vijfentwintig mannen en vrouwen in blauwrode uniformen met gouden tressen. Hun muziek dendert de zaal in. Het effect is enorm. „Wij zijn het enige nog marcherende orkest van Nederland”, vertelt de tambour-maître na afloop. Ze zijn amateurs, komen uit Amsterdam-Noord en treden in heel Europa op. Soms duurt een concert drie uur, „dan ben je kapot maar het is heerlijk”. Dit hier was „ons kortste optreden ooit: 35 seconden”. Is dit nog jazz? Welja. Ook de beroemdste film van Federico Fellini, La dolce vita uit 1960, is een jazzfilm. Het zwart-wit is scherp en nachtelijk. Het tempo ligt hoog maar valt soms stil. Er wordt improviserend verteld. Jachtig is de film, amoreel. Lyrisch ook, soms grappig. Nooit cynisch. Allemaal jazz. En de actrice Anita Ekberg, verdwijnpunt van La dolce vita, is zij jazz? Ter gelegenheid van de opening van Fellini the Exhibition is ze in Amsterdam, te gast bij filmmuseum Eye. Ze is 82, ze zit in een rolstoel. Terwijl het publiek nog binnenstroomt, hebben ze haar al in de zaal geparkeerd. Ze voelt zich ongemakkelijk. „Who’s the star here?” gromt ze naar de eerste rij. Fellini verzon het woord ‘paparazzo’. Dat schept verplichtingen. Ik loop naar Ekberg toe en spreek haar aan. Ik beaam dat zij hier natuurlijk de ster is. Bevestig dat excuses niet meer zullen baten. En vraag haar naar mijn lievelings-Fellinifilm: Le tentazioni del dottor Antonio. Geweldige komedie over een zedenpreker die zo geobsedeerd is door groot en blond en borsten dat hij in een koortsdroom wordt belaagd door een reusachtige vrouw: Anita. Ook Ekberg houdt van die film. Hij was leuk om te doen, en Federico had er zo’n plezier in, zegt ze. Welke scène is haar het liefst? Ze denkt even na. Ik verwacht dat ze de scène zal noemen waarbij ze het parapluutje van de zedenmeester uit haar decolleté vist. Maar ze zegt: „Dat ik door het gras kon rollen.” Dat vind ik nou nog eens een jazzy antwoord. Joyce Roodnat
Hoe? Hij wéét hoe de jazzfestivals dol zijn op concepten: de tributeband, de allstarband – de combinatie van grote namen die het wel gezellig samen hebben en als professionals samen wat in de groep gooien maar muzikaal weinig diepte bereiken, en dan de ghostband – de leider is gestorven en de band gaat verder. Denk aan het Count Basie Orchestra en de Mingus BigBand. Dit curatorschap spreekt Coleman aan omdat hij de vrijheid van het festival kreeg en hem niets wordt opgelegd. Uitnodigingen voor eerder genoemde rondreizende jazzvehikels slaat hij altijd af. Op één ding na. In 1998 ging hij eens op tour met Sting, als vervanger van saxofonist Branford Marsalis. En ook al verdiende hij er een goede boterham mee, hij was meteen voorgoed genezen van commerciële muziekklussen. De meeste musici kiezen in zijn optiek voor het geld. Dat begrijpt hij. Maar hij heeft daar nooit voor willen kiezen. „Er is lef nodig om jezelf te blijven”, zegt hij. „Nooit denk ik aan muziek in termen van entertainment. En ook ben ik niet op zoek naar het perfecte concert. Muziek is voor mij een taal, een manier van communiceren. Ik leer en observeer.” Steve Coleman Curates, vrijdag 12 juli 21:30 in de Madeira-zaal
De band van Christian Marclay reageert op een filmfragment. Foto Erik van Zuylen
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
8 Cultureel Supplement North Sea Jazz
Cultureel Supplement 9
Muziek met een wieldop
Mijn North Sea Jazz Basklarinettist Joris Roelofs (29) treedt op met zijn band uit New York. Zaterdag 13 juli in de Volga, 19:00 uur
Seasick Steve brak door na een leven als zwerver. Nu is hij gesetteld, maar zingt hij nog steeds over de vrijheid van het reizende bestaan. ‘Mijn muziek is het geluid van het Amerikaanse platteland.’
‘De basklarinet is lekker exclusief’
‘J
aren heb ik de saxofoon bespeeld, maar ik ben overstag: mijn basklarinet heeft nu voorrang. Voorlopig is dit het instrument waarmee ik me het best kan uitdrukken. Ik heb er een eigen timbre op gevonden, misschien wel nadrukkelijker en herkenbaarder dan op mijn altsaxofoon. Daarnaast vind ik de exclusiviteit van dit blaasinstrument ook mooi, je ziet hem weinig. „Ik kwam er eigenlijk toevallig bij terecht: in het Vienna Art Orchestra was een partij voor de basklarinet en ik leende er een om die te kunnen spelen. Wauw, die sound vond ik meteen te gek. Drie jaar geleden heb ik er zelf een gekocht. Ik heb er veel nieuwe grepen voor moeten leren, maar heb denk ik ook een eigen signatuur gekregen door mijn saxachtergrond. Ik heb al zoveel saxofonisten in mijn leven bestudeerd. „Vier jaar zat ik af en aan in New York, een studieplek tussen de jazz in Brooklyn. Het was een mooie leerzame tijd waarin ik mezelf als muzikant heb leren kennen en kunnen ontwikkelen. En ik heb daarbij een hele trits muzikanten ontmoet met wie ik graag speel. Zo ook de twee leden van mijn internationale trio, de Nieuw-Zeelandse bassist Matt Penman en Amerikaanse drummer Ted Poor. „Het is een fijn jazztrio. We kunnen alle kanten opgaan en zoeken contrasten op. We luisteren goed, maar wringen graag. De klanken schuren een beetje tegen elkaar aan. Drummer Ted Poor is erg thuis in de vrije jazz, daar leer ik veel van. Maar we kunnen ook losgaan in swing. En Ted is een heel open drummer die ook heel goed aanvoelt wanneer hij níét moet spelen. „Het trio, dat nu twee jaar bestaat, focust op de klank van de basklarinet en de bas. Dat is een bijzondere combinatie; je zou denken dat die beide lage bastonen elkaar in de weg zitten in hetzelfde register daar beneden. Dat maakt het juist ook spannend. We wisselen onze rollen af, van solist naar begeleider, er wordt steeds gedraaid. Juist in datzelfde lage register mengen basklarinet en bas mooi unisono. „Afgelopen januari heb ik met dit New Yorkse trio een cd opgenomen. Daarop staan naast de gewone stukken ook korte introducties bij de nummers: klankeffecten in een bepaalde sfeer met titels als Drunken Bumble Bee en Bad Dream. Oké, ik geef toe: het is een beetje een etalage van techniek, maar ik pas ervoor dat het uitsloverij wordt.” Amanda Kuyper
Jan Vollaard
HENKET KRABBE FUNDATIE .NL MUSEUMDEFUNDATIE
FUCK OFF 2 CURATED BY AI WEIWEI, FENG BOYI & MARK WILSON
09-07-2013 05-01-2014
T/M
WWW.DRENTSMUSEUM.NL
en oude wieldop, een halve bezemsteel en een roestige barbecuespatel. Met huis-tuin-en-keukenonderdelen maakte Seasick Steve zijn nieuwste zelfbouwgitaar. Zijn rauw versterkte slidegitaarspel betovert zalen vol mensen, met een swing die net zo veel van de blues heeft geleend als van de rockende boogieritmes van ZZ Top. „Ik speel geen blues”, zegt hij nadrukkelijk, „ik speel Seasick Stevemuziek.” De wieldop kreeg hij van collega-muzikant Jack White, vertelt ‘Seasick’ Steven Gene Wold (72) in een lofrede op oude Amerikaanse auto’s. „Jack had het als een soort kunstwerk aan zijn muur hangen, afkomstig van een Hudson Terraplane uit de jaren dertig. In die tijd werden er nog mooie grote auto’s gebouwd in Detroit, met veel glimmend chroom en prachtige wieldoppen. Jack White wilde zijn liefde voor oude auto’s met me delen en gaf me zijn favoriete onderdeel cadeau. Ik bouwde er een gitaar omheen. Het werkte zo inspirerend dat ik mijn nieuwe album Hubcap Music heb gedoopt. Wieldoppenmuziek, metalig en ruig. Totdat je het oppoetst en er iets schitterends tevoorschijn komt.” Het levensverhaal van Seasick Steve is al net zo grillig. Op zijn achtste kreeg hij zijn eerste gitaarlessen van bluesmuzikant K.C. Douglas, de componist van de beroemde Mercury blues. Als kind van gescheiden ouders begon hij al op zijn dertiende aan een zwervend bestaan. Hij hield zich in leven met werk als boerenknecht en seizoenarbeider. Na vele omzwervingen streek hij in 2001 neer in Noorwegen waar hij vijf jaar later zijn eerste album Dog House Music uitbracht. Zijn doorbraak op 65-jarige leeftijd vond plaats toen hij op uitnodiging van Jools Holland optrad in diens veelbekeken eindejaarsshow Hootenanny. Inmiddels is hij overal ter wereld een succesvolle festivalattractie, gesteund door zijn vaste drummer Dan Magnusson. Hij prijst zich gelukkig met het alsmaar groeiende succes. Maar een laatbloeier voelt hij zich niet. „Sinds mijn achtste ben ik niet meer gestopt met muziek maken. Ik heb dat altijd op mijn eigen voorwaarden gedaan. Het is mooi dat er nu een groot en veelal jong publiek op af komt, maar ik zing nog steeds over werken op de boerderij en de vrijheid van het reizende bestaan. Ik heb geen trucs om mijn muziek aantrekkelijk te maken. Mijn versterker is een oude Fender uit de jaren vijftig en computers komen er bij mij niet in.” Een voordeel van zijn roem is dat hij grootheden als Jack White, John Paul Jones van Led Zeppelin en Luther Dickinson uit The Black Crowes nu tot zijn vriendenkring mag rekenen. Alle drie deden ze mee op Hubcap Music. Vooral Jones is prominent aanwezig op bas, mandoline, banjo en orgel. „Een groter muzikaal genie heb ik nog niet eerder mogen ontmoeten”, zegt Steve. „Hoewel hij zelf de laatste is om zich daarin te wentelen. Zijn talent om precies te horen wat een nummer nodig
KONINKLIJK PALEIS AMSTERDAM
The Palace and Dam Square
DE TENTOONSTELLING
E
Seasick Steve speelt vrijdag 12 juli 19:30 in Nile. Het album Hubcab Music is verschenen bij Fiction Records.
