MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK
COLOFON Deze uitgave is een coproductie van: CNME Maastricht en regio / MTB Maastricht Weike Medendorp Frans van den Broek
fotografie: archief CNME Maastricht en regio / Frans van den Broek lay out: C.Design Valkenburg drukwerk: TO Offset Maastricht oplage 1500 stuks Maastricht 2006
ECOLOGISCH GROENONDERHOUD IS ECHT AMBACHTSWERK ECOLOGISCH GROENONDERHOUD IS ECHT AMBACHTSWERK ECOLOGISCH GROENONDERHOUD IS ECHT AMBACHTSWERK ECOLOGISCH GROENONDERHOUD IS ECHT AMBACHTSWERK ECOLOGISCH GROENONDERHOUD IS ECHT AMBACHTSWERK ECOLOGISCH GROENONDERHOUD IS ECHT AMBACHTSWERK
DON SHEPHERD
MICHEL JACOBS
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
“IN MAASTRICHT LIGGEN NOG VEEL KANSEN VOOR ECOLOGISCH GROENBEHEER” Maastricht wil het groen dat ze heeft graag behouden en daar waar het kan uitbreiden en verbeteren. Logisch. Want een groenere stad is een leefbaardere en deze voldoet aan de drie R’s van Rust, Ruimt en Recreatie. Het is in deze dan ook niet verwonderlijk dat Don Shepherd, directeur CNME Maastricht en Regio (Centrum Natuur en Milieu Educatie), voor zijn bedrijf, MTB en Buurtbeheerbedrijven een belangrijke rol ziet weggelegd ten aanzien van ecologisch groenbeheer en restauraties van cultureel erfgoed. Don Shepherd: “Ik ben blij dat dit boekje er is. Wethouders, maar ook medewerkers uit het veld en een bioloog geven hun mening over het belang van ecologisch groenbeheer en de daarmee gepaard gaande werkgelegenheid. Het maakt het noodzakelijke en concrete werk duidelijk. Het een kan echt niet zonder het ander. CNME, MTB en de Buurtbeheerbedrijven werken met een aantal ambachtslieden die gesteund worden door mensen met een gesubsidieerde en reintegratiebaan. Dat gaat heel goed samen. In de praktijk betekent dat, dat het werktempo lager is. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door het ambachtelijke werk en anderzijds door het leerproces van medewerkers. Het voordeel van hun werk is dat zij, door hun opgedane kwaliteiten, hun werkzaamheden zichtbaar maken. Voorbeelden zijn: De Hoge en Lage Fronten, Stadsnatuurgebieden en het Jekerdal, maar ook het beheer van schooltuinen. We werken in een langzamer vliegwiel, maar zijn wel een noodzakelijke schakel. CNME, MTB en Buurtbeheerbedrijven bieden daarbij mensen weer een perspectief op werkgelegenheid waar we trots op kunnen zijn.”
Overheid “De Overheid moet zich daar altijd bewust van zijn en daar geld voor vrij blijven maken. Wij als specialisten kunnen het werk zo organiseren, dat zij die niet meer aan het reguliere werk toekomen, een fatsoenlijke baan krijgen met uitdaging. Ik betreur het dan ook dat de Rijksoverheid de ID-banen heeft afgeschaft. Veel mensen met een IDbaan waren al jaren in dienst bij hun werkgever. Voor hen had de Rijksoverheid de regeling met het beloofde perspectief als keuze moeten laten bestaan. De nieuwe regeling zou dan alleen moeten gelden voor nieuwe mensen.”
DON SHEPHERD
MICHEL JACOBS
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
Integratie Door te werken integreren mensen in de maatschappij. CNME, MTB en de Buurtbeheerbedrijven doen er alles aan om dit te realiseren en met succes. Velen medewerkers werken met veel plezier in het groen. Door gerichte scholing zijn dit bewuste medewerkers geworden en met trots geeft Don Shepherd hier twee voorbeelden van: “Een tijdje geleden liep een bioloog van ons door de binnenstad en daar stuitte hij op een beheerploeg van MTB, die eerder in de Hoge Fronten van CNME instructies hadden gekregen. De medewerkers konden hem precies vertellen welke zeldzame planten er op de locatie groeiden. Met trots vervolgde hij zijn weg. Een ander mooi voorbeeld is dat van een medewerker van de MTB die vuilnis ophaalde bij de Lage Fronten. Toen hij de zakken aan het leeg maken was, zag hij tussen het afval een kleine muurhagedis zitten. Hij ving het zeldzame diertje en bracht het terug naar de Lage Fronten.
