Marktverordening Lelystad 1980 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp
gemeente Lelystad Marktverordening Lelystad 1980 Marktverordening Lelystad 1980 gemeenteraad 24-12-2009
Opmerkingen m.b.t. de regeling De historie bij “Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen” is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.
Grondslagen 1. Gemeentewet, art. 168
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Instructie voor de marktmeester.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding
Terugwerkende kracht
Betreft
Ontstaansbron: Inwerkingtreding: Voorstel datum ondertekening; datum ondertekening; gemeenteraad bron bekendmaking bron bekendmaking
24-12-2009
Intrekking
5-5-1987
art. 25,1,H
17-9-1980
nieuwe regeling
15-12-2009 Flevopost, 23-122009 4-5-1987 16-9-1980 -
15-12-2009 Flevopost, 23-122009 4-5-1987 16-9-1980 -
Nr. B09-06495 -
1
De raad van de gemeente Lelystad, gelet op artikel 168 van de gemeentewet; op voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 1980; BESLUIT: vast te stellen de navolgende VERORDENING op de markten te Lelystad. Artikel 1. Begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. markt : de warenmarkt te Lelystad, welke krachtens besluiten van de raad op de daartoe aangewezen plaatsen, dagen en tijden worden gehouden, waarbij elke markt afzonderlijk wordt beschouwd; b. marktterrein : de gehele oppervlakte, openbare en / of voor het publiek toegankelijk grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen; c. standplaats : de op en voor de duur van een markt door het bevoegde gezag aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel; d. vaste standplaats : een standplaats, die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld; e. losse standplaats : een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld; f. standwerkersplaats : een standplaats, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze, als bij standwerken gebruikelijk is; g. standplaatshouder : ieder aan wie door burgemeester en wethouders of marktmeester is toegestaan om gedurende een markt een standplaats te bezetten; h. marktmeester : de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar; i. marktdag : de dag, waarop markt gehouden wordt, waarbij de voor de markt bestemde dagen afzonderlijk beschouwd worden. Artikel 2. 1. Op algemeen erkende nationale en christelijke feestdagen, op nieuwjaarsdag en op door burgemeester en wethouders, op grond van bijzondere aangelegenheden, daartoe aangewezen dagen wordt geen markt gehouden. 2. Bij het samenvallen van een marktdag met één der in het vorige lid bedoelde dagen kunnen burgemeester en wethouders voor het houden van de markt een andere dag aanwijzen. 3. Zij brengen hun besluit, als bedoeld in de leden 1 en 2, tijdig ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt hiervan hunnerzijds mededeling gedaan in een ter plaatse verschijnend nieuwsblad. Artikel 3. 1. Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen. 2. Het bepaalde in lid 3 van artikel 2 vindt in dit geval overeenkomstige toepassing.
2
Artikel 4. 1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markten: a. de aanvangs- en sluitingstijden; b. het aantal standplaatsen; c. de afmetingen van de standplaatsen; d. de opstelling en indeling van de markt; e. welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerkers; f. welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen; g. welk gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van verkoopwagens. 2. Burgemeester en wethouders stellen het aantal standplaatsen per branche vast. 3. Burgemeester en wethouders wijzen desgewenst, voor zover de beschikbare ruimte zulks toelaat, vaste plaatsen toe ter grootte van tweemaal de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen, zulks overeenkomstig de door hen vast te stellen regelen. Artikel 5. 1. Het is verboden op het marktterrein ruimte in te nemen zonder dat daarvoor door of namens burgemeester en wethouders toestemming is verleend. 2. Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats, welke door de marktmeester is toegewezen. Artikel 6. 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van enig soort mobiele verkoopgelegenheid. 2. Bij het indienen van een aanvraag om vergunning, als in het eerste lid bedoeld, dienen tegelijkertijd afbeeldingen overgelegd te worden, waarop de vorm en de afmetingen van het te plaatsen materieel duidelijk uitkomen. 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de in het eerste lid bedoelde vergunning voorwaarden verbinden. Artikel 7. 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders van de door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen stroomvoorziening gebruik te maken. 2. Bij het aanvragen van een vergunning, als in het eerste lid bedoeld, dient de capaciteit van de te bezigen apparatuur en / of verlichting vermeld te worden. 3. Voor het gebruik van elektriciteit zal door de raad een vergoeding worden vastgesteld. Artikel 8. 1. Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien hun dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden. Artikel 9. Burgemeester en wethouders stellen een instructie voor de marktmeester vast.
