Rehabilitation
Murat gaat winkelen
Geschreven door Julie Kosaner Vertaald door Marianne De Maeyer; Bianca Vanderhaeghe; Isabelle Quatacker; Karen Waterschoot
Aan degene die met het kind werkt. Welkom bij “Murat gaat winkelen”! “Murat gaat winkelen” is een kleurrijk verhalenboek met richtlijnen voor gebruik en opeenvolgende activiteiten. Dit boek is bestemd voor zowel professionelen als ouders die werken met jonge gehoorgestoorde kinderen die gebruik maken van CI of aangepaste versterking. Ideaal zou zijn dat dit boek zou gebruikt worden door professionelen gedurende de revalidatiesessies waarbij ook de ouders betrokken zijn. Relevante pagina’s van het boek kunnen aan ouders meegegeven worden zodat zij thuis ook verder kunnen werken rond het verhaal. Hoe dan ook, ouders kunnen met dit boek werken zonder professionele begeleiding. Ik hoop dat je evenveel genot beleeft tijdens het doornemen van het boek als ik heb beleefd bij het opstarten ervan. Dit boek bestaat uit 9 foto’s en bladzijden tekst met het verhaal. Daarnaast zijn er ook bladzijden met richtlijnen voor de volwassene die werkt met het kind. Je vindt er ook gedetailleerde vertelonderwerpen en ideeën voor opvolgingsactiviteiten, er zijn er heel wat gericht op luisteren. Dit boek bevat ook zwart-wit tekeningen van de belangrijkste onderwerpen en gebeurtenissen. Schetsen van de hoofdpersonages zijn ook voorzien. Materiaal om het verhaal te ondersteunen kan met deze tekeningen gemaakt worden. Lees zelf eerst het hele boek en maak de uitgeknipte kartonnen en set A-kaarten, vooraleer je samen met het kind naar het boek kijkt. Je kan het materiaal samen voorbereiden en deze activiteiten gebruiken om de gespreksonderwerpen en de hoofdpersonages te introduceren. Wanneer je met het kind praat over de foto’s, praat dan in zinnen en vermijd simpele, eenvoudige benamingen. Geef het kind je volledige aandacht. Vertel over datgene waarin het geïnteresseerd is. Het is niet nodig om
2
de volgorde van de vertelonderwerpen te volgen. Bekijk en luister heel nauwgezet naar het kind en probeer te begrijpen wat het wil zeggen. Heb je het kind begrepen, antwoord dan op een gepaste wijze. Zeg af en toe aan het kind wat hij probeerde te zeggen in korte, juiste zinnen. Zet het kind af en toe aan om deze juiste zin te herhalen. Betrek het kind in het verhaal, zet het kind bijvoorbeeld aan om een banaan te schillen en te eten. Terwijl je vertelt over een foto, gebruik je de uitgesneden personages en A-kaarten. Gebruik dit om zo te tonen wat er op de prent gebeurt. Zo’n activiteiten helpen het kind om voor lange tijd geïnteresseerd te blijven, ze begrijpen de gebeurtenissen beter en laten het kind toe zich te bekwamen in herhalen. Zet het kind aan om te zeggen wat de personages zeggen. Kijk geregeld in het boek, zodat het kind meer vertrouwd raakt met het verhaal. Zo zal het in staat zijn om te anticiperen op wat er zal gebeuren en zal het er ook meer plezier aan beleven. 2 stel kaarten kunnen gemaakt worden van de prenten voorzien in dit boek: Set A bevat zwart-wit prenten van voorwerpen uit het verhaal vb. melk, eieren. Set B bevat zwart-wit tekeningen en foto’s, die het verhaal vertellen. Spellen gekoppeld aan het luisteren: Gebruik set A voor het luisteren naar en herkennen van woorden. Gebruik set B voor het luisteren naar en herkennen van zinnen (samenhangende spraak). Eens het kind vertrouwd is met het verhaal, kies je een reeks kaarten van een set. Koppel een woord of een zin aan elke gekozen kaart en zeg dan een van deze woorden of zinnen zonder mondbeeld. Heeft het kind het gehoord, tracht te herhalen wat het hoort, en toon dan de juiste tekening zodat het kind dan het bedoelde woord / zin kan begrijpen. Wanneer je een woord of een zin koppelt aan een kaart, gebruik dan woorden of zinnen die uitgaan van het kind en vaak tijdens het gesprek
aan bod kwamen. Eerst vraag je het kind enkel te kiezen tussen 2 of 3 items die auditief fel van elkaar verschillen vb. eieren/bananen. Wanneer het kind vaardiger wordt, kan het je het aantal items verhogen en/of geluiden aanbieden die steeds dichter bij elkaar aansluiten. Vermijd om de opdrachten te moeilijk te maken. Succesbeleving doet het zelfvertrouwen van kinderen stijgen en zet hen aan steeds verder te doen. Spellen die het gebruik van repetitieve taal vergemakkelijken: Gebruik een paar kaarten van set A en B; praat heel spontaan met het kind gedurende elk spel. 1. Memory: (het aantal kaarten hangt af van de mogelijkheden van het kind). Schud de kaarten en draai ze om. Deze kaarten worden niet meer van plaats veranderd. Probeer te onthouden waar de kaart zich bevindt en zoek de andere (idem) kaart. Elke speler draait om beurt een kaart om. Wanneer een speler de twee dezelfde kaarten vindt, dan houdt hij deze en is hij opnieuw aan de beurt 2. Lotto: Leg een aantal kaarten voor het kind. Steek het dubbel van elke kaart in een zak. Neem daarna één kaart uit die zak. Het kind moet luisteren terwijl je de prent luidop benoemt. Het kind herhaalt wat het denkt te horen en wijst de overeenkomstige kaart aan. Om beurt wordt een kaart uit de zak gehaald. 3. Wat is weg ?: (gebruik één kaart van elk stel). Leg een aantal kaarten voor het kind. Nadat het kind de kaarten goed bekeken heeft, sluit het de ogen en wordt één kaart weggenomen. Het kind zegt dewelke. Ook hier is beurtrol nemen heel belangrijk.
