Ned
b.nl lu
Serama C
er
an
EXTRA 4
mei 2009
l
d
SERAMA’S IN AMERIKA II 1
Amerikaanse
Tekst: Sigrid van Dort Foto’s: Hans Ringnalda, Jerry Schexnayder
Serama’s
opnieuw bezocht
Serama Extravaganza - Cajun Show op 18 april jl. in Vacherie Toen Jerry in november 80 jaar werd zei ik: huh? zó oud al? Ik moet hem weer zien dit jaar! Ik dacht dat hij ergens in de 60 was zoals hij eruitziet en ook naar wat hij allemaal doet en waarmee hij steeds druk is. Er werd besloten weer naar de Cajun Show te gaan en een groepje werd geformeerd. We waren met z’n tienen. Niet alleen maar Seramaliefhebbers maar ook een aantal.... Zijdehoenliefhebbers. De Cajun Show was namelijk niet alleen een Seramashow maar er waren ook... Silkie bantams. De Amerikaanse Silkie bantam club zou ook komen met een delegatie en ze zouden dieren meenemen. Maandenlang werd de koers van de dollar in de gaten gehouden en op het laagst werden de huurauto’s (lekkere grote sleeën) en het hotel ‘geprikt’. Er werd een complete reis uitgestippeld zodat er elke dag, op een rustdag na, wat ondernomen werd, naar de moerassen (swamps) alligators kijken en genieten van de overweldigende plantenrijkdom, de stad in, plantages bezoeken, naar Lake Pont Chartrain etc. Het weer was een tikkie warmer dan de vorige keer en alles stond in bloei.
New Orleans ligt in de staat Louisiana. Deze staat is een buitenbeentje van de ‘verenigde staten’ want de historie is wat apart. Het staatsrechtelijke systeem is Frans. In alle andere staten is dat Engels. Ook de indeling van de staat is anders. Cultuur speelt een grote rol en de bewoners zijn doorgaans van Franse, Duitse, Spaanse, Ierse komaf. Veel namen van mensen en plaatsen zijn Frans. Veel inwoners zijn ook dubbeltalig (Frans/Engels), vooral de oudere generatie. Cajun (spreek uit: keedzjun) is de streekcultuur welke samenhangt met creoolse, franse, engelse invloeden die ontstonden vanaf halverwege de 18e eeuw door de inwoners. Cajun is ook een eigen taaltje, een mengelmoes van frans en engels. Er wordt grote waarde gehecht aan tradities. Zo is de Franse lelie (fleur de lis) overal terug te vinden alsook de kleuren van de staat: paars, goud, groen. De sfeer in Louisiana is totaal anders dan elders in Amerika is me verteld. Veel relaxter, mensen genieten, bourgondisch en zijn veel meer bezig met ‘platvloerse’ oftewel elementaire dingen, ze leven in het nu, en de gemeenschapszin is er nog ouderwets. Niet werken, eten en tv kijken slapen en weer werken maar ook door de weeks een hengeltje uitgooien in het moeras ’s avonds of gaan hardlopen of samen ergens naartoe. In het weekend wordt er van alles georganiseerd. Door de kerk of door de club, door de familie of door de overheden. Een ander woord voor New Orleans is The Big Easy, de grote makkelijke. Die stad bruist, in het kattebakblaadje vullen de pagina’s met wat er te doen is 80% van de inhoud. Bijna elk weekend is er wel een festival. Vergeleken 2007 (toen 2 jaar na de verwoestingen van orkaan Katrina) is het er drukker, levendiger, kleurrijker geworden. Aan een week heb je niet genoeg, dus ik had gezegd: ik wil die 2 reisdagen erbij, dus netto 7 dagen New Orleans e.o.; was nog niet genoeg eigenlijk, ook niet voor de tweede keer! De crisis leek merkbaar, alsof er minder verkeer was, nog stiller op die enorm brede snelwegen. Bouwprojecten liggen stil, maar op ‘deftige’ lokaties waar men z’n weekendhuizen bouwt, lijkt het leven gewoon door te gaan. Wellicht een groep die geen last heeft van de crisis? Amerika is in sommige dingen duurder geworden, het eten bijvoorbeeld, maar de benzine is weer goedkoper geworden. Het blijft een heerlijk oord daar.
