0203049nl
006
12.2010
Trilnaald
IRSEN 30, 38, 45, 57
Bedieningshandleiding
Fabrikant Wacker Neuson SE Preußenstraße 41 80809 München www.wackerneuson.com Tel.: +49-(0)89-354 02-0 Fax: +49-(0)89-354 02-390 Vertaling van de Duitstalige originele gebruiksaanwijzing
Inhalt IRSEN
1
Voorwoord ................................................................................................................. 5
2
Inleiding ..................................................................................................................... 6 2.1 Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding ........................................... 6 2.2 Wacker Neuson contactpersoon ........................................................................ 7 2.3 Beschreven apparaattypen................................................................................. 7 2.4 Markering van het apparaat................................................................................ 8
3
Veiligheid ................................................................................................................... 9 3.1 Beginsel.............................................................................................................. 9 3.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel......................................................... 12 3.3 Beschermuitrusting........................................................................................... 13 3.4 Transport .......................................................................................................... 14 3.5 Bedrijfsveiligheid............................................................................................... 14 3.6 Veiligheid bij de werking van handapparaten ................................................... 16 3.7 Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten......................................... 17 3.8 Onderhoud........................................................................................................ 18
4
Inhoud van het pakket ............................................................................................ 19
5
Beschrijving ............................................................................................................ 20 5.1 Toepassingsgebied .......................................................................................... 20 5.2 Werking ............................................................................................................ 20 5.3 Componenten en bedieningselementen........................................................... 21
6
Transport ................................................................................................................. 22
7
Bediening en gebruik ............................................................................................. 23 7.1 Voorafgaand aan inbedrijfname ....................................................................... 23 7.2 In bedrijf stellen ................................................................................................ 24 7.3 Buiten werking stellen....................................................................................... 26 7.4 Reiniging........................................................................................................... 26
8
Onderhoud ............................................................................................................... 27 8.1 Kwalificatie voor onderhoudswerkzaamheden ................................................. 27 8.2 Onderhoudsplan ............................................................................................... 27 8.3 Onderhoudswerkzaamheden ........................................................................... 28
9
Storingen verhelpen ............................................................................................... 30
10
Afvoer ....................................................................................................................... 31 10.1 Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten................................. 31
Bedieningshandleiding
3
IRSEN
11
Technische gegevens ............................................................................................. 32 11.1 IRSEN 30 ......................................................................................................... 32 11.2 IRSEN 38 ......................................................................................................... 33 11.3 IRSEN 45 ......................................................................................................... 34 11.4 IRSEN 57 ......................................................................................................... 35 11.5 Verlengkabel .................................................................................................... 37
12
Verklarende woordenlijst ....................................................................................... 40 EU - conformiteitverklaring .................................................................................... 43
4
Bedieningshandleiding
1 Voorwoord
1
Voorwoord In deze bedieningshandleiding staat informatie en worden procedures beschreven voor het veilig gebruik en onderhoud van het Wacker Neuson apparaat. Voor uw eigen veiligheid en om letsel te voorkomen moet u de veiligheidsvoorschriften goed doorlezen, zodat u ermee vertrouwd raakt en ze op ieder moment in acht kunt nemen. Deze bedieningshandleiding geeft geen informatie over omvangrijke onderhouds- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door de Wacker Neuson service of door erkende deskundigen worden uitgevoerd. Bij de productie van het apparaat is veel waarde gehecht aan de veiligheid van de bediener. Ondeskundige bediening of onderhoud niet conform de voorschriften kunnen echter gevaar veroorzaken. Bediening en onderhoud van het Wacker Neuson apparaat moeten volgens de aanwijzingen in deze bedieningshandleiding worden uitgevoerd. Hierdoor is een storingsvrije werking en een hoge beschikbaarheid van het apparaat gegarandeerd. Defecte onderdelen van het apparaat moeten meteen worden vervangen! Bij vragen over de bediening of het onderhoud kunt u contact opnemen met uw contactpersoon bij Wacker Neuson. Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder het recht van reproductie en verspreiding. Copyright 2010 Wacker Neuson SE Deze bedieningshandleiding mag uitsluitend met voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van Wacker Neuson worden gereproduceerd, bewerkt, gekopieerd of verspreid worden. Dit geldt ook voor delen ervan. Iedere reproductie, verspreiding of opslag op informatiedragers in welke vorm dan ook, zonder de toestemming van Wacker Neuson, is een overtreding van het geldende copyright en zal gerechtelijk worden vervolgd. Wij behouden ons uitdrukkelijk voor, technische wijzigingen uit te voeren voor de verbetering van onze apparaten of verhoging van de veiligheidsstandaard, ook zonder voorafgaande aankondiging.
5
2 Inleiding
2 2.1
Inleiding Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding Waarschuwingssymbolen Deze bedieningshandleiding bevat veiligheidsvoorschriften in de volgende categorieën: GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP. Deze voorschriften moeten in acht genomen worden om het gevaar voor dood of verwonding van de bediener, materiële schade of niet-deskundige service uit te sluiten. GEVAAR Deze waarschuwing duidt op onmiddellijk dreigen gevaren die de dood of ernstig letsel veroorzaken. f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
WAARSCHUWING Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in ernstig letsel of de dood. f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
VOORZICHTIG Deze waarschuwing duidt op mogelijk gevaren die kunnen resulteren in minder ernstig letsel. f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
LET OP Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in materiële schade. f Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen. Aanwijzingen Aanwijzing: Hier krijgt u aanvullende informatie.
6
2 Inleiding
Handelingsaanwijzing f
Dit symbool betekent dat u iets moet doen.
1.
Genummerde handelingsaanwijzingen geven aan dat u iets in de aangegeven volgorde moet doen.
2.2
Dit symbool wordt gebruikt bij opsommingen.
Wacker Neuson contactpersoon Uw contactpersoon bij Wacker Neuson is, al naargelang het land, uw Wacker Neuson Service, uw Wacker Neuson dochteronderneming of uw Wacker Neuson verkoper. Adressen vindt u op het Internet onder www.wackerneuson.com. Het adres van de fabrikant vindt u aan het begin in deze bedieningshandleiding.
