Nieuwsbrief
januari 2014
Uitgelicht: Gebouw “De Holland”
Bijna helemaal terug in zijn oude vorm, nog niet in oude staat Voor wie over het bouwterrein van De Holland loopt is het nog moeilijk voor te stellen, maar over een maand of negen zal het gebouw in zijn oude glorie zijn hersteld. De lelijke aanbouwen zijn inmiddels verwijderd, zodat de contouren van het oorspronkelijke ontwerp van architect Sybold van Ravensteyn weer herkenbaar zijn. Nu wordt de fundering aangepast aan de nieuwe situatie en daarna kan de renovatie en restauratie van het gebouw starten, zodat in het derde kwartaal van 2014 het Nationaal Onderwijsmuseum het gemeentelijk monument kan betrekken. Het gebouw dat algemeen bekend staat onder de naam ‘De Holland’, werd gebouwd in 1939 als nieuw hoofdkantoor van brandverzekeringsmaatschappij ‘De Holland van 1859’. In de begintijd had het vele bijnamen, zoals ‘Stoomboot op het droge’ en de ‘bonbonnière’. De Dordtenaren moesten duidelijk wennen aan het grote grijze betonnen gebouw. Ook nu is niet iedereen even enthousiast over de ingrijpende en kostbare renovatie en restauratie. “Als het project straks klaar is, denk ik dat de mensen trots zijn dat dit monumentale pand voor de stad behouden is,” zegt directievoerder Ben de Fretes. Sybold van Ravensteyn, de architect van De Holland, is vooral bekend van Diergaarde Blijdorp. Hij ontwierp ook het oude centraal station van Rotterdam, maar dat is inmiddels helemaal vernieuwd. Ook de vele andere bouwwerken die Van Ravensteyn maakte voor de spoorwegen, waaronder seinwachtershuisjes, zijn vrijwel allemaal in onbruik geraakt en gesloopt. Met twee gebouwen van de vooraanstaande architect – De Holland en schouwburg Kunstmin – is Dordrecht uniek in Nederland. Het gebouw heeft lang leeggestaan en daarvoor heeft het gediend als winkelpand. Voor de grote vestiging van Albert Heijn die jarenlang in het pand was gehuisvest, werden er grote ‘dozen’ aan de zijkanten bijgebouwd. Ook kregen delen van de gevel andere functies, werd de uitwaaierende trap van de hoofdingang verhoogd in verband met de constructieve vloer van Albert Heijn en werd linksachter een hele hoek uit het pand gesloopt om plaats te maken voor de expeditieruimte van de supermarkt. “Het was een enorme klus om die ‘dozenconstructie’ te demonteren en af te voeren, zonder de oorspronkelijke constructie verder aan te tasten dan noodzakelijk”, vertelt Ben. “De gebruikte constructies waren eigenlijk veel te zwaar voor de oorspronkelijke fundering en hebben bij het verwijderen behoorlijke gaten in het gebouw achtergelaten. Het was daardoor best spannend om de boel goed overeind te houden tijdens onze sloopwerkzaamheden. Inmiddels is gezorgd voor tijdelijke extra stabiliteits- en stempelvoorzieningen en zijn we begonnen met het uitgraven van grond en het heien met stalen buispalen voor een nieuwe fundering en souterrainvloer.” De nieuwe betonvloer in de souterrain die straks deel uitmaakt van het gebouw, komt lager dan de oorspronkelijke. Zo wordt in het souterrain hoogte gewonnen, om het te kunnen gebruiken als expositie- en kantoorruimte. “Als de fundering er straks ligt, is het gebouw weer stevig genoeg om aan de wederopbouw te kunnen beginnen. Dan zal er snel meer zichtbaar worden. De zijgevels worden weer zoals ze oorspronkelijk waren, met hun statige stalen ramen. Ook worden de gevels zorgvuldig gereinigd, gerepareerd en daar waarnodig van een nieuwe laag voorzien. Het souterrain krijgt zijn ronde ‘patrijspoorten’ terug. (zie vervolg volgende pagina)
Nieuwsbrief
januari 2014 - 2
Vervolg Uitgelicht: Gebouw “De Holland”