Het verhaal opnieuw vertellen: Set B; kan voor elke foto voorbereid worden na het vertellen over de foto. Deze kaarten kunnen gebruikt worden om het kind aan te sporen om het verhaal in de juiste volgorde te vertellen, en dit in zijn eigen woorden. Uitgesneden kartonnen figuren: Schetsen van de belangrijkste personages zijn voorzien. Kartonnen uitknipsels kunnen nu hiervan gemaakt worden. Deze kunnen gebruikt worden met set A om de belangrijkste acties opnieuw op te voeren. Prent met ‘wat is de fout?’: Deze prent moet het kind aanzetten te vertellen wat fout is. Hoe meer het kind het spreken oefent, hoe vlugger het bedreven wordt in de gesproken taal. Dankwoord: Ik wil Ilona Anderson, Susanne Almadin en Denise Shepherd van het departement klinisch onderzoek, MED-EL worldwide headquarters, Innsbruck, Oostenrijk bedanken voor hun hulp tijdens de productie van dit boek. Ik wil Pearl Pwee bedanken voor de illustraties. Mijn dank gaat ook uit naar Ahmet Karaman en zijn familie en in het bijzonder naar Murat voor hun samenwerking tijdens de voorbereiding van de foto’s van dit boek. Julie Kosaner Klinisch audioloog MED-EL
3
Volwassene Voorbereiding: Lees eerst het ganse boek en deel deze daarna met je kind. Je maakt sommige voorbereidingen vb. vergelijk echt eten met eten op een prent. Activiteiten om te delen: Maakt kartonnen prenten van Murat, Maarten, het konijn en mama. Gebruik deze activiteiten om zo de hoofdpersonen en onderwerpen van winkelen te introduceren. • Maak een set A-kaarten (voedsel) p. 26 • Maak kartonnen afbeeldingen van voedsel p. 34 • Maak een kleine boodschappentas.
Met oudere, vaardigere kinderen vertel over: • De jongen: Murat • Wie hij bij zich heeft: Maarten • Wat hij bij zich heeft: een plastiek zak • Wat er in de zak kan zitten: kijk naar de kleine prenten over voedsel en vergelijk deze met de kleine foto’s op de boekomslag. Je kan ze ook vergelijken met de kaarten van set A 1-6. • Je kan deze kaarten in de zak stoppen. Gebruik set A-kaarten of kartonnen prenten van voedingswaren (p. 31) om zo het winkelen te spelen. • Wanneer je geregeld met je kind gaat winkelen, verwijs dan naar die zelf beleefde activiteit: vertelt wat je koopt en waar je het koopt.
4
Kind
5
Volwassene Vertel over: • Wie zie je op de foto? • Wat is mama aan het doen/het denken/het zeggen. • Wat ligt er in de koelkast - is zij leeg of vol? • Wat denkt Murat? Wat zegt hij? • Is de eierdoos vol of leeg? • Wat eet/zegt Maarten? • De boodschappenlijst, zie je enkele tekeningen die Murat heeft getekend? • Verwijs naar de boekomslag? • Waar zijn mama, Murat en Maarten van plan naar toe te gaan.
