Loonbelasting 2009 Loonbelasting is een aangiftebelasting.
Verschil aanslagbelasting en aangiftebelasting Er zijn 2 typen belastingen: aanslag- en aangiftebelastingen. Bij aanslagbelastingen staat het doen van de aangifte voorop. U bent verplicht aangifte te doen. Aan de hand van uw informatie berekenen wij de belasting die u moet betalen. Daarvoor krijgt u een belastingaanslag. Bij aangiftebelastingen staat de betaling voorop. U levert ons informatie in de vorm van een verplichte aangifte, maar nu berekent én betaalt u de belasting op eigen initiatief. U krijgt dus geen belastingaanslag. Voorbeelden van aangiftebelastingen zijn de loonheffingen, de omzetbelasting en de motorrijtuigenbelasting. Bron: Belastingdienst Bovendien is de loonbelasting een afdrachtsbelasting: de werkgever (of inhoudingsplichtige) houdt de loonheffing in op het loon van de werknemer en draagt deze af op aangifte. Daarnaast bestaat er het begrip loonheffing: loonbelasting én premies volksverzekeringen (AOW/ANW/AWBZ). Loonbelasting (of loonheffing) is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Er volgt een aanslag inkomstenbelasting indien:
•
de verschuldigde IB na aftrek van voorheffingen en de voorlopige teruggaaf voor heffingskortingen meer is dan € 43,-
• • •
voorlopige teruggaaf (aanslag) is verleend de belastingplichtige aangifte IB heeft gedaan de belastingplichtige winst uit onderneming/resultaat uit overige werkzaamheden heeft gehad.
De belastingplichtige krijgt dan een positieve/negatieve aanslag IB opgelegd. Is/zijn aan bovenstaande voorwaarde(n) niet voldaan, dan is loonheffing ook eindheffing. Meent een belastingplichtige dat hij/zij gedurende een jaar te veel loonheffing heeft betaald, dan kan een T-/TG-biljet worden aangevraagd. Dit moet geschieden binnen 3 jaar na het kalenderjaar waarin te veel loonheffing is betaald. De terug te ontvangen loonheffing moet meer bedragen dan € 13,-.
De loonbelasting wordt geheven van werknemers over:
• • • •
loon uit (vroegere) dienstbetrekking van hem/haarzelf loon en oneigenlijke dienstbetrekkingen zoals pensioen/AOW/WW/WWB loon uit (vroegere) dienstbetrekking van een ander (ANW/Philips studietoelage) fictieve dienstbetrekking (commissarissenbeloning/artiesten/hulp in huishouding>3 dgn p/w)
Belastingplichtig zijn werknemers die: 1. in Nederland wonen: het maakt niet uit waar werkzaamheden worden verricht, als ze maar in dienstbetrekking staan tot een in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige. 2. in het buitenland wonen: moeten werkzaamheden in Nederland vervullen én in dienstbetrekking staan tot een in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige.
Bruto-/nettoberekening Brutoloon in geld 1 Bij: loon in natura/niet-vrije verstrekkingen 2 Bij: niet vrije/bovenmatige (onkosten)vergoedingen Bij: werkgeversbijdrage levensloopregeling 4
€ …… € …… € …… € …… +
3
BRUTOLOON
€ ……
Af: pensioen-/vut-/arbeidsongeschiktheidspremies Af: spaarloon 5
€ …… € …… € ……-/€ ……
Loon voor berekening premies werknemersverzekering Af: werknemersdeel premie WW Af: werknemersbijdrage levensloopregeling Af: werkgeversbijdrage levensloopregeling
€ …… € …… € …… € …… -/€ ……
Bij: waardering privégebruik auto van de zaak,verminderd met eigen bijdrage in privégebruik 6 Bij: uitkering levensloopregeling Bij: overig voor premies werknemersverz. vrijgesteld loon
€ …… € …… € …… € ……+ € ……
Loon voor berekening inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Bij: werkgeversvergoeding inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Bij: vergoeding ziektekostenverzekering militair