Bijna helemaal terug in zijn oude vorm, nog niet in oude staat Binnen komt een verhoogde vloer, een nieuwe entree met glazen schuifpuien, een open ronde trap en een bijzondere cirkelvormige open heflift. Hopelijk kunnen we de oude lichtstraten in het dak in oude eer herstellen. Van de originele ornamenten boven de hoofdingang komt een replica. En tot slot wordt rond De Holland een mooie tuin aangelegd.” Gelegen langs het spoor en met een nieuwe, maatschappelijke functie, moet De Holland straks een visitekaartje worden voor Dordrecht. Sybolt van Ravensteyn (1889-1983) is een intrigerende en omstreden figuur binnen de moderne Nederlands architectuur. Aanvankelijk werkte hij volgens de principes van De Stijl en vooral die van het Nieuwe Bouwen en wist daarmee internationale bekendheid te verwerven. Weloverwogen legde hij zich in de jaren dertig toe op het gebruik van gebogen, golvende en krullende lijnen en ook van ornament. Hij illustreerde daarmee het bankroet van een zuiver functionele benadering. Interessant gegeven is onder meer dat Van Ravensteyn voor de plattegronden en constructie van De Holland een maat hanteerde van 4,5 meter in het vierkant. Deze maat is verder ook overal doorgevoerd: in de onderverdeling van de plafonds en binnenwanden, de opzet van de gevel, de deurmaten enz.
Drie vragen aan… Bram Heijmans Onder het motto ‘Drie vragen aan…’ vertelt steeds een andere medewerker van het IBD over zijn of haar werk. In deze aflevering: Bram Heijmans 1. Waarom ben je bij het IBD gaan werken en wat doe je? Ik ben vier jaar geleden voor het eerst bij het IBD komen werken. Ik werd toen gedetacheerd door Maandag. Daarvoor werkte ik bij het Ingenieursbureau Tilburg en daarvoor kort bij een aannemer in de uitvoering en weer dáárvoor heb ik nog bij Rijkswaterstaat gewerkt als technisch tekenaar en toezichthouder. Dordrecht was niet direct mijn eerste keuze, omdat het relatief ver van Den Bosch is, waar ik woon. Maar toen ik na mijn eerste jaar bij het IBD opnieuw gevraagd werd voor een paar maanden, ging ik graag terug. En uiteindelijk heeft dat dus geleid tot een vast dienstverband. Ik werk nog steeds als projectassistent, wat in de praktijk inhoudt dat ik me vooral bezig hou met tekenen en het schrijven van bestekken voor civiel-technische projecten. 2. Wat gaat goed en wat kan beter? Het werk is leuk en ik ben vooral erg te spreken over de vrijheid die je binnen het IBD hebt om je manier van werken zelf te bepalen. Wat ik bij mezelf wel merk, is dat ik veel op routine doe. Ik zou het leuk vinden als mijn werk nog wat meer divers zou zijn, meer multidisciplinair. En ik denk dat meer uitwisseling ook goed is voor het IBD. Ik heb een tijdje iemand in Alblasserdam vervangen. Dan zit je in een nieuwe omgeving, ontmoet je nieuwe mensen, daar krijg je nieuwe energie van. En ik vond het ook leuk dat ik binnen ons eigen projectteam een aantal waterbouwkundige klussen heb kunnen doen. Het verrijkt je kennis en draagt bij aan je persoonlijke ontwikkeling. Daarbij maak je door het breder delen van kennis en ervaring ook de organisatie minder kwetsbaar. Voor de komende jaren zou ik ook wel een keer toezicht willen houden of de directievoering willen doen. In ieder geval vaker naar buiten! 3. Wat is je belangrijkste project dit jaar? Mijn belangrijkste project dit jaar wordt waarschijnlijk de Burgemeester de Bruïnelaan in Zwijndrecht. Het is een groot project maar ook bijzonder, omdat het echt iets moois moet worden. Het is een historische straat en ze willen iets van de oude uitstraling terugbrengen.
