MONTESSORI PEUTERGROEP
PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN PEUTERGROEP 2012-2013 www.montessorischoolwassenaar.nl
[email protected]
2
Woord vooraf Beste ouder(s)/verzorger(s),
MONTESSORIPEUTERGROEP Zanderijpad 10 2242 GW Wassenaar T: 070-5113388 E:
[email protected] [email protected] [email protected] W: www.montessorischoolwassenaar.nl
Disclaimer: Niets uit dit pedagogisch beleidsplan mag openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de directeur.
Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van de montessoripeutergroep Wassenaar. Een plan met als doel ouders, verzorgers en andere belangstellenden inzicht te geven in de uitgangspunten en werkwijze van onze peutergroep. In dit plan leest u over de stand van zaken en ontwikkelingen van de montessoripeutergroep Wassenaar op diverse gebieden. In dit pedagogisch beleidsplan komen de volgende aspecten aan bod: De peutergroep als leef- en leeromgeving, peuters, organisatie, ouders, regelingen en adressen. De montessoripeutergroep maakt onderdeel uit van de montessoribasisschool en worden beiden beheerd door een Vereniging Montessorionderwijs te Wassenaar. Dit plan is opgesteld door de directie en leiding van de montessoripeutergroep. Het bestuur van de Vereniging Montessorionderwijs te Wassenaar heeft ingestemd met dit plan. Deze verklaringen zijn op school aanwezig. Een enthousiast en kundig team spant zich dagelijks in om op het terrein van onderwijs en opvoeding kwaliteit te leveren. Aansluitend op de uitgangspunten van Maria Montessori wordt bijzonder belang gehecht aan de ontwikkeling van het kind in brede zin en het pedagogisch werk- en leefklimaat dat daarbij hoort. Het leren wordt beschouwd als een vanzelfsprekende en plezierige activiteit met als doel steeds meer zelfstandigheid te realiseren. Het samen leren, samenwerken en zorg dragen voor elkaar staan hoog in het vaandel. Daarbij is samenwerking met alle ouders van groot belang. Daarbij gaat het zowel om samenwerking rond het opvoeden en opgroeien van de kinderen, als op samenwerking op de peutergroep als organisatie. Dat laatste vraagt aandacht en inzet van het team én van de ouders. Ouders, team en kinderen vormen een geheel en hebben gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor een warm pedagogisch klimaat als basis voor onderwijs van goede kwaliteit. Namens het team en het bestuur van de Vereniging voor montessorionderwijs Wassenaar
Martine Lammerts, directeur
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
3
1
ONZE PEUTERGROEP EN IDENTITEIT ........................................................................... 5 1.1 1.2 1.3
2
DE PRAKTIJK .............................................................................................................. . 9 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
3
MISSIE EN VISIE VAN MONTESSORI VERENIGING TE WASSENAAR ......................................... 5 UITGANGSPUNTEN MONTESSORIONDERWIJS NADER VERKLAARD ........................................ 6 HET PEDAGOGISCH KLIMAAT ......................................................................................... 6 HOE ZIET HET WERKEN IN DE GROEP ERUIT? .................................................................... 9 VOORBEREIDE OMGEVING ............................................................................................ 9 DAGELIJKS GANG VAN ZAKEN ..................................................................................... 10 EEN OCHTEND IN DE PEUTERGROEP ............................................................................. 10 VEILIGHEID ........................................................................................................... 11 KOSMISCH ONDERWERP ......................................................................................... 12
DE ORGANISATIE VAN DE PEUTERGROEP ................................................................. 17 3.1
STRATEGISCH PLAN .................................................................................................. 17
4 BIJZONDERE ACTIVITEITEN IN DE GROEP 5
VEILIGHEIDSBELEID ................................................................................................... 18 5.1 5.2 5.3
6
VEILIGHEID EN GEZONDHEID ETROKKENHEID VAN DE OUDERS........................................... 18 VERMOEDEN KINDERMISHANDELING
OUDERS ...................................................................................................................... 20 6.1 6.2 6.3 6.4
7
ARBO .................................................................................................................... 18
PRAKTISCHE INFORMATIE ....................................................................................... 20 INFORMATIEVOORZIENING AAN OUDERS.................................................................. 20 BETROKKENHEID VAN OUDERS KLACHTENPROCEDURE
NAMEN EN ADRESSEN ................................................................................................ 24 7.1 7.2
DE PEUTERGROEP .................................................................................................... 24 EXTERNE CONTACTEN ............................................................................................... 24
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
4
BIJLAGEN 1.
Privacyreglement
2.
Pestprotocol “ Omgaan met elkaar”
3.
Ouderbijdrageregeling
4.
Meenemen naar school
5.
Kosmiische onderwerpen peutergroep en onderbouw
6.
Certificeringeisen Montessorischolen
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
5
1
ONZE PEUTERGROEP EN IDENTITEIT
1.1 Visie en missie van Montessorischool Wassenaar Montessoripeutergroep Wassenaar is een door de Nederlandse Montessori Vereniging erkende Montessoripeutergroep die werkt volgens de methode van Dr. Maria Montessori. Deze methode heeft twee belangrijke uitgangspunten: - ´ieder kind is een individu met een eigen aanleg, een eigen karakter en een eigen sociale achtergrond´; - ´zelf doen, zelf ontdekken en zelf ervaren vormen de basis voor het ontwikkelen van zelfstandigheid en het zelf leren dragen van verantwoordelijkheid´. Maria Montessori bood de kinderen vrijheid in gebondenheid. Zelf leren kiezen en verantwoordelijkheid dragen ontwikkelen bij het kind een gevoel van onafhankelijkheid en eigenwaarde en zelfvertrouwen. Montessori was ervan overtuigd dat kinderen zichzelf het best ontwikkelen in een ordelijke voorbereide omgeving, begeleid door adequaat opgeleide begeleiders in een groep met een verticale leeftijdsstructuur. In de lijn van de uitgangspunten van Montessori en aangepast aan de hedendaagse ontwikkelingen zijn gelijkwaardigheid en wederzijds respect belangrijke waarden in het omgaan met elkaar van leid(st)ers kinderen en andere volwassenen, waaronder de ouders. De doelen voor onze kinderen die onze peutergroep en de basisschool nastreeft zijn: - Ontwikkeling van bewustzijn, identiteit, zelfrespect en wil (tezamen de persoonlijkheid); - Het verwerven van bekwaamheid om in het dagelijkse -, sociale - en maatschappelijke leven en verdere studie te kunnen functioneren; - Een persoonlijke, creatieve, onafhankelijke en verantwoordelijke rol te leren vervullen in de samenleving van nu en morgen. Uitgangspunt is, actief te zoeken naar het potentieel van kinderen en voor elk kind individueel, maximale ontwikkeling te stimuleren. Daarbij wordt uitgegaan van de ontwikkelingsfase waarin elk kind zich individueel op een bepaald moment bevindt. Voorwaarde is dat kinderen op hun eigen manier leren aan de hand van gevarieerde situaties en begeleid door de leidsters en ouders. Dat veronderstelt ook dat ouders en leidsters niet alleen regelmatig contact hebben over de ontwikkeling van individuele kinderen, maar ook over het functioneren van groepen kinderen en de school als geheel. Dat stelt bijzondere eisen aan de betrokkenheid tussen ouders en de peutergroep, die tot uitdrukking komt in individuele contacten, maar ook in contacten tussen en inzet van ouders, leidsters en kinderen binnen en buiten de eigen groep. MSW probeert vanuit haar visie passende antwoorden te geven op onderwijs- en opvoedingsvragen die deze tijd met zich meebrengen. In 2012 is deze visie opgesteld:
Montessoripeutergroep Wassenaar is een sprankelende zelfstandige peutergroep. We bieden montessoriopvoeding dat aansluit bij de leer- en ontwikkelbehoefte van elk individueel kind. Onze geintegreerde doorlopende leerlijnen bieden kinderen de mogelijkheid om hun talenten optimaal te ontwikkelen in een unieke, sociale en warme omgeving.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
6
De drijfveer voor de keuze van deze visie bevat een aantal kernwoorden Talent: elk kind heeft een talent. Ieder kind is ergens goed in. Wij gaan uit van de mogelijkheden en versterken hiermee het zelfvertrouwen van het kind. Vanuit de theorie van Gardner en de 8 meervoudige intelligenties richten we onze leeromgeving in zodat talenten benut kunnen worden. Zelfstandig: ‘help mij het zelf te doen’, dat is de kern van het montessorionderwijs, we voeden op tot zelfstandigheid en onze peutregroep is ook als zodanig zelfstandig met eigen bestuur. Sociaal: dat zijn wij allen richting elkaar, we voelen en tonen ons betrokken, zowel op kindniveau, op team en ouder niveau en niet alleen betrokken in peutergroep en de school maar ook betrokken met de maatschappij en alles wat daarin leeft en speelt; Uniek en warm: door onze kleinschaligheid maken we het verschil: de vorm van het gebouw geeft al een zekere vorm van verbondenheid aan: de peutergroep ligt naast de basisschool: we ontmoeten elkaar en we zien elkaar, we zijn gericht op elkaar. Onze missie is als volg geformuleerd: Montessoripeutergroep Wassenaar biedt uitdagend en stimulerend montessoriopvoeding en onderwijs voor ieder kind. Leidend binnen onze peutergroep is om een open, betrokken en verbonden wijze met elkaar om te gaan. In een veilige en kleinschalige sfeer werken we met elkaar aan het versterken van de zelfstandigheid, zelfvertrouwen en het sociaal bewustzijn. Ons doel is om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van zelfstandig,evenwichtig en breed ontwikkelde kinderen die zowel sociaal-emotioneel als cognitief voorbereid zijn voor de periode op de basisschool. 1.2 Identiteit Onze peutergroep behoort samen met de basischool bij de Vereniging Montessorionderwijs te Wassenaar. Onze peutergroep wordt niet door de (gemeentelijke) overheid, maar door de ouders van de kinderen zelf beheerd. Onze identiteit moet worden gezocht in de wijze waarop wij met kinderen, met ouders en met elkaar werken. Hierbij komen nadrukkelijk de volgende zaken naar voren: - Help mij het zelf te doen: wij stellen het kind centraal. Dat wil zeggen; het kind is het actieve middelpunt en niet de leid(st)er of de leerstof. Voorop staat daarbij het vertrouwen in de eigen ontwikkelingskrachten die in het kind aanwezig zijn. Door systematische observatie kan de leerkracht het kind de weg leren verkennen, die hij als het ware zelf aangeeft en hem daardoor behulpzaam zijn in zijn ontwikkeling: “Help mij het zelf te doen”. Wij willen het maximale uit elk kind halen. - Passie:Wij werken vanuit enthousiasme en bezieling. De drijfveer van onze werkzaamheden is ‘hart voor de peutergroep en de basisschool’ , waarbij gezamenlijk werkplezier de basis vormt voor ons handelen; - Openheid: Wij treden in dialoog en stellen graag vragen. Vragen stellen we aan het kind, aan de ouders, aan het bestuur, aan de MR en aan elkaar. We staan voor open communicatie. 1.3
