2014
Met de Carat rond de kerktoren. .
Juni 2014.
Dit jaar werd onze badkamer helemaal vernieuwd en de Carat is ook aan een grondige “binnenhuisrevisie” toe. Komt er nog bij dat Fred’s teen tegenwoordig nogal veel van zich laat horen/voelen. In Denemarken is er vorig jaar het anker op gevallen en sinds Nieuwjaar doet zijn teen veel pijn. Einde deze maand heeft hij een afspraak met de orthopedist, maw een grote bootreis zit er dit jaar niet in.
Tussen de bedrijven in zijn we einde maart naar de Vogezen gereden en na weer een paar maanden intensief werken op de boot met het nodige stof, hebben we besloten om toch een vaartrip te maken, maar dan rond de kerktoren, dit jaar geen verre reizen, dat plannen we voor 2015 in een gerestylede Carat en zonder zere tenen.
Begin juni zou de Dorian Gray de haven voorgoed verlaten. We werden verzocht om ergens anders te gaan liggen dat weekend zodat de caféboot ruimte had om te manoeuvreren. Wij hebben van de nood een deugd gemaakt en zijn een paar dagen naar Lier geweest met de Carat. Maar zoals we al vermoedden, lag de Dorian Gray er nog toen we terugkwamen van Lier. Het zal pas eind juli zijn vooraleer de Dorian werkelijk vertrekt uit de haven.
Deel I - Dinsdag 24 juni Herentals.
Eindelijk is de Carat terug toonbaar, vanbinnen en vanbuiten afgesponst, een nieuwe tapis-plain erin, de vuilwatertank tot op ’t staal proper geschuurd, en…. De plaatsing van de vloer in de keuken en de binnenschilderwerken zijn voor later, als de heetste zomerdagen voorbij zijn.
Bye-bye Herentals. We hebben een matras op maat laten maken en vandaag gaan we dat nieuwe bed inslapen!! Aanvankelijk was hij heel hard om op te liggen, maar dat wende vlug en we hebben allebei goed geslapen, zodat we de volgende morgen goed uitgerust aan onze reis naar Maastricht beginnen.
Woensdag 25 juni Blauwe Kei
We zijn om kwart over 9 al op weg, een Nederlander en een Duitser die in de haven lagen volgen ons. De eerste sluis mogen we nog alleen nemen, de volgende 4 sluizen zitten we met drie in ’t kunstwerk. Op ’t kruispunt slaat de Duitser richting Turnhout af en wij gaan verder met de Nederlander, zij willen naar Leopoldsburg, wij naar de Blauwe Kei. We kruisen zo goed als geen tegenliggers, de sluiswachters hebben allemaal hetzelfde verhaal: geen passage, noch pleziervaat, noch vrachtvervoer. Er zijn dagen dat ze geen schip zien op Kempisch Kanaal. En dat is ook goed te zien op ‘t water, de groene zone met waterplanten rukt langs beide kanten het kanaal op, er is (voorlopig) nog een breed vrij midden spoor, maar hoe lang dit zo blijft is de vraag als er zo weinig schepen varen. Aan de Blauwe Kei was er nog genoeg aanlegplaats toen we eraan kwamen, later kwam de Nederlander bij ons liggen, want die vond Leopoldsburg toch te ver, en nog later kwam de Duitser, die naar Turnhout wou, er ook aan. En om het internationaal verbond nog groter te maken kwamen er daarna, jawel, Amerikanen in ons straatje liggen.
Wat verderop lag de Tequilla2, mensen van Noorderwijk die hun thuishaven in Geel hebben. Zij, Maria en Fons, komen ’s avonds buurten. Ze zijn de hele zomer onderweg met hun boot en in de winter rijden ze met de mobilhome naar Spanje, ze denken erover om hun huis te verkopen en hebben nu al hun auto weggedaan.
Donderdag 27 juni 2014 Blauwe Kei - Maastricht
Om halfnegen zijn we vertrokken en om vier uur aangekomen. Onderweg een tiental passanten tegengekomen, waaronder toch één Belg. De gratis ligplaatsen in Neerpelt waren zoals gewoonlijk ingenomen door Hollanders. In Maasmechelen waren het op één Belgische wimpel na, allemaal blauw/wit/rood vlaggetjes.
