NIEUWSBRIEF Lente 2016
Hospice voor Noord- en Midden-Drenthe
Van het bestuur Terugblik op 2015 Het hospicebestuur ziet met tevredenheid terug op het afgelopen jaar. Samen met de coördinatoren is hard gewerkt aan de naamsbekendheid van het hospice. Een goede website is daarbij heel belangrijk; in het voorjaar is de geheel vernieuwde website online gegaan. Het hospice heeft afgelopen jaar 48 gasten ontvangen, tegenover 27 gasten in 2014. Het bezettingspercentage, berekend op basis van drie gastenkamers, was in 2015 gemiddeld 89%. Rekenen we de logeerkamer als 4e gastenkamer mee, dan is de bezetting 67%. De bezettingsgraad van de gastenkamers is al met al met ca. 10 % gestegen. De gemiddelde verblijfsduur van de gasten betrof in 2015 18 dagen. Het beleid is erop gericht dat de opname van een gast bepaald wordt door de medische indicatie en niet afhankelijk is van de financiële mogelijkheden van de gast. Daarom wordt geen eigen bijdrage gevraagd als de volgende factoren gezamenlijk aan de orde zijn: - er wordt geen vergoeding ontvangen van de verzekeringsmaatschappij - er wordt geen vergoeding via de gemeente verstrekt - het inkomen van de gast is niet meer dan of gelijk aan de bijstandsuitkering
- er wordt niet over voldoende vermogen beschikt. Een beperkte bijdrage wordt gevraagd zodra een beroep wordt gedaan op de regeling minderdraagkrachtigen. In 2015 hebben drie gasten een beroep gedaan op deze regeling. Werken aan naamsbekendheid, goede contacten met huisartsen, overige medici en zorginstellingen, verspreiding van de Nieuwsbrief en een goede website hebben aangetoond dat het hospice een plek is in Noord- en MiddenDrenthe voor mensen in de laatste fase van hun leven. Het bestuur is erkentelijk voor de inzet van de ongeveer 70 vrijwilligers, die samen met de coördinatoren van de Stichting Vrijwilligers Terminale Zorg Drenthe (VTZD) met enorme inzet de gasten hebben ontvangen, verzorgd en een thuisgevoel hebben gegeven. Het bestuur is bovendien grote dank verschuldigd aan een ieder voor de gedane bijdragen/schenkingen en ondersteuning. Dit maakt het mogelijk onze doelstelling te kunnen realiseren. Namens het bestuur, Melis Bloemsma, penningmeester. -1-
Eerste lustrum benefiet-bridgedrive een groot succes In het jaar waarin wij het tienjarig bestaan van Hospice Het Alteveer vieren is voor de 5e maal de benefiet-bridgedrive georganiseerd bij hoofdsponsor Hotel van der Valk te Assen. Deze bridgedrive is een initiatief van de Vrienden van het Hospice. Konden we in het eerste jaar bijna 50 paren noteren, dit jaar waren dat er liefst 84, waarvan er door de heersende griep uiteindelijk 82 overbleven. Inmiddels beginnen ook de ‘sterkere’ spelers hun weg naar dit evenement te vinden. Als speciale gast verwelkomden wij dit jaar oud-minister Frank de Grave. Bij de opening memoreerde hij zijn jaren in Assen; na zijn studie in Groningen belandde hij vervolgens weer in het westen des lands. Met Henny Veld vormde hij een gelegenheidskoppel en samen sleepten ze nog een prijs in de wacht. De technische leiding was in handen van de bekende wedstrijdleider Henk Slagmolen van Bridgeclub Assen 1935, die een en ander weer tot in de puntjes had verzorgd. De Asser middenstand had voor een aantal cadeaus gezorgd, waardoor de kosten in de hand konden worden gehouden. Naar verwachting zal de netto-opbrengst ongeveer € 2.000,- bedragen. Dit zal besteed worden aan de vernieuwde huisstijl van het hospice.
Wij zijn verheugd dat deze drive een vaste plaats heeft weten te veroveren op de bridgekalender, namelijk de eerste zaterdag in de maand maart. Met andere woorden: 4 maart 2017 kan alvast worden genoteerd voor de volgende benefitbridgedrive.
