Met de klas naar de boomgaard
Werkblaadjes over fruit
Tweede graad
Het kleine rode huisje Leestekstje
Er was eens een jongen. Zijn naam was Robin. Hij was het beu om met zijn speelgoed te spelen. Robin vroeg aan mama: ‘Wat kan ik doen?’ Mama wist altijd wel iets leuks. Ze zei: ‘Ga op zoek naar het kleine rode huisje zonder ramen of deuren. Binnenin het huisje zit een ster.’ Robin wilde meteen meer weten. ‘Waar vind ik dit huisje?’ vroeg hij. Mama zei: ‘Ga de straat naar beneden, ga langs de boerderij van Simon en dan over de heuvel.’ Robin deed zijn trui aan en ging op weg. Twee minuutjes later zag hij een leuk meisje met blonde staartjes. Ze zong een liedje met een hoog, fijn stemmetje. Het was de dochter van Simon, de boer. Robin vroeg haar: ‘Weet jij waar ik een klein rood huisje vind zonder deuren of ramen? En binnenin zit er een ster.’ Het meisje moest erom lachen en zei: ‘Vraag dat eens aan mijn papa. Hij weet heel veel.’
2
Dus ging Robin de boerderij binnen en vond Simon in de stal. De kleine jongen vroeg of Simon wist waar het kleine rode huisje zonder ramen en deuren en met een ster binnenin was? Simon sprak: ‘In mijn lange leven heb ik dat nog nooit gezien.’ ‘Maar misschien weet grootmoeder Annie wel meer. Zij weet hoe je confituur, een warme sjaal en brood moet maken. Zij woont daar aan de voet van de heuvel.’ Simon wees naar het huisje van Annie. De jongen liep nu tot bij het huisje van grootmoeder Annie. Annie zat in haar mooie tuintje vol kleurige bloemen. Annie was al oud en haar huid zat vol rimpels. Maar ze lachte alsof ze een kind was. ‘Dag grootmoeder’, zei de kleine jongen. ‘Weet u waar ik een klein rood huisje zonder ramen en deuren vind, met een ster binnenin?’ Annie glimlachte: ‘Ik zou dat huisje ook wel willen vinden!’ ‘Het zou er warm zijn als de koude nacht valt. De ster zou meer licht geven dan mijn oude lamp.’ ‘Maar vraag het eens aan de wind. Hij blaast overal en luistert in alle schoorstenen. Misschien weet de wind het wel?’ Robin bedankte grootmoeder en klom de heuvel op. Hij vroeg zich af of zijn mama wel de juiste weg had gezegd. Toen floot de wind in zijn oren en gaf hem een duwtje in zijn rug. Er vloog een blaadje recht in zijn hand. ‘Zou de wind me iets willen zeggen?’ vroeg Robin zich af. Hij kwam aan aan een boomgaard. De wind ging hem voor en schudde aan de takken van een appelboom. Een grote rode appel viel naar beneden en rolde net voor de voeten van de jongen.
3
Robin raapte de appel op. Hij nam de appel met beide handen vast en hield hem boven zijn hoofd in het zonlicht. ‘Zo rood…’, dacht hij bij zichzelf. ‘En kijk… het steeltje lijkt wel een schoorsteen… en ja, die appel lijkt wel een rood huisje zonder ramen en deuren…’ ‘Zou er ook een ster in de appel zitten?’ Had Robin het kleine rode huisje eindelijk gevonden? Robin bedankte de wind. De wind floot in zijn oren en hij hoorde hem zeggen: ‘Geen dank!’ De jongen keerde terug naar huis en gaf de appel aan zijn mama. Mama nam een mes en sneed de appel dwars in twee. ‘Oh!’ lachte Robin breed toen hij naar de binnenkant van de appel keek: ‘Een ster!’ Aan de binnenkant van de appel zat een ster en in die ster zaten de bruine pitten. Mama zei: ‘Zou het niet spijtig zijn de appel te eten zonder eerst naar de ster te kijken? Robin was blij dat hij nu ook de ster gevonden had. De appel at hij helemaal op. De zaadjes plantte hij in een kuiltje in de tuin.
4
1. Werkblaadjes
A. Appelrooster
M E O L B
S T E E L
S I U H K O L K V
G E Z O N D L V E T
T G G S E S R T P G
D R A A J O N A Z U U R B L O D O O R E K K E R U C H R S A P I P
E M O A S I E V E O
O O L P E R
Z O B D S T C I M H U F I R E L F L E E S L E D
Schrap in het rooster op de appel dezelfde woorden als die die je hieronder ziet staan. Je mag in alle richtingen zoeken. sap
steel
pit
bloem
vers
fruit
zuur
schil
fris
gezond
zoet
klokhuis
goed
boomgaard
rood
vruchtvlees
jonagold
appel
lekker
bloesem
B. Welk fruit groeit niet in België? Verbind het fruit dat in België groeit met het kaartje: Sinaasappel Dadel
Druif
Appel
Citroen
Mango
Banaan Peer
Bosbes Kers
Aardbei
Ananas Granaatappel
Pruim Kruisbes Passievrucht
Rode bes
5
1. Werkblaadjes
C. Rubriceeroefening Zoek foto’s van soorten fruit in o.a. tijdschriften en kleef in de juiste vakjes.
Steenvrucht
Pitvrucht
Zacht fruit
Hard fruit 6
1. Werkblaadjes
D. Drie porties fruit per dag Kleur deze miniposter en vul aan. Hang hem op de koelkast en probeer elke dag 3 van de vakjes te eten. Zo ben je zeker dat je per dag voldoende groenten en fruit eet.
