Materiaal groep 1 & 2, nummer 2, jaargang 7 1. Ouderbrief 2. Kleurplaat ‘bed’, kern les 1 3. Dag ster, grote ster, afronding les 4 4. Jezus wordt geboren, extra, les 4
Beste ouders, Licht speelt een grote rol in allerlei facetten van ons leven: in de oorsprong van het leven, de gezondheidszorg, communicatie en GPS, het heelal, optische instrumenten, cultureel erfgoed, kunst en cultuur en natuurlijk in de natuur. Dat er licht is lijkt vanzelfsprekend, maar is eigenlijk heel bijzonder. Dát nemen we in Kleur op school als uitgangspunt. We benaderen het thema licht vanuit een levensbeschouwelijke invalshoek: wat is de (symbolische) betekenis van licht? Daarnaast onderzoeken we met de kinderen begrippen die nauw verwant zijn aan licht, zoals de Verlichting in de westerse cultuur (een stroming) en de verlichting in het boeddhisme (een streven). De lessen nodigen kinderen uit om te ontdekken hoe zij licht zijn, in alle betekenissen van het woord.
Ik ben licht: Betekenissen van licht In alle bouwen starten we met het verkennen van het begrip licht. Licht heeft in letterlijke zin twee betekenissen: het is de tegenstelling van donker en de tegenstelling van zwaar. Deze beide betekenissen van licht diepen we verder uit. We onderzoeken met de kinderen op welke manieren je licht tegenkomt en wat dat voor je betekent. Ik ben licht: Er gaat mij een lichtje op In de figuurlijke betekenis heeft licht ook te maken met goed nadenken, dingen helder zien en nieuwe ideeën krijgen. Niet voor niets gebruiken veel stripverhalen een lampje als symbool voor een nieuw idee. In groep 3 & 4 maken de kinderen op een speelse manier kennis met Archimedes die met zijn beroemde uitspraak ‘eureka’ (‘ik heb het!’) het licht ziet. Ik ben licht: De symboliek van licht Bij levensbeschouwelijk leren is het belangrijk dat kinderen leren symboliseren. Ten eerste is het goed dat ze symbolische uitdrukkingen van anderen – in bijvoorbeeld feesten, rituelen en gebruiken – leren verstaan. Licht is in veel levensbeschouwingen een heel belangrijk symbool voor zaken als hoop, leven, liefde, vrede en kracht. En natuurlijk besteden we in alle bouwen aandacht aan Kerstmis. Dat doen we op een echte ‘Kleur op school-manier’: kinderen onderzoeken vanuit verwondering en nieuwsgierigheid het verhaal over de geboorte van Jezus, en mogen zelf ontdekken wat dat verhaal en de symboliek daarin hen te zeggen heeft. En we kijken ook naar andere lichtfeesten vanuit andere godsdiensten in deze periode. Ik ben licht: Een licht zijn voor een ander Bij symboliseren gaat het niet alleen om het herkennen en verstaan van symbooltaal. Het is ook belangrijk dat kinderen leren om zich uit te drukken in symbolen. In alle bouwen verkennen kinderen hoe zij een ‘licht kunnen zijn’ voor een ander. Ze onderzoeken wie voor hen lichtpuntjes zijn, en wat zij concreet kunnen doen/betekenen voor anderen die wat extra licht kunnen gebruiken. Ze leren om daaraan uitdrukking te geven op een symbolische manier. In de laatste les van iedere bouw vieren alle kinderen dat zij een licht kunnen zijn voor de wereld. Met hartelijke groet, het team
Ik ben licht in het kort Wat betekent ‘licht’ (voor jou) Over Verlichting/verlichting: zelf goed nadenken en verlicht zijn De symboliek van licht in lichtfeesten Een licht zijn voor een ander
Dag ster, grote ster Refrein:
Dag ster, grote ster! Voor wie twinkel jij? Voor wie geef jij je twinkelend licht? Dag ster, grote ster! Als ik naar je kijk, Krijg ik lichtjes in mijn ogen En een lacht op mijn gezicht.
Geef jij licht aan de wijzen? Help jij ze door de nacht? Grote ster, ik zie je staan. Wijs jij ze hoe ze moeten gaan? Refrein Geef jij licht aan de herder? Help jij ze door de nacht? Grote ster, ik zie je staan. Wijs jij ze hoe ze moeten gaan? Refrein Geef jij licht aan de mensen? Help jij ons door de nacht? Grote ster, ik zie je staan. Wijs jij ons hoe we moeten gaan? Refrein
Jezus wordt geboren Het kerstverhaal volgens het evangelie van Lucas
In Nazaret woonde lang geleden een vrouw. Ze heette Maria. Ze droomde van de dag dat ze zou trouwen met Jozef. Plotseling verscheen een engel. ‘God heeft jou gekozen als moeder van zijn zoon,’ zei de engel. ‘Je zult hem Jezus noemen.’ ‘Dat zal ik doen,’ antwoordde Maria. De engel sprak ook tot Jozef. En Jozef beloofde te zullen zorgen voor Maria en haar baby. Samen gingen ze naar Betlehem. ‘Het spijt me dat we op zo’n lange reis moeten terwijl de baby bijna geboren wordt,’ zei hij, ‘maar de keizer heeft iedereen gevraagd om naar zijn geboorteplaats te gaan voor de volkstelling.’ Ze bereikten Betlehem in de avond. Tot hun schrik was er geen plaats in de herberg. ‘We maken het ons gemakkelijk in deze stal,’ zei Jozef tegen Maria. Waar de ezel trappelde en de os stro kauwde, daar werd Maria’s baby Jezus geboren. De herders waren die nacht in de heuvels om hun schapen te hoeden. Opeens verscheen een engel. ‘Wees niet bang,’ zei de engel. ‘Ik heb goed nieuws. De zoon van God is geboren in Betlehem. Op een dag zal hij de mensen verlossen van al hun problemen. Maar nu staat zijn wiegje in een stal.’ Rond de boodschapper zong een koor van engelen. Toen werd het donker. ‘Goed,’ zeiden de herders, ‘we laten de schapen slapen en gaan!’ Ze snelden naar Betlehem en vonden de stal door het licht dat er uit straalde. Ze vonden de baby in de kribbe, warm gewikkeld in doeken.