Pedagogische uitgangspunten Montessori visie nader verklaard
“Help mij het zelf te doen” “Een kind is vanuit zijn natuur actief en heeft de drang in zich om op ontdekking te gaan en alles zelf te willen doen. De drang naar zelfstandigheid is zijn sterkste drijfveer. Het is een sterk competent wezen dat zelf zijn leerproces vormgeeft op volstrekt unieke wijze. Hij is de maker van zijn eigen ervaring en alles wat hij meemaakt is een bouwsteen in de opbouw van zijn persoonlijkheid. Een kind heeft vanuit zijn natuur een gevoel voor orde. Voor een kind is de wereld een chaos en
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
7
hij probeert voortdurend die chaos te ordenen. Vanaf de geboorte zijn kinderen uit op contact en communicatie en hebben ze een drang om aan hun omgeving duidelijk te maken wat in hen leeft. Uitgaande van deze visie is het goed voor kinderen om naast de thuissituatie in een andere omgeving te zijn en contact te maken met (andere) kinderen en andere volwassenen. Pedagogische doelstellingen In de periode van 0 tot 6 jaar worden volgens allerlei onderzoeken de fundamenten gelegd voor het latere leven van het kind. Wij zijn ons terdege bewust van het belang van die eerste levensjaren, waarin veel ontwikkeling plaatsvindt. Wij willen als montessori peutergroep een steentje bijdragen aan de toekomst van het jonge kind. Twee van de belangrijkste pedagogische doelstellingen zijn : 1. Het creëren van een sfeer van veiligheid en geborgenheid die ieder kind uitnodigt tot zelfstandig experimenteren. Een veilige omgeving zorgt ervoor dat een kind van alles kan en van alles durft (zich ontwikkelt). 2. Het begeleiden en stimuleren van de totale ontwikkeling van het kind: o Motorisch o Zintuiglijk o Cognitief o Emotioneel o Affectief o Sociaal o Moreel o Esthetisch Wij gaan ervan uit dat ieder kind de drang in zich heeft om zich te ontwikkelen, maar ieder kind doet het in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier, afhankelijk van aanleg en temperament. Peutergroep versus peuterspeelzaal Onze peutergroep onderscheidt zich sterk van gewone peuterspeelzalen door de gerichte manier van werken volgens de uitgangspunten van het montessorionderwijs, gebaseerd op de pedagogische richtlijnen van Maria Montessori. Deze uitgangspunten vertalen wij naar peuters. De natuurlijke ontwikkeling naar zelfstandigheid staat centraal. Het montessoriontwikkelingsmateriaal en de (door de leidster) zelfgemaakte “montessori werkjes” die in de klas aanwezig zijn, worden volgens vaststaande principes gehanteerd en zijn afgestemd op de verschillende fasen van de ontwikkeling. De leidsters hebben een specifieke montessori opleiding gevolgd. In de klas wordt niet gefietst, gegleden, geklommen en er is maar weinig “gewoon” speelgoed. De klas is zo ingericht dat de kinderen zo zelfstandig mogelijk de activiteiten kunnen verrichten. Uiteraard gaat dit niet ten koste van spel en spontaniteit. Tijdens de aanwezigheid van de kinderen staat de begeleiding van de kinderen centraal. Wij staan een vriendelijke, positieve aanpak voor, wat doortastendheid, duidelijkheid en corrigerend handelen niet uitsluit. Wij trachten een warme, huiselijke sfeer te scheppen, waarin de kinderen zich thuis voelen en gericht kunnen spelen en werken. In de montessori peutergroep wordt “montessoriaans” gewerkt: Niet de wil van de leidster is bepalend voor wat de kinderen leren, maar de kinderen moeten in de gelegenheid gesteld worden zelfstandig keuzes te maken en zo hun persoonlijkheid te ontwikkelen. Dit houdt niet in dat er geen regels zijn. Vrijheid houdt op wanneer men een ander of zichzelf belemmert Montessori
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
8
spreekt van vrijheid in gebondenheid. De kinderen leren respect voor zichzelf, de omgeving en de ander te hebben. Daarnaast spreekt Montessori van een onthullende omgeving, waardoor kinderen in een montessori groep vaak ander gedrag laten zien dan in een “gewone” groep. Gestuurd door zijn eigen gevoelige periode kiest het kind zelfstandig zijn werkjes. Vrijheid in gebondenheid In onze peutergroep zijn kinderen vrij in de keuze van de duur, de cyclus en het tempo van hun werk. Zo kiest elk kind zijn eigen leerweg. Daarbij is ´vrijheid in gebondenheid´ het uitgangspunt: Dat betekent dat “mijn vrijheid ophoudt waar die van een ander in het geding komt”. Daarmee wordt recht gedaan aan het respect voor het kind zelf én dat van de ander. Kinderen kiezen zelf voor de materialen waarmee ze aan de slag gaan (keuzevrijheid). Kinderen werken hiermee zo lang als ze willen (tempovrijheid). Zij maken hun eigen planning (vrijheid van werkduur en werkcyclus). Dat betekent niet dat de kinderen alleen maar doen waar ze zin in hebben. Het betekent dan dat kinderen vrij zijn binnen de kaders die de leidster stelt. Die kaders worden mede bepaald door de leeftijd en de competenties van de kinderen. De leidsters begeleiden de kinderen wel degelijk door het aanbieden van ´de voorbereide omgeving´. Creativiteit In de montessori peutergroep is er een constante mogelijkheid om individueel verschillende creatieve activiteiten te kiezen. De hiervoor benodigde materialen zijn constant beschikbaar (papier en andere gebruiksmaterialen, tekenmaterialen, schaar en andere vervormmaterialen, bevestigingsmaterialen etc.). Kinderen kunnen ervoor kiezen om alleen of in een groepje te werken. De kinderen bepalen zelf of zij zich wel of niet aan sluiten bij deze activiteit, afhankelijk van hun interesse, op dat moment. Wij zien de ontwikkeling van de creativiteit in een groter kader. Naast het leren van technieken en het omgaan met materialen leert het kind onbewust dingen over zich zelf en doet het ervaringen op die onvoorspelbaar zijn Help mij het zelf te doen’ is een kernbegrip binnen het Montessorigedachtengoed. Op onze peutergroep en basisschool wordt er van uitgegaan dat Montessorionderwijs en -opvoeding hand in hand moeten gaan om tot maximale afstemming te komen. Regelmatig contact tussen leidster en ouders en afstemming met de opvoeding thuis zijn daarbij belangrijk. Daarnaast is het ook van belang dat ouders zich bij hun keuze voor het Montessorionderwijs bewust zijn van de uitgangspunten van de peutergroep en aansluitend de basisschool. De leidster De leidster begeleidt elk kind individueel. Op basis van observatie en registratie van zijn of haar ontwikkeling. In het Montessorionderwijs wordt de benaming ‘ leid(st)er’ verkozen boven leerkracht. Zij is niet frontaal in de groep aanwezig. Zij geeft wel duidelijk leiding. Zowel met individuele lessen als met groepslessen stimuleert de leidster het leerproces en de ontwikkeling van ieder kind afzonderlijk. Het kind wordt aangemoedigd te presteren op het niveau dat voor hem/haar haalbaar is. Beoordeling en bespreking van de werkzaamheden worden gezien in het licht van de mogelijkheden van het kind. Door middel van regelmatige observaties en toetsing houdt de leidster zicht op het niveau van de kinderen. Het kind wordt gewaardeerd om zijn eigen prestaties en inzet en zonodig aangemoedigd. Het kind is het actieve middelpunt en niet de leidster of de leerstof. Voorop staat daarbij het vertrouwen in de eigen ontwikkelingsmogelijkheden van het
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
9
kind. Door systematische observatie leert de leidster een kind de weg verkennen, die hij als het ware zelf aangeeft. Op die manier is de leidster behulpzaam in zijn ontwikkeling.
2 2.1
Praktijk Hoe ziet het werken in de groep eruit?
Het materiaal In de klas is montessori ontwikkelingsmateriaal aanwezig en door de leidster gemaakte montessori werkjes. Het materiaal is met een speciaal doel ontwikkeld: o Het sluit aan bij de innerlijke ontwikkelingsbehoefte van het kind o De activiteit is geïsoleerd, andere aspecten zijn uitgesloten o Het is functioneel in vorm, kleur en materiaal o De controle van de fout is ingebouwd o Het is gericht op zelfstandig functioneren Het materiaal sluit aan bij de peuterfase en kan onderverdeeld worden in: o Motorisch zintuiglijk materiaal o Huishoudelijk materiaal o Sorterend materiaal o Kosmisch materiaal o Spelmateriaal o Muzisch creatief materiaal o Constructie materiaal o Koesterend materiaal Er wordt zelfstandig en individueel “gewerkt” door de kinderen. Dat wil niet zeggen dat een kind niet mag spelen. Spelen is een serieuze ontwikkelingsactiviteit. Uit respect voor die ontwikkeling noemen wij het “werken”. Elke activiteit (ramen wassen, kleien, bellen blazen, bouwen enz.) heet een “werkje”. Kinderen worden in staat gesteld om zelfstandig “werkjes” te kiezen en uit te voeren. Maria Montessori beschreef in haar boeken dat het materiaal er aantrekkelijk moet uitzien: “De stem der dingen moet spreken om de kinderen aan te trekken om ermee te werken”. De specifieke werkwijze van het Montessorimateriaal staat beschreven in het Montessorimateriaalboek. De leidsters kennen dit en kennen de diverse gebruiksmogelijkheden van de materialen. Wilt u hier meer over weten, dan kunt u hiervoor bij de leidsters terecht. Ook wordt u tijdens ouderavonden nader geinformeerd. 2.2 De voorbereide omgeving Er is sprake van een voorbereide omgeving, d.w.z. de leeromgeving is bewust, doelgericht en smaakvol ingericht. De voorwaarden waaraan deze omgeving moet voldoen zijn: o Huiselijk: hoeken en nissen met een speciale functie maken de omgeving boeiend en spannend. Het geheel straalt de sfeer van een huiskamer uit. Er hangen gordijnen, er liggen kleden en kleedjes en kussens. o Eenvoudig: overbodige zaken leiden af, ieder ordeningsprincipe dat een kind leert kennen leert een kind denken. o Effectief: de kinderen moeten het gevoel hebben dat het hun omgeving is. Zij zijn er zelf verantwoordelijk voor, uiteraard is alles in afmeting en hanteerbaarheid aangepast. o Uitnodigend: de aanwezige materialen zijn compleet en heel en zien er aantrekkelijk uit. Het stimuleert tot activiteit. De kinderen kunnen het materiaal zelf pakken en
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
10
o o o o
opruimen. Kwetsbaar: kinderen leren door morsen en breken oorzaak en gevolg van hun gedrag kennen en verantwoordelijkheid te dragen voor hun handelen. Esthetisch: de omgeving moet smaakvol zijn, aandacht voor kunst, mooie illustraties, seizoensgebonden bloemen en voorwerpen. Beperkt: van alles één, hooguit twee stuks en per set georganiseerd leert kinderen keuzes maken en wachten. Gericht op individualiteit: elk kind kan een eigen plekje kiezen, heeft een eigen plantje en kan ongestoord op een kleedje werken.