een appel
een peer
een handvol rozijntjes
6 à 7 aardbeien
een glas fruitsap
2 mandarijntjes
2 ringen ananas uit blik
een zestal kerstomaten
een banaan
3 gedroogde abrikozen
portie fruitsla
…
7
1. Werkblaadjes
E. Wat gebeurt er hier? Geef een woordje uitleg over wat je ziet op de foto’s die werden getrokken in de fruitveiling.
8
1. Werkblaadjes
F. Rekenen met fruit Vraagstuk 1 Sander verstopte in totaal 16 appels. 9 appels werden al gevonden. Hoeveel appels zitten er nog verstopt?
stap 1:
stap 2:
stap 3:
uitkomst:
Vraagstuk 2 24 kinderen eten vandaag elk een appel én een peer. Hoeveel stukken fruit eten ze samen op?
stap 1:
stap 2:
stap 3:
uitkomst:
Vraagstuk 3 In de fruitschaal liggen er 4 peren, 7 rode appels en 9 groene appels. Hoeveel stukken fruit liggen er in de schaal?
stap 1:
stap 2:
stap 3:
uitkomst:
Vraagstuk 4 Voor 3 uur plukken in de boomgaard krijgt Tim van boer Jef 18 euro. Hoeveel euro heeft hij verdiend als hij 5 uur werkt?
stap 1:
stap 2:
stap 3:
uitkomst:
9
2. Korte kookideetjes
A. Appelringen bakken Dit heb je nodig: 4 appels een kopje water twee eetlepels boter een half kopje honing een kwart liter slagroom
Zo ga je te werk:
twee eetlepels gehakte noten
• Was en schil de appels.
een kookplaat
• Snij ze in dikke ringen en verwijder het klokhuis.
een grote pan
• Leg de ringen in een pan met boter en een beetje water. • Laat ze tien minuten stoven op een zacht vuur. • Voeg de honing erbij en draai de ringen een paar keer om. • Zet de pan van het vuur. • Haal de appelringen uit de pan en leg ze op een bord. • Dien op met slagroom en fijngehakte nootjes.
10
2. Korte kookideetjes
C. Appelchips Dit heb je nodig: 2 appels kaneel
Zo ga je te werk: • Warm de oven voor op 100 graden. • Schil de appels en verwijder de klokhuizen. • Schaaf de appels in dunne appelringen. • Leg de plakjes appel op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ze ca. 90 minuten in de oven drogen tot ze krokant zijn. • Appelchips op een bord laten afkoelen en eventueel bestrooien met kaneel.
11
3. Fruitige knutsels
A. Stilleven met appelen en peren Dit heb je nodig: (hoekenwerk) verf penselen stilleven ezels (eventueel tafels die op hun zijde werden gezet) groot formaat van papier (bv. flipover-bladen)
Zo ga je te werk: • Maak een mooi stilleven: een kunstzinnige samenstelling van voorwerpen • Neem plaats achter je schildersezel. • Schets eerst in potlood: kijk eerst goed na: wat is het grootst? Teken ik het in de juiste richting? • Als je schets af is kan je beginnen aan de kleuren. Doe eerst de achtergrond. Probeer eerst met niet te dikke verf. • Dat wat het meest vooraan staat, doe je laatst.
12
3. Fruitige knutsels
B. Een stroboscopisch boekje
13
1. Kleur de tekeningen in op deze bladzijden. 2. Knip de plaatjes mooi uit en zet ze in de juiste volgorde. 3. Vervolgens hecht je ze aan elkaar met behulp van een nietjesmachine. Als je nu de tekeningen met de hulp van je duim achter elkaar ‘afspeelt’ dan zie je de boom zienderogen veranderen doorheen de seizoenen.
14
4. Versjes & liedjes Appellied van de Ketnetband Bijt in mij Bijt in mij Njam - njam - njam - …
Hé, jij, bijt in mij Eet mij op en je hoort erbij Hé, hé, wat een idee Kom op appels en doe mee Links, rechts, ondersteboven Kijk naar mij, niet te geloven Hou me tegen want ik sla op hol Ga op en neer, binnenstebuiten Ben niet meer te stuiten M’n batterijen zitten boordevol Dan dans ik als een springkonijn Of rol ik als een wrattenzwijn Duik ik als een waterrat Het gaat vanzelf wan wist je dat Njam - njam - njam - … Hé, stop, ik spring erover Het lijkt wel of ik ben betoverd Ik loop van hier naar China en terug Opzij, opzij, ik kan niet stoppen Ik kom eraan, ben niet te stoppen Ben voor alle renners veel te vlug ‘s Morgens bij het opstaan Voel ik het al ‘t Verkeerde been uit bed Net een muis in de val Van de trap in de hal Rommel op de tafel Kruimels op de grond Van de hond die m’n appel vond Njam - njam - njam - …
De appel in het gras Kijk, daar ligt een appel zomaar in het gras. Dat appeltje is gevallen omdat het klaar met groeien was. Zie je dat gaatje? Dat heeft Glupertje gemaakt. Hij is in de appel gaan wonen omdat hij zo lekker smaakt.
15
Dit werkboekje is een initiatief van Veiling Haspengouw, www.veilinghaspengouw.be • Redactie: Danie Horrevorst van Plattelandsklassen vzw, www.plattelandsklassen.be Illustraties: Steven Sioen • Vormgeving en productie: Magelaan cvba, Gent • Datum uitgave: april 2008 • Dit boekje kwam tot stand met de steun van: