www.snpf.nl - november 2014 - nr. 13
SNPF Nieuwsbrief K Nieuwe streefdatum fusie: 1 januari 2016 K Wijzigingen pensioenreglement K Ongedaan maken verlagingen pensioenen niet aan de orde
K Doe mee aan online communicatieonderzoek K Verantwoordingsorgaan actievere rol dan voorheen K Onderzoekspanel: praat mee!
Doe mee met het on line communic atieonderzoek ! (zie pag. 4 )
1 januari 2016
Nieuwe streefdatum fusie De beoogde fusie tussen SNPF en Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat (SBMN) heeft een nieuwe streefdatum: 1 januari 2016. De vertraging heeft alles te maken met de aanpassing van de Wet op het notarisambt. Beide betrokken ministeries, Veiligheid en Justitie én Sociale Zaken en Werkgelegenheid, hebben aangegeven meer tijd nodig te hebben om de – voor de fusie noodzakelijke – wetswijziging door te voeren. Eric Greup en Stijn Marks, bestuursvoorzitters van respectievelijk SNPF en SBMN, lichten toe wat op dit moment de status van het fusietraject is. ‘De doorlooptijd voor de wetswijziging is helaas langer dan verwacht’, vertelt Stijn Marks. ‘Een eerder fusiemoment was absoluut gewenst geweest, maar eens te meer is gebleken dat wetgeving van allerlei factoren afhankelijk is.’ ‘Formeel ligt een wijziging van de Wet op het notarisambt bij Justitie’, vult Eric Greup aan. ‘Maar omdat er sprake is van een pensioencomponent, wilde ook Sociale Zaken erbij betrokken worden. Inmiddels is door beide ministeries besloten om de wetswijziging gezamenlijk op te pakken. Al met al is daar veel tijd mee gemoeid geweest, maar het goede nieuws is dat beide ministeries nu hetzelfde einddoel voor ogen hebben, namelijk aanpassing van de wet die een fusie per 1 januari 2016 mogelijk moet maken.’
Meer uniforme regelingen en beleggingen ‘Iedereen is het erover eens dat de fusie moet doorgaan’, vervolgt Eric Greup. ‘Dus ook alle stakeholders, zoals de KNB, de verantwoordingsorganen van beide fondsen en de sociale partners. De projectorganisatie Samengaan SBMN & SNPF gaat door op de ingeslagen weg. Vijf commissies, elk met hun eigen aandachtsgebied zoals governance, pensioenregelingen, communicatie en
vermogensbeheer, richten zich nu op basis van een aangepaste planning op de datum van 1 januari 2016.’ ‘Er is de afgelopen periode overigens al het nodige gebeurd’, benadrukt Stijn Marks. ‘Bijvoorbeeld de ontwikkeling van een huisstijl voor het nieuwe pensioenfonds. Een andere mijlpaal is de aanpassing van de pensioenregeling van SBMN per 1 januari 2015, om te bewerkstelligen dat de twee huidige pensioenregelingen meer met elkaar in de pas gaan lopen. Ook moeten we ervoor zorgen dat de dekkingsgraden van SNPF en SBMN zo dicht mogelijk bij elkaar blijven liggen.’ Eric Greup: ‘Als één van de fondsen straks een betere financiële positie heeft ten opzichte van de ander, zal dat toch gelijkgetrokken moeten worden. Dat moeten we proberen te voorkomen.’ Stijn Marks: ‘Binnen de beleidskaders die er zijn verschuiven we om die reden onze beleggingen en renteafdekking op een dusdanige manier dat het vermogensbeheerbeleid van beide fondsen zoveel mogelijk op elkaar wordt afgestemd. Het beleggingsproces wordt om die reden maandelijks gemonitord door de beleggingscommissies van SNPF en SBMN.’