‘Vroeger speelde ik alleen voor mijn hond’
27 jun – 15 sep 2013
WEIMAR
heeft, is fenomenaal. Bij Led Zeppelin was hij de man die de muziek groots en meeslepend kon laten klinken. Bij mij is hij vooral een hulpvaardig muzikant die zich niet te groot voelt om een ukelele op te pakken. Een dergelijk oog voor detail is nog niet eerder op mijn muziek toegepast.” Zijn ruwe bolster zal Seasick Steve nooit laten wegpoetsen. „In mijn hoofd zit een hoop lawaai die eruit moet. Ik maak muziek om mijn eigen zielenheil te bewaken. Pas in de afgelopen zes jaar ben ik tot de onthutsende conclusie gekomen dat andere mensen er ook naar willen luisteren. Voordien speelde ik alleen voor mijn hond, en die gaf me nooit een recensie. Een interview heeft hij nooit met me aangevraagd. Pas nu ik gedwongen word om over mijn muziek te praten, ben ik me bewust van het feit dat mensen mij een comeback van de blues in de schoenen willen schuiven. Tot voor kort was ik er heilig van overtuigd dat ik country speelde. Mijn muziek is niets anders dan het geluid van het Amerikaanse platteland.” Niet één, maar twee oude tractors kocht Seasick Steve van zijn recente verdiensten. „Niets geeft me zo’n goed gevoel als rijden op een oude John Deere-tractor, hobbelend over een akker zonder de vering van recentere exemplaren. Mijn muziek moet je datzelfde gevoel geven: een schop onder je kont zonder onnodig comfort. Hoewel ik me in het nummer Coast is clear ook eens gewaagd heb aan een wat meer gepolijste soulsound. Als die blazers invallen, man, dan wordt mijn ziel opgetild tot boven de wolken.” Zijn geliefde driesnarige gitaar noemt hij ‘the trance wonder’ want „het mag een wonder heten dat ik er geluid uit krijg. Het is een gammel ding dat me dierbaar is omdat ik er waanzinnige dingen mee kan doen. Ik spiegel me het liefst aan jazzmuzikanten, die zich veel meer dan rockjongens los kunnen maken van alles wat ze wéten over hun muziek. Pas wanneer ik los ben van alle remmingen kan ik mezelf in een staat van hypnose brengen die me vrijmaakt van alles.” Nieuwe nummers ontstaan als hij aan de beperkingen van zijn primitieve instrumentarium probeert te ontstijgen. Een ander zelfgebouwd instrument is de zogenaamde diddly bow, een groot stuk hout met maar één snaar. Het ruwe hout vond hij op het strand. Anders dan een fabrieksgitaar met degelijke stemknoppen is zo’n instrument nauwelijks te stemmen. „Ik doe het mezelf aan om met grillige en onbetrouwbare spullen het podium op te stappen. Ik hou van het avontuur. Mijn spel krijgt er een nerveuze klank van; een bibberend geluid omdat ik telkens de juiste toon op de snaren moet vinden. Dat houdt me scherp.”
Het Paleis
en de Dam
www.paleisamsterdam.nl Seasick Steve: „Sinds mijn achtste ben ik niet meer gestopt met muziek maken.” Foto Andreas Terlaak
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
10 Cultureel Supplement North Sea Jazz
Cultureel Supplement 11
Huwelijk tussen jazz en haven North Sea Jazz is voor vijf jaar een overeenkomst aangegaan met het Havenbedrijf en heet voortaan Port of Rotterdam North Sea Jazz. Het Havenbedrijf hoopt zo mensen en bedrijven „warm te maken” om zich in Rotterdam te vestigen. Teri van der Heijden
S
trikt genomen gaat dit artikel niet over North Sea Jazz. Dat geldt overigens voor dit hele Cultureel Supplement. Officieel heeft het festival vanaf dit jaar namelijk een nieuwe naam. Port of Rotterdam North Sea Jazz heet het – zo is ook te zien in het officiële logo. ‘Naamgevend sponsorschap’ heet deze constructie in sponsorjargon. De naamswijziging is het gevolg van een overeenkomst tussen North Sea Jazz, het Havenbedrijf en de gemeente Rotterdam. De laatste twee willen graag dat het festival in de stad blijft – Amsterdam ligt op de loer, en hebben daar geld voor over. De partijen hebben nu afgesproken dat North Sea Jazz in ieder geval vijf jaar niet uit Rotterdam vertrekt, waar
het in 2006 voor het eerst werd georganiseerd. Het festival huisde daarvoor dertig jaar in Den Haag. Maar behalve die continuïteitsgarantie wil de haven dus ook meeliften op het ‘merk’ North Sea Jazz. „De naamswijziging was één van de voorwaarden”, vertelt Jan Willem Luyken, directeur van North Sea Jazz. Hoeveel het Havenbedrijf daarvoor over heeft, wil het niet bekendmaken. „Bedrijfsgevoelige informatie”, verklaart een woordvoerder. De hoogte van de gemeentelijke bijdrage is wél openbaar: dit jaar is dat een half miljoen euro, de jaren daarna 550.000 euro. Naamgevend sponsorschap is de meest verregaande vorm van sponsoring – meer verstrengeld kunnen sponsor en gesponsorde niet raken. Dat North Sea Jazz er goed aan verdient, mag dus worden aangenomen. Maar daarvoor moet het festival zijn naam – sinds de eerste editie in 1976 uitgegroeid tot wereldwijd begrip – voortaan wel delen met een bedrijf. Toch vindt directeur Luyken het geen rigoureuze stap. Het is een formele naamswijziging die zichtbaar is in „officiële uitingen” als posters en tickets, legt hij uit. „We zullen hier niet de telefoon opnemen met ‘Port of Rotterdam North Sea Jazz, goedemiddag.’” Bovendien is het niet de eerste keer dat het festival zijn naam (tijdelijk) deelt: in de jaren tachtig heette het al een tijdje JVC North Sea Jazz. Daarnaast, zegt Luyken, is sponsoring gewoon nodig. „Het maakt een essentieel onderdeel uit van de begroting.” Hoeveel hij verstaat onder ‘essentieel’ wil Luyken niet vertellen. Wel dat dat meer is dan „een paar procent”. Hoe groot het totale festivalbudget is, blijft ook al onbekend. Organisator van het festival, Mojo Concerts, houdt zulke finan-
‘Sponsoring maakt een essentieel onderdeel uit van de begroting’
Trouw festivalpubliek Op je knieën voor het podium in de kleine zaaltjes bij onbekend talent of baden in het sterrenstof van de bekende pop-, jazz-, en soulacts in de grote zalen. De diversiteit van North Sea Jazz trekt bezoekers aan van alle generaties. Wanneer was hun eerste bezoek en waar wordt nu naar uitgezien? Adinda Akkermans, Kris Derks en Amanda Kuyper
Mijn North Sea Jazz De Friese Nynke Laverman (33) treedt op met de Spaanse gitarist Javier Limón. Zondag 14 juli in de Congo, 15.30 uur
‘Fries slagwerk en Spaanse gitaar’
‘H
ciële gegevens voor zichzelf. Jazz en de haven – niet direct het meest voor de hand liggende huwelijk. JVC maakt nog audioapparatuur, waarop in potentie naar jazz gelúisterd kan worden. Maar het Havenbedrijf noemt de sponsoring „een logische stap”. Het wil mensen en bedrijven namelijk „warm maken” om zich in Rotterdam te vestigen, legt de woordvoerder uit. „En een groot festival is goed voor de naam van de stad.” In de culturele sector is naamgevend sponsorschap van evenementen niet de gewoonte, zegt Job van Dooren, consultant op het gebied van fondsenwerving. „Behalve de Robeco Zomerconcerten in het Concertgebouw zijn er
amper bekende voorbeelden.” Wel komt het voor dat bedrijven hun naam verbinden aan culturele gebouwen, zoals bij de Heineken Music Hall en de Ziggo Dome. En ook in de sport is het gangbaar. Zo is er het ABN Amro World Tennis Tournament en de Rabobank Hockey World League. Maar Van Dooren verwacht dat ook festivals en orkesten vaker hun naam in de uitverkoop zullen doen. Dat levert vaak meer op dan ‘gewoon’ sponsorschap en is dus interessant voor culturele organisaties, zeker nu de overheid zich meer en meer terugtrekt. „In die zin is North Sea Jazz een voorloper.” Het Havenbedrijf en de gemeente Rotter-
dam hebben overigens geen alleenrecht op het festival – er zijn nog vier ‘hoofdsponsors’. N RC Handelsblad behoort daar als mediapartner niet toe. Hoewel bedrijven sinds de crisis over het algemeen wat minder kwistig sponsoren dan voorheen, heeft directeur Luyken daar geen last van. „Wij zitten traditioneel gelukkig goed in onze sponsors.” Organisator Mojo werft actief, maar het festival heeft ook de luxe dat bedrijven zichzelf melden. En dat is ook niet zo gek, zegt sponsoringconsultant Marcel Beerthuizen. „Voor kleinere, onbekende partijen is het veel lastiger geworden, maar North Sea Jazz is een wereldvermaard festival.” Dat soort evenementen zal
het altijd lukken om „geld uit de markt te halen”, denkt Beerthuizen. Net als het Havenbedrijf houden de vier andere sponsors van North Sea Jazz geheim wat ze voor hun ‘sponsorpakket’ betalen. Ook directeur Luyken vertelt niet wat zijn vraagprijs is. Hij lacht. „Het zijn marktconforme bedragen. En dat is alles wat ik erover kwijt kan.” North Sea Jazz draagt in ieder geval de komende vijf jaar het voorvoegsel Port of Rotterdam. Er is een optie tot twee jaar verlenging. „Bij tevredenheid van alle partijen”, zegt Luyken. Want wie weet hebben zich over vijf jaar wel nieuwe potentiële naamdelers gemeld – het havenhuwelijk is niet per se voor eeuwig.
North Sea Jazz en het Havenbedrijf Rotterdam hebben een overeenkomst gesloten voor vijf jaar Foto Andreas Terlaak
et is de eerste keer dat ik op North Sea Jazz sta. Met Javier Limón als special guest wordt het een bijzonder concert. Hij is de producent van mijn net verschenen album, Alter. Als ik met hem speel, ontstaat er altijd iets. Andere flamencogitaristen zijn technisch misschien veel verder, maar hij vertelt met elke noot een verhaal. Hij weet mij uit mijn comfort zone te lokken. „Mijn inspiratie voor Alter heb ik, anders dan bij voorgaande platen, niet uit verre reizen gehaald maar uit wat dicht om me heen is. Ik wilde gewoon eens goed uit het raam kijken, naar de Friese weilanden, waar ik middenin zit. Ik heb een kind gekregen. Daarover gaat het ook: geboorte, dood, leven. „Ik hou van mediterrane muziekstijlen. Ik begon met fado, maar hou ook van flamenco. Beide hebben een grote melancholie en urgentie in zich. Die invloeden mengden we met het slagwerk van Sytze Pruiksma, mijn man, dat in mijn oren weer heel Fries klinkt, met pauken en bellen die de diepte en weidsheid van het landschap oproepen. Ook de marimba hebben we veel gebruikt. Die hoor je nooit in combinatie met flamencogitaren. „De liedjes zijn mijn composities. De kale basis, de akkoorden en de melodielijnen, maak ik op de piano. Als die goed is, dan kun je een liedje op duizend verschillende manieren aankleden. Maar componeren begint voor mij met het schrijven van de tekst. Met de vraag: wat wil ik vertellen? Pas als de tekst helemaal af is, ga ik achter de piano zitten. Ik hou erg van poëzie en probeer ook in een poëtische stijl te schrijven. „In het liedje Dûns fan de siedden schrijf ik over mijn zwangerschap, een grote ervaring die zich lastig in woorden laat vangen. Dat mijn jas te krap werd, kwam als beeld bij me op. Voorjaarsgedicht van Rutger Kopland, het eerste nummer op het album, paste perfect bij de thematiek. De lente is natuurlijk hét symbool van nieuw leven dat uitbarst. Niet alleen in lieflijke zin, want het nieuwe baant zich een weg door het afgestorvene. Het vreet zich als het ware een weg naar het licht. Op Alter staan veel rustige liedjes. Mijn kracht ligt in het kleine en kwetsbare.” Ron Rijghard
De tiener
De twintiger
De dertiger
De veertiger
De vijftiger
De zestiger
Egbert Ulijn (15), scholier
Dick Ronteltap (29), muziektherapeut
Richard van den Berg (36), financial controller
Murat Yilmaz (40), riskmanager
Ruud van Zijl (59), projectmanager TU Delft
Fred Tulling (63), met de VUT
„Ik ging voor het eerst met mijn vader mee naar North Sea Jazz toen ik elf was. Ik herinner me vooral de grote zalen en dat ik een van de weinige kinderen was. Het festival is leuk door de relaxte sfeer en de verschillende soorten muziek. Op het Nile-podium staan de beroemdere mensen als Adele of Snoop Dogg, maar in de kleine zaaltjes spelen de onbekendere artiesten die je zelf kunt ontdekken. „Een van de mooiste optredens was dat van BB King in 2009. Ik speel zelf ook gitaar en ben heel erg fan van die man, want hij is een echte blues- en jazzlegende. Hij is oud en je zag dat het hem moeite kostte, dat vond ik mooi. Ook vertelde hij over zijn leven, als een wijze opa. „Dit jaar ga ik zeker naar Lianne La Havas. Die heb ik vorig jaar ook gezien toen ze nog niet zo beroemd was, ergens op een klein podium. Toen hadden we het gevoel dat we haar ontdekt hadden, en nu staat ze in de grote Maas-zaal.”
„Ik zat in de trein op weg naar mijn eerste North Sea Jazz toen ik 12 was. Dat was heel spannend, want iedereen in de coupé praatte over de jazzmuziek die we zouden gaan zien. Achteraf snap je pas hoe waardevol het is dat je bepaalde artiesten hebt gezien, want sommigen zijn drie jaar later dood. „Nu werk ik als artiestenophaler bij North Sea Jazz, een droom die uit is gekomen. Vroeger begreep ik niet waarom al die grote internationale muzikanten hierheen wilden komen. Nu hebben ze mij zelf het antwoord gegeven: ze zien het als een melting pot waar allerlei soorten muzikanten samenkomen. Sommigen wonen in New York, maar ze zien elkaar een keer per jaar… in Rotterdam! Het is een soort van thuiskomen. „Dit jaar kijk ik het meest uit naar de 77-jarige Braziliaan Hermeto Pascoal. Hij gebruikt echte omgevingsgeluiden, die hij met zijn instrument rechtstreeks meespeelt, helemaal getimed.”
„ Wat me vooral is bijgebleven van mijn eerste keer North Sea Jazz in 1998 is dat er zo enorm veel te horen en te zien was in één weekend met zoveel diversiteit in muziekstijlen. Ook voor de artiesten is het zichtbaar bijzonder om hier op te treden. Volgens mij zetten ze North Sea Jazz standaard in hun agenda. „ Mijn favoriete festivalmoment was het optreden van Michel Camilo in 2002. Zowel hij als bassist Anthony Jackson en drummer Horacio Hernandez stonden apart van elkaar al lang op mijn verlanglijstje om een keer live te zien. En nu kwamen ze als trio. Ze vormden een perfect geheel: het was virtuoos en tegelijkertijd kwam alles samen. „Dit jaar speelt Robert Glasper Experiment. Ik heb hem nog niet eerder live gezien, maar al wel beluisterd op internet. Het klinkt lekker fris en er worden niet heel veel concessies gedaan. Eentje om in weg te zweven.’’
