Nederland Handelsland
Een nadere blik op de top-3 handelspartners buiten de eurozone
2e editie, maart 2015
VK, VS en China handelspartners nummer 2, 3 en 4 VK, VS en China heel belangrijk voor Nederlandse export In de eerste editie van Nederland Handelsland (november 2014) werd duidelijk dat China, de VS en het VK voor de Nederlandse economie van groter belang zijn dan gangbare exportcijfers laten zien (zie figuur 1). Na Duitsland zijn dit zelfs de belangrijkste handelspartners. Deze tweede editie van Nederland Handelsland gaat dieper in op de handel met deze landen. Welke sectoren verdienen het meest met de export naar deze drie landen? Hoe ontwikkelt de uitvoer zich en welke kansen bieden deze landen in de nabije toekomst? Eerst nog even terug naar waarom deze landen voor de export belangrijker zijn dan de bruto exportcijfers laten zien. • De bruto exportcijfers meten de omzetwaarde van de uitvoer. Bij het maken van een product waarbij veel gebruik wordt gemaakt van producten uit het buitenland, voegen Nederlandse bedrijven weinig waarde toe. Toch wordt dan de gehele omzetwaarde als Nederlandse export geboekt. Door wel rekening te houden met de mate waarin Nederlandse bedrijven waarde toevoegen aan de gebruikte importen, komt de ranglijst er anders uit te zien. • De gebruikelijke cijfers kijken daarnaast alleen naar de eerste bestemming van de uitvoer. Veel Nederlandse exporten worden echter door het buitenland gebruikt voor hun eigen uitvoer. Zo levert Nederland onderdelen aan de Duitse auto-industrie die de auto’s vervolgens deels in het buitenland verkoopt. Samenvattend: de nieuwe methode houdt rekening met de vraag in welke landen de export uiteindelijk verbruikt wordt en wat de toegevoegde waarde is van die export.
Figuur 1 Ranglijst handelspartners Nederland Exportaandeel op basis van de omzet en eerste bestemming (gangbare cijfers)
1
25%
2 3
8%
4 5 6
4%
7 8 9
2%
Bron: WIOD, Rijksuniversiteit Groningen
Exportaandeel op basis van de toegevoegde waarde en finale bestemming
14%
1
Duitsland
10%
2
Verenigd Koninkrijk
10%
3
Verenigde Staten
6%
4
China
2
17%
29%
10%
45%
Nee
Ja, nieuwe markten in NL
Ja, nieuwe markten in het buitenland
Ja, nieuwe markten in NL en het buitenland
Bijna 10% van Nederlandse economie leunt op vraag uit VK, VS, China Belang China voor Nederlandse economie sinds 1995 verzesvoudigd De vraag vanuit het VK, de VS en China is verantwoordelijk voor 9,5% van de Nederlandse economie, bijna twee maal zoveel als Duitsland (5,2%). Het belang van het VK en de VS is al langer groot en China heeft zich daar in rap tempo bijgevoegd. Sinds 1995 is het belang van China voor Nederland maar liefst met een factor 6 gegroeid (zie figuur 2). Steeds meer vraag naar diensten vanuit VK, VS en China Niet alleen de industrie, maar in toenemende mate profiteert ook de dienstensector van de vraag uit het VK, VS en China. Deels door (zakelijke) diensten die geleverd worden aan Nederlandse (industrie)bedrijven die exporteren naar China, maar ook door directe dienstenexport naar deze landen. De vraag vanuit de VS en China genereert zelfs al meer inkomsten voor de Nederlandse zakelijke dienstverlening dan voor de Nederlandse industrie (figuur 3). Vooral naar de VS is de dienstenexport de laatste jaren (in waarde) harder gegroeid dan de goederenexport. Door toenemende internationale spreiding van vestigingen van bedrijven zijn de zogeheten intraconcerndiensten fors toegenomen. Ook specifieke stromen zoals royalties groeiden flink, evenals (zee)transport en vervoersondersteunende diensten.