7
€ …… € …… € …… + € ……
Loon voor berekening loonbelasting/premie volksverzekering Af: loonheffing 8 –/- standaard loonheffingskortingen 9 Af: inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Af: loon in natura/niet-vrije vergoedingen Af: bijtelling privégebruik auto van de zaak –/- eigen bijdrage Af: overige netto-inhoudingen Bij: vrije vergoedingen 10 Bij: overig fiscaal vrijgesteld loon Nettoloon
€ ….. € ….. € ….. € ….. € ….. € ……€ …… € …… € …… € ……+ € ……
Loon: al hetgeen genoten wordt uit dienstbetrekking, bestaande uit: 1. Brutoloon in geld: - arbeidsloon/salaris/AOW/ANW/WW/WWB/ABW etc. - door werkgever betaalde deel werknemerspremie - door werkgever betaalde rekeningen/lasten van werknemer - belaste aanspraken: werkgeversdeel premies ZVW/kapitaalpensioen/bedrijfsziektekostenverzekeringen - onbelaste aanspraken: Let op! Aftrekbaar zijn de werknemerspremies WW/ZW/WAO/WIA/pensioen. 2. Loon in natura: beloning niét in de vorm van geld, maar in de vorm van een gratis verstrekking/ terbeschikkingstelling (bijvoorbeeld gratis kost en inwoning, kinderopvang, bewassing, telefoongebruik, kleding, stereo-installatie etc.). Waardering loon in natura (art. 13) - direct in samenhang met de verwerving van loon: het bedrag van de besparing (meestal forfaitair bedrag), bijvoorbeeld maaltijden, huisvesting, bewassing, telefoongebruik - in andere gevallen: waarde in het economisch verkeer, bijvoorbeeld gratis vakantiereis, kleding, cd-speler. 3. Niet-vrije vergoedingen: Deze vergoedingen zijn (deels) belast met LH; bovenmatige onkostenvergoedingen voor zover ze boven een forfait uitkomen (art. 15b). Vergoedingen voor: - zakelijke rit met privéauto boven € 0,19 per km - fiets voor woon-/werkverkeer boven € 749,- per jaar - woon-werkverkeer met openbaar vervoer boven werkelijke prijs - woon-werkverkeer met eigen vervoer boven € 0,19 per km - telefoon-/internetabonnement, indien niet meer dan bijkomstig zakelijk gebruikt - kleding, niet zijnde werkkleding - boetes - persoonlijke verzorging - etc. 4. Werkgeversbijdrage levensloopregeling: Verlofsparen: voorziening treffen in tijd of geld uitsluitend voor extra verlof tijdens of na beëindiging dienstverband op geblokkeerde spaarrekening, maximaal 10% van brutojaarloon. 5. Spaarloonregeling: - moet openstaan voor minimaal 75% van de werknemers in bedrijf - gespaarde bedrag/premie moet 4 jaar op geblokkeerde rekening blijven staan - sparen door inhouding van maximaal € 613,- op het (bruto)loon van de werknemer; de werkgever betaalt 25% loonheffing over spaarloon.
6. Bijtelling auto van de zaak: Indien de werknemer ook privé de beschikking heeft over een door de werkgever ter beschikking gestelde auto (leaseauto van de zaak). De bijtelling bedraagt 25%, 20%, 14% van de catalogusprijs incl. btw en BPM. Indien de werknemer kan aantonen, met een sluitende kilometeradministratie, dat hij/zij minder dan 500 km per jaar privé met de auto rijdt, behoeft niet te worden bijgeteld. De door de werknemer betaalde eigen bijdrage aan deze auto mag in mindering worden gebracht op de bijtelling. 7. Zvw (zorgverzekeringswet): Zvw is de verzekering tegen ziektekosten voor elke Nederlander. De premie voor deze verzekering bestaat uit een inkomensafhankelijke bijdrage en een door de verzekerde aan de zorgverlener te betalen premie. De inkomensafhankelijke bijdrage bedraagt 6,9% (4,8%) van het loon voor de berekening van de Zvw-bijdrage en wordt door de werkgever (inhoudingsplichtige) afgedragen. Deze bijdrage wordt berekend over maximaal € 32.369,inkomen.
