PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 7 september 2012
Minister Vandeurzen lanceert een nieuw actieplan om zelfdodingen te doen dalen
De Vlaamse Regering keurde vandaag het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie goed. In dat plan bepaalt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen hoe hij het aantal zelfdodingen verder wil terugdringen. Doel is het aantal zelfdodingen in Vlaanderen tegen 2020 met 20% te doen dalen, in vergelijking met het jaar 2000. Dat zo’n structurele preventieve aanpak werkt, bewijst het vorige actieplan dat liep van 2006 tot 2010. De voor deze periode vooropgestelde gezondheidsdoelstelling , namelijk 8% minder zelfdodingen in 2010 in vergelijking met het jaar 2000, werd behaald (bijlage 1). Minister Vandeurzen wil het aantal sterftes door zelfdoding nog meer doen dalen, ondanks de crisis.
1
1. Een nieuwe gezondheidsdoelstelling: 20% minder zelfdodingen in 2020.
Het aantal zelfdodingen moet met 20% dalen tegen 2020, in vergelijking met het jaar 2000. Zo luidt de nieuwe gezondheidsdoelstelling suïcidepreventie. Deze doelstelling werd voor de eerste keer voorgelegd op de Gezondheidsconferentie Suïcidepreventie van 17 december 2011. Deze gezondheidsconferentie werd zorgvuldig voorbereid en begeleid door een team van experts die ook nauw betrokken waren bij de Gezondheidsconferentie in 2002: de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek, het Centrum ter Preventie van Zelfdoding, Werkgroep Verder en de CGG- suïcidepreventiewerking. Het maatschappelijk middenveld werd betrokken bij de voorbereiding van de conferentie via sociale media, een hoorzitting, werkgroepen en provinciale terugkoppelingsmomenten. Er kwam een gezondheidseconomische evaluatie van de reeds bestaande acties en van de nieuwe initiatieven die in de werkgroepen werden voorgesteld. Tot slot werd parallel aan dit voorbereidingsproces een evaluatiestudie gemaakt van het eerste actieplan door het onderzoeksinstituut LUCAS (KU Leuven). Om de gezondheidsdoelstelling te kunnen realiseren, werden op de gezondheidsconferentie de volgende strategieën voorgesteld:
1.
Geestelijke gezondheidsbevordering met betrekking tot individu en maatschappij. a. De individuele veerkracht en het vermogen voor zelfhulp versterken. b. Ondersteuningsvaardigheden bij ouders verhogen. c. Bevorderen van sociale aansluiting. d. Hulp zoeken aanmoedigen en stigma doorbreken. e. De leefomgeving meer gezondheidsbevorderend, zorgzaam en suïcideveilig maken via beleid in de lokale gemeenschap, scholen, werkplek en via de media.
2. Suïcidepreventie door laagdrempelige telefonische en online hulp. 3. Bevorderen van deskundigheid en netwerkvorming bij intermediairs.
2
4. Strategieën voor specifieke risicogroepen a. b. c.
Suïcidepogers: screening en opvang Personen met suïcidale gedachten en/of concrete plannen: behandeling Kwetsbare groepen
5. De ontwikkeling en implementatie van aanbevelingen en hulpmiddelen voor de preventie van suïcide. Ook werden de volgende randvoorwaarden geformuleerd: 1. Vermaatschappelijking van de zorg 2. Locoregionale verankering en implementatie 3. Wetenschappelijke onderbouw, methodiekontwikkeling en evaluatie 4. Duurzaamheid in beleid 5. Integratie van bestaande acties 6. Aandacht voor innovatieve technologieën 7. Communicatieplan 8. Facettenbeleid
2.
