BIJLAGE: 3 Besluit van burgemeester en wethouders d.d. 8 januari 2008 tot vaststelling van de
Nadere regels op grond van artikel 4 Marktverordening Nijmegen 2007 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1
Begripsomschrijvingen:
In deze nadere regels wordt, voor zover deze omschrijvingen niet reeds zijn vermeld in artikel 1 van de Marktverordening Nijmegen 2007, verstaan onder: a. de verordening: de Markverordening Nijmegen 2007 b. meeloperslijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats; c. anciënniteitenlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats; d. CRK: Centraal Registratiekantoor.
Hoofdstuk 2: Vaste standplaats Artikel 2
Vereisten voor het verkrijgen van een vaste standplaats:
Voor het innemen van een vaste standplaats komt in aanmerking: a. een natuurlijk persoon; b. die handelingsbekwaam is; c. voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van de bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie door een recent afschrift te verstrekken van de inschrijving als ambulante handelaar bij de Kamer van Koophandel, alsmede een geldige registratiekaart van het CRK. Artikel 3 3.1
Toetingscriteria:
Om voor een standplaatsvergunning in aanmerking te komen wordt in ieder geval rekening gehouden met: a. de kwaliteit van het verkoopmateriaal en het assortiment. Dit moet er verzorgd uitzien en passen in de omgeving. b. het branchepatroon.Van het branchepatroon kan afgeweken worden indien de betreffende branche nog niet op de markt vertegenwoordigd is en dit in het belang van het functioneren van de markt is. c. de wijze van uitstallen en de uitstraling van de kraam en omgeving ervan. Zowel de kraam als de direct omgeving dienen er verzorgd uit te zien. d. de maatvoering van eigen verkoopmateriaal. Dit betekent dat de omvang gelijk moet zijn aan de in Nijmegen gebruikte kramen (4 x 2,5 m) of een veelvoud daarvan. e. gebuik van eigen materiaal; Dit is slechts toegestaan na toestemming van de marktmeester.
Artikel 4 4.1 4.2 4.3
22
Toewijzing vaste standplaatsvergunningen:
Een vergunning voor een vaste standplaats wordt voor onbepaalde tijd afgegeven Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen en mag derhalve niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. De houder van de standplaatsvergunning mag zich laten bijstaan;
4.4
a. een verzoek tot wijziging van de toegewezen vaste standplaatsvergunning van kraam naar mobiele kraam of verkoopwagen dient schriftelijk plaats te vinden; b. voor een dergelijke wijziging dient toestemming te worden verkregen, waarbij nadere eisen kunnen worden gesteld. Bij de toewijzing van een vaste standplaatsvergunning gaat plaatsverbetering voor op plaatsuitbreiding.
Artikel 5
Inhoud vergunning tot innemen vaste standplaats:
Een vergunning op grond van artikel 5 van de verordening bevat ten minste: a. de naam, voorletters, geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder; b. een duidelijke omschrijving van de standplaats met vermelding van het nummer daarvan; c. de branche(s) die door de vergunninghouder mogen worden verhandeld; d. de inboekdatum van de vergunning; de voorwaarden waar de vergunninghouder aan dient te voldoen. Artikel 6 6.1
6.2 6.3 6.4 6.5
Vergunninghouders die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd zijn hun vaste plaats te bezetten, dienen de marktmeester daarvan, behoudens in geval van overmacht, vierentwintig uur vóór de betreffende marktdag op de hoogte te stellen. De in 6.1 onder e verordening vervatte regeling blijft buiten werking indien vergunninghouder heeft voldaan aan het gestelde onder 6.1 van deze regeling. Enkel de door de vergunninghouder opgegeven periode van verhindering is niet van toepassing op het bepaalde in artikel 6.1 onder e van de verordening. Op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder kan het college de vergunninghouder ontheffing verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon. De vervanger als bedoeld onder 6.4 dient te voldoen aan alle in artikel 2 gestelde eisen alsmede aan de legitimatieplicht van artikel 11 van de verordening. De ontheffing tot vervanging dient op aanvraag ook getoond te kunnen worden.
Artikel 7 7.1 7.2
7.3
7.4 7.5
23
Verhindering en vervanging:
Overschrijving vaste standplaatsvergunning:
Bij blijvende arbeidsongeschiktheid of het overlijden van de vergunninghouder kan de standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder. De standplaatsvergunning kan te allen tijde worden overgeschreven op een kind van de vergunninghouder indien hij tenminste één jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede- ` eigenaar van het bedrijf heeft gefunctioneerd, ook daadwerkelijk met de vergunninghouder op de markt heeft gestaan. De standplaatsvergunning kan te allen tijde worden overgeschreven op een werknemer van de vergunninghouder indien hij tenminste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar van het bedrijf heeft gefunctioneerd en ook daadwerkelijk met de vergunninghouder op de markt heeft gestaan. Een aanvraag tot overschrijving als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld. De verkrijger van de vergunning als bedoeld in de leden 1 tot en met 3, die rechthebbende is van een andere vaste plaats op dezelfde markt, verliest het recht op die plaats.
7.6
De verkrijger van de vergunning als bedoeld in de leden 1 tot en met 3 wordt opnieuw inschreven op de anciënniteitenlijst. Een eventuele bestaande inschrijving op de anciënniteitenlijst vervalt.
Artikel 8
Inschrijving op de anciënniteitenlijst:
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden met vermelding van en in volgorde van datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen. Artikel 9 9.1
9.2
Volgorde toewijzing vaste standplaats:
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen wordt, rekening houdend met artikel 5 van deze regeling, de plaats achtereenvolgens schriftelijk toegewezen aan: a. de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan burgemeester en wethouder schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitenlijst; b. degene, die zich op de meeloperslijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst; degene, die een artikelengroep verkoopt dan wel dat een indeling per artikelgroep geldt, die nog niet op de markt aanwezig is, krijgt hierbij voorrang Indien geen van de ingeschrevenen op de meeloperslijst een vaste standplaats wenst te betrekken kan het college besluiten deze standplaats door middel van acquisitie in te vullen. Bij deze invulling wordt rekening gehouden met de branchering.
Hoofdstuk 3: Meeloperslijst Artikel 10 10.1
10.2
Inschrijving op de meeloperslijst:
De aanvrager wordt ingeschreven op de meeloperslijst, indien: a. de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2, maar geen vaste plaats kan worden toegewezen; b. de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de meeloperslijst wil worden geplaatst. Bij de inschrijving wordt in elk geval vermeldt: a. de naam en de voorletters, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager; b. de datum waarop de aanvraag is ontvangen; c. de branche(s) die de aanvrager wil verhandelen;
Artikel 11 Doorhalen van inschrijving op de meeloperslijst: De inschrijving op de meeloperslijst wordt doorgehaald: a. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene; b. bij overlijden van de ingeschrevene; c. indien de ingeschrevene niet tenminste 10 maal per kwartaal een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in artikel 6 van toepassing is; d. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend; e. indien niet meer aan de vereisten van artikel 2 wordt voldaan. Artikel 12 Verkrijgen van een dagvergunning: 12.1
24
Op grond van artikel 5 van de Marktverordening Nijmegen 2007 kan een standplaatsvergunning voor één dag worden verleend.
12.2 12.3 12.4 12.5
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden verleend als de gegadigde zich uiterlijk op de openingstijd van de markt persoonlijk bij de marktmeester heeft gemeld. Toewijzing vindt plaats overeenkomstig de plaats op de meeloperslijst en aan de hand van het branchepatroon. De artikelen 2 en 3 van de verordening zijn van toepassing op de dagvergunning. Een dagplaats wordt niet toegewezen aan een gegadigde voor een dergelijke plaats indien door deze een gelijke branche wordt gevoerd als die van de vaste standplaatshouder.