2
n Sera
m
ouncil aC
ju Ca
Voor ons (Martin en Joke Zwanenburg, Hans Ringnalda en mij) was het dus de tweede keer wat als voordeel had dat we op tijd een brul konden geven als we weer eens iets aparts passeerden. De anderen: Frank en Erica Baltus, Wilfried Lombary, Wildrik Pepping, Anneke Vermeulen en Meggy Lyall was het de eerste onderdompeling in het Zuiden van de VS. In de Serama Extra van 2007 staat er van alles over de omgeving en de sfeer dus hier beperk ik me tot het bezoek aan Jerry en de show (lokatie). Ik wilde persé zo snel mogelijk na aankomst naar Jerry om hallo te zeggen, want het volgende weekend was de show pas. Jerry heeft een hoop veranderd thuis. Ten eerste viel op dat alle hoge (risico) bomen rond het huis zijn getopt. Dit met het oog op de orkanen die steeds sterker en frequenter worden. Er lagen hier en daar wat flinke takken en er was wat ontworteld, door een tornadootje 2 weken ervoor....
Jerry, myself en Wildrik.
De Serama’s zaten eerst allemaal in bijgebouwen in kooien met een vernuftig systeem om de boel schoon te houden onderlangs (zie vorige reisverslag). Nu waren ze bijna allemaal naar buiten verhuisd. Wederom op gaas gehuisvest en nu duvelde de mest gewoon op de grond wat eens in de zoveel tijd weggeschept kon worden ipv elke week alles verschonen. Als de Mississipi weer eens hoog staat loopt alles onder daar, dan spoelt de mest vanzelf weg. Dat is ook de reden dat alles op palen staat. Op de foto een rijtje, zo had hij heel veel rijtjes met dieren. Het totale aantal verschilde niet veel van de vorige keer. In de bijgebouwen zaten nu de Belangrijke foktomen en het jonge grut voordat het naar buiten kon. Deze manier van huisvesten is bij ons ondenkbaar, veel te koud! Op koude nachten gooide hij zeilen er overheen. Maar echt koud wordt het daar nooit, hooguit -4C bij uitzondering. De dieren waren veranderd, heel erg. Wat opviel was dat ze
een stuk kleiner waren geworden. Jerry had al eerder gezegd dat z’n eieren wat klein werden... uit kleinere hennen dus! Van de freak kleurtjes zaten er wel wat grotere, want alleen voor de kleur en het type. Hij houdt dit jaar wat grotere dieren aan, de truuk: grote hen x kleine haan. Als de Serama’s te klein worden loopt ook de repro terug en dat is nu bij hem gaande. Op traytjes zag ik eieren liggen die echt klein waren, wel zo klein als die van hennen die net zijn gaan leggen. Ze komen best wel uit hoor die kleine eieren. Maar er is nog een andere truuk: selecteer de kleinste hennen die de meeste en grootste eieren leggen. Zo had hij een koppel zijdevederigen zitten waarvan de hennen onwaar-
3
schijnlijk klein waren en waar dito onwaarschijnlijk grote eieren uitkwamen. Zo’n miniatuur hen op de hand van Frank op de foto. Door de grote aantallen die Jerry broedt heeft hij ruime keuze. Hij houdt er elk jaar maar een paar aan, de toppers. De hennen waren allemaal standaardmatig, ze liepen allemaal met de vleugels naar beneden ook in relaxte toestand. De hanen waren naast een stuk kleiner ook wat gedrongener van bouw. Een evenwichtige vleugel- en pootlengte. Geen steltlopers en ook geen buikschuivers met korte vleugels. Wat het meer gedrongene veroorzaakte was dat de vleugels korter leken en de poten medium van lengte. Lange ruggen niet bij de fokhanen. Bij de hennen is dat wat moeilijker te zien. Uiteraard waren er weer wat kippenvel bezorgende haantjes bij en tot mijn grote genoegen ook een heel extreem sidderhalsje! Net als mijn sidderhalzen tamelijk nerveus. Ook waren er weer wat hele rare kleurtjes te bewonderen. Jerry gaat door met allerlei tinten cocoanut (zilver choc of creme gezoomd en dat in allerlei variaties die de natuur geeft).
Boven: mini zijdevederige hen die grote eieren legt. Onder: butterscotch met de vreemde goudverdunner die alleen op het lichaam werkt.
We spraken af dat we Jerry zouden meehelpen vrijdag met opbouwen. Ondertussen gingen wij de hele week aan de boemel en op culturele trip met onze enorme Lincoln City cars waar je met drie volwassenen riant achterin kon zitten en voorin een megafoon nodig had om tegen de achterinners te praten.
Boven: Jerry’s fotostudio buiten met op de achtergrond een gezandstraald logo van SCNA.
