Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich.
Waterverwarmer WAT 140
83050907 • 1/2011-12
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140
1 Aanwijzingen voor de gebruiker ..................................................................................... 1.1 Informatie voor de gebruiker ............................................................................. 1.1.1 Symbolen ............................................................................................................... 1.1.2 Doelgroep .............................................................................................................. 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid ....................................................................
4 4 4 4 5
2 Veiligheid ..................................................................................................................................... 2.1 Doelmatig gebruik ................................................................................................ 2.2 Veiligheidsvoorschriften ..................................................................................... 2.2.1 Normale werking .................................................................................................. 2.2.2 Elektrische aansluiting ........................................................................................ 2.3 Afvoer van afvalstoffen ........................................................................................
6 6 6 6 6 6
3 Productbeschrijving ............................................................................................................... 7 3.1 Typebenaming ...................................................................................................... 7 3.2 Serienummer ......................................................................................................... 7 3.3 Werking .................................................................................................................. 7 3.4 Technische gegevens ......................................................................................... 8 3.4.1 Toelatingsgegevens ............................................................................................ 8 3.4.2 Vermogen .............................................................................................................. 8 3.4.3 Werkingsdruk ....................................................................................................... 9 3.4.4 Werkingstemperatuur ......................................................................................... 9 3.4.5 Omgevingscondities ........................................................................................... 9 3.4.6 Milieu-eigenschappen/Recyclage ................................................................... 9 3.4.7 Inhoud .................................................................................................................. 10 3.4.8 Afmetingen ......................................................................................................... 10 3.4.9 Gewicht ............................................................................................................... 10 4 Montage ..................................................................................................................................... 11 4.1 Montagevoorschriften ...................................................................................... 11 4.2 Boiler opstellen ................................................................................................. 11 5 Installatie ................................................................................................................................... 12 5.1 Voorwaarden ...................................................................................................... 12 5.2 Hydraulische aansluiting ................................................................................. 12 6
Inbedrijfstelling ...................................................................................................................... 14
7
Buitenbedrijfstelling ............................................................................................................ 15
8 Onderhoud ............................................................................................................................... 16 8.1 Aanwijzingen voor het onderhoud ................................................................. 16 8.2 Onderhoudsplan ............................................................................................... 16 8.3 Boiler reinigen .................................................................................................... 17 8.4 Magnesiumanode vervangen ......................................................................... 18 8.5 Bekleding vervangen ........................................................................................ 19 9
Foutopsporing ........................................................................................................................ 20
10 Toebehoren .............................................................................................................................. 21 10.1 Vreemdstroomanode ........................................................................................ 21 11 Wisselstukken ......................................................................................................................... 24
83050907 • 1/2011-12 • La
2-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140
12 Notities ....................................................................................................................................... 28 13 Trefwoordenlijst ..................................................................................................................... 31
83050907 • 1/2011-12 • La
3-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 1 Aanwijzingen voor de gebruiker
1 Aanwijzingen voor de gebruiker Vertaling van de originele bedieningsrichtlijnen
Deze montage- en bedieningsrichtlijnen zijn een vast bestanddeel van het toestel en moeten bij de installatie bewaard worden.
1.1 Informatie voor de gebruiker 1.1.1 Symbolen Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen of de dood.
GEVAAR
WAARSCHUWING
Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen of de dood leiden.
Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade of lichte tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden.
OPGELET
Belangrijke opmerking.
Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming Waardebereik
1.1.2 Doelgroep Deze montage- en bedieningsrichtlijnen richten zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moeten nageleefd worden door alle personen die aan het toestel werken. Werken aan het toestel mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden. Personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vaardigheden mogen enkel onder toezicht of met de instructies van een bevoegde persoon aan het toestel werken. Kinderen mogen niet aan het toestel spelen.
83050907 • 1/2011-12 • La
4-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 1 Aanwijzingen voor de gebruiker
1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één of meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ▪ ondoelmatig gebruik; ▪ niet-naleving van de montage- en bedieningsrichtlijnen; ▪ gebruik bij defecte veiligheids- of beschermingsinrichtingen; ▪ het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ▪ ondeskundige montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud; ▪ eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel; ▪ inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn; ▪ ondeskundig uitgevoerde herstellingen; ▪ gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; ▪ niet geschikt medium; ▪ gebreken in de toevoerleidingen; ▪ overmacht.