Het doel van deze voorbereide omgeving is de kinderen onafhankelijk te maken van de volwassenen met alles op kindermaat en kinderhoogte waardoor zij zoveel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. De leidster en de andere volwassenen zijn onderdeel van de voorbereide omgeving. Een montessori peutergroep kenmerkt zich door huiselijkheid en eenvoud: op het kind gericht en niet om het kind bezig te houden. Het materiaal staat duidelijk geordend in lage open kasten waar de kinderen zelfstandig materiaal kunnen pakken. Het kind bepaalt waarmee, hoe, hoe lang en met wie hij wil werken. 2.3 Dagelijkse gang van zaken Er is een peuterklas met maximaal 16 peuters. Deze zijn tussen de twee en half en vier jaar oud. Alle kinderen komen vijf ochtenden in de week van kwart voor negen tot twaalf uur, op woensdag en vrijdag eindigt de ochtend om kwart over twaalf. Dit om de ouders die kinderen op de basisschool hebben tegemoet te komen in verband met het ophalen van andere kinderen die om half een vrij zijn. De groep wordt begeleid door twee vaste gediplomeerde montessorileidsters. Brengen en halen Het brengen van het kind is een belangrijk moment van de dag. Het kind moet afscheid nemen van vertrouwde personen. Dat kan voor sommige kinderen erg moeilijk zijn. De belofte dat hij later weer wordt opgehaald stelt het kind niet altijd gerust en het is voor jonge kinderen niet altijd te begrijpen. Het is belangrijk dat het kind weet dat de ouder vertrekt en dat dit niet onopgemerkt gebeurt. Anders voelt het kind zich helemaal in de steek gelaten. De leidster zal het kind, dat het hier moeilijk mee heeft, opvangen als de ouder afscheid neemt. Ze gaat bijvoorbeeld samen met het kind zwaaien. En eventueel troosten, het verdriet wordt niet weggestopt, maar mag er zijn. Aan het einde van de dag sluit de leidster ook af met een vast ritueel: de kinderen zetten hun plantje weer op tafel, zingen met elkaar een liedje en geven de leidster een hand. 2.4 Een ochtend in de peutergroep Als de kinderen binnenkomen geven zij de leidster een hand en verzorgen daarna hun eigen plant en kleedje. Daarna kiezen de peuters met welk werkje zij gaan beginnen. Zij kunnen hierbij kiezen uit: - werken met (Montessori)materiaal - werken in de bouwhoek - werken in de poppenhoek - tekenen op het krijtbord - knutselen en kleien - werken aan de zand- of watertafel - lezen in de leeshoek - werken in de luisterhoek
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
11
Speelgoed van thuis De ervaring heeft geleerd dat kinderen het moeilijk vinden om hun eigen speelgoed, dat ze van huis meenemen, te delen met andere kinderen. Daar ontstaat bijna altijd een conflict over. Daarom wordt verzocht om het kind geen speelgoed mee te laten nemen naar de speelzaal. In het bijzonder kettingen en keycoards omdat deze ook gevaarlijke situaties kunnen opleveren. (Dit geldt overigens ook voor een speentje) Het gebeurt echter toch wel eens dat een kind iets meeneemt. De leidsters vragen in dat geval de peuter het speelgoed op de kast te leggen. 2.5 Veiligheid en hygiëne Uiteraard is een optimale veiligheid en hygiëne van groot belang. Een ongezond leefklimaat werkt nu eenmaal besmettingen in de hand. Begrippen als voorbeeldgedrag, verantwoordelijkheid dragen voor de eigen gezondheid en mentaliteit spelen hierbij een grote rol. Met betrekking tot hygiëne zijn de algemene aandachtspunten: het schoonhouden van de vloer, het regelmatig schoonmaken van speelgoed, het schoonhouden van de toiletten en ga zo maar door. De leidsters wassen regelmatig hun handen. Voor wat betreft de veiligheid verwijzen we naar de ingevulde RI&E map (Risico Inventarisatie & Evaluatie). De peuterklas doet twee keer per jaar mee met de ontruimingsoefening van de basisschool. 2.6 Kosmisch onderwerp Regelmatig werken we vanuit een kosmisch onderwerp dit zijn meestal onderwerpen die wij samen met de basisschool doen vanuit het kosmische onderwijs. Maar ook dan kunnen de kinderen daarbinnen vrij kiezen. Voorlezen, vertellen en/of zingen zijn vaste onderdelen van de ochtend. Verder gaan we regelmatig naar de gymzaal van de basisschool, waar we gymoefeningetjes en kringspelletjes doen. In de loop van de ochtend eten en drinken we gezamenlijk aan tafel het meegebrachte eten en drinken op. Wij eten aan gedekte tafel met een placemat en bord, na het eten wassen de kinderen hun bord af en maken hun tafel in orde. Na het eten en drinken gaan de kinderen buiten spelen, waarbij zij fietsen emmers, zandvormpjes en scheppen ter beschikking hebben. Omdat het voor de kinderen prettig is als zij zo zelfstandig mogelijk zijn en dat ook een doelstelling van de montessorimethode is, is het prettig als de peuters gemakkelijk zittende kleding aanhebben, die zij goed zelf aan en uit kunnen doen, zodat zij bijv. zelfstandig naar het peutertoilet kunnen. De peutergroep heeft luiers, zij stimuleert de zindelijkheidstraining. Gevoelige perioden Maria Montessori ontdekte dat kinderen op een bepaalde leeftijd meer gevoelig zijn voor het opdoen van indrukken en het eigen maken van specifieke vaardigheden/functies. Het kind selecteert datgene uit de omgeving wat het nodig heeft voor de ontwikkeling van een bepaalde functie. De omgeving wordt zo ingericht dat het kind ervan kan profiteren. Het is de volwassene die de omgeving aanbiedt. Een gevoelige periode is van voorbijgaande aard. Het is belangrijk dat de leid(st)er het kind observeert en de gevoeligheden registreert. Kinderen maken een aantal fasen, of gevoelige periodes, door op school. De volgende periodes worden onderscheiden: Peuter : de schepper Kleuter: de ontdekker Gevoelige periode voor beweging; Gevoelige periode voor ordening; Gevoelige periode voor zintuigen; Gevoelige periode voor taal.
Middenbouw: de verkenner Gevoelige periode voor tijd; Gevoelige periode voor cultuur; Gevoelige periode voor memoriseren.
Bovenbouw: De wetenschapper Gevoelige periode voor sociaal contact; Gevoelige periode voor moreel bewustzijn; Gevoelige periode voor abstraheren.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
12
Kosmisch onderwijs en opvoeding (KOO) Tijdens haar verblijf in India in 1939 ontwikkelde Maria Montessori haar kosmische visie op mens en wereld, die leidde tot het beschrijven van een plan voor kosmische opvoeding en onderwijs. Maria Montessori ontwikkelde deze visie vanuit haar studie op diverse wetenschappen. In het schooljaar 2007 heeft het team zich op elke studiedag inhoudelijk verdiept in deze theorie. Het centrale idee van de kosmische visie is dat de mensheid deel uitmaakt van het grote kosmische plan waarin alles, bewust of onbewust, het grote doel van het leven dient (‘To educate the human potential’). Alles in het universum hangt met elkaar samen. Het plan beantwoordt volgens Montessori aan bepaalde wetmatigheden en evolueert voortdurend. De kosmische taak van de mens is volgens Montessori het handhaven van de wereldorde, het bevorderen van de evolutie en het verder vervolmaken van de kosmos. Zij stelt voor om binnen de kosmische opvoeding te tonen dat er een relatie is tussen alles in het universum en dat alles met elkaar verbonden is, of het nu om een kleine molecule gaat of om het allergrootste organisme. Daarnaast brengt kosmisch onderwijs fundamentele ordening aan in onsamenhangende indrukken die het kind in de wereld opdoet. Het woord ‘kosmos’ betekent in oud-Grieks ‘ordening’ en is een manier om de kosmos te verklaren. Dit betekent dat we een voorbereide omgeving moeten scheppen, waarmee we die ordening zichtbaar kunnen maken of waarbinnen we denkkaders en denkstructuren kunnen aangeven om daar onderzoek naar te doen. Er wordt in de montessorischool veel aandacht aan geïntegreerd natuuronderwijs besteed, d.w.z. er wordt gelet op de samenhang van de diverse leergebieden bij: o Plantje verzorgen o Het weer o De seizoenen o De tuin verzorgen o Natuurkunde, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis (op peuterniveau) Vaak wordt gedacht dat het werken in de montessori peutergroep alleen een training in zelfredzaamheid, het bevorderen van een cognitief leerproces en het bevorderen van zelfstandigheid is, maar niets is minder waar. De nadruk ligt op het ontwikkelen van een levenshouding. Daarbij is de zogenaamde kosmische opvoeding belangrijk, want dit houdt in dat alle ontwikkelingsaspecten aangeboden worden in relatie tot een groter of een kleiner geheel. Alles wordt afgestemd op de beleving van het kind. Het kind staat in de wereld, leeft op de aarde en ontdekt deze. De volwassene is de gids. De peuters doen ook mee met de gezamenlijke projecten met de basisschool over bijvoorbeeld het ontstaan van het leven en het heelal.
