Leve de Koning!
m.m.v. de Tornado’s
Voorganger: ds. Gert-Jan Codée Piano: Rina Kruis Orgel: Jan Bulk Dienst op 21 april 2013 Dorpskerk De Bilt 19.00 uur
1
Wij zingen: Psalm 100:
1 Juicht Gode toe, bazuint en zingt. Treedt nader tot gij Hem omringt, gij aard' alom, zijn rijksdomein, zult voor den HEER dienstvaardig zijn. 2 Roept uit met blijdschap: "God is Hij. Hij schiep ons, Hem behoren wij, zijn volk, de schapen die Hij hoedt en als beminden weidt en voedt." 4 Want God is overstelpend goed, die ons in vrede wonen doet. Zijn goedheid is als morgendauw: elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw Votum en groet Alle liederen worden eerst één keer gespeeld en dan met elkaar gezongen
Jezus klopt Jezus klopt, klopt, klopt aan de deur van je hart. Jezus klopt, klopt, klopt aan de deur van je hart. Jezus klopt, klopt, klopt aan de deur van je hart. Open de deur voor Hem! Jezus roept, roept, roept mag Ik binnen bij jou? Jezus roept, roept, roept mag Ik binnen bij jou? Jezus roept, roept, roept mag Ik binnen bij jou? Geef Mij je hele hart!
2
Jezus zegt: Ik ben het licht van de wereld 2x Je-zus zegt, Je-zus zegt: Ik ben het licht van de we-reld Wie achter Mij aangaat, Wie achter Mij aangaat, Verdwaalt zeker niet in het don-ker, Maar heeft het licht van het le-ven De Geloofsbelijdenis wordt voor ons door Lycette van der Pol gelezen:
Wij geloven in de Here God, onze Vader, die alles gemaakt heeft: de wolken, de bloemen, de dieren en de mensen. Zo machtig is Hij! Wij geloven in Jezus Christus, de Zoon van God, die geboren werd in de stal van Betlehem, die gestorven is aan het kruis en daarna begraven is. Maar na drie dagen is Hij weer opgestaan uit de dood. Wij geloven, dat de Here Jezus naar de hemel is gegaan en dat Hij terug komt op aarde, om alles nieuw te maken. Wij geloven in de Heilige Geest, die gekomen is op het pinksterfeest en die wonen wil in ons hart. Wij geloven dat we in de kerk bij Christus horen: als kinderen in het gezin van onze hemelse Vader, waar we allemaal thuis horen. Wij geloven dat onze Heer onze zonden vergeven wil, dat wij straks een nieuw lichaam krijgen en dat we altijd bij de Here Jezus mogen zijn. Ben je groot of ben je klein Ben je groot of ben je klein of ergens tussenin; God houdt van jou! Ben je dik of ben je dun of ben je blank of bruin; God houdt van jou! 3
Hij kent je als je blij bent; Hij kent je als je baalt. Hij kent je als je droevig bent; Hij kent je als je straalt. Het geeft niet of je knap bent; het geeft niet wat je doet. God houdt van jou. Hij is vol liefde. God houdt van jou! He, wil jij mijn vriendje zijn, duo door Nadja en Wesley Hé wil jij mijn vriendje zijn Ik heb vrienden nodig Een vriend op wie ik bouwen kan Die ik vertrouwen kan Als ik me eenzaam voel en klein Hé wil jij mijn vriendje zijn Ja ik wil jouw vriendje zijn Jij hebt vrienden nodig Een vriend die naar je luisteren kan Die met je huilen kan Wanneer je zorgen hebt of pijn Ja ik wil jouw vriendje zijn Ja wij willen vrienden zijn Vrienden heb je nodig Een vriend op wie je rekenen kan Ik ben er zeker van 't Is met z'n tweeën dubbel fijn Ja wij willen vrienden zijn Wij gaan bidden
4
Wij gaan in de Bijbel lezen; in 1 Samuel 16:
1 De Heer zei tegen Samuel: ‘Hoelang blijf je er nog over treuren dat Ik Saul niet langer als koning van Israël wil? Vul een ramshoorn met olijfolie en ga naar Isaï in Betlehem. Want Ik heb één van zijn zonen uitgekozen als koning.’ 2 Maar Samuel zei: ‘Hoe kan ik dat doen? Als Saul het hoort, zal hij mij doden.’ De Heer zei: ‘Neem een jonge koe mee en zeg: 'Ik ben gekomen om de Heer een offer te brengen.' 3 Nodig Isaï voor het offerfeest uit. Dan zal Ik je laten weten wat je moet doen. Zalf de man die Ik je aanwijs.’ 4 Samuel deed wat de Heer gezegd had. Zo kwam hij in Betlehem. De leiders van de stad kwamen hem angstig tegemoet en zeiden: ‘Betekent uw komst iets goeds?’ 