Scholing Automatisch komen we dan uit bij een stuk ecologische scholing en bewustwording. CNME wil graag MTB en de Buurtbeheerbedrijven hierin gaan scholen, maar dat geldt ook voor andere bedrijven en particulieren. In feite moet de eis gesteld worden dat uitvoerders in het groen geschoold zijn voor het uitvoeren van ecologisch groenonderhoud. In Maastricht liggen wat dat betreft nog genoeg kansen. Het ambachtelijke werk dat medewerkers van CNME, MTB en de Buurtbeheerbedrijven in een rustig tempo doen, is een zeer geschikte manier om de kwaliteit en de leefbaarheid van de stad te vergroten”, besluit Don Shepherd.
DON SHEPHERD
“MTB HERSTELT CULTUREEL ERFGOED VAN MAASTRICHT”
MICHEL JACOBS
Maastricht is een toeristenstad bij uitstek. De Stadswallen, Pater Vincktoren en de Helpoort moet je gezien hebben. Dat geldt ook voor de Hoge en Lage Fronten. Deze maakten deel uit van de verdedigingslinie van Maastricht. Onkruid en achterstallig onderhoud zorgden ervoor dat een gedeelte van dit culturele erfgoed voor een deel aan het oog onttrokken werd. MTB herstelt dit nu en met succes.
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
Met voorman bouwbedrijf Michel Jacobs ga ik een dag op pad. Hij vertelt honderduit over de opdracht die MTB gekregen heeft van de gemeente. Hij is er zichtbaar trots op. Als eerste lopen we door de Hoge en Lage Fronten. Daar ligt het werk even stil omdat de natuurlijke zaaiperiode in volle gang is. Dat geldt ook voor het broedseizoen van de muurhagedis en hazelworm. Michel Jacobs: “Het mooie aan dit werk is dat er sprake is van een constant spanningsveld tussen de gemeente en natuurbeschermers. De een wil mooie Stadswallen, herkenbare stadsgezichten en opgeschoonde Fronten en de ander wil dat de flora en fauna er welig tiert. Er is veel overleg en uiteindelijk komen de partijen er altijd wel uit. Voor ons is dit mooi werk om te doen. Zo hebben we veel opschoningswerk verricht en daar waar nodig gerestaureerd. Ook hebben we gezorgd voor broedplekken door het boren van gaten in de muren. De medewerkers vinden dit leuk werk om te doen. De werkzaamheden zijn afwisselend. Het ene moment ben je aan het opschonen en het andere moment aan het restaureren. Dat vraagt veel van je flexibiliteit, maar ook inzicht en deskundigheid. Het resultaat is meteen zichtbaar en de medewerkers kunnen aan anderen laten zien wat ze gedaan hebben. Ik ben een echte natuurliefhebber en ik leer veel van de samenwerking met natuurbeschermers. Dat geldt vooral voor de rijkelijk vertegenwoordigde, maar ook unieke flora en fauna die hier aanwezig is.”
Michel sluipt door struiken en ik volg hem. We staan oog in oog met muurhagedissen. Even later laat hij mij wijngaardslakken zien en zeldzame bloemen zoals muurvarens, slangekruid en muurleeuwenbekje. De Hoge Fronten laten we achter ons en op het gemak lopen we naar de binnenstad. Bij de Stadswallen staan we stil. Deze zijn opgeschoond door MTB. Op sommige plekken zijn hele bomen verwijderd. We lopen naar het Pater Vincktorentje, de Waterput, maar ook Lange Grachtje. Daar moet een deel van een muur gerestaureerd worden, het opschonen is al gebeurd. Michel laat mij wederom zeldzame planten zien. In Maastricht gaat het beheer van flora en fauna goed samen met het zichtbaar maken van cultureel historisch erfgoed. De meerwaarde hiervan is een mooi stukje werkgelegenheid voor MTB en CNME.