“rupsen in de klas”
2.7 Het spel Spel is uitermate belangrijk voor de totaliteit van de ontwikkeling en heeft invloed op de motorische, sociale en cognitieve kwaliteiten. Door spel komt de fantasie tot ontwikkeling. Peuters verkennen in het spelen zichzelf: wat kan ik, wat durf ik. Door te spelen krijgen ze alle kans om hun mogelijkheden uit te breiden en hun grenzen te verleggen. Spelen bevordert voorts de zelfstandigheid. Kinderen nemen zelf initiatieven, maken zelf plannetjes en vinden zelf oplossingen voor problemen. Kinderen spelen met elkaar en reageren op elkaar. Er zijn interacties waarbij taal gebruikt wordt en die het denken stimuleren. Een sociaal aspect is dat kinderen in het rollenspel voortdurend
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
13
rekening moeten houden met hun rol in relatie tot anderen. 2.7.1 Poppenhoek De poppenhoek is de aangewezen plaats voor het vrije rollenspel. Door de manier waarop de peutergroep is gebouwd, is de plek voor de fantasiehoek goed af te scheiden van de rest van de activiteiten, zodat de peuters zonder gestoord te worden en zonder anderen te storen, kunnen spelen. Maria Montessori vond het heel belangrijk dat kinderen zich spontaan kunnen uiten en daarin niet belemmerd worden door de omgeving. Ook voor de hoek geldt het Montessoriprincipe: zorg voor beperking van het materiaal. Bij de inrichting is er rekening gehouden met de belangstelling en de ontwikkelingsbehoeften van de peuters. Er is gevarieerd en stimulerend materiaal aanwezig, dat er goed verzorgd uitziet en de peuters uitdaagt. De basis inrichting bestaat uit neutrale elementen, die in ieder spel gebruikt kunnen worden en waarmee de peuters verschillende spelsituaties kunnen creëren. Al het meubilair is op peuterformaat. Behalve de basiselementen zijn er nog attributen aanwezig, die de peuters ondersteunen en stimuleren bij hun rollenspel. De spullen worden door de kinderen na gebruik weer in de daarvoor bestemde manden opgeruimd. 2.7.2 Bouwhoek In de bouwhoek hebben wij duplo en kapla. Ook is er een trein en blokken, echter deze worden beperkt aangeboden omdat wij graag zien dat de kinderen met het Montessori materiaal werken. 2.7.3 Het bewegingsspel Peuters bewegen graag en veel. Ze doen dit uit zichzelf omdat ze daar behoefte aan hebben. Gezonde, zich normaal ontwikkelende peuters hoeven niet gestimuleerd worden om te bewegen. Ze moeten echter wel de gelegenheid krijgen om te bewegen. De motorische ontwikkeling die een kind doormaakt, verloopt volgens een vaste volgorde: zitten - kruipen - staan - lopen klimmen. Deze steeds groter wordende lichaamsbeheersing komt voornamelijk tot stand door rijping. Een bepaalde fase in de lichamelijke ontwikkeling kan pas bereikt worden, als het zenuwstelsel van het kind voldoende gerijpt is. Lichaamsoefeningen doen met een kind waar zijn zenuwstelsel nog niet op berekend is, heeft weinig zin. Het oefenen van lichaamsbewegingen waar het kind wel aan toe is, heeft wel degelijk een functie. Het is hierbij voornamelijk belangrijk dat het kind de gelegenheid krijgt om te oefenen: een kind dat kan klimmen, moet vaak de kans krijgen te klimmen. Op die manier wordt het zenuw- en spierstelsel actief gehouden. Of kinderen zich langzaam of snel ontwikkelen zit vooral in het verschil in aanleg. Het is belangrijk om veel verschillende bewegingssituaties aan te bieden. Dus niet alleen gelegenheid om te rennen en te springen, maar ook om te klimmen, schommelen, glijden, rollen en balanceren. Bewegen is voor peuters een vorm van spelen. Bovendien houden ze ervan om veel te herhalen. Al spelend en bewegend onderzoeken peuters hun mogelijkheden en verleggen zij hun grenzen. Leidsters kunnen het kind hierbij helpen door nieuwe elementen aan een situatie toe te voegen. Ook bewegingsliedjes zijn van grote waarde. Door veel bewegen verbetert de coördinatie. Het kind wordt handig en verwerft zich een goed evenwicht. Hierdoor groeit ook het zelfvertrouwen van het kind. Vooral bij angstige kinderen is het belangrijk dat ze bij het bewegen succeservaringen hebben.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
14
Hieruit ontwikkelt zich zelfvertrouwen en in een later stadium plezier in bewegen. Het bewegingsspel is dus een factor bij het tot stand komen van een evenwichtige ontwikkeling en persoonlijkheidsgroei. Iedere dag gaan de peuters het laatste halve uur van de ochtend als het weer het toelaat naar buiten, waar ze kunnen rennen, fietsen, klimmen, en springen. Naast deze mogelijkheden om te bewegen, hebben we ook regelmatig de beschikking over de speelzaal van de basisschool. Bewegen op muziek is voor peuters een heel goede activiteit. Muziek stimuleert ze enorm om te bewegen. Het nodigt kinderen uit om te dansen en te springen en bewegingen te maken. Klappen en zingen kunnen de bewegingen goed ondersteunen. Dikwijls maken we gebruik van speelliedjes, waarbij de peuters de gezongen tekst uitvoeren. Ook is het leuk om de peuters te laten bewegen naar aanleiding van een boek of een verhaal. Het verhaal moet wel goed bekend zijn voor de peuters, maar dan is het een heel goede manier om de kinderen het verhaal ook echt te laten beleven. 2.8 Taalactiviteiten Over het algemeen komen de peuters voor het eerst op de peuterklas als ze twee en een half jaar zijn. Het taalontwikkelingsniveau kan per kind aanzienlijk verschillen. Terwijl de ene peuter al goed in staat is een gesprekje te voeren, een ruime woordenschat bezit en ook weinig moeite heeft met de uitspraak van de Nederlandse klanken, is de andere peuter nauwelijks in staat een verstaanbare twee-woordzin te uiten. Tussen deze twee uitersten zitten natuurlijk vele gradaties. Alle peuters zijn in ieder geval nog bezig met het elementaire taalverwervingsproces. De peuter leert nog veel door te imiteren wat hij hoort en hoeft nog niet gecorrigeerd te worden. Correcties begrijpen vereist een abstractieniveau dat peuters (nog) niet hebben. Door peuters te zeggen dat ze iets fout doen wordt eerder hun zelfvertrouwen ondermijnd en durven praten is juist een belangrijk aspect bij de taalontwikkeling. Herhaling in goed Nederlands van wat gezegd is, is echter wel een goed middel om een peuter in zijn taalontwikkeling verder te helpen. Het is ook van belang dat de leidster zich bewust is van haar eigen taalgebruik en zelf goede, voor de kinderen begrijpelijke zinnen maakt, een zorgvuldige woordkeus heeft en de standaarduitspraak van het Nederlands beheerst. Het is de taak van de leidster het kind te helpen bij zijn verdere taalontwikkeling, zowel op het gebied van de woordenschat, als de uitspraak, als de zinsbouw. Naast aandacht voor de grammaticale aspecten is ook de communicatieve functie van taal een zeer belangrijk aspect van de taalontwikkeling, dat zeker aandacht moet krijgen. De peuters moeten de gelegenheid krijgen met elkaar en met volwassenen te praten (actieve taalbeheersing). Ook het luisteren naar elkaar en naar volwassenen kan op de peutergroep goed geoefend worden (passieve taalbeheersing). 2.9
De ontwikkeling van de mathematische geest
Peuters en jonge kinderen ontwikkelen zich door actief handelend bezig te zijn. Ze hebben materiaal nodig om te hanteren; materiaal dat veranderbaar is, waar mee te experimenteren valt en wat de aandacht trek. Wanneer kinderen met de materialen werken, werken zij aan ordening in hun geest. De materialen die Maria Montessori heeft ontwikkeld hebben een mathematische ordening in zich. Contrasten als groot en klein, dik en dun, licht en zwaar etc. worden concreet waarneembaar gepresenteerd in de Montessorimaterialen. Door hier mee te werken leveren zij een bijdrage aan de ontwikkeling van wiskundige begrippen.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
15
Taalgebruik van de leidsters helpt bij begripsvormen zoals: Paren: het zoeken van twee dezelfde. Sorteren: het bij elkaar zoeken van meerdere voorwerpen of afbeeldingen die hetzelfde zijn. Categoriseren: voorwerpen die een eigenschap gemeen hebben bijvoorbeeld voorwerpen die rood zijn. Rubriceren: voorwerpen sorteren die in een bepaalde rubriek thuishoren bijvoorbeeld voorwerpen die je in een keuken vindt. Associëren: bij elkaar brengen van twee of meer zaken die bij elkaar passen bijvoorbeeld tafel En een stoel. Classificeren: sorteren volgens een bepaalde klasse. Reeksen vormen: voorwerpen in een reeks plaatsen bijvoorbeeld van groot naar klein en van dik naar dun. Het Montessori materiaal in onze peutergroep voldoet aan deze eisen. 2.10
ONTWIKKELING VAN UW PEUTER
De ontwikkeling van uw peuter wordt dagelijks gevolgd door de leidsters. Zij kijken naar de totale ontwikkeling: sociaal emotioneel, cognitief, de spelmogelijkheden en taalvaardigheid. In het registratiesysteem wordt dit genoteerd. We gebruiken hierbij het “ peuterontluikingsvolgsysteem” , dit wordt Wassenaarbreed gedaan. De leidsters ontvangen daartoe ook scholing vanuit de Schooladviesdienst. Wij gaan ervan uit dat ieder kind de drang in zich heeft om zich te ontwikkelen, maar ieder kind doet het in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier, afhankelijk van aanleg en temperament. Voor de start in de peutergroep wordt aan u gevraagd het “dit ben ik formulier” in te vullen waarin u de ontwikkeling van uw kind tot nu toe schetst. Deze informatie helpt bij de goede start van uw peuter omdat de leidsters goed geïnformeerd zijn over uw peuter voor de aanvang. Overgang naar de basisschool De peutergroep werkt nauw samen met de basisschool. Zij organiseren ook gezamenlijke activiteiten. Er is regelmatig overleg tussen de leidsters van de peutergroep en de onderbouw. Nieuwe peuters komen, voordat ze naar de basisschool gaan, ook altijd even wennen in de nieuwe onderbouwgroep. Verslagbespreking Twee maal per jaar vindt er een verslagbespreking over uw peuter plaats. U ontvangt daartoe eenmaal een ingevuld verslag bij de overgang naar de basisschool. De gevolgde ontwikkeling en mogelijke aandachtspunten staan daarin vermeld. Het is altijd mogelijk tussendoor een afspraak te maken.
3
Strategisch plan
In het schooljaar 2011-2012 heeft het bestuur haar strategisch plan 2008-2012 tussentijds geevalueerd en vervolgens hebben zij een strategisch plan opgesteld voor de komende vier jaar. De nieuwe ambitie is daarbij opgesteld. Een nieuw logo en een nieuwe website zijn daarbij ondergeschikt middelen om de nieuwe koers in te luiden. 2012 is hierbij het transitiejaar waarbij de hoofddoelstelling is : “huis op orde” . Op de volgende bladzijde treft u hiervan het overzicht. De doelstellingen van het vorige strategisch plan blijven gelden. Uitgangspunt daarbij is dat kwalitatief onderwijs van een hoog niveau geboden wordt én het bestaande veilige en vertrouwde klimaat in de peutergroep en de school behouden blijven. In de periode 2012-2016 zetten bestuur, directie en team in op de onderstaande zes beleidsterreinen. Die worden hier kort genoemd en zijn verder uitgewerkt in het schoolplan 2012-2016 voor de betreffende periode.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
16
1 2 3 4 5 6
Onderwijskundig beleid: Kwaliteitsbeleid: Personeelsbeleid: Algemeen beleid: Financieel beleid: PR en Communicatie:
Optimaal onderwijs van maximale kwaliteit Van Goed naar Beter Positief onderscheidend werkgeverschap Behoud van identiteit en kleinschaligheid Gezonde financiële positie Heldere, eenduidige communicatie
De directie heeft in overleg met team, bestuur en MR het operationele schoolplan opgesteld. De directie en het team zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het schoolplan. Aan het bestuur wordt de voortgang gemeld en het bestuur legt verantwoording af aan de ALV over de behaalde resultaten van dit schoolplan in het jaarverslag. Het schoolplan is een leidraad en geen star instrument. Indien nodig vinden er wijzigingen of aanpassingen van het schoolplan plaats. Voor de inhoud van ons strategisch plan en het schoolplan verwijzen wij naar de digitale versies op onze site.