5 Hij antwoordde: ‘Ja, ik ben gekomen om de Heer een offer te brengen. Ik nodig jullie uit voor dit offerfeest.’ Ook nodigde hij Isaï en zijn zonen uit voor het offer. 6 Toen ze binnenkwamen en hij Eliab zag, dacht hij: ‘Dat is vast en zeker de man die de Heer tot koning wil zalven.’ 7 Maar de Heer zei tegen Samuel: ‘Let er niet op hoe hij er uitziet. Let er ook niet op dat hij zo groot is. Want hem heb Ik niet uitgekozen. Het gaat immers niet om wat je ziet. Want een mens kijkt hoe de buitenkant is, maar Ik kijk hoe hij innerlijk is.’ 8 Toen riep Isaï Abinadab binnen en liet hem langs Samuel lopen. Maar Samuel zei: ‘Ook hem heeft de Heer niet uitgekozen.’ 9 Daarna liet Isaï Samma langs Samuel lopen, maar hij zei: ‘Ook hem heeft de Heer niet uitgekozen.’ 10 Zo liet Isaï zijn zeven zonen langs Samuel lopen, maar Samuel zei tegen Isaï: ‘De Heer heeft hen niet uitgekozen.’ 11 Toen vroeg hij: ‘Zijn dit al je jongens?’ Isaï antwoordde: ‘De jongste is er nog niet. Hij is de schapen aan het hoeden.’ Toen zei Samuel tegen Isaï: ‘Laat hem halen, want we gaan niet eten voordat hij er óók is.’ 12 Toen liet Isaï hem halen. De jongste zoon had rood haar, mooie ogen en zag er knap uit. Toen zei de Heer tegen Samuel: ‘Sta op, zalf hem. Want hij is het.’ 13 Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem daar, bij zijn broers. Vanaf die dag was David vol van de Geest van God. En Samuel ging terug naar Rama.
5
Psalm 75:
1 U alleen, U loven wij; Ja wij loven U, o HEER; Want Uw naam, zo rijk van eer, Is tot onze vreugd nabij; Dies vertelt men in ons land, Al de wond'ren Uwer hand. 4 Geen geval, geen zorg, geen list, Oost, noch west, noch zandwoestijn, Doet ons meer of minder zijn: God is rechter, die 't beslist; Die, als aller Oppervoogd, Deez' vernedert, dien verhoogt. Verkondiging
Wat een Vriend met Marieke op keyboard Wat een vriend, wat een vriend Want Hij droeg de straf Die ik had verdiend Hij nam van mij af Alle schuld Hij maakte mij vrij Wat een held, wat een held Want Hij droeg het kruis Dat ons nu vertelt Je bent welkom thuis Bij de Heer Hij maakte mij blij Wat een God, wat een God Die zo aan ons dacht Hij heeft dwars door de dood Het leven gebracht En ik weet 6
Er is niemand als Hij (niemand als Hij) Hij maakte mij vrij (niemand als Hij) Er is niemand als hij (niemand als hij) Hij maakte mij blij God zelf heeft gezegd: Ik verlaat je nooit, zang door Ludmilla God zelf heeft gezegd: Ik verlaat je nooit En Ik laat je nooit in de steek. Zodat wij vol ver trou-wen Vol vertrouwen kunnen zeg-gen: De Heer is voor mij een Hel-per. Ik zal niet bang zijn, Wat kan een mens mij aan doen? Koningskind Refr. Neem je kroon en zet hem op, trek je nieuwe kleren aan, want je bent een kind van God, in Mijn Koninkrijk voortaan. Vers 1. Als je in Mij wilt geloven, als je Mij je Vader noemt, dan zal Ik jouw leven maken zoals Ik het heb bedoeld Refr. Neem je kroon en zet hem op trek je nieuwe kleren aan, want je bent een kind van God, in Mijn Koninkrijk voortaan. Vers 2. Ik wil samen met jou wonen In Mijn hemels Koninkrijk. Wil je Mij jouw liefde tonen, daarmee maak je Mij zo blij! Refr. Neem je kroon en zet hem op, trek je nieuwe kleren aan, 7
want je bent een kind van God, in Mijn Koninkrijk voortaan Wij gaan danken en ook voor anderen bidden Wij gaan collecteren (geld inzamelen) U bent mijn schuilplaats (met orgel + gemeente ) U bent mijn schuilplaats Heer U vult mijn hart steeds weer, met een verlossingslied. Telkens als ik angstig ben, steun ik op U. Ik vertrouw op U. Als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van mijn Heer. Zegen Na afloop komen wij nog bij elkaar in De Voorhof voor koffie of iets anders en kunnen we met elkaar praten over de dienst of over iets anders.
8