Parapluregeling Kan er al iets worden gezegd over de pensioenregeling van het nieuwe pensioenfonds? Stijn Marks: ‘Het streven is om tot een ‘parapluregeling’ te komen, een pensioenregeling die voor beide populaties zo gelijkvormig mogelijk is, maar waarbij op bepaalde punten zeker verschillen kunnen blijven bestaan. Overigens ligt de uiteindelijke beslissing over de nieuwe regeling bij de sociale partners, waarbij de beide pensioenfondsen natuurlijk de nodige ondersteuning bieden.’ De voordelen van een fusie staan buiten kijf, meent Stijn Marks: ‘Het streven is om een toekomstbestendig pensioenfonds neer te zetten. Lage kosten zijn daarbij van cruciaal belang.’ Eric Greup: ‘Een fusie tussen de beide fondsen levert naar verwachting een kostenbesparing op van tussen de twee en drie miljoen euro, vooral op het gebied van de governance en het vermogensbeheer. We zullen de komende tijd dan ook nadrukkelijk de contracten met alle externe partijen onder de loep nemen, zoals accountants, adviseurs en uitvoerders.’ K
Stichting Notarieel Pensioenfonds - 1
www.snpf.nl - november 2014 - nr. 13
Per 1 januari 2015
Wijzigingen pensioenreglement De pensioenregeling van SNPF wordt met ingang van 1 januari 2015 op een aantal onderdelen gewijzigd. Daar heeft de PensioenKamer, de opdrachtgever van SNPF, toe besloten. Er wordt zowel een wijziging in de basisregeling als in de vrijwillige beschikbare premieregeling doorgevoerd. Basisregeling De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een arbeidsongeschiktheidspensioen worden reglementair in overeenstemming gebracht met de voorwaarden van herverzekeraar De Amersfoortse. De uitsluitingsbepalingen uit de polisvoorwaarden van De Amersfoortse worden om die reden opgenomen in het pensioenreglement van SNPF. Daarmee worden restrisico’s voor het pensioenfonds voorkomen. U vindt de uitsluitingsbepalingen op www.snpf.nl.
De nieuwe pensioenreglementen liggen nu ter goedkeuring voor aan het ministerie van Veiligheid en Justitie. Ze zijn vanaf eind december op www.snpf.nl te vinden.
Beschikbare premie-staffel per 1 januari 2015 De hoogte van de maximale jaarlijkse premie voor de opbouw van een pensioenkapitaal wordt volgens onderstaande leeftijdsafhankelijke staffel vastgesteld: Leeftijdsklasse Premie uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag
Vrijwillige beschikbare premieregeling Als gevolg van nieuwe fiscale regelgeving per 1 januari 2015 wordt de beschikbare premieregeling op een aantal onderdelen aangepast. Het gaat daarbij om: • aanpassing van de leeftijdsafhankelijke beschikbare premiestaffel. In de tabel ziet u hoe de nieuwe staffel eruit ziet; • verlaging van het opbouwpercentage voor het partnerpensioen naar 1,16% (was:1,3%); • het pensioensalaris uit de basisregeling, vermeerderd met de grondslag voor opbouw van een pensioenkapitaal in de vrijwillige beschikbare premieregeling, mag nooit meer bedragen dan hetgeen fiscaal maximaal is toegestaan. Voor 2015 bedraagt dit maximum € 100.000.
15-19
3,4% (was 3,8%)
20-24
3,9% (was 4,4%)
25-29
4,7% (was 5,3%)
30-34
5,8% (was 6,5%)
35-39
7,0% (was 7,9%)
40-44
8,6% (was 9,6%)
45-49
10,4% (was 11,7%)
50-54
12,8% (was 14,4%)
55-59
15,8% (was 17,7%)
60-64
19,6% (was 21,1%)
65-67
23,0% (was 25,9%)
Ongedaan maken verlagingen pensioenen niet aan de orde Met de Pensioenraad (de voorloper van de PensioenKamer, de opdrachtgever van SNPF) en het verantwoordingsorgaan is dit jaar gesproken over de (on)mogelijkheden van het ongedaan maken van de verlagingen van de pensioenen in 2011 en 2013. Dit wordt ook wel ‘het herstel van kortingen’ genoemd. Uiteindelijk heeft het bestuur – na overleg met het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht – bepaald dat de verlagingen helaas niet ongedaan kunnen worden gemaakt. Dit zou geen recht doen aan de belangen van alle betrokkenen. Ook is het beleid rondom dit onderwerp verhelderd.