Nieuwsbrief
januari 2014 - 3
2 verkiezingen in 2 maanden Dat biedt voordelen, maar het blijft aanpoten! Op 19 maart vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats en twee maanden later, op 22 mei, de verkiezingen voor het Europees Parlement. Voor de Technische dienst van het Ingenieursbureau Drechtsteden brengen verkiezingen altijd behoorlijk wat extra werk met zich mee.. Dat de twee verkiezingen nu zo snel op elkaar volgen, maakt de voorbereidingen makkelijker en het heeft ook logistieke voordelen. De Technische dienst is verantwoordelijk voor de stemlokalen. Frank Hofman is al in december begonnen met het zoeken en vastleggen van de 74 locaties. “We proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van dezelfde locaties als bij de vorige verkiezingen. Alleen soms zitten daar intussen andere mensen, of is er iets aan de locatie veranderd. Dus dat kan nog best lastig zijn. Nieuwe locaties vinden we vaak via via. Dan gaan we wel altijd kijken of zo’n locatie aan de voorwaarden voldoet. Hij moet bijvoorbeeld groot genoeg zijn en rolstoeltoegankelijk.” Als alle locaties bekend zijn, maakt Frank een ‘sleutelplan’, zodat op de dag zelf de juiste mensen de juiste sleutels krijgen en ook de alarmcodes van de locaties weten. Zo’n zes weken voor de verkiezingen gaan de mannen van de Technische dienst op pad met de affiches van de Politieke Partijen. “Het leveren en plaatsen van de stemborden hebben we uitbesteed”, vertelt Leo Kleijnendorst. “Maar het plakken van al die affiches, is ook een behoorlijke klus. Zeker met regen en wind, dan scheurt het papier snel en laat de lijm eerder los. We doen tot de verkiezingen ook minstens één keer per week een rondje langs de borden om te kijken of er geen affiches hebben losgelaten of dat er illegaal geplakt is. Maar we rijden sowieso veel door de regio, dus als er iets mis is, zien we dat snel.” En dan komt de dag vóór de verkiezing. De mannen van de Technische dienst krijgen dan hulp van collega’s van beheer en een aantal medewerkers van aannemers. In zeven teams van twee man rijden ze met vrachtwagens naar de locatie van Drechtwerk, waar de spullen staan opgeslagen. Dan hebben we het over: de stemhokjes, de legborden, de stemcontainers, losse tl-balkjes voor in de stemhokjes, opritjes voor rolstoelen, routebordjes, districtborden, waterkokers, enz. Daarmee gaan ze vervolgens op pad om alle stemlokalen in te richten. Er moeten tafels versleept, stemhokjes opgebouwd en soms zelfs, zoals in gymzalen, hele dekvloeren worden neergelegd. De volgende ochtend gaan dezelfde teams al vroeg op pad om hun stemlokalen te openen. Officieel wordt dat om zeven uur geopend door de voorzitter, maar de onderhoudsdienst haalt het alarm eraf, doet bijvoorbeeld al het licht aan en legt eventueel het opritje klaar. Dan rijden ze snel naar het Stadskantoor om de stembiljetten op te halen. “Die moeten uiterlijk om half acht in de stemlokalen zijn,” legt Jan Stolk uit. Want vanaf dat moment kunnen de mensen stemmen. “Voor ons wordt het dan wat rustiger. Als er problemen zijn, horen we dat meestal wel voor negen uur.” ’s Avonds om negen uur gaan de stemlokalen dicht. En dan moeten de mannen alles weer afbreken en ophalen. “Meestal lopen we binnen terwijl er nog druk geteld wordt. Het gebeurde bijvoorbeeld wel eens dat ze een stemhokje op z’n kant hadden gelegd om daar stembiljetten op te tellen. Maar ja, wij moeten ook ons werk doen. Daarom hebben we dit jaar proberen te regelen dat het tellen zoveel mogelijk in een andere ruimte gebeurt. Dan storen we ook niet.” Tegen de tijd dat alle spullen weer zijn ingeladen en de mannen weer bij het IBD zijn, is het diep in de nacht. “Dan eten en drinken we nog even wat met z’n allen, dat is meestal heel gezellig,” zegt Leo. En de volgende ochtend zijn ze weer vroeg aanwezig om de vrachtagens uit te laden en terug te brengen. “Dat er nu twee verkiezingen achter elkaar zijn, betekent dat we minder hoeven te doen in de voorbereiding”, vervolgt Frank. “En tussen de twee verkiezingen in, slaan we alle spullen dit keer zelf op, op de Noordendijk. Dat betekent een stap minder in het proces en bovendien kunnen we de vrachtwagens later ophalen en eerder terugbrengen. En dat scheelt toch ook weer geld!”