3
Artikel 10. 1. De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste standplaatsen toegewezen. 2. Een vrijgekomen vaste standplaats wordt als losse standplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet opnieuw als vaste standplaats is uitgegeven. Artikel 11. 1. De toewijzing van vaste standplaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders. 2. De toewijzing van losse standplaatsen geschiedt door de marktmeester. Artikel 12. Een ieder die een standplaats op een markt bezet of wenst te bezetten dient zich tegenover de marktmeester voldoende te kunnen legitimeren. Hij / zij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen. Artikel 13. 1. Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door of vanwege burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijk bewijs afgegeven, voorzien van een goedgelijkende pasfoto, vermeldende: a. naam en voornamen, alsmede woonplaats en adres; b. de artikelen of de groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht; c. het nummer van inschrijving in het Handelsregister van een Kamer van Koophandel; d. het nummer van de registratiekaart, afgegeven door het Centraal Registratiekantoor; e. de Marktverordening; f. de datum van ontvangst van het periodiek verschuldigde marktgeld. 2. Een afwijzing van een verzoek om toewijzing van een standplaats is steeds met redenen omkleed. Artikel 14. 1. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager, die een natuurlijk persoon dient te zijn, aantoont: a. dat hij voldaan heeft aan alle voorgeschreven publiekrechterlijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie; b. dat hij van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt; c. dat hij genoegzaam verzekerd is tegen eisen tot het betalen van schadeloosstellingen, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aan- sprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebracht lichamelijk letsel en wegens beschadiging van eigendommen van derden. 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, onder b, in zeer bijzondere gevallen ontheffing verlenen. 3. Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1, onder c, genoemde voorschrift te hebben voldaan, indien hij overlegt een geldig bewijs van lidmaatschap van een organisatie, welke voor haar leden een collectieve verzekering, als in lid 1, onder c, bedoeld, heeft afgesloten. Artikel 15. 1. Voor de markt geldt een branche-indeling 2. Er worden wachtlijsten met belangstellenden / gegadigden voor standplaatsen in de diverse branches ten behoeve van de markt bijgehouden.
4
3. Belangstellenden voor een op de markt uit te geven standplaats in een branche worden, voor zover op de desbetreffende in het voorgaande lid bedoelde, wachtlijst geen gegadigden zijn vermeld, via advertenties in de vakbladen voor marktkooplieden opgeroepen. 4. Het onder 3 bepaalde is van overeenkomstige toepassing: a. bij het wegvallen van een standplaats in een bepaalde branche; b. bij uitbreiding van een aantal vaste standplaatsen in een bepaalde branche. Artikel 16. 1. Het recht op een vaste plaats vervalt: a. op eigen verzoek; b. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, gesteld in artikel 14, lid 1; c. indien de vaste standplaatshouder op drie achtereenvolgende marktdagen binnen een tijdvak van drie maanden de hem toegewezen vaste standplaats niet heeft ingenomen, tenzij de afwezigheid haar oorzaak vond in ziekte van de houder van de vaste standplaats – in welk geval indien mogelijk bewijs hiervan overgelegd dient te worden – of in een andere ter beoordeling van burgemeester en wethouders gegronde reden en hiervan tijdig aan burgemeester en wethouders mededeling is gedaan; d. indien niet kan worden aangetoond aan de daartoe bevoegde ambtenaar dat is voldaan aan het bepaalde in artikel 13, eerste lid, sub f; e. door zonder voorafgaande toestemming van de marktmeester andere goederen of waren uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen, dan waarvoor de vaste standplaats is uitgegeven; f. door wangedrag. 2. Indien het recht op een vaste standplaats ten gevolge van het zich voordoen van een of meer in het vorige lid, onder a tot en met f, vermelde omstandigheden is vervallen, wordt hiervan door burgemeester en wethouders ten spoedigste schriftelijk aan de belanghebbende mededeling gedaan. 