Als je mini’s hebt moet je ook maxi’s hebben. Columbia Brahma’s. Let op de getekende zadels en de knappe hoeveelheid zwart in de dieren.
4
Als kleurenfreak kijk je wat anders tegen de Seramakleuren aan dan een gemiddelde toeschouwer. Rechtsboven een cocoanut variatie waarin diverse zwarte en rode kleurverdunners aan het werk zijn. Hier recht boven een zilveren haan die rood is. Grote foto rechts detail van een broer (niet top qua type) waarop mooi te zien is dat het rood over het zilver/ wit ligt. In dit geval is het autosomale rood versterkt door mahonie, het is weer een variatie op het cocoapop patroon (gezoomd rood zilver tarwe).
5
En toen was het vrijdag. Het bleek dat Jerry heel veel hulp had dit jaar, dus we waren ‘vrij’ en konden mee op trip met de rest van de groep langs plantagehuizen. Die had ik vorig jaar gemist en natúúrlijk zouden ze langs de plantagehuizen gaan als ik precies nèt weer er niet bij kon zijn. Dus mooi dat ik die nu ook eens kon zien. Wel nog even spelen op Oak Alley.
Koekoek, niet de beste dieren van type, wel klein. Hij heeft ook zwarte Serama’s bij de koekoek haan zitten. Het kuiken is daarvan het resultaat want hij draagt 1 dosis koekoek. Deze koekoek Serama’s moet je niet zien als De Ideale Serama, het is leuk ‘uitgangsmateriaal’, hier zijn in een paar generaties mooie Serama’s mee te maken in streepjesuitvoering. Alsof we nog niet genoeg kleuren hebben.... neeee! Meer, meer, meer!
Toulouse ganzen, duiven, kalkoenen, kwartels, er waren nog veel meer dieren. De grond is blubberklei, het is eigenlijk een moeras daar.... Nog zoiets aparts qua kleur. Is dit nu gepeperd of dubbel gezoomd of meerzomig? Leuke choco patrijs hen, aziatisch patrijs of tarwe? Ik denk het laatste want Pg voor zomingen werkt wat vreemd op een tarwe basis. Ze heeft ook charcoal: zwarte kop. De bruinige tint wordt veroorzaakt door autosomaal rood. Serama’s blijven intrigeren qua kleur! De veerkwaliteit van deze hen is wel heel goed, mooi breed!
6
Wildrik klom in een pecan boom (walnoot) om te laten zien hoe groot die dingen zijn. Achter Oak Alley staat een pecan
boomgaard die tijdens de bouwperiode van het huis is aangeplant. Ik heb een boek over Oak Alley gekocht waarin veel oude foto’s. De oude foto’s hieronder staan daarin o.a. Het was trouwens niet eens helemaal zeker dat de show door zou gaan op Oak Alley want als het zou plensregenen dan zou de show verhuizen naar de overkapping bij de school in Vacherie. De omgeving van Oak Alley is nogal zompig dus als er nogal wat regen valt sta je met je voeten in het water, over de auto’s die op het gras geparkeerd werden maar niet te spreken... De hele week hield ik het weerbericht in de gaten (weatherchannel) op de tv op de hotelkamer, wat ik thuis op .com bekijk :-) als ik wil weten wat voor weer het bij Jerry is.
Opzichterswoning, staat op de nieuwe foto achter de boom, hieronder 1903.
De boom op de foto rechts voorgrond kan de boom zijn waar Wildrik in zit, ruim 100 jaar later. Achter het grote huis waren de slavenhuizen. Alles stond op palen, ook voor de tocht onderlangs, de vochtige hitte in de zomer is bijna ondraaglijk. De boom op dezelfde lijn erachter zie je links. onder, daar pas je met 6 man in, in dat gat.
7
Mississippi Weg naar show terrein
De River Road.
Hier werd de show gehouden.