DON SHEPHERD
MICHEL JACOBS
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
WIM HAZEU: “FLORA EN FAUNA VAN VESTINGWERKEN ZIJN UNIEK VOOR NEDERLAND” “De vestingwerken van Maastricht zijn uniek voor Nederland, maar dat geldt ook voor de aanwezige flora en fauna. Het is dan ook een hele kunst om enerzijds het culturele erfgoed te bewaren en anderzijds de natuur goed te beheren. In Maastricht gaat dat goed samen omdat er goede afspraken zijn tussen de Monumentenverzorgers en de Natuurbeschermers. Daarbij is het CNME, Centrum voor Natuur en Milieu Educatie, voor de gemeente Maastricht een belangrijke partner. Wim Hazeu, wethouder van onder andere stadsbeheer, natuur, milieu en monumenten, zit duidelijk op zijn praatstoel. Hij is een bevlogen natuurliefhebber en beschermer van het Maastrichtse culturele erfgoed. Hij zet zich er dan ook voor in om dit zo goed mogelijk te behouden. De speerpunten voor de komende jaren zijn dan ook het inrichten van extra ruimte binnen de compacte stadsgrenzen. Wim Hazeu noemt in dat kader de drie R’s van Rust, Ruimte en Recreatie. In de binnenstad moet dan gedacht worden aan de bestaande parken en het opwaarderen van de Geusselt, het Stadspark en de Hoge en Lage Fronten. Daarnaast moet de toegankelijkheid van het buitengebied van Maastricht vergroot worden. Hierbij moet gedacht worden aan: Jekerdal, Zouwdal en het terrassenpark bij Bemelen. Volgens Wim Hazeu is in dit hele proces een belangrijke rol weggelegd voor het CNME.
Bewustwording
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
“Deze organisatie heeft een uitstekend netwerk in Maastricht. Door de veelheid aan activiteiten in het groen, hebben zij goede contacten met onderwijsinstellingen, natuurorganisaties, welzijnsen vrijwilligerswerk en de politiek. Door hun goede aanpak levert dat hen een hoog rendement op. Door het brede draagvlak dat CNME heeft, kunnen wij hen, als gemeente, inzetten voor het vergroten van draagvlak ten aanzien van een aantal stevige milieu- en natuurvraagstukken. Hierbij moet je denken aan milieu, energie en de verbetering van de luchtkwaliteit. Er moet een andere manier van denken bij de bevolking komen. De mensen moeten bewuster de auto gebruiken en moeten zorgvuldiger omgaan met het milieu, de energie en de natuur. Dat vraag offers en daar ben ik mij van bewust. Het CNME heeft draagvlak en kennis en kunde in huis om bewustwording op gang te brengen.”
Subsidie Maastricht kent een groot aantal gebieden met een uitzonderlijke flora en fauna. De Vestingwerken, Fort Sint Pieter en de Hoge en Lage Fronten zijn daar goede voorbeelden van. Het onderhoud hiervan is een uiterst kostbare aangelegenheid. Landelijk lopen de restauratiesubsidies terug en dat heeft de gemeente Maastricht doen besluiten om met andere steden de krachten te bundelen om zo geld te krijgen voor hun projecten. Dit doen zij niet alleen bij het Rijk, maar ook bij Europese subsidieverstrekkers. Zo heeft de gemeente Maastricht met succes Europees geld gekregen voor Fort Sint Pieter. Wim Hazeu: “Het is een continue zoektocht naar geld en subsidies. Daar waar wij ze kunnen krijgen vragen wij ze aan. Ook werken we samen met ander natuurorganisaties omdat zij ook bereid zijn om te investeren in de groene cultuurhistorie van de stad. Denk hierbij aan Natuurmonumenten. De gemeente Maastricht heeft maar een bescheiden budget en zet dat zo optimaal mogelijk in. Als we alle krachten bundelen staan we sterk en kan veel behouden worden. Samen staan we sterk.”