Zonsondergang in Limburg In de sluis van Maastricht lagen we met een vrachtboot en een Engels motorjacht, dus meer dan plaats genoeg in die grote sluis. De Engelsen kiezen voor de stadshaven, wij gaan verder naar de Pietersplas. De haven is nu afgesloten door een hoge ijzeren poort, voetgangers en fietsers hebben nu ook een poortje met een code om binnen te komen. ’s Avonds wandelen we nog door het natuurpark: paardjes kijken, daarna genieten we nog van het spreeuwenballet vanop de Carat. Vrijdag fietsen we naar de winkel en daarna begint de zondvloed, opgeluisterd met af en toe klank en lichtspel. Tot en met maandag blijft dit weer aanhouden, en bij ons thuis heeft het maar één dag geregend!!! We werden ’s avonds opgeschrikt door een geloei van scheepshoorns, dit 2 keer direct na elkaar: de Hollanders hebben kort na elkaar een goal op ’t WK gemaakt en zich geplaatst voor de kwartfinale. Dinsdag is het wasdag en binnen het uur steken de lakens in de droogkast en hangt de rest te wapperen aan de draad. Wat een gemak zo’n mini-wash.
Later op de dag en ook woensdag fietsen wij naar de stad, op zoek naar sloefen voor Fred, die we niet gevonden hebben. Teenhangers zijn geen optie voor een gebroken teen! In Maastricht zijn de solden volop aan de gang, maar datgene wat ik kies is natuurlijk de volle pot, 2 keer komen we met volle zakken thuis. Laura, de vaste ligger aan wie ik mijn uitgelezen boeken geef, komt ons verrassen met een doosje pralines.
Op de Carat in Maastricht Woensdagavond krijgen we een mailtje van de Tequila2, ze willen afspreken om te praten over “de reis naar Denemarken” We praten er met elkaar over en besluiten dat we liever met de Carat alleen op weg gaan. Gewoon onze zin doen en geen rekening moeten houden met iemand anders. We mailen dat samen met onze verslagen over Denemarken aan de Tequilabemanning.
Donderdag 10 juli 2014 Maastricht - Leopoldsburg
Donderdag vertrekken we om halfnegen en willen in Kerkhove aanleggen. Na een half uur dobberen voor de sluis in Maastricht, mogen we er alleen in.
Het is een heerlijke vaardag, weinig wind en de zon vanachter, ondertussen is het al 27°. We hebben een vlotte vaart en komen regelmatig motorjachten tegen, zelfs een paar Belgische. Een maaiboot is ingezet om de weelderige plantengroei in te dijken, maar nu moeten wij wel door het afgemaaide groene tapijt en voortdurend van links naar rechts varen. De motoren gaan niet meer op volle kracht, waarschijnlijk zijn er slierten verward in de schroeven. Onze Jeroen zal duikwerk hebben als we terug thuis zijn. Na Sint-Huibrechts-Lille weten we nu dat de paaltjes van de vroegere kanaalafbakening gewoon een halve meter onder water afgehakt zijn en dit een meter of tien uit de kant, we hebben er ééntje geraakt! Er dreven tientallen dode eenden en veel afgehakte waterplanten op ‘t kanaal, dus toen we uitweken, hadden we prijs. Vanaf Neerpelt ging het traag, we zaten achter 2 vrachtschepen, die almaar trager voeren, tot ze uiteindelijk stopten, we hoorden op de marifoon dat de eerste zwaar beladen lichter aan grond zat. Onze voorganger zou hem voortslepen tot aan de sluis. Ondertussen kwam er nog een vrachtschip van de andere kant en werden wij in ’t ondiepe gesmeten, ei zo na zaten wij ook bijna vast! Daarna konden we manoeuvreren tussen de vrachtschepen en vanaf dan hadden we terug open water.
Het plantentapijt op weg naar Leopoldsburg Ondertussen zaten we al veel achter op ons vaarplan en besloten we onderweg aan te meren. Maar dat was weer eens buiten de Hollanders gerekend, die hadden elk vrij plaatsje aan de Blauwe Kei ingenomen, dan maar verder naar Kerkhove, daar aangekomen was er opnieuw geen plaats voor ons, uiteindelijk dan maar verder gevaren tot aan onze oorspronkelijke bestemming. Het is een heel mooi en rustig kanaal naar Leopoldsburg, echt genieten vooral voor de passagiers, maar de kapitein had weer eens zijn handen vol om de Carat precies op koers te krijgen. Het kanaal heeft een smalle scheepsdoorgang, aan de zijkanten
is het bijna tot het midden dichtgegroeid met waterlelies, ranonkels en overgroeiende takken. Fred was heel moe toen we rond halfzeven in Leopoldsburg aankwamen. Nog één ligplaats aan de lange kade, die heel schrap bemeten was, gelukkig was er nog één VIP-plaats recht tegenover de cafetaria. En daar heeft onze schipper de Carat afgemeerd. Vrijdag een heel hete dag met 30°. Fred ligt te soezen tot hij plots overeind springt en zijn pols begint te wrijven, een ronde rode deuk in zijn pols en naast hem op de vloer… een kogeltje. Echt gerust voelde hij zich daarna niet meer, een mens zou voor minder binnen vluchten.
