Het Verzekeringsblad 98e jaargang 6 november 2008 nr.
21
Fantomen vragen vertrouwen Leven biedt weinig online Boterham adviseurs ter discussie
Freek Wansink (Generali):
‘Mij hoor je niet zeggen dat schaalgrootte zo belangrijk is’ www.vbnet.nl
10110052
Precies, de intermediair en de nieuwe ING.
Samen zijn we nu al een optelsom van kracht.
ING en intermediair: een optelsom van kracht Zoals u weet gaan de Postbank en de ING Bank in 2009 samen. Niet twee banken naast elkaar onder één dak, maar één nieuwe, sterke Nederlandse bank. Een optelsom van kracht. En dat merkt u als intermediair nu al. De Postbank verruimt namelijk het acceptatiebeleid voor ondernemers in privé zodat het gelijkgetrokken is met de ING Bank. Dit stelt u in staat uw klanten nog beter van dienst te zijn. Want een goede samenwerking met de intermediair zien wij ook als een optelsom van kracht. Meer weten? Kijk op ontmoet-ing.nl
Let op: deze informatie is uitsluitend bestemd voor de hypotheekadviseurs waar de Postbank en de ING Bank mee samenwerken, en afgestemd op hun kennisniveau. Bij deze informatieverstrekking is daarom geen rekening gehouden met de regels die gelden voor communicatie naar consumenten. Aan de inhoud van dit bericht kunnen door consumenten geen rechten worden ontleend.
‘Is schaalgrootte zo belangrijk?’
COVER
“Ik denk dat een organisatie met drie lagen goedkoper is dan een organisatie met zes lagen”, weerspreekt algemeen directeur Freek Wansink van Generali de idee dat schaalgrootte zo belangrijk is. “Omdat vrijwel iedereen hetzelfde denkt en vindt, gaan bijna alle partijen volgens hetzelfde stramien werken, en van dat ‘meer van hetzelfde’ heeft het intermediair last. Wij willen graag tot de uitzonderingen behoren. Ik garandeer je dat dat ook leidt tot meer lol in het werken en die ‘lol’ wordt door onze relaties erkend en gewaardeerd.”
Survival of the fittest
14 12 30 37 42
Een intermediair die optimistisch is in zijn wereldbeeld en toekomstverwachtingen heeft meer kans op een zonnige toekomst dan een zwartgallige intermediair. Dat is een mechanisme waarbij iedereen zich in beginsel veel kan voorstellen, maar aantonen dat het ook echt zo werkt, is lastig. Uit recent onderzoek van Bureau D & O blijkt echter een niet te ontkennen verband tussen de toekomstverwachtingen van intermediairs en hun concrete, huidige bedrijfsresultaten. Pessimisten en optimisten scheiden zich op alle fronten nadrukkelijk van elkaar.
Kok breidt uit in VvE-markt
Een jaar geleden introduceerde Kok Assurantiën de Kok Appartementenpolis, een voor VvE’s ontwikkelde gebouwenverzekering voor woningappartementencomplexen. Het bedrijf ontwikkelt nu de VVE CombiPolis voor gebouwen met gecombineerde gebruiksrechten voor wonen, werken en/of winkels. “In verband met mogelijke belangenverstrengeling zijn wij niet geïnteresseerd in het risico van de individuele winkelier, bewoner of andere instantie in het complex, maar sec in het complex zelf”, zeggen directeuren Ad en Bert Evers.
De ‘waarde’ van de adviseur
Uit het Totaal Onderzoek Financiële diensten dat GfK op regelmatige basis uitvoert, blijkt dat ongeveer 80 procent van de Nederlandse huishoudens minimaal één financieel product via een assurantieadviseur heeft afgesloten. Uit de zojuist verschenen VB Barometer blijkt dat ruim 60 procent van hen helemaal niet weet op welke manier hun intermediair wordt betaald. Wat als zij dit wel weten? En meer nog, wat als zij weten wat zij hun adviseur precies betalen? En waarschijnlijk krijgen zij daarin vanaf 1 januari 2009 volledig inzicht.
Rubrieken
INH O U D
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
Onder meer: - Fantomen vragen vertrouwen - Misleidende uitvaartactie
Intermediair
11
Pfp
18
Over professoren
20
Prof. dr. Frans Leijnse - Stukje levensloop voor WW
Fiscaal Juridisch
Generali VB Innovatieprijs 2008
26
Schade
29
Walter Vermeer - Het financieringsvoorbehoud revisited
Zorg & Inkomen
32
Onder meer: - Zorgverzekeringen worden adviesgevoeliger - Voorlichtingscampagne AOV van start
Arbeidsmarkt
38
- Opleiding en markt nader tot elkaar
Met name(n)
41
ICT
42
Ondernemerschap
48
Bart van Luijk - Netwerken: als u kunt breien, brei dan mee René Teuwen - Wat kost een goede lead?
Verzekerend Buitenland
51
Nieuws
52
Barbier
54
Leven biedt weinig online
Na de schadeverzekeraars heeft ook de branche Leven de weg naar het internet gevonden. En daar lijkt ook meteen alles mee gezegd. Volgens het deelrapport Leven van de WebExcellence Benchmark 2008 van DCE Consultants worden de transactie- en interactiemogelijkheden onvoldoende benut op de websites van levensverzekeraars, de geplaatste consumenteninformatie vraagt om vakinhoudelijke kennis en er wordt weinig moeite gedaan om de actualiteit volledig bij te houden of die duidelijk te vertalen naar de gevolgen voor de consument.
24
Jolien Wientjes - Ontwikkelingen m.b.t. e-commerce
VB Branchedag 2008 Bij dit VB: de Syllabus Branchedag 2008. 148 pagina’s dik met alles over de deelnemers, het programma, de workshops en de spotlights!
nummer 21 - 6 november 2008
3
Dit is een eenvoudige vraag: “Mijn klant vervoert bijtende, giftige stoffen. Hoe voldoet hij aan de wettelijke eisen van het ADR verdrag?” Een eenvoudige vraag als u thuis bent in de complexe vervoersbranche. Of als u gebruikmaakt van de Maatwerk in Uitvoeringoplossingen van Delta Lloyd. Brancherapporten en Risk Managers helpen u bij ingewikkelde vraagstukken van de gezondheidszorg- en vervoersbedrijven. Maar ook van metaal-, bouw- en garagebedrijven. Ontdek op ddd.nl/mkb hoe Delta Lloyd u kan ondersteunen bij het adviseren van een bestaande klant of een nieuwe klant. Niets is zeker...
COLOFON
HOOF DREDAC T IO N EEL
Het Verzekeringsblad onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910 ■ hoofdredactie Jan Aikens
redacteuren Alex Klein, Erwin Loer, Yvonne Neppelenbroek (eindred.), Rick de Ruiter (webred.), Elly Gravendeel (red. ass.). ■ redactie Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647730, fax 0570-647815, e-mail
[email protected], internet www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647111 ■ uitgever Stephanie Keij ■ marketing Claudia Simoons (adverteerders) ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, tel. 0570-673444, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■ abonnementsprijs 2008 € 102,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode ■ losse nummers Losse nummers € 6,75 excl. btw; VB-interactief Gidsen € 11,95 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Emilie Kars-van der Goes tel. 0570-648 912 fax 0570-619 179 e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink tel. 0570-648912 fax 0570-649819 e-mail
[email protected] sluitingsdatum: Dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Boshoff & Dekker, Deventer vormgeving Mediabuilders, Zutphen druk Plantijn Casparie Den Haag ■ ISSN 0165-7909 ■
Kluwer BV legt-uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Puvatisering De kredietcrisis laat diepe sporen na. En niet alleen binnen de financiële wereld. Als de rook straks is opgetrokken, zal blijken dat een aardverschuiving heeft plaatsgevonden in het totale Nederlandse bestel. Beleidsbeslissingen waar jaren, zo niet decennia lang overleg aan voorafgegaan is, verdwijnen door het huidige incidentenmanagement in de vuilnisbak, of worden honderdtachtig graden gewijzigd. Tot nog slechts enkele maanden geleden hadden we te maken met een terugtredende overheid. Het begrip solidariteit was een zachte dood aan het sterven. De individuele mens werd steeds meer eigen verantwoordelijkheid toegedicht. Ook de zwakkeren in de samenleving moesten maar een tandje bijzetten om in hun eigen onderhoud te kunnen voorzien. Zo werd de zachte WAO vervangen door een harde WIA, de bijstandsuitkering beknot en aan stringente voorwaarden verbonden, de WW gemitigeerd, de AWBZ uitgekleed en collectieve oudedagsvoorzieningen vervangen door individuele regelingen. Ook de uitvoering van verschillende collectieve regelingen werden verder buiten overheidsbereik gebracht. Hiermee creëerden de opvolgende regeringen bewust een hybride uitvoeringsstructuur voor voorzieningen die tot voor kort tot de verantwoordelijkheid van de samenleving werden gerekend. Een cultuur overigens, die volledig paste in het privatiseringsbeleid. Voorzieningen die eerst gezien werden als nuttig voor de gehele bevolking (nutsvoorzieningen), werden afgestoten naar commerciële bedrijven. Straks kijkt niemand er meer vreemd van op dat we TV kijken via de Italiaanse kabel, internetten met een Spaanse provider, de gasrekening uit Rusland ontvangen en een Japans sprekende heer komt vertellen dat de elektra voor deze maand op is. Weinig gemeenten bezitten nog sporthallen, zwembaden en hockeyvelden. Allemaal overgedaan in private handen, omdat je dan het onderhoud niet meer met gemeenschapsgeld hoeft te financieren. Wat doen we dan wel met dat gemeenschapsgeld? Wel, dat stoppen we in diensten en bedrijven die van nature thuishoren in de vrije markteconomie. Daar houden wij banken mee overeind, blazen nog eens wat extra lucht in de zeepbel van de huizenmarkt. We subsidiëren er de bouw- en transportsector mee en ook nog een beetje landbouw. Kloppen straks andere industrieën bij de overheid aan, dan is Bos zeker bereid naar de tap te lopen om de geldkraan wat harder te laten lopen. Straks is de crisis afgelopen, maar hoe gaan we dan om met het gegeven dat we collectieve voorzieningen moeten afnemen bij commerciële partijen en private verzekeringen moeten afsluiten bij maatschappijen die gecontroleerd worden door staatscommissarissen? Er komen weer interessante tijden aan wanneer de discussie publiek versus privaat opnieuw van de grond af aan gevoerd kan worden.
Jan Aikens
[email protected]
nummer 21 - 6 november 2008
5
N I EU WS
‘Wegconsolideren’ van verzekeraars staat haaks op noodzakelijke transparantie
Fantomen vragen vertrouwen Door het beroep van AEGON op het steunfonds van de Nederlandse regering is de kredietcrisis ogenschijnlijk op verzekeraars overgeslagen. Ogenschijnlijk, want wij maken ons sterk dat vooral de Amerikaanse resultaten tot die ingreep hebben genoopt en dat AEGON Nederland nog riant op eigen kracht verder kan. Zeker weten doen we dat echter niet, omdat de maatschappij daar (tot nog toe) geen openheid van zaken over geeft. AEGON staat in die opstelling niet alleen. Het bedrijf steekt zelfs nog gunstig af bij andere grote verzekeraars, die in de concernpresentaties bijna geheel ongenoemd blijven. Zo doet het cynisch aan vrijwel dagelijks in de media te horen en te lezen dat ‘Fortis in wezen niet meer bestaat’. Dat het Nederlandse deel, zeg maar het staatsbedrijf, niet alleen uit een bancaire poot bestaat, maar kan bogen op grote verzekeraars, komt niet of nauwelijks aan de orde. Je kunt verdedigen dat dat op dit moment ook minder belangrijk is, omdat de zekerheid van de polishouders door de staat gegarandeerd is. Anders is het gesteld met de verzekeraars binnen het INGconcern. ING heeft een beroep van tien miljard op het steunfonds gedaan. Naar wij aannemen om de bank in rustiger vaarwater te krijgen. Maar hoe staat het met de financiële positie van Nationale-Nederlanden, RVS, Movir en WestlandUtrecht? Het met deze maatschappijen samenwerkende intermediair mag er alleen maar naar gissen. Een hoogst onbevredigende situatie, omdat het de adviseurs zijn die daar als eerste door de onrustige consument naar worden gevraagd.
Boekhoudregels boven gedragsregels Alle deskundigen zijn het in elk geval over één ding eens: de kredietcrisis kan pas echt bezworen worden als het vertrouwen weer is teruggekeerd. Ongetwijfeld een waarheid als een koe. Alleen jammer dat het bij die constatering blijft. We hebben althans nog niet gehoord dat er een ‘taskforce herstel vertrouwen’ is geformeerd met de opdracht om binnen de kortste keren ingrijpende maatregelen voor te stellen waardoor het vertrouwen van de consument daadwerkelijk kan worden hersteld. Wat ons betreft zou alles in het werk gesteld moeten worden om de samenleving een duidelijk antwoord te geven op de allesoverheersende vraag: ‘Keert mijn verzekering nog wel uit als ik overlijd, als ik de overeengekomen leeftijd bereik, als ik met pensioen ga, als ik een grote schade lijd?’ Het Verbond van Verzekeraars heeft een poging gedaan op haar website de consumenten gerust te stellen, maar kan dat slechts in algemene bewoordingen doen. Echte uitkomst kunnen alleen de individuele verzekeraars geven. En die zijn veelal dochters
6
van al dan niet beursgenoteerde grootmachten die zich gebonden achten aan boekhoudregels. In de eerste plaats houdt dat in, dat de verzekeringsresultaten geconsolideerd zijn in de concerncijfers, waardoor alleen de technische DNB-staten als communicatiemiddel kunnen dienen. Het gaat dan om veel verhullende en allang achterhaalde cijfers. Kennelijk is het niet in het belang van de onderneming om met meer materiaal naar buiten te komen. Zo is het mogelijk dat veel verzekeraars als fantomen ondergedoken blijven in de cijferbrij van hun holding. En dat in een tijd waarin transparantie geboden is omdat de klant erom vraagt, omdat alleen daarmee het imago opgevijzeld kan worden én omdat het een van de weinige wapens is om het vertrouwen mee terug te winnen.
Boekhoudregels boven feitelijke informatie We komen uit een tijdperk waarin verzekeraars hun deplorabele technische resultaten konden verhullen dankzij hoge beleggingsopbrengsten. Nog ver voor de beurskrach kwamen zij tot inkeer, schoonden hun portefeuilles op en brachten de premies op een verantwoord peil. De bedrijfsvoering van vrijwel alle maatschappijen werd daardoor in de kern gezond. Wij zijn ervan overtuigd dat dit tot op de huidige dag het geval is. De cijfers van de verzekeraars die wel naar buiten gebracht worden, zullen echter een andere boodschap afgeven. Door de IFRS-regels krijgt het publiek immers een momentopname te zien. Met name door de niet gerealiseerde koersverliezen zullen veel bedrijven rode cijfers moeten tonen. En dan is het de vraag hoe meer en minder professionele boodschappers die cijfers zullen interpreteren. Zeker is, dat die resultaten niet zullen bijdragen aan een toenemend gevoel van vertrouwen bij consumenten.
Schulp Op meer dan één manier zullen verzekeraars dus uit hun schulp en uit de anonimiteit van de conglomeraten moeten kruipen. We hebben de overvalwagens van DNB nog niet zien uitrukken, dus het zal met de aanwezige solvabiliteitsmarges wel meevallen. Dat kan ook niet anders als we de staten nog eens langs lopen die we publiceerden in Het VB van 29 augustus. Daaruit blijkt dat sprake is van een meer dan solide financiële positie bij vrijwel alle verzekeraars. Waarom dat dan niet hardop geroepen? Er wordt erg veel energie gestoken in het transparant maken van allerlei zaken. Bemiddelaars moeten tot op de laatste cent openheid verschaffen over hun beloning. Minister Bos mag elke dag openheid geven over de wijze waarop hij korte metten maakt met bonussen van topbestuurders. We spreken daar geen waardeoordeel over uit. Maar in die wereld past het niet om weg te lopen van het geven van openheid over zaken waar het werkelijk over moet gaan en die de curve van het dalend vertrouwen kunnen ombuigen. ■ Jan Aikens
nummer 21 - 6 november 2008
NIEU WS
Toename van overvallen en inbraken Twee verzekeraars, Nationale-Nederlanden en Hiscox, luiden de alarmbel. NN meldt dat inbraak en overvallen tot steeds grotere schadeposten leiden voor de detailhandel. Hiscox, specialist in verzekeringen voor welgestelde particulieren, maakt melding van een inbraakgolf in Het Gooi en andere ‘dure’ Nederlandse gemeenten.
als je die afzet tegen de schade die je door inbraak en overval lijdt. De polis biedt ook dekking voor rechtsbijstand, aansprakelijkheid en schade aan goederen en inventaris door wateroverlast. Bosklopper: “Deze laatste schadepost vormt vaak een onderschat risico. Bij een toenemend aantal stortbuien stijgt ook het aantal gevallen van waterschade in de detailhandel.”
Vorig jaar kwam de totale schade die winkeliers hebben geleden door overvallen uit op 210 miljoen euro. In 2007 werden 774 winkeliers overvallen, een toename van 22 procent ten opzichte van 2006. “De overvallen die op 22 oktober plaatsvonden op drie juweliers in Amsterdam staan dan ook niet op zichzelf”, zegt Tjeerd Bosklopper, directeur product management schade bij NN. “Landelijk zien we dat overvallen en inbraak een steeds grotere schadepost worden voor winkeliers. Het komt geregeld voor dat winkeliers hun deuren sluiten omdat ze de schades niet meer kunnen dragen.” Uit eigen onderzoek van Nationale-Nederlanden blijkt dat december een populaire maand is bij overvallers. NN wijst in dit verband op de bekende preventieve maatregelen die nog steeds onvoldoende worden genomen.
Jachtseizoen geopend
ZekerheidsCombinatie Detailhandel Het antwoord op deze risico’s biedt NN in de vorm van de eind vorige maand geïntroduceerde ZekerheidsCombinatie Detailhandel. De premie voor deze verzekering is relatief laag, zeker
‘Het jachtseizoen van criminelen is met de komst van de herfst weer geopend’, meldt Hiscox. Met name in de regio’s waar veel welgestelden wonen, is de afgelopen weken het aantal inbraken sterk gestegen. Het gaat vooral om woningen in Het Gooi, de Vechtstreek en Oosterbeek. Gezien de ervaringen is Hiscox bevreesd dat de inwoners van Vught en Waalre de volgende slachtoffers kunnen zijn. “De criminelen lijken zich weinig aan te trekken van de veelal goede beveiliging”, merkt Hiscox op. “Ze deinzen niet terug voor hoge hekken, camera’s, buitendetectie of honden. Het is daarom van belang om de tijd tussen de eerste alarmmelding en de opvolging zo kort mogelijk te houden. Om kostbare tijd te winnen, is het zaak om de attractieve zaken als juwelen en sieraden in goed verankerde kluizen op te bergen. Vaak schort het juist aan deze verankering, zodat inbrekers zelfs binnen een paar minuten kans zien de kluis te verwijderen en in zijn geheel mee te nemen.” ■
Verzekerd van toezicht ‘Verzekerd van toezicht’ is het eerste boek dat alle aspecten van de Wft belicht die voor verzekeraars van belang zijn. De Wet op het financieel toezicht is voor een bepaalde groep financiële dienstverleners moeilijk te ontsluiten. De wet is cross-sectoraal opgezet, waardoor in één artikel de positie van zowel de verzekeraar, de bemiddelaar, als ook die van bijvoorbeeld effectenhandelaar wordt behandeld. De wet is er daardoor in geslaagd erg volledig te zijn, maar tegelijkertijd bevordert die opzet niet de vindbaarheid van de voor een beroepsgroep relevante artikelen. Verzekeraars hebben met dit boek van mr. dr. G.R. Boshuizen (toezichthouder-seniorjurist bij DNB) en drs. B.H. Jager RA (Beleidsmedewerker bij Zorgverzekeraars Nederland) een handig hulpmiddel om zich een weg door de Wft te banen. Interessant zijn de eerste hoofdstukken waarin vanaf het Bourgondische tijdperk de geschiedenis van de toezichtswetgeving in vogelvlucht wordt geschetst. Daarna loodsen de auteurs de lezer door de Wft. Ze doen dat op een complete, maar ook bondige manier. Het feit dat zij niet meer dan zo’n 300 pagina’s nodig hebben, illustreert dat de schrijvers zich niet overgegeven hebben aan breedsprakigheid en dat komt
de leesbaarheid bijzonder ten goede. Daarom is het boek niet alleen bestemd voor juristen, maar voor alle medewerkers van verzekeraars die direct of indirect met ‘compliance’ te maken hebben. Dankzij de verdeling in veel paragrafen vindt de lezer snel en precies dat onderwerp dat hij nodig heeft. Daar waar verduidelijking nodig, grijpen de auteurs terug op passages uit de Memorie van Toelichting. In zeventien hoofdstukken wordt de Wft per onderwerp ontraingezonden mededeling feld. Niet alleen de wet zelf, maar ook de onderliggende besluiten en waar nodig de Nadere Regels van de toezichthouders. Een handig boek, dat zich leent om een keer helemaal door te lezen 7ÊÌ
iÊÀ>Vio en daarna als naslagwerk te }iÌÊ>ÊLÕÃiÃÃÊ«ÕÃi raadplegen. ■ Uitgegeven bij Kluwer in de reeks Recht en Praktijk Financieel Recht, 346 pag., € 80, ISBN 9789013059052. Te verkrijgen via vbnet.nl onder ‘online shop’.
nummer 21 - 6 november 2008
*iÊ«ÃÌÊ ÛÀÊÛiÀâiiÀ>>ÀÃÊ iÊL>i\Ê ÜÜÜ°Ì`ð
7
N I EU WS
Misleidende uitvaartactie Ze zijn er nog, de partijen die maling hebben aan alle inspanningen van de branche om het imago te verbeteren en het vertrouwen van de consument te herwinnen. Partijen die nog steeds voor snel geld gaan en het niet zo nauw nemen met het belang van de klant. Topuitvaartverzekering.nl is zo’n initiatief dat de wenkbrauwen doet fronsen. De clevere ondernemer hierachter stuurt mails naar consumenten met als afzender ‘Monuta’ of ‘DELA’. De mail belooft ‘Altijd een gratis kado!’ bij een uitvaartverzekering en bij afname van een zeker volume in uitvaartverzekeringen kunnen consumenten zelfs een Nintendo WII, Ipod Nano, Nintendo DS of Senseo-apparaat verdienen.
Topuitvaartverzekering.nl staat vermeld, maar in de mail en op de achterliggende actiepagina’s op gratisnintendo.nl is alle mogelijke moeite gedaan om de schijn op te houden dat het hier om een Monuta- of DELA-initiatief gaat. De maatschappijlogo’s zijn prominent geplaatst en de webpagina’s zijn aangepast aan de kleuren van Monuta en DELA. Zelfs het logo van topuitvaartverzekering.nl wordt, waar relevant, netjes aangepast aan de look & feel van de respectievelijke uitvaartverzekeraars! Waar je ook zoekt, duidelijke afzenderinformatie ontbreekt en redelijkerwijs kan pas uit de te ondertekenen actievoorwaarden worden afgeleid dat topuitvaartverzekering.nl géén initiatief van Monuta en/of DELA is. Pas in de disclaimer op de website staat dat topuitvaartverzekering.nl onderdeel is van BOC. Beide namen staan overigens niet vermeld in de registers van de AFM. Alles bij elkaar genomen, gaat het hier dus om een klassiek geval van misleiding. Monuta en DELA zijn niet gelukkig met dit soort commerciële initiatieven. Beide uitvaartverzekeraars
stellen zich op het standpunt dat voor de klant altijd volledig duidelijk moet zijn dat hij zaken doet met een tussenpersoon die bemiddelt voor Monuta of DELA. “Wij huldigen het principe dat een uitvaart en een uitvaartverzekering producten zijn waarvoor moet worden gekozen op basis van de kwaliteit en de toegevoegde waarde van de aanbieder”, aldus Mark Debets, woordvoerder van Monuta, “en dit soort lokkertjes past daar niet bij. Dit schaadt ons én de consument. Wij willen normaal gesproken heel graag dat een tussenpersoon onze naam gebruikt en zich met ons profileert, maar via internet kunnen tegenwoordig nieuwe grenzen worden opgezocht waarmee Monuta eerder geen rekening heeft hoeven houden. Onze samenwerkingsovereenkomst moet hierop worden aangepast en dat gaan wij ook doen. In de toekomst mag er geen ruimte meer zijn voor dit soort zaken.” Daarnaast gaat de Apeldoornse uitvaartverzekeraar contact zoeken met de initiatiefnemers van dit soort acties, om ook langs die weg te pogen schade te beperken en te herstellen. DELA heeft al vaker te kampen gehad met vergelijkbare initiatieven en heeft daarom kortgeleden een protocol opgesteld om acties te kunnen aanpakken waarbij het niet volstrekt helder is of het om DELA zelf gaat of om een intermediair die onder meer bemiddelt voor de coöperatieve uitvaartvereniging. “We gaan dan allereerst rond de tafel met de betrokken partij om te wijzen op de afspraken die helder staan in de samenwerkingsovereenkomst”, aldus woordvoerder Martin Kersbergen. “Vervolgens geven we twee weken voor aanpassing. Blijft het probleem bestaan, dan beëindigen we de samenwerking.” Ook heeft DELA maatregelen genomen om oneigenlijke Google-marketing tegen te gaan. Kersbergen: “Met Google hebben wij vastgelegd wie gebruik mag maken van de zoeknaam ‘DELA’. Wie, met andere woorden, ónder DELA zelf in de zoekresultaten verschijnt als een consument ‘DELA’ heeft ingetikt als zoekterm.” ■ Erwin Loer
Regering akkoord met nieuwe beloningsregels
8
Vorige week vrijdag heeft de ministerraad ingestemd met het voorstel tot wijziging van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). “De voorgestelde wijzigingen vormen een pakket maatregelen dat de marktwerking moet verbeteren en de consument inzicht moet bieden in de provisies die tussenpersonen ontvangen bij advisering over financiële producten, zoals hypotheken en beleggingsverzekeringen. De maatregelen gaan ook gelden voor bankspaarproducten”, aldus de regering in een persbericht.
dienstverleningsdocument te verschaffen waarin duidelijk wordt vermeld wat de dienstverlening van de intermediair is en op welke manier deze hiervoor wordt beloond.