Werkgelegenheid Dat laatste geldt ook voor de samenwerkingsverbanden die er zijn. Wim Hazeu is erg te spreken over de goede samenwerking tussen gemeente, CNME en MTB. “Mensen maken Maastricht. Je moet zuinig zijn op je natuur en je cultureel erfgoed. Ik vind het geweldig dat mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt die niet binnen het reguliere bedrijfsleven kunnen werken, voor een gedeelte Maastricht maken. Door hen bij dit werk in te zetten snijdt het mes aan twee kanten. Zij die anders geen werk hadden, hebben zinvol en mooi werk. Bovendien wordt de stad er beter van. Het beheer van flora en fauna, bewaren en onderhouden van het culturele erfgoed en mensenwerk gaan hand in hand. De cirkel is rond”, besluit Wim Hazeu.
DON SHEPHERD
MICHEL JACOBS
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
“MIJN HOBBY IS MIJN BEROEP” “Elke maand ontvang ik netjes van MTB mijn salaris, maar ik voel me voor honderd procent CNME’er. Ik vind het jammer dat zij mij niet uit eigen middelen kunnen betalen. Hiervoor hebben ze het geld niet, maar via een detacheringconstructie lukt dat wel. En hoe. Ik werk hier al vijfentwintig jaar met plezier.” Aan het woord is Hendrik Erkenbosch, medewerker beheerploeg CNME. Hij is een enthousiaste verteller. Ruim vijfentwintig jaar geleden liep hij stage bij de schooltuinen van de gemeente Maastricht. Daar onderhield hij de tuintjes en gaf ook advies aan leerlingen. Via MTB werd hij gedetacheerd bij het CNME. Een gouden greep. Hendrik Erkenbosch: “Ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt. Binnen het CNME heb ik tal van opleidingen mogen volgen en heb ik mij verder kunnen ontwikkelen. Het werk bij het Centrum voor Natuur- en Milieu Educatie spreekt mij erg aan omdat het zo afwisselend is. Voor de beheerploeg werk ik met de bosmaaier, ploeg ik met de tractor en onderhoud ik schooltuinen. Daarnaast wordt ik ook uitgeleend aan onder andere Natuurmonumenten. Met hen verricht ik werkzaamheden op de Sint Pietersberg. Ook ben ik betrokken bij de lammerperiode van de schapen en het verplaatsen van de schaapskudde van de Sint Pietersberg naar de Hoge Fronten. De kudde moet dan door de stad en dat is uniek. Indien nodig doe ik ook alle voorkomende werkzaamheden bij de kinderboerderijen. En in de herfst heb ik ook nog excursies uitgezet in het Cannerbos. Aan de hand van opdrachten, op uitgezette kabouters, konden leerlingen een parcours volgen en vragen beantwoorden. De afwisseling maakt het werk leuk.”
Hendrik Erkenbosch heeft veel van het CNME geleerd en draagt zijn kennis nu over. Zo was hij betrokken bij een adoptieproject van de Hoge Fronten waarbij scholieren boompjes konden zagen voor een beter uitzicht. Ook leidde hij een practicum bij het opschonen van kikkerpoelen. “Ik vind het belangrijk om mensen bewust te maken van hun omgang met de natuur. Maar dat geldt voor alles. Laatst wat ik bij de bijeenkomst over de nieuwe strategie van MTB. Ik juich het toe dat mensen hun talenten gebruiken en opleidingen volgen, maar dat moet dan wel kunnen. Binnen CNME is dat mogelijk en daar ben ik blij mee. Voor mij is detachering binnen dit bedrijf het hoogst haalbare en daar moet je reëel in zijn. Ik voel me daar ook prettig bij. Voor beide partijen de ideale combinatie.”
DON SHEPHERD
”DE STAD ALS TOEVLUCHTSOORD VOOR NATUUR” Voor vele bijzondere dieren en planten vormt het oude stadscentrum van Maastricht een toevluchtsoord. Dit komt omdat daar bijzondere omstandigheden zijn die je niet in het buitengebied vindt. Dit geldt overigens voor vele oude steden.
MICHEL JACOBS
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
Wat is hier aan de hand? Dit stadscentrum zou je kunnen opvatten als een grote rots met daarin allerlei kleine plekjes zoals voegen, spleten en verweerde stenen waar zich door de jaren heen stof en vuil heeft verzameld en waarin zo een soort bodem van heel bijzondere samenstelling is ontstaan: voedselarm, kalkrijk en over het algemeen relatief droog. Daarbij zorgen de stenen van de stad ook voor het vasthouden van de zonnewarmte in de nacht waardoor er een bijzonder milieu ontstaat. Een aantal van de soorten die in de stad voorkomen zijn specifiek aan dit milieu gebonden. Men vindt er echter ook een aantal soorten die vroeger wel in het buitengebied voorkwamen, maar daar nu verdwenen zijn. Hierbij is de factor bemesting door de landbouw de allesbepalende factor. Doordat deze bemesting in de stad ontbreekt zijn de omstandigheden voor deze soorten in de stad tegenwoordig beter dan in het buitengebied.
Een bijzonder klimaat voor bijzondere natuur In en rond de oude Maastrichtse vestingmuren is sprake van een bijzonder klimaat. Overdag kan de temperatuur hoog oplopen en ’s nachts geven de muren nog warmte af. Hier voelen veel bijzondere planten en dieren zich thuis. Enkele voorbeelden van specifiek aan muren gebonden planten zijn de Muurbloem en het Maastrichts Havikskruid, die enkele oude muren in het centrum van de stad met hun vrolijke geel bijna de hele zomer versieren.
Deze planten groeien alleen goed op al enigszins verweerde muren en daar moet dus speciaal rekening mee gehouden worden tijdens restauraties.
Een beschermd Natuurmonument, midden in de stad Het natuurmonument De Hoge Fronten maken deel uit van een gordel van vestingwerken die in de 17e en 18 eeuw ter verdediging rondom de stad Maastricht zijn aangelegd. De vestinglinie van de Hoge Fronten bestaat uit bastions, lunetten, droge grachten (door de hoogte waren hier grachten met water niet mogelijk), een ondergronds gangenstelsel en het glacis (de glooiing voor de buitenste verdedigingslinie). De Hoge en Lage Fronten is het meest noordelijke gebied in Europa waar de muurhagedis voorkomt. Muurhagedissen zijn net als alle reptielen koudbloedige dieren die, naast voedsel als sprinkhanen en vlinders, veel warmte nodig hebben. De muurhagedis is een beschermde diersoort. Dit dier kruipt weg in holletjes in de oude muren en gebruikt uitstekende stenen om zich op te warmen in de zon. Bovendien gebruikt hij de muur als jachtgebied.
DON SHEPHERD
MICHEL JACOBS
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
Buiten deze dieren die bijna alleen op oude muren voorkomen, zijn er ook een aantal plantensoorten die karakteristiek zijn voor droge bloemenrijke graslanden, zoals Grasklokje, Duifkruid en Brede Ereprijs. Deze soorten hebben zich op de voedselarme muren teruggetrokken. Door de omgeving van deze muren zo te ontwikkelen dat deze soortenrijke graslanden weer terugkomen zullen deze soorten zich vanaf de muur ook tussen het gras vestigen. Een verschijnsel wat in de Hoge Fronten al duidelijk waar te nemen is. Naast het vele werk dat verricht wordt door mensen, helpen ook dieren mee in het natuurbehoud en –ontwikkeling. Regelmatig bezoekt een herder met een kudde Mergelland schapen de Hoge Fronten. Het Mergelland schaap is een zeldzaam ras. Van oudsher werd dit ras ingezet op moeilijk bereikbare en schrale gebieden in Zuid Limburg. De schapen zorgen ervoor dat de grachten niet dichtgroeien en op den duur zal door de begrazing het grasland bloemrijker worden. De schaapskudde wordt ook ingezet in andere Maastrichtse natuurgebieden zoals de Sint Pietersberg en de Regenwatervijver in Amby. Behalve de muurhagedis die specifiek aan de oude muren gebonden is vinden we in de buurt van de vestingwerken ook dieren als bijvoorbeeld de Vroedmeesterpad en de Hazelworm. Deze dieren gebruiken stenenstapelingen die in het gebied voorkomen als plekje om weg te kruipen en om op te zitten zonnen. Bovendien jagen ze graag tussen de bloemrijke begroeiingen. Al deze dieren en planten zijn van het oude stadscentrum afhankelijk voor hun voorbestaan. U zult begrijpen dat het een hele uitdaging is om tegelijkertijd te zorgen voor het voortbestaan van alle cultuurmonumenten die het centrum kent en bovendien te zorgen voor het voortbestaan van deze natuur.