Nieuwsbrief
januari 2014 - 4
Gemeentearchitect Govert Verstoep met pensioen Voor Govert Verstoep is het grote aftellen begonnen. Met een beetje pijn in het hart, stopt hij op 31 maart met werken. Eigenlijk al veel eerder, want hij heeft nog vijf weken verlof tegoed en hij gaat nog een week op cursus. Govert “Ik had een aantal projecten nog graag zelf willen afronden, zoals De Holland, de John F. Kennedyschool en het zwembad in Alblasserdam, maar dat zit er helaas niet meer in”. Govert begon in juni ’71, nu 42 jaar geleden, als bouwkundig tekenaar/opzichter bij de gemeente Dordrecht. Zijn werk combineerde hij met een avondstudie aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst, waar hij in 1982 afstudeerde als architect. Sindsdien heeft hij heel wat gebouwen in en om Dordrecht op zijn naam staan, waaronder een aantal scholen, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, wijkcentra, de Brandweerkazerne Oranjepark en de parkeergarage Veemarkt. Gevraagd naar zijn ‘signatuur’ in de ontwerpen die hij over de jaren heeft gemaakt, zegt hij: “ronde vormen hebben mijn voorkeur”. Als toelichting begint hij te schetsen: cirkels, vierkanten, rechthoeken en gebogen lijnen. Het zijn eenvoudige vormen die zijn gebouwen kenmerken. Opvallend voor een relatief buitenstaander die geneigd is te denken dat een architect uitgaat van het mooie plaatje: hoe zal een gebouw er in de straat uit zien en past het in de omgeving. “Dat is inderdaad essentieel”, bevestigt Govert. “Een gebouw moet in eerste instantie functioneel zijn: wat moet erin komen aan ruimtes en welke relatie hebben die ruimtes tot elkaar? Dat is de basis. Vervolgens moet natuurlijk ook het totale plaatje kloppen.” Dat lijkt bij Govert gelukt te zijn. Zo won hij eind vorige eeuw de Nationale Schilders Prijs voor het grondwaterzuiveringsstation achter het laboratorium van het waterleidingbedrijf aan Baanhoek. En in 2000 ontwierp Govert voor Eneco een (trafo)station in Capelle a/d IJssel. Het ontwerp beviel zo goed, dat het energiebedrijf meer van dit soort stations heeft laten bouwen, onder meer in Zoetermeer, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek. Dieptepunten uit zijn carrière kan Govert zich niet echt herinneren. “Toen ik hier nog niet zo lang werkte, begin jaren ’80, was ik betrokken bij het renovatieproject ‘Viermolenshof’ in het Lijnbaangebied. Het leek allemaal goed te lopen, we waren al bezig met de bestektekeningen, maar uiteindelijk hebben de bewoners zoveel tegenstand opgeworpen tegen de verhoogde huurprijs, dat de gemeente heeft besloten het gebied dan maar plat te gooien en er nieuwbouw neer te zetten. Dat vond ik erg jammer. Het heeft dit deel van Dordrecht stedenbouwkundig natuurlijk helemaal veranderd.” Govert geeft aan dat zijn werk en zijn werkomgeving in die vier decennia niet wezenlijk zijn veranderd. “De voornaamste verandering is dat ik vroeger naar een opdrachtgever ging met een paar schetsen en tekeningen onder mijn arm. Nu verwacht men dat je komt met computeranimaties en uitgebreide ‘artist impressions’. Dat is een ontwikkeling waarin ik niet helemaal heb kunnen meekomen. Maar gelukkig zijn er binnen het bureau genoeg jonge mensen die daar heel handig in zijn.” En nu dus met pensioen. Maar eerst nog een weekje cursus “Pensioen in zicht”, wat op zich wel weer grappig is, want Govert’s vrouw heeft 30 jaar geleden nog meegewerkt aan de introductie van die cursus voor gemeenteambtenaren. Zij werkte toen als personeelsadviseur bij de gemeente Dordrecht. En straks? “Eerst maar eens thuis de klussen doen die ik de afgelopen jaren, met het zicht op veel vrije tijd, voor me uit heb geschoven. Schilderwerk, tuinieren enz. En mijn vrouw wil graag vaker op vakantie. Maar verder zullen we het wel zien…”