Het pakket bespraken wij in Het VB van 25 september. Vanaf 1 januari 2009 zijn adviseurs verplicht duidelijk te maken welke honorering zij voor de advisering/bemiddeling van een financieel product ontvangen. Vanaf 1 juli 2009 geldt de verplichting aan de klanten een
Het ontwerp besluit wordt nog voor advies aan de Raad van State gezonden. Op de dag dat dit VB verschijnt, 6 november, voert de commissie Financiën uit de Tweede Kamer overleg over deze wijzigingen met minister Bos. ■
Het kabinet stelde in het persbericht de norm voor provisies: die “moeten altijd in het belang van de consument zijn en de kwaliteit van dienstverlening ten goede komen. Bonusprovisies, zoals omzetgerelateerde provisies, worden verboden.”
nummer 21 - 6 november 2008
IK BEN EEN A-MERK! BIJ DE NOORDHOLLANDSCHE BEGRIJPEN ZE DAT. ‘In een persoonlijke sfeer een vertrouwensrelatie
aarzelen Dé Verzekeringswinkel noemt als hem
met mijn klanten opbouwen. Dat is waarin ik mij als
wordt gevraagd waar hij zijn verzekeringen geregeld
onafhankelijk financieel adviseur onderscheid van
heeft. Daar investeer ik in en daarbij wil ik gesteund
banken, direct writers en internetaanbieders. Mijn
worden door een verzekeraar die begrijpt waar ik
adviseurs willen voor onze klanten een per-
mee bezig ben. Die ons o.a. helpt met een private
soonlijke begeleider en dé probleemoplosser bij
label concept waarmee onze klanten bevestigd
financiële zaken zijn. Zodat die klant zonder
worden in hun keuze voor ons!’
Dé Verzekeringswinkel in Alkmaar kiest voor de Noordhollandsche van 1816. Want als 100% intermediairmaatschapij (h)erkennen wij de advies-functie van het intermediair in de relatie met de klant als geen ander. En daar stemmen we graag onze marketing-ondersteuning op af. Wilt u meer weten over de maatschappij die snel, persoonlijk en exclusief voor het intermediair werkt? Wij vragen slechts een uurtje van uw tijd om het Noordhollandsche TotaalConcept te presenteren. Bel of mail de Noordhollandsche voor een afspraak.
Het in 2007 gehouden NIPO Performance onderzoek wijst de Noordhollandsche van 1816 aan als ‘Beste schadeverzekeraar’. Ook de voorgaande jaren werd de Noordhollandsche door tussenpersonen op alle onderzochte onderdelen als ‘Best presterende maatschappij’ gewaardeerd. Kijk ook op www.nh1816.nl
Daar gebeurt ‘t! Noordhollandsche van 1816, Postbus 1, 1724 ZG Oudkarspel, t (0226) 33 18 16 f (0226) 33 18 26 e
[email protected] i www.nh1816.nl
N I EU WS
Aegon expiratiebrief rechtstreeks naar de klant Vanaf deze week stuurt AEGON drie tot vier maanden voor de expiratiedatum van lijfrentes de zogenoemde ‘expiratiebrief’ zowel aan de tussenpersoon als rechtstreeks aan de klant die vrijkomend lijfrentekapitaal gaat ontvangen. In de klantbrief is volgens de maatschappij een duidelijke doorverwijzing naar de tussenpersoon opgenomen. De verzekeraar neemt deze stap omdat de praktijk haar leert dat uitkeringsformulieren voor niet-lijfrenteverzekeringen soms met forse vertraging of in het geheel niet ontvangen worden door klanten van AEGON. De maatschappij wil dit risico via het rechtstreekse klantcontact volledig uitsluiten, de goede intermediaire relaties moeten dus lijden onder de minder accurate collega-adviseurs. Een andere reden om direct contact met de klant te zoeken, is de maatschappij ingegeven vanuit de fiscale plicht die op de klant rust. De klant moet van de fiscus binnen zes maanden na expiratie het lijfrentekapitaal uitstellen of gebruiken voor aankoop van een lijfrente; zo niet, dan wordt (progressief) belasting geheven alsof de verzekering is afgekocht. Volgens AEGON kennen lang niet alle klanten deze fiscale gevolgen. En omdat die groep klanten vanuit deze onwetendheid ook niet uit zichzelf stappen zal ondernemen, voelt de verzekeraar het als haar zorgplicht om die klant tijdig te informeren. De maatschappij neemt hier dus in feite de informatieplicht over van het intermediair. ■
De Goudse verbetert de Top zakenreisverzekering De Goudse heeft de dekking van de Top Zakenreisverzekering verbeterd en vereenvoudigd. Bovendien is de premie verlaagd met gemiddeld 30 procent. De verbetering en vereenvoudiging hebben betrekking op vrijwel alle dekkingsonderdelen. De annuleringsdekking is verhoogd tot 5000 euro met een uitbreidingsmogelijkheid tot 10.000 euro. Nieuw is de optionele dekking voor een zaakwaarnemer: als een ondernemer tijdens een zakenreis uitvalt kan een zaakwaarnemer kosteloos overkomen. Andersom kan het ook gebeuren dat een ondernemer met spoed moet terugreizen omdat zijn zaakwaarnemer in Nederland uitvalt. Ook dan zijn de kosten gedekt. De verzekering is ook geschikt voor privéreizen en voor een meerprijs van zestig euro is het hele gezin gedekt. Tot eind maart maakt De Goudse voor iedere nieuwe Top Zakenreisverzekering een bedrag over naar Climate Neutral Group. Zowel de ondernemer als het intermediair reist hierdoor 1000 km klimaatneutraal. Meer informatie op topzakenreis.nl. ■
10
AC/DC crisisband De Britse krant ‘The Guardian’ wijst op een opmerkelijke samenhang tussen een economische crisis en AC/DC. Deze Australische hardrockband zou alleen goed scoren als er een recessie is. AC/DC begon tijdens de oliecrisis in 1973 en scoorde in 1980 een UK-nummer 1-hit met het album ‘Back in Black’ terwijl Europa met tot twintig procent inflatie en een torenhoge werkloosheid kampte. De band met zanger Brian Johnson beleefde vervolgens gedurende de recessie begin jaren negentig een comeback met het legendarische album ‘The Razors Edge’ (grote hit: ‘Thunderstruck’) en is in kredietcrisis-2008 uit het niets weer opgedoken met ‘Black Ice’ (single: ‘Rock ’n Roll Train’), de eerste nummer 1-hit voor de band in 28 jaar. ■
Delta Lloyd-deal definitief De achterbannen van de stichtingen Verliespolis en Woekerpolisclaim hebben massaal ingestemd met de overeenkomst die de stichtingen hebben gesloten met Delta Lloyd. Hierin is overeengekomen dat de maatschappij een tegemoetkoming verleent in de kosten van beleggingsverzekeringen. In totaal steunde 97 procent van de 6409 bij Verliespolis aangesloten verzekerden de overeenkomst. Bij Woekerpolisclaim lag dit percentage op 99 procent van de 2684 polishouders. De overeenkomst is van kracht voor alle verzekerden van Delta Lloyd, OHRA, Erasmus Verzekeringen en Nationaal Spaarfonds, ongeacht of deze zijn aangesloten bij een stichting. Verzekerden hoeven zelf geen actie te nemen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen. Zij ontvangen eind 2009 van de maatschappij informatie over de consequenties voor hun individuele polis. ■
‘Waerdevol’ nieuw label AFAB AFAB Service Providing labelt producten onder de naam ‘Waerdevol Financiële producten’. Onder deze naam worden producten aangeboden voor het intermediair dat bij een van de AFAB-formules is aangesloten. Het eerste product is een woonlastenverzekering. Deze verzekert zowel werknemers, zelfstandigen als ook huurders. De premie kan per maand of als koopsom worden betaald. In de polis wordt uitgegaan van de meest uitgebreide definitie van arbeidsongeschiktheid. Het gaat daarbij niet alleen om op een foto of scan te herkennen ziektes, maar ook om ziektes met een voor de arts herkenbaar klachtenpatroon, zoal een whiplash, burn-out, RSI enz. De verzekeraar is Bovemij Verzekeringen. Dit product is bestemd voor adviseurs die zijn aangesloten bij Xtensive, FSD, Quarré, PensioenPoint en ViaFeria/StercK. ■
nummer 21 - 6 november 2008
INT E RM ED IA IR
BAE zet mes in tarieven
Leidraad Meldplicht Aanbieders
BAE Groep en EAG Assuradeuren passen de tarieven voor de met hen samenwerkende intermediairs per 1 januari 2009 drastisch aan. Met de aanpassingen wil de organisatie concurrerende tarieven bieden die recht doen aan de gewijzigde markt- en bedrijfsomstandigheden en drempelverlagend werken voor starters in de branche. De vaste bijdragen van 25 en 75 euro voor respectievelijk de standaard (instroom)- en selectgroep en het minimumbedrag voor het aantal polissen vervallen. Daar komt het oude (vroeger gebruikte) tariefsysteem voor in de plaats: belasting van het aantal contracten binnen een bepaalde grens, te beginnen met 25 euro per maand tot 25 polissen. Het tarief stijgt vervolgens degressief met groepen van 25 contracten. Voor 200 contracten dient dan 95 euro te worden betaald (i.p.v. de huidige 157 euro) en voor 500 contracten 191 euro in plaats van 243 euro. ■
Aanbieders van financiële producten moeten melding doen aan de AFM wanneer zij constateren dat een bemiddelaar met wie zij samenwerken, zich niet aan de wet houdt. Deze meldplicht geldt ook voor bemiddelaars die samenwerken met onderbemiddelaars. Om de meldplicht (art. 4.97 en 4.92 Wft) meer onder de aandacht te brengen, heeft de AFM onlangs alle aanbieders en inkooporganisaties van financiële producten de leidraad Meldplicht Aanbieders toegestuurd. Hierin geeft de toezichthouder een toelichting op de achtergronden van de wettelijke meldplicht. Daarnaast zijn er tien best practices opgenomen die aanbieders kunnen gebruiken om hun meldproces waar nodig te verbeteren. In de voorbeelden zijn situaties beschreven waarbij aanbieders overtredingen van bemiddelaars hebben geconstateerd. ■
Pensioendesk verhuisd Pensioendesk Nederland is verhuisd. Het bedrijf is in Baarn gebleven, maar nu gevestigd op de Oude Utrechtseweg 32-34, 3743 KN. Telefoon en faxnummer blijven ongewijzigd. In het nieuwe onderkomen zijn ook opleidingsfaciliteiten aanwezig. ■
Chatten over kredietcrisis Huis & Hypotheek heeft op zijn website een speciale pagina ingericht waar antwoord wordt gegeven op de veertien meest prangende vragen rondom de hypotheek- en kredietcrisis. Via de chatmodule op www.huis-hypotheek.nl kan men gekwalificeerde medewerkers ook rechtstreeks vragen stellen over de gevolgen van de kredietcrisis op hun persoonlijke situatie. ■
Consumentenbrief kredietcrisis Bureau D & O heeft een informatiebrief ontwikkeld, die veel van de vragen beantwoordt die consumenten aan hun verzekeringsadviseurs stellen. De brief bespreekt de mogelijke gevolgen voor hen op de in dit kader relevante onderwerpen wonen, leven en sparen. Bij leven roept de brief de consument ten aanzien van de oudedagsvoorziening op niets te doen voordat hij zich grondig heeft laten adviseren. Intermediairs kunnen de brief gratis downloaden van www.deno.nl en naar hun relaties sturen. ■
Klaverblad komt met bedrijfsrechtsbijstand Klaverblad Verzekeringen breidt haar productassortiment voor de zakelijke markt uit met de Rechtsbijstandverzekering voor bedrijven. De verzekering kent twee varianten voor het midden- en kleinbedrijf: Standaard en Extra. Daarnaast is er een variant voor agrarische bedrijven. Op de variant Extra geldt tot en met januari 2009 een introductiekorting van 100 euro. ■
Vind uw adviseur met Arthur Arthur.nl is online. Dit initiatief van Meetingpoint moet de adviseur online op de kaart gaan zetten. Op de website kan een potentiële klant adviseurs vergelijken. Bijvoorbeeld aan de hand van de aanwezige profielen. De klant kan ook een vraag voorleggen aan vijf adviseurs tegelijkertijd. Vergelijken van producten en premies is niet mogelijk, bij Arthur staat het advies centraal. Arthur werft bezoekers door gebruik te maken van de mogelijkheden die webmarketing biedt. Via een marketingcampagne op internet plaatst Arthur zich tussen alle financiële websites voor particulieren en bedrijven. Om Arthur.nl onder de aandacht te brengen start op 20 november de consumentencampagne ‘Vind de adviseur die bij je past’ op internet. Financieel adviseurs die er vanaf de start bij willen staan, kunnen hun gratis profiel aanmaken op www.arthur.nl/aanmelden. De eerste 500 aanmelders ontvangen een Arthur-welkomstpakket. ■
BANKGARANTIES? BIEDT UW RELATIES EEN VERZEKERINGSOPLOSSING! KIJK OP NATIONALEBORG.NL VOOR ALLE INFORMATIE OF BEL 020 55 33 900. DE ENIGE ONAFHANKELIJKE BORGVERSTREKKER VAN NEDERLAND.
nummer 21 - 6 november 2008
11
I N TE RME D IA IR
Pessimisten en optimisten, uitgedrukt in cijfers
Survival of the fittest Een intermediair die optimistisch is in zijn wereldbeeld en toekomstverwachtingen heeft meer kans op een zonnige toekomst dan een zwartgallige intermediair. Dat is een mechanisme waarbij iedereen zich in beginsel veel kan voorstellen, maar aantonen dat het ook echt zo werkt, is lastig. Uit recent onderzoek van Bureau D & O blijkt echter een niet te ontkennen verband tussen de toekomstverwachtingen van intermediairs en hun concrete, huidige bedrijfsresultaten. Bureau D & O is begin september een onderzoek gestart naar de halfjaarcijfers van het assurantie-intermediair in Nederland (eerste helft 2008), in vervolg op haar eerdere kerncijfersonderzoek over 2007. In een bespiegeling voorafgaande aan de publicatie van de halfjaarcijfers signaleerde D & O een opvallend patroon in bedrijfsresultaten én toekomstverwachtingen, waarbij pessimisten en optimisten in de branche zich op alle fronten duidelijk van elkaar onderscheiden.
Pessimisme met reden Volgens drs. Astrid van de Bovekamp, directeur Personele Diensten van D & O en arbeids- en organisatiepsycholoog, is mensen in het kader van het onderzoek gevraagd een rapportcijfer te geven over hoe optimistisch ze zijn over de eigen toekomst. “Wie een cijfer 1 geeft, vindt het één groot drama, allemaal verschrikkelijk. Wie cijfer 10 geeft, ziet in deze markt alleen maar volop kansen. Wij hebben een scheidslijn gemaakt bij een 5 of lager (35% van de respondenten) of een 6 of hoger (65%). De respondenten onder de scheidslijn hebben we pessimisten genoemd, daarboven zijn het optimisten. Daar hebben we vervolgens de specifieke bedrijfsresultaten tegen afgezet. Wat dan opvalt, is dat de pessimisten ook reden hebben om pessimistisch te zijn. Als je naar hun cijfers kijkt, zijn zij gedaald in omzet, zijn zij minder hard gegroeid in klanten en polissen en hebben bezuinigd. Ze investeren
minder, want ze hebben minder vertrouwen. Maar dat is natuurlijk een beetje een kip-en-eiverhaal. Je weet niet of ze pessimistischer zijn geworden doordat ze minder hard zijn gegroeid of dat ze pessimistisch zijn en daardoor groei mislopen.” De pessimisten hebben veel meer dan de optimisten te maken met een daling van de omzet. Over het eerste halfjaar steeg die gemiddeld met 5%, onder optimisten 11% en onder pessimisten daalde die zelfs met 4%. Een vergelijkbaar beeld laten de kosten, klanten, medewerkers (bezuiniging!) en polissen zien. Uit de cijfers kan bovendien eenvoudig een significante daling van de omzet per polis onder de pessimisten worden afgeleid: Gemiddeld
Pessimisten
Optimisten
Omzet
+ 5%
-/- 4%
+ 11%
Kosten
+ 6%
+ 1%
+ 8%
Klanten
+ 6%
+ 5%
+ 6%
Polissen
+ 7%
+ 6%
+ 8%
Medewerkers
+ 5%
-/- 1%
+ 9%
Volgens Van de Bovekamp spreiden pessimisten hun aandacht over alle bestaande activiteiten om hun rendement te verbeteren. “Zij zijn minder geneigd dan de optimisten tot innovaties maar trekken erg naar binnen. Kostenbesparingen, inkrimpen van personeel en bestaande activiteiten slimmer doen, dus effectiever gaan werken binnen de al bestaande bedrijfsvoering. Daarmee trek je erg naar binnen. Op zich is de handelwijze van de pessimisten heel logisch. Als jij je niet goed voelt, trek je ook het liefst een deken over je heen en verstop je je. Optimisten zoeken de nieuwe mogelijkheden, richten het vizier naar buiten en steken daar veel energie in.” De tweedeling pessimisten-optimisten is (uiteraard) ook te herkennen in het verschil in groei van werkzaamheden op declaratiebasis. Die is 35% onder de pessimisten en 100% onder de optimisten (gemiddeld 77%). Pessimisten hebben bovendien minder zakelijke klanten en polissen en minder doorlopende provisie leven. Gemiddeld Declaraties
Pessimisten
Optimisten
+ 77%
+ 35%
+ 100%
Zakelijk klanten*
13%
11%
15%
Zakelijk polissen*
17%
13%
21%
7%
5%
8%
Doorloop leven*
* Geen groeipercentage, maar percentage van de totale omzet van het kantoor
12
nummer 21 - 6 november 2008
INT E RM ED IA IR
Kijk door een grof raster naar deze cijfers en het lijkt of de optimisten iets moderner en zakelijker zijn dan de pessimisten. Directeur van Bureau D & O, Jurjen Oosterbaan Martinius, vindt dat ook logisch: “Op declaratiebasis werken doe je alleen maar als je overtuigd bent van je eigen capaciteiten. Ben je somber over je eigen dienstverlening, dan zul je moeite hebben om tegen je klant te zeggen: ‘Ik kost zoveel euro per uur.’”
Manifeste tweedeling Voor Oosterbaan blijkt de geconstateerde tweedeling binnen de bedrijfstak niet alleen uit de bovenstaande cijfers, maar is deze de laatste jaren in alles steeds manifester geworden: “Vanuit bijna ieder gesprek kun je mensen in een van de twee kampen onderverdelen. Je hebt de mensen die weten om te gaan met veranderingen, daarop beleid baseren en zich aanpassen. Zij staan misschien niet te juichen maar passen zich wel aan. Daartegenover heb je de mensen die wel erg terug blijven kijken: ‘Vroeger was alles beter en wat nu gebeurt, is allemaal fout.’ Die zijn blijven hangen in ‘ik ben tegen’ en zien het ook niet meer zitten. ‘Ik vind het niet meer leuk’ is in dat verband een gevleugelde, veelgehoorde uitspraak, en als je maar genoeg blijft zeggen dat je iets niet leuk vindt, gaat het vanzelf niet goed.” De D & O-directeur vindt dat de optimisten en de pessimisten (in bepaalde context misschien beter: ‘positieven’ en ‘negatieven’, red.) onder alle geledingen in de bedrijfstak zijn te vinden: “Het is niet zo dat aangeslotenen bij een bepaalde organisatie altijd positief zijn, dat ouderen altijd negatief zijn of dat grote of juist kleine kantoren standaard tot een van beide kampen gerekend mogen worden.” Wel denkt hij dat de traditionele verkopers vaker tot de pessimisten behoren en de adviseurs vaker tot de optimisten: “Adviseurs die werken vanuit het principe dat ze er willen zijn voor de klant, herkennen meer in de nieuwe wetgeving dan de traditionele polisverkopers. Die vinden de Wft en alles wat de laatste jaren verder is veranderd, betuttelend en bureaucratisch en voelen zich erdoor geremd. Echte adviseurs snappen wat er gebeurt en vinden alleen dat ze erg worden afgeleid en dat het hen erg veel tijd kost. De beweging die de branche wil maken, staat ten principale niet ter discussie voor hen, ze vinden het alleen moeilijk deze te interpreteren. In elke neergaande markt vind je ondernemers die kunnen groeien. Dat heeft alles te maken met beleid en de juiste beslissingen nemen. Zit je eenmaal in een neerwaartse spiraal – het lijkt of de hele samenleving tegen je is, ooit betrouwbare verzekeringspartners zetten eigen websites op en de AFM is alleen in het leven geroepen om je te pesten en op kosten te jagen – dan kan ik me voorstellen dat je niet meer tot een goeie beslissing komt. Ik vraag me ook af of je dan als ondernemer nog in staat bent vrolijk met je klant te praten. Klanten willen geen zeurkousen. Zij doen plezierig zaken met mensen die trots zijn op hun vak en daar met enthousiasme over praten. Ik kan me voorstellen dat een pessimist ook naar zijn klant iets negatiefs uitstraalt. Als ik ergens ga eten en de ober klaagt alleen maar over zijn baas, dan kom ik er ook nooit meer.”
Self fulfilling prophecy Het ‘survival of the fittest’-principe van Charles Darwin lijkt sterk van toepassing op wat zich op dit moment in de bran-
che afspeelt. Wie zich het beste kan en wil aanpassen aan de nieuwe situatie, overleeft. Wie dat niet kan, sterft uit. De survivors zijn onder de huidige optimisten (of positieven) te vinden, zeker niet onder de pessimisten, vinden ook Oosterbaan en Van de Bovekamp. Oosterbaan roept daarom het intermediair dat zich nog hoofdzakelijk door negativisme en terugkijken laat leiden, op daarmee te stoppen: “Je kunt jezelf en je omgeving de hele dag door in de put praten en bevestigingen zoeken en vinden dat de wereld heel gemeen is. Of dat nu op kantoor gebeurt of in bijeenkomsten met andere intermediairs, aan het einde van ieder gesprek wil je dan het liefst onmiddelijk je portefeuille verkopen. Eén ding is inmiddels wel duidelijk, ook uit de cijfers: je komt met negativisme in een neerwaartse spiraal waar je steeds moeilijker uit komt. Er treedt een self fulfilling prophecy in werking, zoals bijvoorbeeld ook voorafgaand aan een economische crisis. Als we met zijn allen roepen dat er een crisis komt, dan komt er een crisis. Pessimisten zouden elkaar op hun pessimisme moeten aanspreken. Je moet alert zijn op veranderingen natuurlijk, maar ga niet met elkaar zwelgen in negativisme. Dat is mijn emotionele appèl. Het technische appèl is: kruip niet in je schulp, maar treed naar buiten. De wereld zit op je te wachten. Heel veel consumenten maken graag gebruik van je diensten, maar je moet wel wat doen en niet in een hoekje gaan zitten jammeren.” ■ Erwin Loer
Gratis Klik & Sluit-modules Voogd & Voogd heeft een drietal vernieuwingen doorgevoerd. De website voogd.com heeft een nieuw uiterlijk gekregen waardoor de site overzichtelijker en gebruiksvriendelijker is dan voorheen. Voor aangesloten bemiddelaars is het nu ook mogelijk om met het Digitaal Paspoort in te loggen om direct toegang te krijgen tot de backoffice. De tweede aanpassing betreft het premieberekenings- en acceptatieprogramma Klik & Sluit. Voogd & Voogd biedt met ingang van 1 januari 2009 bemiddelaars gedurende de eerste drie jaar gratis gebruik van alle kantoormodules binnen het programma. Bestaande gebruikers krijgen een besparing van bijna 1200 euro per jaar op hun kantoorkosten aangeboden. Tot slot is het assortiment huismerken uitgebreid met de Moterfiets VoordeelPolis en de VrachtautoVoordeelpolis. Hiermee komt het aantal doelgroepverzekeringen van Voogd uit op elf.
Businessdagen Onder het motto ‘Kies voor zakelijk succes’ houdt Voogd & Voogd samen met Bureau D&O een vijftal businessmiddagen voor intermediairs, waarin de kansen worden belicht die zowel de particuliere als zakelijke automarkt bieden. Ook zal het in het vorige VB besproken Klik & Sluit Webtotaal worden geïntroduceerd. De bijeenkomsten worden gehouden op 5, 10, 13 en 18 november en 2 december, op verschillende plaatsen in het land. ■
nummer 21 - 6 november 2008
13
I N TE RV IE W
Freek Wansink (alg. directeur Generali):
‘Mij hoor je niet zeggen dat schaalgrootte zo belangrijk is’
Freek Wansink (54) begon zijn verzekeringscarrière op twintigjarige leeftijd bij NationaleNederlanden in Den Haag, waar hij in dienst trad als schadecorrespondent. Twee jaar later werd hij inspecteur (de toenmalige benaming voor een account manager) en daarna volgde een lange, gevarieerde loopbaan bij de oranje verzekeraar. In totaal vervulde hij twaalf verschillende functies voor hij in 1999 toetrad tot de directie van de inmiddels tot één bedrijf samengevoegde Levens- en Schadeverzekeraar. Binnen het Verbond is hij vicevoorzitter van het bestuur, voorzitter van het Sectorbestuur Schade, voorzitter van het Platform Kleine en Middelgrote Maatschappijen en verder vervult hij een aantal branchegerelateerde commissariaten. Sinds 1 juli 2005 is hij algemeen directeur van Generali. Wansink is getrouwd en heeft een dochter van 26.