Namens het bestuur van de Vrienden, Wim Bosch
-2-
Gewoonte . . . of toch verslaafd? (door Jan Kragt)
Een biertje tijdens een verjaardag, een wijntje bij het eten, champagne om het nieuwe jaar te verwelkomen of een ander hoogtepunt te vieren, een borreltje als slaapmutsje . . . Velen vinden het plezierig om alcohol te drinken vanwege een sfeer van gezelligheid en ontspanning. Maar er is ook een keerzijde: een kater, maagklachten of – nog erger – ruzies en het risico van hart- en vaatklachten of kanker door overmatig gebruik. Een soortgelijk verhaal zou verteld kunnen worden over roken of het gebruik van verdovende, stimulerende of waarnemingsveranderende middelen (als cannabis, XTC of GHB). Van alcohol tot XTC, voor alles geldt dat het gebruik ervan niet per definitie verslavend is, maar het wel kan worden. En hoe ga je om met verslaving bij terminaal zieke mensen die als gast in het hospice worden opgenomen? Rob Otten van Verslavingszorg Noord-Nederland heeft voor de hospice- en thuisvrijwilligers een uitermate boeiende uiteenzetting gegeven over de verschillende middelen en de stadia van gebruik. De nadruk lag hierbij met name op alcoholgebruik en roken, als meest voorkomende verslavingsvorm bij terminaal zieke mensen. Hij benadrukte ook dat bij veel gebruiksvormen niet van verslaving kan worden gesproken. Vaak begint het met nieuwsgierigheid of het willen meedoen met de omgeving en gaat het uiteindelijk niet verder dan sociaal gebruik (gezelligheid) of gewoontegebruik (minder spanning, beter slapen). De problemen beginnen zodra het klachten oplevert bij de gebruiker zelf (controleverlies of lichamelijke klachten) of diens omgeving (hinder of zelfs overlast). En erger nog als lichamelijke of geestelijke afhankelijkheid ontstaat en functioneren zonder gebruik problematisch wordt. Het heeft geen zin en het is bovendien voor de zieke niet wenselijk om in de terminale fase het roken of drinken te verbieden. Wel mag gevraagd worden om het gebruik van alcohol dusdanig te beperken dat geen overlast optreedt (bijvoorbeeld ongewenst gedrag). Bij roken gaat het vooral om de hinder die zorgverleners kunnen ondervinden van de rooklucht en een mogelijk zelfs een onveilige situatie door brandgevaar. Zowel alcohol- als rookverslaving komt voor bij hospicegasten. In de praktijk is alcoholverslaving goed te hanteren, voor roken is het lastiger. Het hospicebestuur heeft onlangs besloten dat in het hospice niet meer gerookt mag worden, naar een goed alternatief wordt nog gezocht. Uiteraard komt dit ter sprake bij de intake.
-3-
Sven tot het einde (door Jan Kragt)
Onder deze titel verscheen onlangs een boek over Sven, een jongen die begin 2013 in Hospice Het Alteveer is overleden, 19 jaar jong. Het boek vertelt een indrukwekkend verhaal over een puber met een licht verstandelijke beperking en daarnaast ODD, een stoornis die leidt tot moeilijk en tegendraads gedrag. Op 17-jarige leeftijd krijgt Sven de diagnose leukemie. Als hij op 16-jarige leeftijd bij Ambiq (zie www.ambiq.nl) wordt geplaatst, lijkt Sven een gewone jeugdzorgcliënt. Hij woont vanaf zijn twaalfde niet meer thuis. Zijn moeder kan niet voor hem zorgen en zijn vader is pas sinds enkele jaren weer in beeld. Op de groep voor Zeer Intensieve Behandeling bij Ambiq lijkt hij na een rumoerige start eindelijk zijn plek te vinden. Hij is gemotiveerd om te werken aan zijn ultieme doel: zelfstandig wonen zodra hij 18 wordt. Maar dan krijgt hij leukemie. Ineens zijn er allerlei praktische en ethische kwesties aan de orde. Het team besluit Sven niet te laten vallen en alles te doen om hem een waardig levenseinde te bezorgen: doen wat nodig is, continuïteit en bescherming bieden, familie erbij betrekken, zorgen voor veiligheid en vertrouwen, persoonlijke en professionele zorg met elkaar verenigen, onvoorwaardelijke steun van de omgeving . . . Sven doet een beroep op het hart van de professionals om hem heen, en als ze dat laten spreken verdwijnt zijn gedragsstoornis als sneeuw voor de zon. Wonder boven wonder leeft hij maanden langer dan de artsen hadden verwacht, het laatste half jaar in het hospice. Sven voelde zich in het hospice op kamers en was daar een graag geziene gast. Sociaal en betrokken naar andere gasten, de vrijwilligers en zorgprofessionals. Van tegendraads gedrag was totaal geen sprake meer, hooguit van normaal puberale trekjes. Sven tot het einde De complexe praktijk rond een puber met LVB, ODD en een levensbedreigende ziekte. ISBN 978 90 232 5451 5, € 14,95
Ja, ik word Vriend van… Van donateurs heb je nooit genoeg, dus leest u dit en bent u nog geen vriend, meld u dan aan. U wordt met open armen ontvangen. En misschien kent u nog wel meer mensen die vriend willen worden en maakt u ze attent op de Stichting Vrienden. Ook dan zijn wij u zeer dankbaar. Aanmelden kan bij de secretaris van de vrienden: Marijke Edzes Tussenbree 7, 9403 JC Assen tel. 0592 34 21 65, e-mail:
[email protected] Een aanmeldingsformulier kunt u ophalen bij het hospice of kijk op: www.hospice-assen.nl/vrienden-van-het-hospice
Geeft u liever een eenmalig bedrag? Ook dat is welkom op rekeningnummer NL31INGB 000 49 17 16 -4-
Column Zomaar, op een zonnige, mistige zondagmiddag, een gesprekje in een grote supermarkt met een collega van het hospice. Ze is een van de sterkste vrouwen die ik ken. Veel in het leven meegemaakt en misschien juist daardoor een heel mooi mens geworden. Alles, maar dan ook alles heeft ze over voor haar medemens, dus ook voor ‘haar hospice’. In de loop van de tijd zijn er natuurlijk veel dingen aan het veranderen . . . dit was onze gemeenschappelijke deler. Dat is ook goed ,want tenslotte is stilstaan achteruitgang en dat willen we niet. Beiden zijn we van die gevoelige types, dus snel hebben we het over onze gedachten. Al jarenlang actief in het hospice met veel plezier, medeleven en vooral luisteren en zwijgen. Het gevoel van betrokkenheid verschuift. Niet zozeer omdat je de gasten niet wilt verzorgen. ‘Nee’, zegt ze, ‘misschien is dit op mijn leeftijd ook wel een voorbereiding om meer thuis te willen en kunnen zijn, zodat ik strakjes de overgang naar hierboven (ze draaide haar ogen omhoog en wees heel voorzichtig met haar wijsvinger) makkelijker kan maken.’ Het besef van een hiernamaals geeft haar de kracht die ze nodig heeft, vertelt ze vol vertrouwen. Ondertussen voel ik het kouder worden, want we staan dichtbij de groentekoeling. De andijvie ligt te wachten in mijn karretje. Ik neem haar even bij de hand en voel letterlijk dat onze wegen elkaar nog vaak zullen kruisen. Inmiddels voel ik haar warmte en we omhelzen elkaar en weten woordeloos dat het goed is. We nemen afscheid en ieder gaat haars weegs . . . de aardappelen wachten. Yvonne
TWEE SOORTEN NIETS Luxe is het verschil tussen in een auto rijden zonder autoradio en in een auto rijden met een radio die niet aanstaat. Stilte is het verschil tussen niets zeggen en alles al gezegd hebben. Tussen gewone stilte en de stilte na de laatste regel van een gedicht over de stilte. Herman de Coninck
-5-
Wie is daar? Er zijn is de taak van iedere vrijwilliger in het hospice. We zijn allemaal anders, we zijn er op onze eigen manier. In deze nieuwsbrief vertelt Paul Nijkrake wat het voor hem betekent om in het hospice te werken. Paul is vrijwilliger sinds eind 2014. Hoe omschrijf jij jezelf in vijf kernwoorden? Ja, dat is natuurlijk moeilijk van jezelf te zeggen. Het is, denk ik, ook wat je van anderen terug krijgt of wat je door de jaren van jezelf hebt leren kennen. Ik denk dat ik analytisch ben, empathisch en betrouwbaar. Als ik dat ook nog kan koppelen aan een open en vooral eerlijke attitude dan is het allemaal erg mooi. Wat maakt jou geschikt als hospice-vrijwilliger? Goed luisteren is belangrijk en dat mensen zich vertrouwd bij me voelen. Ik moet daar dan op een goede manier mee omgaan en mensen daarin niet teleurstellen. Ook het feit dat ik altijd in ziekenhuizen gewerkt heb helpt, maar is mijns inziens niet noodzakelijk om er voor gasten te kunnen zijn. Ik heb in het verleden gewerkt met te vroeg geboren kinderen. In het hospice sluiten gasten hun leven af. Als ik daarover nadenk vind ik het mooi hoe leven wordt doorgegeven. Daar kan ik me veel bij voorstellen, onder andere dat we hier te gast zijn. Wat was jouw reden om dit werk te gaan doen? Toen ik lang geleden in een ziekenhuis begon te werken, zag ik mensen overlijden in de (toen) wat kille omgeving van een ziekenhuiskamer. Soms dacht ik dan 'wie komt hier nog, naast een verpleegkundige?'. Ik heb me toen voorgenomen dat ik, als ik nog eens vrijwilligers werk zou doen, hier wel wat in wilde doen. Dit vanuit de gedachte dat dit beter moest kunnen. Blijkbaar zijn meer mensen ermee bezig geweest en zijn hospices inmiddels gemeengoed. En nu ik zelf in de omstandigheid ben dat ik die belofte aan mezelf kan inlossen lever ik graag mijn bijdrage. Wat vind je er moeilijk aan? Ik vind het werken in het hospice niet moeilijk. Ik vind het mooi dat wij ons best doen om zo goed mogelijk te zorgen voor de gasten en hun familie/omgeving. En dat moeten we blijven doen. Het is ook goed ons te realiseren dat we het voor een kleine groep doen. Mensen overlijden op zeer verschillende manieren, ook buiten het hospice. Dat relativeert, ook dat is leven. Doe je hiernaast nog ander vrijwilligerswerk? Nee, naast mijn activiteiten voor het hospice doe ik geen vrijwilligerswerk.
-6-