2.3
Beschreven apparaattypen Deze bedieningshandleiding geldt voor verschillende apparaattypen uit één productreeks. Daardoor kunnen afbeeldingen iets afwijken van het uiterlijk van uw apparaat. Bovendien kunnen er componenten worden beschreven die geen deel uitmaken van uw apparaat. Gedetailleerde informatie over de beschreven apparaattypen vindt u in het hoofdstuk Technische gegevens.
7
2 Inleiding
2.4
Markering van het apparaat Gegevens van het typeplaatje
Het typeplaatje bevat gegevens die uw apparaat ondubbelzinnig identificeren. Deze gegevens zijn voor de bestelling van reserveonderdelen en bij technische vragen vereist. f Noteer de gegevens van uw apparaat in de volgende tabel: Pos.
8
Benaming
1
Groep en type
2
Bouwjaar
3
Machine-nr.
4
Versie-nr.
5
Artikel-nr.
Uw gegevens
3 Veiligheid
3 3.1
Veiligheid Beginsel Stand van de techniek Het apparaat is vervaardigd op basis van de nieuwste stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regelgeving. Desondanks kan ondeskundig gebruik gevaar opleveren voor lijf en leven van de gebruiker of derden of een negatieve invloed hebben op het apparaat en andere materiële zaken. Gebruik in overeenstemming met de bestemming Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het verdichten van vers beton. Het trilnaaldlichaam moet in het verse beton worden gedompeld. Het trilnaaldlichaam mag niet in zuur- of looghoudende vloeistoffen worden gedompeld. Het trilnaaldlichaam mag niet met delen van de body in aanraking komen of erin ingevoerd worden. Tot het gebruik in overeenstemming met de bestemming hoort ook het in acht nemen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding, alsmede het in acht nemen van de voorgeschreven service- en onderhoudsaanwijzingen. Elke ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming zijnde met de bestemming. Voor hieruit resulterende schade vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabrikant. Het risico komt volledig voor rekening van de bediener.
Bedieningshandleiding
9
3 Veiligheid
Constructieve wijzigingen Voer in geen geval constructieve wijzigingen uit zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant. U brengt daardoor uw veiligheid en die van andere personen in gevaar! Bovendien vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabrikant. Er is vooral sprake van constructieve wijzigingen in de volgende gevallen:
Openen van het apparaat en het permanent verwijderen van onderdelen, die van Wacker Neuson afkomstig zijn. Inbouwen van nieuwe onderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen. Aanbouwen van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Reserveonderdelen die van Wacker Neuson afkomstig zijn kunt u zondermeer monteren. Toebehoren die voor uw apparaat verkrijgbaar zijn in het Wacker Neuson leverprogramma, kunt u zondermeer monteren. Volg daarbij de montagevoorschriften uit deze bedieningshandleiding. Boor niet in de behuizing om bijv. borden aan te brengen. Er kan water in de behuizing binnendringen, waardoor het apparaat beschadigd raakt. Voorwaarden voor bedrijf De storingsvrije en veilige werking van het apparaat hangt af van de volgende voorwaarden:
Vakkundig transport, opslag, opstelling. Zorgvuldige bediening. Zorgvuldig onderhoud.
Bediening Bedien het apparaat uitsluitend in overeenstemming met de bestemming en in technisch perfecte toestand. Bedien het apparaat uitsluitend bewust van de veiligheid en de gevaren terwijl alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Verander of omzeil de veiligheidsvoorzieningen niet. Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden of de bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken. Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen. Toezicht Laat een draaiend apparaat nooit zonder toezicht!
10
Bedieningshandleiding
3 Veiligheid
Onderhoud Voor een storingsvrije en langdurige werking van het apparaat zijn regelmatige onderhoudswerkzaamheden vereist. Gebrekkig onderhoud vermindert de veiligheid van het apparaat.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht. Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie noodzakelijk is.
Storingen Bij functiestoringen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en beveiligen. Verhelp storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden onverwijld! Laat beschadigde of defecte componenten onmiddellijk vervangen! Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Storingen verhelpen. Reserveonderdelen, toebehoren Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die gelijkwaardig zijn met de originele delen wat betreft constructie en kwaliteit. Gebruik alleen toebehoren van Wacker Neuson. Bij het niet opvolgen hiervan vervalt iedere aansprakelijkheid. Uitsluiting van aansprakelijkheid In de volgende gevallen wijst Wacker Neuson elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel en materiële schade af:
Constructieve wijzigingen. Gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming. Niet-naleven van deze bedieningshandleiding. Ondeskundige behandeling. Gebruik van reserveonderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen. Gebruik van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Bedieningshandleiding Bewaar de bedieningshandleiding altijd binnen handbereik bij het apparaat of op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Mocht u de bedieningshandleiding kwijtraken of nog een exemplaar nodig hebben, neem dan contact op met uw Wacker Neuson contactpersoon of download de bedieningshandleiding van het Internet (www.wackerneuson.com). Geef deze bedieningshandleiding aan elke andere bediener of volgende eigenaar van het apparaat.
Bedieningshandleiding
11
3 Veiligheid
Landspecifieke voorschriften Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspreventie en milieubescherming in acht, bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting. Vul deze bedieningshandleiding aan met verdere aanwijzingen voor het in acht nemen van bedrijfs-, overheids-, landelijke of algemene veiligheidsrichtlijnen. Bedieningselementen Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en vrij van vet en olie. Bedieningselementen, zoals bijv. aan/uitschakelaar, gashendels etc. mogen niet ongeloorloofd geâretteerd, gemanipuleerd of veranderd worden. Op schade controleren Controleer minstens één keer per dienst het uitgeschakelde apparaat op uiterlijk zichtbare schade en gebreken. Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar zijn. Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
3.2
Kwalificatie van het bedieningspersoneel Kwalificatie van de bediener Het apparaat mag alleen door opgeleid personeel in werking gesteld en bediend worden. Bovendien gelden de volgende voorwaarden:
U bent lichamelijk en geestelijk geschikt. U bent opgeleid voor het zelfstandig bedienen van het apparaat. U bent opgeleid in het gebruik in overeenstemming met de bestemming van het apparaat. U bent vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsinrichtingen. U bent bevoegd om apparaten en systemen volgens de normen van de veiligheidstechniek zelfstandig in bedrijf te stellen. U moet door de ondernemer of exploitant zijn aangewezen voor het zelfstandig werken met het apparaat.