14
nummer 21 - 6 november 2008
INT ERVIEW
Op het oog lijkt een driejarenplan niet zo’n grote periode te beslaan. “Maar kijk eens hoe het landschap de laatste tweeënhalfjaar veranderd is”, merkt Freek Wansink, algemeen directeur Generali terecht op. “De dynamiek binnen de bedrijfstak is veel en veel sterker dan iedereen kon vermoeden.” Het was relatief nog zo kort geleden dat Generali een plan vaststelde waarmee de verzekeraar een nieuwe koers insloeg. “Het is dus bijna tijd voor een update, maar eerst willen we nauwkeurig evalueren of we bereikt hebben wat we beoogden. Dat lijkt ons beter dan hectisch door te draven.” In 2005 besloten Freek Wansink en zijn team tot een strategiewijziging. “We bedienden vrijwel alle sectoren van de verzekeringsbranche. In alle onderdelen deden we wel wat – in het ene meer dan in het andere – maar niet echt alles. Bijna drie jaar terug besloten we om ons te focussen op de pensioenen de inkomensmarkt en die segmenten ook volledig en op een heel eigen manier te gaan bedienen.” De keuze was weloverwogen: “Die werd voornamelijk ingegeven door het perspectief dat dit het speelveld bij uitstek voor de adviseur is en zal blijven. We zagen de trend ontstaan dat internet een belangrijke rol ging spelen op het gebied van simple risks. Dat betekent dat intermediairs hun focus zouden gaan verleggen naar de ondernemer, de onderneming en de medewerkers van het bedrijf. En dat hebben veel adviseurs inderdaad gedaan. Zij bieden collectieve producten aan de werkgever aan en in de privémarkt zijn zij actief met particuliere inkomens- en pensioenproducten voor de dga en de medewerkers.” Een verstandige keuze, vindt Freek Wansink. “Je ziet hoe overvol het internetsegment is geworden. Directe aanbieders, maar ook gevestigde intermediairmaatschappijen met nieuwe labels verdringen elkaar op het wereldwijde web. Dat gaat gepaard met veel marketinggeweld. Soms vraag ik me af of de hoge kosten die daarmee gemoeid zijn, terugverdiend kunnen worden. In elk geval staat wel vast dat intermediairs zich daar moeilijk tussen kunnen positioneren. En wijzelf hebben daaraan geen behoefte. We bewijzen het intermediair er nauwelijks een dienst mee en we worden op dat platform een van de velen.” Dat is precies wat Wansink niet wil. “We hebben de ambitie om die dingen te doen die passen bij ons bedrijf en onze omvang. We willen niet uitwisselbaar zijn met andere partijen en dat ben je in simple risks al snel. Daar valt weinig differentieel voordeel te behalen.” De met Generali werkende intermediairs stellen die houding op prijs. “Los van de commerciële mogelijkheden en onmogelijkheden vinden adviseurs terecht dat internet niet echt past bij wat hun vak is, namelijk people’s business.”
Exclusief via intermediair Generali blijft dus exclusief distribueren via het intermediair?
“Absoluut”, klinkt het uit twee monden, ook uit die van Jaap Oudijk (directeur Marketing en Sales), die is aangeschoven. “We hebben een onvoorwaardelijk geloof in de intermediaire markt. Maar wel zijn we ervan overtuigd dat ook de adviseur – net als wij – duidelijke keuzes moet maken. Het intermediair kan met name waarde toevoegen op terreinen die klanten niet volledig kunnen overzien en waarin vergelijkingssites in het aankoopproces per definitie tekortschieten. Neem alle elementen die thuishoren in een goed pensioenadvies. Daarvoor kan geen website soelaas bieden. Waarbij komt dat ondernemers echt niet van plan zijn om zich in dergelijke zaken te verdiepen. Dat kost veel te veel tijd en die stoppen zij liever in zaken doen. Zij beschouwen het zeker stellen van inkomen en pensioen niet als hun werkterrein, maar dat van de adviseur. En veel particulieren denken daar net zo over.” “Het is een misverstand”, zegt Freek Wansink met nadruk, “dat beter opgeleiden makkelijker zelf verzekeringen sluiten dan lager opgeleide mensen. Hier is geen sprake van een sociaal onderscheid, maar van een verschil in karakter. Zekerheidszoekers vind je in alle geledingen van de bevolking. Een andere misvatting is overigens dat je de consumenten zou kunnen onderverdelen in ‘internetklanten’ en ‘adviesklanten’. Veel consumenten kiezen de distributievorm aan de hand van het product dat zij nodig hebben. Dezelfde vrouw of man zal bijvoorbeeld een simple risk schadepost via internet afsluiten, maar voor inkomenszekerheid een adviseur raadplegen. Het intermediair moet inspelen op de wensen van klanten die als het ware meer ‘allround’ zijn geworden. Daar ligt nog steeds een hele grote en profijtelijke markt. We zijn dan ook absoluut niet doemdenkerig over de positie van het intermediair.” De positie van Generali als aanbieder in die markt is, zoals gezegd, een andere geworden dan pakweg drie jaar geleden. “Wat niet veranderde is dat we voluit bleven kiezen voor de intermediaire distributie, maar wel de focus op een gedefinieerd segment en dat in zijn totaliteit met maatwerk te bedienen met respect voor ieders rol.” Wat bedoelt Wansink met dit laatste? “Allereerst dat we wensen van de klant vertalen in producten en niet andersom. Respect voor de rol van het intermediair brengen we tot uiting door het hanteren van heel korte lijnen binnen de organisatie. De adviseur heeft bij ons een persoonlijke relatiebeheerder binnen, die voor hem altijd bereikbaar is, ook als het gaat om specialistische vragen op het gebied van pensioen of inkomen. Het rechtstreeks contact met een vast aanspreekpunt vinden onze relaties bijzonder belangrijk en ook dat we gewoon een kleine Nederlandse maatschappij zijn.” Maar wel van een grote Italiaanse moeder. “Een hele grote, ja. We profiteren van het netwerk en tezelfdertijd zijn we een zelfstandige vennootschap. We koesteren de omvang die we nu hebben. We passen met zijn allen in dit kantoorpand en dat willen we zo houden.”
Wij willen tot de uitzonderingen behoren Op het gebied van ‘inkomen’ legt Generali zich toe op AOV en verzuim, “dus ook op alle WIA-gerelateerde producten. Op dat gebied hebben we veel profijt van het internationale netwerk. Met name het Generali Employee Benefits Network is ook voor ons van groot belang. In de eerste plaats kunnen
nummer 21 - 6 november 2008
15
I N TE RV IE W
we daardoor multinationals bedienen en ook ondernemingen die hun personeel uitzenden naar andere landen. Aan de andere kant krijgen wij als deelnemer aan dit netwerk kennis van de wereld rondom ons. Die kennis kunnen wij op onze beurt vertalen ten behoeve van de provinciale partners. Dat is een reden waarom wij maatwerk kunnen leveren.” Een systeem waar sommige aanbieders juist vanaf willen. “Klopt”, beaamt Wansink, “je ziet een tendens naar standaardisatie. Het waarom daarvan is me niet helemaal duidelijk. De productsoorten van alle traditionele pensioenuitvoerders bestaan immers uit lappendekens die een historie van vele tientallen jaren beslaan. Er wordt makkelijk gezegd dat pensioenpolissen vlekkeloos door de administratie gehaald moeten kunnen worden. Te gemakkelijk, want neem alleen maar de nieuwe regelingen van de afgelopen tien jaar. Elke keer opnieuw moest een regeling aan die nieuwe regels aangepast worden. Om nog maar te zwijgen over alle inactieven in regelingen die al decennia lopen. Daar valt geen enkel automatiseringssysteem op aan te passen. Daarom is het binnen de branche nog steeds de praktijk dat er ook veel regelingen in dikke ordners zitten in plaats van in een ICT-configuratie. Daarom ook”, rekent Wansink af met een ander modieus geluid, “hoor je mij niet zeggen dat schaalgrootte zo belangrijk is. Dat is maar de vraag. Ik denk dat de aansturing van onze organisatie die uit drie lagen bestaat goedkoper is dan het leiding geven aan een organisatie die uit zes lagen is opgebouwd. Je moet niet direct geloven wat de meerderheid van de partijen roept”, is de les die hij hiermee wil overbrengen. “Juist omdat vrijwel iedereen hetzelfde denkt en vindt, gaan alle partijen volgens hetzelfde stramien werken, op enkele uitzonderingen na en van dat ‘meer van hetzelfde’ heeft het intermediair last. Wij willen graag tot de uitzonderingen behoren. Ik garandeer je dat dat ook leidt tot meer lol in het werken en die ‘lol’ wordt door onze relaties erkend en gewaardeerd.” Hoe Wansink daar zo zeker van is? “Omdat ik heel regelmatig op pad ga om met de adviseurs te praten. Ja, ik weet dat iedere bestuurder dat roept, maar ik doe dat op mijn eigen manier. Die is niet, dat ik eens in de zoveel tijd een dag regel met een strak reisschema, waardoor ik voor iedere relatie een uurtje de tijd heb. Liever nodig ik een klein groepje uit om samen mee te dineren. Dan hebben we vier uur de tijd om de onderwerpen door te nemen die de relaties graag aan de orde willen stellen. Zo hoor ik uit de eerste hand wat het intermediair op een moment echt bezighoudt en hoe je eraan kunt meewerken om hen succesvol te maken.”
Geen controverses En dat in een tijd waarbij aanbieders en adviseurs niet echt bij elkaar op schoot zitten. “Ik merk op geen enkele wijze dat we controverses met het intermediair hebben”, zegt Freek Wansink beslist. “Natuurlijk heb ik ervaren dat de verhoudingen gespannen zijn geweest, maar dat is meer op bestuurlijk niveau. In de dagelijkse praktijk hebben wij daar geen enkele last van en datzelfde geldt voor de adviseurs. De strijd gaat voornamelijk over de transitie van het beloningsstelsel”, gaat hij verder. Wij kunnen in onze beloning al jaren lang zo
16
flexibel zijn als het intermediair wil. De adviseur kan kiezen voor een honorering in de vorm van doorlopende provisie, maar ook kan die de provisie op nul zetten en zelf een declaratie versturen. Ook allerlei tussenvormen zijn mogelijk. Onze adviseurs kennen de hoogte van de brutopremie en de provisie die hij daar desgewenst uit kan sleutelen. Daar komt bij dat zeer veel producten, dus ook bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid en verzuim geen tarievenboekjesproducten zijn. Daar is sprake van premies op maat en ik vind principieel dat beloningsafspraken een zaak zijn tussen adviseur en eindklant, waarmee wij ons zo min mogelijk moeten bemoeien. Wij waren de eerste maatschappij”, brengt hij in herinnering, “die AOV-provisie variabel aanbood tussen nul en twintig procent. Niet dat ik ook maar iets tegen het provisiestelsel heb”, voegt hij er direct aan toe, “dat blijft een prima systeem. Zeker in de particuliere en mkb-markt, waar prestatie en beloning doorgaans goed in balans zijn. Het is eerder misgegaan in andere segmenten, omdat daar ook sprake was van andere type beloningen.”
Pensioen biedt continuïteit Hij glimlacht als we vragen of hij het over snelle levenposten en hypotheken heeft en zwijgt. Wel wil Oudijk kwijt dat “Generali niet van plan is zich actiever op de hypothekenmarkt te begeven. In die sector bouw je geen klantrelaties op. Daar is sprake van nul loyaliteit. Onze adviseurs zijn juist gebaat bij continuïteit en die is in de pensioenmarkt natuurlijk heel sterk. Daar is ook sprake van veel contactmomenten.” Wat uiteraard de vraag oproept waarom Generali dan de Uniforme Pensioen Overzichten (UPO’s) rechtstreeks naar de deelnemers stuurt. “Omdat de wet dat voorschrijft”, is het even korte als duidelijke antwoord van Wansink. “Maar als we de wettelijke verplichting hebben om klanten rechtstreeks te informeren, zorgen we dat de adviseur over dezelfde stukken beschikt. Daardoor is er geen enkele wijziging gekomen in zijn rol. En laten we wel zijn, het intermediair hoeft de UPO echt niet als excuus aan te grijpen om contact te zoeken. Die contacten zijn er al.” Hij heeft nog een belangrijk argument. “De werkgever heeft met de adviseur een prijs afgesproken voor de dienstverlening en die wil echt niet betalen voor het feit dat zijn adviseur brieven in enveloppen moet steken.” Hoewel Wansink in het begin van het gesprek zei, dat hij eerst wil terugkijken voordat hij zich op een volgende driejarenplan stort, blijkt hij wel degelijk ook een blik in de toekomst te werpen. “Dat kan niet anders als je strategische beslissingen wilt nemen. Dan komt de vraag aan de orde waar je met je distributie over tien jaar wilt staan. Er is sprake van een enorme consolidatie in de intermediaire markt. Je ziet kantoren verdwijnen en ook fuseren. Dan moet je je dus de vraag stellen welke kantoren continuïteit kunnen bieden. Daarvoor geeft de schaalgrootte een indicatie. Die speelt ook een rol op een moment dat je het besluit neemt om je te gaan specialiseren, zoals wij dus gedaan hebben. Iets grotere kantoren, zeg met zo’n 25 medewerkers, beschikken doorgaans over specialisten. Daar sluiten wij ook op aan en dat werkt heel plezierig, omdat je te maken hebt met een professionele
nummer 21 - 6 november 2008
INT ERVIEW
gesprekspartner. De beweging in de financiële dienstverlening dat professionele gespecialiseerde marktpartijen met elkaar zaken doen, wordt sterker en dat is in het belang van de eindklant.”
maar het heeft ook een functie voor de medewerkers. Zij zien daarop wie langs komt en als ze die persoon kennen, grijpen ze de gelegenheid graag aan om even een handje te komen schudden.”
De strategische keuzes hebben niet alleen geleid tot een indrukwekkende lijst productintroducties en -innovaties (ruim veertig in krap drie jaar). “Het hele bedrijf heeft een totale turnaround doorgemaakt. Letterlijk alles hebben we aangepakt. Alle uitingen bijvoorbeeld, maar, veel belangrijker, ook intern was sprake van een gehele cultuurverandering. We hebben programma’s ontwikkeld, waardoor de medewerkers veel meer vanuit de klant gingen denken, oplossingsgerichter gingen werken en daar waar mogelijk direct beslissingen gingen nemen. Aan alle kanten moet het bedrijf uitstralen dat wij er zijn voor de klant en niet andersom.”
“De medewerkers hebben heel wat voor hun kiezen gekregen”, beseffen Wansink en Oudijk, “en ze hebben de uitdaging op een geweldige manier opgepakt. Het tempo is enorm omhoog gegaan en ook de betrokkenheid bij het eigen bedrijf is sterk gegroeid. Veel meer dan voorheen schrikken zij er niet voor terug elkaar de waarheid te zeggen.” Ontaardt dat niet in ruzies? “Integendeel, als je elkaar de gelegenheid geeft om kritische vragen te stellen, dan geef en krijg je de mogelijkheid om te groeien. Het gezegde dat het je vrienden zijn die je de waarheid vertellen, is volledig waar. In het menselijke vlak gezien is Generali alleen een begrip, een merk. Je werkt niet bij Generali; je werkt met elkaar en met elkaar ben je Generali. Daarom nogmaals blijven we met zijn allen in dit ene gebouw. Zodat we allemaal samen zijn onder één dak, elkaar blijven kennen en niet in een grote anonieme wereld verdrinken. Daarom”, vraagt Wansink dringend, “zet alsjeblieft geen foto op de cover van mij, maar van Generali, van de mensen die hier werken dus.” ■
Met elkaar zijn we Generali Hoe letterlijk dat in de praktijk wordt gebracht, ondervonden we omdat vlak voor de deur een parkeerplaats op naam was gereserveerd en een scherm boven de receptie Het Verzekeringsblad welkom heette. “Ja, dat de beste parkeerplaats gereserveerd is voor de directie, tref je hier niet aan”, lacht Wansink. En dat bord boven de receptie? Dat geeft de bezoeker het terechte gevoel dat hij welkom is,
Jan Aikens
nummer 21 - 6 november 2008
17
PF P
Variabele staffels in GOS
Lijfrente uitstelrekening
Generali biedt haar klanten de mogelijkheid om in offertes af te wijken van ministeriële staffels bij beschikbare-premieregelingen pensioen. In de Generali Offerte Software (GOS) kan voor nieuw te sluiten contracten een percentage van de maximale staffels worden gehanteerd. Op deze manier is het eenvoudig om de staffels op elk gegeven budget aan te passen. Daarnaast is het nog steeds mogelijk in GOS gebruik te maken van oude premiestaffels met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Dit is van belang bij nieuwe deelnemers aan pensioencontracten die voor 3 november 2007 bij Generali zijn ondergebracht. Voor nieuwe pensioencontracten gelden bij Generali de nieuwe premiestaffels. ■
AEGON heeft de Lijfrente uitstelrekening aan het productenpalet toegevoegd. Het gaat om een geblokkeerde bankrekening waarop vrijkomend lijfrentekapitaal tegen een variabele rentevergoeding kan doorgroeien. Ook kunnen op deze rekening meerdere lijfrenteverzekeringen worden samengevoegd. Volgens de maatschappij heeft 38 procent van alle lijfrentebezitters meer dan één polis. Bij elkaar opgeteld, zit bij deze groep 61 procent van alle lijfrentes.
Florius + verlengingstermijn Naast de Florius Profijt twee, vier en twaalf, is er nu ook de Florius Profijt drie + drie Hypotheek. Dit product heeft een offertegeldigheidsduur van drie maanden met daar bovenop een verlengingstermijn van één, twee of drie maanden. Het rentetarief is gelijk aan de huidige Florius Profijt twee Hypotheek. Wordt een getekende offerte voor het nieuwe product toch niet afgenomen, dan brengt Florius een annuleringsvergoeding in rekening. ■
Lijfrentes samenvoegen Bij een expirerende lijfrente stort de klant het kapitaal op de AEGON Lijfrente uitstelrekening. Hij ontvangt hierover een variabele rentevergoeding. Er hoeft van tevoren geen einddatum vastgesteld te worden, de klant bepaalt dan zelf wanneer de Lijfrente uitstelrekening moet worden omgezet in een lijfrente-uitkering. Een ander pluspunt is de mogelijkheid om meerdere lijfrenteverzekeringen die op verschillende momenten vrijkomen, samen te brengen in dit product. Het biedt de klant overzicht en het wordt eenvoudiger voor hem om in de toekomst een periodieke lijfrente-uitkering van het totale lijfrentekapitaal aan te kopen. ■
Zekerheid door hoge garantie! Wonen
Zekerheid Cliënten die vermogen willen opbouwen hebben veelal één ding gemeen, zij willen zekerheid over het te ontvangen bedrag op de einddatum, of bij tussentijds overlijden. Of het nu gaat om het aflossen van een (hypothecaire) lening, verruiming van het inkomen of een onbezorgde oude dag, Conservatrix biedt die zekerheid! Hoge garantie
Inkomen
Conservatrix biedt levenproducten aan waarbij een aantrekkelijke garantie van 4% centraal staat ten aanzien van het kapitaal bij leven op de einddatum. Gemakkelijk afsluiten De producten van Conservatrix zijn gemakkelijk online af te sluiten via Cleo, het extranet van Conservatrix. Via Cleo heeft u tevens inzicht in de status van uw dossiers. Meer informatie
Oudedagsvoorziening
Wilt u meer informatie over deze advieskansen of een afspraak maken met onze accountmanager bij u in de buurt? Bel dan (035) 548 08 72 of ga naar onze website www.conservatrix.nl/garantie. Sinds
1872
Conservatrix
l e v e n s v e r z e k e r i n g e n
18
nummer 21 - 6 november 2008
Het doel is uw klanten een nieuwe oplossing bieden voor hun vrijkomende lijfrentes. Voor uw klanten die hun aflopende lijfrente willen laten doorgroeien is er de AEGON Lijfrente uitstelrekening. Het is een geblokkeerde spaarrekening waar uw klant het vrijgekomen lijfrentekapitaal kan laten doorgroeien tegen een rentevergoeding van 4,2%*. Ook kunnen met dit product verschillende vrijkomende lijfrentepolissen worden samengevoegd. En het is flexibel, de looptijd kent geen vaste einddatum. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met uw account manager bij AEGON. Of kijk op de AEGON Intermediair Portal. * De rente is variabel en kan op dagbasis wijzigen. Rente per 23 oktober 2008.
Eerlijk over de introductie van de Lijfrente uitstelrekening.
Prof. dr. Frans Leijnse:
‘Stukje levensloop gebruiken voor WW’ Leerstoel: Van 2001 tot 2007: Sociaal-politieke aspecten van de verzorgingsstaat en overlegeconomie, Universiteit van Amsterdam. De Willem-Dreesleerstoel werd bekostigd door SNS Reaal, die daarvoor een speciaal fonds stichtte. Vanaf 2007: Onderwijs en arbeidsmarkt met als focus leven-langleren aan de Open Universiteit van Maastricht. Met als specifieke opdracht: een vernieuwende bijdrage leveren aan de ontwikkeling van concepten die het onderwijs en de arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen én de onderzoeksagenda van de Open Universiteit m.b.t. het leven-lang-leren versterken.
20
Prof. dr. Frans Leijnse (geboren in 1947 – gehuwd, 2 dochters) heeft een veelheid van functies achter de rug op politiek en wetenschappelijk gebied. Als prominent lid van de Partij van de Arbeid was hij vicefractievoorzitter in de Tweede Kamer van 1989 tot 1994 en woordvoerder sociale verzekeringen en ambtenarenzaken. In februari 2003 trad hij, samen met mr. J.P.H. Donner, op als informateur. Het onderzoek naar de spoedige totstandkoming van een kabinet van CDA en PvdA leidde niet tot resultaten. Nadat tal van lastige dossiers tot een goed einde werden gebracht, bleek geen overeenstemming mogelijk over extra bezuinigingen. Leijnse is nu lid van de Eerste Kamer voor de PvdA met onder meer pensioenen en het sociale zekerheidsstelsel in zijn portefeuille. Een greep uit zijn wetenschappelijke functies: – wetenschappelijk medewerker Rijksuniversiteit Groningen en Leiden – onderzoeker ITS (Instituut Toegepaste Sociologie) te Nijmegen – hoogleraar bedrijfskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam – decaan faculteit bedrijfskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam – voorzitter HBO-raad – bijzonder hoogleraar sociaal-politieke aspecten van de verzorgingsstaat en overlegeconomie, Universiteit van Amsterdam – lector kenniscirculatie Hogeschool van Utrecht – hoogleraar onderwijs en arbeidsmarkt Open Universiteit Andere functies zijn onder meer: – lid/vicevoorzitter Raad van Commissarissen Cordares – lid Raad van Commissarissen Loyalis – lid Raad van Advies Akkermans & Partners Groep – voorzitter Raad van Advies Van Spaendonck Groep – lid Raad van Toezicht Vrije Universiteit/Hogeschool Windesheim
nummer 21 - 6 november 2008
OVER PRO FESSO REN
“Universiteiten nutten het instituut van bijzondere hoogleraarschappen te weinig uit. Je merkt dat de universitaire organisatie wel heel erg naar binnen is gericht. Het bestuur vindt het mooi om een leerstoel aangeboden te krijgen, maar vervolgens vinden faculteiten het niet makkelijk die in te passen en ervan te profiteren. Ze zouden de bijzondere hoogleraren en de door hen opgezette instituten veel meer moeten inzetten.” Voelde Frans Leijnse zich aan de zijlijn staan? “Bij mij viel dat wel mee.” Ook de financier van de leerstoel zou meer profijt kunnen hebben van ‘zijn’ bijzonder hoogleraar, zonder dat diens onafhankelijkheid in het gedrang komt. “De sponsor van een leerstoel mag natuurlijk geen invloed hebben op het wetenschappelijk werk, maar er zijn andere wegen. Een onderneming kan zich profileren als een hoogwaardige aanbieder. Zij kan bijdragen leveren aan het publieke debat. In samenwerking met de hoogleraar zou het bedrijf belangwekkende seminars in eigen huis kunnen organiseren waaraan befaamde deskundigen deelnemen. Ik denk dat een bijzonder hoogleraar kan helpen je reputatie op te krikken. Advocatenkantoren snappen dat en belastingadviseurs ook. Als ik verzekeraars een raad mag geven: zet ‘uw’ hoogleraar meer in bij lezingen, dan krijgen die lezingen en ook uw onderneming meer prestige.” Terug naar het uitgangspunt van ons gesprek: de visie van Leijnse op de verhouding tussen sociale en private verzekeringen en die tussen pensioenfondsen en pensioenverzekeraars. Liever trekt hij het pensioenbegrip breder. “Pensioen is een onderdeel van het pakket arbeidsvoorwaardelijke regelingen. De werknemer bouwt pensioen op, spaart, sluit een levensloopregeling en kan rekenen op AOW. Stuk voor stuk zijn het bouwstenen van zijn totale financiële plan. Ik kan me voorstellen dat je al die elementen samenbrengt in een regeling die paritair bestuurd wordt, zoals nu alleen bij pensioen in de tweede pijler het geval is. Het pensioenstelsel heeft ons geleerd, dat een collectieve structuur binnen een wettelijk kader voor een breed draagvlak kan zorgen. We zijn er in Nederland van overtuigd dat we een uitstekend pensioenstelsel hebben, dat als het ware model kan staan voor de hele wereld. Maar zou dat ook het geval geweest zijn zonder bijvoorbeeld de verplichtstelling? Ik waag dat te betwijfelen. Breng je het hele employee benefitsscala, inclusief de werkgeversfaciliteiten – spaarregeling, levensloop, inkomenszekerheid, verzekeringen die tegen het pensioen aanleunen – in een ‘pensioenachtige’ collectiviteit onder, dan verhoog je daarmee het draagvlak enorm.”
Bewuste keuze Frans Leijnse begrijpt heel goed dat hij hiermee niet ‘de taal van verzekeraars’ spreekt. Hij kent uiteraard de discussies met betrekking tot domeinafbakening, verplichtstelling en vooral het verwijt aan pensioenfondsen, dat die telkens proberen de
wettelijke grenzen op te rekken. “De pensioenwereld zoekt naar nieuwe wegen met de bestaande structuur als basis”, beaamt hij. “Maar wat is daar tegen? De fondsen doen het lang niet slecht, en ja, aan dat feit heeft de verplichtstelling zeker meegeholpen. Dat is een bewuste keuze geweest van de overheid, die terug gaat tot de tijd van Drees. Willem Drees is de geschiedenis ingegaan als architect van de eerste pijler door zijn Ouderdomswet 1948. Maar toen al maakte hij duidelijk dat het staatspensioen bedoeld was voor de mensen die geen bedrijfspensioen opbouwden, toen nog de meerderheid van de bevolking. Bewust maakte hij het staatspensioen niet te genereus, om voldoende ruimte te creëren in de tweede pijler. Hij vond het van wezenlijk belang, dat daarin pensioen op kapitaalbasis werd opgebouwd, dat de mensen daarvoor zelf zouden sparen. In diezelfde lijn moet je de verplichtstelling zien, waarmee de overheid draagvlak kon afdwingen. Het eindresultaat is, dat we goede collectieve defined benefitsregelingen hebben, die zelfs de huidige crisis een beetje kunnen doorstaan.”