Het Vlaamse Actieplan Suïcidepreventie
Voor de inhoudelijke invulling van deze strategieën is er een nieuw en geactualiseerd Vlaams Actieplan Suïcidepreventie ontwikkeld. Hierin wil minister Vandeurzen in de eerste plaats het werk dat tot nu toe is gebeurd en effectief gebleken is, bestendigen en versterken. Zo werden Werkgroep Verder (voor nabestaanden na zelfdoding), het project integrale zorg voor suïcidepogers (in nauwe samenwerking met de spoedgevallendiensten) en het Centrum ter Preventie van Zelfdoding erkend als organisatie met terreinwerking en kunnen zij hun activiteiten verder zetten tot 2016. Uit evaluatie bleken ook een aantal andere bestaande acties succesvol. Deze worden voortgezet en verankerd in een duurzaam beleid zoals de CGG-suïcidepreventiewerking die zich o.a. inzet voor het bevorderen van de deskundigheid van hulp- en zorgverleners, de vroegdetectie van patiënten met psychiatrische problemen met een verhoogd risico op 3
suïcide en de preventiecoaches die in samenwerking met de onderwijsnetten zich inzetten voor een geestelijk gezondheidsbeleid in secundaire scholen. Bovenop deze lopende acties liggen er binnen het actieplan momenteel negen nieuwe voorstellen van acties voor. Uiteraard kunnen er de komende jaren en afhankelijk van socioeconomische evoluties nieuwe prioriteiten en acties komen. De voorstellen van nieuwe acties die nu voorliggen, zijn het resultaat van de input van de Gezondheidsconferentie en de voorbereidende werkgroepen, de inbreng van de Vlaamse Werkgroep Suïcidepreventie en een consortium van experts. De nieuwe acties zijn, in de volgorde zoals opgenomen in het actieplan: 1. De website ‘Fit in je Hoofd’ (bijlage 2) wordt zowel inhoudelijk als technisch geactualiseerd en via een nieuwe sensibiliseringscampagne gelanceerd. Deze website wil psychische problemen bespreekbaar maken, zelfzorg stimuleren en de bevolking bewust maken van een positieve geestelijke gezondheid. “Praten over psychische problemen blijft nog steeds een taboe. Via deze website krijgen mensen handvatten aangereikt om zelf stappen te ondernemen en eventueel hulp te zoeken”, zegt minister Vandeurzen. Ook de jongerenversie van deze website, nl. ‘NOKNOK’, (bijlage 3) krijgt een actualisatie. Deze campagne ‘Fit in je Hoofd’ is ook verbonden met het brede beeldvormingsproject ‘geestelijke gezondheid Vlaanderen’ van Te Gek!? en de ‘Vlaamse vereniging voor geestelijke gezondheidszorg’ die beiden het taboe over psychische problemen willen doorbreken en het hulpzoekgedrag verbeteren. 2. Er komt een pilootproject waarin vrijwilligers worden ingezet om via de methodiek van toekomstgerichte training een netwerk (vangnet) rond ouderen te realiseren die een hoger risico hebben op zelfdoding. Hopeloosheid en isolatie zijn immers belangrijke risicofactoren. Deze vrijwilligers krijgen de nodige professionele ondersteuning en vorming voor deze opdracht . 3. Er komt één grote toegangspoort en platform voor de preventie van suïcidaal gedrag (één telefoonnummer, één portaalsite). In het traject naar de gezondheidsconferentie suïcidepreventie bleek ontzettend veel nood aan dit 4
drempelverlagende initiatief. Bedoeling is dat wanneer iemand eenmaal het platform is binnengekomen (telefonisch of via chat) met een vraag om hulp, geen twintig andere stappen meer hoeft te zetten. Mensen worden op die manier begeleid naar de gepaste hulp en niet “doorverwezen”. Deze gepaste hulp kan binnen het platform geboden worden (chatgesprekken, online zelfhulpmodules, fora…) maar ook naadloos extern (bvb. meteen een consult vastleggen in een CAW in de buurt). Naast suïcidale mensen kunnen ook naastbestaanden, nabestaanden en intermediairen hier terecht voor ondersteuning en advies. Ondertussen zijn de verantwoordelijken van de Zelfmoordlijn en Tele- Onthaal gesprekken begonnen om de eerste fase van dit platform voor te bereiden. 4. Depressieve jongeren worden beter bereikt. Niet alleen door het verderzetten van het project ‘preventiecoaches geestelijke gezondheid in het secundair onderwijs’, maar ook door het ontwikkelen van een zelfhulp computerprogramma, in de vorm van een game die jongeren moet helpen leren omgaan met depressieve gedachten. In Nieuw-Zeeland heeft men het ‘social game’ SPARX (bijlage 4) ontwikkeld en met succes uitgetest op jongeren met depressie. Vlaanderen wil een Vlaamse versie van dit social game realiseren en via een pilot onderzoeken of deze ook hier een positieve evaluatie krijgt. Daarnaast zullen bestaande initiatieven behouden blijven, zoals de chat van de Zelfmoordlijn, of het project 2.0, waarbij online berichten over zelfdoding overgemaakt kunnen worden aan de Zelfmoordlijn. Die laatste werkt daarvoor samen met sociale netwerksites als Facebook en Netlog. Door drempels laag te houden, worden meer jongeren met donkere gedachten bereikt. 