Figuur 2 Hoeveel procent van de Nederlandse economie wordt bepaald door vraag uit VK, VS en China?
4%
17%
29% 3.7%
Nee
3%
10%
45%
Nee
Nee
3.8%
Nee
3.3%
3.3%
2%
2,4%
1% 0.4%
0%
3
■ 1995
■ 2011
Bron: Rijksuniversiteit Groningen, ING Economisch Bureau
Figuur 3 Welke sectoren verdienen aan vraag uit VK, VS en China? Export bereikt VK, VS en China ook via andere landen Een deel van de Nederlandse export gaat niet direct naar de eindbestemming. Zo is Duitsland een belangrijke verwerker van Nederlandse producten en diensten ten behoeve van hun eigen export. Vooral de VS en China zijn twee economieën waar veel Nederlandse goederen en diensten uiteindelijk terechtkomen bijvoorbeeld als onderdeel van auto’s of machines gemaakt in andere Europese landen. Deze indirecte uitvoerstromen voegen naar schatting 30% toe aan de directe export*.
VK
Bron: Onderzoek ING Economisch Bureau/Vrije Universiteit, 2012
25%
34%
26%
31%
8% 11%
7% 11%
11% 23%
■ Industrie *
17%
21%
■ Zakelijke dienstverlening
43%
■ Delfstoffen
Bron: Rijksuniversiteit Groningen, ING Economisch Bureau
3%
■ Auto- en groothandel
30%
■ Overig
Naar VS en China vooral export van eigen bodem Nederlands product versus wederuitvoer Binnenlands geproduceerde export onderscheidt zich van wederuitvoer doordat het product volledig in Nederland wordt gemaakt of dat importen dusdanig worden bewerkt dat een ander product ontstaat. Op binnenlands geproduceerde export voegen Nederlandse bedrijven gemiddeld 54 cent per euro aan waarde toe, terwijl de toegevoegde waarde op wederuitvoer slechts 8 cent is.
Figuur 4 Aandeel VK, VS en China in totale wederuitvoer en totale uitvoer Nederlands product, 2006 en 2014 12% 10%
10.2% 8.7%
8%
9.1% 7.9% 6.2%
6%
Het onderscheid Nederlands product of wederuitvoer geeft ook inzicht in de exportprestatie van enerzijds landbouw en industrie (productiesectoren) en anderzijds groothandel (wederuitvoer).
2.7%
2.8%
2% 0%
Belang China voor Nederlands product verdubbeld Bij de export naar China en de VS domineert het Nederlands product. Vooral de industrie en landbouw hebben daar van geprofiteerd. De rol van China is fors toegenomen. In 2006 ging 1,3% van in Nederland gemaakte export naar China, inmiddels is dit 2,7%. De aandelen van de VS en het VK zijn afgenomen sinds 2006. Export naar VK veel wederuitvoer Voor het handelsverkeer met het VK is juist de wederuitvoer steeds belangrijker en inmiddels bijna net zo groot als de uitvoer van Nederlands product (zie figuur 5). China speelt ook een rol bij het feit dat wederuitvoer de afgelopen decennia een steeds groter deel is gaan uitmaken van de Nederlandse export. De opkomst van China als productielocatie heeft er voor gezorgd dat Europa veel halffabrikaten en eindproducten is gaan importeren uit China. Die import komt voor een significant deel Europa binnen via Nederland vanwege haar gunstige geografische ligging en goede infrastructuur. De groothandel profiteerde daar sterk van.
