NIEUWSBRIEF nr. 112 – september 2012 Kapaanvragen – wat doet Zwolle Groenstad? Soms blijken er ineens bomen te zijn gekapt, waarvan we denken: Wat jammer! Was dat nodig? Elke week weer staan er in De Peperbus aanvragen voor een vergunning om een of meer bomen te kappen. Zwolle Groenstad beschouwt het als haar taak om de belangen van de bomen in de stad te behartigen, de bomen kunnen dat zelf niet doen. Nu hebben we binnen ons bestuur een ‘kapgroep’ gevormd die de kapaanvragen in De Peperbus kritisch bekijkt, navraagt bij ‘Vergunningverlening’ van de gemeente, de bomen zelf ook gaat bekijken en met elkaar overlegt: is de kap noodzakelijk/onvermijdelijk, is er geen mogelijkheid van verplanten en als er dan toch gekapt moet worden, volgt er een herplant van andere bomen voor in de plaats? Gelukkig hebben we een goede (maar kritische) verstandhouding met de gemeente en we krijgen ruimte om onze bezwaren toe te lichten. In de laatste maanden hebben we 2 keer een zienswijze ingediend. De eerste keer ging het over de kap van platanen aan de Pannekoekendijk en een meerstammige linde op het zgn. Nietzmaneiland. Voor de platanen was onze actie tevergeefs, maar de linde wordt (voorlopig) niet gekapt. De tweede keer ging het over het kappen van 14 sparren op begraafplaats Kranenburg. We hebben hierover een gesprek gehad op het stadskantoor en we ontvingen later het bericht dat de kapaanvraag wordt ingetrokken. Het is mooi dat onze moeite niet tevergeefs was. We zijn echter wel tot de slotsom gekomen dat vooral de gemeente niet gemakkelijk tot kap overgaat. Er moeten zwaarwegende redenen zijn om waardevolle bomen te kappen, zoals de herinrichting van een gebied of als de boom door ziekte is aangetast of in een slechte conditie is. In De Peperbus van 19 september: 213 bomen kap/herplant 240 bomen. Wij kregen hiervan van de gemeente een overzicht dat twee van onze bestuursleden uitvoerig hebben bekeken en geanalyseerd. Zij kwamen tot de slotsom dat kap onvermijdelijk was om diverse redenen. De herplant van 240 bomen (niet te verwarren met ‘verplanten’, herplant gaat om ‘nieuwe’ bomen) is heel goed, hoewel wij hierbij wel de aantekening plaatsen dat het herplanten van slechts 1 jonge boom de kap van een grote oude boom niet kan vergoeden. Wij blijven alert en houden u op de hoogte. Ria van Puffelen
De Hobbeltelefoon en de Groenwaarnemers, wat kunnen deze twee samen betekenen voor de stad? De mensen van de Hobbeltelefoon van de BTB (Bereikbaarheid – Toegankelijkheid – Bruikbaarheid) van de Zwolse Gehandicaptenraad en de Groenwaarnemers van Zwolle Groenstad zijn al een paar keer bij elkaar gekomen om te bekijken of en hoe ze kunnen samenwerken; ze hebben beide hetzelfde werkterrein, het publieke gebied. De BTB’ers letten op obstakels voor gehandicapten op openbaar terrein, terwijl de Groenwaarnemers letten op de bomen en wat daar mis mee kan zijn. Op 5 september hebben we een gezamenlijke wandeling in de stad gemaakt en bekeken wat we kunnen tegenkomen op elkaars gebied. Het was heel leerzaam. We gaan door met het organiseren en hopen dat het zal leiden tot een vruchtbare
samenwerking, waar we allebei ons voordeel mee kunnen doen en die van nut kan zijn voor onze mooie groene en voor gehandicapten toegankelijke stad. Ria van Puffelen
Mijn treurwilg “Wonend in Assendorp en werkend in de binnenstad zie ik hem elke dag. De mooiste boom van Zwolle, gedeeltelijk hangend over de gracht, zijn bladeren en takken meedrijvend op de wind. Zittend in mijn stamkroeg zie ik hem staan aan de overkant. De boom straalt kracht uit, trots en weerbaarheid. Hij is prachtig groen met zijn lange takken. Ik vraag me af wat er allemaal onder schuilt, insecten, vogels en soms mensen. Treurig word ik er zeker niet van, integendeel, ik geniet van die boom, hij maakt mij vrolijk. De enige keren dat ik treurig word is als de wind met veel kracht weer een grote tak heeft afgescheurd. Soms ben ik bang dat hij de gracht inglijdt omdat hij zo kort aan de kant staat en zo enorm groot wordt, ik hoop dat dat niet zal gebeuren, dat de gemeente Zwolle een beetje zal opletten dat deze pracht voor altijd langs de gracht mag staan.” (bron: ‘Bedankt lieve plataan’, pag. 39, tekst Monique Boertjes, foto Gerlinde Schrijver)
Wat bomen ons vertellen
DE TREURWILG
