n i e u w s b r i e f d e c e m b e r 2013
MEDISCHE
MISSIE
ZUSTERS De geschiedenis van MMZ: een pluriforme gemeenschap India: de ontplooiing van de missie Nederland en België: de ontwikkeling van Anna Dengels ideaal
Grenzen overstijgen Bezoek ook onze website: www.medischemissiezusters.nl
Colofon Medische Missiezusters is een uitgave van de Stichting Vrienden van de Medische Missiezusters om geïnteresseerden te informeren over leven en werk van de medische missiezusters. Redactie Magda Van Hoyweghen, MMZ Mirjam Koevoets, MMZ Tjitze Vogel Natascha Catoire (eindredactie) Commentaar en reacties Te richten aan: Redactie,
[email protected] Nederland Wittevrouwensingel 55 3572 CB Utrecht Telefoon 030 2732 503 ING Bank 33 56 00 IBAN NL13INGB0000335600 Rabobank 3642 60 602 IBAN NL95RABO0364260602 België Ciamberlanidreef 25/2 B-9120 Beveren Telefoon 03 2954 090 ING Bank 320 015 396 596 IBAN BE 65 320 015 396 596 Internet E-mail:
[email protected] Website: www.medischemissiezusters.nl
Van de redactie Met ‘grenzen overstijgen’ - tussen mensen, tussen culturen en zelfs het overstijgen van de eigen grenzen - verwoorden we kort maar krachtig een kernbegrip waarbinnen en waarmee de Medische Missiezusters vanaf de dagen van oprichtster Anna Dengel hun roeping hebben vormgegeven.
In deze aflevering van onze nieuwsbrief krijgt ook het verhaal van Anna Dengel’s missie verder vorm. We kijken terug op een levengevende traditie waarin grenzen als een uitdaging zijn gezien en niet als een beperking.
Zo zijn er ook de grenzen die de groep van Nederlandse medische missiezusters oversteeg in het vinden van een plaats om hun roeping gestalte te geven. De medische missiezusters in India verlegden ook hun grenzen toen zij ontdekten - en later ondervonden - dat een gezond mens een gezonde omgeving behoeft om heel te zijn.
Dat onbegrensd denken is nog steeds een ‘broodnodige’ inspiratie om de noden van de wereld te helpen lenigen en om de grenzen tussen ons en onze medemensen te slechten, hier in Nederland en over vele grenzen van nationaliteit, geloof, geslacht, ras en generatie heen.
De nieuwsbrief van deze december brengt vooral een ode aan de inspiratie - het charisma - van Anna Dengel en de Medische Missiezusters. Die vormt voor ons allemaal nog steeds een
Vormgeving Arti Medica, Ben Kooloos www.artimedica.nl
belangrijke leidraad in een wereld waarin het zien van mogelijkheden in plaats van begrenzingen,
Druk ID Print, Roelofarendsveen
grenzen kunnen en moeten worden overschreden om de visie van Anna Dengel levendig te
Foto’s Archief MMZ Medische Missiezusters wordt tweemaal per jaar toegezonden aan donateurs en geïnteresseerden. Ook interesse? Stuur een mailtje of bel met het kantoor in Utrecht. De nieuwsbrief wordt kosteloos toegezonden, er wordt gevraagd om een vrijwillige bijdrage.
verbinding in plaats van scheiding belangrijker dan ooit lijkt. Onderweg naar een wereld waarin
maken in deze tijd.
Tjitze Vogel
De Stichting Vrienden MMZ is bij de fiscus geregistreerd als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). De Vrienden betalen geen belasting over schenkingen, erfenissen en legaten, u kunt giften aftrekken van de belasting.