Foutieve bediening Bij foutieve bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel dreigt er gevaar voor de gezondheid van de bediener of derden en voor het apparaat of andere materiële zaken.
12
Bedieningshandleiding
3 Veiligheid
Plichten van de exploitant De exploitant moet de bedieningshandleiding beschikbaar stellen aan de bediener en zich ervan vergewissen dat de bediener deze heeft gelezen en begrepen. Aanbevelingen voor het werk Volg a.u.b. de volgende aanbevelingen op:
3.3
Werk uitsluitend in een goede lichamelijke toestand. Werk geconcentreerd, vooral tegen het einde van de werktijd. Werk niet met het apparaat als u moe bent. Voer alle werkzaamheden rustig, behoedzaam en voorzichtig uit. Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw zichtvermogen, uw reactievermogen en uw oordeelsvermogen kunnen hierdoor worden belemmerd. Werk zodanig dat geen schade voor derden ontstaat. Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren in de gevarenzone bevinden.
Beschermuitrusting Werkkleding De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauwsluitend maar niet hinderlijk zijn. Draag in principe op bouwplaatsen geen lang los haar, losse kleding of sieraden inclusief ringen. Er bestaat gevaar voor letsel, bijv. door blijven hangen of naar binnen trekken door bewegende onderdelen van apparaten. Draag alleen moeilijk ontvlambare werkkleding. Persoonlijke veiligheidsuitrusting Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de gezondheid te voorkomen:
Veiligheidsschoenen. Werkhandschoenen van stevig materiaal. Werkpak van stevig materiaal. Veiligheidshelm. Hoorbescherming.
Bedieningshandleiding
13
3 Veiligheid
Hoorbescherming Bij dit apparaat is overschrijding van de landelijk geldende toegestane geluidslimiet (persoonsgerelateerd beoordelingsniveau) mogelijk. Daarom moet u in bepaalde gevallen gehoorbescherming dragen. De exacte waarde vindt u in het hoofdstuk Technische gegevens. Werk met gehoorbescherming bijzonder aandachtig en voorzichtig omdat u geluiden, bijv. geroep of signaaltonen slechts beperkt kunt waarnemen. Wacker Neuson raadt aan altijd gehoorbescherming te dragen.
3.4
Transport Apparaat uitschakelen Schakel het apparaat voor het transport uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat de motor afkoelen. Apparaat transporteren Beveilig het apparaat op het transportmiddel tegen omkantelen, vallen of wegglijden. Apparaat optillen Ernstig verwondingsgevaar door vallend apparaat. Het apparaat heeft geen optil- of sjorpunten. Beveilig het apparaat bij het optillen tegen het omkantelen, vallen of wegglijden, bijv. in een gesloten transportbak. Herinbedrijfname Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaatonderdelen, toebehoren of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren verwijderd. Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
3.5
Bedrijfsveiligheid Explosieve omgeving Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
14
Bedieningshandleiding
3 Veiligheid
Werkomgeving Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden begint. Daartoe behoren bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone. Draagvermogen van de bodem. Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie, vooral voor het openbare verkeer. Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds. Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Apparaat in bedrijf stellen Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat en in de bedieningshandleiding. Stel nooit een apparaat in werking dat moet worden onderhouden of gerepareerd. Stel het apparaat volgens de bedieningshandleiding in werking. Vermijd het met het lichaam aanraken van geaarde delen. Veilige stand Let altijd op een veilige stand wanneer u met het apparaat werkt. Dit geldt vooral bij het werken op steigers, ladders, oneffen of glibberige bodem enz. Pas op voor hete onderdelen Raak het hete trilnaaldlichaam tijdens of vlak na het bedrijf niet aan. Het trilnaaldlichaam kan zeer heet worden en verbrandingen veroorzaken. Pas op voor bewegende onderdelen Houd handen, voeten en losse kleding op een afstand van beweeglijke of roterende onderdelen van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door intrekken of beknellen. Componenten van het apparaat niet gebruiken als opstapje of om u te zekeren Gebruik beschermslang, aansluitsnoer, aansluitkabel of andere componenten van het apparaat nooit om omhoog te klimmen of u te zekeren.
Bedieningshandleiding
15
3 Veiligheid
Apparaat uitschakelen Schakel in de volgende gevallen het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact:
Voor pauzes. Als u het apparaat niet gebruikt.
Wacht voor het neerleggen van het apparaat tot het volledig tot stilstand is gekomen. Zet resp. leg het apparaat zodanig neer, dat het niet kan kantelen, vallen of wegglijden. Opslag Zet of leg het apparaat veilig neer, zodat het niet kan kantelen, vallen of wegglijden. Opslaglocatie Berg het afgekoelde apparaat na gebruik op een afgesloten, schone, vorstveilige en droge locatie op, die niet toegankelijk is voor kinderen. Vibratiebelasting Bij internsief gebruik van apparaten die met de hand worden bediend, kan langetermijn-schade veroorzaakt door trillingen niet helemaal worden uitgesloten. Volg de geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen om de vibratiebelasting zo laag mogelijk te houden. Informatie over de vibratiebelasting van apparaten vindt u in het hoofdstuk Technische gegevens.
3.6
Veiligheid bij de werking van handapparaten Handapparaat volgens de voorschriften neerleggen Leg het apparaat voorzichtig neer. Gooi het apparaat niet op de grond en gooi het niet van grotere hoogte omlaag. Bij het neergooien kan het apparaat andere personen verwonden of zelf beschadigd raken. Veilig werken met handapparaten Houd het apparaat bij gebruik uitsluitend in de daarvoor bestemde handgreep.