Activiteiten om samen te doen: p. 32: Kleef dit blad op karton. Indien mogelijk, vergelijk deze kartonnen prent met het echte voedsel. Tel de hoeveelheid van elk voedingswaar, Vb.: eieren-6 en toon het teken 6 aan je kind. Kleur de prenten. Knip/snijd langs de volle lijnen om zo een legpuzzel te maken. Maak deze puzzel verschillende keren met je kind.
6
Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: Kijk naar de foto. In overeenstemming met de mogelijkheden van je kind, beslis je samen welke items je zal vragen, vb. over Murat of mama of de koelkast of de boodschappenlijst.Eventueel kan je met een aanloopzin beginnen zoals “toon me / waar is“. Doe hetzelfde voor gebeurtenissen. Vb.: ”Maarten, het konijn eet een appel” of “mama kijkt in de koelkast” of “Murat zegt: er zijn geen eieren”.
Kind
We hebben meer melk nodig! Er zijn geen eieren meer!
We moeten appels kopen!
Mama, Murat en Maarten konijn maken een boodschappenlijst. Mama kijkt in de koelkast. “We hebben melk nodig” zegt ze. “Er zijn geen eieren meer” zegt Murat. Maarten eet de laatste appel. Hij zegt: “We moeten meer appels kopen”.
7
Volwassene Vertel over: • De onderwerpen op de boodschappenlijst. Vergelijk, indien mogelijk, met de echte voedingswaren in huis. • De vorm, kleur en aantal van de voedingswaren. • Wat zou Maarten graag toevoegen aan de lijst? • Wat wil jouw kind graag aan de lijst toevoegen?
Activiteiten om samen te doen: P. 33 en 34: Maak een boodschappenlijst: vergelijk de onderwerpen op p. 34 met de gekleurde onderwerpen op de boodschappenlijst op p. 9 van het boek. Tel de onderwerpen en kleur ze. Knip de onderwerpen uit en kleef deze naast het juiste nummer op p. 33. Je mag deze “zelfgemaakte” boodschappenlijst aanvullen over een tijdspanne van een paar dagen. Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: Gebruik items waar je kind mee vertrouwd is, kies 2 of meer prenten van set A. Zeg steeds dezelfde korte zin wanneer je over een bepaalde prent vertelt, vb.: zes eieren, 4 bananen. Je mag aan je kind enkele extra woorden zeggen om het te helpen zodat het gemakkelijker kan herkennen wat je zegt, vb. 4 gele bananen. Leg de kaarten op tafel met de tekening naar boven. Zeg de zin die je hoort voor één van de items. Je kind herhaalt wat het hoort en duidt de juiste kaart aan. Je kan ook de rollen omkeren zodat je kind ook de kans krijgt om woorden/zinnen te zeggen.
8
Wanneer het kind deze woorden kan herkennen, bied ze dan aan, uit het gezichtsveld. Je kan dit spel over verschillende dagen, verschillende keren spelen. Je kan het ook, geleidelijk aan, wat moeilijker maken door het aantal keuzemogelijkheden te doen stijgen. Deze taak kan wat moeilijker gemaakt worden door de legpuzzel hieraan toe te voegen 1-6 (van de activiteit van p. 32). Het kind zou nu één woord uit een set van aantal woorden moeten herkennen (eieren – twee – brood – melk – drie – zes – een – appels – kip – vier – bananen – vijf). Met oudere, vaardigere kinderen vertel over: Maak zinnen. Murat gaat 2 lange broden kopen, Murat gaat 3 brikken melk kopen. Murat gaat 4 bananen kopen…. Bied deze zinnen aan, in willekeurige volgorde. Je kind luistert en herhaalt. Je kan hier ook van rol veranderen zodat het kind ook zinnen kan maken.
Kind
Ik wil sla.
Wat gaan mama, Murat en Maarten konijn kopen? We kijken op de lijst: 1 kip 2 sneden brood 3 brikken melk 4 bananen 5 appels en 6 eieren Wat wil Maarten konijn nog kopen? 9
Volwassene Vertel over: • Wat mama in haar handen heeft. • Wat er in haar tas zit. • Waarom Murat zijn zonnebril en hoed opzet. • Het weer. • Wie de boodschappenlijst heeft. • Waarom Maarten een pen heeft. • Waar ze naartoe gaan.