Bloedige kogelinslag op pols! Zaterdag regenachtig en 10° minder dan gisteren. Zondag nogmaals een regenachtige dag, tussen de vlagen door wandelen we langs de oever van het kanaal.
Maandag 15 juli 2014 Leopoldsburg - Herentals
Maandagmorgen varen we naar Herentals. Het weer is terug zonnig en droog en we varen door een prachtig bloementapijt richting Blauwe Kei. Voor de eerste sluis ligt al een Hollandse boot te wachten en de sluismeester komt zeggen dat we nog minstens een half uur moeten wachten tot we met zn drieën de sluis in kunnen, want ze moeten “zuinig” zijn met het water. Alle sluizen tot in Herentals zijn “berg af”, dwz dat je bij het invaren van de sluis je touw gooit over een meerpaal en het viert terwijl je zakt, net voor je de sluis terug uitvaart haal je het touw weer in en vaart verder. In sluis 2 loopt het bijna verkeerd af met de Hollander voor ons, zijn touw blijft haperen bij het inhalen.
De bemanning schreeuwde, maar de sassenier reageerde niet, dan toeteren wij verschillende keren op de scheepshoorn vooraleer de sluiswachter eraan komt. Die maakt het touw los en alles is opgelost. Eigenlijk duurde het wel lang vooraleer er iemand bovenaan de sluis kwam kijken wat er aan de hand was. Voor ’t zelfde geld stropt dat touw terwijl het water nog aan ’t zakken is en komt de boot scheef te hangen om dan met een klap op ’t water te smakken als ’t touw knapt. Wij hebben altijd een scherp mes klaarliggen om de touwen te kappen, één keert hebben we het bijna nodig gehad in de Walen, maar net voor de “knip” schoten we los.
De VIP-plaats in Leopoldsburg Na het kruispunt (kanaal Dessel-Schoten) wordt het nog drukker aan de sluizen. De sluiswachters daar moeten 2 sassen bedienen dwz dat ze met de fiets het hele stuk tussen de sluizen heen en terug moeten fietsen. Voor sluis 6 zitten we in een file, we kunnen pas mee met de 6 de schutting, en dat op het Kempisch kanaal!! De dagen van de koeltorens (kerncentrale) in Mol zijn geteld. Alles is klaargemaakt om volgende week de boel gecontroleerd te laten ontploffen. Rond halfzeven komen we aan in Herentals en onze Kevin komt ons daar ophalen, Fred zal blij zijn wanneer hij volgende week naar de orthopedist kan.
Deel II - De rest van juli, augustus en begin september 2014
Een periode die vooral in het teken van Fred zijn zere teen en het herstel ervan staat. De huisarts had hem al gezegd dat het 1ste gewrichtje totaal verbrijzeld was en dat de teen waarschijnlijk gedeeltelijk geamputeerd moest worden. Donderdag 26 juli, eindelijk mag Fred naar de specialist, en die bonjourt hem meteen de volgende dinsdag het OK binnen. Fluitend komt hij de operatiekamer terug uit, stapt op een speciale schoen en vindt dat het allemaal best meevalt. Maar dat was te vroeg victorie gekraaid, toen de verdoving uitgewerkt was, piepte hij wel anders… Het verbrijzelde gewrichtje is uit zijn teen verwijderd en met de rest van de spieren en vleesweefsels is er een kortere teen samengesteld. Na 14 dagen moest hij op controle en mocht de schoen eraf en dan verder recupereren tot 1 september, dan konden de draadjes eruit. En van toen af ging het beter, maar een dichte schoen aan doen zit er voorlopig nog niet in. Dus ondanks de vele regenbuien van augustus loopt Fred met een open sandaal rond… Ondertussen zijn er veranderingen gekomen in de haven. Han onze “oude” havenmeesteres is vertrokken met haar caféboot de “Dorian Gray”. En we hebben nieuwe havenmeesters, Luc en zijn vrouw Els. Ze hebben een tijdelijke chalet met tent opgetrokken in de haven, zodat niemand op zijn droogje moet blijven zitten. In de winterperiode gaan ze verder uitbouwen. Onze nieuwe havenmeesters zijn vriendelijke mensen en ze doen elke dag een controlerondgang in de haven. In september breekt het oorlogsgeweld aan ’t fort uit, in ’t weekend horen we ’s avonds schoten, tijd om op de vlucht te gaan voor die 100-jaar oude oorlog. De 2de week van september wordt Freds teen almaar beter en ook het weer is aan de beterhand daarom besluiten we Kessel te ontvluchten. Ludo en Anita vragen al lang om eens met de Carat naar Willemstad, hun thuishaven, te komen en onze Kevin heeft de “In Disguise” nog niet gezien, hij zou ons dan later in Sprang opzoeken om er via de Biesbossen naar toe te varen. En in Sprang kunnen we dan puppy Youp op de cursus aan het werk zien.