Level playing field geen oogmerk Dat mag allemaal zo zijn, maar is het ook een rechtvaardiging voor het feit dat pensioenfondsen met gebruikmaking van hun bevoorrechte positie de meer commerciële markt betreden? Dan is geen sprake van een level playing field. Leijnse is het daarmee eens, “maar het scheppen van een gelijk speelveld is ook nooit het oogmerk geweest. De overheid zou keihard moeten zeggen dat die geen level playing field nastreeft. De maatregelen van Donner gaan toch ook in die richting. Je ziet dat de overheid het een goede ontwikkeling vindt dat de domeinafbakening verschuift. Zij werkt eraan mee dat WIA-achtige regelingen, zoals excedent, hiaat en aanvullende verzekeringen in de pensioenregeling worden ingepast.” Dat gebeurt toch aan de hand van een nauwelijks te volgen argumentatie? “Dat mag zo zijn, maar de regering neemt die
Over professoren Zowel nationaal als internationaal gezien is de verzekeringswereld steeds complexer geworden. Dat kan ook niet anders bij een bedrijfstak waarin alle maatschappelijke facetten samenkomen. De ontwikkelingen binnen de samenleving volgen elkaar in snel tempo op en de verzekeringsbranche dient daarbij gelijke tred te houden. Daarom hechten verzekeraars groot belang aan goed gefundeerd wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Om daar concrete invulling aan te geven, benoemen de Stichting Verzekeringswetenschap, sommige verzekeraars en toezichthouders (bijzonder) hoogleraren. Zij brengen kennis uit de verzekeringspraktijk naar de universiteiten en – andersom – kunnen zij de bevindingen van de academische wereld met de verzekeringsbranche delen. In een artikelenserie spreken wij met de hoogleraren, die onder meer belichten op welke manier zij een brug slaan tussen wetenschap en praktijk. De rubriek ‘Over professoren’ is tot stand gekomen in samenwerking met het Verbond van Verzekeraars.
nummer 21 - 6 november 2008
21
OV ER P R O F E S S O R E N
stap doelbewust, omdat zij deze collectieve structuur een goede zaak vindt. Dat is de werkelijke reden waarom de protesten van verzekeraars geen gehoor vinden.” Dat mag voor Leijnse geen reden zijn om het belang van een gelijk speelveld geheel te negeren. “De overheid moet wel blijven controleren dat de pensioenfondsen hun mogelijkheden niet oneigenlijk gebruiken en op dat punt steeds een faire beslissing nemen.” Een dergelijke redenering kan makkelijk leiden tot een hybride situatie. “De samenleving hangt van hybride situaties aan elkaar. Het is maar waar je de nadruk op wilt leggen. Zoals ik al zei, bestaat er een stevige samenhang tussen pensioen en het totale financiële plan van de werknemer. Dan is het toch niet meer dan logisch dat pensioenfondsen meer willen doen dan alleen de pensioenpot beheren?”
Door de ogen van de klant “Partijen zijn geneigd dit soort kwesties te beoordelen vanuit hun eigen positie, maar uiteindelijk gaat het natuurlijk om de belangen van de klant. Die heeft er behoefte aan dat bijvoorbeeld de levensloopregeling naadloos aansluit aan zijn pensioen; dat er sprake is van een passende arbeidsongeschiktheidsregeling; dat het aanvullend pensioen de gaten voldoende opvult, en ga zo maar door. De hele financiële keten moet kloppen. En als je dan door de ogen van de klant kijkt, zie je dat de grens tussen de tweede en derde pijler een kunstmatige is. Het is de consument niet goed uit te leggen dat die door verschillende marktpartijen moeten worden bediend. Het is onvermijdelijk dat die grenzen zullen vervagen. Deze tendens wordt nog versterkt door de informatie in de Uniforme Pensioen Overzichten. De pensioendeelnemer ziet exact wat hij nog moet opbouwen, waar de hiaten zitten en of er voldoende rekening is gehouden met de nabestaanden. Een pensioenfonds moet kunnen adviseren hoe het pensioen optimaal kan worden aangevuld, maar ook andersom dient een fonds in staat te zijn een deelnemer te behoeden voor verkeerde beslissingen. Als de overheid dat gaat verbieden onder het mom dat pensioenfondsen daarmee de grenzen overschrijden, dan doet ze de deelnemers tekort. Daar ligt de echte prioriteit. Handhaving van een gelijk speelveld is solidair. Het pleidooi daarvoor door het Verbond van Verzekeraars komt over als een droom die van de daad gescheiden is. Wel vind ik dat het veld niet te scheef getrokken moet worden.”
Opbouwelement breder toepassen “Ik heb verdedigd dat op het terrein van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid sprake kan zijn van wat minder omslag en wat meer opbouw”, wijst hij naar zijn inaugurele rede waarmee hij in 2001 de Willem Drees-leerstoel aanvaardde. “Voor bedrijfspensioenen sparen mensen zelf. Dat is van wezenlijk belang, want daardoor zien mensen pensioen als hun eigen geld. Dit model is breed toepasbaar. Ook arbeidsongeschiktheid, WW en zaken als zorg- en scholingsverlof kunnen zo geregeld worden. Werknemers sparen dan zelf, bouwen zelf rechten op en kunnen ook zelf beslissen hoe zij die rechten inzetten. Concreet kun je de levensloopformule uitbreiden door een stuk van het arbeidsgerelateerde risico af te dekken. Daarmee breng je dat risico gedeeltelijk in de eigen verantwoordelijkheidssfeer.”
22
Je kunt dit soort ‘sociale dekkingen’ ook onderbrengen bij verzekeraars? “Dergelijke risico’s zijn nauwelijks te verzekeren, omdat er een sterke relatie is met moral hasard. De scheidslijn tussen vrijwillig en onvrijwillig verzuim is nooit scherp te krijgen en dat is nodig wil je een verzekeringspremie kunnen berekenen. Het zal altijd zo blijven dat de ene werknemer voor een griepje een dag thuis blijft en een ander een week en dat een volgende een verlofdag converteert in een ziektedag.” Beter vindt Frans Leijnse het om een incentive in het vooruitzicht te stellen wanneer iemand weer snel aan de slag gaat. “Als je een eigen budget hebt, dat je deels moet aanspreken bij verzuim of werkloosheid, dan word je geprikkeld dat risico te beperken. Daarom lijkt het mij een goede gedachte om een stukje levensloop te kunnen gebruiken wanneer je werkloos raakt. Dan word je beloond voor het feit dat je snel ander werk vindt.” Het valt op dat Leijnse de levensloopregeling kennelijk serieus neemt. Is het geen doodgeboren kind? “De regeling zelf is voldoende levensvatbaar. Door ervaring wijs geworden nemen de mensen alleen nu nog een afwachtende houding aan. Ze willen eerst zien of sprake is van een bestendige regeling die zij serieus kunnen nemen. Stom genoeg geeft de overheid dagelijks het signaal af dat het geen serieuze regeling is, creëert zij het beeld dat sprake is van een hype. Ik vind dat een slechte zaak. Levensloop kan uitgroeien tot een prachtige regeling. Het biedt de mogelijkheid om sparen een onderdeel te laten zijn van je loopbaanplanning.” Jan Aikens
nummer 21 - 6 november 2008
F I S CA A L JUR ID IS CH
Recente ontwikkelingen op het gebied van e-commerce Verzekeraars weten het internet steeds makkelijker te vinden. Zij dienen zich hierbij wel te houden aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Deze wet- en regelgeving is voor een belangrijk deel op Europese richtlijnen gebaseerd. Het uitgangspunt is dat aan online overeenkomsten tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer geen zwaardere eisen worden gesteld dan aan offline overeenkomsten. Soms wordt op dit uitgangspunt een uitzondering gemaakt. Doorgaans gaat het dan om (extra) bescherming voor de consument. Wetsvoorstel 31358 (Kamerstukken II 2007/2008, 31358, nr. 2) moet het onder meer mogelijk maken om onderhandse akten, waaronder de verzekeringspolis, digitaal te verstrekken. Dit voorstel is onlangs op enkele punten aangepast. Ook doet de minister van justitie in de toelichting op deze aanpassingen een aantal interessante uitspraken over de juridische positie van de intermediair. In dit artikel wordt hierop nader ingegaan. Op 25 februari 2008 is een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer, dat het onder meer mogelijk moet maken dat verzekeraars de polis digitaal kunnen verstrekken, te weten wetsvoorstel 31358. In het wetsvoorstel wordt aan de digitale verstrekking van de polis wel een aantal voorwaarden gesteld. – De polis moet op zodanige wijze kunnen worden opgeslagen dat de inhoud toegankelijk is voor toekomstig gebruik en ongewijzigde reproductie mogelijk is. – De verzekeringnemer moet hier uitdrukkelijk mee instemmen. – En de verzekeringnemer moet de ontvangst van de polis bevestigen. Zolang dit niet is gebeurd, wordt de verzekeraar geacht niet aan zijn wettelijke verplichting tot het verschaffen van de polis te hebben voldaan.
(aanvankelijke) wetsvoorstel werden de verzekeraars afhankelijk van de verzekeringnemers. Zolang de ontvangst van de polis immers niet was bevestigd, gold de polis als niet afgegeven. Dat heeft weer gevolgen voor de aan de verzekeringnemer te verstrekken informatie. Die kan op grond van art. 60, tweede lid, Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft tegelijk met het afgeven van de polis worden verschaft. Dat veronderstelt echter wel dat de polis is afgegeven. Verzekeraars waren wellicht gedwongen geweest om een systeem in te richten dat zou bijhouden wie de ontvangst van de polis wel en wie die niet hadden bevestigd. Ook hadden zij mogelijk een rappelsysteem in het leven moeten roepen om verzekeringnemers alsnog ertoe te bewegen een ontvangstbevestiging te sturen.
Kritiek
Door: Jolien Wientjes, juridisch adviseur bij het Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken van Fortis ASR.
24
Met name op het laatste vereiste, de ontvangstbevestiging, is veel kritiek geuit. De gedachte achter deze bepaling was dat het van groot belang is dat onderhandse akten, waar de wet voorschrijft dat zij moeten worden verschaft, degene voor wie de onderhandse akte is bestemd, ook werkelijk bereikt. Daarvan is volgens de minister sprake als, vertaald naar de verzekeringsbranche, de elektronische polis op het e-mailadres van de verzekeringnemer terecht is gekomen. Door een ontvangstbevestiging wordt dan duidelijk dat de verzekeringnemer de elektronische polis inderdaad heeft ontvangen. Verzekeraars zijn wettelijk verplicht om een polis af te geven. Doen zij dat niet, dan kunnen bewijsrechtelijke problemen ontstaan. Door het
Het Verbond van Verzekeraars heeft zich over (onder meer) de ontvangstbevestiging uitgelaten in een brief aan de minister van 8 april 2008. Mede naar aanleiding van deze brief hebben de fracties in de Tweede Kamer vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. De belangrijkste kritiekpunten van het Verbond waren de volgende. Voor het verstrekken van een papieren polis is de ontvangstbevestiging geen voorwaarde. Doordat de verzekeringnemer al uitdrukkelijk met verstrekking langs elektronische weg van de polis heeft ingestemd, verwacht de verzekeringnemer ook de polis digitaal te ontvangen en zal – naar verwachting – bij de verzekeraar aankloppen als hij de polis niet ontvangt.
nummer 21 - 6 november 2008
F ISCAAL JURID ISC H
Het al dan niet versturen van een ontvangstbevestiging ligt in de macht van de verzekeringnemer zelf. Bovendien zijn er e-mailservices waarbij het vragen van een ontvangstbevestiging niet mogelijk is, zoals Hotmail en Gmail. De eis van de ontvangstbevestiging verhoudt zich niet met de voorschriften in de Wet op het financieel toezicht, de Pensioenwet en de algemene voorwaardenregeling in het Burgerlijk Wetboek (BW) die verzekeraars in acht moeten nemen bij het elektronisch communiceren met hun verzekeringnemers.
Nieuwe ontwikkelingen Ontvangstbevestiging Deze kritiek is niet onopgemerkt aan de minister voorbijgegaan. Op 30 september jl. heeft de minister het wetsvoorstel aangepast, waarbij onder meer de eis van de ontvangstbevestiging is komen te vervallen. In de eerste plaats voert de minister hiertoe aan dat deze eis niet geldt als de polis in schriftelijke vorm wordt verstrekt. De eis van een ontvangstbevestiging zou dan hooguit toegevoegde waarde hebben indien het ontvangen van post per e-mail minder betrouwbaar – papieren post, maar daarvoor heeft de – minister is dan per geen aanwijzingen. Hier staat, zo stelt de minister, tegenover dat de administratieve last voor verzekeraars die de ontvangstbevestiging met zich meebrengt, aanzienlijk is. Verder erkent de minster het kritiekpunt dat voor een aantal e-mailservices, zoals Hotmail en Gmail, het instellen van een automatische ontvangstbevestiging niet mogelijk is. Ten slotte wijst de minister erop dat de ontvangstbevestiging met name aan de verzekeraars duidelijkheid en zekerheid verschaft. Verzekeraars hebben de keuze om verzekeringnemers al dan niet om een ontvangstbevestiging te vragen. Daarom is er geen reden om de ontvangstbevestiging verplicht te stellen. Nu vraagt u zich misschien af hoe het zit met de elektronische mededelingen (waarmee mededelingen in de zin van art. 7:933 BW worden bedoeld). In februari 2008 is immers ook het Besluit houdende regels inzake de verzending van mededelingen langs elektronische weg in het kader van een verzekeringsovereenkomst (Staatsblad 2008, 45; hierna: het Besluit) in werking getreden dat het mogelijk maakt voor verzekeraars om mededelingen gedurende de looptijd van de verzekeringsovereenkomst digitaal te verzenden. In het Besluit wordt ook aan deze mededelingen de eis van een ontvangstbevestiging gesteld.
Juridische positie van de intermediair De minister doet verder nog een aantal – niet onbelangrijke – mededelingen over de juridische positie van de intermediair. De minister stelt zich op het standpunt dat het antwoord op de vraag namens wie een intermediair optreedt, afhangt van de aard van de handelingen en de overige omstandigheden van het geval. Een pasklaar antwoord op deze vraag kan dus niet worden gegeven volgens de minister. De minister gaat ook in op de situatie waarin een intermediair langs elektronische weg door het invoeren van gegevens op het netwerk van een verzekeraar met een verzekeringnemer een overeenkomst sluit. De minister legt daarbij het verband met de regeling van de algemene voorwaarden. De vraag is of, indien de intermediair digitaal een verzekering aanvraagt, de intermediair al dan niet optreedt als hulppersoon van de verzekeraar. De minister zegt hierover het volgende. Indien het contact tussen de klant en de intermediair niet langs elektronische weg verloopt en het contact tussen de intermediair en de verzekeraar wel, en de intermediair namens de klant optreedt, komt de verzekeringsovereenkomst elektronisch tot stand. Indien de intermediair in dezelfde situatie optreedt namens de verzekeraar, komt de overeenkomst niet langs elektronische weg tot stand. Naar huidig recht kunnen de algemene voorwaarden niet elektronisch ter beschikking worden gesteld indien de overeenkomst niet elektronisch tot stand komt. De gebruiker wordt dan geacht de algemene voorwaarden niet te hebben afgegeven met alle gevolgen van dien. Bij elektronische totstandkoming kunnen de algemene voorwaarden echter wel in elektronische vorm worden verstrekt.
Drempel lager Het voornemen om de eis van de ontvangstbevestiging bij de elektronische polis te laten vervallen, betekent goed nieuws voor de verzekeraars. Het maakt de drempel, om de polis digitaal te verstrekken, een stuk lager. Dit levert, onder meer door de kostenbesparingen en winst op het gebied van de snelheid van de communicatie, voordeel op voor de klant, de intermediairs en de verzekeraars, kortom voor alle betrokkenen. ■
ingezonden mededeling
De hiervoor bij de elektronische polis genoemde bezwaren tegen de eis van een ontvangstbevestiging lijken een-op-een op de elektronische mededelingen te kunnen worden toegepast. Dit rechtvaardigt de vraag of ook deze ontvangstbevestiging op termijn komt te vervallen. De minister gaat hier in de toelichting kort op in. Hij geeft aan dat na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel, het Besluit op een aantal andere punten zal worden aangepast. Bij die gelegenheid zal ook worden bezien of de eis van een ontvangstbevestiging dient te worden gehandhaafd. Een flinke slag om de arm dus. Vooralsnog blijft bij langs elektronische weg verzonden mededelingen het vereiste van een ontvangstbevestiging van kracht.
nummer 21 - 6 november 2008
25
G E NE RA LI V B INNOVATIE PR IJ S
Genomineerd voor de Aanmoedigingsprijs:
MijnSein.nl Assurantiekantoor Intermarkit (financiële dienstverleners voor kritische consumenten) uit Den Bosch ontwikkelde de innovatie MijnSein.nl, een gratis waarschuwingsdienst voor consumenten met een auto-, motor- of ziektekostenverzekering.
Ook direct writers
Verzekerden, dat kunnen ook niet-klanten zijn van Intermarkit, moeten zelf op de website de meest relevante gegevens van hun verzekeringen opgeven. Het systeem doet daarna de rest. Ongeveer drie maanden voor de prolongatiedatum stuurt MijnSein.nl de geregistreerde gebruikers een eerste seintje via e-mail en/of sms. Deze seintjes worden in de daaropvolgende weken nog twee maal herhaald. In het bericht is een link opgenomen naar de online vergelijkingsmodules van MijnSein.nl, waarmee verzekerden een actueel en persoonlijk overzicht kunnen samenstellen van de alternatieven van dat moment. Als de gebruiker wil overstappen, dan kan hij gebruikmaken van de Overstapservice. Met deze innovatie wordt de consument alert gemaakt op de opzegtermijnen die verzekeraars hanteren. Door tijdig actie te ondernemen zit een verzekerde niet ineens vast aan de automatische verlenging, omdat er vanuit de maatschappij een opzegtermijn van twee maanden is. Bij de ontwikkeling van ‘de digitale wekdienst voor verzekerden’ is gebruikgemaakt van bestaande technieken, bestaande transactieplatforms en open-source software. MijnSein.nl vormt in feite een schil met een eigen toegevoegde waarde. Deze schil verbindt bestaande online diensten (bijvoorbeeld de Rolls vergelijkingsmodules) en bestaande transactieplatforms (bijvoorbeeld MeetingPoint en de extranetten van verzekeraars) op een, voor de bezoeker, volledig transparante wijze. De tool is volledig in eigen huis ontwikkeld, in samenwerking met een freelance PHP programmeur (ICTstudent). Het aantal beschikbare producten die voor de waarschuwingsdienst in aanmerking komen, zal op termijn verder uitgebreid worden.
26
Intermarkit.nl biedt haar eigen relaties sinds eind 2007 al jaarlijks tijdig een overzicht van de overstapmogelijkheden voor de lopende auto- en motorverzekeringen. De reacties op deze proactieve benadering waren zo positief, dat het kantoor besloot om deze dienst ook aan niet-relaties aan te bieden in de vorm van MijnSein.nl. Dit initiatief laat zien dat het ook voor kleinere assurantiekantoren mogelijk is om tegen geringe kosten een geheel eigen online benadering van de markt te bieden, waarbij gebruik wordt gemaakt van algemeen beschikbare bouwstenen. Om de onafhankelijkheid en het professionele karakter van het assurantiekantoor te onderstrepen, worden ook de producten van direct writers (voor zover voorkomend in de Rolls-database) betrokken bij de vergelijkingen en de Overstapservice op MijnSein.nl. ■
Nominaties Generali VB Innovatieprijs De selectiecommissie heeft de nominaties bekendgemaakt voor de Generali VB Innovatieprijs 2008. Dit jaar zijn er vier initiatieven die genomineerd zijn voor de Generali VB Innovatieprijs en vier initiatieven die genomineerd zijn voor de Generali VB Aanmoedigingsprijs. In Het VB stellen we ze kort aan u voor. De Generali VB Innovatieprijs wordt uitgereikt tijdens de VB Branchedag op 20 november 2008 in de Americahal in Apeldoorn. Informatie: www.generali-vb-innovatieprijs.nl
Generali VB
nummer 21 - 6 november 2008
G ENERALI VB INNOVAT CO-AS SURA IEPN RIJ T IES
Personality Scan (mijnpolis.nl) Adaptto ( productontwikkeling en procesverbetering voor de financiële dienstverlening) heeft in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen de Personality Scan ontwikkeld. De vernieuwende technologie zit in een andere benadering van het risico van een object en de invloed van de eigenaar op de te lopen risico’s. De uitkomst van de Personality Scan geeft inzicht in de mate waarin de klant preventiegericht of promotiegericht is. Dit gegeven is volgens de initiatiefnemer in hoge mate ook van invloed op de schadefrequentie en -hoogte. Zodra de innovatie voor het grote publiek beschikbaar komt, is hij te vinden op www.PolisVoorMij.nl. Polisvoormij.nl heeft als uitgangspunt dat een ander acceptatiebeleid op basis van de personality/instelling van de verzekerde tot andere beoordelingen en premiestellingen kan leiden. Bestaande verzekeraars gaan bijvoorbeeld bij een autoverzekering uit van de auto, schadevrije jaren en de woonplaats van de verzekerde. Polisvoormij.nl gaat daarnaast ook uit van de persoonlijkheid van de bestuurder. Deze persoonlijkheid wordt in kaart gebracht door middel van de Personality Scan. Deze scan bestaat uit een aantal vragen én een interactief filmpje. Daarnaast stelt Polisvoormij.nl dat de verzekeringsbranche de laatste jaren in toenemende mate heeft gestreefd naar gemak voor de klant bij het aanmelden voor een verzekering. “Zo is het stellen van maximaal vijf vragen een doel op zich geworden. De consequentie hiervan is dat er systematisch minder bekend is van de klanten. Aan de andere kant is door internet een scala aan nieuwe mogelijkheden ontstaan om op een hele snelle en efficiënte manier deze informatie te verzamelen.”
korting die in het vooruitzicht wordt gesteld, is lager dan het voordeel in schadelastbeperking.
Hoe werkt het De Personality Scan bestaat uit een vragenlijst en een filmpje. Het achterliggende proces en normeringsmodel zijn misschien nog wel belangrijker. Op de antwoorden uit de vragenlijst kunnen een aantal metingen losgelaten worden. Zo is te meten in welke mate van sociale omgeving druk gevoeld wordt door de respondent om zich aan de snelheidslimiet te houden. Er wordt gemeten in hoeverre iemand het prettig vindt om extreme sensaties te ervaren en er wordt gemeten hoe snel iemand verveeld raakt. De scan kan toegepast worden op alle particuliere schadeverzekeringen. Om de scan in te kunnen vullen, dient een e-mailadres bekend te zijn. De klant kan de vragenlijst inzien, door de link in de bevestigingsmail te openen. Deze mail wordt slechts eenmaal per e-mailadres toegestuurd. Daarnaast mag het invullen van de scan niet langer dan een half uur duren. Onder andere deze maatregelen voorkomen gecalculeerd gedrag van de respondenten. Aan het eind van de vragenlijst wordt aan de respondent gevraagd ook naam, adres, woonplaats en geboortedatum op te geven. Om het resultaat gemaild te kunnen krijgen, is deze informatie verplicht. ■
De Personality Scan doorbreekt de traditionele acceptatienormen en biedt de mogelijkheid om producten beter af te stemmen op de klant zelf. Mensen met een hoge preventiescore kunnen productaanbiedingen op maat krijgen. Niet alleen leidt de preventiekorting tot een lager tarief, maar ook zal bij deze mensen kunnen worden ingespeeld op productvoorkeuren die passen bij het profiel. De scan levert een voorspelling van het gedrag waardoor het risico in hoge mate wordt bepaalt. De
nummer 21 - 6 november 2008
27
G E NE RA LI V B INNOVATIE PR IJ S
Genomineerd voor de Innovatieprijs:
MijnPolisCheck Genomineerd voor de Generali VB Innovatieprijs is MijnPolisCheck van gevolmachtigd assurantiebedrijf en ICT-dienstverlener Voogd & Voogd, een nieuw en geïntegreerd onderdeel van MijnPolisMap. In het premieberekenings- en acceptatieprogramma Klik & Sluit kunnen niet alleen premies en voorwaarden worden vergeleken, maar ook verzekeringen direct online worden afgesloten. De posten worden automatisch verwerkt in de administratie van de tussenpersoon. De eindklant ontvangt nog wel een fysieke polis, maar ziet deze ook terug in MijnPolisMap, zijn persoonlijke digitale polismap op internet. De innovatie bestaat uit een applicatie die voorafgaand aan de prolongatiedatum van een in Voogd & Voogd volmacht lopende personenautoverzekering automatisch de markt scant. Daarbij wordt gezocht naar een aanbieding voor de betreffende eindklant met de beste prijs/kwaliteitsverhouding. Als die is gevonden, krijgt de eindklant per e-mail bericht dat een nieuw voorstel in zijn digitale polismap klaar staat. De klant kan vervolgens zelf actie ondernemen en bepalen of hij gebruikmaakt van het nieuwe aanbod. Ook als er geen goedkoper alternatief is te vinden voor de lopende polis, krijgt de consument daarvan automatisch een melding. Er wordt dus geheel automatisch uit naam van de tussenpersoon een
prolongatieadvies aan de eindklant uitgebracht. Dat scheelt de adviseur veel tijd en het levert hem daarnaast een kostenbesparing op, als ook klanttevredenheid en een verhoging van de polisdichtheid. De applicatie is geheel door het eigen ICT-bedrijf Voogd & Voogd Diensten ontwikkeld.
Meer klantvertrouwen Volgens Voogd & Voogd geeft MijnPolisCheck langs elektronische weg voor simple risk ook invulling aan de zorgplicht van bemiddelaars. De adviseur kan er tevens op vertrouwen dat zijn klanten altijd de voordeligste en beste autoverzekering krijgen en dus om die reden bij prolongatie niet zullen afhaken. “Met MijnPolisCheck maait de bemiddelaar het gras voor de voeten van digitale concurrenten weg. Bovendien versterkt het de vertrouwensband tussen bemiddelaar en eindkant omdat hij met deze service zijn zorgplicht illustreert wat leidt tot een langere relatie”, aldus Voogd & Voogd in een toelichting. Gebruikers kunnen zelf bepalen of zij binnen MijnPolisMap de elektronische polischeck activeren. ■
- Geen onderscheid tussen een natura- of restitutiepolis -
Een goede adviseur maakt geen onderscheid
- Geen medische selectie voor de aanvullende verzekering - Vrije zorgverlenerskeuze in de basisverzekering - Scherpe premie - Ruime keuze in aanvullende verzekeringen - VipPakket voor extra comfort bij ziekenhuisopname - Tandheelkunde is in iedere aanvullende verzekering opgenomen - Gratis Standaard Aanvullende verzekering van 18 t/m 21 jaar - Polisgegevens zijn 24 uur per dag beschikbaar op www.mijnstadholland.nl -
Stad Holland, een dijk van een zorgverzekeraar.
2741-180x130-v2.indd 1
- Nota-afhandeling doorgaans binnen 2 weken -
17-10-2008 13:42:36
SC H A D E
Het financieringsvoorbehoud revisited Alweer bijna een jaar geleden (Het VB, nr. 23, 6 decem-
Door: Walter Vermeer, Schadejurist bij Nassau verzekeringen
ber 2007) schreef ik dat het doen van een beroep op het financieringsvoorbehoud in de koopovereenkomst van een woning en het bewaken van hieraan gekoppelde termijnen in principe tot de verantwoordelijkheid van de koper (tevens klant van de hypotheekadviseur) zelf behoort, maar dat ook de zorgplicht van de hypotheekadviseur hierbij een grote rol speelt. De klant mag op uw deskundigheid bij het verkrijgen van de hypotheek vertrouwen en als u als hypotheekadviseur hierbij een beroepsfout maakt, dan komt aansprakelijkheid al snel in beeld. Steeds vaker zien wij echter dat u niet alleen bemiddelt tussen de koper en de geldverstrekker, maar ook met de klant afspreekt dat hijzelf voor tijdige verlenging van de termijn van het financieringsvoorbehoud en zonodig voor ontbinding van de koopovereenkomst zal zorgdragen. Veel kopers laten zich gedurende het aankooptraject niet bijstaan door een makelaar en als service wordt dan een dergelijke dienst aangeboden om de klant deze rompslomp uit handen te nemen. Voor u betekent verlenging van de ontbindingstermijn uiteraard ook een nieuwe kans om via uw bemiddeling een hypotheek tot stand te laten komen. Het moge duidelijk zijn dat u met het maken van een dergelijke afspraak (juridisch gezien het aangaan van een overeenkomst van opdracht) meer verantwoordelijkheid op u neemt dan vanuit uw beroep strikt noodzakelijk is. De ontbindende voorwaarde maakt onderdeel uit van een contractuele relatie waarbij de hypotheekbemiddelaar geen partij is en door zich daar desondanks mee in te laten, wordt het risico van aansprakelijkheid vergroot, zeker in tijden waarin geldverstrekkers uiterst behoedzaam zijn met het verstrekken van financieringen. Een voorbeeld uit de recente beroepsaansprakelijkheidspraktijk verheldert dit: Hypotheekadviseur H verzorgde voor koper K de aanvraag van een financiering voor een woonhuis. Nog voordat de termijn van de ontbindende voorwaarde voor wat betreft de financiering was verstreken, werd duidelijk dat de hypotheek niet zou rondkomen. Al twee geldverstrekkers hadden de aanvraag afgewezen en K wenste de koop te ontbinden. Omdat K niet goed wist hoe te handelen, bood H aan de ontbinding voor K te regelen. H nam om te beginnen telefonisch contact op met de makelaar van de verkoper, die hem mededeelde dat de verkoper erg teleurgesteld zou zijn omdat het huis al lang te koop stond en ook verkeerde hij in slechte gezondheid. H leek het daarom het beste de verkoper de boodschap van de ontbinding persoonlijk over te brengen.
Nadat H dit had gedaan, is koper K door de verkoper in rechte betrokken vanwege het feit dat de verkoper van mening was dat de ontbinding niet rechtsgeldig was ingeroepen, aangezien een en ander niet conform de vereisten zoals genoemd in de koopovereenkomst, had plaatsgevonden. Volgens de koopovereenkomst moest ontbinding per aangetekende brief met bericht van ontvangst of per deurwaardersexploot gebeuren. De kwestie is tussen K en de verkoper in de procedure geschikt, maar H is door K aansprakelijk gesteld voor het schikkingsbedrag en de door hem gemaakte advocaatkosten. Gezien het feit dat H de ontbinding volledig uit handen van K had genomen, viel aan aansprakelijkheid niet te ontkomen. Uit het bovenstaande blijkt het belang van een zorgvuldige uitvoering van de overeengekomen opdracht. In dit geval bracht het zorgvuldige lezing en uitvoering van het financieringsbeding in de koopovereenkomst tussen verkoper en koper met zich mee. Juist om geen discussies over een ontbindende voorwaarde te krijgen, is deze in de koopovereenkomst veelal zorgvuldig geformuleerd. Niet alleen de wijze waarop ontbonden dient te worden zal zijn aangegeven, maar vaak zijn er ook aanvullende bepalingen in de tekst opgenomen over hoe moet worden aangetoond dat voldoende pogingen zijn gedaan om de betreffende financiering rond te krijgen. Net zo belangrijk als de zorgvuldige uitvoering van de overeengekomen opdracht is echter een zorgvuldige vastlegging van juist hetgeen uw opdracht van de klant nu precies omvat. Juist vanwege het feit dat tegenwoordig meerdere aanvullende diensten worden aangeboden, kunnen hieromtrent onduidelijkheden en zelfs conflicten ontstaan. Hoewel het in principe aan de klant is om aan te tonen dat u als hypotheekadviseur bent tekortgeschoten, zien wij in de rechtspraktijk regelmatig dat de rechter u opdraagt te bewijzen dat u de belangen van uw klant afdoende heeft behartigd. Van u wordt in dit kader verwacht dat u als professional afspraken met de klant conform de Wft heeft vastgelegd en als dit niet afdoende is gebeurd, dan loopt u het risico dat de rechter of het klachteninstituut de klant in het gelijk zal stellen. Zorg dus, zoals mijn collega Famke Postema in Het VB, nr. 15, 14 augustus 2008 schreef, dat u uw papertrail op orde heeft! ■
nummer 21 - 6 november 2008
29
PRO F I EL
Kok Assurantiën breidt uit in VvE-marktsegment Een jaar geleden introduceerde Kok Assurantiën de Kok Appartementenpolis, een voor verenigingen van eigenaren (VvE) ontwikkelde gebouwenverzekering voor woningappartementencomplexen. Het bedrijf staat alweer aan de vooravond van een nieuwe productintroductie: de VVE CombiPolis voor gebouwen met gecombineerde gebruiksrechten voor wonen, werken en/of winkels. Een gesprek met de directie van Kok Assurantiën, de broers Ad en Bert Evers. Kok Assurantiën maakte oorspronkelijk deel uit van het onroerendgoedbedrijf Kok Groep Nederland. Na het faillissement van de groep in 1989 kochten onder andere Ad en Bert Evers via de curator het assurantiegedeelte dat haar oorsprong vindt in het jaar 1866. Anno 2008 is het bedrijf onder de werknamen Kok Assurantiën, Kok Hypotheken en Kok Financieel Advies actief en geeft advies over alle vormen van verzekeringen, hypotheken en andere financiële diensten. Rond de eeuwwisseling is Kok Assurantiën zich gaan specialiseren in de vastgoedmarkt met de vereniging van eigenaren als belangrijkste niche. “Het heeft een aantal jaren geduurd voordat wij in deze markt herkend en erkend werden. Onze producten waren ook niet echt onderscheidend van andere aanbieders in de branche. Met de introductie van de Appartementenpolis in oktober 2007 is daar verandering in gekomen. VVE administrateurs weten de weg naar Kok Assurantiën te vinden. Nu bellen ze ons in plaats van andersom”, aldus Ad Evers. In een markt die gedomineerd wordt door partijen als Centraal Beheer en AON doet Kok Assurantiën het met een marktaandeel van circa tien procent niet slecht. VvE Belang, de belangenvereniging voor Appartementeigenaren, biedt haar ruim 10.000 aangesloten VvE’s in samenwerking met Centraal Beheer en AON een VvE-polis met een aantrekkelijke kortingsregeling. “Een groot deel van de VvE-productie komt zo automatisch bij deze spelers terecht. Nieuwe of bestaande VvE’s die een lidmaatschap aanvragen bij VvE Belang worden direct benaderd. Dat is een lastig stukje concurrentie, wij moeten zorgen dat we eerder in beeld komen bij de VvE. Dat kan alleen als je bovenop de markt zit”, aldus Bert Evers.
Luxe en professionaliteit Appartementen worden steeds luxer gebouwd. De tijd van de saaie jaren zestig ‘woondozen’ ligt inmiddels ver achter ons. Aan luxe bouw hangt ook een luxe prijskaartje en dat maakt het financiële belang om de zaken goed te regelen ook groter. Ad Evers: “Je ziet duidelijk een groei in professionele VvE-
30
Bert (li.) en Ad Evers
besturen, aangestuurd door een administrateur van buiten. Dat is een goede ontwikkeling. De VvE-markt wordt door de verschillende gebruiksdoeleinden van een gebouw steeds complexer. De belangen van de gebruikers maar ook de zeggenschap van de individuele eigenaren kunnen enorm van elkaar verschillen. Een professional kan dit veel beter managen dan een ‘bewonersbestuur’. Een buitenstaander ziet de dingen vanaf de zijlijn. Hij kan discussies in de kiem smoren en onenigheid in een complex voorkomen.” Kok Assurantiën richt zich sec op de actieve VvE met een professionele administrateur. Deze groep heeft volgens Bert Evers een marktpotentieel van circa 50.000 VvE’s, vooral nieuwbouwcomplexen. De gehele portefeuille ondergaat elke drie jaar een risicoscan. Slechte risico’s worden onderzocht en waar mogelijk aangepast. Waar dit niet mogelijk is, wordt afscheid genomen van de relatie. Daarnaast wordt elk nieuw risico inhoudelijk onder de loep genomen. Enerzijds om een compleet beeld van het risico te vormen en anderzijds om een goede premie bij de administrateur neer te leggen. Ad Evers verwacht in de komende vijf jaar een omzetgroei van vijftig procent te realiseren. Daarmee kan het bedrijf haar positie in de groeimarkt handhaven. De toename zal dan ook voornamelijk in de nieuwbouwsector plaatsvinden. Maar ook het binnenhalen van contracten die nu nog elders zijn ondergebracht, heeft prioriteit.
nummer 21 - 6 november 2008
Appartementenpolis De Kok Appartementenpolis bestaat uit een viertal verzekeringsvormen: gebouwen, aansprakelijkheid voor huiseigenaren, rechtsbijstand en aansprakelijkheid voor bestuurders. Om voor de gebouwenverzekering in aanmerking te komen, moet een appartementencomplex aan een aantal voorwaarden voldoen: bouwjaar na 1980, opstal van steen/hard en betonnen verdiepingsvloeren, een herbouwwaarde van maximaal twintig miljoen euro per gebouw en tot slot moet het complex bestaan uit woonappartementen (eventueel met maximaal 15 procent kantoor of medische praktijkruimte). Het product kent de mogelijkheid van een taxatie van het te verzekeren object en een schaderegeling in natura. Troostwijk Taxaties is aangemerkt als preferred supplier voor de taxaties, die Kok kosteloos aanbiedt als er een verzekeringsovereenkomst voor vijf jaar wordt getekend. Bij deze contractsduur geldt tevens een garantie tegen onderverzekering. Het individueel eigenaarbelang wordt in een lumpsum meeverzekerd op de hoofdpolis. Er is geen eigen risico, behalve bij storm (500 euro). Bij schades boven de 2500 euro ontvangt de beheerder een vergoeding voor de extra werkzaamheden die hij hiervoor moet uitvoeren. Leegstand van één of meerdere appartementen in het complex heeft niet direct invloed op de dekking. Het risico van de Kok Appartementenpolis is ondergebracht in een pool van vier verzekeraars.
Schadeservice In april werd de Kok Assurantiën Schadeservice geïntroduceerd voor alle woonhuisschades tot 2500 euro. Voor het organiseren van die schaderegeling heeft Kok Assurantiën aansluiting gezocht bij HerstelVerzekerd. Hierdoor kunnen schades via een centraal nummer worden gemeld. Vervolgens gaat er direct een melding door naar een herstelbedrijf. Na herstel van de schade factureert de hersteller rechtstreeks aan Kok Assurantiën die de verdere schadeafhandeling verzorgt. De service geldt voor noodhulp en beredding na een schade; herstel van bouwkundige schaden, zoals aan keukens en badkamers; vervangen van gebroken ruiten.
CombiPolis De Appartementenpolis is sec gericht op appartementsgebouwen. Nieuwbouwprojecten kenmerken zich echter in toenemende mate in gebouwen met gecombineerde gebruiksrechten voor wonen, werken en/of winkels. Hiervoor ontwikkelde Kok Assurantiën in samenwerking met een grote Nederlandse verzekeraar de CombiPolis, een gebouwenverzekering voor objecten met een gecombineerde bestemming. Het product moet binnen zes maanden beschikbaar zijn. Tot die tijd is CombiPolis de voorlopige werknaam van het nieuwe product. “Ook met de CombiPolis richten we ons uitsluitend op de professionele VvE-administrateur. We zijn in verband met mogelijke belangenverstrengeling niet geïnteresseerd om het risico van de individuele winkelier, bewoner of andere instantie die in het complex gehuisvest zijn, af te dekken. Het gaat ons sec om het complex.” ■ Alex Klein
WBOBMMF /FEFSMBOEFST LSJKHUFFO WFSUSPVXE HFWPFMCJKEF OBBN%&-" &OV[PNFUFFOPPL .FU%&-"*OUFSNFEJBJSCJFEUVVXLMBOUFOFFOVJUWBBSUFO PWFSMJKEFOTSJTJDPWFS[FLFSJOHPOEFSFFOWFSUSPVXEFOBBN .BBSPPLVBMTJOUFSNFEJBJSWFS[FLFSFOXFHSBBHWBOFFO HPFEFOWFSUSPVXEHFWPFM0QUJNBBMSFOEFNFOU VJUHFCSFJEF NBSLFUJOHPOEFSTUFVOJOHFOWPMMFEJHFPOMJOFDPOUSPMFPWFS VXQPSUFGFVJMMF[JKOTMFDIUTFOLFMFWBOEFWFMFWPPSCFFMEFO
%JSFDUCFSFLFOFOIPFWFFMFYUSB SFOEFNFOU%&-"VXLBOUPPSLBOCJFEFO (BOBBSJOUFSNFEJBJSEFMBOM
Z O R G & INKO ME N
‘Zorgverzekeringen worden adviesgevoeliger’ “De markt voor zorgverzekeringen wordt de komende jaren adviesgevoeliger en daarmee een stuk interessanter voor het intermediair”, sprak Erno Kleijnenberg vorige week tijdens de ‘Zorgconferentie voor tussenpersonen’ in Den Haag, georganiseerd door het Verbond van Verze-
hij, gek van de verzekeraars die hen, de deskundigen, vertellen hoe zij met de patiënten moeten omgaan en hoeveel tijd zij aan hun zorg mogen besteden. Hij confronteerde zijn gehoor daarmee op gloedvolle wijze met de keerzijden van het nieuwe zorgstelsel. In het hol van de leeuw, want in het huis van het Verbond en vlak voor de presentatie van Klein-Ikkink van VWS.
keraars, de NBVA en de NVA. Volgens de voorzitter van de Raad van Bestuur van ONVZ, tevens voorzitter van het Sectorbestuur Zorg van het Verbond, komt het accent straks steeds minder te liggen op de prijs en steeds meer op de invulling en kwaliteit van het zorgaanbod achter de verzekering, en daardoor groeit de adviesbehoefte van de consument. “Een andere behoefte dan bij complexe producten wellicht, maar daar gaat het wel op lijken.” Echt veel duidelijkheid over die mogelijke toekomstige rol van het intermediair werd door de verschillende sprekers overigens niet gegeven. Zij beaamden de door Kleijnenberg geschetste groeiende adviesbehoefte, maar daar bleef het voornamelijk bij. Drs. Roelof Konterman, directievoorzitter van Achmea Zorg, gaf een beeld van de zorginkoop door zorgverzekeraars en drs. Gelle Klein-Ikkink, directeur Zorgverzekeringen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport en Jeugd en Gezin, hield een toespraak onder de titel ‘Tussenpersonen en zorgverzekering: de visie van de overheid’. Hij erkende dat bij de start van het nieuwe zorgstelsel het intermediair door VWS min of meer was vergeten. Inmiddels, daartoe geprikkeld door de NVA en de NBVA, is ook bij VWS het intermediair wel bekend. Klein-Ikkink schilderde voor de naaste toekomst zekere mogelijkheden voor het intermediair om in de zorgmarkt verder te penetreren maar heel concreet werd het niet.
Crossover mogelijkheden Drs. Ruben Wenselaar, lid van de Raad van Bestuur van Menzis, schetste de crossover mogelijkheden van zorg en sociale zekerheid. Op het grensvlak van zorg en verzuim zijn absoluut wél mogelijkheden voor intermediairs (‘Wie niet ziek wordt, neemt geen zorg af’), maar dan met name voor een select groepje intermediairs dat zich in de markt wil en kan profileren als casemanager, door zich (medisch-)inhoudelijk te specialiseren en/of bijvoorbeeld arbeidsdeskundigen in dienst te nemen.
Keerzijde nieuwe zorgstelsel Een bijzondere vermelding in dit VB verdient dr. Titus van Os, een psychiater uit Groningen. Na drie jaar nieuw zorgstelsel schilderde hij de ervaringen van de professionals in de praktijk. Deze worden gek van de ingeslopen bureaucratie, vindt
32
Het was de eerste keer dat het Verbond van Verzekeraars samen met de NBVA en de NVA een conferentie voor het intermediair en voor zorgverzekeraars organiseerde over hun kansen op de markt van zorgverzekeringen. De bijeenkomst trok ruim zestig belangstellenden en ongeveer de helft daarvan was intermediair, vooral makelaars in grote zorgcollectiviteiten en enkele in zorg gespecialiseerde ‘kleinere’ intermediairs. Als verkenning van de (mogelijke) rol van het intermediair in de markt van zorgverzekeringen was de bijeenkomst weliswaar enigszins teleurstellend, maar toch verdient de bijeenkomst een vervolg. De zorgverzekering zou de volgende keer wel ook vanuit de adviespraktijk van intermediairs bekeken moeten worden en waar mogelijk zouden dan verdienmodellen naast de geschetste (nieuwe) mogelijkheden in de markt moeten worden gehouden. ■ Erwin Loer
Nieuwe regels ziekmelden Sinds 1 november hanteert het UWV nieuwe regels voor het ziekmelden van werknemers. De nieuwe regels moeten het werkgevers administratief makkelijker maken in geval van ziekte van hun medewerkers. De nieuwe regels gelden voor werknemers die op of ná 1 augustus ziek zijn geworden en van wie de werkgever het loon doorbetaalt bij ziekte. Het ziekmelden van werknemers die een Ziektewet-uitkering krijgen, verandert niet. De voornaamste wijzigingen: – Werkgevers hoeven hun zieke werknemer pas in de 42e week ziek te melden (was de 13e week). – De wettelijke melding dat de werknemer weer beter is (de hersteldmelding), is komen te vervallen. – Werkgevers die hun zieke werknemer te laat aanmelden, kunnen een boete krijgen van maximaal 455 euro per werknemer. Eerder werd de verplichte loondoorbetaling voor werkgevers verlengd voor de periode dat de werkgever te laat was met ziekmelden. – Het UWV stuurt de werkgever en werknemer in de 44e week een brief als de werknemer niet beter is gemeld. Deze brief wijst de werkgevers en werknemers op hun verplichtingen voor re-integratie. ■
nummer 21 - 6 november 2008
ZORG & INKO M EN
Voorlichtingscampagne AOV van start Vanaf 1 november a.s. start een voorlichtingscampagne om ondernemers te informeren over de risico’s die zij lopen wanneer zij arbeidsongeschikt worden en niet verzekerd zijn. De campagne wijst op de tijdelijke mogelijkheid voor onverzekerde ondernemers om zich de komende drie maanden alsnog te verzekeren. De voorlichtingscampagne over de vangnetregeling is in samenwerking met drie zelfstandigenorganisaties FNV Zelfstandigen, PZO en CNV Zelfstandigen opgezet. De vangnetregeling geldt in beginsel voor startende zelfstandigen die na de start van de onderneming zijn geweigerd voor een reguliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Uit onderzoek blijkt dat de helft van de zelfstandigen niet is verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. Daarom wordt de regeling nu tijdelijk opengesteld voor bestaande ondernemers die zich moeilijk kunnen verzekeren. Een ander doel van de campagne is zelfstandige ondernemers bewust te maken van het risico op arbeidsongeschiktheid en de gevolgen daarvan. Ondernemers die in aanmerking willen komen voor de vangnetregeling dienen tussen 1 november 2008 en 1 februari 2009 bij een verzekeraar een offerte op te vragen voor een reguliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Als zij in deze periode worden geweigerd voor een reguliere verzekering, kunnen zij zich bij de betreffende verzekeraar melden voor de vangnetverzekering. Voor startende ondernemers is de vangnetverzekering ook na 1 februari 2009 toegankelijk. ■
‘Ongerustheid over ziekte ís volksziekte nr. 1’ Volgens zorgverzekeraar De Friesland is ongerustheid over ziekte en zorg zo langzamerhand volksaandoening nummer één in Nederland. Uit cijfers van onderzoeksinstituut NIVEL blijkt dat 60 procent van de huisartsbezoeken over ongerustheidsklachten gaan. Hans Feenstra, voorzitter van de Raad van Bestuur van De Friesland meent dat ook voorlichtingscampagnes van overheid en verzekeraars over gezond leven een averechts effect kunnen hebben: “Mensen kunnen er zo veel stress door krijgen dat ze bij de dokter belanden. ” De zorgverzekeraar wil de ongezonde gezondsheidshype tegengaan met de website www.gewoongoedbezig.nl, waar mensen met vragen over ‘gewoon gezond leven’ terecht kunnen. In plaats van vermaningen over ongezond leefgedrag moeten mensen volgens De Friesland juist complimentjes krijgen als ze dingen goed doen. ■
De klant aan het roer De zeven zorgkantoren van verzekeraarscombinatie UVIT (Univé-VGZ-IZA-Trias) hebben hun gezamenlijke inkoopbeleid voor 2009 bekendgemaakt en verwoord in een document onder de naam ‘De klant aan het roer’. Uitgangspunt van het nieuwe inkoopbeleid is dat de klant meer inspraak krijgt over de zorg. Om dat te realiseren, is het beleid gebaseerd op de zeven prestatievelden uit de nieuwe wet voor cliëntenrechten. Die zeven prestatievelden zijn: 1. De klant heeft begrijpelijke en toegankelijke informatie om te kunnen kiezen voor zorgaanbod. 2. De klant heeft beschikbare zorg die bereikbaar is en voldoet aan zijn/haar specifieke eisen. 3. De klant merkt de voordelen van ketenzorg. 4. De klant kan meedenken met de organisatie. 5. De klant heeft een laagdrempelige effectieve klacht- en geschillenbehandeling. 6. De klant krijgt zorg die goed en veilig is. 7. De klant kan rekenen op een correcte informatie-uitwisseling en dossiervorming, en kan zijn eigen privacy bewaken. Vorig jaar werd al nadrukkelijker ingezet op de omgang van zorgaanbieders met hun cliëntenraden. Nu wordt dit verder aangescherpt door de zeggenschap en de waardering van de klant (en van medewerkers, mede vanwege hun onmiskenbare invloed op de tevredenheid van de klant) over de zorg een prominentere rol te geven.
Teruggave 22,4 mln premie door PVP UVIT heeft eind vorige maand 22,4 miljoen euro uitgekeerd aan ruim 562.000 verzekerden. Dit is een miljoen meer dan vorig jaar en komt neer op gemiddeld 39,90 euro per betrokken verzekerde. De uitkering vindt plaats in het kader van Univé’s Premie Voordeel Plan (PVP), een bonusregeling voor verzekerden die meerdere verzekeringen bij Univé hebben lopen. Ook dit jaar worden de zorgverzekeringen van VGZ, IZA, Trias en SIZ meegerekend voor het berekenen van het premievoordeel op de verzekeringen van Univé. Volgens het principe ‘hoe meer verzekeringen, hoe hoger de korting’ varieert in het PVP het kortingsbedrag per verzekerde. De teruggave varieert van 3 tot maximaal 15 procent van het totaal aan betaalde premies en is afhankelijk van het aantal afgesloten verzekeringen op peildatum 30 juni. Binnen de groep die premie terugkrijgt, loopt het bedrag daardoor uiteen van enkele euro’s tot soms ruim 150 euro. ■
nummer 21 - 6 november 2008
33
Hij is 2 en wil het goed geregeld hebben voor zijn personeel.
Wat de ondernemersleeftijd van uw zakelijke relaties ook is, De Goudse helpt hen altijd verder met de juiste verzekeringsoplossing. Zo biedt PersoneelsImpulz een totaalpakket van verzekeringen en preventieve diensten die zij nodig hebben als werkgever. Maar ook WIA- en pensioenproducten waarmee zij de arbeidsvoorwaarden voor hun medewerkers een waardevolle impuls kunnen geven. Kijk op www.goudse.nl/impulz voor meer informatie en alle commerciële ondersteuning.
PersoneelsImpulz is dé verzekeringsoplossing voor elke ondernemersfase. Benut nú uw kansen op www.goudse.nl/impulz.
www.goudse.nl/impulz
U kunt weer verder.
ZORG & INKO M EN
Premies basisverzekering nagenoeg gelijk De premies voor de basisverzekering blijven gemiddeld genomen nagenoeg gelijk, als we de lijn van de op het moment van schrijven van dit artikel bekende gegevens naar alle verzekeringen mogen doortrekken. Enkele verzekeraars houden de premie exact gelijk (CZ op de naturaverzekering, OHRA), de overige verzekeraars hebben een stijging of daling van hooguit enkele tientjes op jaarbasis bekend gemaakt. UVIT is met Trias, VGZ en Univé vooralsnog de grootste stijger, met 24 euro premieverschil op zowel de restitutieverzekering (van 1163 naar 1187 euro) als de naturaverzekering (van 1091 naar 1115 euro). De geringe verschillen zijn opmerkelijk omdat als gevolg van de kredietcrisis wellicht een forse premiestijging mocht
worden verwacht. De crisis heeft immers ook bij zorgverzekeraars de beleggingsopbrengsten onder druk gezet. Misschien is van invloed dat verzekeraar-zonder-winstoogmerk DSW dit jaar opnieuw als eerste haar premie heeft bekendgemaakt en daarbij een premiedaling van 12 euro op de combinatieverzekering kon aankondigen. De DSW-premie 2008 was 1065 euro, in 2009 wordt die 1053 euro. Door de overstapvrijheid van verzekerden en de huidige sterke focus bij consumenten op de premiehoogte in plaats van op de inhoud van het zorgaanbod, kunnen zorgverzekeraars het zich (nog) niet permitteren een onafhankelijker premiekoers ten opzichte van de concurrentie te varen. ■
Persoonlijke benadering steeds belangrijker in de zorg
Internet dé informatiebron zorgverzekering
Persoonlijke benadering gaat steeds meer tellen voor de zorgconsument. De belangrijkste keuzefactoren blijven echter geld en afstand. Mensen die voor zorg of behandeling worden doorverwezen, vragen zich allereerst af of de behandeling door hun verzekeraar wordt vergoed. Vervolgens zoeken zij een aanbieder dicht bij huis. Ook beschikbaarheid (snel geholpen kunnen worden, voldoende capaciteit, geen wachtlijsten) wordt steeds belangrijker. Dit blijkt uit de Trendwatch Zorgconsument 2008, in opdracht van Casemanagementgroep Concepten gemaakt door Motivaction voor leden van de NVZ vereniging van ziekenhuizen en ActiZ, organisatie van zorgondernemers. Circa 20 procent van de ondervraagden is bereid meer te betalen voor een individuele keuze in het aanbod. Men wil dit onder meer besteden aan persoonlijke verzorging en aan communicatie en audiovisuele middelen.
Mensen die een passende zorgverzekering zoeken, maken hiervoor meestal gebruik van internet. Daarnaast zoeken ze ‘ouderwets’ in brochures, gebruiken ze informatie die ze van hun werkgever krijgen en vragen ze familie en kennissen om advies. Een miniem percentage laat zich adviseren door zijn assurantietussenpersoon. Dat blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) onder 2800 mensen binnen het Consumentenpanel Gezondheidszorg, dat wordt gesubsidieerd door het ministerie van VWS en regelmatig over actuele onderwerpen zoals het zorgverzekeringsstelsel wordt bevraagd. Informatie van de werkgever speelt vooral een rol bij de keuze voor een collectieve zorgverzekering via de werkgever. Uit eerder onderzoek van het NIVEL bleek een collectief aanbod een belangrijke reden om over te stappen.
Internet Informatiebronnen Zorgconsumenten hebben behoefte aan informatie en willen gehoord worden, laat de Trendwatch Zorgconsument 2008 zien. Als de zorgconsument op zoek gaat naar informatie over een ziekenhuis of verzorgings- en verpleeghuis, vormen de ervaringen van familie en bekenden de belangrijkste informatiebron. Daarnaast is internet een belangrijke bron en worden zorgverzekeraars meer geraadpleegd. Bij de keuze van een ziekenhuis raadpleegt 35 procent van de respondenten de zorgverzekeraar.
Eind vorig jaar zocht 44 procent van de mensen naar een passende zorgverzekering. 27 procent daarvan gebruikte hiervoor internet. Het meest bezocht zijn sites van afzonderlijke zorgverzekeraars. Vergelijkingssites zoals kiesBeter.nl en independer.nl werden door respectievelijk 10 en 7 procent bezocht, de site van de consumentenbond werd door 4 procent bezocht. ■
Generatieverschillen In lijn met de vorige Trendwatch (2007) is er verschil in gedrag tussen jongeren en ouderen waargenomen. Dekking door de verzekering wordt door jongeren als minder belangrijk ervaren, zij zijn veeleisender t.a.v. bereikbaarheid (openingstijden, afstand). Ouderen (50+) hechten minder aan afstand, voor hen is de dekking het belangrijkste. ■
nummer 21 - 6 november 2008
35
38% MINDER KANS OP DIEFSTAL MET EEN NIEUWE AUTO Iecc_][lWdkmabWdj[dbef[dc[[haWdiefWkjeiY^WZ[ ZWdWdZ[h[$;dZWjb_]jd_[jWbb[[dWWd^[j\[_jZWjiecc_][ abWdj[dmWjc[[h^[[j][XWa[hZp_`d$Pe_i^[jXekm`WWh lWd Z[ Wkje lWd km abWdj X_`leehX[[bZ lWd l[[b ]hej[h[ _dlbe[Z ef Z[ iY^WZ[aWdi$ :_[l[d m[j[d dWc[b_`a ZWj d_[km[Wkje¼ilWa[h[[dWbWhcioij[[c^[XX[dZWdekZ[$ ;dZWWhdWWijXb_`a[dZ_[l[deea[[dZk_Z[b_`a[leeha[kh j[ ^[XX[d leeh X[fWWbZ[ c[ha[d [d jof[i Wbi ^[j ec Wkje¼i]WWj$H;77BL[hp[a[h_d][d^ekZjh[a[d_d]c[jZ[ ecijWdZ_]^[Z[dlWdkmabWdj$>e[c_dZ[hh_i_Ye^_`c[j p_`d Wkje beefj" ^e[ c_dZ[h fh[c_[ ^_` X[jWWbj$ Edp[ fh[c_[Z_\\[h[dj_Wj_[_idkde]l[hZ[hk_j][Xh[_Z"peZWjkm
abWdjp[a[hm[[jZWj^_`dee_jj[l[[bX[jWWbj$;dceY^j[h jeY^ mWj ][X[kh[d #Z[ aWdi ZWj ^_` l[h][[j leehhWd] j[l[hb[d[d_idWc[b_`a(+#ZWdaWdkmabWdj[[d[njhW De 9bW_c#]WhWdj_[ W\ibk_j[d mWWhc[[ ^_` [[di f[h `WWh iY^kbZiY^WZ[aWdYbW_c[dpedZ[hZWjp_`dfh[c_[ij_`]j$ K b[[ij [h c[[h el[h ef C_`dH;77B$db ;d m_bj k c[[h b[p[del[haWdi[d[dh_i_Ye¼ileehZ[WkjelWdkmabWdj" X[a_`aZWd^[jH;77B7kjeiY^WZ[#edZ[hpe[aefh[WWb$db
DE AUTOVERZEKERING VAN REAAL. REALIST IN VERZEKEREN
VB BARO M ET ER
Beloningstransparantie: uw boterham ter discussie Uit het Totaal Onderzoek Financiële diensten dat GfK op regelmatige basis uitvoert, blijkt dat ongeveer 80 procent van de Nederlandse huishoudens minimaal één financieel product via een assurantieadviseur heeft afgesloten. Uit de zojuist verschenen VB Barometer blijkt dat ruim 60 procent van hen helemaal niet weet op welke manier hun intermediair wordt betaald. Wat als zij dit wel weten? En meer nog, wat als zij weten wat zij hun adviseur precies betalen? En naar alle waarschijnlijkheid krijgen zij daarin vanaf 1 januari 2009 volledig inzicht. Openheid over de beloning brengt een ontevredenheid teweeg die het intermediair in grote problemen kan brengen. Ontevredenheid over de hoogte van een beloning kan er vanzelfsprekend voor zorgen dat een klant besluit om niet langer gebruik te maken van de geboden dienst.
De eerste stap naar het creëren van een meerwaarde, is het tegemoet komen aan de verwachtingen die leven bij de consument. Aan de consumenten die gebruik maken van een intermediair is gevraagd wat zij van hun adviseur verwachten en wat deze daadwerkelijk voor hen doet. Door te kijken waar de grootste discrepanties zitten tussen verwachting en feitelijke service, kunnen de voornaamste pijnpunten worden blootgelegd. 39
Advies op maat, passend bij situatie
48
Informeren als veranderingen nodig zijn
Na toelichting Voor 8,1 toelichting 0%
29,9
43,6
32,3
26,5
59,6
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% (zeer) ontevreden
neutraal
(zeer) tevreden
21 70
Verwachting: Informeren als veranderingen nodig zijn Informeren bij wetswijzigingen
23
21
Verwachting: Informeren bij wetswijzigingen
44 48
Snelle afhandeling meldingen
15 63
Verwachting: Snelle afhandeling meldingen 14
Proactief zijn
12 27
Verwachting: Proactief zijn
32
Op de hoogte van persoonlijke situatie Verwachting: Op de hoogte van persoonlijke situatie
10 42
Regelmatig contact opnemen
24
Verwachting: Regelmatig contact opnemen
Aan de respondenten die gebruik maken van een assurantieadviseur is gevraagd hoe tevreden zij zijn over de beloning van hun tussenpersoon. Zestig procent was hierover tevreden, acht procent was ontevreden. Vervolgens zijn werkelijke provisiebedragen genoemd van drie producten: een hypotheek, een autoverzekering en een uitvaartverzekering. Na het vernemen van deze reële provisiebedragen, sloeg de stemming enigszins om. Toen was nog slechts 27 procent tevreden en 30 procent ontevreden.
25 63
Verwachting: Advies op maat, passend bij situatie
9 33
0
10
20
Feitelijke service ATP
30
40
50
60
70
Verschil verwachting <-> feit
Figuur 2. Verschil tussen verwachtingen en feitelijke dienstverlening
Wat het intermediair volgens velen moet doen en ook doet, is het snel afhandelen van klachten. Echter, naast dit goede nieuws blijkt dat met name het advies op maat een punt is waarop het intermediair de verwachtingen nog niet weet waar te maken. Het informeren bij wetswijzigingen, het advies op maat geven en het informeren als er veranderingen in de verzekeringsportefeuille plaats moeten vinden, zijn de drie zaken waarop de adviseur het minst aan de verwachtingen van zijn klanten tegemoet komt. Met andere woorden, het handelen naar aanleiding van de veranderende omgeving is iets dat de klant graag in de handen van zijn of haar adviseur laat liggen. Door hier ook daadwerkelijk voor te zorgen, creëert de intermediair zijn eigen positie en stelt het zijn eigen boterham zeker.
Figuur 1. Tevredenheid over beloning voor en na horen
Een andere branche die ook veel met tussenpersonen werkt bij het verkopen van diensten voor derde partijen, heeft moeite om haar meerwaarde aan de consument duidelijk te maken: de reisbureaus zien steeds vaker consumenten binnen komen wandelen voor een reisgids, terwijl deze klant uiteindelijk via internet zelfstandig zijn of haar reis boekt. Want waarom zou je iemand gaan betalen voor iets wat je zelf ook kunt?
Meer resultaten uit de VB Barometer van 2008 kunt u binnenkort in Het VB lezen. Daarnaast zal GfK verschillende uitkomsten presenteren tijdens een workshop op de VB Branchedag op 20 november. De geplande workshop is inmiddels volgeboekt, daarom is in het programma een herhaling ingelast (zie ook de bij dit nummer gevoegde syllabus). Mocht u dan nog meer willen weten, dan is het complete VB Barometer 2008 rapport tegen betaling op te vragen bij GfK of Het VB. ■ Eric Landwaart en Michel van der List, GfK
Juist deze gedachte – het gevoel dat men zelf ook wel een goed product kan afsluiten – brengt enerzijds de bedreiging met zich mee dat de consument zelf gaat shoppen. Anderzijds biedt het intermediairs de kans om de ontwikkeling tegen te gaan, tenminste wanneer die erin slaagt de meerwaarde van zijn advies en verdere dienstverlening aan te tonen.
nummer 21 - 6 november 2008
37
A RBE ID S MA RKT
HBO-studie FSM op VB Branchedag:
Opleiding en markt nader tot elkaar De HBO-opleiding Financial Services Management (FSM) leidt studenten aan verschillende hogescholen door heel Nederland op voor adviserende, uitvoerende en managementfuncties in de financiële en zakelijke dienstverlening. De voltijdstudie bestaat nog niet zo lang, maar telt momenteel landelijk wel al 1800 studenten. Voor de
vijfde jaar, en ik wil me graag wat breder oriënteren. Ik heb inmiddels gesprekken gehad met enkele tussenpersonen en andere grootbanken, allemaal heel positief. ” Harald wil een goeie financieel adviseur worden, en bij verzekeraars verwacht hij dat doel niet zomaar te kunnen bereiken, omdat het intensieve klantcontact ontbreekt. Dat is er wel bij een intermediair of grootbank, en dat zou dan best alsnog de Rabobank kunnen zijn.
zomer 2009 levert de opleiding de derde lichting kersverse hoogopgeleide financiële dienstverleners af in de branche, maar voor veel vakgenoten is de opleiding nog onbekend. Hoog tijd dus om eens kennis te maken met de FSM en haar studenten. Daarvoor krijgt u de gelegenheid op de komende VB Branchedag. Er lopen vier FSM-studenten van de Christelijke Hogeschool Windesheim uit Zwolle rond. Zij bezoeken de VB Branchedag niet alleen om voor zichzelf de markt in haar volle breedte te verkennen, maar zij zijn ook graag bereid om daar vragen over hun opleiding, drijfveren en visies op de toekomst, zowel van henzelf als van de branche, te beantwoorden. In dit artikel stellen wij deze vier studenten kort aan u voor. In Het VB nr. 23 keren zij terug. Dan vragen wij hen naar hun ervaringen op de VB Branchedag. Wat waren hun indrukken van het plenaire programma, de informatiemarkt en de bezochte workshops en spotlights? Wie hebben zij gehoord of gesproken en heeft dat hun beeld en verwachtingen van de branche beïnvloed?
Harald Veeneman (22) is geboren en getogen in Apeldoorn. Hij speelt volleybal en piano/keyboard en houdt van stappen en winkelen. Eerder heeft hij MBO Bank- en Verzekeringswezen gedaan. In het tweede jaar van die studie is hij stage gaan lopen bij de Rabobank. Dat beviel zo goed dat hij daar sindsdien is gebleven, naast zijn opleiding: “Ik ben begonnen aan de balie en heb dat twee jaar gedaan. Na twee jaar ben ik adviseur particulieren geworden en heb daarvoor ook de intern benodigde diploma’s gehaald. Binnen FSM heb ik de Wft-modules behaald en daar ben ik heel blij mee. Ik ben nu op zoek naar een afstudeeropdracht en dan merk je dat die certificaten een meerwaarde zijn. Ik wil graag afstuderen bij een andere instelling dan de Rabobank. Daar zit ik al voor het
38
Erik Hop (22) komt uit Dalfsen en is derdejaars. Hij tennist graag en doet daarnaast aan fitness en af en toe hardlopen. Voor hij met FSM begon, heeft hij de MBO-opleiding Bank- en Verzekeringswezen doorlopen en in het kader daarvan stage gelopen op een bankshop bij ABN Amro Bank in Zwolle. Toen hij klaar was, concludeerde hij dat hij meer in zijn mars had en bovendien wilde hij nog niet fulltime aan het werk. “Ik had wel zin om nog meer en verder te leren en de voltijdstudie FSM sprak mij vervolgens aan, ondanks dat de studie toen nog niet lang bestond en je niet goed kon weten waar je uitkwam.” Wat Erik in ieder geval wil terugzien in zijn toekomstige werkzaamheden, is intensievere klantbegeleiding: “Toen ik stage liep bij de bankshop tijdens mijn vorige opleiding, zag je de bankklanten zo ongeveer eens per jaar. Ze komen een bankpasje activeren of sluiten eens een lening, en dat was het wel. Heb je een hogere opleiding, dan is intensiever klantcontact mogelijk, met vermogender klanten bijvoorbeeld, klanten met meer specifieke eisen. Dat vind ik het leuke van adviseren. Je kan klanten wel iets verkopen en dan klaar. Maar als dat het is, is er voor mij geen lol aan.” Erik gaat vanaf januari zijn derdejaarsstage lopen: “Ik weet nog niet precies waar, ben wel met een aantal dingen bezig. Mijn voorkeur gaat nu primair uit naar corporate finance, als overnamespecialist. Ook weer voor het klantcontact, in dit geval ondernemingen intensief begeleiden.” Wat trekt Erik ten slotte aan de VB Branchedag? “In iedere periode in onze studie staat een project centraal, en de externe opdrachten die daaromheen worden opgezet, komen meestal uit het bankwezen. In mijn beleving doet geen verzekeringsmaatschappij daaraan mee. Ik wil een wat breder beeld krijgen van het bank- en verzekeringswezen, en daar kan de VB Branchedag allicht aan bijdragen.”
nummer 21 - 6 november 2008
ARB EID SM A RKT
Harjan van der Linde (22) komt uit Archem (Ov.), tussen Ommen en Lemele, en is derdejaars. Naast zijn studie werkt hij op camping ‘De Arendshorst’ in Ommen. Samen met Erik, die al sinds hun zestiende zijn studiemaatje is. Zijn interesses zijn nieuws, beleggen en hij doet aan fitness en mountainbiken. Beleggen doet hij met geld dat hij kan missen (“Anders moet je het niet doen”), maar hij is toch blij er voor de dramatische koersontwikkelingen van de laatste tijd uitgestapt te zijn. Voorlopig ziet hij het even aan en leert hij van de ontwikkelingen. Harjan heeft eerst MBO Bank- en Verzekeringswezen gedaan. Dat ging hem makkelijk af en hij wilde iets meer uit zijn opleiding halen: “Dat kon met FSM. Het is een heel interessante opleiding van hoog niveau, met goede leraren en een kleinschaligheid die mij aanspreekt.” Hij loopt nu stage bij ABN Amro Preferred banking in Almelo. Een van de redenen om daar te gaan werken, is de mate van klantcontact geweest, die hem in staat stelt zijn commerciële vaardigheden beter te benutten.” Eerder heeft Harjan bij ABN Amro Verzekeringen in Zwolle stage gelopen: “Ik wilde allebei de kanten zien. Ik had opnieuw verzekeringen kunnen doen, maar dan had ik nooit kunnen meepraten over de bank. Verzekeringen spraken me eerder al bijzonder aan, maar ik weet nu dat ik de bank als werkomgeving ook heel leuk vind. Daar wordt een keuze straks niet makkelijker van.” Daarom ook vindt hij het goed dat dit VB Branchedag-initiatief nu genomen is: “Van de vijftig advertenties die er zijn voor stageplaatsen, komen er vijfenveertig van banken. Vijf verzekeraars, terwijl ook daar de behoefte aan hoog opgeleid personeel groot is. De opleiding en de branche moeten goede bekenden van elkaar worden, en de VB Branchedag helpt daarbij.” Na zijn studie wil Harjan mogelijk beleggingsadviseur worden, al ziet hij zich zeker ook als accountmanager agrarisch: “Alles verzekeren voor boeren, agrarische bedrijven adviseren. Die zijn toch een beetje mijn ‘roots’. Ik kan inhoudelijk meepraten, en dat is een meerwaarde.”
Joppe Burgers (22) is geboren in Wijhe (Ov.) en woont al het grootste deel van zijn leven in Apeldoorn. Hij zit in het vierde jaar van zijn studie FSM en werkt, naast zijn studie, bij Centraal Beheer op de afdelingen schademelding en schaderegeling. Joppe is eerder MBO Bank- en Verzekeringswezen gaan doen omdat hij rekenen en omgaan met mensen leuk vond. “De
MBO Bank- en Verzekeringswezen Net als vorig jaar zal ook een groep van ongeveer dertig eerstejaars studenten MBO Bank- en Verzekeringswezen van het ROC Aventus in Apeldoorn de VB Branchedag bezoeken. Het VB vindt het belangrijk dat de opleidingen financiële dienstverlening in Nederland nader betrokken worden bij de overigens branchebreed ingestoken VB Branchedag. De behoefte aan goede, gemotiveerde mensen op MBO- en HBO-niveau bij verzekeraars, intermediairs en derden zal de komende jaren alleen maar toenemen. Het VB wil studenten enthousiasmeren voor een carrière in de branche en wil met onder meer de VB Branchedag podia bieden om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.
opleiding beviel mij heel erg goed, vooral het verzekeringswerk. Daarna wilde ik graag verder en ik zag in FSM de perfecte aansluiting.” Hij heeft de Wft-modules die binnen de studie aangeboden worden, inmiddels allemaal op zak. Als Joppe klaar is met FSM, gaat hij verder studeren. Hij moet nog bekijken wat precies, maar hoort van veel kanten dat Master of Finance voor een of twee jaar zou kunnen zijn. Of hij dat fulltime gaat doen of naast een baan, durft hij nu nog niet te zeggen: “Dat hangt van de mogelijkheden af.” Het klantcontact is zijn ‘drive’ gebleken bij alles wat hij doet. “Ik vind het leuk dat mensen bij mij komen met vragen, dat ik ze vervolgens goed kan helpen en dat ze daar beter van worden.” Joppe staat overal open voor, maar zijn einddoel is allround financieel planner worden. Op de VB Branchedag wil hij vooral de workshops volgen, om te vernemen wat er precies leeft: “Je krijgt nu genoeg mee van het nieuws, maar vooral vanuit de algemene media en nauwelijks van binnenuit. Op mijn werk krijg ik natuurlijk wel wat te horen, maar dat blijft beperkt tot een paar afdelingen en de visie van één bedrijf. Dus ik vind het erg leuk om daarover met andere mensen van gedachten te wisselen.” ■
ingezonden mededeling
Lijfrente? Laat hem niet in rook opgaan! www.rokerslijfrente.nl
Edwin Loer
nummer 21 - 6 november 2008
39
Kaart al weg? Neem dan contact op met een van onze relatiebeheerders. T 0187 - 488 560
Je kunt maar ergens goed in zijn. U wilt objectief en snel premies en voorwaarden kunnen vergelijken van alle maatschappijen die er toe doen. U wilt direct online kunnen afsluiten via volledig elektronische acceptatie. Bovendien wilt u afgesloten verzekeringen automatisch in uw administratie verwerkt zien. Dan kiest u voor Klik & Sluit® van Voogd & Voogd.
Stap nu over op Klik & Sluit® en bespaar per jaar bijna € 1.200,-! Er is nog een reden om nu over te stappen op Klik & Sluit® Kantoormodules. Deze veelgeprezen applicatie maakt deel uit van een uitgebreid servicepakket dat wij aangesloten bemiddelaars bieden en is GRATIS. Als u nu overstapt op Klik & Sluit® bespaart u bijna €1.200,- per jaar op uw kantoorkosten! Kostenvergelijking
Klik & Sluit®
Rolls
Kantoormodules
€ 0,00
€ 1.194,00
Kijk voor een volledige vergelijking tussen Klik & Sluit® en Rolls op www.vergelijkklikensluit.nl.
Gebruik de antwoordkaart om vrijblijvend kennis te maken met Klik & Sluit®. Kaart al weg? Neem dan contact op met een van onze relatiebeheerders. T 0187 - 488 560 E
[email protected]. Of kijk op www.voogd.com.
M ET NA M E( N )
Vertrek Kestens bij Univé-VGZ-IZA-Trias
Benoeming bij AIG Europe
Hans Kestens – treedt terug als lid van de Raad van Bestuur van Univé-VGZ-IZA-Trias. Hij is de afgelopen tien jaar lid geweest van de Raad van Bestuur van achtereenvolgens VGZ, VGZ-IZA, VGZ-IZA-Trias en nu Uvit. Kestens blijft de komende tijd nog werkzaam als adviseur voor de Raad van Bestuur en zal een aantal nevenfuncties blijven vervullen.
Ivo Wansink – is aangetrokken voor de functie van Major Practice Leader Liabilities/Senior Underwriter bij AIG. Hij was eerder werkzaam bij Aon Risk Services.
Aanstelling bij Marsh Gilbert van den Eynde – is benoemd als Global Leader van G5, de divisie met de grootste internationale klanten bij Marsh. Van den Eynde heeft ruime ervaring in de zakelijke dienstverlening en hij bekleedde reeds diverse functies binnen Marsh.
Vertrek Ronald Pont bij Fortis ASR
Manager voor Quinity
Ronald Pont – verlaat Fortis ASR. Sinds juli 2006 was Pont directeur Marketing & Communicatie en lid van het directieteam van Fortis ASR. De directe aanleiding voor zijn vertrek is dat de ambities van Pont door de recente ontwikkelingen rond Fortis niet meer gerealiseerd kunnen worden.
Kim Leemreize – is in dienst getreden als marketing manager bij Quinity. Zij zal zich in deze functie voornamelijk bezighouden met de marketing van de Quinity Insurance Solution. Leemreize is de afgelopen acht jaar in verschillende sales- en marketingfuncties actief geweest, laatstelijk als productmanager Computable bij VNU Media.
Vertrek John Hele bij ING John Hele – momenteel CFO bij ING verlaat per 1 maart 2009 het bedrijf. Hij heeft om familieredenen besloten terug te keren naar de Verenigde Staten en daar zijn carrière voort te zetten buiten ING. Hele blijft tot maart 2009 lid van het Executive Board en Chief Financial Officer van ING. Per april 2009 treedt hij toe tot Arch Capital Group ltd als Executive Vice-President en Chief Financial Officer. Hele is sinds 2003 werkzaam bij ING en sinds 2007 maakt hij deel uit van het Executive Board.
Fortis Verzekeringen Jacqueline Rijsdijk – wordt per 1 april 2009 lid van de Hoofddirectie van Fortis Verzekeringen. Momenteel is zij divisiedirecteur voor de divisie Betalingsverkeer bij De Nederlandsche Bank. Binnen de Hoofddirectie zal zij o.a. de verantwoordelijkheid voor ICT, Facilitair Bedrijf en Juridische Zaken overnemen van de huidige portefeuillehouders.
Uitbreiding Amedes Magchiel Kessen (li) – is in dienst getreden als account manager bij Amedes. Kessen heeft zijn ervaring opgedaan als consultant werving & selectie bij Manpower Uitzendbureau. Karin Bartelds (re) – is aangenomen als recruiter. Zij is dit jaar afgestudeerd. Ineke Bakker – gaat aan de slag als allround medewerker finance. Chris van Houten, Sandra van Hummel, Tom Kolsteeg, Erik den Boer en Caib Zarlouni – treden in dienst als verzekeringsspecialist en worden gedetacheerd bij verschillende verzekeraars en pensioenfondsen.
Benoeming bij Document Dialog Rob van Barlingen – treedt in dienst als Operational Manager Professional Services. Zijn voornaamste taken liggen bij het verder uitbreiden van de afdeling professional services, die klanten van Document Dialog met advies, coaching, trendwatching, programmering enz. ondersteunen. Van Barlingen is afkomstig van Agis Zorgverzekeringen.