De ruimte in de nieuwsbrief is beperkt . Graag nodigen we u uit de activiteiten van de Medische Missiezusters te volgen op de website: www.medischemissiezusters.nl ISSN: 0926-1281
2
Naar een pluriforme gemeenschap De geschiedenis van de Medische Missiezusters
Anna Dengel De Oostenrijkse Anna Dengel overwoog in de jaren 20 van de vorige eeuw, na het behalen van haar artsen diploma in Ierland, zelf iets nieuws te beginnen: een gemeenschap met als doel het uitzenden van medisch opgeleide zusters naar de missie in India waar zijzelf van 1920 tot 1923 als jonge arts had gewerkt. Het effect van de eerste wereldoorlog was voelbaar in Europa en Groot Brittannië. Anna werd aangemoedigd om naar Amerika te gaan waar ambitieuze, goed opgeleide vrouwen meer kansen kregen. Samen met Pauline Willis vertrok ze naar de VS om medestanders te vinden, lezingen te houden en fondsen te werven. In enkele bisdommen werd ze ook warm onthaald. Ze zag haar kansen steeds concreter worden vooral toen een arts en twee verpleegsters zich enthousiast bij haar voegden. Samen met een priester die veel interesse had getoond voor haar initiatief, schreef ze een soort leefregel waar die eerste vier zich aan zouden houden, maar het zou nog tot 1936 duren voordat ze als religieuze congregatie door Rome werden erkend. Op 30 september 1925 begonnen de vier hun leven als communiteit. Een jaar later vertrokken twee van hen naar Rawalpindi in India (nu Pakistan). De groep die zich ondertussen in Washington gevestigd had, groeide gestaag. Anna werd uitgenodigd in Engeland waar zich ook geïnteresseerde jonge vrouwen melden. Vanuit Nederland arriveerde in 1930 de 23-jarige Eleonore Lippits, een jaar later gevolgd door Leonie Tummers. Beide vrouwen gingen medicijnen studeren en in hun vakantie in 1937 reisden ze terug naar Nederland om bekendheid te geven aan de mmz. Er waren toen al 9 jonge Nederlandse zusters in Amerika, waaronder de nu 100-jarige Nikla Franssens.
Europa en werd er niets meer vanuit Nederland vernomen. Het eerste contact kwam pas in juni 1945, toen Zr. Agatha aan Anna Dengel per brief liet weten: “Wij zijn nu met 48 zusters en ons huis is te klein. Zeven zusters studeren of werken in de gezondheidszorg waar ze intern kunnen verblijven, dat scheelt weer een paar bedden want we verwachten deze week 5 nieuwe postulanten.” Toen Anna in 1946 voor het eerst naar Nederland kwam werd ze begroet door ruim 50 enthousiaste zusters. Ze zag hoe arm ze waren en hoorde hoe ze de oorlogstijd hadden beleefd en hoe de bisschop, de buren, familie en vrienden hen door die jaren hadden geholpen en zich hadden verenigd in een MMZ Vriendenkring. Ze zag ook, met verbazing, hoe de zusters door de realiteit van de oorlog, keuzes hadden moeten maken en daardoor anders waren gaan leven en werken dan de zusters in Amerika. Ze waren zelfs bezig met plannen om zusters uit te zenden naar de missie, niet naar ‘haar India’ maar naar Indonesië! Anna Dengel moet toen hebben beseft dat haar zusters in hun leefwijze en missie veelvormig zouden zijn: internationaal, ingepast in de realiteit van cultuur, geschiedenis, en concrete omstandigheden. Mirjam Koevoets, mmz De vier pioniers in Amerika:
In augustus 1939 gingen de zusters Eleonore Lippits en Agatha Ypma voor een jaar naar Nederland om jonge vrouwen te enthousiasmeren voor “The Society” en al snel sloten zich 4 jonge dames bij hen aan. In overleg met de Bisschop van Roermond werd in Heerlen een huis gehuurd. Anna Dengel was blij met het vooruitzicht dat ze na een proeftijd van een jaar naar Amerika zouden komen om hun opleiding te vervolgen. En toen…… brak in 1940 de 2de Wereldoorlog uit in
Marie Ulbrich, Mary Evelyn Flieger, Anna Dengel, Joanna Lyons
3
Ontplooiing van Anna Dengels missie in India Anna Dengel en Agnes McLaren waren als twee kanten van een zelfde geldstuk: Anna kon zichzelf niet anders zien dan als de tegenpool van Agnes McLaren en Agnes zag in Anna Dengel de verwezenlijking van haar droom bewaarheid worden in India.