Onder de bomen neemt de wilg een bijzondere plaats in. Dit geldt zeker voor de treurwilg. Er zijn - verspreid over de wereld - meer dan 300 soorten wilgen beschreven. Van al die soorten is de treurwilg de enige met naar beneden groeiende takken. Ze komen voor van het hoge noorden tot in het verre oosten. Van lage kruipende struikjes tot hoge bomen van wel 30 m. De wilgen en vooral de treurwilgen met hangende takken waren zo bijzonder, dat het bij volken in de grijze oudheid heeft geleid tot bijzondere verhalen en zelfs tot geloof. Namen Aan de wilgen zijn veel volksnamen gegeven die in verband staan met eigenschappen, groeiplaats en gebruik. Enkele voorbeelden. De naam wilg is waarschijnlijk afgeleid van het Angelsaksische WELIG dat buigzaam of, vanuit het Latijnse VIEO, vlechtwerk betekent. Linnaeus heeft aan de wilg de naam Salix gegeven. Deze naam is afgeleid van het Oud-Indische SALILA-M wat water betekent. Wilg bij oervolken Kelten De wilg was voor de Kelten een gewijde boom en werd geassocieerd met de watergodin HELIKE. De wilg stond in zo'n hoog aanzien dat ze opgenomen is in de Boomkalender. Dit houdt in dat aan degenen die geboren zijn in de periodes die gewijd zijn aan een bepaalde boomsoort zekere eigenschappen worden toegeschreven. Voor de wilg geldt dit in het voorjaar de periodes van 1 t/m 10 maart en voor de ‘najaarswilgen’van 3 t/m 12 september. Bij de najaarswilgen valt het op dat ze de karaktereigenschap bezitten in staat te zijn om analytisch te denken en te handelen. Grieken en Romeinen Zowel in de Romeinse als in de Griekse mythologie werden wilgenbossen geassocieerd met goden of godinnen in relatie met het Dodenrijk of met het Terugkerende Nieuwe Leven. Treurwilg Van de treurwilg kennen we twee soorten: de groene treurwilg onder de naam Salix Babylonica L en de gele treurwilg die, omdat er meerdere kruisingen van bestaan, onder meerdere Latijnse namen bekend staat. De oorspronkelijke treurwilg is de groene treurwilg, die afkomstig is uit China of Japan en zeker niet uit het rivierengebied van Babylon, waar niet de wilg maar wel de Eufraatpopulier voorkomt. Men vermoedt dat Linnaeus deze populier heeft verheven tot Salix Babylonica omdat in Psalm 137 vers 2 de wilg als treurwilg wordt bezongen met daarin de tekst: ‘Droef zaten wij aan Babylons rivieren en hingen aan de wilgen onze lieren’. Nu weten we meteen de herkomst van dit spreekwoord. Verder vinden we de wilg terug bij de viering van het joodse Loofhuttenfeest. De zevende dag heet ‘wilgendag’. In Rusland heet Palmzondag wilgenzondag. Nog een belangrijke leuke anekdote over hoe de treurwilg is ontstaan: Toen bij de kindermoord in Bethlehem Maria vluchtte met kindeke Jezus op de arm, kwamen ze langs een grote wilgenboom. Deze liet haar rechtopstaande takken zover zakken dat de soldaten het tweetal niet ontdekten. Gelukkig maar want, stel je voor dat dat niet gebeurd was, dan hadden we een heel andere wereldgeschiedenis geschreven. Aspirine Aspirine is een pijnstiller, die wereldwijd wordt geslikt. Wie denkt daarbij aan de wilg? In aspirine zit de werkzame stof acetylsalicylzuur. Daarin herkennen we het woord salix, de latijnse naam voor wilg. In vroeger tijden werden door het kauwen op wilgenbast koorts en pijn bestreden. Een probaat middel in die tijd was ook het drinken van wilgenbastthee. De bereiding was volgens het boekje ‘De geneeskracht van bomen’ van auteur Kurt Allgeier: “Men doet in een kwart liter water een volle theelepel fijngemaakte wilgenbast. Men laat het geheel twee á drie uur koud trekken. Daarna wordt de thee even aan de kook gebracht, dus maar heel kort. Men drinkt in de loop van de dag twee kopen van de thee, ongezoet en met kleine slokjes. De bast wordt in de schaduw gedroogd,
fijngemaakt en in donkere potten bewaard. Het hele jaar ben je dan het ventje (of het meisje). Terug naar de groene treurwilg: die komt in Nederland vrijwel niet voor, is tamelijk vorstgevoelig. Niet getreurd want de gele treurwilg is een goede groeier, steek maar een dikke tak van de ‘gele’ in de grond en je slaat steil achterover als je ziet hoe snel ze groeit. Ook in het jeugdstadium trakteert ze jou al op de mooie waterval van gele takken in de winter en in het voorjaar op de meestal mannelijke katjes waar onnoemelijke aantallen insecten op afkomen. Laten we er daarom alleen al maar geen punt van maken wat nu de juiste naam is van deze ‘bastaard’ maar het hele jaar genieten van haar schoonheid. DANK U WEL PRACHTIGE TREURWILG, ER IS NIETS TREURIGS AAN U, INTEGENDEEL UW VERSCHIJNING IS VOOR MIJ HET HELE JAAR EEN FEEST. Gerard Mostert
ESSENTAKSTERFTE Essentaksterfte is een ziekte, waaraan essen doodgaan. Deze ziekte komt alleen voor bij essen en is sinds 2012 voor het eerst waargenomen in alle provincies van Nederland. De es is een boom met kenmerkende zwarte knoppen. Op deze bomen groeit een bepaalde paddenstoelensoort, die onschadelijk is voor de es. Deze paddenstoel dient echter als gastheer voor een andere schimmel, die wel schadelijk is voor de es. Deze schimmel tast de boom op verschillende plaatsen aan, waaronder de knoppen. Doordat de knoppen worden aangetast, komen de bladeren niet uit. Uiteindelijk kunnen hele takken afsterven. Staatsbosbeheer kapt bomen waarbij de kans groot is dat grotere afgestorven delen van die bomen naar beneden vallen en hierbij voor gevaarlijke situaties kunnen zorgen. Het Centrum Genetische Bronnen Nederland onderzoekt samen met PPO (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Nederlandse klonen, herkomsten en nakomelingen van essen op vatbaarheid voor essentaksterfte. Dit onderzoek wordt volledig door het Productschap Tuinbouw gefinancierd. Verwacht wordt dat hieruit resistent of voldoende tolerant uitgangsmateriaal kan worden geselecteerd.