16
Bedieningshandleiding
3 Veiligheid
3.7
Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten Specifieke voorschriften voor elektrische apparaten Neem de veiligheidsvoorschriften in acht uit de brochure Algemene veiligheidsvoorschriften die bij het apparaat is geleverd. Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspreventie met betrekking tot elektrische installaties en apparaten in acht. WAARSCHUWING Lees alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen. Wanneer veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen voor eventuele raadpleging in de toekomst. Verlengkabel Gebruik het apparaat uitsluitend met onbeschadigde en geteste verlengkabels! Gebruik uitsluitend verlengkabels met een aardleider en een correcte aardleideraansluiting aan de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten van beschermingscategorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens). Gebruik uitsluitend geteste verlengkabels die geschikt zijn voor gebruik op de bouwlocatie: Middelste rubberslangleiding H05RN-F of beter – Wacker Neuson adviseert H07RN-F, een SOW-kabel of een landspecifieke gelijkwaardige uitvoering. Vervang verlengkabels met beschadigingen (bijv. scheuren in de mantel) of loszittende stekkers en koppelingen onmiddellijk. Kabeltrommels en meervoudig stopcontacten moeten aan dezelfde eisen voldoen als verlengkabels. Bescherm verlengkabels, meervoudige stopcontacten, kabeltrommels en aansluitkoppelingen tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht. Kabeltrommel helemaal afrollen Brandgevaar door niet afgerolde kabeltrommel. Voor gebruik de kabeltrommel helemaal afrollen. Aansluitsnoer beschermen Gebruik het aansluitsnoer niet voor het trekken aan of optillen van het apparaat. Trek de stekker van het aansluitsnoer niet aan het snoer uit het stopcontact. Bescherm het aansluitsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen. Laat de aansluitsnoer bij beschadiging of een loszittende stekker onmiddellijk door uw contactpersoon bij Wacker Neuson vervangen.
Bedieningshandleiding
17
3 Veiligheid
Beschermslang beschermen
3.8
Trek de beschermslang niet over scherpe randen. Als het trilnaaldlichaam klem is komen te zitten in de wapening, de beschermslang niet met geweld of rukkende bewegingen eruit trekken. Het vastgeklemde trilnaaldlichaam door voorzichtig heen en weer bewegen losmaken.
Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden Verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd voor zover ze in deze bedieningshandleiding zijn beschreven. Alle andere werkzaamheden moeten worden uitgevoerd via de contactpersoon van Wacker Neuson. Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Onderhoud. Loskoppelen van de stroomvoorziening Voor verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken om het apparaat van de stroomvoorziening los te koppelen. Reiniging Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na elk gebruik. Gebruik geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar! Gebruik geen hogedrukreinigers. Indringend water kan het apparaat beschadigen. Bij elektrische apparaten bestaat ernstig verwondingsgevaar door elektrische schokken.
18
Bedieningshandleiding
IRSEN
4
Inhoud van het pakket
Inhoud van het pakket De trilnaald wordt kant-en-klaar gemonteerd geleverd en kan alleen in combinatie met een draaistroom-omvormer worden gebruikt. De inhoud van het pakket bestaat uit:
Apparaat. Bedieningshandleiding. Catalogus met reserveonderdelen. Algemene veiligheidsvoorschriften.
Bedieningshandleiding
19
Beschrijving
5
IRSEN
Beschrijving 5.1
Toepassingsgebied Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften, zie hoofdstuk Veiligheid, Gebruik in overeenstemming met de bestemming. IRSEN GV Het apparaat voorkomt beschadiging van de bekisting door de rubberafsluitkap (GV). IRSEN ...k Het apparaat is met name geschikt voor het verdichten van vers beton op vlakke ondergronden met een geringe laagdikte. De korte constructie (...k) maakt het volledig onderdompelen van het trilnaaldlichaam mogelijk, wat voor een betere koeling van het trilnaaldlichaam zorgt. IRSEN laser Het apparaat heeft een korte veiligheidsslang voor een op de behoefte afgestemde werkhouding.
5.2
Werking Principe Het apparaat is een trilnaald, die in het trilnaaldlichaam hoogfrequente trillingen genereert. Door het trilnaaldlichaam in het verse beton te dompelen, wordt het beton in het werkbereik van het trilnaaldlichaam ontlucht en verdicht. Het verse beton koelt tegelijkertijd het trilnaaldlichaam. Aanwijzing: Zolang er luchtbelletjes opstijgen, wordt het beton verdicht. Thermobeveiliging Het apparaat is met een thermobeveiliging beveiligd tegen oververhitting. In geval van oververhitting schakelt deze het apparaat uit. Na het afkoelen moet u het apparaat uit- en weer inschakelen. Aanwijzing: Wanneer uw apparaat geen aan/uitschakelaar heeft, moet u de omvormer uit- en weer inschakelen.
20
Bedieningshandleiding
IRSEN
Beschrijving
Trilnaaldlichaam In het trilnaaldlichaam draait een elektromotor een onbalans met ca. 12.000 min-1 (200 Hz) en genereert daardoor trillingen. Door deze trillingen voert het trilnaaldlichaam cirkelbewegingen uit.
5.3
Componenten en bedieningselementen IRSEN
Pos.
Beschrijving
Pos.
Beschrijving
1
Trilnaaldlichaam
5
Aan/uitschakelaar
2
Veiligheidsslang
6
Aansluitsnoer
3
Demping
7
Stekker
4
Handgreep
IRSEN GV
Pos.
Beschrijving
Pos.
Beschrijving
1
Trilnaaldlichaam
5
Aan/uitschakelaar
2
Veiligheidsslang
6
Aansluitsnoer
3
Demping
7
Stekker
4
Handgreep
8
Rubberafsluitkap
Bedieningshandleiding
21
Transport
6
IRSEN
Transport WAARSCHUWING Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade. f Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en opvolgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
WAARSCHUWING Heet trilnaaldlichaam. Aanraking kan verbrandingen tot gevolg hebben. f Trilnaaldlichaam pas aanraken nadat de motor is afgekoeld. f Veiligheidshandschoenen dragen.