De verlagingen van de pensioenen van respectievelijk 1,97% (2011) en 5,8% (2013) waren nodig om de financiële situatie van SNPF te verbeteren. Het fonds beschikte in die jaren over onvoldoende middelen om aan haar (toekomstige) pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.
Evenwichtige belangenbehartiging Het bestuur heeft bij zijn besluit de belangen van alle (gewezen) deelnemers en gepensioneerden afgewogen. Een verhoging van pensioenen - en daarmee ook het herstel van de verlaagde pensioenen - wordt mede gefinancierd uit de pensioenpremie van nieuwe deelnemers en het beleggingsrendement. Dit betekent dat deelnemers die ná de verlagingen bij het fonds zijn gekomen, zouden meebetalen. Bij een langere periode tussen de verlaging van de pensioenen en het ongedaan maken daarvan, zouden nieuwe
Stichting Notarieel Pensioenfonds - 2
www.snpf.nl - november 2014 - nr. 13
Toelichting toeslagenstaffel
toeslag: percentage van de consumentenprijsindex
Toeslagenstaffel
Pas als de dekkingsgraad boven het vereist eigen vermogen ligt (111%), mag SNPF een toeslag verlenen. Deze
100%
toeslag is een percentage van de consumentenprijsindex
80%
(CPI), afhankelijk van de hoogte van de dekkingsgraad (zie grafiek). Vanaf een dekkingsgraad van 128% kan een
60%
volledige toeslag worden toegekend. Dit betekent: de
Dekkingsgraad
volledige prijsontwikkeling in het betreffende jaar (CPI).
40%
Actuele Echter, de dekkingsgraad mag hierdoor niet onder de Dekkingsgraad
20%
111% komen.
0% 90%
111%
128%
135% dekkingsgraad
Dekkingsgraad Actuele Dekkingsgraad
deelnemers worden benadeeld. Het bestuur is daarom van mening dat verhogingen voor iedereen moeten gelden. Dit betreft dan een zogenaamde toeslag.
Met dit nieuwe beleid worden (extra) risico’s ten aanzien van de financiële positie van het fonds vermeden én de belangen van alle betrokkenen zoveel mogelijk gediend.
Wanneer worden toeslagen toegekend?
E Meer weten over het toeslagen- en kortingsbeleid? Bekijk de actuariële en bedrijfstechnische nota van SNPF op www.snpf.nl. K
Toeslagen zijn bedoeld om de pensioenen aan de prijsontwikkeling aan te passen. Een toeslagenstaffel, onderdeel van het toeslagenbeleid van SNPF, geeft aan wanneer het bestuur een toeslag kan toekennen en hoe hoog die toeslag mag zijn (zie grafiek). De toeslagenstaffel van SNPF sluit aan bij de financiële uitgangspunten en het beleid van het fonds. Uiteraard worden bij een eventueel toeslagbesluit ook andere relevante economische omstandigheden betrokken. Met het nu ongedaan maken van de kortingen in 2011 en 2013 door het toekennen van verhogingen, zou worden afgeweken van de toeslagenstaffel. Dat maakt de kans op een verlaging van de pensioenen in de toekomst aanzienlijk groter en dat wil het bestuur vermijden. Hoezeer het bestuur dat ook betreurt.
Geen toeslag in 2015 Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met (een deel van de) prijsontwikkeling. Aan het eind van elk jaar neemt het bestuur van SNPF hierover een besluit voor het komend jaar. Inmiddels is het besluit genomen in 2015 geen toeslag te verlenen.
Dekkingsgraad
Nieuw financieel toetsingskader Ook heeft het bestuur de komst van een nieuw financieel toetsingskader voor pensioenfondsen laten meewegen bij zijn beslissing. Naar verwachting wordt dit toetsingskader per 1 januari 2015 van kracht. Het nieuwe toetsingskader stelt dat het verlenen van inhaaltoeslagen (in dit geval het ongedaan maken van de verlagingen) pas mogelijk is als het fonds beschikt over voldoende financiële middelen om ook reguliere toeslagen toe te kennen. Het gaat dan om toeslagen die bedoeld zijn om het pensioen waardevast te houden.