Deel III – Donderdag 11 september Herentals
Donderdagavond brengt onze Kevin ons naar de Carat, daar aangekomen genieten we van de geneugten des levens: onze crèmekar komt juist voorbij en die mens zijn brood willen we niet ontroven en daarna gaan we nog wat drinken in de nieuwe havenchalet, daar brandde de stoof al want buiten wordt het al gauw killig ’s avonds.
Vrijdag 12 september 2014 - Herentals – Blauwe Kei
Brrr koud, het is amper 13° in de Carat, gauw een bijvuurtje aangestoken. Om 9 uur zitten we op het kanaal richting Neerpelt. Maar al gauw weten we dat Neerpelt te ver is gegrepen. We “hangen” achter een trage vrachtboot, dus dat wordt wachten aan elke sluis. Niet onoverkomelijk en wat dan nog, we zijn met vakantie hé. Maar twee uur later zijn we nog maar in de 2de sluis van Geel, dat is niet zo leuk meer en nu mogen we al eens mopperen... De sluiswachters draaien weer dubbele sluizen en crossen van het ene kunstwerk naar het andere, normaal toch dat ze proberen om zoveel boten te gelijk te versassen.
Schaapjes langs het water. Na sas 6 is de vrachtboot afgedraaid en dachten we een open baan te krijgen, maar neen hoor, we hadden een Waalse zeiler op motor voor ons en die haalde amper 5km/uur, voorsteken heeft geen nut want aan de volgende sluis moeten we toch op hem wachten. En toen kwam er wat (grauwe) kleur in ’t landschap, een schaapherder met zijn kudde kwam de dijk over gesjokt. En geloof het of niet, schapen houden zelfs wielerterroristen tegen! In Mol missen we de torens van de kerncentrale, dit was een herkenningspunt dat we al van ver zagen.
Onze waarde landgenoot sloeg af aan de Blauwe Kei, en dat werd ook onze eindbestemming voor vandaag, we hebben 8 uur gevaren op een traject dat we normaal op 4 uur afronden. Later op de avond maken we onze vaste wandeling, maar het genieten ervan was er voor mij gauw af, een meisje op de fiets vroeg ons of we haar paard niet gezien hadden! Diegenen die mij kennen zullen wel begrijpen dat we sito presto naar de boot terug liepen. Elk blad dat dwarrelde, elke eikel die viel was een reden voor mij om in Freds nek te springen…. Daarna hebben we nog een paar uur de muggen getrotseerd buiten op de boot en, rond een uur of halftien zijn we naar binnengevlucht.
De Blauwe Kei Zaterdag wandelen we 6 kilometer voor ons dagelijks brood en bufferen nog een extra brood voor de volgende dagen. Morgen varen we Holland binnen.
Zondag 14 september 2014 Blauwe Kei – Helmond.