Activiteiten om samen te doen: Vergelijk de gefotografeerde objecten met dezelfde objecten in de hoofdfoto. Activiteit p. 36: Bekijk, bespreek en kleur de items op dit blad. Je vindt deze items op pagina 11 in het boek. Beslis aan wie elk item toebehoort. Teken op het werkblad een lijn tussen elk item en maak uit aan wie het toebehoort. Vergeet ondertussen niet te spreken met je kind zoals : “ja goed, dat is de pet van Murat, het is warm”. Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: Gebruik 2 of meer items van p. 36. Als je kind pas begint onderscheid te maken tussen 2 items, kies dan 2 items waarvan de namen in lengte en geluid verschillen zoals pet en zonnebril. Deze taak kan moeilijker gemaakt worden door het aantal elementen te laten stijgen …
10
Luisteren en opdrachten uitvoeren: Gebruik de knipfiguren van de autosleutel, geldbeugel, zonnebril, pet, pen en boodschappenlijst (kaartenset A). Laat je kind herhalen en opdrachten uitvoeren. Vb.: “geef Murat de autosleutel”, “geef Maarten konijn de pet en de geldbeugel”. Luisteren (voor gevorderden): 1. Vragen stellen en beantwoorden: Bedenk samen verschillende vragen en antwoorden voor deze pagina. Vraag en beantwoord deze, elk om beurt. Eens je kind vertrouwd is met de items, stel dan de vragen in willekeurige volgorde (zonder mondbeeld). Deze activiteit kan gedaan worden voor elke pagina van het boek zoals : “wat heeft mama gekregen?”, “haar autosleutel en de handtas”, “Wat zet Murat op?”, “zijn zonnebril en zijn pet”. 2. Roosters: activiteit: pg 37: Rooster 1 en 2.: Maak verschillende zinnen uit de matrix. Als je kind het moeilijk heeft om een zin te herkennen van de matrix, zonder mondbeeld, laat dan het kind je gezicht zien en toon ook het geschreven model alvorens je hem of haar vraagt opnieuw te luisteren. Vergeet niet om van rol te veranderen.
Kind Kom, we gaan!
Ik ben klaar.
mij! t op h c a W
Mama heeft haar autosleutels en haar geldbeugel. Murat zet zijn zonnebril en pet op. Maarten konijn heeft de boodschappenlijst en een pen. Hij is klaar om te vertrekken.
11
Volwassene Vertel over: • Waar mama, Murat en Maarten zijn, en over hetgeen er verkocht wordt in de winkel. • Wat er in de ijskast zit. • Wat mama gaat kopen. • Wat Maarten konijn doet (de boodschappenlijst lezen en de kip doorstrepen). • Wat Murat bekijkt en de vis. • Heeft jouw slager een aquarium of niet? • Verwijs naar de lijst op p. 9 en bespreek wat ze nog zullen kopen.
Activiteiten om samen te doen: Gebruik de figuurtjes van de slager, mama en Murat met de kippenset A-kaart om deze scene nog eens te herspelen. Tracht te zeggen wat de personages zeiden. Met een kind met meer mogelijkheden kan de dialoog uitgebreid worden: vb.: mama zegt: “voor mij graag een kip, a.u.b.”, “hoeveel moet ik betalen?”, de slager antwoordt: “4 euro”. P. 34: Doorstreep de kip op jouw boodschappenlijst. P. 35 en 36: Plak deze activiteitenblaadjes op karton. Kleur en knip de kip van p. 34 uit en zet ze in de mand op p. 36. Gebruik hiervoor stukjes velcro. Dit geeft het kind de mogelijkheid het voorwerp verschillende keren te plaatsen en weg te nemen. Praat over hetgeen mama en Murat reeds kochten en over hetgeen ze nog moeten kopen.
12
Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: 1. Afhankelijk van de mogelijkheden van het kind, kan ze alle of slechts enkele van de kaarten van set A gebruiken. Vergeet niet dat het kind de woorden moet beheersen alvorens je ze laat herkennen op gehoor alleen. Het is erg belangrijk dat het kind in de luisteroefeningen slaagt en het ook leuk vindt. Eens het kind de oefeningen goed uitvoert, kan je de moeilijkheidsgraad verhogen door stiller te praten of met meer achtergrondlawaai. 2. Je kan 2 of meer van de kaarten van set B gebruiken om hetzelfde spel te spelen maar deze keer moeten er dagdagelijkse zinnen herkend worden. Vergeet niet de zinnen te gebruiken die je aangeboden hebt bij het gesprekje rond de foto. Gebruik zinnen op het niveau van het kind vb.: p.6- “Maarten konijn is klaar om te vertrekken” of “mama heeft haar autosleutels”. p. 13 – “een kip, a.u.b.”, of – “zij zijn bij de slager, mama koopt een kip”.
Kind Wat heb b we nod en ig?
Één kip!
vis! Kijk naar de
Hier zijn ze bij de slager. Wat gaat mama kopen? Maarten konijn kijkt naar de lijst en roept: “één kip.” Murat kijkt naar de goudvis in het aquarium. “Kijk naar de vis!” roept hij.
13
Volwassene Vertel over: • Waar mama, Murat en Maarten Konijn zijn, en over wat ze zullen kopen. • Wat mama doet en zegt. • Wat Murat aan heeft. Over hoe het brood ruikt. • Of je kind graag vers brood eet. • Wat Maarten Konijn doet. • Wat ze straks zullen kopen.