3. Bij het overlijden van de standplaatshouder wordt het recht op de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot / echtgenote, eerste graads bloedverwanten of op de ongehuwde relatiepartner, indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het overlijden wordt ingediend. De verzoeker / verzoekster, bedoeld in de eerste alinea van dit lid, die rechthebbende is op een andere vaste plaats op dezelfde markt, verliest het recht op die plaats. Artikel 17. 1. Degene, aan wie een vaste standplaats is toegewezen, dient uiterlijk een half uur vóór de aanvang van de markt aanwezig te zijn en op het aanvangstijdstip zijn standplaats te hebben ingenomen. 2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de rechthebbende de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden. 3. Over de op de op het aanvangstijdstip van de markt nog niet ingenomen vaste standplaatsen kan de marktmeester beschikken. 4. De vrijgekomen vaste standplaats wordt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, lid 2, op die marktdag als losse standplaats beschouwd. Artikel 18. 1. De toewijzing van een losse standplaats geschiedt door de marktmeester, waarbij handelaren in branches, welke niet op de markt vertegenwoordigd zijn, de voorkeur genieten. 2. Wachtlijsten en / of kandidatenlijsten voor losse standplaatsen worden niet bijgehouden. 3. Indien meerdere kandidaten voor een losse standplaats beschikbaar zijn, beslist de marktmeester, door middel van loting, wie de standplaats toegewezen zal worden.
5
4. Voor een losse standplaats komen alleen handelaren in aanmerking, die kunnen voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 14, lid 1, sub a en c. 5. De toewijzing van losse standplaatsen geschiedt op het in artikel 17, lid 1, laatstgenoemde tijdstip. 6. Een losse standplaats mag slechts éénmaal op drie achtereenvolgende marktdagen door dezelfde handelaar worden ingenomen. 7. Van het in het vorige lid bepaalde aantal marktdagen kan worden afgeweken, indien de betreffende handelaar goederen ten verkoop aanbiedt, die niet op de markt aanwezig zijn, en er op de wachtlijst geen gegadigden in die branche zijn vermeld. 8. Het in het voorgaande lid bepaalde is slechts van toepassing indien de handelaar binnen de in lid 6 bedoelde termijn een aanvraag voor een vaste standplaats indient en hij daarbij blijk geeft te voldoen aan het bepaalde in artikel 14, lid 1. Artikel 19. 1. Het is uitsluitend op de daartoe aangewezen plaatsen toegestaan als standwerker op de markt op te treden. 2. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt per marktdag bij loting ter bepaling van de volgorde van keuze en met inachtneming van de wijze van werken. Op standwerkers zijn overigens de artikelen 14 eerste lid, en 18, eerste lid, van toepassing. Artikel 20. 1. Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen; hij mag deze derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven. 2. De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan. Artikel 21. 1. Houders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen. 2. Deze schriftelijke mededeling dient tijdig voor de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotseling verhindering moet de marktmeester mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding. 3. Bij afwezigheid van een marktkoopman, langer dan één maand, wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering een geneeskundige verklaring te worden overgelegd. Hierin dient de vermoedelijke duur van de ziekte te zijn vermeld. Artikel 22. 1. Zij, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig, onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna onder lid 2 bepaalde, mededeling te doen aan de marktmeester. 2. De in artikel 16, lid 1, onder c, vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats blijft per kalenderjaar wegens vakantie voor ten hoogste vier weken buiten werking, indien aan het bepaalde in lid 1 is voldaan. 3. De rechthebbende, als hiervoor bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling van het bepaalde in artikel 16, lid 1, onder c, alleen dan afspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie, de hun toegewezen standplaats bezet. 4. Het in het voorgaande lid bepaalde is niet van toepassing indien de afwezigheid haar oorzaak vindt in een, ter beoordeling van burgemeester en wethouders staande, gegronde reden. 5. De rechthebbenden, als bedoeld in het tweede lid, hebben voorts, tot behoud van hun recht op een vaste standplaats, de verplichting op de eerste marktdag, volgende op die waarop zij wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen Het in het voorgaande lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing.