3.6%
4%
%
5.6%
0.7%
2006
■ Wederuitvoer
2014
2006
2014
1.3%
2006
1.1%
2014
■ Nederlands product
4
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
30 12% 25 10% 20 8% 15
Figuur 5 Waarde van wederuitvoer en uitvoer Nederlands product naar VK, VS, China, 2006 en 2014 10.2% 14.3
8.7% 15.6
9.1% 18.1 18.4 7.9%
6% 10 5.0 3.6%
4% 5 2% 0 0%
5.6%
2.8%
2014
2006
2014
2006
2014
2006
2014
■ Nederlands product ■ Nederlands product
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
6.2
5.7
2006
■ Wederuitvoer ■ Wederuitvoer
€ mld. %
13.1
11.2 6.2%
1.0 0.7%
2.3 1.3%
2.2 2.7% 1.1%
2006
2014
2006
2014
Export naar het Verenigd Koninkrijk
Wederuitvoer groeit harder dan export Nederlands product Wederuitvoer groeit harder dan Nederlands product Over de periode 2006-2014 is de Nederlandse export naar het VK jaarlijks gemiddeld 2,5% toegenomen, de sterke terugval van de grensoverschrijdende handel in 2009 inbegrepen. De groei van de wederuivoer is met 3% relatief hoog. Voor alle productcategorieën, behalve elektronica, groeit de wederuitvoer meer dan de export van eigen bodem (zie figuur 6). De toename van de (weder)uitvoer van minerale brandstoffen en chemie naar het VK komt voor een deel door de afbouw van productiecapaciteit in het VK in delen van deze sector. De zwakke ontwikkeling van de waarde van de wederuitvoer van elektronica wordt vooral gedreven door dalende prijzen in dat segment. De metaal, rubber en kunststofindustrie doet het bij de groei van de uitvoer van binnnenlands geproduceerde exportgoederen het beste. Daarbij profiteert deze sector van het gedeeltelijke herstel van de Britse maakindustrie. Dit herstel heeft exportkansen voor Nederlandse toeleveranciers met zich mee gebracht, bijvoorbeeld gerelateerd aan de luchtvaartindustrie.
VK belangrijke bestemming voor agrofoodsector De agrofoodsector is een grote exporteur naar het VK, met nog steeds een degelijke groei (zie figuur 6). Van de totale export Nederlands product komt 30% uit deze sector. Aardappelen, groenten en fruit zijn belangrijke exportproducten, evenals varkensvlees. Een specifieke groeier is biologische melk waaraan in het VK jarenlang een aanbodtekort was.
Figuur 6 Overzicht Nederlandse export naar het Verenigd Koninkrijk Jaarlijkse groei 2006-2014
Totaal
Agrofood
Minerale brandstoffen
Chemie
Metaal, rubber, kunststof
NL product
Wederuitvoer
NL product
Wederuitvoer
2%
3%
18,4
18,1
5,4
1,8
2%
7%
2%
9%
2%
8%
3%
3%
-1% Elektronica, machines, transportmiddelen
Overige producten
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Omvang 2014 (€ mld.)
5 3,7
2,0
3,2
3,4
2,1
1,0
2,8
6,9
1,2
3,0
1%
1%
6%
Kansen in het Verenigd Koninkrijk Agrofood stoot door naar eerste plaats
Dienstensector: volop kansen Naar verwachting zal de dominantie van de dienstensector in de Britse economie verder toenemen de komende jaren. Vooral de zakelijke (niet financiële) dienstverlening groeit naar verwachting sterk. Daar liggen dan ook duidelijke kansen voor Nederlandse bedrijven. Goederensector: machines belangrijke groeier De groeiende Britse economie biedt ook kansen voor de Nederlandse productiesectoren. De Britse maakindustrie klimt langzaam uit een dal en zal naar verwachting de investeringen de komende jaren wat opvoeren. Machineexporteurs kunnen hiervan profiteren. De vraag naar buitenlandse voedingsmiddelen zal gematigder toenemen. Primaire levensbehoeften profiteren nou eenmaal minder dan duurzame consumptiegoederen van economische oplevingen. Op langere termijn biedt de verwachte aanhoudende bevolkingsgroei in het VK echter een gunstig perspectief. De voorziene importgroei van voedingsmiddelen van circa 8% tot 2018 biedt voldoende kansen om ‘food’ de grootste Nederlandse exportcategorie te laten worden ten koste van de export van brandstoffen. Wel worden exportkansen wat gedrukt door de soms sterke ‘local-for-local’ trend in food. Zo is Nederland een zeer grote eierproducent, maar export naar het VK is lastig. ‘Buy British’ blijft een belangrijk adagium.