Activiteiten om samen te doen: Gebruik de uitgeknipte figuren van de bakker, mama, en Murat en kaartset A om de scène te herspelen. Tracht te zeggen wat de figuren zeiden. Met een kind met meer mogelijkheden, kan je de dialoog uitbreiden. Vb.: Mama: “krijg ik 2 broden, a.u.b.?” Bakker: “verkies je wit of bruin brood?” enz … P. 34: Doorstreep brood op je boodschappenlijst. P. 34 en 35: kleur en knip de sneden brood van p. 34 uit en leg deze in de mand van p. 35. Praat over hetgeen ze tot nu toe kochten en over wat ze nog zullen kopen. Memory: Gebruik enkele paren of alle kaarten van set A. Gebruik dingen die je kind goed kent en 1 of 2 minder vertrouwde zaken. Door dit spel te spelen zullen nieuwe woorden gemakkelijker verworven worden. Probeer een natuurlijke conversatie te voeren gedurende het spel.
14
Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: Kijk naar de foto. Afhankelijk van de mogelijkheden van je kind, bespreek je samen uit hoeveel prenten je je kind zal laten kiezen, vb.: bakker of boodschappenlijst of brood. Je kan kiezen of je al dan niet een aanloopzin gebruikt zoals “toon mij …” of “waar is…” Doe hetzelfde voor gebeurtenissen, vb.: “Maarten Konijn doorstreept brood” of “mama betaalt het brood” of “Murat draagt het brood”. Bij een kind met meer mogelijkheden kan je dit veranderen in een “slimme Simon zegt-spel.” Nu moet het kind enkel reageren als je zin begint met “slimme Simon zegt”. Luister en duid de juiste kaartjes aan (set B 1 - 4): Logisch rangschikken van de Set B kaarten: (1-4) Help je kind deze eerste 4 kaarten in de juiste volgorde te leggen. Tracht steeds dezelfde zinnen te gebruiken bij elke kaart. Dit zal je kind helpen deze zinnen te herkennen.
Kind
a.u.b.!
Dank U wel!
Ik doorstreep het brood.
Dit brood ruikt heerlijk!
Mama, Murat en Maarten Konijn zijn bij de bakker. Mama betaalt voor de 2 broden. Murat draagt het brood. Het brood is nog warm, het ruikt heerlijk. Murat wil het brood nu opeten! Maarten Konijn doorstreept het brood. Wat gaan ze nu kopen? 15
Volwassene Vertel over, ... • Waar mama, Murat en Maarten konijn zijn, en over wat ze willen kopen. • Wat mama doet en zegt. • Wat Murat doet. •Z ou je kind het leuk vinden een boodschappenkarretje te duwen of zou het er liever in zitten? Wat er in het boodschappenkarretje te zien is. • Wat Maarten konijn doet. • Wat ze nu zullen kopen.
Activiteiten om samen te doen: Activiteit: p. 34: Doorstreep melk en eieren op je lijstje. Activiteit: p. 34 en 35: Kleur en knip de prenten met melk en eieren uit op p. 34. Leg ze in de mand op p. 35. Bespreek wat ze tot nu toe gekocht hebben en wat ze nog moeten kopen. Wat ontbreekt-spel: Gebruik enkele paren of alle prenten van set A. Voor gevorderden: Gebruik je boodschappenlijst (als referentie) en al de voorwerpen van de mand. Plaats al deze voorwerpen op de tafel. Om beurt mag je 1, 2 of meer voorwerpen wegnemen. De andere persoon moet nadenken en zeggen welke zaken weg zijn. B.v. er zijn 2 bananen weg (want er blijven er slechts 2 over).
16
Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: Met behulp van de mand en de prenten i.v.m. voeding vraag je het kind om te luisteren, herhalen en de opdracht uit te voeren. De opdrachten kunnen eenvoudig of meer complex zijn. B.v. “leg de kip in de mand”. Vergeet niet om ook van rol te wisselen. Help je kind als het geen opdracht weet te vinden. Luisteren voor gevorderden: 1. Bedenk samen wat Murat nog meer kan hebben gekocht. Als je kind kan lezen en schrijven kan je foute zinnen neerschrijven als “Murat kocht 2 zakken chips”, “Murat kocht 5 appelsienen”. Wissel deze zinnen ook eens af met juiste zinnen, b.v. “Murat kocht 1 kip”. Om beurt zeg je eender welke zin, jouw kind herhaalt en zegt of de zin klopt of niet. 2. Activiteit: p. 38: rooster 3
Kind
Ik doorstreep de eieren op het lijstje!
Ok, wees voorzichtig!
Laat de eieren niet vallen!