Om halfnegen trotseren we de mist en de koude en stomen naar Aarle-Rixtel. We krijgen hier op ’t water van alles te zien. We zijn nog maar net vertrokken of we zien een poppenwagen, die van de dijk gedonderd is, overhangen, twijfelend of hij al dan niet in ’t kanaal zal tuimelen. ’t Poppekind is al met het badwater weggegoten, want dat zagen we niet meer zitten. Nog geen 500 meter verder ligt een reddingband langs links in ’t water en langs rechts een blusapparaat, daarna dobbert er een bal in ’t water. De voorlaatste Belgische sluis komt in zicht, we kunnen er direct in. Dit is een controlesluis, er staan meterafmetingen getekend langs de kade, zodat de sluiswachter direct kan zien of je het juiste vignet hebt qua lengte van je boot. Hij
gaat dan ook tot achter de Carat om te zien of dat vignet wel degelijk klopt en dat is zo. We kunnen verder naar de laatste Belgische sluis. De laatste Belgische sluis staat open en we varen zo Nederland met zijn propere wateren binnen. En wat zien we daar in ’t water steken? Een bouwvakkers-wc! Wat gaan we nog allemaal tegen komen in ‘t water??? Het wordt alsmaar kouder en er steekt een gure wind op, we maken warme soep om onze handen te warmen aan de hete tas, maar dat is maar een doekje tegen het bloeden. Tegen de noen doet de zon een schuchtere poging en dan wordt het warmer, maar de wind geeft niks van zijn kracht prijs. We doen verschillende sluizen aan, samen met een Duitser. Volgens onze vaarwijzer is de laatste sluis voor Aarle-Rixtel zondag tot 18.00 uur open. We zijn er ruim op tijd: om 16.40 uur. Roepen de sluiswachter aan en die verkondigt dat de we niet meer geschut worden want de sluis klokt af om 17.00 uur. Nu vinden wij 20 minuten voor sluitingstijd toch nog een grote marge, maar mevrouw-de-sassenier vindt dat niet en zegt dat de volgende schutting er om 6 uur maandagmorgen aankomt! Dus wij noodgedwongen aan de kant, dan komt de Duitser eraan en die laat dat niet over zich heen gaan, hij stapt af op het sluiskwartier, maar mevrouw is al naar huis en net als wij heeft hij zijn tijd in Helmond uit te zitten tot morgenvroeg.
Helmond We spreken af om maandag rond 8 uur samen te vertrekken. Het is heel rustig op het water nu de wind gaan liggen is, we maken een wandeling in de omgeving en als we later terug op de Carat komen, vragen een paar jongens of ze asjeblief eens op de boot mochten komen. Toen we vroegen of dat wel mocht van hun mama beweerde de éne dat hij alles mocht van mama en mompelde stilletjes, “toch bijna alles”! Ze vonden het maar niks dat we stoelen en reddingband ’s nachts buiten lieten en waren duidelijk opgelucht dat we een slot in onze deur hadden zodat er niemand binnen kon als we sliepen. Ze vroegen waar wij vandaan kwamen, Antwerpen kenden ze niet, maar België wel, want daar gingen hun ouders “shag” kopen…
Maandag 15 september 2014 Helmond - Veghel
Rond 8 uur tikt Fritzie op het raam en vraagt of we klaar zijn om verder te gaan, we roepen de sluiswachter op en om halfnegen zijn we al geschut. Eén van de motors maakte een raar geluid bij het starten en er kwam veel rook uit. Elke keer we in een sluis kwamen miste ik een gasmasker, wat een rook en wat een stank! Na enkele uren waren rook en stank weg en scheen er niks meer aan de hand te zijn. We hebben een heel vlotte vaart, voor ons een werkboot, dan de Duitsers en achter ons een boot die van Aarle-Rixtel kwam. Alle sluizen stonden open en de ophaalbruggen werden net voor ons opgehaald. Rond 12 uur leggen we aan in Veghel. We zijn hier al 2 keer geweest en kennen onze weg hier nog. Ook de havenmeester herkent ons nog. De stinkende fabrieken van de vorige keer zijn naar een industriepark verhuisd. De melkfabriek naast de haven is er nog altijd en die ronkende machines, het autoverkeer, de schoolkinderen en een kermis in ’t dorp zorgen ervoor dat het hier overdag niet echt rustig is. We gaan onze inkopen doen bij Albert Heijn en proberen ’s avonds de fritten van de Turk hier rechtover. We zaten al van gisterenavond te azen op fritten, hadden onszelf beloofd om in Aarle-Rixtel naar “ons” eethuisje te gaan, maar dat was zonder de sassenierster gerekend.
Veghel In het dorp is een grote kermis, toch weer een beetje anders dan bij ons. Hier staat een echte zwiermolen voor de kleintjes en de pony’s rijden hier geen rondjes, ze stappen/sjokken over het gemeenteplein, de lunaparken zijn echt ontelbaar en de smoutebollenkramen verkopen hier olie- en krentenbollen ipv onze fritten. Op weg naar het dorp is een tank “geparkeerd” en alles hangt vol met Australische vlaggen, eerbetoon aan de vele Aussies die hier meegevochten hebben.