Aan deze kant is de laan met eiken
8
Op de foto onderaan pagina 8 (de pdf kun je instellen op 2 pagina’s naast elkaar, dan klopt de layout -in spread opgemaakt -ook) wat er gebeurt na een plensbui. Op het terrein, eigenlijk in de hele omgeving daar, wordt rekening gehouden met bakken water. In dit gebied heb je een soort moessonregens. En als het regent dan regent het ook zomaar een week. Gelukkig hebben we dat niet gehad op deze reis. Vanaf maandag werd er voorspeld dat er donderdag, vrijdag en zaterdag thunderstorms zouden zijn. Ook op andere dagen zou het flink gaan plenzen, maar alle depressies gingen schuin bovenlangs en lieten New Orleans of in de zon of we hadden het bewolkt wat zelfs half april lekker was want als de zon de kans kreeg was het zomaar 28-30 graden. Met die witte wintervelletjes vond een aantal van ons het wel prima. En diegenen die al gezonnebankt hadden of in de tuin voorgebakken, die deden ondanks de wolken nog een fraaie kleur op. Een keertje hadden we flinke storm maar dat was ‘s nachts. Op vrijdag was Jerry met z’n hulptroepen al bezig toen we rond half 10 ‘s morgens aankwamen. Tenten waren al opgezet, verstevigd met flinke blokken beton. Ook de kooien stonden al. Ze waren om 7 uur begonnen met een man of 6 en al bijna helemaal klaar! ‘s Avonds kwamen we terug, er was een ‘judges diner’ waarbij er bakken stonden met crawfish en catfish en alligator. In de loop van de avond toen het al donker was gingen Hans en Frank op sjouw en rondkijken op het terrein en foto’s maken van Oak Alley bij nacht. Hij ontmoette een opossum en het stierf er van de kikkertjes. Ook miljoenen muggen natuurlijk, die graag bij je kwamen
9
Op vrijdag brengt Jerry z’n dieren al, want zaterdag geen tijd. De hond blijft die nacht bij de kippen, ook die van mensen die ze per post vooruit gestuurd hebben en zelf met het vliegtuig gaan. Je kunt je de afstanden en dus ook de moeite die het kost om in Amerika aan een show mee te doen nauwelijks voorstellen. Een hotelovernachting of 2 à 3 is dus standaard. Omdat niet iederéén in Amerika Serama’s heeft wordt er individueel gereisd. Uiteraard waren de aanwezigen maar een heel klein deeltje. Op show gaan kost natuurlijk wel wat, en het is daar mega-crisis.... de vele deelnemers viel dus nog mee!
Jerry maakt heel veel van z’n kooien zelf van nertsengaas, maar dan ietsje dunner. Ook de bodem is van gaas. De scherpe geknipte kanten daar zit zo’n randje omheen als je wel bij posters ziet, knijpt zichzelf vast. Zo kunnen heel veel dieren meegenomen worden en ze zijn ‘kant & klaar’ voor de show, geen gedoe met in- en uitpakken. De eigen voer- en drinkbakjes zie je op de tweede rij van links aan de buitenkant hangen. Er zit dan een gaatje geknipt waar ze met hun kop doorheen kunnen. Deze kooien gaan dan op planken triplex die op opvouwbare draadschragen liggen, superlicht en net zo sterk.
Er zijn er meer die zelf hun kooien maken. Hier vader en zoon die uit Californië zijn komen rijden (uurtje of 5). Ze slapen in de auto achterin, de kippen gaan ook op de schragen buiten. Er is wel regen voorspeld en uiteindelijk miezert het wat in de vroege ochtend. Stukken plastic houden de dieren droog. De platen die op de schragen liggen hebben geen randjes om het strooisel binnenboord te houden. Met de flinke wind zaten ze dus al snel zonder spulletje onder de voeten. Wat er als strooisel werd gebruikt? Luzernehooi!
10
Wat nachtleven vrijdagavond op Oak Alley....
Nachtleven 60 km verderop in New Orleans.
11
snoepen. Zaterdagmorgen zou de show om 8 uur beginnen. Je moet je voorstellen dat dat niet te vergelijken is met een show hier. Als je naar een show gaat dan ga je eerst 2 of 3 dagen rijden. De auto is zo ingericht dat je dieren er dagen in kunnen wonen. Alles neem je mee, water, voer etc. Sommigen hebben een camper om naar kippenshows te kunnen. Een aantal dieren was per post gegaan en die werden vrijdag al in de kooien gezet. Ook Jerry’s dieren stonden al op het terrein op vrijdagavond want daar was zaterdag helemaal geen tijd voor. Ook werden vrijdag alle kooikaarten al geschreven, deelnemernummer, kip wegen etc. Bij het keuren nam de eigenaar dan de kaart mee en daarop werden de scores geschreven. Niet zoals bij ons pas een kaart aan maken als het dier op de keurtafel staat. Daar is het zo: wie een kip in de kooi zet doet mee aan de keuring! En hopelijk komt je kip in de competitie terecht.
