STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
Next step: innovaties opschalen naar meer NOM realiseren.
Het komende halfjaar zal de Supportroute voor aanbieders binnen de Stroomversnelling Koop vooral bestaan uit werkateliers. Elke samenwerk-dag wordt geopend met prikkelende sprekers die bepaalde expertise inbrengen rond een actueel thema. Deze sprekers laten zien hoe je ook anders kunt kijken naar de bouw, innovatie en samenwerken.
17 september 2015 Dit is de eerste gezamenlijke dag van de Supportroute; er zullen nog 4 Samenwerkdagen volgen. Doel is om door samenbrengen van alle experts en alle aanbieders en co-developers rond gedeelde thema’s, versneld stappen te kunnen maken in het realiseren van NOMverbouwingsproducten. Het thema van de ochtend – en van de introductie door twee sprekers – is: Wat is er voor nodig om van 1 duur pilotwoning-project te komen tot een betaalbaar en opschaalbaar verbouwingsproduct?
Een overzicht van de dag De introductie van het thema wordt verzorgd door Jos Lichtenberg, expert van de Stroomversnelling Koop, o.a. hoogleraar TU Eindhoven en adviseur in productontwikkeling. Hij laat o.a. zien dat een innovatie de eerste 10 keer een investering vraagt van de innovator. En dat daarna pas de verkoopprijs gaat matchen met de werkelijke kosten. Lees hier verder wat hij nog meer heeft verteld, dat kan helpen in hoe je tegen innovatie en marktintroductie aankijkt.
Klik hier voor de video die Jeroen van der Velden liet zien als voorbeeld daarvan. Claudia Laumans zal elke dag beginnen met inzichten die onze linker hersenhelft aanspreken. We zijn in de afgelopen eeuw gewend om vooral de rechter hersenhelft aan te spreken. Willen we nieuwe dingen (zoals deze NOM-innovatie) ontwikkelen, dan hebben we beide gelijkwaardig nodig. Dus niet alleen de concentratie op links, maar juist de combinatie van de twee.
Aansluitend vertelt Jeroen van der Velden, hoogleraar Nyenrode en strategisch adviseur, welke strategieën helpen om de innovatie met partners te realiseren met passende businessmodellen. Zijn boodschap: ga vooral open met elkaar om de tafel om elkaars verdienmodel te kunnen begrijpen. Zoek dan gemeenschappelijke grond waarop je elkaar kunt versterken. Lees hier meer over zijn verhaal over bedrijfsstrategie.
Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
1
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
Vervolgens was er ruimte om beide heren nog apart te consulteren voor je eigen product, zoals dat iedere Samenwerkdag zal zijn met de experts in de ochtend. En tegelijkertijd werd er een werk-atelier gehouden over hoe om te gaan met de prijsstelling van de kopgevel. Er werden verschillende meningen geventileerd, maar uiteindelijk blijkt toch dat de kopgevel (met een bakstenen afwerking) nog niet naar de € 120,- per m2 kan, wat men wel graag zou willen. Er zal aansluiting worden gezocht bij een paar mensen van SV Huur, die ook al op nader onderzoek uit zijn gegaan. Lees hier meer over de discussiepunten in dit werk-atelier.
Doorlopende werk-ateliers Na de middag waren er verschillende werk-ateliers in thema’s die doorlopen in de andere samenwerkdagen: Prestatiegarantie in stappen Het blijkt dat wanneer partijen écht bezig gaan met het uitwerken van de prestatiegarantie, dit nog best lastig is. Hoe kun je ergens zo zeker van zijn, dat je er ook garant voor kunt staan. Hoe borg je de kwaliteit en wat zijn dan de risico’s? Niels Sijpheer staat deze sessie ter beschikking van de deelnemers om te focussen op monitoring. Er is verder nagedacht over de monitoring: zo’n 80% van de prestaties kunnen we nu goed monitoren. Voor de overige 20% is een werkgroep aangesteld die verder wat zaken gaan uitzoeken, voor een terugkoppeling naar de volgende keer. Nieuwe verhaallijn NOM Het blijkt dat het verhaal van 0-10-45 niet het juiste is. Verschillende aanbiedende partijen lopen er tegenaan dat een gemeente vasthoudt aan die 45.000 (bijv. voor hoekwoningen) terwijl dit bedrag opgesteld is vanuit een gemiddelde energierekening. In deze werkgroep gaan deelnemers met Katja Zuhorn de verhaallijn bijstellen. Vervolgens zal de Stroomversnelling ervoor zorgen dat dit bij de gemeentes terecht komt.
Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
Co-development in actie Vanuit de Stroomversnelling is het idee opgevat om de deelproducten die de verschillende co-developers hebben die passen binnen de NOM ergens verzameld te presenteren. In dit werk-atelier wordt dit verder uitgewerkt met Brigitte Berends en René Bernoist. Lees hier meer over de discussie in dit atelier. Bouwstenen voor productontwikkeling In dit eerste werk-atelier de bouwsteen ‘waarde propositie’. Veel bouwpartijen beginnen bij het uitwerken van een product bij de techniek. Zij maken keuzes op basis van kosten. Wanneer je eerst een positie kiest, dan wordt het in de keuzes makkelijker om aan te sluiten bij de waarde voor de klant. In dit werk-atelier wordt gekeken met Claudia Laumans en Alexander Weisz naar hoe de waarde propositie als basis de productinnovatie kan versterken. Opschaling hoe? Marcel Noordhuis (ketenintegratiespecialist) zal met de deelnemers samen verder gaan op hoe de opschaling plaats kan vinden.
De industriële benadering Jos Lichtenberg begint zijn verhaal met een voorbeeld uit de industriële revolutie: het verhaal van Iron Bridge. Deze brug van Abraham Darby was de eerste gemaakt van gietijzer. Zijn grootvader had bedacht dat met het extra verhitten van gietijzer, dit sterk genoeg werd om constructief toe te passen, hij was de eerste die dat ook echt deed. Ook toen waren de financiers en overheden niet zo snel overtuigd van een innovatie en hij heeft de brug met een aantal private partijen gefinancierd. Ze wilden het terugverdienen door tol te vragen. Maar de mensen meden de brug en reden om via de dichtstbijzijnde stenen of houten brug. Pas 10 jaar later, toen de rivier de Severn uit zijn oevers trad en de Iron Bridge de enige brug was die overeind bleef staan, kwam deze in gebruik.
2
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
Ook de tweede brug was nog een uniek exemplaar. Pas daarna begon men met de efficiëntieslag van de aantallen.
om dichter naar de industrie gaan zitten. Op die manier kunnen zij via gezamenlijke productontwikkeling tot nieuwe producten komen.
Uit dit verhaal zie je dat het nodig is dat partijen in het product geloven, om het ook werkelijk in productie te krijgen. En dat hier soms wel enige jaren overheen gaan.
Slimbouwen Slimbouwen is een methode voor integraal ontwerpen. De bouw wordt verdeeld in 4 fasen: casco, schil, installaties en afbouw. Deze kunnen onafhankelijk van elkaar produceren en monteren. Zij zijn dan niet door elkaar, maar achter elkaar op de bouw bezig. Dit levert een winst in de bouwtijd op. Veel werk kan van te voren in een fabrieksomgeving voorbereid worden. Het vereenvoudigd het proces enorm en de coördinatie op de bouw wordt hierdoor veel makkelijker.
Traditionele ordening van de bouw Voor 1800 was dat nog makkelijker dan nu. Toen deed de bouwmeester nog alles zelf, hij was zowel architect als bouwer. Tot 1800 zijn er zo'n 5 partijen nodig om een gebouw te realiseren. Tegenwoordig zijn er veel meer partijen betrokken, tot zo’n 300 partijen aan toe. Bij een (proces)innovatie volgt direct de vraag: hoe moet je die hele bouwkolom organiseren.
Er ontstaan producten met vaste partners. Van het kiezen van de goedkoopste gaat het naar een betere integratie en op elkaar kunnen inspelen. Dat levert ook een winst op. Met Slimbouwen kan 25-30% van de kosten bespaard worden. Meestal komen zij pas later bij een project, dan geldt dat niet helemaal. De Venco Campus is een goed voorbeeld waar zij vanaf het begin aan tafel zaten. Daar hadden zij een kostenbesparing van 35% .