83050907 • 1/2011-12 • La
5-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 2 Veiligheid
2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De waterverwarmer is geschikt voor: ▪ de opwarming van sanitair water volgens de geldende voorschriften, ▪ verwarmingswater volgens VDI 2035. Het toestel mag enkel in gesloten ruimtes gebruikt worden. De opstellingsruimte moet aan de plaatselijk geldende voorschriften voldoen en moet vorstbestendig zijn. Ondoelmatig gebruik kan: ▪ verwondings- of levensgevaar voor de gebruiker of voor derden veroorzaken, ▪ het toestel of andere voorwerpen beschadigen.
2.2 Veiligheidsvoorschriften Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk opgelost worden.
2.2.1 Normale werking ▪ Alle platen op het toestel leesbaar houden. ▪ Voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectiewerken op tijd uitvoeren. 2.2.2 Elektrische aansluiting Bij werken aan spanningsgeleidende onderdelen: ▪ voorschriften ter voorkoming van ongevallen BGV A3 en plaatselijk geldende voorschriften, in het bijzonder het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.), naleven; ▪ gereedschap volgens EN 60900 gebruiken.
2.3 Afvoer van afvalstoffen Gebruikt materiaal doelmatig en milieuvriendelijk afvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven.
83050907 • 1/2011-12 • La
6-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 3 Productbeschrijving
3 Productbeschrijving 3.1 Typebenaming WAT 140 WAT 140
Bouwserie: Weishaupt Aqua Tower Bouwgrootte
3.2 Serienummer Het serienummer op het typeplaatje identificeert het product nauwkeurig. Het is absoluut noodzakelijk voor de Weishaupt-klantendienst.
1 Typeplaat
Ser.Nr.
3.3 Werking De boiler is geschikt voor de werking met gesloten warmwater-verwarmingsinstallaties. Via een gladde-buis-warmtewisselaar wordt sanitair water in de boiler opgewarmd. Vreemdstroomanode (optie) De ingebouwde magnesiumanode kan door een vreemdstroomanode vervangen worden (zie hfst. 10.1).
83050907 • 1/2011-12 • La
7-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 3 Productbeschrijving
3.4 Technische gegevens 3.4.1 Toelatingsgegevens DIN CERTCO SVGW
9W247-13MC 0108-4404
3.4.2 Vermogen Stilstandsverlies bij 45 K Opslagcapaciteit (60 °C)
1,5 kWh/24 h 8,3 kWh
Continu vermogen Aftapdebiet Vermogenkengetal(1 Kortstondig vermogen(1
33 kW 560 l/h 2,5 330 l/10 min
80/10/60 °C - 3,0 m³/h 80/10/60 °C - 3,0 m³/h 80/10/60 °C - 3,0 m³/h 80/10/60 °C - 3,0 m³/h
Continu vermogen 75/10/50 °C - 1,0 m³/h 25 kW Aftapdebiet 75/10/50 °C - 1,0 m³/h 510 l/h (1 Vermogenkengetal 75/10/50 °C - 1,0 m³/h 1,5 Kortstondig vermo75/10/50 °C - 1,0 m³/h 170 l/10 min gen(1 (1 heeft betrekking op het aangegeven continu vermogen. Drukverlies sanitair water 70 60 50 40 30 20 10 0 0
0,5
1 Debiet in m³/h 2 Drukverlies in mbar
83050907 • 1/2011-12 • La
8-31
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 3 Productbeschrijving Drukverlies warmtewisselaar 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