De volgende halte is de supermarkt. Murat helpt het winkelkarretje duwen. Maarten maakt een ritje. Hoeveel melkdozen kan je zien? 1,2,3. “Voorzichtig mama! Laat de eieren niet vallen!” roept Murat. Maarten konijn doorstreept melk en eieren. 17
Volwassene Vertel over: • Waar mama, Murat en Maarten konijn zijn, en wat ze gaan kopen. • Wat mama zegt en doet. • Wat Murat doet- appels tellen. • Wat Maarten in de tas legt. Waarom hij sla wil. • Het lievelingsfruit van je kind. • Of ze alles kochten wat op de lijst staat. • Waar ze nu heen gaan.
Activiteiten om samen te doen: Activiteit: p.34: Doorstreep bananen en appels op je lijst. Activiteit: p. 35 en 36: Kleur en knip de appels en bananen op p.34 uit. Leg ze in de mand op p.35. Haal alle voorwerpen uit de mand. Spoor je kind aan alles terug in de mand te leggen in de volgorde waarop alles gekocht werd. Herspeel: Gebruik de figuurtjes van de kruidenier, mama, Murat en Maarten konijn en de prenten met de appel, de banaan en de sla van set A en herspeel de scène. Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: Kijk naar de foto. Houd rekening met de mogelijkheden van je kind en beslis samen welke prenten en hoeveel items je wil gebruiken bij de oefening, b.v. kruidenier of sla of appels. Je kan gebruik maken van een aanloopzin of dit niet doen. Doe hetzelfde voor gebeurtenissen, vb.: “Maarten konijn legt sla in de tas” of “mama koopt enkele bananen” of “Murat telt de appels”.
18
Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de genoemde actie aan op de foto: Luister, herhaal en duid de juiste kaart aan: set B (1-6): Leg de kaarten van set B in de juiste volgorde (1-6) Luisteren voor gevorderden: 1. Associatie van woorden: Om beurt luisteren naar de namen van een kleur en het bijhorende voedingsmiddel, vb.: wit-melk, geel-banaan, rood-appel, groen-sla, bruin-brood. Bedenk nog andere combinaties. 2. Speel hetzelfde spel met cijfers: Vb.: 1-kip, 6-eieren. 3. Luister en vul de zin aan: Vb.: mama ging naar de supermarkt en kocht … mama keek in de ijskast en zei … Murat doet zijn … aan.
Kind Mmm! Lekkere sla!
Ik neem deze.
1, 2, 3, 4, 5
Laatste halte! De kruidenierswinkel. Murat telt 5 rode appels. Mama kiest 4 gele bananen. Maarten konijn legt verse, groene sla in de tas. Ze zijn klaar met winkelen. Het is tijd om naar huis te gaan.
19
Volwassene Vertel over: • Wat mama doet. • Waar elk voedingsmiddel gelegd wordt. • Wat Murat doet- de bananen en appels in een patroon leggen. Bedenk andere patronen. Kijk naar de kleine foto’s. • Wat Maarten konijn doet. Hoe een ei gebroken is.
Activiteiten om samen te doen: Activiteit: p.35: Gebruik de uitgeknipte voedingsmiddelen om er patronen mee te vormen. Lotto: Gebruik de kaarten van set A (1-12) of die van set B (1-7). Leg telkens 1 van de 2 gelijke prenten bij het kind en de andere prenten in een tas. Neem 1 kaart tegelijk uit de zak. Vertel erover zonder aan het kind te tonen wat erop staat. Kan het kind raden waarover het gaat en de prent bij zichzelf tonen? Vergeet niet de rollen om te draaien! Luister, herhaal en duid het juiste voorwerp of de juiste actie op de foto aan: Als je kind kan lezen, lees de tekst samen. Bied de zinnen nu aan in woordgroepen en laat die herhalen door het kind. De tekst mag wel als ondersteuning gegeven worden. Moedig het kind aan de zin letterlijk te herhalen. Eens het kind vertrouwd is met de zinnen, kan je de zinnen louter zonder mondbeeld aanbieden. Het is aan te raden ook het schriftbeeld weg te laten zodat je kind zich enkel op het luisteren moet concentreren. Deze activiteit kan toegepast worden op elke pagina van het boek.
20
Luisteren voor gevorderden: Luister en verbeter de zin: b.v. jij zegt “Murat kocht 4 groene bananen”. Je kind antwoordt, neen, hij kocht 4 gele bananen”. “Murat kocht 2 dozen melk” “neen, hij kocht 3 dozen melk”. Deze oefening kan moeilijker gemaakt worden door 2 verkeerde gegevens aan te bieden vb : “Murat kocht 4 paarse appels” “neen, hij kocht 5 rode appels”. Vergeet niet de rollen om te draaien. Het kind zal waarschijnlijk wel wat hulp nodig hebben bij het formuleren van foute zinnen. Jullie kunnen eerst enkele mogelijke zinnen neerschrijven alvorens het kind zelf te laten vertellen.