Er was weer een ‘raffle’ , loterij om de clubkas te spekken. Er laten allemaal items. Je kon lootjes kopen en de tegenkant ( jij houdt dan de andere kant) in een bekertje stoppen als je dat item wilt winnen. Wil je iets heel graag, dan stop je 10 lootjes in de beker. Wat er zoal te winnen was? Kwartels, cavia’s, Sebrights, broedeieren van allerlei, Serama kunst & kitsch, potten snoep, t-shirts en caps etc etc.
Nu volgt een aantal foto’s met bijschriften, lees verder op Drie keurtafels: jeugd, hanen, hennen stonden in een open trailer die eruit zag als een huiskamer. Dit tegen de wind en eventuele (voorspelde) regen. Eigenlijk zou de band hierin spelen maar die vond onderdak in de tent er tegenover.
Hierboven in het gras is te zien hoe de scherpe randen van kooitjes met een posterstrip afgewerkt worden, zo haal je je armen niet open.
Serama’s worden geliefd door alle leeftijden, voor kleine meisjes en grote jongens...
12
Gedeelde hobby’s en Zijdehoenders en Serama’s lijken nogal eens samen te gaan. De Amerikaanse Silkie Bantam Club was er ook met een delegatie. Niet in een kooi met die pluizenbollen maar gezellig in een perkje. Waterflessen rondom, voer op de grond. Ook in Amerika volop kattendraagdingen ipv officiële transportkisten. En hoe vind u de transparante opruimbakken met een paar gaten?
Vijftien vingers aan 1 kip, ja hoor, die Amerikaanse Zijdehoenders hebben óók blauwe oren, en nog hele mooie ook! In Amerika is geen ‘Qualzucht’ (kwelfokkerij) politie, dus de kuiven zijn megagroot, zichtvrijheid is niet zo belangrijk. Ze moeten natuurlijk wel kunnen kijken anders kunnen ze hun eten en drinken niet vinden. De kleine kuiven hier komen door Duitsland. Een grote kuif vergt meer onderhoud, gecontroleerd moet worden of er geen huidplooi boven de ogen ontstaat en zo die er is door de zware kuif, dan moet die goed schoongehouden worden. De Amerikaanse Zijdehoenders zijn veel fluffiger dan de Europese, een kwestie van selecteren op hele brede veren. De kleur vuilwit of splash of fokzuiver blauw is logisch een erkende kleur in Amerika. Die kan tot in perfectie egaal gefokt worden waardoor ze bijna parelgrijs lijken, of mooi evenredig verdeelde dalmatiner-achtige stippen erop.
13
zijn. Het naakthals gen heeft de baard ook doen vaporiseren, baard zit kennelijk op de nek (rechtdoor omhoog). Deze naakthals is fokonzuiver, dat zie je aan het dotje. Ze worden steeds weer teruggepaard aan gewone Zijdehoenders.
Een showgirl, naakthals Zijdehoen. Typerend is afwezigheid van baard maar wel bakkebaarden. Kinlellen rudimentair aanwezig. De genetische afkorting voor baard (hier ook driedelige baard genoemd) is Mb, wat muffs beard betekent. Dus de bakkebaarden op deze showgirl zouden de muffs
14
Dit zijn van oorsprong Nederlandse Zijdehoenkrielen, een stukje kleiner dan de oorspronkelijke maat. Deze deden mee aan de keuring. Gary Overton en Edgar Mongold zijn ABA keurmeesters dus keurden ook de Amerikaanse en de ‘Dutch Silkies’ samen met Wilfried Lombary (vz Belgische standaardcommissie) en Hans Ringnalda (keurmeester en zijdehoenprofessor). De Amerikaanse Zijdehoenders zijn nog de oorspronkelijke maat, een halfkriel. In Europa is deze maat verdwenen toen er krielen kwamen. Het verschil met de groten is toen opgehoogd waardoor de ‘grote’ Zijdehoenders een slagje groter zijn dan de oorspronkelijke maat.
Het keuren van de Zijdehoenders en ook zijdebespreking. Leuk te horen hoe de Amerikaanse dieren moeten zijn. Hier krijgen Wilfried Lombary (B) en Hans Ringnalda Amerikaanse Zijdehoenkundeles. Erica Baltus is schrijver bij de (tafel) keuring.
15
De Cajun dansers die op de nogal harde muziek hun kunsten vertoonden. Sfeermakers! Ziet u het al voor u tijdens de keuring een boeren klompendansgroep? Dat geeft aan dat gezelligheid net zo belangrijk is als de dieren. In België kennen ze dat ook.