De grote kinderboerderij is er nog altijd in ’t gemeentepark er zijn zelfs wilde kalkoenen bijgekomen, ik wist niet dat het zo’n schone beestjes waren tenminste als je niet naar hun uitgelebberd gezicht kijkt.
Woensdag 17 september 2014 – Veghel Aarle-Rixtel
Om halfnegen start motor1 met een mooi geluidje, motor2 was weer spelbreker, veel gerinkel, maar gelukkig geen rook. We besluiten het veilige voor het onveilige te nemen en op ’t gemakske terug te varen, het is geen fijn gevoel om verder van huis te gaan met een motor die niet helemaal oké is. Voor volgende reis waren er al 2 vervangmotoren voorzien, dus echt een streep door onze rekening is het niet. De Belgacom en KPN aandelen zijn weer de hoogte ingeschoten, iedereen thuis werd verwittigd dat we rechtsomkeer maakten. Een bezoek aan Ludo en Anita in Willemstad zit er niet meer in, puppie Youp zullen we niet zien trainen morgen in Sprang-Capelle en onze Kevin zal zijn verlofagenda voor vrijdag moeten aanpassen. We bunkeren nog een ton water voor we uit Veghel vertrekken en daarna zitten we alleen op het water en in de volgende sluizen. Rond elf uur wordt onze rust verstoord, 2 baggermachines belemmeren de doorgang en we moeten wachten tot ze door hun centrale aangemaand worden om ons door te laten. En dan zitten we achter een trage karavaan van 4 vrachtschepen en kunnen nog net met hen een ophaalbrug nemen. We wilden aan de sluis wachten op een latere schutting, maar de sluismeester zei dat we samen moesten schutten, er was nog een kleine 20 meter vrij! Dus wij klein garnaaltje weer mee met 4 grote loebassen, als echte profs (meer geluk dan wat anders) nemen we een bolder en een trapje en liggen al vast vooraleer het laatste vrachtschip fatsoenlijk aangemeerd is.
File in Nederland In file varen we verder terwijl het oorlogsgebeuren ons maar blijft achtervolgen, een heel leger, compleet met tanks en grote vrachtwagen dendert achter ons over de brug. Gisteren hebben we tientallen oude gevechtsvliegtuigen over ons heen gekregen. Maar goed dat we naar het nieuws op de radio geluisterd hebben en er geen sprake van invasie is!
De vrachtboten draaien richting Tilburg en wij hebben open vaart op de dode arm van Aarle-Rixtel. Om halfeen zijn we aangemeerd en voor we onze boterhammen binnen hebben is er al een nieuwe passant aangekomen. ’s Avonds wandelen we nog naar het dorpje en verwonderen er ons weer over hoeveel eethuisjes er zijn voor zo’n klein dorpje.
Donderdag 18 september 2014 – Aarle-Rixtel – Bocholt
Weer zijn we met de kippen opgestaan en voor halfnegen zijn we al onderweg. Het zal een lange vaardag worden met vele sluizen en verschillende ophaalbruggen. Aan de eerste sluis komen wij als eerste aan, weldra vervoegt onze buur van AarleRixtel ons en mogen we de sluis in, maar hier moeten we wachten op een beroepsvaarder. Ons konvooi voor de volgende sluizen is gemaakt, eerst het vrachtschip, daarachter het Nederlandse jacht en wij ernaast. Alles verloopt prima tot aan de voorlaatste Hollandse sluis, deze is korter dan de vorigen en het vrachtschip moet zich wat schuin leggen anders geraakt het er niet in, dwz dat hij zijn schroeven moet laten draaien.
Grote broer houdt onze handjes vast.. De Hollander vaart voor ons de sluis in, net voor de sluis is nog een ferme draaikolk en in de sluis zelf de werveling van het vrachtschip, de Sjra de Mer bonkt links tegen de sluisdeur en dan tegen het vrachtschip en dan nog eens tegen de sluismuur, wij doen het iets beter: we botsen maar één keer tegen de sluismuur. Maar dan zien we dat we nog niet uit de problemen zijn. De bolders staan te ver uiteen en maar aan één punt vastmaken is geen optie in zo’n woelig water, zeker niet nu we in de opvaart zitten. Zowel schipper als matroos zitten er echt verveeld mee dat ze ons in zo’n positie brachten. Gelukkig is de Nederlander voor ons geen herrieschopper. Uiteindelijk hebben de 2 jachtjes zich vastgemaakt aan het grote schip, dit was wel een sensatie en een foto waard, de beroepsschipper vond dit ook want hij ging ook gauw een plaatje schieten voor zijn privé-collectie!!