1 Debiet in m³/h 2 Drukverlies in mbar
3.4.3 Werkingsdruk Verwarmingswater Sanitair water Sanitair water Zwitserland
max 10 bar max 10 bar max 6 bar
3.4.4 Werkingstemperatuur Verwarmingswater Sanitair water
max 110 °C max 95 °C
3.4.5 Omgevingscondities Temperatuur tijdens de werking Temperatuur bij transport/opslag Relatieve vochtigheid
3.4.6 Milieu-eigenschappen/Recyclage De boiler bevat geen Cr6, geen lood en geen CFK's.
83050907 • 1/2011-12 • La
9-31
+5 … +40 °C -20 … +70 °C max 80 %, geen dauwpunt
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 3 Productbeschrijving
3.4.7 Inhoud Nominale inhoud sanitair water Verwarmingswater
140 liter 5,4 liter
3.4.8 Afmetingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Diameter revisieopening Kantelmaat Voetschroeven Voelerhuls onderaan Voelerhuls bovenaan Koudwateraansluiting G1" Terugloop verwarming G1" Circulatieaansluiting G¾" Vertrek verwarming G1"
90 mm 1813 mm 15 mm 636 mm(1 1179 mm(1 87 mm(1 190 mm(1 918 mm(1 1140 mm(1
0 Warmwateraansluiting G1" 1677 mm(1 q Hoogte 1763 mm (1 w Diameter deksel 486 mm (1 Maat heeft betrekking op 15 mm voetschroefhoogte.
3.4.9 Gewicht Leeggewicht: ca. 100 kg
83050907 • 1/2011-12 • La
10-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 4 Montage
4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Boilertype en werkingsdruk controleren De op de typeplaat aangegeven werkingsdruk mag niet overschreden worden. ▶ Boilertype controleren. ▶ Controleren of de werkingsdruk gerespecteerd wordt (zie hfst. 3.4.3). Opstellingsruimte controleren
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
Controleren of de opstellingsruimte vorstbestendig is. Draagkracht van de vloer en van de trap enz. controleren (zie hfst. 3.4.9). Controleren of de vloer effen is. Plaatsbehoefte voor hydraulisch systeem controleren. Leidingswegen controleren. Minimum ruimtehoogte controleren, daarbij de kantelmaat in acht nemen (zie hfst. 3.4.8).
4.2 Boiler opstellen Stoten en schokken bij transport en opstelling vermijden. De warmte-isolatie is gevoelig voor druk - voorzichtig te werk gaan.
Minimum afstand
▶ Voor montage- en onderhoudswerken minimum afstand tot het plafond respecteren:
Staafanode Kettinganode
570 mm 200 mm
Boiler stabiel plaatsen De boiler kan door het draaien van de voetschroeven gestabiliseerd worden. Hoogte van de voetschroeven
15 … 40 mm
De voetschroeven niet tot de aanslag indraaien, anders kan contactgeluid optreden.
▶ Boiler met de voetschroeven horizontaal stabiliseren.
83050907 • 1/2011-12 • La
11-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 5 Installatie
5 Installatie 5.1 Voorwaarden Het verwarmingswater moet aan de eisen van de VDI-richtlijn 2035 of van vergelijkbare plaatselijk geldende voorschriften voldoen.
5.2 Hydraulische aansluiting ▶ Warmtewisselaar spoelen. ✓ Vreemde bestanddelen worden verwijderd. ▶ Verwarmingswaterleidingen aansluiten. ▶ Tapwaterleidingen aansluiten, daarbij de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen (bijv. DIN 1988, EN 806).
▶ Aansluitstukken die niet gebruikt worden met een afsluitstop sluiten. Aftapkraan
▶ Aftapkraan op het laagste punt van de koudwaterleiding installeren. Veiligheidsventiel Gegevens van de fabrikant in verband met de dimensionering in acht nemen. Het veiligheidsventiel: ▪ mag vanuit de boiler niet afsluitbaar zijn, ▪ moet ten laatste bij het bereiken de toegelaten werkingsdruk van de boiler opengaan. Afvoerleiding veiligheidsventiel De afvoerleiding: ▪ mag bij 2 bochtstukken maximaal 4 m lang zijn; ▪ mag bij 3 bochtstukken maximaal 2 m lang zijn; ▪ moet op een vorstvrije plaats zijn; ▪ moet zo geplaatst worden dat de monding zichtbaar is.
▶ Afvoerleiding met het nodige verval plaatsen. ▶ Aanwijsplaat "Tijdens de opwarming kan om veiligheidsredenen water uit de afvoerleiding stromen. Niet afsluiten!" aanbrengen.
83050907 • 1/2011-12 • La
12-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 5 Installatie Aansluitingen Alle aansluitingen met uitwendige schroefdraad.