De traditionele bouwkolom bestaat uit gescheiden fases. Traditioneel bepalen de bouwers en de ‘voorschrijvers’ (architecten, adviseurs) welke producten toegepast worden. Er treed echter een verschuiving op, zowel aan de gebruikskant, als bij de industrie. Steeds vaker treden zij in direct contact met elkaar. Er zit veel kennis bij de industrie en de gebruiker gaat daar actief naar op zoek via internet. Het middengebied is niet direct kansloos, maar moet wel zijn rol gaan herdefiniëren. Ook de architect, die zegt dicht bij de klant te staan, blijkt dit toch nog onvoldoende te doen. Het middengebied kan ook de keuze maken Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
Dit is van belang voor de uitdaging waar de NOM productontwikkeling nu voor staat: het reduceren van de kosten om aan de prijsstelling te voldoen. Dit voorbeeld laat zien dat kostenbesparing niet altijd alleen maar met de kaasschaaf kan. Misschien moeten we terug in het bouwproces, met een andere
3
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
benadering van onze processen kunnen we ook een prijsbesparing voor elkaar krijgen.
van de eerste prijs zijn. Na de eerste pilot kun je al op 70-90% kostenreductie zitten.
Niet alleen Slimbouwen levert een kostenbesparing op, ook andere nieuwe vormen van ketenintegratie en aanbesteden levert een kostenreductie op. Zie de tabel op de vorige bladzijde.
Ook in de auto-industrie geldt dit: bij de eerste serie van 100 moet daar ook geld bij, daarna kan men steeds efficiënter werken en inkopen. Men heeft het vertrouwen dat het er wel komt.
Industrialisatie levert uiteindelijk minder risico, kortere doorlooptijd en lagere kosten. Er zijn verschillende methodes, maar dat is wel de algemene boodschap.
Ook in het ontwikkelen van een Nul Op de Meter product geldt dit. Het is van belang om te aanvaarden dat de eerste 10 woningen verlies lijden. Dat hierin geïnvesteerd moet worden. Wanneer men dit accepteert, dan kan het product beter geprijsd worden waardoor de klant het wil kopen. Dan gaat de start van de marktintroductie sneller.
Product of service Wat lever je nou eigenlijk? Een ding (gebouw) of iets dat wat faciliteert? De bouw is gefocust op dat ding, en minder op de service. Voor een woning is het soms lastig om op die manier te denken. In kantoren zijn de initiële kosten van het gebouw (de financieringskosten) slechts een klein gedeelte van de totale kosten: de loonkosten, bedrijfskosten, energiekosten, en onderhoudskosten. Maar: hoe dat gebouw eruitziet heeft wel (deels) invloed op die andere kosten. In feite levert de woning een aantal diensten aan de bewoner: comfort, licht, verse lucht, energie, beleving, flexibiliteit etc… Daar willen zij voor betalen. Het draait om de waarden die de woning toevoegt aan het leven en wonen van de gebruiker. Op die manier kom je tot een geheel andere prijsopbouw dan door de verschillende kosten op te tellen en er algemene kosten over te rekenen. Bovendien is het opgestelde percentage voor winst natuurlijk fictief, omdat na acceptatie van de begroting, de leveranciers uitgespeeld worden om de prijs omlaag te brengen. Wat resulteert in extra winstmarge. Productontwikkeling Het industrialiseren en in grotere aantallen produceren maken dat de kosten lager kunnen worden ten opzicht van de eerste producten. Dit groeit altijd naar een asymptoot. Dit kan zo’n 60%
Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
Aandachtspunten voor kostenreductie industrialisatie klantwaarde product eenvoudiger maken (waar zit nog overwaarde, gezien vanuit de klant) lean optionele standaardisatie: basis = goedkoop model + gestandaardiseerde opties
4
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
ga niet alles leveren, kies voor concepten, specialisatie ook bij niche markt kan dat > zoek de juiste klantgroep bij je oplossing durf op waarde en bereikbare kosten af te prijzen
Er kan pas echt iets gebeuren wanneer er integratie plaatsvindt.
De hele presentatie vind je hier (Projectplace).