Nieuw beleid Rekening houdend met deze overwegingen heeft het bestuur nieuw beleid vastgesteld: • een eventueel herstel van korting vindt plaats in de vorm van een (inhaal)toeslag; • het verlenen van reguliere toeslagen gaat vóór het verlenen van inhaaltoeslagen; • voor het verlenen van toeslagen en inhaaltoeslagen wordt aangesloten bij de toeslagenstaffel, zoals die is opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota van SNPF.
Of het pensioenfonds een toeslag kan verlenen is voornamelijk afhankelijk van de stand van de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft de verhouding aan tussen de (huidige en toekomstige) pensioenverplichtingen en middelen die het fonds heeft om aan deze pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. Naar verwachting blijft de dekkingsgraad van SNPF eind dit jaar onder de 111% (september: 108,2%). Vanaf een dekkingsgraad van circa 111% kan het fonds toeslagen gaan verlenen.
Toeslagen in de toekomst? Door de introductie van nieuwe regelgeving door de overheid (financieel toetsingskader) zullen pensioenfondsen hogere buffers moeten gaan aanhouden voor hun (toekomstige) pensioenverplichtingen. Dit betekent dat de dekkingsgraad naar verwachting met circa 4% daalt. Gezien deze financiële situatie is het verlenen van een toeslag in 2015 niet verantwoord. Daarmee zouden (extra) financiële risico’s worden genomen. Bij ongewijzigde omstandigheden verwacht SNPF ook in de komende jaren geen toeslag te kunnen verlenen. Er kan zelfs sprake zijn van een verlaging van de pensioenen. Uiteraard houden wij u hiervan steeds op de hoogte.
Stichting Notarieel Pensioenfonds - 3
www.snpf.nl - november 2014 - nr. 13
Doe mee aan het online-onderzoek:
(On)tevreden over de communicatie van SNPF? Door mee te werken aan een digitaal onderzoek naar de communicatie en het imago van SNPF, helpt u ons verder. Met de resultaten van het onderzoek kan gericht worden gewerkt aan het verbeteren van de communicatie van het fonds. U vindt het onderzoek op www.kienvragenlijst.nl/snpf. Invullen kost circa 10-15 minuten. Iedereen die op dit moment pensioen opbouwt bij SNPF, of een pensioen van SNPF ontvangt, kan deelnemen aan het onderzoek. Met het onderzoek wordt de effectiviteit en het bereik van de communicatie over uw pensioen gemeten. Ook kunnen de verschillende communicatiemiddelen van het fonds worden beoordeeld en zijn vragen opgenomen over het imago van het fonds. Tot slot wordt gevraagd naar uw voorkeuren en wensen ten aanzien van de communicatie over uw pensioen. Wij informeren u onder meer via onze website over de uitkomsten van het onderzoek (naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015). K
Verantwoordingsorgaan heeft actievere rol dan voorheen SNPF heeft sinds 1 juli jl. met twee nieuwe organen te maken: de PensioenKamer (opvolger van de Pensioenraad) en een vernieuwd verantwoordingsorgaan (VO). Inzoomend op het nieuwe VO werpt zich de vraag op wat er veranderd is in vergelijking met de oude situatie. En: wat zijn de voornaamste uitdagingen waarvoor het VO zich in de komende periode geplaatst ziet? We spraken erover met Frank van der Raaij en Frank van der Raaij
Anne-Marie Struycken-Van Daelen. Frank van der Raaij (54) heeft weliswaar niet erg lang pensioen opgebouwd bij SNPF, maar zijn betrokkenheid bij het fonds is groot. Na anderhalf jaar interim-voorzitter te zijn geweest van de Pensioenraad, maakt hij nu namens de gewezen deelnemers deel uit van het nieuwe verantwoordingsorgaan. Gevraagd naar de achtergronden van de vorming van een nieuw VO en de omvorming van de Pensioenraad in de PensioenKamer, vertelt Frank: ‘De inrichting van een nieuw VO vloeit voort uit de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Voor de Pensioenraad geldt dat het juridisch gezien een wat ambivalente ‘figuur’ was, die in feite als een soort deelnemersraad functioneerde. Dat leverde soms praktische problemen op. De beroepsvereniging KNB heeft daarom besloten om een nieuw orgaan in het leven te roepen, waarin zowel de werkgevers als de werknemers vertegenwoordigd zijn: de PensioenKamer.’