Bij het keuren van de jeugdklasse verscheen er ineens een kip boven de tafel uit in een paar handjes, even later werd er een keurbriefje over de rand gegooid. Dat was echt een komisch gezicht, de tafel stond namelijk een knap stuk hoger en men stelde zich op voor de tafel ipv het bij het trapje aan de zijkant .
pagina 16. De keuringen. Ik kreeg samen met Dianne (mijn leerkeurmeester voor het laatste traject voor de keurlicentie) de jeugdklasse op tafel. Nu is een jeugdklasse altijd twijfelachtig; pa kan zoon met z’n topdieren inschrijven, zoon wint op alle fronten. Hier was dat overduidelijk niet het geval. Hoewel ‘showmanship’ wat iets is als: weten hoe je een kip voorbrengt, toiletteert, hoe je moet omgaan met de keurmeester etc. in Amerika een tak van sport speciaal voor kinderen is, was dat showmanship ver te zoeken... en dan bedoel ik specifiek de verzorging van de dieren. Als je op show gaat let je ´óók als ‘jeugd’ extra op snaveltje, nageltjes, of de kip vies is of niet (er waren slootjes daar met schoon water :-), en dat soort dingen. Pa en moe kunnen thuis controleren of de ring niet knelt of zelfs de hele poot afknelt of dat het dier wel gezond is. Hoe er dan een haan op de tafel gezet kan worden die niet eens kan staan want de ring knelt zo enorm dat het pijn doet, is een raadsel. Ik had heel wat DQ’s willen geven maar dat mocht niet ‘want jeugd’. Daar was ik het niet mee eens, dus die discussie vond later plaats. In Amerika krijgen kinderen witte keurmeestersjasjes aan, logo van hun ras of club erop, en ze lopen mee met een keurmeester die dieren keurt en ook krijgen ze ‘les’ in kipkunde en alles wat hierboven omschreven is. Tevens krijgen ze te horen dat het echte werk thuis plaatsvindt, het hele jaar door, om een kip een goede conditie op een show voor te kunnen brengen waarbij voer, huisvesting etc. allemaal aan de orde komt. Hier zou dus nog wel wat aan verbeterd kunnen worden.
Hier is de tussencompetitie. Bovenste foto zijn er klassewinnaars die tegen elkaar spelen, dat kan ook haan en hen zijn. De onderste twee is competitie beste B en beste C. Later komen alle Besten tegen elkaar uit. Rechts is beste zoeken bij de hennen.
De Amerikaanse keurwijze laat enorm snel keuren toe. Je neemt in een paar seconden de kip op, dat leer je gaandeweg, je controleert het dier even als je het verdenkt van een scheve staart of eendevoetje, vergelijkt het met het standaardideaal in je hoofd en je schrijft de punten op voor:
16
Type 30, karakter 25, staart- 15 en vleugeldracht 10, veerkwaliteit 10 en conditie 10. Na 10 kippen heb je dat rijtje wel in je hoofd inclusief het totaal aantal toe te kennen punten. Dat er veel dieren gelijk eindigen maakt niks uit want als alle dieren individueel gekeurd zijn loop je langs de kooien en pikt er de besten uit, op het oog, voordat je ze indeelt voor de competitie kijk je de keurkaart nog even na. De besten zet je samen op tafel en daaruit kies je de beste en tweede beste. Zo komen de dieren die echt goed zijn toch aan hun ‘credits’, aan hun eer. De kwaliteit van de dieren was heel variabel. Het gros is zo’n beetje als hier, inclusief de culls (dieren die niet geschikt zijn voor de fok omdat ze de raskenmerken niet (voldoende) hebben. Bij de jeugd dus ook de knuffelSerama’s die ondanks dat ze thuis de hele dag rondgedragen worden toch even ‘plat’ gingen zitten toen de band begon te spelen. Dat was eervorig (en vorig) jaar ook zo. Gezellig dansen (lokale groep zie foto) en keuren bij knetterharde muziek dat kan wat probleempjes opleveren bij dieren die dat niet gewend zijn. Je zag dus gelijk bij wie er thuis een radio bij de kippen staat! Slimmerikken weten dat het
‘Snik, heb je zo’n mooie kleur en wil je niet staan, helemaal topzwaar door ontplofkrop... foto van maken? Nou, ik zal het proberen of hij in de houding wil, heb er een hard hoofd in’. ‘Zo met veel moeite op de hand, toont het een beetje?’.....