DON SHEPHERD
“LEEFBAARHEID WORDT DOOR ONS WERK VERBETERD”
MICHEL JACOBS
Hij sjouwde eerst met stenen, maar door studie en hard werken werd hij regio- en filiaalmanager bij een Doe-Het-Zelf-keten. Daar liep hij vast en met een goede regeling kon hij kijken wat beter bij hem paste. Via zijn netwerk kwam hij bij het CNME terecht. Daar groeide hij uit van vrijwilliger tot voorman beheerploeg. We hebben het over Frank Ficker die zijn bestemming in het leven gevonden heeft: werken aan een beter leefklimaat.
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
“Het roer is bij mij letterlijk en figuurlijk om. Ik heb alle mogelijkheden en medewerking gekregen om in een fantastische baan te groeien. Meer dan voorman beheerploeg wil ik niet zijn. Mijn leven is in balans. Dagelijks stuur ik zo’n zes tot vijftien medewerkers aan. Met hen voer ik ecologische werkzaamheden uit. Hierbij moet je denken aan de volgende projecten; Sint Pietersberg, Vaeshartelt, Natuurpark Jekerdal, de grazige weiden bij Campagne en diverse ecologische schooltuintjes. Het werk is erg divers en dat geldt ook voor de medewerkers met wie ik werk. In mijn ploeg zitten een WSW’er, voormalig ID-baners, diverse studiestagiaires en mensen in het kader van een reintegratietraject. Deze medewerkers vragen en krijgen extra aandacht. Dat komt vooral door hun achtergrond, maar ook door de regeling waarin zij werken. De kracht van CNME is, dat wij voor hen een echt leerwerkbedrijf zijn. Zo leren wij hen weer een dagritme, omgaan met machines, werken in een groep en kijken naar mogelijkheden. Dat dit werkt blijkt wel uit het feit dat een aantal mensen doorgestroomd zijn naar een reguliere functie”, aldus Frank Ficker.
Hij weet als geen ander waar hij het over heeft. Vijfentwintig jaar was hij werkzaam binnen de Doe-Het-Zelfbranche. Met steun van zijn oud werkgever werd voor hem een outplacementtraject uitgezet. Gekeken werd naar zijn mogelijkheden, maar ook naar datgene wat hij leuk vond. Uit een aantal testen bleek dat hij goed is in het overdragen van kennis. Frank Ficker begon als vrijwilliger bij CNME, werd medewerker beheerploeg en is nu voorman. Inmiddels kent hij de klappen van het ecologisch beheren van het groen. Deze kennis draagt hij nu over aan medewerkers uit diverse regelingen. Frank Ficker: “Voor hen is het een ideale leerschool. Het liefst had ik een vaste beheerploeg, maar die kunnen wij niet betalen. Door het inzetten van eerder genoemde regelingen kunnen wij klussen blijven klaren en mensen aan het werk houden en/of dienen als opstap. Ik zou het toejuichen als er vanuit bedrijven en particulieren meer aandacht kwam voor ecologisch beheer. Zij kunnen, door ons opdrachten te geven, hun eigen leefklimaat bevorderen. Ik ben blij dat ik met mijn ploeg daar een steentje aan kan bijdragen.”