Anne-Marie Struycken Van Daelen
Actievere rol Hoe verhoudt zich het takenpakket van het nieuwe VO ten opzichte van dat van zijn voorganger? Frank: ‘Het VO geeft jaarlijks een algemeen oordeel over het handelen van het pensioenfondsbestuur, het uitgevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Daarvoor heeft het VO voor een aantal zaken adviesrecht en in andere situaties wordt het gehoord. Gebeurde dat in de oude situatie nog vaak achteraf, aan het nieuwe VO moet vaker vooraf advies worden gevraagd. Een aantal adviesrechten van de vroegere deelnemersraad is namelijk bij het VO terecht gekomen. Je zou kunnen zeggen dat het VO daarmee een actievere rol heeft gekregen. Het VO krijgt meer ruimte om mee te praten over het beleid, ook ‘tijdens de loop’. Een actueel voorbeeld daarvan is de manier waarop het herstel van kortingen in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) wordt verwoord. De ABTN is op dit punt nu veel duidelijker geworden.’ >>
Stichting Notarieel Pensioenfonds - 4
www.snpf.nl - november 2014 - nr. 13
(Vervolg van pagina 4: ‘Verantwoordingsorgaan heeft actievere rol dan voorheen’)
Goede communicatie belangrijk Duidelijkheid bieden, in alle opzichten, staat ook hoog in het vaandel van Anne-Marie Struycken-van Daelen. Anne-Marie (44), als kandidaat-notaris werkzaam in Amsterdam, is eveneens nieuw in het VO. Zij is vertegenwoordigster van de actieve deelnemers. Vanuit haar professie – haar specialisme is ondernemingsrecht en (financieel) toezichtrecht – heeft ze veel contact met financiële instellingen en pensioenfondsen. ‘Die kennis wilde ik ook gebruiken voor mijn eigen pensioenfonds, vandaar dat ik me verkiesbaar heb gesteld voor het VO’, aldus Anne-Marie. Anne-Marie noemt voor de komende periode de voorgenomen fusie met het Bedrijfstakpensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat als voornaamste aandachtspunt voor het VO. ‘Er moet nog veel duidelijk worden’, stelt ze. ‘Hoe gaat de governance van het nieuwe fonds eruit zien? Moet de pensioenregeling worden aangepast? Wordt het beleggingsbeleid gewijzigd? Is er daadwerkelijk sprake van een kostenbesparing? Een goede communicatie rondom het fusieproces is heel belangrijk. En niet alleen rondom de fusie. Deelnemers moeten goed worden geïnformeerd over alle aspecten van hun pensioen. De ervaring leert dat veel deelnemers nog onvoldoende kennis hebben over hun eigen pensioenregeling, bijvoorbeeld als het om de aanvullende beschikbare premieregeling gaat. Er wordt op dit moment al heel veel vanuit het fonds gecommuniceerd, maar ik zie het als VO-lid als mijn taak om pro-actief mee te denken of de transparantie van het fonds nog verder verbeterd kan worden.’