ling met mekaar vochten om elk op hun eigen waarde erkend te worden. Deze dualiteit was vlug opgelost. De medische missiezusters in India ontdekten al vlug een nieuwe modus
Voor beide lag ‘medische missie’ nauw aan hun hart maar Agnes had wellicht een hogere dosis ‘sociale rechtvaardigheid’ omdat ze door haar omgeving en afkomst nauw verbonden was met de strijd voor gelijk stemrecht dat in haar dagen heel actueel was. Anna van haar kant kwam met haar bijdrage vanuit een rijke katholieke traditie in het Oostenrijk van haar dagen, een traditie die haar uiteindelijk later goed van pas is gekomen, ook in haar onderhandelingen met Rome en nog meer met het stichten van een religieuze congregatie die unieke doelstellingen had, zeker voor die tijd. Deze beide aspecten ‘rechtvaardigheid’ en ‘genezing’ zijn inderdaad nauw verbonden met het charisma van genezing waar tot op de dag van vandaag de medische missiezusters aanspraak op maken en het zien en beleven als hun aan-
Moeder Anna Dengel in India
deel bij het verwezenlijken van hun taak in de Kerk.
vivendi die samenviel met een groeiend inzicht in wat het charisma van de medische missiezusters in een in-
Rechtvaardigheid in gezondheidszorg In de eerste dagen van het bestaan van de Society, van 1925 tot 1967, toen onze missie nog vooral uitgedrukt werd via onze aanwezigheid en ons werk in instituties zoals ziekenhuizen en gezondheidszorg, was onze internationale link op zich al een duidelijk teken van ons ‘charisma’. Rond 1965 werd de noodzaak gezien om drastische veranderingen aan te brengen in de structuur van onze organisatie waardoor meer autonomie kon gegeven worden aan de manier van ontwikkeling die eigen was aan elke sector (Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Azië, Oost-Azië en Afrika). Daardoor kwamen de verbanden als een internationale gemeenschap niet meer zo duidelijk naar voren. In veel ontwikkelingslanden, zoals het toenmalige India, kwam de vraag naar sociale gerechtigheid heel duidelijk naar voren en dit vooral bij het verlenen van gezondheidszorg. De antwoorden van de medische missiezusters op de realiteit van toen waren onduidelijk en hun onderliggende motivatie kwam ook niet voldoende naar voren. Het was alsof het dubbele aspect van het charisma van Anna Dengel: sociale gerechtigheid en genezing onder-
4
ternationale gemeenschap wel kon betekenen. Vandaag heeft handelen voor ‘rechtvaardigheid in gezondheidszorg’ samen met een dieper begrip van de verbanden tussen gezondheid, omgeving en ecologie ons een nog bredere en diepere kijk gegeven op ons oorspronkelijke charisma van genezing. Nieuwe visie Wereldwijde gebeurtenissen hebben ons toen geholpen om onze verschillende inzichten in gezondheid, genezing en sociale rechtvaardigheid te overbruggen. Eén van die gebeurtenissen was de bijeenkomst in Alma Ata (1978) die als hoofddoel had: ‘health care for All by 2000’: gezondheidszorg voor iedereen tegen 2000. Deze bijeenkomst werd op de voet gevolgd door ‘The People’s Health Movement’ (PHM) dat als het ware een verlenging was van Alma Ata. Er werden ook een reeks van ‘World Social Forums’ gehouden die, als we vooruitgang wilden boeken in een echt gezonde ontwikkeling van de mensen, allemaal de eenheid én de samenhang benadrukten tussen sociale, economische en gezondheidsproblematiek. Medische missiezusters waren goed vertegenwoordigd in deze evenementen en zo werden we ons nog meer bewust van de sterke inbreng van de ideeën van zowel Agnes McLaren als van Anna Dengel. Gezondheid werd in die bijzondere