4
Bijzondere activiteiten in en buiten de groep
Gedurende het jaar worden allerlei activiteiten georganiseerd, zowel op sportief en muzikaal terrein als met een educatief karakter. Een aantal van deze activiteiten valt binnen de uren van de peutergroep, andere vinden na de peutergroep plaats. Een kalender waarop de activiteiten voor het komende jaar staan vermeld, wordt aan het begin van het jaar uitgereikt Informatieavonden: Voor de ouders worden diverse informatiebijeenkomsten georganiseerd. Te denken valt aan
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
17
kennismakingsavonden, materiaalavonden, ouderavond rondom een thema met gastspreker en uiteraard de Algemene Leden Vergadering. Indianenfeest In mei of juni wordt voor peuters een indianenfeest georganiseerd met een educatief en een gezelligheidsaspect. Excursies: Over het jaar verdeeld worden, op niet al te grote afstand van de school, diverse excursies georganiseerd met een educatief karakter. Ouders worden gevraagd (met inzittende verzekering) mee te rijden en te begeleiden. Feestdagen: Aan de feestdagen, zoals Sinterklaas, Kerstmis, Pasen en Sint Maarten wordt ruime aandacht besteed, evenals aan de Kinderboekenweek en Moeder- en Vaderdag. Ook organiseren wij rondom de herfstvakantie de herfsttochten. Deze feestdagen worden zowel met de peutergroep als basisschool georganiseerd. Viering verjaardagen leidsters / juffendag: Het komt voor dat leidsters uit een bouw tegelijk hun verjaardag vieren: de zogenoemde juffen- en meesterdag. Daarnaast is er een samenkomst in de aula. Op de kalender ziet u staan wie wanneer zijn of haar verjaardag viert. De peuterleidsters vieren hun verjaardag met de onderbouwleidsters. Viering verjaardag kinderen: De verjaardag wordt 's morgens in de groep gevierd. Ouders mogen hierbij aanwezig zijn. Het jarige kind mag bij voorkeur hartige, eenvoudige traktaties uitdelen aan de klasgenoten en alle leidsters. Schoolfotograaf: Ieder jaar brengt de fotograaf een bezoek aan onze school om van iedere kind een portretfoto te maken. Ook wordt er een groepsfoto gemaakt. Lentefeest: In het voorjaar tijdens het lentefeest laten de kinderen hun werkjes zien en zijn er diverse activiteiten in en om de school. Het is tevens de bedoeling dat ouders elkaar beter leren kennen en meer betrokken raken bij het schoolgebeuren. De opbrengst van het lentefeest wordt deels aan een goed doel gedoneerd. Muziekavonden: Twee keer per jaar wordt een muziekavond georganiseerd, onder leiding van onze muziekleerkracht, de heer De Bruijn. Tijdens de muziekavonden wordt gemusiceerd door ouders en kinderen. Afscheid van de peutergroep: Iedere leidster neemt in de laatste week van het schooljaar afscheid van haar kinderen die naar de onderbouw gaan, de groepsouder wordt dan ook bedankt. Eindfeest: Aan het einde van het schooljaar is er een themafeest met alle kinderen op het schoolplein. Schoolkrant: De kinderen maken een schoolkrant. Deze verschijnt driemaal per jaar. De peutergroep en basisschool werken hier aan mee. Er is hiervoor in het jaar 2010 een kinderredactie
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
18
geformeerd die in overleg met twee leidsters de inhoud bepaalt en ook vormgeeft. 4.1
Scholing van medewerkers
Leidsters van onze school nemen deel aan verschillende door de Schooladviesdienst verzorgde netwerk- en thematische bijeenkomsten. Daarnaast worden door de school jaarlijks enkele nascholingsbijeenkomsten en studiedagen gepland. 4.2
Begeleiding en inzet stagiaires Pabo's / SPW
Onze school heeft afgelopen jaar stagiaires begeleid. De peutergroep is een erkende opleidingsplaats. Ook dit schooljaar zal er in diverse groepen stagiaires worden geplaatst. 4.3
Samenwerking met andere scholen en instanties
5
Het veiligheidsbeleid
Arbo Veiligheid is een veelomvattend begrip. We onderscheiden ‘technische’ veiligheid, zoals eisen aan de lokalen, verlichting en het meubilair. Maar ook de bescherming tegen pesten, bedreiging, seksuele intimidatie, geweld en discriminatie. In het veiligheidsplan van onze school, het zogenaamde Arbo-plan (volgens de Arbeidsomstandighedenwet) zijn veel afspraken hieromtrent vastgelegd. Dit Arboplan is aanwezig op school. In dit pedagogisch beleidsplan zijn verder passages opgenomen over een veilig klimaat en over de klachtenprocedure, in algemene zin en met betrekking tot seksuele intimidatie en vermoeden tot kindermishandeling. Veiligheid en gezondheid Het pedagogisch beleidsplan vormt een vertaling van de missie en visie. Het geeft richtlijnen voor het handelen en voor de omgang met de peutergroep en is dus een belangrijke basis voor de pedagogische kwaliteit. Om de kwaliteit te bewaken is het van belang om een kwaliteitssysteem te hebben, waarin aandacht is voor afstemming tussen beleid en praktijk, implementatie van nieuw beleid en ondersteuning van de praktijk. Naast de visitaties van de Nederlandse Montessori Vereniging en de GGD maakt de peutergroep gebruik van de Risicomonitor en controleert daarbij jaarlijks op de gebieden Veiligheid en Gezondheid. Waar nodig zal een verbeterplan worden opgesteld en dit geeft een goed beeld van de implementatie van de beleidstukken en protocollen. Daarnaast geven de oudertevredenheidsonderzoeken,risico-inventarisaties,kindverslagen en oudergesprekken feedback over de kwaliteit. De peutergroep vormt een onderdeel van de basisschool en op het gebied van veiligheid en gezondheid doet zij samen mee op de volgende gebieden: Opleiden van beroepskrachten voor EHBO en BHV (jaarlijks herhaling); Het oefenen van een ontruiming (3 maal per jaar); Het luchten van de groepsruimte; Afspraken over handhygiëne; Afspraken over de schoonmaak; Vermoeden kindermishandeling De peutergroep maakt gebruik van het landelijk protocol vermoeden tot kindermishandeling en
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
19
gebruikt de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling voor de branche kinderopvang 2011. Het protocol bevat een stappenschema die de leidster moet volgen bij een vermoeden van mishandeling. Het schema bestaat uit zeven fasen: 1. De leidster heeft een vermoeden 2. De leidster bespreekt het onderbouwde vermoeden in een overleggroep 3. Het uitvoeren van een plan van aanpak 4. Beslissing 5. Handelen 6. Evaluatie 7. Nazorg Definitie van kindermishandeling Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. (Wet Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld. De meldcode stelt het volgende vast binnen de onze peutergroep: Þ Route bij signalen huiselijk geweld en kindermishandeling; Þ Route bij signalen van mishandeling door een beroepskracht; Þ Route bij signalen seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. De door het bestuur,directie en medewerkers getekende overeenkomst meldcode is aanwezig op de locatie van de peutergroep en de basisschool.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
20
6
DE OUDERS
6.1 Intake nieuwe ouders Nieuwe ouders hebben een intake gesprek met de directeur. Tijdens dat gesprek worden ze nader geinformeerd over de inhoudelijke en praktische punten van de peutergroep. De nieuwe ouders ontvangen naast het informatiepakket ook een rondleiding en maken kennis met de leidsters van de peutergroep en bezichtingen ook de basisschool. 6.2 Informatievoorziening aan de ouders Voor de ouders zijn er gedurende het schooljaar diverse mogelijkheden om informatie in te winnen over de school en over de vorderingen van hun kind(eren). 6.2.1 Informatieavonden en open ochtend In september wordt een informatie avond gehouden voor alle groepen om de ouders bekend te maken met de werkwijze per groep. Vlak daarna is er ook een 'open ochtend’ voor ouders en andere belangstellenden. U kunt dan tijdens werktijd een kijkje nemen bij uw kind in de groep. Elke ouder ontvangt dan ook het boekje “ welkom in de peutergroep” met praktische informatie. 6.2.2 Thema-avond Eén maal per twee jaar kunnen de ouders een lezing bijwonen. Hiervoor wordt een gastspreker uitgenodigd (b.v. een schoolarts, psycholoog of onderwijskundige) om over een bepaald onderwerp een voordracht te houden. Onderwerpen als cyberpesten, interactief voorlezen, montessorionderwijs en opvoeding zijn enkele thema’s die afgelopen jaren door een gastspreker zijn gehouden. 6.2.3 Materiaalavond Een keer per jaar kunnen ouders beter inzicht in het Montessori-lesmateriaal verkrijgen door middel van een materiaalavond. Vorig jaar was het onderwerp rekenmateriaal en taalmateriaal. 6.2.4 Verslagavonden Twee maal per jaar vindt een verslagavond plaats om met de ouders de vorderingen van hun kinderen te bespreken. 6.2.5 Spreekuur Nadat de peutergroep is afgelopen is er meestal gelegenheid om de leidsters te spreken. In verband met teamvergaderingen en andere activiteiten is het gewenst hiervoor vooraf een afspraak te maken. 6.2.6 Nieuwsbrief/schoolkrant Na elke vakantie wordt de nieuwsbrief verspreid via de e-mail, waarin alle activiteiten worden aangekondigd. Daarnaast worden ouders en kinderen via de schoolkrant, de mail en de prikborden in de hal geïnformeerd. 6.3
Betrokkenheid van de ouders
6.3.1 Vereniging Montessorischool Wassenaar Ouders, waarvan één of meer kinderen op onze school zijn ingeschreven, kunnen lid worden van de Vereniging Montessorischool Wassenaar. De vereniging (opgericht in 1936) kiest uit haar midden, voor een periode van drie jaar, een bestuur van minimaal vijf leden. De leden en het bestuur komen tenminste 1x per jaar bij elkaar in de Algemene Ledenvergadering. De vergadering vindt plaats in juni.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
21