Contact met de achterban Hoe zorgen de nieuwe VO-leden ervoor dat ze kennis nemen van hetgeen er in hun achterban leeft? Frank: ‘Ik heb persoonlijk nog veel contacten in het notariaat, ook met mensen die inmiddels in een andere sector werkzaam zijn. Omdat ik namens de gewezen
deelnemers in het VO zit, zal ik natuurlijk goed naar hun belangen kijken. Maar uiteindelijk zullen we als VO tot een algemene afweging moeten komen, of zoals dat zo mooi heet: tot een evenwichtige belangenafweging.’ Anne-Marie: ‘Ik heb het voordeel dat ik op een groot kantoor werkzaam ben, met een mooie dwarsdoorsnede van de populatie als het om leeftijd en functie gaat. Dat biedt mij de kans om op de werkvloer een goed inzicht te krijgen in wat er op pensioengebied leeft en speelt voor het notariaat.’ K
De PensioenKamer, per 1 juli 2014 de opvolger van de Pensioenraad als opdrachtgever van SNPF, is een commissie van het bestuur van de KNB, verantwoordelijk voor het vaststellen van de inhoud van de pensioenregelingen van SNPF. De PensioenKamer bestaat uit een werkgeverscommissie en een werknemerscommissie. Benoeming van leden van de PensioenKamer vindt plaats door het bestuur van de KNB. Zowel de werkgeverscommissie als de werknemerscommissie bestaat ten minste uit vier en ten hoogste uit zes leden en alle leden hebben een zittingstermijn van ten hoogste drie jaar.
Stichting Notarieel Pensioenfonds - 5
www.snpf.nl - november 2014 - nr. 13
Onderzoekspanel:
praat mee! Wilt u inbreng hebben in de keuzes, activiteiten en
communicatie van uw pensioenfonds? (Toegevoegd) notarissen, kandidaat-notarissen en gepensioneerden kunnen zich opgeven voor het onderzoekspanel van SNPF. Met dit panel wordt zo’n tweemaal per jaar gesproken over de onderwerpen die spelen bij het fonds. Te denken valt dan aan: de mate waarin deelnemers risico willen nemen met hun pensioengeld, de pensioenregeling en de communicatie van het fonds. Ook speelt
het onderzoekspanel een rol bij het pretesten van de communicatie-uitingen van het fonds. Doel is inzicht te krijgen in de meningen, wensen en motieven binnen de (voormalige) beroepsgroep. Waar mogelijk worden die meegenomen in het beleid en de uitvoering van het fonds.
Samenstelling onderzoekspanel Gestreefd wordt naar een groep van minimaal 8 tot 10 (toegevoegd) notarissen, kandidaat-notarissen en gepensioneerden. In aantal vormen de vertegenwoordigers van deze groepen bij voorkeur een afspiegeling van de populatie van SNPF. Per onderzoeksonderwerp bekijkt het fonds voor welke groepen het belangrijk is om mee te praten.
Tijdsbesteding De panelleden worden maximaal tweemaal per jaar uitgenodigd voor een onderzoeksbijeenkomst van circa twee uur. De reiskosten worden vergoed. Ook kunt u een kleine attentie per bijeenkomst verwachten. Tussentijds kunt u nu en dan per mail worden benaderd om uw mening te geven over een onderwerp. K
Geïnteresseerd? Stuur een mail met uw adres en telefoonnummer naar
[email protected]. Wij vragen u daarbij aan te geven of u (toegevoegd) notaris, kandidaat-notaris of gepensioneerd bent. Wij nemen dan contact met u op.
De Nationale Pensioendialoog Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid roept iedereen op om in gesprek te gaan over het pensioen door mee te doen aan De Nationale Pensioendialoog. Klijnsma: ‘Ik snap best dat het voor veel mensen ingewikkelde materie is, maar het gaat wel ergens over. Hoe zorgen we dat we een goed pensioenstelsel houden in de toekomst waar we op kunnen blijven vertrouwen? Iedereen krijgt de kans om mee te denken en mee te discussiëren.’
Deze nieuwsbrief is een uitgave van Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF). Kijk ook op www.snpf.nl en abonneer u op de digitale nieuwsbrief van SNPF.
Als u wilt, kunt ook u meepraten. Kijk daarvoor op
November 2014
www.denationalepensioendialoog.nl.
Postbus 51009 9702 JA Groningen T: (050) 582 18 72
[email protected] www.snpf.nl