India, IHM Hospital, de afvalwaterzuiveringsinstallatie
conferentie ook erkend als vaak een sociaal-politieke inslag met een sterke nadruk op de gezondheid van vrouwen en kinderen. De medische missiezusters hebben deze nieuwe interpretatie van gezondheid en ziekte toen ook toegepast op hun ziekenhuizen door deze meer te oriënteren op verlening van gezondheidsdiensten rond de ziekenhuizen. Dat werd later nog meer uitgebreid door ook het beheer van enkele van hun grotere ziekenhuizen over te dragen aan lokale groepen waardoor zusters vrij kwamen voor diensten die meer relevant waren voor de bevolking en overeenkwamen met hun nieuwe visie van dienstverlening. Integratie Het idee dat gezondheidszorg in een sociale context geplaatst moest worden, werd op dat moment ook op andere plaatsen in India in de praktijk gebracht. Sommige medische missiezusters namen ook de leefwijze aan van de lokale bevolking en leefden o.a. ook in lemen hutten. Geleidelijk aan werden ze volkomen geïntegreerd in het leven en in de gewoonten van de lokale bevolking en werden ze ook geaccepteerd in hun dorp. Ze namen voor een volle vijf jaar deel aan het nieuwe programma dat ook inhield dat ze locale gezondheidswerkers
Zuid India, IHM Hospital, zr. Janet bij het gezondheidscentrum
opleidden, farmers clubs organiseerden en actief deelnamen in de socioeconomische ontwikkelingen van het dorp ten voordele van de kleine boeren, van vrouwen en van kinderen. In 1981 gingen twee medische missiezusters naar Chota Nagpur om daar onder Zuid India, IHM Hospital, zr. Rose Mary bij de de Santal stam te wonen en röntgenafdeling bij de ontwikkeling van hun gezondheidszorg te helpen door persoonlijk voorbeeld te zijn met medische missiezusters, die lid was op het gebied van hygiëne en voevan de eerste groep, samen gevierd. ding . Ook daar werden de zusters opgenomen in de strijd van de beDeze voorbeelden tonen aan hoe volking om hun land te redden van het charisma dat oorspronkelijk aan een nieuw koolmijnen-project. Agnes McLaren en Anna Dengel Samen met andere sociale activisten gegeven was, steeds verder groeit stichtten ze de ‘Chotanagpur advasi en zich ontwikkelt zo lang het kan Sewa Sang’ om de uitbuiting van hun ingezet worden bij het lenigen van land te verhinderen. Er werd ook een noden vooral bij hen die verstoken lokaal forum opgericht en samen zijn en benadeeld worden in het hebben ze geijverd om de onrechtgebruik van de rijkdommen van vaardige praktijken in die kool-mijnen de wereld. bekend te maken. Uiteindelijk heeft de Wereldbank, die eerst het project Marie Asha Tobin, mmz, steunde, zich teruggetrokken uit dat Maner, India. project. De locale bevolking heeft Vertaling: later hun 25 jarig partnership met de Magda van Hoyweghen mmz. medische missiezusters officieel gevierd en, om hun dankbaarheid te betuigen hebben ze ook officieel het gouden jubileum van één van de
5