Strategie in de bouw Volgens Jeroen van der Velden heeft de bouw last van de wet van de remmende voorsprong in samenwerking. De bouw was een van de sectoren waar men in de geschiedenis het eerst met verschillende partijen aan één project werkte. In vergelijk met de auto-industrie: de bedrijfsvoering van Ford (in 1910) was er op gericht om zo veel mogelijk grondstoffen in eigen beheer te produceren. Hieruit kwamen een auto en een financieringsproduct. Samenwerkingskosten waren veel te duur, dus deed hij alles zelf. Nu zijn er heel veel meer partijen betrokken bij het produceren van een auto. Samenwerken is makkelijker geworden omdat men daar een vorm in gevonden heeft. De bouw was al heel vroeg wél genoodzaakt tot samenwerken. Nu is de bouw de laatste sector om mee te gaan met andere sectoren qua samenwerking. Jeroen ziet wel dat de partijen in een consortium of ander samenwerkingsverband met elkaar willen samenwerken, dat geeft een positieve insteek. Maar er wordt niet gewerkt vanuit een gedeeld doel. Iedere partij legt zijn eigen aandeel vanuit zijn eigen werkwijze op tafel. En in dat geval blijft het eindproduct te duur!
Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
Het middelste (zwarte) gedeelte waar alle partijen overlappen, dat wil je met elkaar als uitgangspunt nemen. Alleen dan kan je tot een product komen met de juiste prijs/kwaliteit-verhouding. Veranderen “We leven niet in het tijdperk van veranderingen maar in de verandering van tijdperken (Jan Rotmans).” Veranderingen gaan steeds sneller. Het kan zijn dat de huidige vraag op een gegeven moment gaat stoppen. Je MOET je blijven ontwikkelen om bij te kunnen blijven. De crisis kan een versneller in de bouw zijn. Maar de meeste bouwbedrijven zijn tijdens de crisis 'gewoon' doorgegaan op hun oude manier. Zij zijn niet echt veranderd en sommigen betalen nu alsnog de prijs. Duurzaamheid was een impuls voor innovatie. Er zijn nieuwe benaderingen ontwikkeld. De vraag is alleen hoe de sector deze ontwikkelingen verder oppakt, nu het werk weer begint aan te trekken. Elkaars verdienmodel begrijpen Jeroen vroeg aan de zaal hoe men met concurrenten omgaat: “De goede dingen uit de concurrenten halen en eroverheen gaan.” Het is de kunst om de balans te zoeken tussen aan de ene kant concurreren en andere kant het samen optrekken. Daarvoor Is het nodig om van elkaar te weten hoe zij hun geld verdienen. En waar ze goed in zijn. Samenweken is sturen op gezamenlijke doelen, waar beiden van profiteren.
5
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
Dus in plaats van competition, ga je naar co-opetition.
De Porter-strategie geeft aan dat er twee manieren zijn om je te onderscheiden:
de beste zijn (goedkoopst, snelste, kwaliteit) = ratrace uniciteit (niet te kopiëren product)
Ook van belang is hoe kijken we naar de klant: Genereren zij alleen de inkomsten of zijn zij in eerste instantie de behoefte-bepalers? De uitdaging blijft om met ander perspectief te kijken naar de opgave. Cijfers zeggen niet alles, het gaat om de interpretatie van de cijfers. En verder zijn er ook andere zaken van invloed op keuzes en beslissingen. De winst valt te halen uit de gebieden waar je elkaar tegenkomt. Daarvoor is openheid noodzakelijk: wat wil je erin steken en wat wil je eruit halen? In andere sectoren is het zichtbaar dat de hiërarchie in de keten afvlakt. Er komt meer transparantie in belangen, men kijkt steeds meer naar de echte toegevoegde waarde. Daarbij zijn de verschillende culturen van de bedrijven van belang. Het is goed om de cultuur van je (gespreks-)partner te kennen. Wat is het kenmerk van de cultuur van de andere partij? Gemeente of Politie of Brandweer moet je weer helemaal anders aanspreken. Wanneer je daar rekening mee houdt, brengt dat de partijen al dichter bij elkaar.
Uit het boek 'Good to Great' van Collins halen we de 3 cirkels van het Egel principe:
Passie: waar zit de passie in de organisatie? Waar gaan de mensen hard voor lopen, waar worden zij enthousiast van? Talent: wat kunnen we eigenlijk écht goed? Samen, als organisatie? Economie: waar verdien jet het geld mee? Is dit via aanbestedingen, een goed marketing team of een goed product? Dit heet ook wel de profitzone.