1 2 3 4 5 6 7
83050907 • 1/2011-12 • La
Warmwateraansluiting G1" Voelerhuls bovenaan Vertrek verwarming G1" Circulatieaansluiting G¾" Voelerhuls onderaan Terugloop verwarming G1" Koudwateraansluiting G1"
13-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 6 Inbedrijfstelling
6 Inbedrijfstelling ▶ Boiler met water vullen. ▶ Dichtheid van de revisieopeningen en de aansluitingen controleren. ▶ Werkingsbereidheid van het veiligheidsventiel controleren. ▶ Installatie afpersen tot het veiligheidsventiel reageert. ▶ Installatie op werkingsdruk brengen. ▶ Evt. stekker van de vreemdstroomanode insteken.
83050907 • 1/2011-12 • La
14-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 7 Buitenbedrijfstelling
7 Buitenbedrijfstelling ▶ Evt. stekker van de vreemdstroomanode uittrekken. ▶ De installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. ▶ Koudwatertoevoer sluiten. ▶ Boiler leegmaken en compleet laten drogen. ▶ Revisieopening open laten tot het toestel weer in bedrijf gesteld wordt.
83050907 • 1/2011-12 • La
15-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 8 Onderhoud
8 Onderhoud 8.1 Aanwijzingen voor het onderhoud De gebruiker moet de installatie minstens om de 2 jaar laten onderhouden. Onderhoudswerken mogen enkel worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel dat over de nodige vakkennis beschikt. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen.
Vóór elk onderhoud
▶ De gebruiker vóór het begin over de onderhoudswerken informeren. ▶ De installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. ▶ Koudwatertoevoer sluiten. Na elk onderhoud
▶ ▶ ▶ ▶
Koudwatertoevoer openen. Boiler met water vullen en ontluchten. Dichtheidscontrole uitvoeren. Werkingstest uitvoeren.
8.2 Onderhoudsplan Componenten Boiler Magnesiumanode Vreemdstroomanode (optie)
Criterium Kalkafzetting Slijtage Diameter < 15 mm Controlelampje rood of uit
Bekleding
Beschadiging
83050907 • 1/2011-12 • La
16-31
Onderhoudsmaatregel ▶ Reinigen. ▶ Diameter controleren. ▶ Vervangen. ▶ Werking testen. ▶ Vervangen. ▶ Vervangen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 8 Onderhoud
8.3 Boiler reinigen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hfst. 8.1).
OPGELET
Corrosie door beschadiging van de beschermlaag In de waterverwarmer vormt zich door de magnesiumanode een beschermlaag (witte afzetting). De beschadiging van deze beschermlaag leidt tot corrosie. ▶ De beschermlaag niet beschadigen.
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
83050907 • 1/2011-12 • La
Boiler leegmaken. Frontplaat afnemen (zie hfst. 8.5). Flensisolatie 1 verwijderen. Schroeven 2 van de revisieflens 3 verwijderen. Revisieflens en flensdichting 4 verwijderen. Boiler met waterslang besproeien - of - reservoir met kalkoplosmiddelen reinigen, daarbij de instructies van de fabrikant in acht nemen. Afzettingen verwijderen. Nieuwe flensdichting plaatsen, daarbij op properheid van de dichtingsvlakken letten. Revisieopening sluiten, schroeven kruisgewijs vastdraaien (35 ± 5 Nm). Frontplaat weer monteren. Inbedrijfstelling doorvoeren (zie hfst. 6).
17-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 8 Onderhoud
8.4 Magnesiumanode vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hfst. 8.1). Als de opstellingsruimte niet hoog genoeg is, kan een kettinganode gebruikt worden (zie wisselstukken).
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
OPGELET
Corrosie door uitgetrokken anodekabel Ontbrekende elektrische verbinding van de anode naar de boilerwand kan tot corrosie leiden. ▶ Anodekabel met moer vastschroeven.
▶ ▶ ▶ ▶ ▶
83050907 • 1/2011-12 • La
Deksel van de boiler afnemen. Afsluitstop verwijderen. Moer 3 en anodekabel 4 verwijderen. Via de aflaatkraan ca. 15 liter water aftappen. Afsluitkap 2 van de magnesiumanode losmaken. Magnesiumanode controleren en vervangen indien de diameter kleiner is dan 15 mm. Dichting 1 vervangen, daarbij op de properheid van de dichtingsvlakken letten. Magnesiumanode in afsluitkap plaatsen en bevestigen.