„Ik ben een laatkomer in de jazz. Mijn eerste North Sea Jazz moet denk ik in 1994 of 1995 zijn geweest in Den Haag. Het is de enorme variatie in het aanbod die me het meest aanspreekt. Persoonlijk kies ik vooral voor de ‘straight ahead jazz/bop’. De internationale uitstraling spreekt me ook zeer aan. „Mijn absolute hoogtepunt was de uitvoering van het iconische vierluik A Love Supreme van Coltrane, uitgevoerd door het Branford Marsalis Quartet in 2006. Wat daar door de zaal ging kan niet in genoeg superlatieven worden beschreven. Volledig gebiologeerd waren mijn vaste jazzvriend en ik; ik ben er nog weken van onder de invloed geweest. „McCoy Tyner zal dit jaar toch niet aanwezig zijn. Buitengewoon jammer, ik keek ernaar uit deze, inmiddels fragiele, virtuoos te zien. Topacts voor mij dit jaar: Roy Hargrove, Monty Alexander. Ter afwisseling: Seasick Steve.”
„Ik ga dit jaar voor de 31ste keer naar North Sea Jazz. Vanaf 1982 ben ik maar één jaar niet geweest, toen ik op vakantie was. Alle programma’s van die jaren heb ik bewaard. Ik weet nog dat ik de eerste keer niks met jazz had, maar ik was overgehaald om mee te gaan. Ik was meteen verkocht. Vanaf toen was het ieder jaar een muzikale ontdekkingsreis. „Meestal kies ik een of twee optredens uit, waar ik per se naartoe wil en op tijd voor in de zaal wil zijn. Voor de rest is het dwalen om te ontdekken. In 1982 zag ik Charles Lloyd en Michel Petrucciani. Dat was zo ontroerend mooi, een mix van stijlen. Er zat iets heel intiems in en je zag dat ze zelf ontroerd waren. Charles Lloyd komt dit jaar weer, dus daar ben ik benieuwd naar. „Dit jaar ga ik samen met mijn vrouw. Maar het liefst ga ik alleen, dat weten ze thuis ook. Dan zie ik het meest, want ik weet alle sluipwegen om zoveel mogelijk optredens mee te pikken.”
„Mijn eerste keer kan ik me niet zo goed herinneren, maar ik was ergens in de veertig. Twintig jaar geleden kwamen er meer echte jazzliefhebbers dan nu, met opklapbare visstoeltjes renden ze van de ene naar de andere zaal om hun artiest te zien. „Een van mijn indrukwekkendste North Sea Jazz-concerten was BB King in 2009. Het was het laatste concert dat ik van hem zag en ik ben een groot fan. Mijn liefde voor de jazz is begonnen bij bluesmuziek zoals hij dat maakt. „Nu ik in Duitsland woon, reis ik speciaal voor North Sea Jazz naar Rotterdam. Er wordt steeds meer soul en r&b geprogrammeerd, maar ik hou meer van bebop en modern creative jazz. Ik kom niet voor de grote namen en loop liever heen en weer tussen zalen als de Madeira, de Yenisei en de Hudson om nieuwe muzikanten te ontdekken.”
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
12 Cultureel Supplement North Sea Jazz
Cultureel Supplement 13 John Legend als acteur en gastmuzikant
Mijn North Sea Jazz
John Legend, geboren als John Roger Stephens (1978), won tot nu toe negen Grammy Awards. Voordat hij zijn debuutalbum uitbracht, werkte hij samen met bekende artiesten als Kanye West, Jay-Z en Alicia Keys. Ook speelde Legend piano op Lauryn Hills Everything Is Everything. Zijn artiestennaam kreeg hij van de dichter J. Ivy, die de muziek van Stephens ‘old school’ vond klinken, „like one of the legends”. Op zijn eerste soloplaat Get Lifted (2004) noemde Stephens zich daarom John Legend. De afgelopen jaren heeft Legend zich ook als acteur ontpopt, onder meer in afleveringen van het Amerikaanse kinderprogramma Sesame Street en de sitcom Curb Your Enthousiasm.
Pianist Michiel Borstlap (46) gaat met zijn trio ‘lekker improviseren’. Vrijdag 12 juli, in de Hudson, 19.45 uur
Mijn verloofde moest huilen om dit liefdeslied
‘We repeteren nooit voor zo’n optreden’
‘E
r is een vast patroon in het laatste uur voor zo’n festivaloptreden met mijn trio. We zitten in de kleedkamer, ouwehoeren wat, dan gaan we naar de backstage en horen we de aankondiging op het podium. Tijdens die aankondiging vraagt Erik of Boudewijn ‘Zeg Michiel, waar beginnen we eigenlijk mee?’ Het is een geintje, ze weten dat er geen antwoord komt, want we spreken nooit iets af. We laten ons leiden door de atmosfeer en de zaal, de ene noot leidt tot de andere. „De laatste tijd ben ik veel bezig geweest met mijn soloproject, maar op het festival gaan we gewoon met z’n drieën keiharde jazz spelen. Ik speel al sinds 1990 met Boudewijn Lucas op bas en al tien jaar met Erik Kooger op drums. Iemand hoeft maar een wenkbrauw op te trekken en de anderen weten waar we heen gaan. We kunnen ontzettend snel schakelen. „We repeteren eigenlijk nooit voor zo’n optreden. We komen vooraf wel een middagje bij elkaar, puur voor de gezelligheid. Dat gebeurt dan in het kleine zaaltje dat ik aan huis heb. Een zaal met achttien oude bioscoopstoelen, een vleugel en ruimte voor een drumstel. Na een paar rondjes koffie gaan we nog wel even spelen. Misschien komt er nog een nieuwe compositie aan de orde. „We zullen op het festival veel werk spelen van ons meest recente album 88. We houden allemaal van vrijheid, dus er zal veel ruimte zijn voor solo’s, maar niet in de gangbare thema-solo-thema-structuur. Hoewel iedereen technisch ontzettend goed is, gaan we niet voor de best ingestudeerde solo, we ruiken en voelen wat op dat moment werkt. „Er is best kans dat er ook nog wat van mijn soloproject in het concert terugkomt. Ik zit 25 jaar in het vak en dit najaar begin ik met een solotheatertour. Ik ben er de afgelopen maanden zo intens mee bezig geweest op een fantastische Steinway-vleugel in een Amsterdamse studio. Dat ding heeft mijn liefde voor de vleugel alleen nog maar intenser gemaakt. Ik weet dat als ik daarop speel die ene noot precies goed gaat zijn. Dan denk ik, weet je wat, ik speel hem ook gewoon. En dan werkt het, terwijl het op een andere vleugel niet werkt. „Op North Sea heb ik natuurlijk niet die vleugel, maar dan spelen we versterkt en dat geeft het geluid weer een soort grootsheid. Dan neem ik die andere onvolkomenheden graag voor lief.” Leendert van der Valk
troep proberen thuis achter te laten. Daarom schrijf ik veel; ik hoop tussen al die liedjes het goede te vinden.” Legend heeft een flinke staat van dienst. Hij werkte mee aan nummers van sterren als Lauryn Hill en Jay-Z voor hij zelf als artiest debuteerde bij een grote platenmaatschappij, en is een belangrijk muzikaal bondgenoot van Kanye West toen de megaster nog een scharrelende producer was. Van Lauryn Hill leerde Legend „ruimte te maken” in zijn muziek, vertelt hij. „Niet te veel spelen. Bij hiphop en pop, meer nog dan bij jazz en andere genres, is veel van wat een nummer speciaal maakt, datgene wat je weglaat. Lauryn Hill leerde me dat de ruimte die je dan creëert, deel is van de poëzie.” Met West vond Legend voor het eerst zijn eigen stijl. „Ik woonde met zijn neef en die moedigde ons aan de studio in te gaan. Vanaf het moment dat ik met Kanye werkte, zeiden mensen: je hebt je sound gevonden, John. Dit is wat werkt voor jou.” De twee toekomstige sterren hielpen elkaar hun muzikale niche te vinden. Legend: „Ik heb hem denk ik een bepaalde muzikaliteit gegeven die hij in zijn eentje nog niet had. En Kanye hielp mij moderne soulmuziek te maken op een wijze die ik zonder hem niet had bereikt. Hij is zo’n meester in het programmeren van drums en mijn stem werkt goed op die rauwe, soulvolle hiphopbeats.”