We zijn nu geschut maar nog niet uit de sluis. Het grote schip moet eerst weg, want het lag voor de deur, dus werden de jachtjes naar de muur geduwd en daar hebben we ons zo goed mogelijk vastgehouden. We stonden wel te trillen op onze benen, gelukkig moesten we net na de sluis brandstof tanken, zodat we terug wat op onze positieven kwamen. Voor zover we kunnen zien, geen schrammetje aan de Carat, de stootbalk heeft alles opgevangen. De Hollanders hadden ook genoeg avontuur gehad, want onderweg lagen ze aangemeerd (ook te bekomen?). Onze rechtermotor, die zich tht redelijk gedragen heeft, begon te smoren en te stinken, dus wij zo gauw mogelijk aan de kant, Fred heeft een nieuwe filterring gestoken en alles scheen terug oké te zijn. Blij dat we het Hollands Diep niet overgestoken hebben op weg naar Willemstad. In de laatste 3 sluizen zaten we terug met onze Hollander en ’t versassen ging als van ouds. Het is 6 uur als we aan het kruispunt van Bocholt komen en we willen naar Neerpelt. Maar plots ziet Fred weer zwarte rook uit de uitlaat komen en dan besluiten we maar om in Bocholt aan te leggen. Tegen dat we daar zijn weten we al dat het gezichtsbedrog is. Maar toch goed dat we hier aangelegd hebben want de lucht wordt donkerder en donkerder, en het is nog geen halfzeven als de hemelsluizen na 10 droge en warme dagen openscheuren. De rest van de avond blijft het regenen en onweren.
Eindelijk de brug van Bocholt in zicht
Vrijdag 19 september 2014 – Bocholt – Neerpelt
De lucht is helemaal uitgeklaard, de problemen met de Carat daarentegen zijn nog niet opgelost. De waterfilter is verstopt, dus de koeling van de motor is niet optimaal. Fred doet wat hij kan aan de inlaat, maar de uitlaat wordt een duikersklus voor onze Jeroen. En Fred heeft een kleine overwinning behaald, er komt (voorlopig toch) terug meer koelwater uit de uitlaat en we kunnen verder varen, zolang we die éne motor maar wat ontzien.
Om elf uur leggen we aan in Neerpelt. Fred rijdt met de fiets naar de motorenman en ik ga naar de bib om mijn mails te checken. We komen samen weer thuis en zowel onze linker- als onze rechterbuur uit Bocholt zijn hier nu ook aangemeerd. Die éne buur is die Hollander die samen met ons in de sluizen was. Dus dat wordt nakaarten. Hij was ook geschrokken en zijn Sjra de Mer heeft een hele schram verf eraf, gelukkig was het ook een stalen jacht. Hij zei ook dat die sluiswachter ons nooit samen met dat vrachtschip in de sluis had mogen laten. Hun boot is een dikke meter langer dan de onze en zij wonen er op. Op de middag krijgen we bezoek van een gemeentebeambte, vanaf deze zomer moet er 6 euro liggeld betaald worden en dit met dank aan de Nederlanders die hier hun hele vakantie vertoeven ipv de toegestane 48 uur. Vroeger kon je hier gratis drinkwater bunkeren, maar onze noorderburen begonnen hun boten te poetsen met gratis drinkwater en toen kwam er een limiet op het gratis water, je kan nu met een pisstraaltje een emmer of bidon gratis water tanken, dus zeker geen waterslangen aansluiten… Een paar jaar geleden hebben we gezien dat Nederlanders de kraan uit elkaar vezen en er een tang opzetten zodat ze gratis water met de waterslang naar behoeve konden tanken, alle landgenoten mochten mee profiteren van de mazzel. Ze vroegen zelfs of wij ook water wilden. Neen, dus, wij gingen daarna braaf met onze bidon water tanken en zagen tot ons jolijt dat het helemaal bruin was, dat hebben we natuurlijk met veel leedvermaak laten zien en ja toen hadden al die Hollanders dikke spijt dat ze hun ruim gevuld hadden met dat smerige water. Vanaf nu staat er een “parkeerautomaat” waar je je havengeld moet betalen en je mag 24 of 48 uur blijven, maar je vertrek moet voor het uur van aankomst zijn.