Apparaat transporteren 1. Apparaat uitschakelen met de aan/uitschakelaar. 2. Wachten tot het apparaat volledig tot stilstand is gekomen. 3. Omvormer uitschakelen. 4. Apparaat loskoppelen van omvormer. 5. Apparaat in of op een geschikt transportmiddel leggen. 6. Aansluitsnoer oprollen. Aanwijzing: Aansluitsnoer niet knikken! 7. Apparaat borgen tegen afvallen of wegglijden.
22
Bedieningshandleiding
IRSEN
7
7 Bediening en gebruik
Bediening en gebruik WAARSCHUWING Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade. f Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en opvolgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
7.1
Voorafgaand aan inbedrijfname Het apparaat is na het uitpakken bedrijfsklaar. Apparaat controleren f Apparaat en alle componenten controleren op beschadigingen. f Beschadigingen van de beschermslang en het aansluitsnoer. Stroomnet controleren f Controleren of stroomnet of bouwplaatsverdeler de juiste bedrijfsspanning heeft (zie typeplaatje van het apparaat of hoofdstuk Technische gegevens). f Controleren of stroomnet of bouwplaatsverdeler zijn beveiligd conform de geldende landelijke normen en richtlijnen.
Bedieningshandleiding
23
7 Bediening en gebruik
7.2
IRSEN
In bedrijf stellen WAARSCHUWING Beschadigde isolatie. Gevaar door elektrische schokken. f Beschermslang en aansluitsnoer niet knikken of beschadigen.
Apparaat aan de stroomvoorziening aansluiten Sluit het apparaat uitsluitend aan op een draaistroom-omvormer, aansluitwaarden zie hoofdstuk Technische gegevens. LET OP Elektrische spanning. Foutieve spanning kan schade aan het apparaat veroorzaken. f Controleren of de spanning van de stroombron overeenkomt met de gegevens op het apparaat, zie hoofdstuk Technische gegevens.
WAARSCHUWING Starten van het apparaat. Letselgevaar door ongecontroleerd starten van apparaat. f Voorafgaand aan aansluiting op de stroomvoorziening apparaat uitschakelen. 1. Apparaat uitschakelen met de aan/uitschakelaar. WAARSCHUWING Elektrische spanning. Letsel door elektrische schokken. f Aansluitsnoer en verlengkabel controleren op beschadigingen. f Uitsluitend verlengkabels gebruiken waarvan de aardleider is aangesloten op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten uit beschermingscategorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens). 2. Indien nodig goedgekeurde verlengkabel op het apparaat aansluiten. Aanwijzing: Toegelaten lengtes en diameters van het litzendraad van verlengkabels staan vermeld in het hoofdstuk Technische gegevens. 3. Stekker in het stopcontact op de omvormer steken.
24
Bedieningshandleiding
IRSEN
7 Bediening en gebruik
Apparaat inschakelen 1. Apparaat optillen aan de handgreep. 2. Apparaat inschakelen met de aan/uitschakelaar. Aanwijzing: Volg de voorschriften uit de bedieningshandleiding van de omvormer op. Vers beton verdichten 1. Trilnaaldlichaam snel in het verse beton dompelen, meerdere seconden ondergedompeld laten en langzaam uittrekken. 2. Trilnaaldlichaam in alle delen van de bekisting onderdompelen en het verse beton verdichten. Aanwijzing:
Verdicht met name intensief bij de hoeken van de bekisting, omdat daar de wapeningsdichtheid het grootst is. Voorkom dat het trilnaaldlichaam in aanraking komt met de wapening. Wanneer het trilnaaldlichaam de wapening raakt, kunnen de volgende beschadigingen ontstaan: De hechting van het beton aan de wapening kan verloren gaan. Het apparaat kan beschadigd raken. Het resultaat van de verdichting hangt af van de volgende punten: Hoe lang het trilnaaldlichaam in het beton blijft. Diameter van het trilnaaldlichaam. Consistentie van het beton. Wapeningsdichtheid. Wanneer u bijv. een trilnaaldlichaam met een kleine diameter gebruikt, moet u langer verdichten om hetzelfde resultaat te bereiken als met een trilnaaldlichaam met een grote diameter.
Aan de volgende punten kunt u zien of het beton voldoende verdicht is: Het beton zet zich niet meer. Er stijgen geen of vrijwel geen luchtbelletjes meer op. Het geluid van het trilnaaldlichaam verandert niet meer.
Bedieningshandleiding
25
7 Bediening en gebruik
7.3
IRSEN
Buiten werking stellen Apparaat uitschakelen VOORZICHTIG Autonome beweging van het werkende trilnaaldlichaam buiten het verse beton. Letselgevaar of gevaar voor materiële schade door om zich heen slaand trilnaaldlichaam. f Apparaat uitschakelen alvorens het neer te leggen.
VOORZICHTIG Verhitting van het werkende trilnaaldlichaam buiten het verse beton. Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken. Beschadiging van het apparaat door verhoogde slijtage. f Apparaat niet buiten het verse beton laten draaien. 1. Apparaat langzaam uit het verse beton trekken, trilnaaldlichaam in de lucht houden. 2. Apparaat uitschakelen met de aan/uitschakelaar. 3. Wachten tot het apparaat volledig tot stilstand is gekomen. 4. Omvormer uitschakelen. 5. Apparaat langzaam neerleggen. Beschermslang en aansluitsnoer niet knikken! 6. Apparaat loskoppelen van omvormer.
7.4
Reiniging Apparaat reinigen f Apparaat en alle bijbehorende componenten na elk gebruik met water reinigen. Aanwijzing: Betonrestanten kunt u verwijderen door het werkende apparaat onder te dompelen in een grindbed.
26
Bedieningshandleiding
IRSEN
8
Onderhoud
Onderhoud WAARSCHUWING Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade. f Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en opvolgen, zie hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften.
WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schok bij ondeskundig gebruik. f Het apparaat openen, repareren en de aansluitende controle van de veiligheid mag uitsluitend gebeuren door een erkend elektricien conform de geldende richtlijnen.