Liefdesalbum
Soulzanger John Legend (34) is tot over zijn oren verliefd en dat is te merken op zijn nieuwe album Love in the Future. „Mijn liedjes beginnen altijd met gemompelde onzintaal.” Saul van Stapele
John Legend, vorige maand tijdens een optreden in Londen Foto AP
Advertentie
SAT 12 OCT 13
gregory porter_josé james joshua redman quartet eric vloeimans’ gatecrash
_ _ _
aaron parks_snarky puppy
_
marius neset quartet_jameszoo & guests re:freshed orchestra_tin men and the telephone kapok_chloe charles_d-felice new quintet
_
ONE DAY JAZZ & BEYOND
_ _ _
_ _ _ _
_
_
presented by Muziekgebouw Eindhoven and North Sea Jazz Festival
_
MUZIEKGEBOUWEINDHOVEN.NL
_
‘W
e zijn gemaakt om lief te hebben”, zingt soulster John Legend (34) op de recente single Made To Love van zijn aankomende album Love in the Future. En: „Oehhh. Ik heb nog nooit liefgehad, ik heb nog nooit liefgehad, ik heb nog nooit iemand liefgehad zoals dit.” En ook: „Ik was eerst nooit zo zeker over een God. Maar ik weet dat hij bestaat. Hij heeft jou gemaakt.” Het zijn zinnen zoals John Legend – echte naam: John Roger Stephens – ze al zingt sinds hij als jongen in de kerk van zijn ouders door het
kerkkoor werd gegrepen, en ontdekte hoe prettig hij het vond mensen te vermaken met zijn muziek. „Ik begon gospelliedjes te schrijven voor het koor van mijn ouders”, vertelt hij dit voorjaar in Londen, „en liefdesliedjes om meisjes te krijgen.” De laatste jaren leek Legend die koers wat te verleggen. Hij trad in 2008 op tijdens de Democratische Conventie waar Obama zich kandidaat stelde voor het presidentschap en was actief in zijn verkiezingscampagne. In 2010 nam hij met hiphopband The Roots het sociaal strijdbare album Wake Up! op, vol politiek geladen covers uit de soulgeschiedenis. Maar voorafgaand aan het interview in het Britse kantoor van platenmaatschappij Sony in Londen zijn enkele nummers van zijn nieuwe album te horen. De liefde is weer dominant aanwezig. „Weet je”, zegt Legend, „soms wil je kunst maken waardoor mensen juist aan het protest en de politiek kunnen ontsnappen. Soulmuziek leent zich goed voor het zingen over pas-
sie en romantiek en dat het daar door de jaren heen vaak over gaat, is een moeilijk te doorbreken gebruik.” Hij glimlacht charmant. „Maar het is ook een kwestie van timing.” Want John Legend is verliefd. John Legend is met-zijn-verloofde-op-de-bank-bij-Oprahverliefd. En meer ook even niet. Zijn nieuwe album is daar een weerslag van, vertelt hij. Love in the Future „gaat niet over hoe liefde in de toekomst zal zijn”, zegt Legend. „Ik ga trouwen en begin aan een nieuwe reis.” Bij een luistersessie van zijn nieuwe materiaal, grapte zijn verloofde, het Amerikaanse badpakmodel
Christine Teigen, tegenover de pers dat een ander populair onderwerp in soul en r&b voortaan van de baan is in het oeuvre van Legend: „Geen liedjes meer over vreemdgaan!”
Hoofd in de wolken Het zal Legend niet te veel moeite kosten. De zanger uit Springfield, Ohio zingt graag met zijn hand op zijn hart en zijn hoofd in de wolken en is daar buitengewoon succesvol mee; Legend scoorde talloze hits, ontving negen Grammy Awards en de Starlight Award van de Songwriters Hall of Fame. Zijn liedjes ont-
‘Soulmuziek leent zich goed voor zingen over passie en romantiek’
staan als gemompel, vertelt hij. Legend neuriet en mompelt heel de dag. „Daar begint alles mee.” Soms bij de piano, dan weer bij gitaar of een instrumentale track die een producer hem heeft gezonden. „Ik mompel onzintaal in een melodie en ritme die goed voelen. Wanneer ik het geraamte eenmaal heb, mompel ik net zolang door tot ik over een bruikbare zin struikel.” Een goed liedje schrijven over de liefde is niet eenvoudig. Ook Legend kukelt in het ravijn vol gemeenplaatsenromantiek; een strofe als ‘don’t you cry, I’ll dry your eyes’ duikt schaamteloos op in zijn oeuvre. De lijn tussen kunst en kitsch kan dun zijn, erkent hij. Een effectief popliedje moet eenvoudig zijn mee te neuriën voor de luisteraar, legt hij uit. „Het moet een oud concept zijn dat op een nieuwe, slimme manier wordt vertolkt en dat herkenbaar is, alsof je het al gehoord hebt, of iets wat erop lijkt. Je wil iets maken wat het juiste effect losmaakt in de hoofden van mensen. Soms lukt het, en soms niet.” Hij lacht. „Je moet de
Tijdens het interview gaat zijn telefoon. Legend „moet even opnemen”. Het is zijn verloofde. „Hey schatje, wil je dinsdag naar New York vliegen?” Hij belooft dat hij haar vlucht gaat regelen, vanavond nog, elk tijdstip dat ze wil. „Oké schatje, ik hou van je.” Eén liedje op zijn liefdesalbum gaat „het meest letterlijk” over zijn verloofde, vertelt Legend. All Of Me, een nog niet uitgebracht relaas bij pianotonen van een verliefde man die vol bezieling verklaart dat hij van werkelijk alles aan zijn partner houdt; het is een instanthuwelijksklassieker. „Mijn verloofde moest huilen toen ze het hoorde”, zegt Legend. „Het is een heel eerlijk nummer. Ze wist dat het over haar ging, over ons. Maar anderen zullen zich ook herkennen in het idee dat je elk facet van een persoon liefhebt; inclusief de imperfecties, de rondingen en de randjes.” Dat zijn de beste nummers, vindt Legend. De liedjes die hij uit zijn stortplaats aan pogingen naar boven vist, waarin „ik iets persoonlijks pak en het universeel maak”. Hij kan die liedjes schrijven terwijl zijn verloofde aan het stofzuigen is. „Ik heb geen wierook en kaarsen nodig; ik kan me elk moment concentreren. En ik hoor heel de dag muziek. Er klinkt altijd een liedje in mijn hoofd.” De laatste jaren voelt Legend zich steeds comfortabeler in zijn eentje op het podium, solo achter zijn piano, vertelt hij. De populaire zanger voelt zich op die momenten „het dichtst bij mijzelf, als songschrijver”. Hij last nu ook meer rustmomenten in wanneer hij met zijn band optreedt. „Ik wil het publiek vaker het gevoel geven dat ze naar me kijken in een kleine jazzclub.” Legend zoekt in zijn muziek, zijn benadering van liefde als klassiek soulthema en op het podium „naar de brug tussen mijn invloeden, de traditie van soulmuziek, en de moderne tijd”, zegt hij. „De melodieën zijn allemaal al eerder gezongen, de akkoorden zijn al eeuwen onderdeel van onze westerse muzikale canon. Liefde en muziek zijn tijdloos; er is niet echt iets nieuw aan. Maar er is altijd een frisse manier om het uit te voeren, om het aan te passen. Dat is wat we doen als muzikanten; we maken iets wat de mensen al kennen maar wat toch ook weer nieuw voor ze is.” John Legend speelt zaterdag 13 juli 23:30 uur in de Nile. Het album ‘Love in the Future’ komt uit op 3 sept.