Nieuwsbrief
januari 2014 - 5
Samenwerkingsverband met Ingenieursbureau Rotterdam Patrick Kars is in dienst van het IBD, maar werkt voor het Ingenieursbureau Rotterdam. Een deel van de week werkt hij vanuit Dordrecht, en een deel van de week zit hij op locatie in Rotterdam. Deze constructie is onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst tussen de twee ingenieursbureaus die al langer bestond, maar tot nu toe vooral op projectniveau invulling kreeg. Ondanks de bestaande samenwerking kwam er vanuit Rotterdam geen formeel verzoek voor het langdurig ‘in bruikleen nemen’ van een medewerker. De mogelijkheid kwam eigenlijk toevallig ter sprake op de tennisbaan in een gesprek tussen IBD’er Edwin de Langen en de Rotterdamse projectleider Gerard Kraal. Toen beide ingenieursbureaus kort daarna hadden ingestemd met de verdieping van de samenwerking, moest er nog iemand gevonden worden die voor langere tijd naar Rotterdam wilde gaan. Patrick Kars stak meteen zijn hand op. “Tot ik in 2009 bij het IBD kwam werken, heb ik bij het IB Rotterdam gewerkt. Het project waar het nu om ging, was een groot rioleringsproject – mijn specialisatie – bij mijn oude team. Toevallig liep mijn project net af en door wat te schuiven met andere projecten, kon ik worden vrijgespeeld. Het leek allemaal op z’n plek te vallen.” Voor Patrick was het wel een voorwaarde dat hij zijn werk flexibel kon indelen. “Ik ben uit Rotterdam weggegaan omdat het woon-werkverkeer me teveel tijd en energie kostte. Nu kan ik met een token vanuit huis of vanaf het IBD inloggen op de ICT-omgeving van de gemeente Rotterdam. Ik kan dus werken waar ik wil en mijn tijd slim indelen. Daarbij is het prettig dat ik hier in Dordrecht op deze manier aangehaakt blijf bij de ontwikkelingen en op een vanzelfsprekende manier contact hou met de collega’s.” Ondanks dat Patrick in Rotterdam terugkwam op zijn oude honk, was het in het begin nog wel even wennen. “Ze hadden daar net een grote reorganisatie achter de rug, waarbij ze afscheid hadden moeten nemen van gewaardeerde collega’s. En nu kwam ik daar ineens binnenlopen. Dat lag natuurlijk wel gevoelig en daar heb ik wel begrip voor. En uiteindelijk ziet iedereen ook wel dat het economisch lastige tijden zijn en dat dit soort flexibele constructies uiteindelijk wel een oplossing zijn.” Naast Patrick werkt sinds september 2013 ook Roelof Nolles in Rotterdam. Van september tot november hield Roelof toezicht op werken buiten. Vanaf december is hij toegevoegd aan het team Kralingen Crooswijk als werkvoorbereider, waar hij in ieder geval tot medio dit jaar blijft. Daarnaast heeft het IBD ook een tekenwerkopdracht uitgevoerd voor Gemeentewerken Rotterdam. Dit tekenwerk, dat gedaan werd door Stella Lapre en Gert Jan Post, is uitgevoerd conform de landelijke NLCS-normen. Rotterdam tekent al enige tijd volgens deze norm, maar voor het IBD was dit een primeur. Een leuke en leerzame kans! In Rotterdam lijken ze dus erg tevreden met de samenwerking en er wordt er al voorzichtig gekeken naar mogelijkheden om deze verder uit te breiden. Ook het IBD ziet de voordelen. Sterker nog: ook met de gemeente Den Haag bestaat een vergelijkbaar samenwerkingsverband. IBD’er Andrew Hunter leidt daar zelfs een groot project. In een volgende nieuwsbrief leest u daar meer over.