17
een feest is tijdens een Serama Show, dus beetje trainen in flink harde muziek is wel zo slim. Dus echt niet elke Serama ging plat zitten! Ik heb even meegekeken bij de hennen en hanen en ook daar was er de variabele kwaliteit echter minder extreem als bij de jeugd. Omdat ik de laatste keer bulk keurde met begeleiding (voor de keurlicentie) besprak ik met Dianne de dieren eerst zoals ik ze in het ‘echie’ zou keuren waarna er vervolgens 3 tot 5 punten bovenop werden gezet om de kinderen toch een mooi resultaat in totaal te geven. Net als wat hier nu nog gebeurt! Over het algemeen wordt er bij de ‘grote mensen’ Serama’s veel lager gekeurd dan bij ons in Nederland. Dat is vanaf vorig jaar. Dit heeft twee redenen: stimuleren en het afbakenen van welke Serama’s we expliciet wel en expliciet niet willen. Hier in Nederland is het gros van de fokkers net een goed jaar bezig en hebben de meesten nooit eigen gefokte (lees: geselecteerde) dieren op de keurtafel gezet. Het zijn bijna allemaal nog dieren die een ander gefokt heeft om te horen hoe die zijn (logisch). In Nederland gaat er komend jaar ook meer aandacht geschonken worden aan show en
Het dramatisch moeilijke moment om een stel klassewinnaars te selecteren voor de eindcompetitie Beste Haan en Beste Hen en Beste van de show.... mijn argumenten zijn nogal apart schijnbaar, want Jerry staat te grinniken als ik begin over discrimminatie van een zijdevederige HEN t.o.v. een gladvederige haan (bij wijze van nepfeministische grap). minder aan ‘is deze Serama een aanwinst voor de fokkerij’. Dat betekent dat dieren die geen kei in het showen zijn maar wel de raskenmerken bezitten, wat dus niks zegt over de foktechnische kwaliteiten, minder hoog zullen scoren. Nogmaals: show zegt niks over fok. Raskenmerk van de Serama is naast het type ook het karakter, een showkarakter dus. Dat heeft echt niet elke Serama, ook in Amerika niet en degenen die dat show karakter wel hadden, die sprongen er echt bovenuit qua performance. Dat waren dieren waar je kippenvel van kreeg. Edgar Mongold zei dat ook: als ik geen kippenvel krijg als een Serama rondloopt dan is het geen winnaar. Eerst is er dus de individuele keuring en daarna de competitie. In de competitie komen dieren tegen elkaar uit die showdieren zijn wat zich weerspiegelt in type en karakter samen. Als zo’n dier op andere punten dan ook nog goed is, dan heb je een prachtig plaatje. Onbelangrijke zaken als een staart die niet klaar is of een veerkwaliteit die het een beetje laat zitten of wat fantasievolle kopversiersels, zullen niet de hele Serama naar beneden halen. Tijdens de competitie kan er van alles gebeuren. Als een dier even is afgeleid of het laat zich intimideren en het toont zich niet dan ligt ie eruit. Ook al kan hij best wel mooier zijn in rastechnisch opzicht, hier gaat het om de presentatie, het showen, het paraderen, het ‘er zijn’. Dat de haantjes daar wel sterk in zijn is logisch, dat is hormonaal, haantjesgedrag kennen we toch ook bij mensen? Die vergelijking komt niet uit de lucht vallen, de heren kunnen dus een voorbeeld nemen aan deze Serama’s (hihi). De hennen dienen niet echt als voorbeeld voor hanige Hiernaast een kandidaat voor de eindcompetitie, dit bedoelt Edgar dus met kippenvelkip.
18
Rechts: nog een hennencompetitie. Het is hard werken aan het eind van de show. Maar de kippen die opvallen heb je wel in je achterhoofd zitten.
Hier nog in de tussencompetitie B en C hanen, later komt er nog een andere haan bij. Er zijn geen A-dieren, die heb ik nauwelijks gezien, mijn idee dat ze wat mongolide qua trekken zijn blijkt ook in Amerika te heersen. Er zitten bijna nooit mooi evenwichtige diertjes tussen. Hieronder is goed te zien hoe rond de vleugels lopen en hiernaast hoe verschillend van houding de Serama’s zijn. Natuurlijk staan ze niet urenlang te pronken, dat gaat op en af zo er een aanleiding voor is en als je tegen ze gaat praten natuurlijk. Ze lijken te genieten van alle aandacht, anders waren ze wel gaan zitten.