8.1
Kwalificatie voor onderhoudswerkzaamheden Kwalificatie voor onderhoudswerkzaamheden De in deze bedieningshandleiding beschreven onderhoudswerkzaamheden mogen door elke bediener met verantwoordelijkheidsbesef uitgevoerd worden, voor zover niet anders vermeld. Sommige onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door speciaal opgeleid vakpersoneel of alleen door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon uitgevoerd worden - deze zijn speciaal gemarkeerd.
8.2
Onderhoudsplan Aanwijzing: De hier genoemde tijdintervallen zijn richtwaarden voor normaal bedrijf. Bij extreem bedrijf, bijv. ononderbroken inzet, halveert u de onderhoudsintervallen. Activiteit
Dagelijks vóór bedrijf
Visuele controle van alle onderdelen op beschadiging.
Slijtagematen controleren.
Olie in trilnaaldlichaam verversen (niet bij IR...30).* *
Om de 100 uur
Laat deze werkzaamheden door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon uitvoeren.
Bedieningshandleiding
27
Onderhoud
8.3
IRSEN
Onderhoudswerkzaamheden Visuele controle op beschadiging WAARSCHUWING Beschadiging van een apparaatonderdeel, de veiligheidsslang of het aansluitsnoer kan resulteren in lichamelijk letsel door elektrische stroom. f Beschadigd apparaat niet gebruiken! f Beschadigd apparaat onverwijld laten repareren.
Apparaat controleren f Alle apparaatonderdelen controleren op beschadiging. Apparaten met aan/uitschakelaar: f Schakelaarmembraan controleren op dichtheid. Slijtagematen van het trilnaaldlichaam controleren Slijtagematen zijn:
Minimale diameter buisonderdeel øLL Minimale diameter trilnaaldlichaam øL Lengte trilnaaldlichaam LL
De slijtage is het grootst bij het uiteinde van het trilnaaldlichaam dat wordt ondergedompeld. Apparaattype
*
Maten voor trilnaaldlichaam en buisonderdeel [mm] øLL
LL
øL
L
IR... 30
28 (30)
347 (353)
—*
—*
IR... 38
33 (38)
338 (345)
36 (38)
218
IR... 45
38 (45)
372 (382)
42 (45)
333
IR... 57 IR... 57k
50 (58)
390 (400) 320 (330)
54 (58) 54 (58)
253 213
IR... 65
52 (65)
475 (490)
58 (65)
322
Trilnaaldlichaam is niet gedeeld.
Vetgedrukte maten zijn slijtagematen. Maten tussen haakjes zijn originele maten van de nieuwe apparaten. Wanneer een slijtagemaat op een bepaalde plek is bereikt, laat u het buisonderdeel vervangen door uw contactpersoon bij Wacker Neuson.
28
Bedieningshandleiding
IRSEN
Onderhoud
Olie in trilnaaldlichaam verversen Om de olie in het trilnaaldlichaam te verversen, brengt u uw apparaat naar uw contactpersoon bij Wacker Neuson. Aanwijzing: Bij het trilnaaldlichaam van de IR...30 kan geen olie worden ververst. Het trilnaaldlichaam moet door uw contactpersoon bij Wacker Neuson worden vervangen.
Bedieningshandleiding
29
Storingen verhelpen
9
IRSEN
Storingen verhelpen De volgende tabel geeft een overzicht van mogelijke storingen, oorzaken en oplossingen. Storing
Oorzaak
Oplossing
Trilnaaldlichaam trilt niet.
Geen netspanning.
- Stekker aansluiten op de omvormer. - Aansluitsnoer controleren op beschadiging, bij defect laten vervangen.*
Trilnaaldlichaam is uitgeschakeld vanwege te hoge temperatuur.
Apparaat uitschakelen en trilnaaldlichaam laten afkoelen.
- Aan/uitschakelaar defect. - Omvormer defect. - Mechanisch defect in trilnaaldlichaam.
Apparaat laten repareren. *
Een van de thermische beveiligingsschakelaars is uitgeschakeld (tweefasenwerking).
Apparaat laten repareren. *
Opvallend lawaai, trilnaaldlichaam werkt met verminderd vermogen. *
30
Laat deze werkzaamheden door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon uitvoeren.
Bedieningshandleiding
10 Afvoer
10 Afvoer 10.1
Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten Voor klanten in EU-landen Dit apparaat is onderhevig aan de Europease richtlijn 2002/96/EG m.b.t. afval van elektrische en elektronische apparaten (AEEA) en aan de betreffende nationale wetgeving. De AEEA-richtlijn schrijft daarbij het kader voor een EU-wijd geldige verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten voor. Het apparaat wordt gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde symbool van een doorgestreepte afvalbak. Dit betekent dat u het niet bij het normale huisafval mag gooien, maar het moet afvoeren naar een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval. Dit apparaat is uitsluitend bedoeld als professioneel elektrisch gereedschap voor beroepsdoeleinden (zogenaamd B2B-apparaat volgens AEEA-richtlijn). In tegenstelling tot overwegend huishoudelijk gebruikte apparaten (zogenaamde B2C-apparaten) mag dit apparaat daarom in sommige EU-landen niet bij inzamelpunten van publieksrechtelijke afvoerinstanties (bijv. communale milieuparken) worden afgegeven. Informeer bij twijfel bij uw verkoopvestiging naar de voorgeschreven afvoerprocedure voor elektrische of elektronische B2B-apparaten in uw land en zorg altijd voor een afvoer volgens de wettelijke voorschriften. Neem ook betreffende aanwijzingen in de verkoopovereenkomst of de algemene bedrijfsvoorwaarden van uw verkoopvestiging in acht. Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Voor klanten in andere landen Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Wij adviseren daarom dit apparaat niet bij het normale huisafval weg te gooien, maar het af te voeren naar een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval. Ook de nationale wetggeving schrijft onder omstandigheden de gescheiden afvoer van elektrische en elektronische producten voor. Zorg altijd voor een afvoer van dit apparaat volgens de wettelijke voorschriften in uw land.
31
Technische gegevens
IRSEN
11 Technische gegevens 11.1
IRSEN 30 Benaming
Unit
Artikel-nr.