6.3.2 Bestuur en oudercommissie De leden van het schoolbestuur zijn allen ouders. Binnen het bestuur zijn o.a deze portefeuilles: voorzitter, vice voorzitter, penningmeester, personeelszaken en onderwijs en kwaliteit. De ouders van de peutergroep kunnen ook bestuurlid zijn. In het kader van de “Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen” geldt dat er een oudercommissie moet zijn ingesteld met eigen reglement en adviesrechten. Het bestuur van de Vereniging Montessorionderwijs te Wassenaar heeft in de huidige setting ten minste twee oudergeledingen die tevens ouder zijn van de peutergroep. De reglementen zijn daarop aangepast en van kracht. Bij nieuwe bestuursleden wordt aan de minimale 6.3.3 Nederlandse Montessori Vereniging Onze peutergroep is erkend door de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV). Dit is een overkoepelende vereniging voor iedereen die betrokken is bij Montessori-onderwijs en -opvoeding. Lid zijn de Montessori-basisscholen, de scholen voor voortgezet Montessori-onderwijs en de Montessoripeutergroepen. Ook vele betrokken leerkrachten en PABO-studenten zijn lid. Steeds meer ouders melden zich aan als lid van deze vereniging omdat ze weten dat ze daarmee direct en indirect de school van hun kind(eren) steunen. 6.3.4 Klassenouder De klassenouder draagt bij tot een goed contact tussen de ouders en leidster. De Klassenouder ondersteunt, wanneer nodig, de leidster bij de voorbereiding en/of uitvoe ring van niet-didactische activiteiten van de groep. Verder onderhoudt de klassenouder contact met alle ouders van de groep. In overleg met de leidster kan de klassenouder andere ouders verzoeken te helpen. Aan het begin van het schooljaar worden de nieuwe klassenouders door de leidsters gevraagd. 6.3.5 Hulpouder Ouders kunnen op allerlei manieren actief zijn, zowel bij de begeleiding van kinderen tijdens bepaalde activiteiten (binnen of buiten school), als het voorbereiden en assisteren bij de uitvoering van bepaalde projecten. In de Wet Primair Onderwijs is de 'ouderparticipatie' vastgelegd (zie ook 5.6). Hulp van ouders is onontbeerlijk. Er zijn verschillende soorten hulp mogelijk: onderwijskundige hulp (bij handvaardigheid, lees- en computeronderwijs) voorbereiding (bij diverse feestelijke activiteiten) praktische hulp onder schooltijd (Sinterklaas, Kerst, schoolreis, excursies) ondersteunende taken (schooltuin, documentatiecentrum, buitenoppas) 6.4
Klachtenprocedure
6.4.1 Waarom een klachtenregeling? Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Het kan eraan bijdragen dat er een klimaat heerst waarbij onvrede op de peutergroep/school aan de orde komt en de peutergroep/school maatregelen ter verbetering kan treffen. Ook in andere sectoren wordt een klachtenregeling als belangrijk element van de bewaking van de kwaliteit gezien. De klachtenregeling beoogt te bewerkstelligen dat klachten zoveel mogelijk worden opgelost door de school waar zij zijn ontstaan. De regeling gaat ervan uit dat de scholen, met het oog op de verantwoordelijkheid die zij hebben voor hun functioneren en de mogelijke gevolgen in geval zij niet goed functioneren, er belang bij hebben klachten van leerlingen en ouders zorgvuldig af te wikkelen. De klachtenregeling kan men inzien via de directeur. Het bevoegd gezag sluit zich aan bij de Landelijke klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs. Deze regeling is gebaseerd op artikel 14 van de wet PO. Het adres van de Landelijke Klachtencommissie treft u in hoofdstuk 7.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
22
6.4.2 De gewone gang van zaken Bij ons is het de gewoonte dat bij een klacht de ouder en de leidster hierover direct met elkaar in contact treden om een oplossing te bewerkstelligen in het belang van de betrokken leerling. Mocht dit niet tot een bevredigend resultaat leiden, dan is overleg met de directie mogelijk. Als de klacht nog niet naar genoegen is afgehandeld, kan deze worden doorgestuurd naar het bestuur van onze school. Ons schoolbestuur heeft zich geconformeerd aan de klachtenregeling van de Vereniging 'Verenigde Bijzondere Scholen voor onderwijs op algemene grondslag' (VBS). Deze regeling omvat de volgende punten: aanstelling en taak contactpersoon; aanstelling en taken vertrouwenspersoon; instelling, samenstelling en taken klachtencommissie; procedure bij de klachtencommissie. 6.4.3 De klachtenregeling seksuele intimidatie Binnen de algemene klachtenregeling kent onze Vereniging een specifieke regeling met betrekking tot seksuele intimidatie. De regeling, geldend voor alle Wassenaarse basisscholen, is opgesteld ter voorkoming en bestrijding van seksuele intimidatie binnen de scholen. De regeling gaat ervan uit, dat een klacht eerst wordt onderzocht door een onafhankelijke externe vertrouwenspersoon. Voor klachten met betrekking tot seksuele intimiteiten zijn op onze school twee contactpersonen aangesteld, mevrouw M. Lammerts en de heer dr. B.J. Potter van Loon. Het is hun taak om u door te verwijzen. Via hen kunt u de klachtenregeling inzien. De vertrouwenspersoon is een jeugdarts van de GGD. Adresgegevens vindt u in hoofdstuk 7. 6.4.4 Verzekering Voor de kinderen van onze peutergroep en basisschool is een collectieve scholierenongevallenverzekering afgesloten bij Nationale Nederlanden. Deze verzekering is van kracht onderweg van huis naar school, op school en onderweg van school naar huis. Daarnaast is de verzekering geldig tijdens schoolreisjes en uitstapjes en tijdens de gymnastiek- en zwemlessen. Het volgende is verzekerd: € 454,= in geval van overlijden € 15.882,= ingeval van blijvende totale invaliditeit € 454,= kosten geneeskundige behandeling (maximaal per ongeval) € 68,= kosten tandheelkundige behandeling (maximaal per element) Ook ouders vallen onder deze verzekering, indien zij door de peutergroep / school worden ingeschakeld om te assisteren bij activiteiten binnen en buiten het gebouw. Voor buitenschoolse activiteiten geldt deze regeling niet. Voor meer informatie en de volledige voorwaarden van deze scholierenongevallenverzekering kunt u zich wenden tot het bestuur. 6.4.5 Informatieverschaffing aan (gescheiden) ouders In de praktijk kunnen er soms problemen ontstaan met de informatieverschaffing aan gescheiden ouders, vooral als de niet met het gezag belaste ouder ook geïnformeerd wil worden over vorderingen van het kind. De school is ook verplicht deze ouder te informeren. Na een scheiding zijn in principe beide ouders belast met het gezag over het kind. Dit is alleen anders indien beide of één van de ouders verzoeken aan de rechtbank om het gezag over de kinderen aan één van hen alleen toe te kennen. Sinds 1 januari 1998 is dit wettelijk zo geregeld. Als de rechtbank ingaat op dat verzoek heeft de niet meer met het gezag belaste ouder het recht om bij derden die beroepshalve informatie hebben over het kind, die (belangrijke) informatie op te vragen. Een school is zo'n derde en zal in principe hieraan gehoor moeten geven. De informatieplicht geldt pas voor de school als de niet met het gezag belaste ouder hier uitdrukkelijk om vraagt. De wet noemt twee uitzonderingen. De informatieplicht geldt niet indien: de school de informatie ook niet zou verstrekken aan de wel met het gezag belaste ouder;
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
23
het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet.
De school zal in het laatste geval dus een afweging moeten maken. Als de school de informatie weigert, kan de niet met het gezag belaste ouder een verzoek richten aan de rechtbank om alsnog te beschikken over de gevraagde informatie. De rechtbank kan de school oproepen om het standpunt van de school te vernemen. Bij de afweging van school spelen onder andere de volgende factoren een rol: is er een omgangsregeling met het kind getroffen? de reden van weigering van de met het gezag belaste ouder om zelf informatie te geven aan de ex-echtgeno(o)t(e). 6.5
Sponsoring
Op dit moment is het bestuur bezig met het ontwikkelen van activiteiten rondom sponsoring. Zij volgt daarbij de richtlijnen van het convenant Sponsoring. 6.6 Luizenprocedure Na elke vakantie controleert de luizenouder de kinderen van de groep op hoofdluis. Indien er bij uw kind luis/neten wordt geconstateerd, wordt u verzocht uw kind op te halen van school en uw kind te behandelen. 6.7
Vakanties jaar 2012-2013
Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Pinksteren Zomervakantie
15-10-2012 t/m 19-10-2012 24-12-2012 t/m 04-01-2013 18-02-2013 t/m 22-02-2013 29-03-2013 t/m 01-04-2013 29-04-2012 t/m 10-05-2012 20-05-2013 22-07-2013 t/m 30-08-2013
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
24
7 7.1
NAMEN EN ADRESSEN De montessoripeutergroep Vereniging Montessorischool Wassenaar Zanderijpad 10, 2242 GW WASSENAAR tel: 070-5113388 e-mail:
[email protected] website: www.montessorischoolwassenaar.nl Directeur Mevr. M. Lammerts Bestuur Hr.E.Lakerveld (Voorzitter) Leidsters: Mevr.M.de Boer Mevr. E. Anthonissen Contactpersoon seksuele intimidatie (naast mevr.Lammerts) De heer dr. B.J. Potter van Loon Storm van ’s-Gravevesandeweg 90 2241 XL Wassenaar tel.: 070-5119190
7.2
Externe contacten Gemeente Wassenaar Johan de Wittstraat 45 tel.: Postbus 499, 2240 AL Wassenaar Hoofd afd. Onderwijs dhr. Buschman tel.: Klachtenregeling seksuele intimidatie Wassenaar tel.: Postbus 262240 AA Wassenaar (zie ook 5.4c) Meldpunt vertrouwensinspecteurs voor klachten Over seksuele intimidatie, misbruik, geweld tel.: Landelijke Klachtencommissie De heer Mr. A.H. Westendorp tel: Jacob Mosselstraat 2 2595 RH Den Haag fax: Schooladviesdienst Wassenaar Raadhuis De Paauw tel: Raadhuislaan 22 fax: Postbus 26
[email protected] 2240 AA Wassenaar Jeugdarts GGD Zuid-Holland West Afd. Jeugdgezondheidszorg Postbus 6080
tel: fax: email:
070-5122222 070-5122305 070-5118500
0900-1113111 070-3469226 070-3614633 070-511 85 00 070-514 15 40
www.sadwassenaar.nl
079-3430888 079-3314297
[email protected]
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
25
BIJLAGE 1 PRIVACYREGLEMENT I
ALGEMENE BEPALINGEN
Doel van de registratie Gegevens die over kinderen worden vastgelegd in een dossier hebben tot doel de begeleiding aan en de ontwikkeling van deze kinderen te optimaliseren. Doelgroep De gegevens hebben betrekking op kinderen van de peutergroep en op hun thuissituatie, voor zover laatstgenoemde gegevens voor het functioneren van het kind van belang zijn. Soort gegevens De gegevens die worden vastgelegd in het leerling-dossier betreffen: persoonsgegevens waaronder het burgerservicenummer (BSN) rapportage omtrent gedrag en functioneren; verslagen omtrent onderzoek, intern overleg en oudergesprekken; handelingsplannen.
II 1.
PLICHTEN VAN DE REGISTRATIEHOUDER
4. 5.