Vormgeven aan Anna Dengels ideaal Het is 1947. ‘Imstenrade’ is in rep en roer en rumoer. Zusters vormen een lange rij van huis naar toegangspoort. Niet stilzwijgend, als in processie. Nee, luid klingelend met alles wat maar kan bellen. De kapelklok luidt. Waarom die vertoning? De eerste groep Nederlandse zusters vertrekt naar de ‘missie’: Makassar, Indonesië. Eenzelfde ceremonie zal zich in de loop der jaren nog vele malen herhalen: naar Welkom, ZuidAfrika, (1951), Pendjua, Congo (1957), Phalombe, Malawi, (1959), Rangoon, Burma (1959), enz. en naar meerdere plaatsen in dezelfde landen. De vraag om Medische Missiezusters kwam meestal van of via een bisschop. De Nederlandse kerk van die tijd was een intens missionaire gemeenschap. Nederland had, relatief, het hoogste aantal missionarissen ter wereld. De achterblijvenden bij zo’n uitzwaaiceremonie (gemiddelde leef-
tijd toen ± 30 jaar) vroegen zich, dikwijls met heilig ongeduld, af wanneer zij zover zouden zijn te mogen vertrekken om Anna Dengels ideaal vorm te geven: op deskundige wijze ‘hulp te bieden daar waar de nood en de armoede van de bevolking het grootst is’. Doorgaans werd klein begonnen als poli- of kraamkliniek; soms werd een bestaand project overgenomen of kwam er een aangepaste nieuwbouw. Anna Dengel had vanaf het begin fundamentele eisen gesteld: deskundigheid op elk terrein van hulpverlening, en erkende opleidingen starten die verantwoord konden worden
doorgegeven. Dit zou wederzijds tot creatieve vrijheid leiden: een toegeruste groep zou dan zelf gezondheid en welzijn van eigen bevolking kunnen bevorderen en de zusters konden geleidelijk met een gerust hart weer ergens een nieuw begin maken. ‘Zichzelf overbodig maken’ als positieve uitdaging. Het diepste motief voor deze levensinzet? ‘De liefde van Christus zichtbaar maken’, aldus Anna Dengel. Hierin voelde zij zich nauw verbonden met de Kerk. Zij wilde dat haar zusters dit zouden uitdragen. Nederlands/Belgische zusters zijn in 23, niet westerse, landen in grote of kleinere projecten ‘helend aanwezig’ geweest. We weten dat de wereld sinds ± 1970 in vele opzichten sterk veranderd is. De medische missiezusters,
In Memoriam Op 7 juli overleed zr. Suzanne Terrens. Vanuit Antwerpen kwam ze in 1956 als verpleegster bij de mmz en na haar aanvullende opleiding tot vroedvrouw vertrok ze in 1962 naar het toenmalige Belgisch Congo. Ze verbleef bijna 35 jaar in het dicht beboste achterland en zette zich vooral in voor gezonde voeding voor moeders en hun kleine kinderen. In 2001 kwam ze met een groep medezusters in de Beyart in Maastricht wonen. Na een lange, pijnlijke weg van afnemende gezondheid is ze rustig ingeslapen. Suzanne werd 88 jaar. Zr. Henriëtte van Luijtelaar trad toe tot de mmz gemeenschap in 1960. Ze werkte een aantal jaren voor de ‘Vriendenkring’ en ging als een van de pioniers naar Brazilië, waar haar passie voor gerechtigheid, vooral voor vrouwen, zich duidelijk manifesteerde en zij haar eigen, vaak eenzame weg daarin moest gaan. Later, in Rotterdam zette ze zich in met- en voor Kaapverdiaanse vrouwen en daarna op het Brabantse platteland voor vrouwen met geweldservaringen. Na een langzaam ziekteproces overleed ze op 77 jarige leeftijd in Tilburg. De apothekersassistente Mia Funcken trad in 1954 in bij de mmz. In 1960 vertrok ze naar een nieuwe missie in Rangoon, Birma en kwam via Pakistan en Indonesië in 1974 om gezondheidsredenen terug. Tot 2003 en was ze de Mater Familias van het “Ridderhuis” aan de Nieuwe Gracht in Utrecht; de rustige, charmante gastvrouw voor ridders, zusters en bezoekers. Ze was ze actief in veel mmz commissies. Wegens haar verslechterde gezondheid woonde ze de laatste 10 jaar in De Beyart in Maastricht waar ze op 28 augustus op 86 jarige leeftijd rustig is overleden.