8. Loonheffing: Loonheffing is de som van loonbelasting en premies volksverzekeringen (AOW/ANW/AWBZ). Deze loonheffing wordt door de werkgever ingehouden op het loon van de werknemer. Loonheffing geschiedt volgens het (progressieve) schijventarief. Tabel 1 geldt voor mensen jonger dan 65 jaar (loonbelasting én premies volksverzekeringen); tabel 2 voor mensen van 65 jaar en ouder (alleen loonbelasting). Schijventarief tabel 1: 1e 2e 3e 4e
schijf t/m € 17.878,schijf van € 17.878,- t/m € 32.127,schijf van € 32.127,- t/m € 54.776,schijf elke euro boven € 54.776,-
is belast met 33,5% LH is belast met 42% LH is belast met 42% LB is belast met 52% LB
9. Heffingskortingen: Van de te betalen loonheffing mag korting worden afgetrokken (standaardloonheffingskorting) als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. -
-
algemene heffingskorting: voor iedere belastingplichtige tot 65 jaar: € 2.007,- per jaar arbeidskorting: voor werknemers met loon uit tegenwoordige arbeid: som van 1,738% van loon tot € 8.587,- met max. van € 154,- plus 12,381% van loon per jaar boven € 8.587,-. Max. arbeidskorting € 1.504,- per jaar (voor 57-jarigen en ouder gelden andere percentages en maxima). jonggehandicaptenkorting: voor werknemer met Wajonguitkering: € 678,- per jaar. ouderenkorting: voor 65+ met max. verzamelinkomen van € 34.282,-: korting bedraagt € 661,- per jaar. alleenstaande ouderenkorting: voor 65+ met ouderenkortingen en AOW voor ongehuwden: bedraagt € 410,- per jaar. levensloopverlofkorting: voor werknemers die gelden aanwenden uit levensloopvoorziening: maximaal € 195,- per jaar.
De heffingskortingen kunnen per belastingplichtige slechts eenmaal worden afgetrokken (dus ook werknemers met meerdere banen genieten maar één keer aftrek). Indien de werknemer weigert gegevens te verschaffen (loonbelastingverklaring) aan de inhoudingsplichtige(n), wordt geen rekening gehouden met deze heffingskortingen. Voor de overige heffingskortingen (zie IB) kan voorlopige teruggave worden aangevraagd. Met deze kortingen wordt in de loonbelasting dus niet automatisch rekening gehouden.
10. Vrije vergoedingen: vergoedingen die in het geheel niet of deels belast zijn met LH, maar die wel tot het nettoloon behoren. Deze (geheel) vrije vergoedingen zijn in het bovenste deel van de bruto/nettoberekening nog niet meegeteld.
Voorbeelden van vrije vergoedingen/verstrekkingen (art. 15a Wet LB): - dienst-/werkkleding - representatie - cursussen/congressen/seminars/excursies/studiereizen - outplacement - consumpties tijdens werktijd die geen onderdeel zijn van maaltijd - deel verhuiskosten - contributie vakbond - vakliteratuur - OV-vergoeding - kinderopvang - gebruik eigen gereedschap - schadevergoeding privé-eigendommen - overlijdensuitkering (3x maandloon, ook voor partner/kinderen) - dienstjubilea: 25/40 jaar elk één brutomaandloon incl. 8% vakantietoeslag - in natura met hoofdzakelijk ideële waarde - vergoeding woon-werkverkeer met eigen auto tot maximaal forfait - computer indien meer dan bijkomstig zakelijk gebruikt - vrijwilligersvergoeding (max. € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar) - vergoeding plaatsbewijzen woon-werkverkeer met openbaar vervoer - fiets voor woon-werkverkeer: max. € 749,- per drie jaar. In de praktijk geschiedt de berekening van de loonheffing aan de hand van tabellen, en wel met - witte tabellen voor loon uit tegenwoordige dienstbetrekking - groene tabellen voor loon uit vroegere dienstbetrekking. In deze tabellen kan de werkgever/inhoudingsplichtige de bij het tabelloon verschuldigde loonheffing aflezen. Tabellen voor bijzondere beloningen zijn er voor eenmalige uitkeringen zoals tantièmes, gratificaties, commissarissenbeloning etc. Voor overwerkloon bestaat de keuze uit de gewone tabel of de tabel voor bijzondere beloning. Gekozen moet worden voor die tabel die het gunstigst is voor de werknemer.
De belastingplichtige kan bij de inspecteur extra aftrek aanvragen via de voorlopige teruggaaf in verband met: - negatieve opbrengst eigen woning - persoonsgebonden aftrek - aftrekbare giften - te verrekenen verliezen voorgaande jaren - extra heffingskortingen. De ingehouden loonheffing moet binnen één maand na het einde van het inhoudingstijdvak (maand/kwartaal) door de inhoudingsplichtige worden afgedragen op aangifte.