Inzage in het leerling-dossier is voorbehouden aan medewerkers van onze peutergroep en basischool. Het verstrekken van gegevens aan derden wordt slechts toegestaan indien ouders/verzorgers hiervoor schriftelijk toestemming hebben verleend. Een uitzondering hierop vormt het onderwijskundig rapport, dat gegevens omvat omtrent de schoolloopbaan van de leerling en dat bestemd is voor de school waar een leerling die de school verlaat het onderwijs voortzet. Leerlingdossiers worden tot 5 jaar nadat de leerling onze school heeft verlaten bewaard. Daarna worden deze vernietigd. Ouders/verzorgers worden over het bestaan van het privacyreglement geïnformeerd. Het privacyreglement kan op school door ouders/verzorgers worden ingezien.
III
RECHTEN VAN DE GEREGISTREERDE
1.
Ouders/verzorgers hebben het recht het dossier van hun kind in te zien. Het verzoek hiertoe richten zij tot de directeur of de coördinator leerlingenzorg, die verplicht is binnen veertien dagen op het verzoek te reageren. Ouders/verzorgers hebben het recht om gegevens uit het leerling-dossier te wijzigen, aan te vullen of te verwijderen als deze feitelijk onjuist zijn of niet ter zake doen. Het verzoek hiertoe richten zij tot de directeur of de coördinator leerlingenzorg, die verplicht is binnen veertien dagen op het verzoek te reageren. Ouders/verzorgers kunnen hun toestemming voor het verstrekken van gegevens aan derden weigeren, met uitzondering van het onder II genoemde onderwijskundig rapport.
2.
3.
2.
3.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
26
BIJLAGE 2 PESTPROTOCOL “ OMGAAN MET ELKAAR” Wij willen de kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden waarin zij zich op een positieve manier kunnen ontwikkelen. Wij bevorderen deze ontwikkeling door het scheppen van een veilig klimaat in een prettige werksfeer in de klas en op het schoolplein met regels en afspraken. Een belangrijke regel is dat kinderen met elkaar dienen om te gaan. Dat het niet altijd als vanzelfsprekend wordt ervaren, geeft aan dat we het kinderen moeten leren en daarin energie steken. Wij vinden dat alle kinderen met elkaar moeten leren omgaan. Dat vormt voor ons een belangrijk pedagogisch uitgangspunt. Iedereen moet zich binnen en buiten de school veilig kunnen voelen. Daarom houdt ieder op school zich aan deze afspraken: 1. Iedereen is gelijkwaardig, ik discrimineer niet 2. Ik ga met zorg met anderen om – ik scheld niet en doe niet mee aan uitlachen of roddelen 3. Ik ga met zorg met spullen van anderen en van de school om 4. Als een kind duidelijk ‘stop’ zegt, dan houd ik op met hinderen of plagen. Als ik dat niet zou doen, dan vraagt dat kind om hulp bij de meester of de juf 5. Ook als er ruzie is en ik kan niet zelf oplossen, vraag ik de juf of meester om hulp 6. Binnen en buiten de school gebruik ik geen geweld 7. Wanneer ik zie dat iemand gepest word, meld ik dit direct aan de juf of meester, dit is geen klikken. Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten! Deze afspraken worden na elke vakantie in de hele school besproken met de kinderen. In een veilige, prettige sfeer is alles bespreekbaar. Daarom gaan wij als school altijd een gesprek aan met kinderen wanneer zij zich niet aan deze afspraken houden. Ook de ouders kunnen hierbij betrokken worden. Bij niet tot overeenstemming komen tot gewenst gedrag worden andere maatregelingen genomen, altijd in overleg met de ouders, omdat de aanpak per kind verschilt. Wij handelen in de volgende stappen: 1 Navragen wat er is gebeurd; 2 Erkennen; 3 Troosten; 4 Maken van afspraken en deze ook vastleggen. Voorop staan deze 3 uitgangspunten: 1 Het kind staat centraal. 2 Wij, de medewerkers, de ouders en het bestuur dragen allen uit dat pesten niet wordt getolereerd 3 Wij grijpen elk moment in wanneer wij vermoeden dat er gepest wordt Er wordt geen oordeel gegeven. Kinderen moeten worden geholpen bij hun gedragingen. Pesten wordt bij ons op school op drie niveaus aangepakt: schoolniveau – groepsniveau en individueel niveau. We spreken van pesten als de pester zich systematisch negatief, kleinerend, kwetsend of agressief gedraagt ten opzichte van een slachtoffer dat zich daardoor bedreigd voelt. Pesten heeft te maken met macht. Het einddoel, het stoppen van pesten, is niet het enige doel. Ook de pester en het slachtoffer moeten worden geholpen. Eerherstel krijgen en het herstellen van de sociale positie moeten daarbij ook worden hersteld. De belangrijkste regel van het pesten luidt: Word je gepest, praat er thuis en op school over. Je mag het niet geheim houden!!
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
27
De school beschikt over een geüpdate versie van het pestprotocol. Voor kinderen met vragen is er een website: www.pestweb.nl. Kinderen kunnen ook gratis bellen naar het nummer van het pestweb: 0800-2828280, van maandag tot vrijdag tussen 14.00 uur en 17.00 uur.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
28
BIJLAGE 3 OUDERBIJDRAGEREGELING SCHOOLJAAR 2012-2013
De ouderbijdrage voor basisschool en peuterschool, alsmede andere bijdragen voor eerste inschrijving en bijzondere activiteiten worden jaarlijks (in mei/juni), op voorstel van de penningmeester, door de Algemene Vergadering van de Vereniging tot Steun aan het Montessori-Onderwijs te Wassenaar vastgesteld.Tegelijkertijd stelt de penningmeester de andere bijdragen voor eerste inschrijving en bijzondere activiteiten vast (zoals zwemles). Bij de eerste inschrijving van een kind uit een gezin voor de basisschool is eenmalig inschrijfgeld verschuldigd van € 250,=. Bij de volgende kinderen of herinschrijving behoeft niet opnieuw inschrijfgeld te worden betaald. Er vindt geen teruggave van inschrijfgelden plaats i.v.m. de gemaakte administratiekosten. De (verplichte) ouderbijdrage voor de peuterschool bedraagt € 1.875,= per schooljaar. Desgewenst kan betaling in drie gelijke termijnen plaatsvinden. De termijnen vervallen dan op 1 november, 1 januari en 1 april van het desbetreffende schooljaar. Bij te late betaling is een boeterente verschuldigd. Op elke vervaldag wordt een boete van 1/3 jaar op basis van wettelijke rente in rekening gebracht over het totaal uitstaande bedrag. Bij voortdurende wanbetaling vindt incasso plaats. Alle daaruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de wanbetaler. Overleg is mogelijk met het bestuur over automistische incassomogelijkheiden: via het volgende mailadres:
[email protected] Jaarlijks worden bovengenoemde bedragen geïndexeerd.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
29
BIJLAGE 4 MEENEMEN NAAR DE PEUTERGROEP Alle attributen dienen duidelijk en duurzaam van naam te worden voorzien. Het pauzehapje en drankje aan de kinderen dient meegegeven te worden in een klein schooltasje of rugzakje. Voor in de klas Een luizenzak Een klein plantje in een overpot (peuters, onderbouw en middenbouw) De kinderen mogen voor de pauze een klein, gezond hapje meebrengen. Wij verzoeken de ouders geen snoep, chocoladekoeken, chips en koolzuurhoudende drankjes mee te geven.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
30
BIJLAGE 5 Kosmische onderwerpen KOO peutergroep en onderbouw Seizoensgebonden thema’s
KOO onderwerp
3 jaren cyclus 1
2
3
Levenscyclus van de mens
4 elementen Water, lucht, vuur, land
Ontstaan van het leven
bomen
bosdieren
paddenstoel
Een land / volk
indianen
Inuit
vikingen
Gezond gedrag
lichaam
verkeer
Voeding/fruit De appel
amfibie
vogel
Planten/bollen/bloemen
Techniek
bouwen
Natuurkundige verschijnselen
Kleur en vorm
Tijd en tijdperken
Nacht/dag Maand/seizoen
Heelal
Middeleeuwen (ridders en kastelen)
Kinderboekenweek / dierendag Ontstaan van het leven Herfst Herfstvakantie
Sint Kerst Kerstvakantie Winter
Voorjaarsvakantie Lente
Meivakantie
Thema schoolreis Thema eindfeest
Toelichting op de schema’s
Binnen de praktische organisatie van ons montessorionderwijs hebben wij een keuze gemaakt om de methodes voor de W.O vakken (AK/GS/BIO/Na/Verkeer) los te laten en een nieuwe keuze te maken omdat we meer willen uitgaan van het grote geheel en kinderen verbanden willen laten leggen tussen de vakgebieden; We willen durven loslaten; We willen vanuit de kinderen en hun vragen werken; Voor ons is het materiaal geen doel maar een middel
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
31
BIJLAGE 6
CRITERIA ERKENNING TOT MONTESSORI PEUTERGROEP
Eisen waaraan elke peutergroep dient te voldoen, wil zij als montessori-peutergroep door de NMV worden erkend De voorbereide omgeving
De ruimte1 is onderverdeeld in verschillende gemakkelijk toegankelijke zones2 met elk een eigen functie. In elk geval zijn zones aanwezig voor de oefeningen voor: 1. de ontwikkeling van de motoriek, waaronder die voor het dagelijkse leven; 2. de ontwikkeling van de zintuigen; 3. de taalontwikkeling; 4. kosmische opvoeding en kosmisch onderwijs; 5. de ontwikkeling van het tellen en het rekenen; 6. kunstzinnige vorming (zie hiernaast); 7. het plat en ruimtelijk bouwen en construeren.
Voorbeelden van andere zones zijn: keuken of natte hoek; aandachtstafel; natuurtafel; ontdekhoek; leeshoek; hoek voor illusiespel (poppen).
Ontwikkelingsgebieden binnen de kunstzinnige vorming (kunnen) zijn: beeldende vorming; muzikale vorming; dansante vorming; dramatische vorming; audiovisuele vorming.
Er is een rusthoek aanwezig.
Verder zijn in de ruimte aanwezig: opbergruimte; vloerkleedjes in rek of kist (voor activiteiten op de grond); een (pas)spiegel.
De voorbereide omgeving is veilig, aangenaam, rustig en esthetisch verzorgd. Uitsluitend die materialen en middelen zijn zichtbaar aanwezig, die op dat moment in de belangstelling van de kinderen staan of binnen afzienbare tijd kunnen komen.
Er is voldoende ruimte voor de peuters om in vrijheid te bewegen; afgestemd op het (maximaal mogelijke) aantal peuters van elke groep.
De ruimte is zo ingericht dat elk kind een plek heeft, of kan vinden, om te werken.
In de ruimte is voldoende plaats voor montessorispecifieke activiteiten: vloerkleedjes om op de grond te werken, kunnen worden neergelegd; ovale streep (voor streeplopen) is op de vloer getrokken.
1 2
De accommodatie en het meubilair zijn afgestemd op de maten van de aanwezige kinderen: tafels en stoelen/krukjes (voor ieder kind op maat);
Bij voorbeeld op een kleedje of aan een tafeltje.