Koudwatertoevoer openen. Boiler via warmwaterleiding ontluchten. Dichtheidscontrole uitvoeren. Afsluitstop inbrengen. Deksel van de boiler opzetten.
18-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 8 Onderhoud
8.5 Bekleding vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hfst. 8.1).
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
83050907 • 1/2011-12 • La
Voeler verwijderen. Deksel 1 van de boiler afnemen. Schroeven verwijderen en voorkant 3 afnemen. Schroeven verwijderen en zijkant rechts 2 en zijkant links 4 afnemen. Bekleding in omgekeerde volgorde weer monteren. Voeler plaatsen. Inbedrijfstelling doorvoeren (zie hfst. 6).
19-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 9 Foutopsporing
9 Foutopsporing Probleem Boiler lekt
Oorzaak Verkeerde installatie Revisieflens lekt Afsluitstoppen lekken Buisaansluitingen lekken De boiler lekt
Verwarmingsveiligheidsventiel blaast af, druk in het verwarmingssysteem stijgt Warmwater-veiligheidsventiel drupt voortdurend
Warmtewisselaar in de boiler is lek
Oplossing ▶ Werking en correcte installatie van het veiligheidsventiel controleren. ▶ Bouten vastdraaien. ▶ Dichting vervangen. ▶ Afsluitstoppen opnieuw afdichten. ▶ Aansluiting losmaken en opnieuw afdichten. ▶ Klantendienst van Weishaupt verwittigen. ▶ Klantendienst van Weishaupt verwittigen.
Ventielzitting lekt
▶ Ventielzitting op kalkafzetting contro-
Waterdruk te hoog
▶ Veiligheidsventiel vervangen. ▶ Koudwaterdruk controleren. ▶ Evt. defect drukreduceerventiel ver-
leren.
Uitstroming van roestkleurig wa- Corrosie in het leidingnet ter aan aftapventiel Staalspanen van montagewerken in de boiler Corrosie in de boiler
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
Opwarmtijd te lang
Primair waterdebiet te klein
▶
Primaire temperatuur te laag
▶
▶ Opwarmtijd verlengt zich Kalkafzetting op de warmtewisselaar ▶ Warmwatertemperatuur te laag Regeling schakelt te vroeg af ▶ Vermogen van de warmtegenerator niet ▶
LED van de vreemdstroomanode brandt niet LED van de vreemdstroomanode knippert rood
83050907 • 1/2011-12 • La
toereikend Te sterke instroming koud water door te hoge koudwaterdruk Geen spanningstoevoer
Foutieve aansluiting Isolatie tussen de elektrode en de boiler onjuist
20-31
▶ ▶ ▶
vangen. Onderdelen met corrosieschade vervangen. Leidingen en boiler grondig spoelen. Spanen via revisieopening verwijderen. Leidingen en boiler grondig spoelen. Revisieflens openen en boiler op corrosieschade onderzoeken. Klantendienst van Weishaupt verwittigen. Hogere vermogentrap van de pomp instellen, evt. grotere pomp inbouwen. Vertrektemperatuur bij warmwateroplading verhogen. Instelling van de regelaar controleren. Verwarmingsvlak ontkalken. Voeler en regeling controleren. Vermogen van de warmtegenerator controleren en evt. aanpassen. Instroomplaat controleren. Koudwaterdruk reduceren. Spanningstoevoer controleren.
▶ Aansluitingen controleren. ▶ Isolatie bij lege boiler controleren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 10 Toebehoren
10 Toebehoren 10.1 Vreemdstroomanode
GEVAAR
OPGELET
Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. ▶ Stroomtoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. ▶ Tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. Schade aan de boiler door gasophoping Bij werking met vreemdstroomanode kan zich gas ophopen. In zeldzame gevallen kan er zich een vonk vormen en kan een ontploffing ontstaan. De installatie kan beschadigd worden. ▶ Vreemdstroomanode niet langer dan 2 maand zonder waterafname gebruiken. De vreemdstroomanode werkt pas wanneer de boiler gevuld is. ▶ Controlelampje op de stekker af en toe controleren. ▶ Waterafname verzekeren. De voeding naar de vreemdstroomanode enkel uitschakelen wanneer de boiler leeg is.