Maak gebruik van een facilitator in plaats van machthebbers. In de bouw is het meestal zo dat er één partij is die de leiding heeft. Deze partij zegt: “De eerste 35% is voor ons, en dan gaan we bekijken hoe we de rest met elkaar kunnen verdelen.” Op die manier is er geen sprake van een open bespreking van een gezamenlijk doel, maar alleen maar van sturen op winst voor individuele deelnemers.
Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
De waarde van het bedrijf zit in het overlappen van de cirkels.
6
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
Businessmodel Om in te gaan op het onderdeel Economie: Een voorbeeld: Philips maakte uiteindelijk meer winst met hun aandeel in de verkoop van de coffeepads van de Senseo dan aan het apparaat zelf. Het apparaat werd goedkoop op de markt gezet. Het Business Model Canvas van Strategyzer kan inzicht geven in de werking van je verdienmodel. Zie de afbeelding aan de rechterzijde. Aan de rechterzijde gaat het om de klant: wie is nou die klant, via welke kanalen wordt deze benaderd en wat is de relatie. Alles in relatie tot het middelste vlak: de value proposition: wat lever je. Aan de linkerkant staat dan de organisatie, de sleutelpartners, de bronnen en kunde. Onderin staan de kosten en de opbrengsten. Jeroen eindigt met twee boodschappen: 1. Om goed te kunnen samenwerken is het van belang dat je openheid geeft in wat je wilt investeren en wat je eruit wilt halen. 2. Bij het vermarkten van een innovatie, zal je eerst moeten investeren, dan een klantrelatie opbouwen en vervolgens komt pas het cashen. De hele presentatie vind je hier (Projectplace)
Werk-ateliers Werk-atelier Waarde van de Kopgevel Desmond Hughes (voorheen bij BAM op NOM ontwikkeling) en Brigitte Berends leiden dit werkatelier. De eerste focus van SV Koop is op een midden rijwoning. Maar het uitgangspunt is 0-10-0: dus een woning-update zonder verhoging van maandlasten. Voor een hoekwoning komt er een grote kopgevel Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
extra bij om te isoleren. Hoe gaan de verschillende partijen hier mee om? Vanuit de energierekening geredeneerd, zou een kopgevel € 6.000,- mogen kosten, omdat dit de extra contante waarde is van een gemiddelde energierekening van een hoekwoning. Voor een gevel van 50 m2 betekent dit € 120,- per m2. Dit streefbedrag wordt echter nog door weinig bouwers gerealiseerd. De meesten gebruiken een HSB wandconstructie waarvoor al dan niet het buitenspouwblad eerst verwijderd wordt. Zij komen op zo’n € 260,- – € 350,- per m2. “Goed om te horen dat ik niet de enige ben, die er nog niet uit is hoe de kopgevel tegen redelijke kosten mee te nemen in het NOM-product.” Een gevel in het werk beplakken met isolatieplaten en stucwerk komt dichter in de richting (135,- per m2), maar is in de meeste gevallen niet gewenst (vooral door welstand). Het beeld van de bakstenen gevel is nog steeds het meest gewild in Nederland. Conclusie is dat de kopgevel (nog) te duur is voor het energieverlies dat door de gevel komt. Het verlies is ook niet op te wekken op het dak, vanwege te weinig ruimte. Daarnaast is het qua comfort wenselijk om de gevel te isoleren.
7
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
In de huur wordt de kopgevel verdisconteert over het hele blok. In de koop ligt dit wat lastiger. Anders denken Desmond daagt de groep uit om eens ‘anders’ te denken:
Wat is de waarde van de kopgevel? Welke waarde kunnen we toevoegen? Moeten we wel aan de buitenkant zijn?