Office, telecom and electrical equipment
47
Other manufactured goods
43
Ores and metals Road vehicles & transport equipment
41
Fuels
35
Basic food
31
Textiles
27
Agriculture, raw materials
27
40
Beverages and tobacco
Figuur 7 Verwachte totale importgroei (waarde) VK over de periode22 2015-2018, naar product Machines
25%
Farmaceutisch
19%
Motorvoertuigen
18%
Elektrotechnisch
18%
Chemie
18%
Brandstoffen
16%
Erts en metaal
13%
Agrarisch
13%
Textiel
10%
Voedingsmiddelen
8%
Dranken en tabak
7%
Bron: Oxford Economics
Brexit risico voor economie Als David Cameron opnieuw premier wordt na de parlementsverkiezingen in mei zal in 2017 een referendum plaatsvinden over het Britse EU-lidmaatschap. Met een aandeel van 10% in de Nederlandse export en 290.000 banen die daaraan verbonden zijn (3,7% van de werkgelegenheid in Nederland), heeft Nederland baat bij ongestoorde handel met het VK en een florerende Britse economie. Dat wordt het beste geborgd door een EU-lidmaatschap van het VK. Alleen
al het uitschrijven van een referendum zal buitenlandse investeerders en beleggers terughoudend maken, zo heeft het Schotse referendum vorig jaar geleerd. ING verwacht dan ook een 0,5%- punt lagere groei in 2017 als het referendum er komt*. * zie ING, Ready for Brexit, februari 2015
6
Export naar de Verenigde Staten Nederlandse maakindustrie in de lift
Uitvoer machinebouw groeit, chemie onder druk Alhoewel de wederuitvoer van minerale brandstoffen de snelst groeiende exportcategorie is, steekt de wederuitvoer er bij de export naar de VS niet duidelijk boven uit. In tegenstelling tot de uitvoer naar het VK, groeide de exportwaarde van in Nederland gemaakte producten de afgelopen jaren gemiddeld juist harder dan de wederuitvoer (zie figuur 8). De export van de Nederlandse maakindustrie, in het bijzonder de machinebouw, is fors toegenomen. Belangrijke kracht hierin is chipmachinebouwer ASML, die met name in 2014 veel orders afleverde in de VS. Maar ook andere machine- en installatiebouwers zetten steeds meer af in de VS. Nederland heeft bijvoorbeeld een sterke agro & food-machinebouw*, waar de VS als groot agro-land een goede afzetmarkt voor is. Verder heeft de VS flink geïnvesteerd in (petro)chemische installaties door de opkomst van schaliegas. In Nederland zijn er veel bedrijven in de maakindustrie die als toeleverancier van de omvangrijke Nederlandse (petro)chemische industrie functioneren. Een deel van deze bedrijven heeft haar klantenkring uitgebreid naar de VS en profiteerde de afgelopen jaren van de groeiende vraag aldaar. De groei van de chemie in de VS drukte anderzijds de export van chemische producten uit Nederland naar de VS (zie figuur 8).
Figuur 8 Overzicht Nederlandse export naar de Verenigde Staten Jaarlijkse groei 2006-2014
Totaal
NL product
Wederuitvoer
2,0%
1,6%
13,1
5,7
1,6
0,1
5%
1%
Overige producten
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
7 2,9
0,9
2,0
0,9
1,3
0,2
4,6
2,9
0,7
0,7
11%
-4% Chemie
Elektronica, machines, transportmiddelen
Zie ook ING, Agro & Food-machinebouw, december 2014
Wederuitvoer
Agrofood
Metaal, rubber, kunststof
*
NL product
-1%
Minerale brandstoffen
Omvang 2014 (€ mld.)