83050907 • 1/2011-12 • La
21-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 10 Toebehoren Vreemdstroomanode vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hfst. 8.1).
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
OPGELET
83050907 • 1/2011-12 • La
Stekker 3 van de vreemdstroomanode uittrekken. Via de aflaatkraan ca. 15 liter water aftappen. Deksel van de boiler afnemen. Afsluitstop verwijderen. Aansluitkabel 4 van de anode verwijderen. Afsluitkap 2 losmaken en defecte vreemdstroomanode verwijderen. Dichting 1 vervangen, daarbij op de properheid van de dichtingsvlakken letten. Nieuwe vreemdstroomanode in afsluitkap plaatsen. Afsluitkap met vreemdstroomanode in de boiler vastmaken.
Corrosie door verkeerd aangesloten anode Een verkeerd aangesloten vreemdstroomanode leidt tot corrosie. ▶ Kabel 4 correct aansluiten.
22-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 10 Toebehoren
▶ Koudwatertoevoer openen. ▶ Boiler via warmwaterleiding ontluchten. ▶ Dichtheidscontrole uitvoeren. ▶ Afsluitstop inbrengen. ▶ Deksel van de boiler opzetten. ▶ Stekker insteken. ✓ Controlelampje van de stekker wordt groen.
83050907 • 1/2011-12 • La
23-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 11 Wisselstukken
11 Wisselstukken
1.01 1.05
1.04
1.03 1.02
1.10 1.09 1.07
1.08
1) 1)
1)
1)
1.06
83050907 • 1/2011-12 • La
24-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 11 Wisselstukken Pos. 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06 1.07 1.08 1.09 1.10
83050907 • 1/2011-12 • La
Benaming Deksel voor waterverwarmer Plaatbekleding – Voorkant – Zijkant rechts – Zijkant links Afsluitstop 25 x 95 x 30 Bout M12 x 50 Flensisolatie WAV70-K Schroef M10 x 25, DIN 933 5.6 Blinde flens 140 x 8 Flensdichting 109,5 x 88 x 3
25-31
Bestelnr. 471 145 02 01 2 471 145 02 07 7 471 145 02 10 7 471 145 02 05 7 471 150 02 29 7 401 729 471 074 02 08 7 401 610 471 145 01 02 7 471 145 01 03 7
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 11 Wisselstukken
(1
2.06 2.01 2.02
2.07
2.04
2.03 (1 2.08
2.09
2.09
83050907 • 1/2011-12 • La
26-31
2.05
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 11 Wisselstukken Pos. 2.01 2.02 2.03 2.04 2.05 2.06 2.07 2.08 2.09
83050907 • 1/2011-12 • La
Benaming Kap G2 Dichting 42,5 x 57 x 3 Magnesium beschermingsanode M8 x 26 x 650 Kettinganode M8 x 26 x 1023 Vreemdstroomanode 403 mm Stekkerbehuizing 19 Aansluitkabel vreemdstroomanode Vlakke stekker 6,3 type G (vreemdstroomanode) Afsluitkap dompelhuls
27-31
Bestelnr. 471 145 01 06 7 669 077 669 125 669 128 470 064 22 01 7 669 080 470 064 22 02 2 716 240 471 120 01 23 7
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 12 Notities
12 Notities
83050907 • 1/2011-12 • La
28-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 12 Notities
83050907 • 1/2011-12 • La
29-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 12 Notities
83050907 • 1/2011-12 • La
30-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Waterverwarmer WAT 140 13 Trefwoordenlijst A Aansluitingen .......................................................................13 Aansprakelijkheid .................................................................. 5 Afmetingen ...........................................................................10 Aftapdebiet ............................................................................. 8 Aftapkraan ............................................................................12 Afvoer van afvalstoffen ......................................................... 6 B Bekleding ..............................................................................19 Boiler ....................................................................................... 6 Borgstelling ............................................................................ 5 Buitenbedrijfstelling ............................................................15 C
Transport ................................................................................. 9 Typebenaming ....................................................................... 7 Typeplaatje ............................................................................. 7 V Veiligheidsventiel ................................................................12 Veiligheidsvoorschriften ...................................................... 6 Vermogen ............................................................................... 8 Vreemdstroomanode .................................................. 21, 22 W Wateraansluiting .................................................................12 Werkingsdruk ........................................................................ 9 Werkingstemperatuur .......................................................... 9 Wisselstukken .....................................................................25