19
Een filmpje maken wordt wat langdradig want ze staan ook zomaar een 30 seconden stil, om vervolgens met de vleugels te klapperen, kukelen en dan weer te gaan paraderen. Fototoestellen klikken en hoe meer mensen er komen kijken hoe meer opgewonden de haantjes lijken te worden. Het is echt een kippenvelervaring. Een overzicht van wat er zoal aan diertjes zat volgt verder. Het aandeel zijdevederigen was niet bijzonder groot wat aangeeft dat het toch een liefhebberskipje is. Toch hebben de zijdevederigen een eigen klasse, ze hoeven niet op te boksen tegen gladden, alhoewel, in de eindcompetitie wel. Een zijdevederige moet van uitzonderlijke kwaliteit zijn, en een hele staart hebben, wil hij aan de standaard kunnen voldoen. Het blijven schatjes natuurlijk, maar voor een dames want de deelnemende hennen waren tamelijk zoet en lief en het ontbrak hen aan ‘cockish’ gedrag. Hoewel in de competitie er een superhen van Jerry in zat, die is al 5 jaar en zit altijd bij de laatsten, werd zij door Jerry van de tafel gehaald, niet eerlijk en bovendien had ze nog nooit een ei gelegd, dus liever een andere en jongere hen. De hen hiernaast is de beste. Eerlijk gezegd hebben we veel betere gezien, maar daar hebben wij niks over te zeggen. Wat je in een kooi ziet wil nog niet zeggen dat ze op de keurtafel er zo bij gaat staan. Geen senstaties bij de hennen dit jaar. De eindcompetitie werd echt spannend, zoals we gewend zijn want die haantjes gaan natuurlijk wel op elkaar reageren. Op de volgende pagina zet ik een reeks foto’s neer die weergeven hoe dat gaat.
20
De kampioenen uit de B en C klasse blijven over en gaan nu tegen elkaar wie de mooiste is.
De zwartbonte probeert nog even de cocoapopzoon uit te schakelen maar dat hoeft helemaal niet.
De cocoapopzoon loopt ook echt te paraderen, kukelen etc.
21
show gebaseerd op competitie, iets minder geschikt. Nu volgen er nog wat foto’s van bijzondere dieren en een reeks Serama’s die opvielen door hun kleuren. Een aantal kleuren hebben we (nog) niet, domweg omdat we nog niet alle combinaties gemaakt hebben die er mogelijk zijn.
‘Sta ik er wel goed op, op die foto’s van je?”, lijkt hij te vragen... Op de achtergrond z’n trotse eigenaar Grady, toch mooi Second best of Show.
De show was behalve heel gezellig ook leerzaam. Na een té makkelijk theorieexamen konden Hans Ringnalda en ik ons officieel keurmeester van de Serama’s noemen, met licentie dus. En daarmee zijn we de eersten in Europa. Een aantal tripjes naar Amerika om Serama’s te keuren kan iedereen ondernemen, dus wellicht komen er in de toekomst meer. Wildrik Pepping is apprentice-judge. Hij moet z’n officiële licentie in Amerika halen. Bij ons kan hij verder leren, hoewel hij dat niet heel erg nodig heeft omdat hij er aardig kijk op heeft. Voorwaarde is echt om talloze Serama’s door de vingers te hebben laten gaan, het beste nog ze zelf te fokken en daarbij ook knap kritisch zijn. Wie de instelling heeft: ‘ik heb de beste’ die zal nooit in staat zijn een Serama te beoordelen, die neemt niet waar zonder vooroordelen. Serama’s zijn in weinig te vergelijken met gewone kippen, als het om de beoordeling gaat. De belangrijkste raskenmerken: type en karakter, worden in geen een kippenras beoordeeld. De keuring van Serama’s op dit niveau is meer te vergelijken met de verrichtingenproef van paarden. Als de vliegprijzen zo laag blijven gaan we zeker weer naar de Serama’s en als het niet naar de show is, dan zeker wel naar dit prachtige aparte stukje van de Verenigde Staten dat met geen enkel ander deel van dat land te vergelijken is.
Dianne heeft de beste haan en ook nog Best of Show, daarnaast de winnende hen. Rechts nog even alle keurmeesters en apprentices (leerling keurmeesters).
22
23
Een rariteit: een staartloze Serama. Dit is niet erfelijk, hij is geboren zonder laatste staartbotjes. Niet moeders mooiste, hij mist ook een stuk van z’n vleugels. Zo heb je altijd wel rare vogels. Mensen met Serama’s hebben daar wel oog voor, vandaar dat rariteiten ‘bewaard’ en ook geshowd worden.
THE END
24