IRSEN 30/250
0610069 0310070
0610071 0610072
42 3~
250 3~
Nominale spanning
V
Nominale frequentie
Hz
200
Nominale vermogensopname
kW
0,2
Nominale stroomopname
A
Diameter trilnaaldlichaam
mm
30
Lengte trilnaaldlichaam
mm
353
Trillingsuitslag
mm
2,0
Beschermingscategorie *
3,5
0,6
III
Beschermingsklasse **
I IP67
Oliespecificatie
*
IRSEN 30
SAE 0W-30 (API SF of beter)
Hoeveelheid olie
cm3
8
Geluidsdruk op plaats van bediener ***
dB(A)
76
Totale trillingswaarde van de acceleratie ahv ****
m/s2
0,7
Onveiligheid K
m/s2
0,5
Conform DIN EN 61140, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst.
** Conform DIN EN 60529, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst. *** Conform DIN EN ISO 11201. ****Vastgesteld conform DIN EN ISO 5349; vrijhangend aan lucht, bij nominaal toerental.
32
Bedieningshandleiding
IRSEN
Technische gegevens
11.2
IRSEN 38
Benaming
Unit
Artikel-nr.
IRSEN 38
IRSEN 38/115
IRSEN 38/250
0008598 0008645
0008602 0008649
0008654 0008659
42 3~
115 3~
250 3~
Nominale spanning
V
Nominale frequentie
Hz
200
Nominale vermogensopname
kW
0,41
Nominale stroomopname
A
Diameter trilnaaldlichaam
mm
38
Lengte trilnaaldlichaam
mm
345
Trillingsuitslag
mm
1,9
7
Beschermingscategorie *
3,1
III
I
Beschermingsklasse **
IP67
Oliespecificatie
*
1,4
SAE 0W-30 (API SF of beter)
Hoeveelheid olie
cm3
8
Geluidsdruk op plaats van bediener ***
dB(A)
79
Totale trillingswaarde van de acceleratie ahv ****
m/s2
0,7
Onveiligheid K
m/s2
0,5
Conform DIN EN 61140, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst.
** Conform DIN EN 60529, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst. *** Conform DIN EN ISO 11201. ****Vastgesteld conform DIN EN ISO 5349; vrijhangend aan lucht, bij nominaal toerental.
Bedieningshandleiding
33
Technische gegevens
11.3
IRSEN
IRSEN 45
Benaming
Unit
Artikel-nr.
IRSEN 45
IRSEN 45/115
IRSEN 45/250
0008597 0008644
0008601 0008648
0008653 0008658
42 3~
115 3~
250 3~
Nominale spanning
V
Nominale frequentie
Hz
200
Nominale vermogensopname
kW
0,58
Nominale stroomopname
A
Diameter trilnaaldlichaam
mm
45
Lengte trilnaaldlichaam
mm
382
Trillingsuitslag
mm
2,3
10
Beschermingscategorie *
4,0
III
I
Beschermingsklasse **
IP67
Oliespecificatie
*
1,85
SAE 0W-30 (API SF of beter)
Hoeveelheid olie
cm3
8
Geluidsdruk op plaats van bediener ***
dB(A)
79
Totale trillingswaarde van de acceleratie ahv ****
m/s2
1,7
Onveiligheid K
m/s2
0,5
Conform DIN EN 61140, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst.
** Conform DIN EN 60529, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst. *** Conform DIN EN ISO 11201. ****Vastgesteld conform DIN EN ISO 5349; vrijhangend aan lucht, bij nominaal toerental.
34
Bedieningshandleiding
IRSEN
Technische gegevens
11.4
IRSEN 57
Benaming
Unit
Artikel-nr.
IRSEN 57
IRSEN 57k
IRSEN 57/ 115
0007901 0008642
0008596 0008643
0008599 0008646
Nominale spanning
V
42 3~
115 3~
Nominale frequentie
Hz
200
200
Nominale vermogensopname
kW
1,05
0,76
1,05
Nominale stroomopname
A
17,3
13
6,5
Diameter trilnaaldlichaam
mm
Lengte trilnaaldlichaam
mm
400
330
400
Trillingsuitslag
mm
2,1
1,9
2,1
58
III
Beschermingscategorie * Beschermingsklasse **
IP67
Oliespecificatie
*
I
SAE 0W-30 (API SF of beter)
Hoeveelheid olie
cm3
12
Geluidsdruk op plaats van bediener ***
dB(A)
79
Totale trillingswaarde van de acceleratie ahv ****
m/s2
2,2
Onveiligheid K
m/s2
0,5
Conform DIN EN 61140, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst.
** Conform DIN EN 60529, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst. *** Conform DIN EN ISO 11201. ****Vastgesteld conform DIN EN ISO 5349; vrijhangend aan lucht, bij nominaal toerental.
Bedieningshandleiding
35
Technische gegevens
Benaming
IRSEN
Unit
Artikel-nr.
IRSEN 57k/250
0008651 0008656
0008657
Nominale spanning
V
250 3~
Nominale frequentie
Hz
200
Nominale vermogensopname
kW
1,05
0,76
Nominale stroomopname
A
3,0
2,2
Diameter trilnaaldlichaam
mm
Lengte trilnaaldlichaam
mm
400
330
Trillingsuitslag
mm
2,5
1,9
58
Beschermingscategorie *
I IP67
Beschermingsklasse ** Oliespecificatie
*
IRSEN 57/250
SAE 0W-30 (API SF of beter)
Hoeveelheid olie
cm3
12
Geluidsdruk op plaats van bediener ***
dB(A)
79
Totale trillingswaarde van de acceleratie ahv ****
m/s2
2,2
Onveiligheid K
m/s2
0,5
Conform DIN EN 61140, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst.
** Conform DIN EN 60529, voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst. *** Conform DIN EN ISO 11201. ****Vastgesteld conform DIN EN ISO 5349; vrijhangend aan lucht, bij nominaal toerental.
36
Bedieningshandleiding
IRSEN
11.5
Technische gegevens
Verlengkabel
Pos.