Nieuwsbrief
januari 2014 - 6
Even voorstellen: controller Erik Kraaijestein Sinds 1 december is Erik Kraaijestein werkzaam bij het IBD als controller. Als hoofd van het bedrijfsbureau is hij tevens lid van het MT. Wie denkt dat Erik ‘de man van de cijfertjes’ is, heeft het bij het verkeerde eind: “Menselijk gedrag is bepalend voor processen. Control gaat dan ook voornamelijk over mensen en hoe ze samenwerken.” Natuurlijk heeft Erik’s werk in de praktijk wel degelijk veel met cijfers te maken, maar die cijfers dienen een hoger doel. “Eigenlijk houden we aan de hand van die cijfers in de gaten of de organisatie rechtmatig en doelmatig werkt. Oftewel: of we ons houden aan de regels en of we ons geld slim besteden.” Erik kwam in 1994 in dienst bij de gemeente Dordrecht, waar hij verschillende financiële functies bekleedde. In 2008 ging hij, samen met zijn collega’s, over naar het SCD. Hij was daar afdelingshoofd van de afdeling financieel advies “een soort ‘control-clubje’ dat mensen detacheerde naar klantorganisaties”. Vervolgens werd die afdeling weer overgedragen aan Dordrecht, zodat hij opnieuw in dienst kwam bij de gemeente, dit keer bij Stadsbestuurcentrum (SBC) waar toevallig ook Erik’s vrouw werkte. Vanuit het SBC werd Erik gedetacheerd bij onder meer Schouwburg Kunstmin (waar hij nog steeds een dag per week voor actief is) en bij stichting ToBe. Erik: “Ik heb veel gewerkt in de cultuurhoek. Mensen vinden dat ook erg bij me passen, omdat ik zelf ook in een band speel als gitarist en op de toetsen, het ook leuk vindt om toneel te spelen (Sinterklaas!) en leuke dingen te organiseren. Maar mijn werk is natuurlijk helemaal niet cultureel. Dat besef ik eigenlijk pas goed sinds ik bij het IBD zit. Het verbaast me hoe leuk ik het hier vind en hoe prettig het is om in een omgeving te werken met mensen die sterk gestructureerd zijn.” Van zichzelf zegt Erik dat hij minder gestructureerd is, maar dat daarin misschien juist zijn meerwaarde zit voor het IBD. “Wat wel grappig is, is dat het voor de tweede keer in mijn carrière is dat ik de baan overneem van Ad Dusseldorp. Hij heeft hier de afgelopen jaren echt wel wat neergezet. Alles is strak georganiseerd en om dat voor elkaar te krijgen bij zo’n nieuw bedrijf is best een klus. Ik zou daar niet de aangewezen persoon voor zijn geweest. Ik denk dat mijn kracht er eerder in zit om mensen mee te nemen in waar we als IBD, en meer specifiek als Control en Bedrijfsvoering, mee bezig zijn. Want ik geloof dat als je goed kunt uitleggen waarom je dingen doet zoals je ze doet, en daarbij ook het perspectief van de ander kunt meenemen, alles vanzelfsprekender wordt en daarmee ook makkelijker en beter.”
Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Ingenieursbureau Drechtsteden Spuiweg 5-9 3311 GT Dordrecht Tel. 078-770 2810 ingenieursbureaudrechtsteden.nl Reageren? Mail:
[email protected] De volgende nieuwsbrief verschijnt eind februari