0%
4%
8%
10%
3%
-4%
-9%
Kansen in de Verenigde Staten Maakindustrie kan opmars doorzetten
Aanhoudende groei Amerikaanse economie De Amerikaanse economie groeit in 2015 naar verwachting met bijna 3,5%. Ook voor de periode daarna zijn de perspectieven gunstig. De economie heeft een enorme veerkracht getoond na de crisis. Bovendien zorgt de aanhoudende bevolkingsgroei (naar schatting 350 miljoen inwoners in 2025) voor een groot economisch potentieel. Kansen in dienstverlening, maar zeker ook industrie Er is al een sterke handelsrelatie met de VS, zeker ook op het gebied van diensten (zie pagina 3). Binnen de zakelijke dienstverlening liggen verdere groeimogelijkheden. Maar het lijkt vooral de industrie waar de meeste kansen de komende jaren liggen. Door een combinatie van lage energiekosten (goedkoop schaliegas), verantwoorde loonontwikkeling en de voorspoedige ontwikkeling van de vraag, gaat het goed met de Amerikaanse industrie. Voor de Nederlandse maakindustrie, zeker waar het gaat om (onderdelen van) machines en installaties, liggen er kansen om mee te groeien. De verwachte Amerikaanse importgroei tot 2018 van machines is het hoogst van alle productcategorieën (zie figuur 9). Ten slotte liggen er groeimogelijkheden voor de afzet van machines aan de Amerikaanse agro & food-sector, als ook voor agro & food-producten zelf. In die context zijn handelsverdragen tussen de EU en de VS van het grootste belang. Zo helpt het opheffen van het exportverbod voor kalfsvlees de Nederlandse sector aanzienlijk.
Office, telecom and electrical equipment
47
Other manufactured goods
43
Ores and metals Road vehicles & transport equipment
41
Fuels
35
Basic food
31
Textiles
27
Agriculture, raw materials
27
Beverages and tobacco
22
Figuur 9 Verwachte totale importgroei (waarde) VS over de periode 2015-2018, naar product
40
Machines
44%
Elektrotechnisch
37%
Motorvoertuigen
35%
Chemie
33%
Farmaceutisch
31%
Textiel
29%
Agrarisch
27%
Erts en metaal
26%
Brandstoffen
22%
Voedingsmiddelen
21%
Dranken en tabak
16%
Bron: Oxford Economics
8
Export naar China
Groei met dubbele cijfers voor Nederlandse uitvoer Uitvoer Nederlands product verdrievoudigd, wederuitvoer verdubbeld Nederland heeft volop geprofiteerd van de stormachtige groei van de Chinese economie. Dat geldt in de eerste plaats voor de uitvoer van Nederlands product. De waarde daarvan is sinds 2006 verdrievoudigd wat neerkomt op een gemiddelde jaarlijkse groei van ruim 13%. Vooral door toedoen van de groei van de binnenlands geproduceerde uitvoer is China zo snel gestegen op de ranglijst van belangrijkste exportlanden. Te meer wanneer gemeten wordt in toegevoegde waarde (zie figuur 1).
Figuur 10 Overzicht Nederlandse export naar China Jaarlijkse groei 2006-2014
Totaal
NL product
Wederuitvoer
NL product
Wederuitvoer
13,4%
10,2%
6,2
2,2
1,2
0,3
15%
7%
19%
8%
10%
11%
11%
18%
17%
9%
Naast minerale brandstoffen heeft de maakindustrie een grote en snel groeiende bijdrage geleverd aan de uitvoer naar China. De export van elektronica, machines en transportmiddelen is gemiddeld met 17% per jaar gegroeid (zie figuur 10). Ook de Nederlandse agro & food-sector heeft gedurende de periode 2006-2014 een forse groei laten zien met gemiddeld 15% per jaar. De export vanuit deze sector bedraagt inmiddels meer dan een € 1 miljard per jaar. Melkproducten zijn daarbij een bekend voorbeeld. Een andere groeier binnen agrofood is de aardappelmarkt. In China zal de aardappelteelt en -consumptie naar verwachting flink doorgroeien. Het product heeft minder water nodig dan rijst en kent een hogere energiewaarde. Ook voor de afzet van aardappelverwerkende machines creëert dit kansen. Een hoofdreden dat China belangrijker is voor de Nederlandse economie dan de totale exportcijfers doen vermoeden, is dat een groot deel van de export (circa driekwart) uit in Nederland gemaakte producten bestaat. Hierin zit aanzienlijk meer toegevoegde waarde dan in wederuitvoerproducten (zie pagina 2).
