Ministerie van Infrastructuur en Milieu t.a.v. mw. H. Klein Lankhorst Hoofd Afdeling Afval en Ketens Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Kenmerk :
sklh.bri.89
Betreft
Voorstellen over corrigerende maatregelen om tot een
:
hoger percentage materiaalhergebruik voor houten verpakkingen te komen Datum
:
30 november 2011
Geachte mevrouw Klein Lankhorst, In de onderhandelingen over de af te sluiten Raamovereenkomst II na 2012 zijn de taakstellingen voor materiaalhergebruik van de verschillende materiaalsoorten aan de orde gekomen. Het percentage materiaalhergebruik van de materiaalsoort hout staat de afgelopen jaren steeds meer onder druk. In vergelijking met de monitoring over 2009, waar nog een percentage materiaalhergebruik van 38% werd gehaald, is dit in 2010 zelfs gedaald naar 32%. Houten verpakkingen worden vanwege overheidssubsidies te snel ingezet voor energieopwekking. In de afgelopen jaren is het aandeel gebruikt hout dat in verbrandingsovens verdwijnt voor energieopwekking explosief gestegen: van 24% in 2007 tot nagenoeg 50% in 2010. Het aandeel energetische toepassing heeft bovendien de potentie om in de nabije toekomst nog verder toe te nemen. Dit is een groot punt van zorg. Het doorzetten van deze trend heeft een negatief effect op het aandeel materiaalhergebruik en leidt ertoe dat de norm van 25% materiaalhergebruik niet meer kan worden gehaald. Stichting Kringloop Hout is geen voorstander van marktverstorende overheidssubsidies. Deze subsidies doorkruisen de marktwerking en daarmee de uitgangspunten van de Ladder van Lansink zoals verwoord in het LAP2. Het is daarom van cruciaal belang om in de Raamovereenkomst II de focus te leggen op
SECRETARIAAT: REITSEPLEIN 8· POSTBUS 90154 · 5000 LG TILBURG TEL: 013 594 44 27 · FAX: 013 594 47 49 · E-MAIL: SKLH @WISPA.NL· INTERNET: WWW.KRINGLOOPHOUT.NL
BANK: ING BANK · BANKREK.NR. 65.10.42.380 · KVK-NR. 18055795
maatregelen die product- en materiaalhergebruik bevorderen, waardoor houten verpakkingen zo lang mogelijk in de keten blijven en de duurzame eigenschappen van deze eeuwig hernieuwbare grondstof – zoals het opslaan van CO2 – optimaal worden benut. In de laatste levensfase kan het hout worden aangewend voor hoogwaardige energieterugwinning. Ook vanuit economisch oogpunt is het belangrijk hout zo lang mogelijk te hergebruiken. Uit onderzoek van de Wageningen University and Research blijkt dat hout 4 tot 8 keer meer economische waarde heeft als het materiaal wordt hergebruikt dan wanneer het wordt ingezet voor energieterugwinning. Hieronder volgen voorstellen van corrigerende maatregelen om in de af te sluiten Raamovereenkomst II tot een hoger percentage materiaalhergebruik te komen. Bij elk voorstel wordt ingegaan op de haalbaarheid en volgt een aanbeveling. Vooraleerst wordt inzicht gegeven in het functioneren van de huidige markt evenals in de verschuivingen in deze markt als gevolg van de subsidieverstrekking van de overheid. Functioneren markt houten verpakkingen Houten verpakkingen worden na gebruik ingezameld door pallethandelaren en afval-inzamelbedrijven. Pallethandelaren trachten de levensloop van een pallet te verlengen door deze na eventuele reparatie, schoonmaak en sortering opnieuw voor gebruik op de markt te brengen. De levensduur van houten verpakkingen waaronder pallets hebben een gemiddelde levensduur van 7 jaar. Afval-inzamelbedrijven collecteren pallets meestal in samen met andere afvalstromen uit bedrijfsafval en bouw- en sloopafval. Afhankelijk van de wijze waarop houten verpakkingen aan inzamelbedrijven worden aangeboden, vindt er een scheiding plaats tussen A-hout (waartoe de houten verpakkingen behoren) en B-hout (geverfd sloophout, plaatmateriaal). Afhankelijk van de verdere bestemming worden deze A- en B- houtstromen gemengd dan wel separaat afgevoerd. Om al het B hout te kunnen verwerken, heeft men een aanzienlijke hoeveelheid A hout (verpakkingshout) nodig. De volgende variabelen bepalen de uiteindelijke keuze van de eindbestemming van de afvalinzamelaar wat betreft houten verpakkingen:
kosten voor (na)scheiding (bijv. sterk verontreinigd C-hout);
kosten voor eventueel verkleinen en verwijderen van andere stoffen zoals metaal, plastic en karton;
kosten voor transport naar eindbestemming door het volumineuze karakter van deze grondstof;
sklh.bri.89 - 2
de opbrengst per ton bij de eindbestemming (materiaalhergebruik of bioenergiecentrale) wordt bepaald op basis van prijs en kwaliteit van het product en een (meerjaren)contract.