In het integraal denken, kunnen er ook andere functies worden toegekend aan de kopgevel. Integraliteit op systeemniveau (de hele woning) zijn we nu al mee bezig. Integratie op elementniveau (bijvoorbeeld een kopgevel) is de volgende stap. Wat is de waarde van de kopgevel
Esthetica buitenkant is belangrijk Luchtdoorlatendheid is belangrijk, zit vooral op de aansluitingen Comfort verhogen Verlagen energierekening
Welke waarde kunnen we toevoegen
Kunst aan de kopgevel Extra raam toevoegen (positief = licht toevoegen, negatief = slecht RC element toevoegen) Warmte opvangen van de zon waardoor er minder energieverlies plaatsvindt Thermische PV panelen, stroom opwekken en geven ook warmte af Zo min mogelijk overlast: industrieel aanbrengen Gezond binnenklimaat (geen schimmels) Installaties toevoegen (als die niet al in de langsgevels zitten)
Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
Moeten we wel aan de buitenkant zijn Vaak wordt er aan de buitenkant gekeken. Misschien is een denkrichting om alleen een esthetische verbetering aan de buitenkant te maken en vervolgens vanuit de binnenkant te isoleren. Je kunt dan meer technieken en comfort in de wand kwijt: bijvoorbeeld warmtewand, geluidsabsorptie. Het principe van geen overlast tijdens de verbouwing is vooral van belang in SV Huur omdat daar de bewoners niet altijd gevraagd hebben om zo’n verbouwing. In de SV Koop ligt dit anders: de mensen hebben er wel iets voor over om een gerenoveerd huis te krijgen. Dus iets meer in de woning zelf doen, zou wel kunnen. Aan de binnenzijde isoleren vormt hiermee een optie. Met deze discussie is de kopgevel nog niet opgelost en dit werk-atelier zal een vervolg krijgen. Ook wordt er een link gelegd met een klein groepje binnen SV Huur die praten over innovatieve vormen van gevelisolatie.
Werk-atelier NOM deel-producten overzicht Brigitte Berends en René Benoist vertellen dat zij het plan opgevat hebben om een helderheid te geven over die deel-producten die werkelijk passen binnen de uitgangspunten van SV Koop. De manier waarop zij willen categoriseren is op basis van de bijdrage aan de totale woning.
8
STROOMVERSNELLING KOOP VERSLAG SUPPORT ROUTE BOUWBEDRIJVEN
De deelproducten moeten aan kunnen geven aan welk deel van de prestaties voor een NOM product zij een bijdrage kunnen leveren. De discussie ging vooral om de vragen:
Voor wie is het overzicht van deel-producten NOM bedoeld? Wat is het doel van dit overzicht?
In eerste instantie lijkt dit voorstel in te gaan tegen het idee dat men in co-development een totaalproduct NOM renovatie ontwikkeld. Het gaat om systeemintegratie, niet het stapelen van maatregelen, waar dit wel op lijkt. Maar omdat veel aanbiedende partijen nog moeten beginnen aan die systeemintegratie en hard aan het zoeken zijn met welke producten zij starten en met wie zij gaan samenwerken, kan een overzicht van bedrijven die een NOM deel-product aanbieden een handig middel zijn. Het overzicht is ook bedoeld als tijdelijk hulpmiddel. Na het kiezen van componenten volgt een goed op elkaar afstemmen met een goede berekening, bijvoorbeeld met de NZEB-tool. De verschillende componenten werken op elkaar in en prestaties kunnen niet aan één component toegekend worden.
De aannemer is van oudsher hoofdverantwoordelijke. Maar ook dan werd er gebruik gemaakt van de garanties van producten en aan hen doorgeschoven wanneer er iets mis gaat. Dus geven eigenlijk de productleveranciers de garantie. Wanneer een nieuw product met vaste partners ontwikkeld wordt, dan kan de garantie goed gegeven worden omdat de partners elkaar kennen en de deelproducten op elkaar afgestemd zijn. Installatieproductiebedrijven moeten werk- en monitoringafspraken maken met het bouwbedrijf: De bouwer moet het bouwkundige gedeelte goed uitvoeren (lees: de isolatie en luchtdichting), zodat de totaalprestatie (inclusief de installatie) goed gehaald wordt.. René gaat verder met het uitwerken van het producten-overzicht en op een volgende bijeenkomst wil hij het overzicht aan de bouwbedrijven presenteren.
Productleveranciers zijn gewend om te kijken naar de 'voorschrijvers' in de bouw om te zorgen dat zij in het bestek omschreven worden. Het overzicht van NOM deelproduct suggesties is juist bedoeld voor bouwbedrijven en productontwikkelaars. Het geeft een overzicht van elementen die geïntegreerd kunnen worden in een totaalproduct. Prestatie garantie De deel-producten NOM die opgenomen worden in het overzicht, moeten bepaalde specificaties kunnen garanderen. In de praktijk is het nog steeds de vraag: Wie gaat die garantie nou afgeven? Innovaties opschalen naar meer NOM realiseren
Verslaglegging: Cindy Vissering, SBRCURnet 9