Doel B: ‘Relatie met Jezus de Koning’: studenten ontwikkelen zich, vanuit een persoonlijke overtuiging, als leerling, vertrouweling en toegewijde volgeling van Jezus op elk terrein van hun leven. Doel van de studie:
Helder krijgen wat de Bijbel onderwijst over de kern van discipelschap, om van hier uit na te denken over je eigen persoonlijke toewijding aan Jezus.
INLEIDING De discipelen van Jezus hadden Jezus zelf als leermeester. Voordat Jezus terug ging naar zijn Vader, vertelde Hij zijn discipelen dat Hij ze niet als wezen zou achterlaten. Hij zou een andere Trooster zenden; de Geest der Waarheid (Johannes 14:15-17). Deze Geest der Waarheid zal de weg wijzen tot de volle waarheid (Johannes 16:13).
Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.
Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen (NBG: discipelen), door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ (Matt. 28:18-20)
1. Wat houdt het volgens jou in om een discipel van Jezus te zijn?
2. Is er volgens jou een verschil tussen een christen en een discipel van Jezus? Zo ja, wat zijn de
belangrijkste verschillen? Waar baseer je dat op?
In een poging om de term discipel te vangen in een aantal andere omschrijvingen zou gezegd kunnen worden dat de discipelen van Jezus leerlingen, volgelingen en vertrouwelingen waren van Hem: -
Leerlingen: De discipelen waren hoorders van het Woord. Ze leerden steeds meer over wie Jezus als Persoon was en over het Koninkrijk van God. Daarnaast gaf Jezus hen veel onderwijs en nam Hij ze na publiek onderwijs vaak even apart om de kern nog eens goed uit te leggen (zie
bijvoorbeeld Mattheüs 13:36). Dit onderdeel is dus met name gericht op (cognitieve) kennis en inzicht. -
Volgelingen: Jezus daagde hun uit om niet alleen hoorders maar ook daders van het Woord te zijn en Hem te volgen. De discipelen deden dit letterlijk door ‘hun netten achter zich te laten en Hem te volgen’ (Mattheüs 2:20). Ze waren volgelingen omdat ze in hun handelen leerden om Jezus te gehoorzamen om zo steeds meer te worden zoals Hij is. Hij onderwees hen over het Koninkrijk van God, en ze volgden ze Hem door te doen wat Hij van hen vroeg (zie o.a. Mattheüs 10:1-8).
-
Vertrouwelingen: Jezus noemde zijn discipelen zijn vrienden. Zij hadden zich in een groeiende relatie steeds intiemer door Hem laten kennen en op hun beurt hadden ze Jezus en zijn woorden serieus genomen en kon Hij echt zijn hart en verlangens intiem met hen delen (Joh. 15:14+15). In Matt. 13:11 zegt Jezus over de discipelen dat hij ze de geheimen van het Koninkrijk van de hemel wil toevertrouwen. Bij dit aspect van discipel zijn staat vooral de intimiteit met Jezus centraal.
3. Hoe herken jij deze drie aspecten van discipel zijn terug in jouw relatie met Jezus?
4. Welke van deze drie aspecten van discipel zijn is in jouw leven nog onderbelicht / zou je meer in
willen groeien?
5. Hoe komt dit denk je? Wat kan/wil je hier aan doen?
DE UITNODIGING TOT DISCIPELSCHAP
Lezen: Lukas 14:25-35 1. Welke vier voorwaarden stelt Jezus in dit gedeelte aan een discipel?
2. Welke vijfde voorwaarde noemt Jezus in Johannes 8:30-32?
3. Hoe zou je deze voorwaarden verwoorden voor je eigen leven?
4. Jezus zegt dat je zonder aan deze voorwaarden te voldoen, zijn discipel niet kunt zijn. Waarom
denk je dat Jezus dit zo stellig zegt?
Jezus had na een paar goede preken en het doen van wonderen en tekenen een grote groep mensen om zich heen verzameld. In plaats van deze geweldige aandacht te koesteren, confronteert Hij zijn publiek juist met een radicale keuze. Hij nodigt mensen uit om uit de menigte te stappen en zich persoonlijk aan Hem toe te wijden.
5. Heb jij gereageerd op deze uitnodiging van Jezus? (jezelf volledig aan Hem toewijden en in een
proces dat het hele leven zal doorgaan, te leren Hem te volgen wat het ook kost)
6. Wat (of welk proces) was de aanleiding voor jou om deze stap te zetten?
7. Hoe heb jij deze stap concreet vorm gegeven?
8. In de tijd van Jezus was Hem volgen een publieke en zichtbare aangelegenheid. Wie zijn er van
jouw besluit om Jezus in alles te willen volgen op de hoogte?