Beschrijving
1
Verlengkabel
2
Apparaat, inhoud van het pakket
WAARSCHUWING Elektrische spanning. Letsel door elektrische schokken. f Aansluitsnoer en verlengkabel controleren op beschadigingen. f Uitsluitend verlengkabels gebruiken waarvan de aardleider is aangesloten op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten uit beschermingscategorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Gebruik uitsluitend betrouwbare verlengkabels, zie hoofdstuk Veiligheid. De vereiste litzendraaddoorsnede voor verlengkabels vindt u in de volgende tabel:
Aanwijzing: De typeaanduiding en de spanning van uw apparaat vindt u op het typeplaatje of via het artikelnummer in het hoofdstuk Technische gegevens.
Bedieningshandleiding
37
Technische gegevens
IRSEN
Apparaat
Spanning [V]
Verlenging [m]
Doorsnede litzendraad [mm2]
IRSEN 30
42 3~
< 35
1,5
< 58
2,5
< 91
4
250 3~
< 150
1,5
42 3~
< 18
1,5
< 29
2,5
< 45
4
< 110
1,5
< 150
2,5
250 3~
< 150
1,5
42 3~
< 20
2,5
< 32
4
< 46
6
< 85
1,5
< 139
2,5
< 150
1,5
IRSEN 38
115 3~
IRSEN 45
115 3~
250 3~
38
Bedieningshandleiding
IRSEN
Technische gegevens
Apparaat
Spanning [V]
Verlenging [m]
Doorsnede litzendraad [mm2]
IRSEN 57
42 3~
< 12
2,5
< 18
4
< 27
6
< 52
1,5
< 86
2,5
< 135
4,0
250 3~
< 150
1,5
42 3~
< 16
2,5
< 25
4
< 36
6
< 71
1,5
< 116
2,5
< 150
4,0
< 150
1,5
115 3~
IRSEN 57k
115 3~
250 3~
Voorbeeld U heeft een IRSEN 57/115 en u wilt een verlengkabel van 80 m lengte gebruiken. Het apparaat heeft 115 V ingangsspanning. Volgens de tabel moet uw verlengkabel een doorsnede van de litzendraad van 2,5 mm2 hebben.
Bedieningshandleiding
39
12 Verklarende woordenlijst
12 Verklarende woordenlijst Beschermingscategorie De beschermingscategorie volgens DIN EN 61140 onderscheidt elektrische apparaten in relatie tot veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van elektrische schokken. Er zijn vier beschermingscategorieën:
40
Beschermingscategorie
Betekenis
0
Geen bijzondere beveiliging naast de basisisolatie. Geen aardleider. Stekker zonder randaarde.
I
Aansluiting van alle geleidende delen van de behuizing op de aardleider. Stekker met randaarde.
II
Verbeterde of dubbele isolatie (veiligheidsisolatie). Geen aansluiting op de aardleider. Stekker zonder randaarde.
III
Apparaten worden met veiligheidslaagspanning (< 50 V) gebruikt. Aansluiting aan de aardleider is niet nodig. Stekker zonder randaarde.
12 Verklarende woordenlijst
Beschermingsklasse IP De beschermingsklasse volgens DIN EN 60529 geeft de geschiktheid van elektrische apparaten voor bepaalde omgevingsomstandigheden en de beveiliging tegen elektrische gevaren aan. De beschermingsklasse wordt door een IP-code volgens DIN EN 60529 gespecificeerd. Code
Betekenis 1. cijfer: Bescherming tegen aanraking van gevaarlijke delen. Bescherming tegen indringende vreemde voorwerpen.
0
Geen bescherming tegen aanraking. Geen bescherming tegen vreemde voorwerpen.
1
Beschermd tegen aanraking met de bovenkant van de hand. Beschermd tegen grote vreemde voorwerpen met een diameter van > 50 mm.
2
Beveiligd tegen aanraking met een vinger. Beveiligd tegen middelgrote vreemde voorwerpen (diameter > 12,5 mm).
3
Beveiligd tegen aanraking met een gereedschap (diameter > 2,5 mm). Beschermd tegen kleine vreemde voorwerpen (diameter > 2,5 mm).
4
Beveiligd tegen aanraking met een draad (diameter > 1 mm). Beveiligd tegen korrelvormige vreemde voorwerpen (diameter > 1 mm).
5
Beschermd tegen aanraking. Beschermd tegen afzetting van stof aan de binnenkant.
6
Volledig beschermd tegen aanraking. Beschermd tegen binnenkomend stof.
Code
Betekenis 2. cijfer: Bescherming tegen binnendringend water
0
Geen bescherming tegen binnenkomend water.
1
Beschermd tegen loodrecht vallend drupwater.
2
Beschermd tegen schuin vallend drupwater (15° afwijking).
3
Beschermd tegen spatwater (60° afwijking).
4
Beveiligd tegen spatwater uit alle richtingen.
5
Beschermd tegen een waterstraal (sproeier) uit willekeurige hoek.
6
Beschermd tegen een sterke waterstraal (overstroming).
7
Beschermd tegen tijdelijk onderdompelen in water.
8
Beschermd tegen langdurig onderdompelen in water.
41
12 Verklarende woordenlijst
42
EU - conformiteitverklaring Fabrikant Wacker Neuson SE Preußenstraße 41, 80809 München Product Type
IRSEN 30
IRSEN 38
Producttype Artikel-nr.
IRSEN 45
IRSEN 57
Trilnaald 0610069, 0610070, 0610071, 0610072
0008598, 0008645, 0008602, 0008649, 0008654, 0008659
0008597, 0008644, 0008601, 0008648, 0008653, 0008658
0007901, 0008596, 0008599, 0008651, 0008657
0008642, 0008643, 0008646, 0008656,
Richtlijnen en normen Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de volgende richtlijnen en normen voldoet: 2006/42/EG, 2006/95/EG, 2004/108/EG, EN 61000, EN 55014 Gevolmachtigde voor technische documenten: Axel Häret München, 01.12.2009
Franz Beierlein Chef productmanagement
Dr. Michael Fischer Leiding Onderzoek en ontwikkeling www.wackerneuson.com