6
Artikel 23. 1. In bijzondere omstandigheden kan door of vanwege burgemeester en wethouders aan hen, aan wie een bewijs is afgegeven als in artikel 13, lid 1, bedoeld, op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun standplaats aanwezig te zijn. 2. In de gevallen, als bedoeld in artikel 21 of 22, kunnen burgemeester en wethouders de houder van een vaste plaats toestaan zich te laten vervangen. Artikel 24. Het is verboden vroeger dan één uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer van goederen of waren moet op het aanvangstijdstip van de markt beëindigd zijn, behoudens bijzondere omstandigheden zulks ter beoordeling van de marktmeester. Artikel 25. 1. Het is de standplaatshouder verboden: a. een andere standplaats in te nemen dan door de marktmeester is aangewezen; b. op een standplaats andere waren of goederen ten verkoop aan te bieden of te verkopen dan voor welke de standplaats is toegewezen, behoudens toestemming van de marktmeester; c. goederen of waren langer dan één uur na het eindigen van de markt op het marktterrein aanwezig te hebben. d. ter markt aangevoerde goederen op het marktterrein te verkopen buiten de tijden, gedurende welke de markt wordt gehouden; e. vervoermiddelen, waarmede goederen op de markt worden of zijn aangevoerd, op of in de nabijheid van het marktterrein een andere plaats te doen innemen dan die, welke door de marktmeester of de ambtenaren van politie is aangewezen; f. de orde op de markt te verstoren; g. de markt zonder noodzaak te verontreinigen; h. op de markt een standplaats in te nemen met andere kramen dan die, welke beschikbaar gesteld worden door de gemeente; i. zijn standplaats te verlaten vóór de sluitingstijd van de markt; j. zich behoudens toestemming van de marktmeester langer dan dertig minuten van zijn uitstal- ling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten; k. meer ruimte in te nemen dan is toegestaan; l. de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen; m. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren; n. zich behoudens toestemming van de marktmeester aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren. 2. Van het in lid 1, onder h, van dit artikel vervatte verbod kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen. 3. De marktmeester kan in bijzondere gevallen, te zijner beoordeling, van de verbodsbepaling in lid 1, onder i, van dit artikel ontheffing verlenen. 4. Het in het eerste lid, onder n, vervatte verbod geldt niet voor standwerkers. Artikel 26. 1. De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van de marktmeester, steeds een goed verzorgd aanzien biedt. 2. Tijdens de markt dient hij het afval, verpakkingsmateriaal en dergelijke in de onmiddelijke nabijheid van zijn standplaats zelf in te zamelen.
7
3. Alvorens hij het marktterrein verlaat dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval in de daartoe aanwezige containers of anderszins te deponeren. Artikel 27. 1. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid. 2. Het op de standplaats aanwezig hebben van radiostellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan. 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden. Artikel 28. 1. Het is de standplaatshouder verboden verwarmingstoestellen en / of bak- en kookinstallaties te gebruiken. 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden. Artikel 29. Standplaatshouders, wie het is toegestaan op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen, zulks ten genoegen van de marktmeester. Artikel 30. Standplaatshouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord ter breedte van minimaal 40 centimeter en ter hoogte van minimaal 20 centimeter te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters, de naam, het adres en de woonplaats van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven. Het naambord moet ten genoegen van de marktmeester in goede staat worden gehouden. Artikel 31. Indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, moet de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar zijn. Artikel 32. De standplaatshouder aan wie is toegestaan eet- en drinkwaren te verkopen is verplicht zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins. Artikel 33. 1. De standplaatshouder, die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, is verplicht te zorgen dat zijn meet- en / of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren. 2. Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij de weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is. Artikel 34.