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
14 Cultureel Supplement North Sea Jazz
Cultureel Supplement 15
Instrument voor de vrede De tien eeuwen oude ngoni is het belangrijkste instrument van Mali. Bassekou Kouyaté stoomt de ngoni klaar voor de 21ste eeuw. Bassekou Kouyaté tijdens een optreden in Tilburg afgelopen mei Foto Andreas Terlaak
O
p een dag hoorde Jelimusa Wulen Kouyaté flarden muziek vanaf de oever van de Niger komen. Toen hij ging kijken, zag hij een djinn (een geest) die een klein snaarinstrument bespeelde. Het klonk prachtig. Kouyaté vroeg de djinn om een gift. „Hier, je mag het instrument hebben en het liedje”, zei de djinn. Zo kreeg hij de allereerste ngoni. Dat was bijna duizend jaar geleden, ergens in de Malinese woestijn. In 2007 nam een directe afstammeling van Musa Wulen een nieuwe versie van het liedje van de djinn op en noemde het The River Tune. Het staat op de cd Segu Blue, waarin Bassekou Kouyaté ook het verhaal van de ngoni en de djinn vertelt. Bassekou Kouyaté speelt ngoni omdat zijn vader ngoni speelde en zijn grootvader en zo
Leendert van der Valk
helemaal terug tot Jelimusa Wulen. Bassekous zoons spelen ook. De Kouyatés zijn griots, een familielijn van Malinese profmuzikanten. Griots vertellen de geschiedenis van het land, ze zingen voor politici, voor het volk en voor de eenheid. Kouyaté vervult die rol met eerbied, want zo gaat het al eeuwen. Maar hij is ook een revolutionair. Door zijn inspanningen is het bescheiden oerinstrument – waarschijnlijk de voorloper van de Amerikaanse banjo – een venijnig gierend bluesmonstertje geworden. „De ngoni was het instrument waarmee je voor koningen speelde.” Kouyaté klopt op de smalle klankkast van het langwerpige instrumentje op zijn schoot. In een kleedkamer backstage bij de Music Meeting in Nijmegen zit zijn vrouw moe van het reizen te spelen met een iPad, zijn zoons en neven luisteren
Malinese muziek uit mobiele telefoons. Kouyaté zelf gaat helemaal op in zijn geschiedenisles. „Het is het belangrijkste instrument van Mali. Je hoort het in vrijwel alle traditionele muziek, maar meestal op de achtergrond.” Zijn experiment loopt al langer, maar op het album Jama ko van dit jaar blijkt pas goed hoe Kouyaté het instrument heeft klaargestoomd voor de 21ste eeuw. Zijn band Ngoni ba, die volledig uit familieleden bestaat, speelde het afgelopen jaar regelmatig in Nederland en het waren indrukwekkende, swingende concerten. Op drums en percussie na, zijn de ngoni’s de enige instrumenten. Op de met koeienhuid overspannen kalebas is met ducttape een plug en een element uit een elektrische gitaar ingebouwd. Dat was nog een simpele aanpassing. „We hebben veel
moeten experimenteren om de ngoni de rol te geven zoals een gitaar die heeft in een rockband: slag, bas en solo.” Dat vereiste de ontwikkeling van een heel nieuwe versie die de baslijn kan doen, en hij zette een extra snaar op de oude, grotere ngoni ba. Er is wat bravoure voor nodig om een instrument na tien eeuwen drastisch te veranderen. Ngonispelers zaten altijd op de grond, terwijl grote blikvangers zoals de kora (21snarige luit) en balafon (xylofoon) op de voorgrond traden. Als tiener werd Kouyaté voor gek verklaard dat hij opeens opstond tijdens optredens om te soleren. „Van oudsher is het een begeleidingsinstrument, nooit bedoeld voor solo’s. Het was de grote gitarist Ali Farka Touré die mij aanspoorde om een soloproject voor ngoni te doen.” Amerikaanse bluesgitaristen als Taj Mahal herkenden in de ngoni de banjo, maar voor de grotendeels traditionele liedjes van Segu Blue waren heel wat aanpassingen nodig om ze behapbaar te maken voor westerse oren. De originele versies waren door de eeuwen volgestroomd met verwijzingen die ongetrainde luisteraars nooit konden volgen. Dat album introduceerde de familie Kouyaté aan een internationaal publiek. In Mali heerste toen nog vrede en Kouyaté zong, geheel volgens de traditie van de griots, vaak voor de zittende president. Dat verandert in maart 2012 op de dag dat hij met zijn zoons, neven en vrouw in Bamako de studio in gaat om het album Jama ko op te nemen. Ze zijn net begonnen als ze schoten horen: het Nationale Comité voor het Herstel van Democratie en Restauratie van de Staat (CNRDR) pleegt de militaire coup waarvan de gevolgen nog altijd voortduren. In plaats van de opnames te stoppen, draait Kouyaté de volumeknop omhoog. Nadat radicaal islamitische groepen het leger uit Noord-Mali verdreven, en het gebied een rigide versie van de islam oplegden, is het noorden nu gevaarlijk voor muzikanten. In Mali heerst achterdocht en discriminatie. In de Nijmeegse kleedkamer speelt Kouyaté een snel tokkeltje op de ngoni. „Weet je, dit instrument is ook een instrument voor vrede. Als er conflicten zijn probeert de griot te pacificeren. We spelen, we zingen, we praten. Maar dit is een lastige oorlog van mensen die niet willen luisteren.” In Bamako is minder muziek te horen dan voorheen, vertelt hij. Er zijn veel muzikanten in de stad, maar de mensen gaan steeds minder uit. „Ik zing liedjes met de boodschap dat we een volk zijn. Het helpt. Een klein beetje.” Voor zijn nieuwe album is hij veel in het buitenland. Op het podium lijkt de oorlog ver weg. In paarse gewaden staat zijn familie te swingen als een Amerikaanse gospelband, maar dan met een veel aardser geluid. Als Bassekou een voet op de speaker zet en een solo begint op het kleine gitaartje dat eeuwenlang een begeleidingsinstrument was, gieren de noten door de zaal. Bassekou Kouyate & Ngoni Ba. Zaterdag 13 juli 21:00 in Congo.
Re:Freshed Orchestra vorige week in LantarenVenster in Rotterdam Foto Andreas Terlaak
De vijftien Rotterdamse rappers en muzikanten van Re:Freshed Orchestra spelen hommages aan ‘grote namen uit de zwarte muziek’. Hester Carvalho
Hiphop maken van jazz
© John Coltrane, Photo by Frank Driggs, courtesy Mosaic Images
Advertentie
De geschiedenis van jazz Jazz is een prestigieuze 12-delige serie van Ken Burns over de geschiedenis van de jazzmuziek. Burns onderzoekt alle stijlen in de jazz en haar vertegenwoordigers en plaatst deze tegen de achtergrond van de sociale en culturele verhoudingen in de 20e eeuw. De serie volgt deze bijzondere kunstvorm van de beginjaren rond 1890 tot ca. 2000. Jazz werd genomineerd voor 5 Emmy Awards en kreeg veel lovende kritieken. 4 dvd’s Engels gesproken, Nederlands ondertiteld.
34
95
Bestel op nrclux.nl/film
J
azz maken van hiphop en hiphop van jazz. Dat is een van de uitgangspunten van Re:Freshed Orchestra. Vijftien Rotterdamse muzikanten, zangers en rappers transformeren liedjes van anderen tot eigen, groots swingende versies. Live, zoals zaterdag op North Sea, is de muziek van Re:Freshed Orchestra als een deinend veelkoppig beest, waar zich zo nu en dan een solist van afscheidt. De nummers van bijvoorbeeld rapper Jay-Z, zangeres Nina Simone of bandleider Fela Kuti, zijn zowel een eerbetoon aan vroegere meesters als aan kwaliteiten zoals discipline en gemeenschapszin. Hier hoor je de kracht van het collectief. Violen ondersteunen stemmen, stemmen steunen het ritme, ritme versterkt de groove van bas en gitaar. Hoofdkwartier van Re:Freshed Orchestra is het poppodium Grounds, gelieerd aan het Rotterdamse conservatorium. Vandaag zitten hier pianist/arrangeur Alexander van Popta (26), zanger/bandleider Furlan Felter (25), mc/vocalist Bundy Styx (26) en zangeres Esperanzah Denswil (28) samen aan tafel in een van
de oefenruimtes. Van Popta houdt één hand aan een laptop en een in de buurt van de piano. Zo kan hij zijn woorden illustreren met een filmpje op YouTube of een paar akkoorden op het klavier. De afgelopen twee jaar speelde het orkest verschillende hommages aan ‘grote namen uit de zwarte muziek’: behalve aan Jay-Z, Kuti en Simone, ook aan rapper Guru en dichter/rapper Gil Scott Heron. Steeds werden de nummers gearrangeerd en uitgevoerd in een ander idioom: Jay-Z meer jazzy, Simone meer als hiphop. Het eerbetoon aan rapper Jay-Z leidde tot de cd Re:Encore, waarmee Re:Freshed Orchestra vorig jaar naam maakte.
Broeierige nachtclubsongs De versies zijn eerder uitbreidingen dan covers. Coupletten worden veranderd, teksten worden herschreven tot Jay-Z’s nummers klinken als broeierige nachtclubsongs. Van Popta laat de clip zien van Jay-Z’s Roc Boys, en daarna de versie van Re:Freshed Orchestra. „Dat nummer had oorspronkelijk alleen bla-
zers en ritmesectie. Wij hebben strijkers toegevoegd.” Hij switcht naar een andere clip, van Isaac Hayes’ lp Shaft, de blaxploitation-klassieker uit 1971. Massieve blazers schallen door de kamer. Van Popta knikt: „Hiervan heeft Jay-Z de blaaspartij ‘geleend’.” En zo is de cirkel rond: Re:Freshed Orchestra leent een nummer van Jay-Z, die zich op zijn beurt op een ander heeft gebaseerd, en brengt het terug naar de oorspronkelijke stijl – in dit geval uit 1971.