Continu vermogen ................................................................ 8 D Drukverlies .............................................................................. 8 F Fabrieksnummer .................................................................... 7 Fouten verhelpen ................................................................20 G Gewicht .................................................................................10 I Inbedrijfstelling ....................................................................14 Inhoud ....................................................................................10 M Magnesiumanode ...............................................................18 Maten .....................................................................................10 Milieu-eigenschappen ......................................................... 9 Minimum afstand .................................................................11 Montage ................................................................................11 O Omgevingscondities ............................................................ 9 Onderhoud ...........................................................................16 Onderhoudsinterval ............................................................16 Opslag ..................................................................................... 9 R Recyclage ............................................................................... 9 Reiniging ...............................................................................17 S Serienummer .......................................................................... 7 Stilstandsverlies .................................................................... 8 T Temperatuur ........................................................................... 9 Toelating ................................................................................. 8
83050907 • 1/2011-12 • La
31-31
Weishaupt n.v., Paepsemlaan, 7 - 1070 Brussel
www.weishaupt.de
Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op www.weishaupt.be Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden.
Product
Beschrijving
Vermogen
W-branders
De miljoenenmaal beproefde compact-bouwreeks: tot 570 kW zuinig, betrouwbaar, volautomatisch. Stookolie-, gas- en combibranders voor één- en meergezinswoningen, alsook voor industriële toepassingen. Met de purflam brander wordt stookolie nagenoeg roetvrij verbrand en worden NOx-emissies aanzienlijk gereduceerd.
Monarch® en industriebranders
De legendarische industriebranders : beproefd, tot 11.700 kW duurzaam, overzichtelijk. Stookolie-, gas- en combibranders voor centrale warmtevoorzieningsinstallaties.
multiflam® branders
Innovatieve Weishaupt-technologie voor branders tot 17.000 kW met een hoog vermogen: minimale emissiewaarden, vooral bij vermogens hoger dan 1 megawatt. Stookolie-, gas- en combibranders met gepatenteerde brandstofopdeling.
WK-industriebranders Krachtpakketten gebouwd volgens een modulair principe: flexibel, robuust, krachtig. Stookolie-, gasen combibranders voor industriële toepassingen.
tot 22.000 kW
Thermo Unit
De verwarmingssystemen Thermo Unit uit gietijzer of staal : modern, zuinig, betrouwbaar. Voor de milieuvriendelijke verwarming van één- en meergezinswoningen. Brandstof : gas of stookolie.
tot 55 kW
Thermo Condens
Het innovatieve condensatietoestel met SCOT-systeem: efficiënt, weinig schadelijke stoffen, veelzijdig. Ideaal voor één- en meergezinswoningen. En voor de grote warmtebehoefte als vloerstaande condenserende gasketel met een vermogen gaande tot 1.200 kW (cascade).
tot 1.200 kW
Warmtepompen
Het warmtepompprogramma biedt oplossingen voor tot 130 kW het gebruik van warmte uit de lucht, de grond of het grondwater. De systemen zijn geschikt voor renovatie of nieuwbouw. De opstelling in cascade van meerdere warmtepompen is mogelijk.
Zonnesystemen
Gratis energie van de zon: perfect afgestemde componenten, innovatief, beproefd. Vlakke collectoren met een elegant design voor verwarmingsondersteuning en voor de bereiding van sanitair warm water.
Waterverwarmer / energie-opslagvat
Het aantrekkelijke programma voor de bereiding van sanitair warm water omvat klassieke waterverwarmers, die via een verwarmingssysteem gevoed worden en energieopslagvaten die via zonnesystemen gevoed kunnen worden.
MSR-techniek / gebouwbeheersystemen
Van schakelkast tot complete sturing van gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u het totale spectrum van de moderne MSR-techniek. Toekomstgericht, zuinig en flexibel.
83050907 • 1/2011-12 • La