5. Het actieplan bevat ook een uitnodiging naar werkgevers en werknemers. Er mag geen enkel bedrijf, maar ook geen enkele school, geen enkele instelling, gemeente, bestuur, vereniging of organisatie meer zijn die geen preventiebeleid terzake heeft. Het belangt ieder van ons aan. Er zullen algemene aanbevelingen ontwikkeld worden om de diverse actoren te ondersteunen bij de opmaak van dergelijk beleid. 6. In het kader van deskundigheidsbevordering van intermediairen (zoals verpleegkundigen, huisartsen, politieagenten, apothekers, vormingswerkers…) en om 5
blijvende aandacht te vragen voor vroegdetectie van mogelijks suïcidale personen, wordt een poster ontwikkeld en via een campagne verspreid. De poster bevat een oplijsting van de meest voorkomende en opvallende symptomen van acuut risico op zelfdoding en bevat eenvoudige vragen die de hulpverlener kan stellen om het suïciderisico in te schatten. Eerder deed men dit al in het Verenigd Koninkrijk (bijlage 5). 7. Er wordt een multidisciplinaire behandelrichtlijn ontwikkeld voor vroegdetectie, vroeginterventie en behandeling van suïcidaal gedrag. Hulpverleners hebben immers behoefte aan een multidisciplinaire evidence-based richtlijn voor de beoordeling en behandeling van suïcidaal gedrag. 8. Er komt een kwalitatief model van ketenzorg bij suïcidaliteit waardoor zorgprocessen naadloos op elkaar aansluiten. De continuïteit van zorg blijkt één van de belangrijkste knelpunten in de huidige organisatie van de hulpverlening. 9. Tot slot komt er een onderzoek om twee nieuwe behandelvormen voor suïcidale mensen te evalueren en na positieve evaluatie te implementeren. Suïcidaliteit vraagt specifieke zorg. Vaak weten hulpverleners wel om te gaan met depressie maar wanneer een depressieve patiënt suïcidaal wordt, ontbreekt het hen vaak aan kennis om specifiek rond suïcidaliteit te werken. De keuze is om 2 nieuwe behandelmethodes te onderzoeken op hun effectiviteit, nl. toekomstgerichte training en mindfulness based cognitive therapy.
6
3.
Sterfte door suïcide in 2010 daalt in Vlaanderen in vergelijking met het jaar 2009.
In 2010 stierven 1.066 Vlamingen door zelfdoding. Dit is een lichte daling ten opzichte van de 1.102 zelfdodingen in het jaar 2009. Ruim twee op de drie zelfdodingen waren mannen: 772 mannen tegenover 294 vrouwen. Na 2000 daalden de suïcidecijfers maar sinds 2007 stegen ze weer, vooral bij de economisch actieve bevolking. Deze trend wordt nu stopgezet. Minister Vandeurzen: “De suïcidecijfers van 2010 zijn 3 % lager dan deze van 2009 ondanks de verwachting dat de economische crisis de suïcidecijfers verder negatief zou beïnvloeden. Dit is opmerkelijk, ook gezien het feit dat in de ons omringende landen het suïcidecijfer gestegen is. De sterfte door suïcide in Nederland bijvoorbeeld, dat geen globaal actieplan heeft, is in 2010 met 5 % gestegen in vergelijking met het jaar 2009. De cijfers van 2010 zijn ruim 9% lager in vergelijking met het jaar 2000. In vergelijking met Nederland zijn hun cijfers in deze tijdspanne bijna 7% hoger. Dit doet vermoeden dat het hebben van een globaal actieplan in Vlaanderen wel degelijk zijn invloed kan hebben op een daling van sterfte door suïcide.” “We mogen echter niet verhullen dat we ondanks de lichte daling in 2010 nog steeds met onze cijfers aan de top van het West-Europese peloton zitten”, vertelt minister Vandeurzen (bijlage 6). “Wetenschappelijke inzichten leren ons daarnaast dat psychische problemen bij Vlamingen moeilijk bespreekbaar zijn. Het nieuwe Vlaams Actieplan 2012-2020 moet onze ambitie scherper stellen. Budgettair zal ik in 2013, naast de continuering van de bestaande acties en binnen de beschikbare budgetten voor het preventief gezondheidsbeleid, 1.257.000 euro aan middelen vrijmaken voor het realiseren van nieuwe acties. Achter elke zelfdoding of zelfdodingspoging schuilt onnoemelijk veel leed en het is onze gezamenlijke opdracht om daar blijvend iets aan te doen want elke zelfdoding is er één teveel”.