9. Wat helpt jou om de keuze en richting van totale overgave aan Jezus vast te houden en vorm te
geven in je dagelijks leven?
10. Wanneer je nog geen duidelijke keuze tot overgave aan Jezus hebt kunnen of durven
maken, wat zijn dingen die jou hierin belemmeren?
Een discipel is altijd een leerling van iemand. In ons geval gaat het om het zijn van discipel van Jezus. Hij is de Meester, wij zijn volgelingen; Hij is de Koning, wij zijn dienaren. Hij is de sterkste partij die de voorwaarden mag opstellen (vgl. Luc. 14:31+32)
11. Als je eerlijk kijkt naar de dagelijkse praktijk van je leven, wie stelt dan in jouw leven de voorwaarden op? Waaruit blijkt dit?
Natuurlijk kunnen we niet in eigen kracht aan de voorwaarden van Jezus voldoen. Jezus zegt zelfs dat we zonder Hem niets kunnen doen (Joh. 15:5). Hij belooft ons hulp (bijv. Joh. 14:16+17, 26). De Heilige Geest woont in iedere christen en Hij maakt het mogelijk dat wij leren ons leven zo te leven als de Koning wil. Wij moeten een basisbesluit nemen om Jezus en zijn woorden het absolute centrum van ons leven te maken en wij mogen leren dit elke keer opnieuw als richting voor de rest van ons leven vast te houden.
WAT BELOOFD JEZUS/GOD ZIJN DISCIPELEN?
Naar aanleiding van Jezus’ woorden in Lucas 14 kan je de indruk krijgen dat het volgen van Jezus een zware last is. Jezus beloofd echter heel veel mooie dingen aan die mensen die Hem als Heer in hun leven gaan volgen. Hieronder staan enkele van deze beloftes. Lees ze rustig door en verwoord in je eigen woorden wat Jezus belooft:
* Joh. 14:21 ‘Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief. Wie mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en mij ontvangen, en ik zal mij aan hem bekendmaken.’ Jezus belooft: …
* Joh. 14:23 ‘Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.’ Jezus belooft: …
* Joh. 15:8 (NBG) ‘Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn.’ Jezus belooft: …
* Joh. 15:9-11 ‘Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn.’ Jezus belooft: …
* Joh. 8:31+32 (NBG) ‘Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.’ Jezus belooft: …
* Luc. 18:28-30 ‘Toen zei Petrus: ‘Maar wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten om u te volgen.’ Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die huis of vrouw, broers of zusters, ouders of kinderen heeft achtergelaten omwille van het koninkrijk van God, zal reeds in deze tijd het veelvoudige ontvangen en in de tijd die komt het eeuwige leven.’
Jezus belooft: …
* Matt. 6 :33 ‘Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.’ Jezus belooft: …
* Matt. 7:24-27 ‘Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig man, die zijn huis bouwde op een rots. Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en het huis van alle kanten belaagd werd, stortte het niet in, want het was gefundeerd op een rots. En wie deze woorden van mij hoort en er niet naar handelt, kan vergeleken worden met een onnadenkend man, die zijn huis bouwde op zand. Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en er van alle kanten op het huis werd ingebeukt, stortte het in, en er bleef alleen een ruïne over.’ Jezus belooft: …
1. Welke van deze beloften herken jij reeds terug in je eigen leven en welke nog niet? Hoe komt dit denk je?
Alles wat we doen mag een reactie zijn op Zijn liefde. We dienen God niet om Zijn aanvaarding te krijgen; wij zijn geaccepteerd en daarom dienen we God. We volgen Hem niet zodat we geliefd worden; wij zijn geliefd en daarom volgen we Hem. We worden niet door goede werken gered, maar goede werken zijn wel een teken van bekering. Omdat Hij zich eerst volledig aan ons heeft toegewijd, mogen wij nu leren onszelf aan Hem toe te wijden.
TOT SLOT: Waar heeft God jou in deze studie op aangesproken?
Denk na over wat je hiermee wil en hoe je dit vorm kan geven in je leven thuis:
Denk na over wie jij deelgenoot wilt maken (liefst vandaag) van wat God je heeft laten zien en de reactie die jij daarop wilt geven.