Agrofood
Minerale brandstoffen
Chemie
Metaal, rubber, kunststof
Elektronica, machines, transportmiddelen
-1% Overige producten
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Omvang 2014 (€ mld.)
19%
9 1,1
0,3
1,0
0,3
0,4
0,1
2,2
0,9
0,3
0,3
Kansen in China
Volop potentie voor maakindustrie Economische groei zwakt af, maar importen blijven flink toenemen Na de spectaculaire groei de afgelopen 25 jaar, koelt de economie enigszins af. Maar met een voorziene groei aflopend tot 7% in 2016 blijft China het zeer goed doen. De Chinese behoefte aan buitenlandse producten blijft groot. Naar verwachting zal de invoer van machines in de periode 2015-2018 toenemen met 50%. Ook voor diverse andere industriële producten, bijvoorbeeld uit de chemie, farmacie en elektrotechnische industrie, wordt een groei voorzien van 40 à 50%. Voor voedingsmiddelen wordt een groei van circa 30% verwacht in de periode tot 2018 (zie figuur 11). Behoefte aan gespecialiseerde machines Voor China geldt vaak dat een lokale vestiging een voorwaarde is om succesvol zaken te doen. De import van technologische producten is relatief beperkt. Veel wordt in China zelf geproduceerd, waarbij grote fabrikanten, denk aan de automotive, ook van hun toeleveranciers verlangen dat zij in China produceren. Buitenlandse toeleveranciers van hoogkwalitatieve niche producten, zoals specialistische machines of voedingsmiddelen, hebben echter een dusdanige marktpositie dat zij niet lokaal hoeven te produceren. Voor deze producten blijven er volop exportkansen. Vrijhandelszones bieden ruimte voor buitenlandse diensten Een apart aandachtspunt zijn de vrijhandelszones die als pilots op beperkte schaal zijn ingesteld, waaronder één in Shanghai. Dit maakt zakendoen in China aantrekkelijker. De vrijhandelszones hebben een omgekeerd uitgangpunt bij regelgeving. Normaliter moeten ondernemers uitgaan van het adagium ‘alles is verboden, tenzij expliciet toegestaan’. In de vrijhandelszones geldt nu het omgekeerde: ‘het mag tenzij wordt aangegeven dat het verboden is’. De vrijhandelszones openen delen van de dienstenmarkt die voorheen (voor een deel) gesloten waren, zoals zakelijke dienstverlening en de transportsector. Ook komt er ruimte voor buitenlandse ziekenhuizen. In de dienstensector liggen kansen voor consultants, advocatenkantoren en accountants in het begeleiden van de toenemende overnames die Chinese bedrijven in het Westen doen.
Office, telecom and electrical equipment
47
Other manufactured goods
43
Ores and metals Road vehicles & transport equipment
41
Fuels
35
Basic food
31
Textiles
27
Agriculture, raw materials
27
40
Beverages and tobacco
22 Figuur 11 Verwachte totale importgroei (waarde) China over de periode 2015-2018, naar product
Machines
51%
Farmaceutisch
48%
Motorvoertuigen
47%
Elektrotechnisch
47%
Chemie
41%
Brandstoffen
40%
Erts en metaal
35%
Agrarisch
31%
Textiel
27%
Voedingsmiddelen
27%
Dranken en tabak
22%
Bron: Oxford Economics
10
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 9 maart 2015.
11
Meer weten? Kijk op ING.nl/kennis Of neem contact op met: Raoul Leering
Hoofd Internationaal Handelsonderzoek
06 13 30 39 44 Jurjen Witteveen
Principal Sectoronderzoek
06 83 63 57 86