6
MMZ in 2013: zuster Céline aan het werk als pedicure
veelal levend te midden van en voor mensen van andere culturen, hebben zich daaraan op eigen wijze aangepast. Anna’s charismatische aansporing ‘fire and flame’ te zijn vroeg, binnen iedere cultuur, een eigentijdse invulling. Het ging immers niet om ‘de wereld van de Society’ maar om ‘de Society van de wereld’. Veel gekoloniseerde landen kregen geleidelijk onafhankelijkheid. Buitenlandse hulp werd niet meer overal vanzelfsprekend aanvaard. Door de vorming en opleiding zoals die was gegeven, kon zo goed mogelijk worden doorgezet wat begonnen was. Om politieke redenen repatrieerden een tiental zusters. In latere jaren gebeurde dit hoofdzakelijk wegens taakverandering, gezondheidssituatie of leeftijd. Maar vele gerepatrieerden waren toch nog redelijk vitaal. Zij zochten en vonden mogelijkheden om, in trouw aan zichzelf en het gemeenschappelijk ideaal, zich in eigen land voor hun medemensen te kunnen zetten. Het Vaticaans Concilie (1962-1965), met de algemene verplichting tot ‘aggiornamento’, structurele openheid naar de wereld toe, maakte dit gemakkelijker. Ook de theologische ontwikkeling van ‘missie in zes continenten’ wees een weg. Het ging niet meer vooral om zieke of gediscrimineerde mensen ‘daarginds’. ‘De plaats
waarop je staat’ werd nu de ‘heilige grond’ die een vraag en tevens een aanwijzing in zich droeg. Die ‘grond’ bleek meer nood aan ‘heling’ te hebben dan vermoed was: mantelzorg, stervensbegeleiding, pastorale bijstand, gemeenschapsvorming, inzet voor rechtvaardigheid en gelijkberechtiging in het bijzonder voor vrouwen van andere culturen, mensenhandel, vluchtelingen, migranten, milieudefensie, ecologische bewustmaking, vormingscursussen… De ervaring in en met oosterse culturen had mede inzicht en deskundigheid gegeven in holistische vormen van geneeswijze. De héle mens in zijn medische en sociaal-maatschappelijke context vroeg aandacht en
verbetering. Het zorgmotief verdiepte en verbreedde zich tot ‘kwaliteit van leven’, ook van eigen leven; tot welzijn van ‘alles wat adem heeft’ en van de aarde zelf. We schrijven nu 2013. Wat karakteriseert de Medische Missiezusters in Nederland/België (gemiddelde leeftijd nu ± 83 jaar) in het contact met medemensen in eigen land? Al decennia lang niet meer het grijsblauwe habijt. Ook niet meer per se de officiële deskundige uitoefening van medisch werk. Wel het pogen een warme, actieve aanwezigheid tussen mensen te zijn, met zorg voor behoud van ieders waardigheid en zelfrespect. Ze willen nog beschikbaar zijn voor creatieve deelname aan religieuze en sociale bijeenkomsten en voor dragende functies binnen hun woongemeenschappen. Ze delen van harte uit van hun opleiding en ervaring. In onze ‘gebroken wereld’ proberen zij, bewust van eigen breekbaarheid, een helende kracht te zijn voor een betere, rechtvaardige en toekomstgerichte wereldgemeenschap. Bep Tijssen, mmz
Zr. Miriam Ritmeijer zet in 1960 een fyisotherapiepraktijk op in het IHM ziekenhuis in India.
7
Woorden van Anna Dengel
We must adapt ourselves to the needs, the needs will not adapt themselves to us. We must never be afraid to change if needed. We moeten ons aanpassen aan de noden, de noden zullen zich niet aanpassen aan ons. We moeten nooit bang zijn te veranderen als dat nodig is. We are living in a marvelous time not an easy time however. The old things have to be understood, and sometimes rethought, to be valued and new ways have to be carved out. We leven in een wonderlijke tijd, maar zeker geen gemakkelijke. Het oude moet eerst begrepen worden, en soms heroverwogen, om de waarden ervan te bepalen en dan nieuwe wegen in te slaan.