Klassiek orkest Het idee om hiphop met instrumenten uit te voeren is afkomstig van de Amerikaan Miguel Atwood-Ferguson. Hij speelde met een klassiek orkest ooit de hiphoptracks van de overleden producer J Dilla. J Dilla werkte veel met samples, en al die samples werden uitgevoerd door een orkest. Of dat kan? „Júíst”, zegt Furlan Felter. „Samples zijn vaak afkomstig van opnamen van een klassiek orkest, of in ieder geval van een live gespeeld stukje muziek. Dus wij kunnen dat weer arrangeren en uitvoeren.” Van Popta studeerde jazzpiano aan het conservatorium. „Ik heb niet doorgeleerd voor arrangeur maar doordat ik piano studeerde, kan ik denken in meerdere ‘stemmen’.” Hij leunt naar achter en slaat een akkoord aan. „Elke toon van het akkoord is één stem.” Als Van Popta en Felter samen de arrangementen maken, horen ze de partijen in hun hoofd. „Vijftien mensen moeten aan de beurt komen, daarom hebben we een groots geluid. We zijn geen orkest van solisten. Het gaat om de herkenbare Re:Freshed-stijl.” Belangrijk element is het ritme. In hiphop ligt het ritme vaak niet precies op de tel, het danst er zo’n beetje omheen. „Dat vinden klassiek geschoolde muzikanten moeilijk om te spelen, merkten we toen we een keer met het Metropole Orkest optraden”, zegt Felter. Van Popta: „Voor ons ligt het anders. Muzikanten die geboren zijn rond 1987, zijn opgegroeid met hiphop en die manier van tellen. Daarin onderscheidden we ons ook van onze docenten, hier op het conservatorium.” Bij optredens maken zich uit het totaalgeluid soms de stemmen los van zangeres Poliana Vieira, de lefgozerige Bundy Styx, soulzanger Felter en de teder rappende Esperanzah Denswil – samen kunnen ze het geheel aan zangstijlen uit de recente ‘zwarte’ muziek uitvoeren. Bundy Styx ontdekte de mogelijkheden van rap toen hij twaalf was. „Ik was heel verlegen, zei nooit iets. Ik kende alleen maar hitparademuziek, tot ik een vriend van mijn broer hoorde rappen. Dat leek me geweldig. Ik ging naar de bibliotheek en huurde een cd van Dead Prez. Nooit van gehoord, maar het hoesje sprak me aan: kinderen met pistolen en een gefolterde man. De titel was ‘Let’s Get Free’. Dat wilde ik ook wel.” Nu rapt Styx in het Engels
en Nederlands en wervelt als een alternatieve dirigent over het podium om de muzikanten tot soleren aan te moedigen. Van Popta staat op. Hij heeft een afspraak voor een auditie; naast de vijf bands waarin hij al zit, is nog plaats voor een zesde. Ook Denswil doet van alles tegelijk. Ze zong achtergrondvocalen bij Ntjam Rosie en werkt nu aan een solo-cd. „Ik heb laatst op mijn Facebookpagina mijn doelstelling gezet: meer ‘on the road’ zijn dan thuis. Ik wil het liefst tachtig procent van mijn tijd aan muziek besteden.” Inmiddels bestaat Re:Freshed Orchestra tweeënhalf jaar. Vijftien mensen en hun zijprojecten moesten binnenboord gehouden worden – een klus die voor kleinere gezelschappen vaak al niet eenvoudig blijkt. Bij Re:Freshed is het tot op heden gelukt. „Er is niemand afgevallen”, Felter telt op zijn vingers. „Sterker: er zijn alleen maar mensen bij gekomen.” Re:Freshed Orchestra treedt op: North Sea Around Town: 11 juli Grounds, Rotterdam. Zaterdag 13 juli 23:45 uur in Mississippi.
‘Bigbands’ op North Sea Jazz Metropole Orkeste met speciale gasten Het Metropole Orkest is meermalen te zien tijdens deze editie van North Sea Jazz. Verschillende grote namen worden begeleid door het veelkoppige ensemble, op zaterdag zijn dat: Anthony Hamilton, Gregory Porter, Gretchen Parlato. En op zondag: pianist/zanger Herbie Hancock en saxofonist Joe Lovano. Maison du Malheur Bij Maison du Malheur, een orkest in crisiskleding uit de jaren dertig, gaat veeltalligheid samen met nostalgie. De groep heeft een vooroorlogse stijl – New Orleans-jazz, honkytonk, boogiewoogie – met virtuoos gespeelde tuba, klarinet en trompet. Groeit bij optredens uit tot een kolkende troupe. Southampton University Jazz Orchestra Veertien blazers, een ritmesectie en twee vocalisten, gerekruteerd uit de studenten van Southampton University. Projeto Coisa Fina Braziliaans jazzorkest bewerkt de composities van Moacir Santos (1924-2006), een Braziliaanse componist die in de jaren zeventig opnam voor het Blue Note-label en vervolgens in de vergetelheid raakte. Dertien jonge muzikanten voeren zijn nummers op eigentijdse manier uit.
) 1 1 )1 1 )1 1 ) 1 1 ) 1 1 ) 1 1 )1 1 )
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
Cultureel Supplement 17
North Sea Jazz
North Sea Round Town 13 & 14 JULI |GRIFTPARK |UTRECHT
CROSS CULTURE Twee dagen beats, battles, skate & dans DJ Shadow (dj set) | Fresku | SKIP&DIE | DJ Kypski | Boemklatsch Equalizer | iLL Skill Squad |Broken Brass Ensemble | DJ DNA | Arts the Beatdoctor | Soskop | Schoppenheer | e.a. Skate contests (Blok Party XL & Bowl Battle), workshops DOX & DJ School Utrecht, STRAAT & DOX XL, Vers Vermaak Zaterdag 13 juli 11:00 – 23:00 uur, toegang vanaf € 12,50 Zondag 14 juli 13:00 – 19:00 uur, toegang gratis Meer info: culturelezondagen.nl / vredevanutrecht2013.nl
14 t/m 19 JULI | UTRECHT
EUROPEAN YOUTH OLYMPIC FESTIVAL 2.300 jonge en talentvolle Europese sporters van 13 t/m 18 jaar beoefenen negen Olympische sporten
Foto: Eddie Think
Openingsceremonie door Koning Willem-Alexander Zondag 14 juli 19:00 - 22:00 uur, toegang € 7,50 Stadion Galgenwaard Utrecht Gers Pardoel |Ben Saunders | Fabiënne Bergman (TVOH Kids) | DJ Dennis van der Geest |DJ Erik Arbores | Utrechts Studenten Concert | Bombay Show Pig | Boemklatsch |iLL Skill Squad | DNKRS | Morris Kliphuis |e.a. Meer info: utrecht2013.com
www.utrechtviert2013.nl
North Sea Jazz is meer dan alleen het festival in Ahoy. T/m 14 juli zijn er in Rotterdam meer dan 200 concerten, masterclasses, lezingen, jamsessies, straatoptredens en afterparty’s. Jazz in Museumwoning Sonneveld Foto’s Maarten Laupman
Huiskamerconcerten
Bosporus aan de Maas
In samenwerking met de stichting Live in Your Living Room organiseert North Sea Round Town intieme akoestische jazzsessies in Rotterdamse huiskamers. Met optredens van o.a. het Mijke Loeven Quartet, Anton Goudsmit, Izaline Calister en Marzio Scholten. 3 t/m 11 juli in verschillende Rotterdamse huiskamers. www.liveinyourlivingroom.nl
Een vaartocht met de Turkse feestband Turkuaz over de Maas. Waan je voor een avond op de Bosporus met vrolijke pop- en rockmuziek om op te dansen. 5 juli, 19.30 uur in de Hydrograaf salonboot. www.hydrograaf.nl
Ntjam Rosie HOMMAGE AAN DUTILLEUX HET CONCERTGEBOUW AMSTERDAM
‘Afropean soul in a jazzy state of mind’, zo omschrijft zangeres Ntjam Rosie haar muziekstijl. Tijdens North Sea Round Town is zij op verschillende plekken te horen. Zo speelt ze in de Euromast tijdens het benefietconcert voor het Sophia Kinderziekenhuis, geeft ze een optreden in Atelier Untitled en is ze onderdeel van Rotterdam Got Soul in LantarenVenster. 5 juli, 21.30 uur in Atelier Untitled, 6 juli, 23.30 uur in LantarenVenster en 10 juli, 20.30 uur in de Euromast. www.ntjamrosie.com
Benjamin Herman Trio
UTR
M IDDELEEUWS
Saxofonist Benjamin Herman vormt samen met Ernst Glerum (contrabas) en Joost Patocka (drums) een jazztrio. Tijdens het optreden in Bird combineren ze muziek uit hun repertoire van 25 jaar speelervaring met nummers van het nieuwste album. 5 juli, 21.30 uur in Bird Rotterdam. www.bird-rotterdam.nl
ECH
T
AVONTUUR ROND DE MAGIE VAN MUZIEK
T H E AT E R F RO E F RO E zo fijn als de late middeleeuwen: T RO P O Ï Niets brandstapels, martelkamers, kindsoldaten, snotterende luitspelers, sneeuw, kraaien en alles moet branden. Deze intrigerende sfeer vol troubadours en muzikale mysteries – maar ook tomeloze ambitie en bedrog – zijn de fantastische ingrediënten van de roman ‘Melodieën’ van Helmut Krausser. Theater FroeFroe maakte er een fraaie, muzikale (poppen)voorstelling van, te zien op een al even fraaie locatie in Utrecht. WO 4 T/M Z O 8 S E P T E M B E R - 2 0 . 0 0 U U R F O RT R U I G E N H O E K G RO E N E K A N
NTR ZaterdagMatinee: concerten met een ‘bite’ Symfonische, oude en nieuwe muziek in spannende programma’s. Opera’s op topniveau, grote namen van nu en straks. Marc Minkowski, Jaap van Zweden, Simone Lamsma, Petra Lang, Viktoria Mullova, Jordi Savall, orkesten en ensembles van wereldfaam. Ons eigen Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor met hun chef-dirigenten Markus Stenz en Gijs Leenaars. Maar ook de langverwachte rentree van Valeri Gergiev en het Rotterdams Philharmonisch Orkest, internationale barokorkesten en het Ensemble intercontemporain. Barbara Hannigan laat als ‘artist in residence’ tijdens drie Matinees zien waarom zij ‘the fearless soprano’ genoemd wordt en zal bovendien haar Nederlandse dirigeerdebuut maken. Florian Magnus Maier, Reza Namavar en een nieuw, groot werk (eindelijk!) van Reinbert de Leeuw. Il trovatore, Fidelio en Rusalka naast Caligula van Glanert en Händels Alessandro. Speciale aandacht (zeven concerten!) is er voor de betoverende orkestmuziek van de onlangs overleden Henri Dutilleux.