Neerpelt In de namiddag trekken we naar het dorp, daarna maakt Fred nog een fietstoereke naar Nederland. Ik maak er een lazy afternoon van, want er is veel te veel zon. Ik ben de vorige dagen al lichtjes verbrand op mijn vitiligo, dus ik blijf nu voorzichtig in de schaduw.
Vandaag hebben we maar 6 vrachtboten geteld op het kanaal, wel vele jachtjes, hoofdzakelijk Nederlandse en Duitse. Vanavond genieten we nog van bijna zwoele temperaturen en steken we een paar drijfkaarsjes aan, want het donkert al vlug, om halftien worden we naar binnen gejaagd door de muggen. Een van hen volgt ons en speelt de hele nacht Dracula, arme ik!
Zaterdag 20 september 2014 Neerpelt- Blauwe Kei.
Met een aarzelend zonnetje vertrekken we rond 9 uur. De motorproblemen worden niet erger, dus het is relatief ontspannen varen, tegen halfelf komen we aan in Lommel en meren aan op het kanaal van Beverlo. Ondertussen is de zon helemaal doorgebroken en het zou heet zijn moest de wind er niet zijn.
Boven Neerpelt rijst…. de zon Kevin is gisterenavond gevallen op zijn knie bij het squashen. Vanmorgen was de knie dikker en kon hij bijna niet stappen, laat staan met de auto rijden. Dus met “pleegmoeder” Linda naar de dokterspost van wacht in Lier geweest en dan verder naar spoed, hij heeft een barstje of een scheurtje in een gewrichtsband. Al zeker tot woensdag thuis en dan terug op controle. Hier op het kanaaltje drukker verkeer, al 2 vrachtschepen en we liggen nog geen uur aangemeerd. Straks wordt het zeker minder druk want om 15.00 uur gaat de sluis dicht En wij zijn aan onze laatste vakantiedag toe, nog een beetje frisse lucht in de Lommelse bossen happen. We wandelen over rustige wandelpaadjes langs grote vijvers (zandwinning). Fred zijn teen heeft het ergste achter de rug, hij kan zelfs terug in dichte schoenen! Vanavond nog wat relaxen en met kaarsjes buiten zitten. Morgen varen we terug naar huis, hopelijk blijft de voorziene regen uit, want we moeten 9 sluizen doen.
Zondag 21 september 2014 – Blauwe Kei – Herentals
Het heeft de hele nacht geregend, maar de wolken waren vanmorgen hun laatste druppeltjes aan ’t samenpersen en toen we vertrokken, was het zo goed als droog. In de namiddag kwam de zon er zelfs nog door. Heel rustig in de eerste 3 sluizen, we konden er om 10 uur direct in en de volgende sluizen stonden al klaar voor ons. Dan beginnen we aan de sassen die per 2 bediend worden en waartussen de sluiswachter met de fiets pendelt. In sluis 5 wordt het krapper, de Zander, een 30m lang passagierschip, ligt samen met ons in het sas. De volgende schuttingen zijn we alleen, maar moeten we wel elke keer wachten op de sassenier, die met ’t fietske achterna komt.
De roze poppenwagen ligt nog steeds aan de oever. Ondertussen is het al mooi weer geworden. Rond halfvier zijn we in Herentals en blij dat we uit de zon kunnen. Terwijl Fred met de fiets de auto gaat ophalen, pak ik de koffers en ruim alles op. Rond halfzes zijn we weer terug in Kessel en kan de wasmachine overuren beginnen te draaien. De schipperspet wordt afgezet en het kapje van Florence Nightingale opgezet, want thuis ligt er ééntje met zijn pootje omhoog…. We hebben echt geluk gehad met het weer, heel de tijd heeft een Indian Summer de Carat gekoesterd, dit maakte de perikelen met de motor natuurlijk meer dan goed. Maar al met al was Fred toch meer dan blij om met die rokende uitlaat terug aan te leggen in Herentals. De volgende maanden wordt de Carat voorbereid op zijn reis naar Scandinavië en dan komen er zeker 2 nieuwe motors in. Fred zal zijn werk nog hebben, is het niet aan de Carat sleutelen, dan zijn het vaarroutes die hij ’s avonds uitstippelt. Maar…. We hebben weer mooie vooruitzichten!!!