Kind Oh nee! 1 ei gebroken! Ik leg de kip weg. 1 banaan, 2 appels,…
Mama legt de kip, de melk en de sla in de ijskast. Murat maakt een patroon met de bananen en de appels: 1 lange banaan, 2 ronde appels, 1 lange banaan, 2 ronde appels, … Maarten konijn telt de eieren 1, 2, 3, 4, 5, 6. O jee! Er is een ei gebroken. Kan je het brood vinden? 21
Volwassene Vertel over: • Waarom mama Murat en Maarten konijn bedankt. • Wat zij aan Murat en Maarten konijn geeft. • Of je kind liever een chocolade-ei of sla heeft. • Bij welke taken je kind meehelpt. • Welk speeltje er in het ei zat.
Meer speelideeën voor thuis: Bekijk eens de voorraad in je eigen keuken. Vind je levensmiddelen die bijna opgebruikt zijn, vb.: een bijna opgebruikt pakje koekjes. Maak je eigen boodschappenlijstje en ga dan samen boodschappen doen. Memory spel, Aankopen: Begin het spel met “Murat heeft een kip gekocht”. Je kind moet daarna antwoorden met “Murat heeft een kip en melk gekocht”. Ledere speler herhaalt wat de vorige gezegd heeft en voegt een ander levensmiddel toe. De eerste speler die zich vergist, is verloren. Probeer bij dit spel enkel te luisteren.
22
Navertellen: Moedig je kind aan de kaarten uit set B in de juiste volgorde te leggen. Aanvankelijk moet je je kind even begeleiden. Help het zich te herinneren, wat de volgende kaart is, terwijl je vragen stelt en prenten van het boek en de boodschappenlijst erbij betrekt. Zeg niet dat het kind de kaarten in de verkeerde volgorde gelegd heeft. Probeer eerder te verklaren waarom iets niet klopt, vb.: “mama kan toch niet naar de markt gaan alvorens zij het huis verlaat met de autosleutels!”. Als de kaarten in de juiste volgorde liggen, moedig je het kind aan het geheel na te vertellen waarbij het 1 of meer zinnen bij elke prent zegt. Luister goed naar je kind en probeer te begrijpen wat het bedoelt. Wees tevreden met de zinnen van het kind en verbeter niet elke fout. Wanneer je denkt voldoende gebruik te hebben gemaakt van het boek, gebruik dan de kaarten van set B om die ev. aan de muur te hangen of in een fotoalbum te plakken, zodat je het verhaal zo nu en dan nog eens kan bekijken en erover vertellen.
Kind Mmm! Ik hou van sla!
Bedankt voor het helpen.
Kijk! Ik heb een speeltje!
Mama zegt: “Nu heb ik 2 goede helpers. Bedankt!” Ze geeft Maarten konijn wat sla. Murat krijgt een heel speciale beloning, een chocolade-ei met een speeltje erin.
23
Volwassene Vertel over: Vergelijk deze foto met de foto van p. 11. • Mama’s muts. Welke muts is dat? Past die voor mama? • Mama’s tas. • Mama’s wollen muts en sjaal. Dragen wij zulke mutsen in de zomer? • Murat’s blote voeten. Wat is er met zijn andere schoen gebeurd? Zou hij zo kunnen stappen? • De trui en zonnebril van Maarten konijn. Dragen knuffels kleren? Kan hij met een kam schrijven? • Wat de personages zeggen. Wat zouden ze ook kunnen zeggen.
Aanvullend speelidee: Een stripverhaal bedenken: Door het gebruik van uit te bouwen stripverhalen kan je zinvolle “levendige” gesprekjes voeren met je kind (prenten vergemakkelijken de communicatie). Teken daarna een ding, bv. een huis. Bespreek met het kind, of je er een deur, vensters, enz … in kan tekenen. Moedig je kind aan zelf de tekeningen te vervolledigen. Overleg van wie het huis kan zijn. Je kan ev. een gezicht tekenen van iemand die door het venster kijkt. Dan kan je ook een auto voor het huis tekenen. Bespreek wie in de auto zit, wie de auto laadt, … Je wil waarschijnlijk ook een tuin tekenen. Bedenk samen wat in die tuin te zien is. Als je
24
kind een hond tekent, zou jij er een kat kunnen bijtekenen die voor de hond loopt. Moedig je kind aan, te bedenken wat het nog meer kan tekenen. Verbind de tekeningen om een verhaal te kunnen opbouwen. Je kan ook het kind prikkelen om te reageren door regelmatig “foute” dingen te tekenen, bv. een vis in een boom of een naar beneden groeiende bloem!