8
Behoudens ten behoeve van het aan- en afvoeren van goederen op de markt is het verboden zich op de marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben. Artikel 35. 1. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein te venten met gedrukte of geschreven stukken. Dit verbod geldt niet voor de standplaatshouders en de groeperingen en instellingen als bedoeld in artikel 36, voor zover dit venten plaatsvindt in de onmiddellijke omgeving van de hen toegekende standplaatsen. 2. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden. 3. Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel als bedoeld in de Wet op de geneesmiddelenvoorziening. 4. Van het in de leden 1 en 2 van dit artikel vervatte verbod kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen, met dien verstande dat van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel uitsluitend ontheffing kan worden verleend, voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standplaatshouders. Artikel 36. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op verzoek standplaats toe te wijzen aan diverse groepen / instellingen of politieke partijen. Artikel 37. Iedere houder van een standplaats is verplicht zich te houden aan de aanwijzingen, welke door de marktmeester en door of vanwege de politie en brandweer, ter handhaving van de orde en de veiligheid op de markt, worden gegeven. Artikel 38. 1. De marktmeester is bevoegd een marktkoopman, die in strijd met deze verordening handelt, van de markt te verwijderen of te doen verwijderen en hem voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen het gebruik van een standplaats te ontzeggen. 2. De marktkoopman is verplicht binnen de door de marktmeester bepaalde tijd zijn standplaats te ontruimen, indien de marktmeester hem zulks krachtens het vorige lid heeft gelast. Artikel 39. Burgemeester en wethouders kunnen de standplaatshouder van het recht op een vaste standplaats als dan niet voorwaardelijk vervallen verklaren, dan wel het recht op een standplaats voor een door hen te bepalen tijd ontnemen, indien: a. de rechthebbende de in deze verordening opgenomen bepalingen overtreedt; b. van de standplaats gebruik wordt gemaakt strijdig met het doel, waarvoor zij is bestemd; c. de rechthebbende zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; d. de rechthebbende niet of niet tijdig het marktgeld voldoet, zulks zolang betaling niet heeft plaatsgevonden. Artikel 40. Ieder die wegens wanbetaling het recht op zijn vaste standplaats heeft verloren, komt niet opnieuw voor een standplaats in aanmerking zolang het verschuldigde marktgeld niet is voldaan.
9
Artikel 41. 1. Behoudens het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering is de marktmeester belast met het opsporen van overtredingen van deze verordening. 2. Hij, aan wie een vergunning krachtens deze verordening is verleend, is verplicht die vergunning aan de ambtenaren, belast met het opsporen van overtredingen van deze verordening, op hun eerste aanvraag ter inzage te geven. Artikel 42. Overtreding van de bepalingen van deze verordening wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden of hechtenis van ten hoogste twee maanden. Artikel 43. 1. Degene die door enige mondeling gegeven beslissing van de marktmeester rechtstreeks in zijn belang is getroffen kan binnen 8 dagen nadat deze beslissing te zijner kennis is gebracht – gemotiveerd – beroep instellen bij burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders beslissen op het in lid 1 genoemde beroepschrift binnen 14 dagen. Zij delen het besluit schriftelijk en gemotiveerd aan betrokkene mede. Artikel 44. Deze verordening kan worden aangehaald als “Marktverordening Lelystad 1980”. Artikel 45. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar afkondiging. Artikel 46. De bij besluit van 27 mei 1969, no.3842, vastgestelde “Marktverordening Lelystad 1969”, alsmede de heiruit voortvloeiende “Instructie voor de marktmeester” vervallen bij inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 47. Overgangsbepalingen. 1. De op grond van de “Marktverordening Lelystad 1969” verleende vergunningen tot het innemen van vaste standplaatsen op de dinsdagmorgenmarkt worden geacht eveneens gegeven te zijn op grond van deze verordening. 2. De door de landdrost, in overeenstemming met het dagelijks adviescollege Lelystad, genomen besluiten tot verlening van de vergunning tot het innemen van een vaste standplaats op de zaterdagmorgenmarkt worden eveneens geacht op grond van deze verordening verleend te zijn. Lelystad, 4 mei 1987.
10