Roffa Swing Salon In de Roffa Swing Salon wordt gedanst op onversneden swingmuziek uit de jaren dertig en veertig door The Diamond Four. Er is een modeshow in bijpassende retrostijl en je kunt je laten knippen en scheren door barbieren van de New York Barbershop. 6 juli, 19.30 uur in Kantine Walhalla. www.roffaswing.nl
Guerrillaoptredens In het weekend van 6 en 7 juli worden de terrassen van het Witte de Withkwartier bestookt met guerrillaoptredens. Op de terrassen van onder andere Eetcafé Opa, De Satébar, Bierlokaal Reijngoud, See You See Me en Hopper is er onverwachte muziek te horen van Rotterdamse jazzmuzikanten. 6 & 7 juli. Witte de Withkwartier. www.northsearoundtown.com
Jazznight 6 juli is er een Jazz Night op het voormalige stoomschip SS Rotterdam met optredens van
onder andere het DJ Collectief Funkel & Funkel, Shirma Rouse en Wouter Hamel. 6 juli, 20 uur op de SS Rotterdam. www.ssrotterdam.nl
Skybox Belvédère Een jazznight in de kleinste jazzbar van Rotterdam: skybox Belvédère. Met uitzicht op de Katendrechtse skyline hoor je verhalen en muziek over de historie van ‘Negro Palace Belvédère’ met Kid Dynamite, Boy Edgar en Teddy Cotton. 6 juli, 20.30 uur. Skybox Belvédère. www.belvedererotterdam.nl
Flamencogitaar Eric Vaarzon Morel is een van de beste flamencogitaristen van Nederland. Tijdens North Sea Round Town speelt hij samen met collega Jiri Tauhuttu in café Nika Koffie & Thee. 7 juli, 14 uur in Nika Koffie & Thee. www.nikakoffie.nl
Jazz in Charlois Festival In de historische dorpskern van de Rotterdamse wijk Charlois wordt het jaarlijkse festival Jazz in Charlois gehouden. Met optredens van onder andere Marc Benz, Joke Bruijs met het Trio Frits Landesbergen en de funk/jazzformatie Crescent Groove. 7 juli, 13 uur t/m 18.45 uur op de Charloisse Kerksingel. www.jazzincharlois.nl
Vloeimans en Goudsmit Het Nationaal Jeugd Jazz Orkest treedt 11 juli op in LantarenVenster onder leiding van trompettist Eric Vloeimans. Daarna volgt een concert van het New Rotterdam Jazz Orchestra met Anton Goudsmit. 11 juli, 20.30 uur in LantarenVenster. www.lantarenvenster.nl
De Deeldeliers De Deeldeliers is het nieuwste muziekprogramma van verhalenverteller, komediant, zanger, dichter, drummer, dj en jazzkenner Jules Deelder. Hij neemt het publiek mee in zijn gedachtenkronkels en omlijst de voorstelling met een dj-sessie van Deelder. 10 juli, 20 uur in Bird Rotterdam. www.bird-rotterdam.nl
Trijntje Oosterhuis De Nederlandse zangeres Trijntje Oosterhuis treedt meestal op met een volledige band, maar voor North Sea Round Town geeft ze een akoestisch concert met haar gitarist Arnold van Dongen. Zij spelen nummers van het laatste album, maar ook andere hoogtepunten uit het repertoire van Oosterhuis. 10 juli, 20.30uur in LantarenVenster. www.lantarenvenster.nl
North Sea Jazz Kids Anders dan voorgaande jaren wordt de kindereditie van North Sea Jazz deze keer niet in Ahoy gehouden, maar in LantarenVenster, Villa Zebra en Leeszaal West. De wereldberoemde drummer Han Bennink geeft samen met pianist Guus Janssen en rietblazer Michael Moore een kinderconcert voor kinderen vanaf acht jaar. Ageeth de Haan heeft een liedjesprogramma samengesteld voor kinderen vanaf twee jaar. En er is een workshop muziekinstrumenten maken. 7 juli, 11 t/m 15 uur. LantarenVenster. www.lantarenvenster.nl
BoogieBall: Official North Sea Voor de afterparty’s van het North Sea Jazz Festival heeft het inmiddels legendarische BoogieBall artiesten van het festival uitgenodigd om als dj op te treden en hun favoriete plaatjes te laten horen. O.a. Questlove, Cody ChesnuTT en Thundercat staan achter de draaitafel. Voorafgaand aan BoogieBall is er een dj-set van de Jazzjunkies. 12 en 13 juli, 23.45 uur. Bird Rotterdam. www.bird-rotterdam.nl
Een meesterlijk 53ste Matineeseizoen. Wees er ook bij en bestel NU uw kaarten. Voor meer informatie: zaterdagmatinee.nl of bestel de seizoensbrochure via
[email protected].
Overnachten bij een artiest
Bestel DIT WEEKEND uw kaarten en ontvang 10% KORTING! Kassa Concertgebouw 0900-6718345 (€ 1 p/g) concertgebouw.nl/zaterdagmatinee, couponcode ZM1314DB (aanbieding geldig t/m 7 juli)
Jazz in de Koopgoot
Bij een artiest logeren, dat blijkt makkelijker dan het lijkt. Tijdens North Sea Round Town kun je een slaapplek reserveren in de studio of het huis van een Rotterdamse muzikant. Zodra je je inschrijft en betaalt, ontvang je van de organisatie Hotel Rotterdam het adres waar je na een concertavond kunt neerstrijken. t/m 14 juli in huizen en studio’s van Rotterdamse artiesten. www.wakeupinit.com
NRC Handelsblad Donderdag 4 juli & Vrijdag 5 juli 2013
Cultureel Supplement 19
18 Cultureel Supplement North Sea Jazz
Programma-overzicht
Advertentie
8-daagse vliegreis Aruba
8 dgn v.a.
€
1169
per pe rsoon
Giovanca
Willy Garcia (Grupo Niche)
INCLUSIEF: • vliegreis Amsterdam–Aruba v.v. met ArkeFly • luchthavenbelasting, brandstofheffing en eventuele extra brandstoftoeslag(en) • transfer luchthaven–accommodatie v.v. • hotelaccommodatie • festivalkaarten voor 4 & 5 oktober • meet & greet met Giovanca op Aruba • priority lane voor KRAS.NL-gasten bij concert • Nederlandssprekende reisleiding
4 & 5 OKTOBER GEORGE BENSON • EL GRAN COMBO DE PUERTO RICO • JOSÉ JAMES • GIOVANCA • WILLY GARCIA (GRUPO NICHE) • THE GROOVEHUNTERS • MARQUESE SCOTT Programma onder voorbehoud e.v.a.
EXCLUSIEF:
27.4.1
enson George B
• maaltijden (afhankelijk van gekozen hotelverzorging) • excursies • reis- en annuleringsverzekering • Calamiteitenfonds € 2,50 per boeking • reserveringskosten € 19,50 per boeking
www.kras.nl/arubajazz
ARTIESTEN OP HET
NORTH SEA JAZZ FESTIVAL NATUURLIJK OOK OP
www.bluenote.com