Grote es bij Xenos Bij Xenos op het Broerenkerkplein stond een prachtige grote es (smalbladige Fraxinus angustifolia ‘Raywood’). Maar plotseling, in een paar dagen tijd, verschrompelde hij en ging die grote boom zomaar dood. Wat was er aan de hand? Een onverklaarbare ziekte? In eerste instantie begreep men er niets van: hoe kon zo’n grote mooie boom zomaar opeens, zonder aanwijsbare oorzaak, doodgaan? Na nader onderzoek bleek een oud gaslek de boosdoener. Helaas. Einde grote boom.
Gelukkig zet de gemeente er in het najaar 3 moeraseiken voor in de plaats. Daar zijn wij blij mee, want een klein boompje als vervanging voor zo’n grote es, dat is toch een beetje schraal. Bovendien: men kan Xenos een fijne winkel vinden, een boom ervóór staat toch beter!
MAMMOETBOOM Wie voor het eerst voelt aan de bast van deze coniferensoort is verrast. Die bast is bijzonder zacht en de stam werd vroeger door boksers als sparringpartner gebruikt. In de volksmond sprak men daarom over de boksboom. Die vezelige bast kan bij volwassen bomen soms wel 60 cm dik zijn. Zo dik dat de boom in de vrije natuur probleemloos bosbranden kan doorstaan. Dat is dan ook de reden dat veel mammoetbomen zo groot en oud kunnen worden. De oudste is naar schatting drieduizend jaar en de hoogste zo rond de 100 meter. De stamomvang bij die exemplaren is al gauw dertig meter en de doorsnee soms wel elf meter. In alle opzichten dus een mammoet! Voor zover bekend is er nog nooit een Sequoiadendron giganteum aan ouderdom doodgegaan. Alleen een natuurramp of een kettingzaag kan het leven van deze boom beëindigen. Gelukkig zijn de natuurlijke groeigebieden in Noord-Amerika inmiddels tot nationaal park benoemd. In onze volgende Nieuwsbrief besteden we uitgebreid aandacht aan deze bijzonderre boom.
Tijdelijke Natuur en Groenconvenant Het Natuurplatform Zwolle komt regelmatig bij elkaar om het Zwolse Natuur- en Milieubeleid te bespreken en waar nodig de gemeente te adviseren. Twee voorbeelden waar het Natuurplatform zich momenteel mee bezighoudt: een Groenconvenant en ideeën voor Tijdelijke Natuur. Groenconvenant Natuurplatform Zwolle en de gemeente werken aan een convenant met afspraken over samenwerken rond groen. Ze streven ernaar om, bij de ontwikkeling van de economie (profit) en de woon‐ en werkgelegenheid in de stad (people), de natuur en biodiversiteit (planet) te behouden en te versterken. Het convenant bevat afspraken hoe het Natuurplatform door de gemeente betrokken wordt bij het groenbeleid, zoals bij het verbinden en verbeteren van natuurgebieden. Tijdelijke Natuur Gebieden die braak liggen en voorlopig niet gebruikt gaan worden, kunnen dienen als Tijdelijke Natuur. De Gemeente heeft een lijst beschikbaar gesteld met alle terreinen die mogelijk hiervoor in aanmerking komen, zoals bijvoorbeeld de Hessenpoort. Het Natuurplatform maakt hiervan een selectie en doet voorstellen over hoe de Tijdelijke Natuur kan worden gestimuleerd. Zodra de afspraken met de gemeente rond zijn leest u hier meer over in de Milieupraat.
Het Natuurplatform Zwolle is een samenwerking tussen: Zwolle Groenstad – IVN afd. Zwolle – KNNV afd. Zwolle – NBV afd. Zwolle e.o. – Roofvogelwerkgroep Zwolle en Milieuraad Zwolle.