Consultant voor Mobilee Consultancy Wouter Lang – is in dienst getreden als consultant bij Mobilee Consultancy. Lang heeft ruime ervaring met het implementeren van IT-systemen, met name bij financiële dienstverleners.
Uitbreiding Watson Wyatt Michel Meert – is in dienst getreden bij Watson Wyatt Worldwide in de functie van senior investment consultant. Hij adviseert een breed scala aan Europese cliënten. Meert is afkomstig van KBL European Private bankers waar hij als directeur vermogensbeheer verantwoordelijk was voor beleggingsstrategie en discretionair portefeuillebeheer.
Benoemingen Molenaar & Lok Maarten de Jong (li) – treedt in dienst als consultant. Hij is afkomstig van Legal & General en heeft eerder ook gewerkt bij Talent & Pro. Hij wordt verantwoordelijk voor de analyse en verbetering van procespresentaties bij financiële instellingen. Erik Knevelbaard (re) – gaat eveneens aan de slag als consultant. Hij is afkomstig van Yacht en eerder was hij werkzaam bij Achmea. Zijn taak omvat de implementatie van procesverbetering bij de financiële instellingen.
nummer 21 - 6 november 2008
41
ICT
Leven biedt weinig online Na de schadeverzekeraars heeft ook de branche Leven de weg naar het internet gevonden. En daar lijkt ook meteen alles mee gezegd. Volgens het deelrapport Leven van de WebExcellence Benchmark 2008 van DCE Consultants worden de transactie- en interactiemogelijkheden onvoldoende benut op de websites van levensverzekeraars, de geplaatste consumenteninformatie vraagt om vakinhoudelijke kennis en er wordt weinig moeite gedaan om de actualiteit volledig bij te houden of die duidelijk te vertalen naar de gevolgen voor de consument. Een aantal levensverzekeraars heeft, als het gaat om de mogelijkheden van hun website, in het afgelopen jaar zichtbaar vooruitgang geboekt ten opzichte van 2007. Interpolis heeft volgens de WebExcellence Benchmark 2008 hierin de grootste stap voorwaarts gemaakt. DBV haalt een hoge overall score door aan alle categorieën waarop de websites zijn beoordeeld, voldoende aandacht te besteden. Toch mogen deze maatschappijen niet te vroeg juichen. De scores van de veertien onderzochte maatschappijen liggen dicht bij elkaar, geen van de partijen boekt met internet een ruime afstand van de concurrentie. DCE Consultants brengt met het WebExcellence Benchmark jaarlijks de online performance van verzekeraars in kaart. De volledige Benchmark biedt inzicht in het niveau van de dienstverlening van de websites van hypotheekverstrekkers, inkomens-, leven-, schade- en zorgverzekeraars. In totaal zijn dit jaar zestig websites onderzocht op vijf categorieën, te weten: bereik, webergonomie, informatie, interactie en transactie.
Schade versus Leven In 2007 concludeerden de onderzoekers dat de transactie- en interactiemogelijkheden onvoldoende werden benut. Een jaar later lijkt daarin weinig veranderd te zijn, vooral onder de levensverzekeraars. En dat terwijl consumenten in 2007 voor 1,8 miljard euro online aan producten en voor 2,1 miljard euro online aan diensten kochten. Het aandeel verzekeringen binnen de online diensten was in dat jaar 385 miljoen euro tegenover 288 miljoen euro in 2006. Schadeverzekeraars zijn vroeg ingesprongen op de mogelijkheden en profiteren nu meer dan de andere verzekeringsbranches van de miljoenen die consumenten online uitgeven. Het aanvragen van een offerte en het online afsluiten van een schadeproduct heeft een grote vlucht genomen. Ook is de online claimafhandeling sterk gegroeid ten opzichte van vorig jaar. DCE denkt dat nieuwe toetreders in de markt, met internet als enige of belangrijkste distributiekanaal, de online concurrentie zal vergroten. Ook wetgeving zoals de Wet Banksparen speelt daarbij een rol, zo stelt het onderzoek. “Veel marktgebieden kenmerken zich door prijsconcurrentie. Als omzetverhoging niet kan, is kostenbesparing de enige remedie. Eén manier is om de consument zoveel mogelijk zelf te laten doen. De consument lijkt er klaar voor. De verzekeraar die als eerste beseft wat de impact is van internet als distributiekanaal, zich tot doel stelt haar website en interne organisatie hierop in te richten en de transactie- en interactiemogelijkheden volledig weet te benutten, zal zich staande houden en de slag om de consument winnen.” In vergelijking met de direct writers laten intermediairverzekeraars weinig vooruitgang zien op het gebied van de beschikbare transactiemogelijkheden.
42
Resultaat per categorie Over het algemeen hebben de levensverzekeraars het bereik van hun website op orde. Centraal Beheer Achmea blijft op dit onderdeel echter fors achter op de overige levensverzekeraars. Dit komt omdat zij minder directe linken heeft naar haar website. In deze categorie staat DBV op de eerste plaats, gevolgd door Avéro Achmea en Generali. Door de afwezigheid van levensverzekeringsproducten op de vergelijkingssites blijft bereik een lastig probleem voor de maatschappijen, zo stelt het onderzoek. De consument kan de aangeboden producten niet vergelijken en wordt dus ook niet via de vergelijkingssite naar de website van de verzekeraar doorverwezen. In algemene zin wordt op de websites weinig tot niet gecommuniceerd. Meestal ligt de oorzaak in het niet goed bereikbaar maken van de informatie. Daarnaast lijken artikelen die inzichtelijk zouden moeten zijn voor de consument, vaak geschreven voor mensen met vakinhoudelijke kennis. Tot slot wordt weinig moeite gedaan om de actualiteit volledig bij te houden of die duidelijk te vertalen naar de gevolgen voor de consument. Delta Lloyd communiceert van alle levensverzekeraars het meest duidelijk en compleet en behaalt hiermee bijna twee van de te behalen drie punten. Zwitserleven, REAAL, DBV en Falcon Leven blijven opvallend ver achter ten opzichte van de rest. Zij zijn niet doelgroepgericht in hun productomschrijving en communicatie, en besteden relatief weinig aandacht aan thematische communicatie naar de klanten toe. De gemiddelde score in de categorie interactie laat zien dat websites van levensverzekeraars niet ingericht zijn op het afsluiten van producten maar meer gericht zijn op informatieverstrekking. De verkoop wordt, naar onze mening terecht, overgelaten aan het professionele assurantie-intermediair. DCE stelt echter dat het doel zou moeten zijn om de levensverzekeringsproducten professioneler via de eigen website aan te bieden. In de categorie interactie staat Centraal Beheer op één, gevolgd door ABN AMRO en Avéro Achmea.
Online sluiten De categorie transactie wordt aangevoerd door DBV, gevolgd door Zwitserleven en RVS. Het verbaast de onderzoekers echter dat hier geen enkele levensverzekeraar ervoor kiest om haar producten te laten afsluiten via internet. “De transactiemogelijkheden zijn er en toch wordt bijna altijd direct doorverwezen naar een intermediair. Bij andere verzekeringsproducten is het wel mogelijk om het product via internet af te sluiten. Dit zou ook goed toepasbaar zijn op de levensverzekeringenbranche.” In technische zin hebben de
nummer 21 - 6 november 2008
IC T
onderzoekers gelijk, in adviestechnische zin komt er bij het afsluiten van een product uit het levensegment toch echt meer kijken dan bij een particulier schadeproduct. Alleen al het toepassen van de wettelijk vastgelegde regels voor advies bij levenproducten maakt het online sluiten van levenproducten niet eenvoudig. De onderzoekers denken toch dat de online verkoop van levenproducten mogelijk moet zijn als de maatschappijen hun klanten interactief ondersteunen bij hun productkeuze. “Bij levensverzekeringen is juist de adviesfunctie zo belangrijk. Door de consument verschillende producten via een applicatie te laten berekenen, hoeft de levensverzekeraar alleen nog maar bij te springen om antwoord te geven op vragen van de consument. Door deze via chat of in ieder geval online te beantwoorden, kan de verzekeraar voorkomen dat de consument enkel op de website komt voor een productvergelijking en vervolgens het product niet of elders afneemt.” De mogelijkheid om online te communiceren met de klant is echter nog nauwelijks aanwezig op de websites van levensverzekeraars. Chat en online afsluiten van producten maken in de WebExcellence Benchmark Leven deel uit van respectievelijk de categorieën interactie en transactie. Alleen Zwitserleven scoort één van de in totaal drie te behalen punten op transactie. Zelfs Centraal Beheer scoort op interactie maar een 0,8. Alex Klein
Beloningstransparantie, provisieperikelen, Wft... het is momenteel bepaald niet saai in de assurantiebranche. Uiteraard hebben deze ontwikkelingen óók invloed op uw kantoorautomatisering. En bieden ze ANVA nieuwe uitdagingen.
Nieuwe release AfinHyp Softwarebedrijf Infa heeft een nieuwe release van AfinHyp, hypothecaire planningssoftware uitgebracht. In de vernieuwde versie zit een navigatiemenu dat de adviseur beter begeleidt in de te nemen stappen van het adviesproces. Verder kan nu met de nieuwste versie van het gekoppelde AeQuote voor een groot aantal producten een hoog/laag-berekening worden gedaan en is het aantal producten uitgebreid, onder meer met banksparen. ■
StercK verbetert extranet Serviceprovider Sterck, eerder dit jaar overgenomen door AFAB, heeft haar extranet verbeterd. Enkele van de verbeteringen zijn de opname van een overzicht van de gewijzigde items sinds de laatste inlog, de toevoeging van quicklinks die de gebruiker in staat stellen met één klik naar de meestgebruikte onderwerpen te navigeren, sowieso een efficiëntere navigatiestructuur en een homepage met een efficiëntere indeling waardoor niet meer hoeft te worden gescrolld. Uit een enquête onder haar deelnemers werd Sterck duidelijk dat het extranet, met name op de genoemde punten, verbetering behoefde. ■
Momenteel werkt ANVA aan Quantum. Een compleet nieuw softwareconcept, waarmee alle klantprocessen doeltreffend kunnen worden vastgelegd, van offerte tot polis... van eerste contact tot ‘nazorg’. Bovendien kunt u met Quantum’s Digitaal Dossier gegevens eenvoudig en veilig met uw relaties delen via uw eigen website. ANVA’s nieuwe hostingservice MijnANVA.nl biedt voor een vast maandbedrag software-uit-de-muur. MijnANVA.nl-gebruikers kunnen vertrouwen op een geoliede ICT-infrastructuur, die door ANVA perfect wordt onderhouden. ANVA is en blijft toonaangevend. Met hoogstaande automatiseringsoplossingen waarvoor de praktijk de voornaamste inspiratiebron is.
033 - 479 82 00 www.anva.nl
Het softwarehuis voor de verzekeringsbranche
nummer 21 - 6 november 2008
43
ICT
Nieuw serviceplatform Quion
Auto van de zaak! Nova Dia zoekt: ● Schadebehandelaars verkeer ● Schadebehandelaars brand ● Letselschadebehandelaars ● (Intern) specialisten verzekeren (Rabobank) ● Relatiebeheerders zakelijke schadeverzekeringen ● Acceptanten wagenpark / garageverzekeringen ● Acceptanten zakelijke schadeverzekeringen
Je hebt de zekerheid van een vaste baan bij Nova Dia, maar wel de uitdaging en variatie van detachering. Ben jij ondernemend ingesteld: freelancen kan ook. We begeleiden je graag van werknemer naar ZZP’er. Mail je c.v. naar
[email protected] of bel met Erwin Demmink (06-55724104) of Maartje Middendorp (06-55724100). Havendijk 18, 4201 XA Gorinchem
Telefoon 0183-681160
www.novadia.nl
Hypobox en Invice gekoppeld Intersoftware en Consoft hebben een integrale koppeling gemaakt tussen hypotheekadviespakket Hypobox en back-/ midofficesoftware Invice. De bedrijven menen dat de gerealiseerde koppeling de financieel adviseur een aanzienlijke tijdsbesparing oplevert.
Quion heeft een nieuw multifunctioneel serviceplatform in het leven geroepen, het Quion Service Platform. Dit webbased platform, ontwikkeld door ICT-dienstverlener Topicus, kent geen onderscheid meer tussen mid- en backoffice. Het maakt de functionaliteit modulair toepasbaar langs de hele keten en kan volgens Quion goed worden geïntegreerd met bestaande applicaties van geldverstrekkers en distributiepartners. Het kloppend hart van het platform bestaat uit een flexibel productmodel, waarin een breed palet aan hypotheek- en kredietgerelateerde producten snel en effectief kan worden ingeregeld, aldus Quion. ■
Financieel Planners Netwerk Menno Luiten MFP heeft het online LinkedIn-platform Financieel Planners Netwerk opgericht. Luiten, commercieel eindverantwoordelijk bij de centrale organisatie van franchiseorganisatie FDC Financieel Planners & Adviseurs, is hiertoe overgegaan omdat er geen actief online platform voor planners was dat onafhankelijk is van de genoten plannersopleidingen. Het Financieel Planners Netwerk staat open voor alle Federatie Financieel Planners (FFP), Master Financieel Planners (MFP) en Hypothecair Planners (NVHP). Ook zijn planners in opleiding en directis van onafhankelijke adviesorganisaties die zich bezighouden met financiële planning welkom. Het Financieel Planners Netwerk heeft tot doel het delen van kennis en ervaring met financiële planning en het delen van gedachten over toekomstige ontwikkelingen. Het eerste thema waarover de leden met elkaar van gedachten gaan wisselen, start op 10 november en luidt: ‘Wordt uurtje-factuurtje de nieuwe manier van belonen?’ ■
DenK komt met E-newsletter De websites die DenK verzorgt voor intermediairs kunnen nu worden uitgebreid met een geïntegreerde en automatische E-newsvoorziening. De opmaak, inhoud en verzending van twaalf particuliere en twaalf zakelijke E-newsletters per jaar worden verzorgd door DenK. Aan- en afmeldingen worden automatisch verwerkt. Vanuit de E-newsletter wordt gelinkt naar de door DenK verzorgde nieuwsberichten in de website van het assurantiekantoor.
Rogier Smit (Intersoftware) en Jeanne de Feber (HDN)
Het softwarepakket Invice is geschikt voor hypotheek- en/of assurantiekantoren die het administratieve proces zoveel mogelijk willen automatiseren en digitaliseren. Binnen Invice kunnen de gebruikers elkaar digitaal informeren over de (noodzakelijke) werkzaamheden en informeert het programma hen over de status van alle aangevraagde producten en/of diensten. ■
44
Het intermediair heeft onder andere de mogelijkheid om deze berichten aan te passen, een eigen openingstekst of banner op te nemen en daarnaast de verzending uit te schakelen of op een ander moment in te plannen. DenK noemt de Enewsletter een krachtig marketingmiddel dat het intermediair weinig geld en tijd kost. ■
nummer 21 - 6 november 2008
MeerDias Een nieuwe wind Dias CRM
Digitale Polismap
waait door
intermediairland! www.dias.nl
Aplaza Module
www.dias.nl
Integratie Èfdécé
www.efdece.nl
De nummer 1 software voor het intermediair in verzekeringen en hypotheken
O N D ER NE ME RS CHA P
Netwerken: als u kunt breien, brei dan mee! Op internet breit iedereen tegenwoordig met Hyves en LinkedIn. ‘Je mag niet ontbreken!’, hoor je her en der.
een beklijfkaart of een bos bloemen. Werk met een prikkelende uitnodiging, bijvoorbeeld: ‘Samen kauwen op de levensloopregeling.’
Of het werkt, zal de toekomst uitwijzen. Wat wel werkt is het breien van een eigen, persoonlijk netwerk. Zelf op openingen, recepties en openbare bijeenkomsten afstappen en uzelf voorstellen: ‘Dag, mijn naam is Ad Adviseur; hoe bent u verzekerd?’ Zakendoen is mensenwerk, is een blijk van vertrouwen. Toch wordt niet elke klant een vriend. Aan de andere kant zijn er klanten die afstandelijk bij u overkomen, maar in het vrije veld zeer positief over u praten. Stimuleer daarom uw klantenbestand door geregeld iets van u te laten horen. Ook over privézaken. Gaat u trouwen, stuur dan de klanten die u persoonlijk kent een uitnodiging voor de receptie. Wees niet bang voor de kosten want slechts een kwart komt. De rest praat positief over u rond. Maak van elke klant een fan, iemand die met de pen die u hem hebt gegeven, bij anderen opvallend schrijft.
Werk met een crematielijst Als het goed is, kent u de belangrijke verzekeringsvraag: ‘Stel dat u gisteren zou zijn overleden…’ Voeg aan deze eerste woorden toe: … ‘Wie zou u dan een kaart sturen?’ Neem deze vraag serieus. Zet deze vraag op de agenda van uw kantooroverleg. Laat iedereen en uzelf voorop, deze vraag beantwoorden. Leg de uitkomsten naast uw huidige bestand. Voeg aan uw bestand iedereen toe die wel op uw crematielijsten voorkomt en niet in uw database staat. U komt op deze manier tot een actief CRM-systeem om in het komende jaar persoonlijke aandacht te geven.
Brei elke dag door Volg de regionale bladen en knip artikelen over mensen uit. Bel, verrijk het adres en plaats de gegevens in uw bestand. Leg de lat hoog en eis van uzelf en uw team dat er elke dag een adres bij komt. Denk goed na in welk platform u dit adres opneemt: klant, werk (prospect) of mail (suspect). Stuur enkele weken later (dan het persbericht) een persoonlijke brief met complimenten over de publiciteit. Door later te zijn dan anderen, valt u meer op. De ontvanger zal thuis en tegen vrienden vol trots zeggen: ‘Dat artikel heeft gewerkt. Vandaag, een maand erna, kreeg ik nog complimenten van Ad Adviseur!’ Neem weer een maand later dit adres op in uw commerciële aanval per post, mail en/of telefoon. Vrijwilligers zijn schaars en actieve bestuursleden zijn op één hand te tellen. Bent u lid, bied u dan aan voor werk in een commissie of bestuur. Maak uw naam, Ad Adviseur, waar. U breit op deze manier aan een actief netwerk waar mensen u niet alleen kennen, maar ook ervaren. Het vertrouwen in u neemt zo alleen maar toe.
Vraag de ledenlijst Als u aan de weg timmert, denken veel mensen dat u liggend geld heeft. Grote en kleine verenigingen komen op u af en vragen om steun. Wees vanaf het eerste contact alert. Uitermate respectabele bestuursleden durven onbeschaamd aan u
Geef aandacht aan uw netwerk Verdeel uw CRM-adressen in platforms voor klanten, vrienden, prospects en suspects. Verzamel de PE, de Persoonlijke E-mailadressen, van deze mensen. Anno 2009 vindt iedereen het normaal een mail van iemand te ontvangen. Geef elk platform (doelgroep) gepaste aandacht. Stuur geen ‘commercials’ over de mail. Investeer in uw platforms door kosteloos adviezen te geven. Laat zien dat u betrokken bent.
Organiseer een praatlunch ‘Praten en breien’, zei mijn moeder altijd. Zo is het maar net. Organiseer daarom elke maand een praatlunch in uw kantoor. Maak met een restaurant in de buurt afspraken voor een perfect verzorgde lunch. Laat in de organisatie niets aan het toeval over. Leg de rode loper uit voor uw gasten. Werk met een mix van genodigden: 1/3 trouwe klanten, 1/3 nieuwe klanten en 1/3 prospects. In totaal negen gasten aan een tafel van tien (u erbij). Betrek uw hele team bij de organisatie, de verwelkoming, de rondleiding op uw kantoor (maakt niet uit dat u het klein vindt, verras uw gasten door te wijzen op details) en het afscheid. Geef elke gast iets mee: een taart,
46
nummer 21 - 6 november 2008
ONDERNEMERSC H A P
van alles te vragen zonder hier iets tegenover te stellen. Ja, een reclamebord of een advertentie, maar die leveren niets op. Doe in uw dorp of stad toch altijd mee. U heeft immers de maatschappelijke verplichting om als onderneming iets voor de gemeenschap te doen. Iets terugvragen mag ook. Moet! Vraag om de ledenlijst en beloof deze niet te vervuilen met zinloze mailings. Spreek af dat u de leden één of maximaal twee maal per jaar aanschrijft met een actie waar de leden en de vereniging beter van worden. Nog beter, waarbij er voor de jeugdafdeling iets nuttigs aangeschaft kan worden (dat spreekt ouders aan). Plaats de bestuursleden op uw ‘friendslijst’: de lijst van mensen die u desnoods één dag voor een evenement of een lunch kunt bellen omdat afzeggers voor lege stoelen zorgen (en dat komt slordig over bij de andere gasten).
In elke tas visitekaartjes Elke keer dat ik nieuwe visitekaartjes krijg, loop ik de colberts in de kast na en wissel in alle pakken de kaartjes. Als commercieel dier is het een schande als je onderweg naar de binnenzak grijpt en die leeg blijkt te zijn. Voor dames is het advies: doe in elke handtas een aantal visitekaartjes! Waarom? Uw visitekaartje is de basis van elk gesprek. Vooral als u uw visie of denken op de achterzijde van het kaartje heeft gedrukt. Sommigen plaatsen zelfs een pasfoto. Heeft u dit alles niet, geef dan twee kaartjes. De eerste overhandigt u met alle egards. Nadat u het visitekaartje van de ander heeft ontvangen, biedt u nog een kaartje aan met de woorden: ‘Wilt u dit visitekaartje doorgeven aan iemand waarvan u denkt dat die ook recht heeft op de ideeën van Ad Adviseur!’ Besteed extra aandacht aan het visitekaartje dat u ontvangt. Stop het niet in één beweging in uw borstzak, maar bestudeer het eerst. Zeg iets in de stijl van: ‘Wat een opvallend logo heeft u.’ De gever zal altijd reageren en zich vol trots blootgeven, altijd!
Brei door tijdens openingen Stap af op elke opening waarvoor u een uitnodiging ontvangt. Wordt u gevraagd een antwoordkaart in te sturen of anders te reageren, doe dit dan allereerst. Kunt u echt niet, zet het op de antwoordkaart en bel enkele dagen later om dit toe te lichten. Als u toezegt te komen, kom! 26 procent van de aanmelders komt zonder afzegging niét of meldt zich op het laatste moment af. Als u er wél bent, zal de gastheer zo blij zijn met uw komst dat u wordt voorgesteld aan andere gasten. Het netwerken kan beginnen. Bekom-
mert niemand zich om u, stap dan op iemand af die alleen staat. Deze persoon kent waarschijnlijk ook niemand en waardeert uw aandacht. Een alleenstaand ‘stel’ kan ook, op voorwaarde dat zij weinig tegen elkaar zeggen. U heeft met een zwijgend stel te maken bij een echtpaar dat uitgepraat is en graag nieuwe mensen ontmoet. U dus!
Organiseer elk jaar een open huis Laat zien dat u er bent. Toon uw creativiteit en werk actief aan uw netwerk door elk jaar een open huis te organiseren voor uw klanten, friends en prospects, kortom voor uw crematielijst. Dit kan een haringparty zijn, een lenteborrel of de aftrap (voor iets). Bedenk met uw team een naam die in uw regio nog niet wordt gebruikt en organiseer een open huis waar de mensen naar uitkijken. Toon met uw team een perfect gastheerschap. Smijt niet met geld. Poch niet over inkomsten en omzet, maar koppel mensen aan mensen. Breng iemand die alleen is met een ander in contact. Denk aan iedereen. Praat met iedereen. Zorg dat uw gasten na afloop over u zeggen: ‘Ad Adviseur is de beste gastheer uit de hele regio!’ Oefen vooraf met uw team om uw kantoor en bepaalde diensten in één minuut te kunnen presenteren. Geen ellenlange verhalen, maar kort en krachtig de woorden waarmaken: ‘Assu-advies neemt de administratieve beslommeringen van u over en zorgt dat u kunt leven. Mocht zich onverhoopt iets vervelends voordoen, dan staat het hele team van Assu-advies voor u klaar. Niet alleen om snel de formulieren voor u in te vullen, maar vooral om de verzekeringsmaatschappij te stimuleren prompt te betalen.’ ■
nummer 21 - 6 november 2008
Door: Bart van Luijk Auteur, presentator, trainer en ideeënmaker. Geboren in Rotterdam (1947). Oprichter van DOOR Training & Coaching, trainingsinstituut met vestigingen in meer dan 40 landen, verdeeld over vier continenten. Samen met Joep van den Eijkel is hij de oprichter van de DIN Academy.
47
O N D E RNE ME R S CHA P
Wat kost een goede lead? Het kost de meeste adviseurs momenteel meer energie dan voorheen om de omzet op peil te houden of zelf omzetverlies te beperken. Goede leads naar extra omzet zijn dus belangrijk. De allerbeste leads zitten natuurlijk in uw eigen klantenbestand. Uw eigen klanten herbergen nog steeds een flinke omzetgroei. Maar daarnaast wilt u graag nieuwe klanten kunnen verwelkomen. Waar haalt u die vandaan? Wacht u tot ze u benaderen of gaat u actief de markt op? Een goede actie levert u nieuwe klanten en omzet op, daarbij is de kwaliteit van de totale actie van groot belang. Dat begint bij de doelgroepselectie, de wijze van benaderen en eindigt bij het adviesgesprek en het daadwerkelijke sluiten van de post. Grofweg hangt het succes van uw actie voor 60 procent af van uw doelgroepselectie, voor 20 procent van uw aanbod en voor 20 procent van uw communicatie met de prospect.
kensom verduidelijkt dat. We bekijken het verschil tussen een lead van 1 euro en van 7,50 per adres. We gaan uit van een simpel levenproduct met een marge per afgesloten post van 450 euro. Bij hypotheekproducten ligt de marge natuurlijk veel hoger. Het model ziet er dan anders uit maar het principe van de onderstaande tabel blijft hetzelfde.
De eerste, belangrijkste stap
Aantal adressen
1.000
125
Uw eerste stap is dus meteen de belangrijkste: de doelgroepselectie. Hoe selecteert u de mensen waarbij u de grootste kans op succes heeft? Zomaar (koud) bellen, is sinds 1 oktober niet meer toegestaan. U kunt huis aan huis een folder verspreiden, u kunt een bepaald postcodegebied mailen of via Google Adwords onder de aandacht van mensen komen die op internet iets over een hypotheek zoeken. Dat kan contacten opleveren, maar de vraag is wat het u daadwerkelijk oplevert. Het gaat immers om de opbrengst in verhouding tot de tijd en kosten die u investeert. Bovendien, het behoort niet echt tot uw corebusiness.