DON SHEPHERD
MICHEL JACOBS
“SOCIAL RETURN BIEDT KANSEN OP WERKGELEGENHEID IN HET GROEN” “Het behoudt van het groen in de stad is speerpunt van het nieuwe beleid. Maastricht krijgt meer en meer te maken met fijnstof en groen vangt dit op. Wij willen dan ook de mensen bewuster maken van de omgang van hun eigen leefklimaat. Zo willen wij dat ze vaker de auto laten staan en op de fiets of met de voet naar de stad komen. We doen er als college alles aan om de stad groener en leefbaarder te maken. De drie R’s staan centraal. Deze staan voor Rust, Ruimte en Recreatie. Een mooi voorbeeld hiervan is Jekerdal. Door dit gebied op te knappen is het er goed toeven. Bovendien zorgt het groen ook voor werkgelegenheid”, zegt Luc Winants.
WIM HAZEU
HENDRIK ERKENBOSCH
PAUL JANSSEN
FRANK FICKER
LUC WINANTS
In zijn portefeuille heeft hij onder andere stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en sociale zekerheid en reïntegratie. Hierin vinden wij dan ook de combinatie van de drie R’s en een W: Ruimte, Recreatie, Rust en Werkgelegenheid en dat allemaal in een stad waarin genoeg groen moet zijn om een en ander mogelijk te maken. Voor MTB en CNME is hierin een belangrijke rol weggelegd. In de ogen van Luc Winants moeten beide bedrijven dat doen waar ze goed in zijn. Voor MTB is dat het zijn van een mensontwikkelbedrijf waarin de talenten en vaardigheden van medewerkers ontwikkeld worden. Dit moet uiteindelijk kunnen leiden tot doorstroming naar een reguliere baan. Bij het CNME staat educatie en voorlichting centraal. Als geen ander realiseert Luc Winants zich dat beide organisaties te maken hebben met medewerkers die gesubsidieerd worden. “De wet- en regelgeving ten aanzien van gesubsidieerde arbeid is constant aan verandering onderhevig en daar moet je op inspringen. In Maastricht doen wij dit goed en MTB en CNME hoeven dan ook niet bang te zijn. Sterker nog. De ID-banen zijn gestopt en deze hebben wij omgezet in groeibanen. Bij het Transferium werken mensen de eerste tien weken om zo hun recht op uitkering te behouden en vervolgens kunnen ze zes maanden met behoud van hun uitkering werken. Hierdoor doen ze werkervaring op en vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt. De werkervaring kunnen zij opdoen bij MTB en CNME. Hierdoor snijdt het mes weer aan twee kanten. Werk wordt verricht en mensen krijgen een perspectief.”
Social Return Als portefeuillehouder sociale zekerheid en reïntegratie is Luc Winants er veel aan gelegen om mensen uit de uitkering te halen. In dat kader hoopt hij hoge ogen te scoren met het project Social Return dat bedoeld is voor mensen die een half jaar werkloos zijn. Als de gemeente een aanbesteding doet, moet de inschrijver vijf procent van de totale som besteden aan werkgelegenheid voor mensen met een uitkering of gesubsidieerde baan. Dit moet er dan weer voor zorgen dat deze mensen werkervaring opdoen en doorstromen naar een reguliere baan. Ervaringscijfers uit Rotterdam en Dordrecht leren dat daar veertig tot vijftig procent is doorgestroomd van mensen die aan een project van Social Return deelnamen. Luc Winants: “Het werkt en dat is met cijfers onderbouwd. Wij als gemeente hebben voor miljoenen aan te besteden. Een goed voorbeeld is de aanleg van de A2. Dit project is goed voor vijfhonderd miljoen en vijf procent gaat daarvan naar Social Return. Er zijn ook genoeg kleine aanbestedingen en die maken ook een grote aanbesteding. Dat komt ook de werkgelegenheid in het groen ten goede. Ook daarin hebben wij veel aan te besteden. De kracht van Social Return is, dat vooraf bindende afspraken gemaakt worden. Zo wordt de werkgelegenheid van mensen zonder werk veilig gesteld.”
MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK MAASTRICHTS NATUURBEHOUD IS ECHT MENSENWERK Watermolen 1, 6229 PM Maastricht
Statensingel 138, 6217 KH Maastricht