Hoofdstuk 4: Standwerkerplaatsen Artikel 13 Verkrijgen van een standwerkerplaats: 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5
Een standwerkersplaats wordt toegewezen op basis van telefonische aanmelding bij de marktmeester. Een standwerkersplaats wordt voor maximaal één dag toegewezen. Het is een ingeschrevene op de meeloperslijst niet toegestaan deel te nemen aan de telefonische aanmelding voor een standwerkersplaats De afgifte van een vergunning voor het innemen van een standwerkerplaats geschiedt door middel van loting. Tot de loting voor het verkrijgen van een standwerkerplaats kunnen slechts worden toegelaten standwerkers, die voldoen aan de in artikel 2 genoemde eisen
Hoofdstuk 5 : (Markt-)kramen en bakkramen Artikel 14 Opstelling en plaatsing marktkramen Mobiele kramen dienen inpasbaar te zijn en bij voorkeur een transparant karakter hebben, zodat de achterliggende ondernemingen zichtbaar blijven. Of een mobiele kraam inpasbaar is wordt beoordeeld door de marktmeester. Artikel 15 Afstandseisen 15.1 15.2
15.3
Marktkramen dienen op minimaal 1 meter van een aangrenzend bouwwerk (niet zijnde een marktkraam) te worden geplaatst. Een afstandseis van 3 meter ten opzichte van een aangrenzend bouwwerk (niet zijnde een marktkraam) wordt gehanteerd voor bakkramen en kramen waarin stoffen aanwezig zijn zoals vermeld in Regeling Bouwbesluit 2003, onder de voorwaarde dat de gesloten zijde van de (bak)kraam naar de nabijgelegen bouwwerken is toegekeerd. Indien naar het oordeel van de brandweer een gelijkwaardig niveau van veiligheid is geborgd kan na schriftelijke toestemming voor de kramen waarop artikel 17 lid 2 van toepassing is een afwijkende afstand worden toegestaan.
Artikel 16 Opstellen van marktkramen 16.1
16.2
25
Het opstellen van de (markt-)kramen moet zodanig zijn dat de bereikbaarheid van nabijgelegen bouwwerken door hulpverleningsdiensten te allen tijde is gewaarborgd. Een doorgaande route van 4 meter breedte en een hoogte van 4,2 meter tussen de rijen kramen dient te allen tijde te worden vrijgehouden. De vrije toegang (inclusief de brandweeringang) en ontvluchting van aangrenzende bouwwerken moet te allen tijde te zijn gegarandeerd. De marktkramen mogen geen belemmering vormen voor personen die aangrenzende bouwwerken moeten ontvluchten en moeten daartoe aan weerszijden ten minste 0,50 meter meer
16.3 16.4 16.5
tussenruimte bieden dan de toegang/uitgang (waaronder nooduitgangen) van het achterliggende bouwwerk. De lengte van een rij aanééngesloten kramen mag niet meer bedragen dan maximaal 16 meter (vier kramen). Tussen een rij aanééngesloten kramen en een naastgelegen kraam of rij aaneengesloten kramen moet een afstand van minimaal 1,5 meter in acht worden genomen. Brandkranen, bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen van hulpverleningsdiensten moeten te allen tijde vrij benaderbaar zijn.
Artikel 17 Aanvullende eisen 17.1
17.2 17.3
26
Tentdoeken moeten voldoen aan de eisen zoals gesteld in artikel 2 van bijlage 4 van de Bouwverordening. Indien tentdoeken zijn geïmpregneerd, moet de rechthebbende bij de aanvraag van een vergunning aantonen dat het tentzeil is behandeld en wat de geldigheidsduur daarvan is. Indien de 3-meter eis van toepassing is op een (bak-)kraam, moet minimaal 1 poederof schuimblusser van minimaal 6 kg blusstof in de kraam aanwezig zijn. Het overnachten in kramen is niet toegestaan.