Kind Wij vertrekken op vakantie.
Ik wil niet mee!
Ik ben klaar om te winkelen.
Vind je alle fouten of verschillen op de foto?
25
Kaartenset A, platen 1-6 Knip deze platen uit en kleef die op karton.
26
Kaartenset A, platen 7-12 Knip deze platen uit en kleef die op karton.
27
Kaartenset B, platen 1-2 Knip deze platen uit en kleef die op karton.
28
Kaartenset B, platen 3-4 Knip deze platen uit en kleef die op karton.
29
Kaartenset B, platen 5-6 Knip deze platen uit en kleef die op karton.
30
Kaartenset B, platen 7-8 Knip deze platen uit en kleef die op karton.
31
Maak een puzzel.
32
Maak je eigen boodschappenlijst.
33
Voedsel. Kopieer dit blad tweemaal. 1. Kleur het voedsel. Knip uit. Maak groepjes bv. appels. Tel het voedsel in elk groepje. Kleef de verschillende voedingsmiddelen naast het juiste getal op p. 33 2. Kleef dit blad op karton. Kleur het voedsel. Knip uit. Leg alles in de mand op p. 35
34
Boodschappenmand. Knip de mand uit en kleef ze op karton.
35
Plaats de voorwerpen bij de juiste persoon. Trek een lijn van elk voorwerp naar de persoon die erbij hoort; Je kan de platen ook kleuren.
36
Tabellen. Werk samen met het kind met deze tabellen. Vorm verschillende zinnen. Wijs daarna de geschreven woorden aan terwijl je die uitspreekt. Laat dan het kind de gevormde zinnen herhalen. Van zodra het kind dit kan, zeg je de zinnen voor zonder visuele steun. Moedig het kind aan de zinnen vloeiend na te zeggen. Draai de rollen om, zodanig dat het kind ook met de tabellen zinnen kan vormen.
Tabel 1:
Mama
heeft
de autosleutel
in
een geldbeugel
Murat
heeft
de boodschappenlijst
en
een muts
Maarten
heeft
de zonnebril
en
een pen
Tabel 2:
Mama
kocht
enkele
chips
Murat
at
enkele
appelsienen
Maarten
kreeg
enkele
koeken
Tabel 3:
Anne
zal
4
eieren
kopen
Murat
zal
2
appels
eten
Maarten
zal
3
bananen
hebben
f outen of verschillen op de foto? Stel nog tabellen op en oefen ermee.
37
Knipfiguren. Maak de knipfiguur van mama. Kleur ze, kleef op karton en knip uit.
38
Knipfiguren. Maak de knipfiguur van Murat en Maarten konijn. Kleur ze, kleef op karton en knip uit.
39
Knipfiguren. Maak de knipfiguur van de slager. Kleur ze, kleef op karton en knip uit.
40
Knipfiguren. Maak de knipfiguur van de bakker. Kleur ze, kleef op karton en knip uit.
41
Knipfiguren. Maak de knipfiguur van de groenteman. Kleur ze, kleef op karton en knip uit.
42
43
MED-EL Medical Electronics Headquarters Fürstenweg 77a 6020 Innsbruck, Austria
[email protected]
MED-EL GmbH Niederlassung Wien
[email protected]
MED-EL UK Head Office
[email protected]
MED-EL China Office
[email protected]
MED-EL Deutschland GmbH
[email protected]
MED-EL UK London Office
[email protected]
MED-EL Thailand
[email protected]
MED-EL Deutschland GmbH Büro Berlin
[email protected]
MED-EL Corporation, USA
[email protected]
MED-EL Malaysia
[email protected]
MED-EL Latino America S.R.L.
[email protected]
MED-EL Singapore
[email protected]
MED-EL Colombia S.A.S.
[email protected]
MED-EL Indonesia
[email protected]
MED-EL Mexico
[email protected]
MED-EL Korea
[email protected]
VIBRANT MED-EL Hearing Technology France
[email protected]
MED-EL Middle East FZE
[email protected]
MED-EL Vietnam
[email protected]
MED-EL BE
[email protected]
MED-EL India Private Ltd
[email protected]
MED-EL Japan Co., Ltd
[email protected]
MED-EL GmbH Sucursal España
[email protected]
MED-EL Hong Kong Asia Pacific Headquarters
[email protected]
MED-EL Liaison Office Australasia
[email protected]
MED-EL Deutschland GmbH Office Helsinki
[email protected] MED-EL Unità Locale Italiana
[email protected]
MED-EL GmbH Sucursal em Portugal
[email protected] MED-EL UK Ltd
23991 1.0
MED-EL Philippines HQ
[email protected]
www.medel.com