Kosten per adres (ex btw)
€ 1,00
€ 7,50
Totale kosten (incl. btw)
€ 1.190
€ 1.116,00
‘It’s all about the math’
Totale resultaat
Een mogelijkheid voor doelgroepselectie, is de aankoop van leads. U heeft gelijk, er zijn in de markt van leadgeneratie veel slechte aanbieders. Maar er zijn ook goede partijen in de markt, die professioneel opereren en wél leveren wat ze beloven. Ook tussen de professionele partijen is er nog wel verschil. Er zijn leads van 1 euro per adres, van 7,50 en bijvoorbeeld hypotheekafspraken van 265 euro. Het prijsverschil zit in de kwaliteit van de lead of afspraak; hoe serieus en bewust hebben consumenten hun gegevens achtergelaten.
ROI
Leadgeneratie uitbesteden? De gespecialiseerde organisaties die zich uitsluitend richten op het genereren van leads en afspraken kunnen uitkomst bieden. Belangrijk bij het selecteren van een bedrijf dat leads levert, is dat je weet waar de leads vandaan komen en hoe ze geworven zijn. Bieden zij bijvoorbeeld informatie, overzichten en berekeningen die aansluiten bij zijn of haar behoeften? Hoeveel unieke bezoekers bezoekt hun portaal? Zetten zij nieuwsbrieven, rentewekkers en kortingen op woonproducten in? Weten ze het contact met de consument warm te houden. Dit is belangrijk voor u omdat u dan ook goede en betrouwbare leads koopt die actueel verkregen zijn op initiatief van de consument. Wilt u hier meer over weten, kijk dan op bijvoorbeeld www.AllesOverHypotheken.nl.
Marge per gesloten post Mailingkosten Telemarketingkosten Totale kosten
€ 450
€ 450
€ 1.500
€ 500
€ 9.000
€ 1.125
€ 11.690
€ 2.741
Conversie
5%
15%
Aantal posten
50
18,8
Kosten per post
€ 234
€ 146
Opbrengst minus kosten
€ 216
€ 304
€ 10.800
€ 5.715
0,92
2,08
U ziet dat duurdere leads kostenefficiënter kunnen uitpakken. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld hypotheekleads die soms meer dan 265 euro kosten. ‘It’s all about the math’; leveren ze meer op dan u in totaal kwijt bent? Als u 25 leads koopt en wel 5 hypotheken sluit, dan zijn ze hun geld meer dan waard. Vindt u de investering te groot, dan kunt u ook voor andere manieren kiezen, maar bedenk wel dat u bijvoorbeeld via Google Adwords ook zo’n 2 euro kwijt bent voor elke bezoeker die doorklikt naar uw website. De vraag is hoeveel bezoekers daadwerkelijk bij u sluiten en wat u dus kwijt bent per post.
Uw corebusiness Waarom al die aandacht voor leadgeneratie? Omdat zoals gezegd het succes van uw actie om nieuwe klanten binnen te halen grotendeels afhangt van uw doelgroepselectie. De inkoop van goede leads bij een betrouwbare partij is daarvoor een beproefd middel. Bovendien hoeft u geen tijd en moeite te steken in iets waar de meeste adviseurs eigenlijk geen verstand van hebben. U kunt zich concentreren op het zo belangrijke vervolgtraject van uw actie: het aanbod en het adviesgesprek. En dat behoort tot uw corebusiness, dat is waar u het sterkst in bent. ■
Een weloverwogen keuze Waar u ook voor kiest: het gaat erom dat de aangekochte leads u meer opleveren dan ze u in totaal (dus inclusief uw eigen vervolgactiviteiten) gekost hebben. Een eenvoudige re-
48
door: René Teuwen, directeur TDM
nummer 21 - 6 november 2008
Hoe verzeker je werk in uitvoering?
Als het ingewikkeld wordt, zijn wij op ons best. De Technische Verzekeringen van Nassau
Tijdens de uitvoering van projecten is de kans op schade door bijvoorbeeld constructiefouten, storm, vandalisme of diefstal groot. De Construction All Risk (CAR) verzekering van Nassau dekt juist deze verhoogde kwetsbaarheid van projecten. Ook onze andere Technische Verzekeringen (Design & Construct, Machineschade, Computer & Elektronica) bieden zeer uitgebreide dekkingen voor complexe verzekeringsvraagstukken. Wilt u hier meer over weten én over de wijze waarop Nassau uw kansen kan vergroten in complexe nichemarkten? Kijk dan op www.nassauverzekeringen.nl of bel: 010 - 441 81 00.
:,/GHaP ! KHWPHQVHOLMNYHUPRJHQ EHZXVWWHVWUHYHQQDDULHWV !ZHQVYHUODQJHQ
>03LLUKLÄUP[PLKPL*HYKPMVW ]LYZJOPSSLUKLTHUPLYLUPU]\S[! +L>03VTJVTWSLL[HK]PLZ[L NL]LU]VSSLKPNHMNLZ[LTKVW KLYPJO[SPQULU]HUKL(-4 +L>03VT\^^LYRHSZ [\ZZLUWLYZVVUTHRRLSPQRLY[L THRLUTL[LLUOHUKPNL[VVSRP[ ,U>03>VULU0URVTLU3L]LU OL[\UPLRL[V[HHSWHRRL[]VVY \^RSHU[
>03! ttU[V[HHSHK]PLZ ttUZVM[^HYLWHRRL[ ttUHJJLW[H[PL[YHQLJ[ LUttU[LSLMVVUU\TTLY ]VVYHSSLZJOHKLZ >03[\VVR& .H]HUKHHNUVNUHHY! ^^^JHYKPMUSPR>03LLU[VVSRP[ LU]YHHNNYH[PZKL[VVSRP[HHU
VERZEK EREND B UIT ENL A N D
BELGIË Minder verzekeraars Uit gegevens van de Belgische toezichthouder, de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen, blijkt dat het aantal verzekeraars blijft dalen. Waar in 2006 nog 161 verzekeraars over een vergunning beschikten, daalde dit aantal vorig jaar tot 156. Fortis Insurance Belgium voert nog altijd de top 3 aan. AXA Belgium en KBC Verzekeringen nemen de tweede respectievelijk de derde plaats in. Overigens staat Fortis alleen in de levensector aan kop, haar marktaandeel is 28,06 procent. In de schadesector is AXA met 16,72 procent de grootste marktpartij. Dat geldt eveneens voor arbeidsongevallen. Hier heeft AXA een marktaandeel van 22,9 procent. (De Verzekeringswereld)
VERENIGD KONINKRIJK Autopremies in de lift Het afgelopen kwartaal steeg de gemiddelde premie voor een WA+ cascoverzekering met 3,1 procent. Dit stijgingspercentage is gelijk aan dat van de voorgaande drie maanden. In totaal zijn in 2008 de autopremies al met 50 Britse pond (7,6 procent) gestegen. De gemiddelde premie is nu 724,28 pond. Wie de goedkoopste maatschappij weet te vinden, betaalt 486 pond. Dat is 10 pond (2 procent) meer dan vorig kwartaal en 39 pond (8,7 procent) meer dan vorig jaar. De gemiddelde premie voor een WA/brand/diefstaldekking, die veelal door jongere bestuurders wordt afgesloten, daalde enigszins. Ondanks de premieverhoging is het verzekeren van auto’s een verlieslatende bezigheid. Tegenover iedere 100 pond aan premie staat een schadelast van 105 pond. Verzekeraars maken zich in het bijzonder zorgen om de stijgende juridische kosten en letselschadeclaims, die vorig jaar 22 procent hoger uitvielen. (Post Magazine)
DUITSLAND Daling autodiefstallen In 2007 moesten verzekeraars 178 miljoen euro uitbetalen wegens diefstal van een auto. Het Gesamtverband der Deutschen Versicherungswirtschaft (GDV) meldde dat vorig jaar 16.500 auto’s werden gestolen – 13 procent min-
der dan in het jaar daarvoor. Opvallend is dat autodieven hun oog vooral laten vallen op oudere auto’s. Auto’s ouder dan tien jaar blijken het hoogste diefstalrisico op te leveren. Eén van de verklaringen daarvoor is dat deze voertuigen als goedkope bron van onderdelen dienen. Overigens is het risico van diefstal aanzienlijk minder geworden. Tien jaar geleden werden er in Duitsland drie maal zoveel auto’s gestolen als in 2007. En vijftien jaar geleden lag dit aantal zelfs zes maal hoger dan in 2007. (Versicherungsmagazin)
eenheden en de scherpe daling van de aandelenkoersen. In de schadesector is sprake van een verslechtering van de combined ratio, ondanks het feit dat zich in 2008 geen grote natuurrampen hebben voorgedaan. Fitch voorziet ook dat verzekeraars met forse concurrentie te maken zullen krijgen. Niet alleen als gevolg van het feit dat de Post zich met verzekeren gaat bezighouden, maar ook vanwege de doelen die bankverzekeraars zich hebben gesteld. (L’Argus de l’Assurance)
SPANJE Exclusiviteit loont niet Maatschappijgebonden bemiddelaars hebben niet alleen met een verscherpte concurrentie te maken, maar ook met een verzwaring van administratieve verplichtingen. Een onderzoek onder 1500 ‘Ausschließlichkeitsvermittler’ van dertig Duitse verzekeringsmaatschappijen bracht aan het licht dat deze bemiddelaars meer werk moeten verzetten en dat dit niets oplevert. Uit het onderzoek blijkt dat zij bij levensverzekeringen en rechtsbijstandverzekeringen een omzetverlies heb van 11 procent. De omzet van schadeverzekeringen vertoonde een lichte groei, maar in dit segment is de provisie lager. De helft van de ondervraagde bemiddelaars vond dat zij door hun maatschappij slecht waren voorbereid op de nieuwe wetgeving. De technische ondersteuning kan ook beter. Bemiddelaars willen vooral minder ingewikkelde processen en meer vooruitgang op het gebied van standaardisering en automatisering. (Versicherungsmagazin)
Miljoenenschade door vliegramp De vliegramp in Madrid, waarbij een Spanair-toestel kort na het opstijgen neerstortte, kostte meer dan 150 mensen het leven. Naast het menselijke leed is er ook sprake van grote economische schade. De schade kan oplopen tot zo’n 50 miljoen euro. Het leeuwendeel daarvan komt voor rekening van de aansprakelijkheid voor personenschade. Het wettelijke minimum dat aan de nabestaanden moet worden uitgekeerd, bedraagt 127.000 euro. De weinige overlevenden kunnen bij blijvende algehele invaliditeit aanspraak maken op een zelfde bedrag. Is er sprake van tijdelijke invaliditeit, dan hebben zij recht op 75.000 euro als de invaliditeit blijvend is en 37.000 euro als deze tijdelijk is. Voor verzekeraars houdt het daar niet mee op: veel slachtoffers hebben een ongevallen- en/of levensverzekering. (Versicherungswirtschaft)
CHINA Verzekeringsreuzen in problemen
FRANKRIJK Sombere vooruitzichten Volgens ratingbureau Fitch ziet de toekomst er somber uit voor de schade- en levensverzekeringsmarkt in Frankrijk. Alle signalen wijzen erop dat de komende één à twee jaar zeer moeilijke jaren zullen zijn. Fitch verwacht ook dat de rating van een aantal verzekeraars naar beneden zal moeten worden bijgesteld. De premiedaling heeft zich de eerste acht maanden van het jaar voortgezet en beloopt 9 procent. Voor de levenbranche komt dit door het lagere premie-inkomen in reken-
De crisis op de financiële markten brengt ook de grootste verzekeraars in China in de problemen. China Life, de grootste levensverzekeraar, zag zijn winst wegens de sterk gedaalde aandelenkoersen met 70 procent dalen. Ping An, de tweede grootste Chinese verzekeraar, dook diep in het rood – mede als gevolg van zijn Fortis-avontuur. In 2007 konden deze en andere verzekeraars door de rally op de Chinese beurs nog reusachtige winsten melden. Dit jaar zijn de koersen op de beurs van Sjanghai al met 70 procent gekelderd. Bovendien is er in China sprake van duidelijk toegenomen concurrentie.
nummer 21 - 6 november 2008
51
N I EU WS
In de lift bij Delta Lloyd Delta Lloyd Groep heeft een nieuwe arbeidsmarktcampagne gelanceerd rond het thema ‘In de lift’. De campagne richt zich op mensen op MBO-, HBO- en WO-niveau, met een focus op HBO/WO.
Eigen gewicht in kaas Marco Pot (80 kg), mede-eigenaar van Borghese Financieel Advies in Doorn, heeft zijn eigen gewicht in kaas gewonnen. Vermogensbeheerder NNEK, dat zijn oorsprong heeft in de kaasindustrie heeft intermediairs een online zelftest laten doen waarbij ze konden constateren of ze klaar waren voor het Nationaal Regime van de MiFID. Deelnemers die hun NAW-gegevens achterlieten, kwamen in aanmerking voor een van de 30 spellen koehandel of de hoofdprijs ‘je eigen gewicht in kaas’. Mark Boskamp van NNEK (op foto rechts) overhandigde Marco Pot een kaascheque ter waarde van 700 euro. Pot overweegt onder andere een kaasfondue met al zijn collega’s... ■
Delta Lloyd Groep wil zowel starters als professionals met een studieachtergrond in economie, finance, rechten of bedrijfskunde vertrouwd maken met de organisatie als goede werkgever. De campagne start in print, in De Volkskrant, NRC Next, het Parool, de Gelderlander, Intermediair en de Elsevier carrière special. Op internet verschijnt de campagne op nu.nl en nos.nl. ■
Conny van Rietschoten Trofee Meer nieuws van Delta Lloyd: de watersportverzekeraar is hoofdsponsor geworden van de Conny van Rietschoten Trofee. Deze prestigieuze trofee wordt sinds 27 jaar uitgereikt aan een Nederlandse zeiler die zich heeft onderscheiden door een opmerkelijke prestatie in wedstrijdverband of aan een persoon die zich op bijzondere wijze voor de zeilsport verdienstelijk heeft gemaakt. Conny van Rietschoten won in 1977/78 en in 1981/82 de toenmalige Whitbread Round the World Race, de tegenwoordige Volvo Ocean Race. ■
Achmea vierde in Beste Werkgevers-lijst
Themadag Techniek Nassau Vorige maand organiseerde Nassau verzekeringen voor de tweede keer een Themadag Techniek op het terrein van het Bouw en Infrapark in Harderwijk. Na drie korte presentaties over onder meer de Noord-Zuidlijn en kabels en leidingen, besteedden meer dan 70 intermediairs de rest van de dag op het buitenterrein. Deze speciale CAR-praktijkdag was bedoeld om specifieke bouwrisico’s in de praktijk (ook de niet altijd automatisch binnen de CAR-voorwaarden verzekerde werkzaamheden) te laten ervaren. Aandacht was er voor onder meer de thema’s letsel- en diefstalpreventie, hei-, trilling- en leidingschades en werkmaterieel. ■
Achmea komt als nummer 4 uit de bus bij het Beste Werkgevers Onderzoek 2008 van tijdschrift Intermediair. De verzekeraar heeft die positie bereikt vanaf de 19e plek in 2007. “Een plek in de top van beste werkgevers van Nederland is belangrijk voor onze positie en uitstraling op de arbeidsmarkt”, zegt HR-directeur Hans van den Brink van Achmea. Volgens hem is de toppositie het gevolg van goede arbeidsvoorwaarden, tevreden werknemers en een innovatief personeelsbeleid. Eerste in het onderzoek werd ICT-huis Macaw, vanwege de werksfeer, vrijheid in het werk en doorgroeimogelijkheden. Tweede werd de Rabobank en derde de gemeente Zwolle, beide vooral dankzij uitstekende arbeidsvoorwaarden. ■
52
nummer 21 - 6 november 2008
NIEU WS
De Goudse geeft Nintendo Wii weg Tijdens het jongste NBVA Congres konden intermediairs in een congresactie van De Goudse een Nintendo Wii winnen. Deze spelcomputer is uiteindelijk gewonnen door Van de Zandschulp assurantiën uit Bennekom. Eddy van Doorn van Van de Zandschulp (links op de foto) ontving de prijs uit handen van Jan van Boxtel, directeur Verkoop Intermediaire Distributie bij De Goudse. ■
Volmachten Unigarant heeft volmachtovereenkomsten gesloten met Het AssuradeurenHuys (onderdeel van Beijer Adviesgroep) uit Haarlem en HJG Verzekeringen uit Joure (foto). De volmachten gelden voor alle producten van Unigarant. Ook zal de schadeverzekeraar haar expertise op het gebied van internet beschikbaar stellen.
Eerlijk over later
Met de nieuwe campagne ‘Eerlijk over later’ wil AEGON de ‘natuurlijke weerstand’ tegen pensioenen doorbreken en mensen aanzetten om na te denken over hun pensioen. De vraag ‘Wat doe je met pakweg de laatste 30 jaar van je leven?’ moet mensen daarbij prikkelen. Al het materiaal voor de campagne komt direct uit de documentaire ‘LATER’, die onlangs werd uitgezonden op RTL. In het programma komen gewone Nederlanders aan het woord over hun beleving van pensioen. Deze mensen ‘figureren’ tot 20 december ook in de advertenties, tvspotjes en op abriposters van de maatschappij. ■
Apotheose NN-kennisgames Op dinsdag 18 november maakt Nationale-Nederlanden de winnaars bekend van de InkomensGame en PensioenGame. Veertig zogenoemde ‘topintermediairs’ strijden momenteel om de titel in deze kennisgames. Struikelblokken bleken tot nu toe onder meer de specialistische vragen over sociale zekerheid, arbeidsongeschiktheid en marktontwikkelingen. Na de individuele finale wordt er tijdens de Pensioenrelatiedag van Nationale-Nederlanden op 27 november een kantorenfinale gespeeld tussen de twee kantoren die aan beide games hebben deelgenomen en daarin als beste hebben gepresteerd. Zij strijden dan om de titel ‘Beste Inkomens- en Pensioenkantoor 2008’. ■
50e vestiging Van Bruggen
Avéro Achmea heeft een schadevolmacht voor een gezinspakketpolis verleend aan DAK intermediairscollectief. Daarmee is zij de eerste volmachtgever van het nieuwe gepoolde volmachtproduct dat DAK vanaf begin 2009 beschikbaar stelt voor de leden. Op dit moment worden de gesprekken afgerond met vijf andere poolpartijen waarmee de pool moet worden gevormd. Nedasco breidt het assortiment uitvaartverzekeringen uit met Uitvaartgeld en Uitvaartzorg van Ardanta, die in volmacht gesloten kunnen worden. Klanten van intermediairs die aangesloten zijn bij Nedasco kunnen de producten sluiten via de website van hun adviseur. ■
Dit jaar hebben veertien nieuwe franchisenemers zich aangesloten bij hypotheekadviseur Van Bruggen Adviesgroep. Hiermee komt het aantal vestigingen op 50. Het aantal vestigingen was eind vorig jaar tot 38 gedaald, maar de invoering van een nieuw verdienmodel heeft voor een toename van het aantal franchisenemers gezorgd. Per 2008 hoeven franchisenemers niet langer 30 procent van de omzet af te dragen aan de centrale organisatie, maar 15 procent. Bovendien worden er geen vaste kosten meer berekend. De formule wil dit jaar in totaal 25 nieuwe franchisenemers aantrekken. ■
Gouden Spreekbuis 2008 WestlandUtrecht is door Blauw-Research genomineerd voor de Gouden Spreekbuis 2008, de imago-award voor hypotheekverstrekkers binnen het intermediaire kanaal. De nominatie volgt op een toenemende wens van het intermediair om met de maatschappij zaken te doen en de stijging van de ‘spontane naamsbekendheid’ van WestlandUtrecht onder intermediairs. ■
nummer 21 - 6 november 2008
53
SAT IR E
Verdiend “En het is niet dankzij jou dat het allemaal nog net goed is afgelopen”, zei ze. Aan haar vuurspuwende ogen zag ik dat ze het nog meende ook. “Maar meisje”, antwoordde ik de buurvrouw, “ik heb je toch niet op straat laten zetten met al je huisraad? Ik ben je hypotheekbank niet en voor zover ik weet, heb je geen schulden bij me.” “Eerder andersom”, schreeuwde ze de straat vol. “Jij, mannetje, hebt een schuld bij mij die je van je leven niet meer kan aflossen. Jij was het die ergens in de vorige eeuw heel serieus tegen me zei dat ik tien gulden had verdiend.” Het is was op één van die uitverkoopdagen dat buurvrouw een haarwatertje bij me kwam halen. De fles was tien gulden afgeprijsd en met Barbieriaans gevoel voor humor heb ik toen inderdaad gezegd dat ze een avondje vrij drinken had verdiend. Ze heeft die uitspraak heel letterlijk genomen. Karrenvrachten vol koopjes sleepte ze haar huis binnen, waarbij ze niet keek wat ze uitgaf, maar wel wat ze eraan verdiende. Het ergste was het in de tijd dat je met burnout een jaartje thuis moest zitten. Toen ging ze helemaal door het lint, want ze ontdekte dat je bij koopjes het verschil tussen ‘van’ en ‘voor’ verdiende, maar als je het koopje helemaal niet kocht het totale bedrag. Begrijpt u? Nee? Nou, de hypotheekadviseur begreep het donders goed. Dat bleek op de dag dat de woningbouwvereniging haar rijtjeshuis in de verkoop zette. Dat was verdienen vanaf de eerste minuut, hield de geldleenbemiddelaar haar voor. Kijk, legde hij uit, die vereniging moet u dat huis goedkoop verkopen want het is bewoond. Door u namelijk. Daarmee verdien je al snel 40 mille. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat je huis 40 mille minder waard is. Ben je gek, er zijn men-
sen bij de vleet die wel 60 mille extra voor je goed onderhouden woning willen betalen. Dus wat ik je adviseer is niet om een hypotheek te nemen voor dat te lage bedrag wat de woningbouwvereniging vraagt, maar voor de werkelijke waarde van je huis. Dat is ook beter voor de balans. Logisch toch, dan kun je waarde van je geldlening wegstrepen tegen de waarde van je huis. Er is alleen één maar... en dat is dat je wel genoeg moet verdienen om die hypotheek te kunnen krijgen. Nou dat is geen probleem, legde buurvrouw uit, zeker nu ik het afgelopen kwartier weer 60 mille verdiend heb. De leenprovisieopstrijker vroeg of ze bewijzen had van haar verdiensten. Ze haalde twee koffers met ‘van-voor’ kaartjes tevoorschijn. Opstrijker wierp er een scheef oog op, zag dat de voetbalwedstrijd op het punt van beginnen stond en vroeg mevrouw haar handtekening. Ze bracht met moeite vier keer de rentelast naar de bank en toen was de pot leeg. De bank keek het nog een halfjaartje aan, voordat ze de deurwaarder instructie gaf de huisraad op straat te dumpen. Einde van het ‘eigen baas in eigen huis’-tijdperk dus? In gewone tijden wel, maar hoe lang liggen die al achter ons? Nu bracht de Bosbrand haar redding. Des ministers bank had van hogerhand opdracht gekregen alle huisuitzettingen op te schorten totdat de huizenmarkt weer tot rust is gekomen. Wouter zal de hypotheeklasten tot nader order uit eigen zak betalen. Nee, niet voor mij, want ik ben een probleemgeval; ik ben namelijk mijn verplichtingen altijd nagekomen en daarom val ik buiten de voorwaarden van het steunfonds. Maar buurvrouw valt exact midden in de doelgroep. Dat heeft ze toch mooi verdiend. ■
BARBIER 54
nummer 21 - 6 november 2008
Als u kansrijk vastgoed wilt financieren, zorgen wij snel voor de doorbraak
Het succes van een vastgoeddeal hangt maar al te vaak af van snel handelen. Ziet u kansen in een bepaald object, dan wilt u dus snel weten of u het gefinancierd kunt krijgen. Of uw aanvraag nu via uw intermediair of direct binnenkomt, bij de RNHB Hypotheekbank weet u binnen een werkweek waar u aan toe bent. En als het moet nóg sneller. RNHB Hypotheekbank is gespecialiseerd in de financiering van beleggingsvastgoed en bedrijfspanden in het middensegment. Behalve op een snelle, klantvriendelijke service kunt u rekenen op flexibele financieringsoplossingen. Daarbij kunnen wij vaak nét even verder gaan dan grote, niet gespecialiseerde hypotheekverstrekkers. Zo kijken wij niet alleen naar ‘de stenen’, maar ook naar de ondernemer achter het object en zijn visie. Meer weten over onze persoonlijke benadering van de vastgoedmiddenmarkt? Bel dan 030 - 755 20 00 of kijk op www.rnhb.nl.
Financier van de vastgoedmiddenmarkt. Leidseveer 30 - Postbus 2244 - 3500 GE Utrecht Telefoon 030-755 2000 - Fax 030-755 2020 - www.rnhb.nl -
[email protected]
0/7;7SJKF,FV[F;PSHQMBO
0NEBUVXHF[POEIFJEFFOLPTUCBBSCF[JUJT
0/7;POEFSTDIFJEU[JDI"MTFFOLXBMJUBUJFGIPPHTUBBOEF[PSHWFS[FLFSBBSNFUIBSUWPPS EFHF[POEIFJEWBOEFNFOTFO%VTTDISJKWFOXFOJFUWPPSOBBSXFMLFBSUTPGBOEFSF HFSFHJTUSFFSEF[PSHWFSMFOFSVXDMJqOUNPFUHBBO%BUCFQBBMUVXDMJqOUCJKPOT[nMG 8BUXFCJKWPPSCFFMEXFMEPFO JTVXDMJqOUCFHFMFJEFOOBBSEFKVJTUF[PSH7JBEF0/7; ;PSHDPOTVMFOU8JMUVNFFSJOGPSNBUJF /FFNEBODPOUBDUPQNFUVXBDDPVOUNBOBHFS PGCFMIFU0/7;*OGPSNBUJFDFOUSVNWJB6LVOUPPLPQXXXPOW[OMLJKLFO
7FS[FLFSKFLPTUCBBSTUFCF[JUCJK0/7;;PSHWFS[FLFSBBS