Niet noodzakelijk, maar bij voorkeur aanwezig: lage ramen met uitzicht naar buiten.
Onder ruimte wordt verstaan: het totaal van alle faciliteiten van de groep(en). Onder zone wordt verstaan: een hoek, een plank of een kast.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
32
lage, open kasten of planken; toiletten op kindhoogte; kapstokken op kindhoogte opruimmogelijkheden).
Het materiaal voor de peuters staat niet hoger dan op ooghoogte. De middelen moeten daarbij zodanig zijn opgesteld, dat de kinderen: zicht hebben op de inhoud; de middelen gemakkelijk kunnen verplaatsen.
(met
ordenings-
en
De voorbereide omgeving is verder afgestemd op de leeftijdsgroep.
De materialen staan in de kast per ontwikkelingsgebied gegroepeerd.
Het materiaal is per activiteit (werkje) bij elkaar geplaatst.
De oefeningen voor het dagelijkse leven nemen in de omgeving een belangrijke plaats in. Binnen elke hieronderstaande categorie is van de daar genoemde oefeningen ten minste aanwezig: voor de zorg voor de eigen persoon de helft van de volgende oefeningen: openen en sluiten van: ritssluitingen; knopen; drukknopen; haken en ogen; gespen; strikken; veiligheidsspelden; schoenknopen; veters met rijghaakjes; veters; klittenband; tuinbroekclip; vlechten. Voor de zorg voor de eigen persoon twee derde deel van de volgende oefeningen: schoenen poetsen; handen wassen; jas aan en uit doen; schoenen aan en uit doen; toiletgebruik; tanden poetsen; haren kammen; neus snuiten. Voor de zorg voor de omgeving ten minste de helft van de volgende oefeningen: vouwen; kleedjes, tafellaken; afstoffen; kruimeldief gebruik; tafelschuier en blik; vegen; stoffer en blik; dweilen; kleedje kloppen; afwassen;
Zintuigmateriaal bij zintuigmateriaal, enzovoorts.
Zo veel mogelijk in (bij voorbeeld) een mandje of op een dienblaadje.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
33
afdrogen; schrijfborden wassen; tafels wassen; ramen wassen; wassen (tafelkleedjes en dergelijke); strijken; plant(en) verzorgen; bloemen in vaas schikken; spiegel schoonmaken; koper poetsen. Voor de volgende overige oefeningen zijn van ten minste twee derde deel de middelen aanwezig: scheppen; schenken; zeven; klutsen; knijperwerk; tafel dekken; serveren; smeren; schroeven en moeren hanteren; raspen; snijden; wringen; gebruik van pincet, suikertang, en dergelijke; openen en sluiten van: doosjes; flesjes.
Van elk aanwezig materiaal is slechts één exemplaar aanwezig.
Al het materiaal is compleet en in goede conditie.
Het montessorimateriaal neemt in de omgeving een belangrijke plaats in. Van onderstaand materiaal is ten minste tweederde deel aanwezig: cilinderblokken: blok A; blok B; blok C; blok D; gekleurde cilinders: gele serie; rode serie; groene serie; blauwe serie; roze toren; bruine trap; rode stokken; kleurspoelen: drie-parendoos; elf-parendoos; materiaal voor het gevoelig maken van de vingers; ruw-gladmateriaal: eerste plank; tweede plank; stoffendoos; geheimzinnig tasje met inhoud; sorteerwerkjes; geleidingsplaatjes;
Zo mogelijk ook buiten.
Dient door de leidster zelf te worden samengesteld.
Dienen door de leidster zelf te worden samengesteld.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
34
gehoorkokers (ten minste 3 paren); reukkokers, reukzakjes, o.i.d. (ten minste 3 geuren); smaakflesjes (ten minste 3 smaken); geometrische lichamen; grondvlakken; aanbiedingsraam of kastje met geometrische figuren; schuurpapieren letters; schuurpapieren cijfers; rekenstokken met cijferplankjes of telbakjes of alternatief telmateriaal.
Van elk aanwezig montessorimateriaal is slechts één exemplaar aanwezig.
Al het materiaal is compleet en in goede conditie.
De leidster geeft regelmatig ontwikkelingslessen.
Uit de registratie van de leidster blijkt dat de oudere kinderen letters en/of cijfers aangeboden hebben gekregen als ze daar belangstelling voor hebben.
Uit de registratie van de leidster en de lesaantekeningen blijkt dat zij gemiddeld ten minste één keer per maand een ontwikkelingsles aanbiedt.
Uit de administratie van de leidster blijkt dat zij regelmatig aandacht besteedt aan de volgende wellevendheidslesjes: hand geven; deur openen en sluiten; stoel aanschuiven; stoel dragen; op je beurt wachten; hulp vragen; kleedje uit- en oprollen; vragen of je ergens langs of bij mag.
De leidster besteedt regelmatig aandacht aan streeplopen.
Uit de registratie van de leidster blijkt dat zij gemiddeld ten minste één keer per week streeplopen aanbiedt.
In de groep is aanvullend (door de leidster gemaakt) materiaal aanwezig.
Dat materiaal moet uiteraard voldoen aan zo veel mogelijk eisen die aan het materiaal te stellen zijn.
Voor de volgende oefeningen zijn voor ten minste de helft van de activiteiten de middelen aanwezig, zodanig dat de kinderen naar behoefte individueel ermee kunnen werken: tekenen: met krijt; met potlood; met stift; verven: met vingers; met kwast; kleien; plakken; scheuren; knippen; borduren; prikken; rijgen; kleuren mengen; stempelen; sjabloneren; weven; puzzelen.
Verder kan in de groep aandacht worden besteed aan de volgende oefeningen: klimmen en klauteren; springen; gooien en vangen; evenwichtsoefeningen; fietsen (driewieler); steppen; looptonnen; puzzelen; bouwen; construeren.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
35
De kinderen hebben de mogelijkheid om planten en dieren: te verzorgen; te observeren; te bestuderen.
Rekening houdend met eventuele allergieën. Te denken valt aan: terrarium of aquarium; planten en zaaigoed (binnen en buiten);
De middelen voor werk en spel buiten (voor zover aanwezig) kunnen daar waar mogelijk door de kinderen zelf worden: gepakt; gebruikt; opgeruimd.
Aanwezig kunnen zijn: tuingereedschap op peuterformaat; buitenspeelmaterialen.
De leidster criterium: toelichting: Per groep is ten minste één leidster aanwezig, die in het bezit is van het certificaat montessori-peuterleidster of een ander montessoridiploma, zoals het AMI- of AMS-diploma, of een montessoridiploma voor het basisonderwijs. 3
Elke leidster voldoet aan de volgende eisen: ze is gericht op de kinderen; ze heeft respect voor de kinderen; ze heeft respect voor het werk van de kinderen; ze waakt ervoor dat de kinderen elkaar zo weinig mogelijk uit hun concentratie halen; ze probeert zelf zo weinig mogelijk de concentratie van de kinderen te onderbreken; ze wekt nieuwsgierigheid op bij de kinderen voor het werk in de groep; ze heeft een observerende houding; ze is de schakel tussen de omgeving en de kinderen; ze stimuleert positief gedrag; ze waakt tegen wanorde door een positieve houding; ze stimuleert sociaal gedrag.
Elke aanwezige leidster: geeft voldoende, maar geen overbodige hulp aan de peuters; geeft individuele, groeps- en algemene lesjes; registreert: de werkzaamheden en het gedrag van de kinderen.
De leidster heeft regelmatig contact met de ouders.
Zoals bij voorbeeld blijkt uit de aantekeningen van: huisbezoeken; koffie-ochtenden, oudermiddagen en/of –avonden.
De leidster heeft regelmatig contact met: de bijbehorende montessori-basisschool; de andere montessori-peutergroepen in de regio.
Zoals bij voorbeeld blijkt uit de notulen van vergaderingen.
Het is prettig als uit gegevens (notulen; presentielijsten) blijkt dat de leidster regelmatig regionale of landelijke bijeenkomsten bijgewoond heeft.
Bij een hier niet genoemd bewijs oordeelt de Kwaliteitscommissie peutergroepen of het bewijs een minstens gelijkwaardig alternatief is. 3
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
36
De kinderen in de groep criterium: toelichting: De peutergroep werkt met (een) heterogene (leeftijdgemengde) groep(en). Dus vanaf de jongsten tot en met de kinderen die naar de onderbouw gaan.4
Er zijn ten minste 15 peuters in elke groep.5
Er zijn vaste groepen op vaste dagen met telkens ten minste een vaste leidster.
De organisatie heeft een aantoonbaar streven naar vorming van groepen kinderen die langer dan twee dagdelen in de groep verblijven.
Vast te stellen aan de hand van bij voorbeeld een instellingswerkplan, een brief naar de subsidiegevende instantie, een intentieverklaring van de subsidiegevende instantie of een brief naar alle ouders van de peuters.
Het werk criterium: toelichting: De kinderen hebben gedurende elk dagdeel vrijheid van werk- en activiteitenkeuze. Per dagdeel is ten minste 50% van de tijd hiervoor beschikbaar.
De kinderen kunnen de activiteiten en middelen van de groep op eigen initiatief: pakken; gebruiken; opruimen.
De leidster stimuleert het werken met montessorimaterialen.
De kinderen hebben de vrijheid om in eigen tempo te werken.
Aan de kinderen wordt gelegenheid geboden samen met een ander kind te werken.
Indien er ook buiten kan worden gewerkt, dan geldt deze eis ook voor de buitenactiviteiten.
Observatie en registratie werkzaamheden kinderen criterium: De leidster observeert: systematisch; dagelijks; elk individueel kind; maar ook de gehele groep, zoals blijkt uit: gedragingen van de leidster; aantekeningen die de leidster maakt.
toelichting: Bij voorbeeld met gebruikmaking van: het observatiemodel “Wielewaal”6; het Pravoo Peutervolg- en hulpsysteem7.
4
Slechts wanneer aantoonbaar door een gemeentelijke verordening deze eis (nog) niet kan worden gerealiseerd, kan (voorlopig) van deze eis worden afgeweken. 5 Slechts wanneer aantoonbaar door een gemeentelijke verordening deze eis (nog) niet kan worden gerealiseerd, kan (voorlopig) van deze eis worden afgeweken. 6 Te bestellen bij het secretariaat van de NMV, Postbus 3140, 3502 GC Utrecht; nmv-
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar
37
criterium: De leidster houdt een registratie bij.
toelichting: Er kunnen verschillende modellen worden gebruikt; idealiter wordt het zelfde model gebruikt als in de bijbehorende basisscho(o)l(en).
Aan de hand van het registratieformulier wordt duidelijk dat de leidster tegemoet komt aan de verschillen tussen de kinderen met betrekking tot: ontwikkelingsleeftijd; gevoelige perioden; belangstelling; karakter; de behoefte om alleen of samen te werken.
[email protected]. 7 Idem.
Pedagogisch beleidsplan Montessoripeutergroep Wassenaar