Verschuivingen in de markt als gevolg van verstrekking overheidssubsidies Het subsidiëren van groene stroom afkomstig van bio-energiecentrales heeft tot effect gehad dat bio-energiecentrales hogere opbrengstprijzen voor afvalhout kunnen bieden en tot de bouw van een aantal grootschalige, maar ook kleinschalige bio-energiecentrales zijn overgegaan. Bedrijven gericht op materiaalhergebruik (producenten van spaanklossen voor pallets en spaanplaat) zijn gaan innoveren om ook meer vervuilde houtafvalstromen (mengsels van A- en B- hout) te verwerken vanuit hun grondstoffenbehoefte. Dit heeft geleid tot de vreemde situatie dat A-hout wordt verbrand en B-hout wordt hergebruikt. Nederland is van oudsher een grote producent van gebruikt hout. De subsidie op houtige biomassa heeft de markt voor gebruikt hout op haar kop gezet en het bestaande “level-playing-field” verstoord. Bovengenoemde ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat houten verpakkingen meer en meer als biobrandstof worden gebruikt en steeds minder als grondstof. Aangezien verpakkingshout nagenoeg niet vervuild wordt aangeboden, is het een gewilde grondstof voor bio-energiecentrales. De taakstelling voor materiaalhergebruik van houten verpakkingen is hierdoor onder druk komen te staan en heeft geleid tot een trendbreuk: geen toename meer, maar een forse daling van het percentage materiaalhergebruik. Wat te doen om deze marktverstoring te neutraliseren / corrigeren? Een aantal maatregelen is mogelijk toepasbaar: A.
Handhaving (dwingen om bedrijven in de keten conform LAP2 te laten acteren) Vooraleerst is het van belang dat maatregelen gericht op de promotie van product- en materiaalhergebruik leiden tot een toename in het aandeel materiaalhergebruik. Met het doorvoeren van deze maatregelen dient handhaving hand in hand plaats te vinden. Vanuit een gezonde basis wordt zodoende invulling aan handhaving gegeven. Handhaving op zichzelf biedt geen fundamentele oplossing voor het probleem dat aan het fors dalende percentage materiaalhergebruik ten grondslag ligt.
sklh.bri.89 - 3
Daarbij moet worden opgemerkt dat in de huidige LAP2 geen juridische basis is te vinden waarop kan worden gehandhaafd. Zo staat niet vermeld dat A- en B-hout stromen apart dienen te worden gehouden. Om interpretatieverschillen tussen palletbedrijven en bio-energiecentrales over de minimumstandaard van materiaalhergebruik te voorkomen, dienen de voorschriften duidelijk in het LAP te worden verwoord, op basis waarvan handhaving kan geschieden. B.
Voorschriften in de vergunning opnemen voor bio-energiecentrales en hen verbieden afvalhout van houten verpakkingen op te nemen Houtafval eenmaal verkleind is qua herkomst niet meer traceerbaar. Houtsnippers afkomstig van houten balken en houtsnippers van houten verpakkingen zijn nagenoeg identiek. Bovendien verkleinen bioenergiecentrales vaak niet zelf, maar besteden dit uit aan hun toeleveranciers. Deze voorschriften worden zodoende niet haalbaar geacht.
C.
Nieuwe voorschriften sorteerbedrijven Sorteerbedrijven dwingen om houten verpakkingen apart in te nemen, te houden en te verwerken is niet in overeenstemming met de huidige praktijk, waar niet zozeer de herkomst van belang is of de oorspronkelijke functie, maar slechts de aard van het materiaal en de vervuilingsgraad. Toch zou deze optie nader onderzocht moeten worden, temeer omdat deze variant een goede stimulans is voor producthergebruik.
D.
Afschaffen van subsidies voor bio-energiecentrales Bij aanvang zijn voor langere tijd verplichtingen aangegaan en zijn subsidies verstrekt naar rato van het aantal KWh of MJ. Overheidssubsidies gelden voor biobrandstoffen ongeacht het type brandstof. Stichting Kringloop Hout stuurt aan op het afschaffen van subsidieverstrekking voor biobrandstoffen specifiek voor houten verpakkingen in het creëren van een gelijk speelveld inzake overheidssubsidies. In het geval de markt van gebruikt verpakkingshout niet langer verstoord wordt door de subsidie op deze houtige biomassa, ziet de sector mogelijkheden om het percentage materiaalhergebruik te verhogen naar 45 à 50%. Hierdoor kan ook het percentage producthergebruik en dus preventie van het gebruik van de grondstof hout toenemen.
sklh.bri.89 - 4
E.
Verstrekken van subsidies voor hergebruik van houten verpakkingen Subsidies worden momenteel verstrekt op basis van de gebruikte brandstof. Het gebruik van deze (kortcyclische koolstof)-biomassa zorgt voor reductie van de CO2 emissies. Onderzoek heeft aangetoond (CE Delft) dat de inzet van afvalhout (verpakkingshout) voor hergebruik een nog groter CO2 voordeel biedt. Indien op "(vermeden) CO2-emissies" wordt ingezoomd, wordt de bedrijfstak die daaraan een fundamentele bijdrage levert er ook voor beloond en niet op achterstand gezet. Dit betekent een herstel van het level-playing-field.
Het is de doelstelling van de Stichting om zorgvuldig om te gaan met hout. Hout is de enige eeuwig vernieuwbare grondstof. Hout ten behoeve van houten verpakkingen komt uit duurzame beheerde bossen. De CO2 emissies bij uiteindelijke energie-opwekking wordt weer opgenomen door nieuwe aanplant. De Ladder van Lansink is in deze duurzaamheidsgedachte het uitgangspunt: eerst producthergebruik, vervolgens materiaalhergebruik en alleen als het hiervoor niet meer kan worden ingezet, volgt energetische toepassing. We verzoeken u om op basis van bovengenoemde voorstellen de mogelijkheden om tot een hoger percentage materiaalhergebruik te komen verder te onderzoeken en over de mogelijkheden en onmogelijkheden wisselen we graag op korte termijn met u van gedachte. Met vriendelijke groet,
K.W.T. Faber Voorzitter
sklh.bri.89 - 5