7
Bijlage 1: gezondheidsdoelstelling 2000 - 2010 De eerste gezondheidsdoelstelling bepaalde dat het aantal zelfdodingen bij mannen en vrouwen tegen 2010 verminderd moest zijn met 8% tegenover 2000. Mannen
Vrouwen
aantal overlijdens verschil met 2000 aantal overlijdens verschil met 2000 2000
843
2001
837
-0%
302
-8%
2002
802
-5%
298
-10%
2003
785
-6%
289
-12%
2004
784
-6%
301
-9%
2005
818
-3%
297
-10%
Start actieplan 2006 2007
700
-17%
280
-15%
681
-19%
303
-8%
2008
728
-13%
299
-9%
2009
792
-6%
310
-6%
Huidige cijfers 2010 streefcijfer 2010
772
-8%
294
-11%
776
-8%
305
-8%
Startcijfer
331
Meer informatie over cijfers, tabellen en grafieken vindt u op www.zorg-en-gezondheid.be.
8
Bijlage 2: website ‘Fit in je hoofd’
9
Bijlage 3: website ‘Nok Nok’.
10
Bijlage 4: website ‘SPARX’.
ABOUT SPARX | RESEARCH ON SPARX | NEWS & UPDATES | RESEARCH TEAM | CONTACT US
NEWSFLASH: The SPARX trial results are in the British Medical Journal (20/04/2012) WHAT IS SPARX? SPARX is a self-help computer programme for young people with symptoms of depression. The programme has been developed by a team of specialists in treating adolescent depression from the University of Auckand. The project was led by Associate Professor Sally Merry. Metia Interactivedesigned the software. Funding for the development and evaluation of SPARX was provided by the Ministry of Health. In order to actively engage young people, SPARX uses a 3D fantasy game environment and a custom-made soundtrack. The programme teaches skills to manage symptoms of depression, in a self-directed learning format.
11
Young people learn cognitive behavioural therapy techniques for dealing with symptoms of depression (e.g. dealing with negative thoughts, problem-solving, activity scheduling, and relaxation). It can be used with minimal oversight. Users are able to customise their avatar and journey to the seven Provinces, each with a unique set of challenges and puzzles. Our project is based on a successful pilot study carried out by Dr Karolina Stasiak, as part of her PhD.
Research works wonders: Can we use video games to treat depression? SPARX trailer on YouTube
PLEASE NOTE THAT AT PRESENT SPARX IS NOT AVAILABLE FOR DISTRIBUTION. We are finalising SPARX for general release. We are hoping to make it available this year, but SPARX’s release will be funding dependent. Please check our website for updates. Thank you for your interest.
SPARX – WORLD SUMMIT AWARD WINNER SPARX won a [World Summit Award 2011](/cdn/World Summit Award Certificate (2012).pdf) in the category of [e-Health and Environment](/cdn/WSA (2012) booklet.pdf). The World Summit Awards honour excellence in multimedia and e-Content creation. Forty winners (5 in each category) are selected from 100 countries. A special emphasis is placed on those projects which show the benefits of information and communication technology for the development of society at large.
12
Bijlage 5: "Is your patient suicidal?"
13
Bijlage 6: vergelijking Vlaanderen binnen Europa. Vergelijking algemeen (alle leeftijden) Het Vlaamse suïcidecijfer ligt 1,5 keer hoger dan het EU-gemiddelde -
De Oost-Europese lidstaten scoren slecht.
-
Ook Frankrijk heeft relatief hoge suïcidecijfers, vergelijkbaar met die in Vlaanderen.
-
Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hebben lagere cijfers dan het EUgemiddelde.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geeft aan dat de gemiddelde suïcideprevalentie rates in Europa 13.9 per 100.000 is, waarbij de hoogste rates te vinden zijn in de CIS-landen (Commonwealth of Independent States; voormalige Sovjetunie-republieken) met 21.4/100.000, gevolgd door de nieuwe EU-landen (13.8/100.000). Binnen de Europese Unie is de totale gemiddelde rate 10.1/100.000 waarbij de hoogste rates kunnen gevonden worden in Litouwen (30.7/100.000), Hongarije (21.5/100.000), Finland (18.5/100.000) en Slovenië (18.4/100.000). In alle landen van de Europese Unie plegen mannen bijna 5 keer meer suïcide dan vrouwen (gemiddeld 23.8/100.000 voor mannen; 5.2/100.000 voor vrouwen).
14
Rangschikking Europese lidstaten naar direct gestandaardiseerde sterfte door suïcide en situering Vlaams Gewest, gemiddelde 2005-2007 (voor zover beschikbaar) - op basis van Europese Standaardbevolking
AT BG CY CZ DE DK EE ES FI FR GR HU IT IE LT LU LV MT AT NL PL PT RO SE SI SK UK
Oostenrijk Bulgarije Cyprus Tsjechië Duitsland Denemarken Estland Spanje Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Italië Ierland Litouwen Luxemburg Letland Malta Oostenrijk Nederland Polen Portugal Roemenië Zweden Slovenië Slovakije Verenigd Koninkrijk
Afkorting EU-lidstaten
15