Jaarverslag 1 januari 2015 t/m 31 december 2015
AEGON Paraplufonds I
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Inhoud 1
Algemene informatie
5
2
Algemene informatie per fonds
8
3
Verslag van de Beheerder
11
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9.
Economische ontwikkelingen Financiële markten Beleggingsbeleid Risicobeheer Wet – en regelgeving Fund Governance Stembeleid en Beleid Verantwoord Beleggen Verklaring inzake de bedrijfsvoering Algemene vooruitzichten
11 11 17 17 23 23 24 25 25
4
Jaarrekening 2015 AEGON Paraplufonds I
29
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening Beleggingen
29 30 30 31 32
5
Jaarverslag 2015 AEGON EuroFonds
43
5.1. 5.2. 5.3.
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
44 45 45
Jaarrekening 2015 AEGON EuroFonds
46
5.4. 5.5. 5.6. 5.7.
Balans per 1 oktober Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
46 47 48 49
6
Jaarverslag 2015 AEGON Europees Obligatie Fonds
54
6.1. 6.2. 6.3.
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
55 56 57
Jaarrekening 2015 AEGON Europees Obligatie Fonds
58
6.4. 6.5. 6.6. 6.7.
Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
58 59 59 60
7
Jaarverslag 2015 AEGON Wereldwijd Mix Fonds
66
7.1. 7.2. 7.3.
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
67 67 68
Jaarrekening 2015 AEGON Wereldwijd Mix Fonds
69
7.4. 7.5.
69 70
Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening
2 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 7.6. 7.7.
Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
70 71
8
Jaarverslag 2015 AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds
76
8.1. 8.2. 8.3.
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
77 77 78
Jaarrekening 2015 AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds
79
8.4. 8.5. 8.6. 8.7.
Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
79 80 80 81
9
Jaarverslag 2015 AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds
87
9.1. 9.2. 9.3.
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
88 89 89
Jaarrekening 2015 AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds
90
9.4. 9.5. 9.6. 9.7.
Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
90 91 91 92
10
Jaarverslag 2015 AEGON Europa Index Aandelen Fonds
10.1. 10.2. 10.3.
100
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
101 102 102
Jaarrekening 2015 AEGON Europa Index Aandelen Fonds 10.4. 10.5. 10.6. 10.7.
11 11.1. 11.2. 11.3.
103
Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
103 104 104 105
Jaarverslag 2015 AEGON Wereld Index Aandelen Fonds
111
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
112 113 113
Jaarrekening 2015 AEGON Wereld Index Aandelen Fonds 11.4. 11.5. 11.6. 11.7.
12 12.1. 12.2. 12.3.
114
Balans per 31 december Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
114 115 115 116
Jaarverslag 2015 AEGON Garantie Click 90 Fonds II
122
Algemeen Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid Kerncijfers
123 124 124
Jaarrekening 2015 AEGON Garantie Click 90 Fonds II 12.4.
125
Balans per 31 december
125
3 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 12.5. 12.6. 12.7.
Winst-en-verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
126 126 127
13
Overige toelichtingen
133
14
Informatie indirecte beleggingen
138
AEGON Basisfonds Deposito Euro AEGON Basisfonds Vastgoed Internationaal AEGON Equity Europe Beta Pool (N) AEGON Obligaties Euro Pool AEGON Obligaties Europa Pool AEGON World Equity Beta Pool (N) AEGON World Equity Alpha Beta Pool (N)
15 15.1. 15.2. 15.3. 15.4. 15.5.
138 140 142 145 148 151 154
Overige gegevens
156
Dividenduitkering 2015 Dividendvoorstel Voorstel resultaatbestemming Persoonlijke belangen Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
156 156 156 156 157
4 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 1 Algemene informatie Beheerder Aegon Investment Management B.V., gevestigd te Den Haag, waarvan de directie wordt gevoerd door: E. van der Maarel S.A.C. Russell W.J.J. Peters H. Eggens R.R.S. Santokhi A.H. Maatman Bewaarder Citibank Europe Plc Netherlands Branch, gevestigd te Schiphol, vervult de taak van bewaarder Aegon Custody B.V. vervult de taak van juridisch eigenaar. De directie van Aegon Custody B.V. wordt gevormd door Aegon Investment Management B.V. en TKP Investments B.V. Adres Aegonplein 50 2591 TV Den Haag Correspondentieadres Postbus 202 2501 CE Den Haag Telefoon:
Internetadres:
(070) 344 32 10 www.aegon.nl
Juridisch adviseur Allen & Overy LLP Apollolaan 15 1077 AB Amsterdam Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR Amsterdam Beheer en administratie Het AEGON Paraplufonds I dat zelf geen personeel in dienst heeft, maakt gebruik van de diensten van Aegon Investment Management B.V. voor het beheer en de administratie. Het personeel waarvan Aegon Investment Management B.V. gebruik maakt, is in dienst van Aegon Nederland N.V. Essentiële Beleggersinformatie en prospectus Voor dit financieel product is een Essentiële Beleggersinformatie (EBi) opgesteld met informatie over het fonds en haar subfondsen, de kosten en de risico’s. De EBi en het prospectus zijn verkrijgbaar op www.aegon.nl.
5 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Jaarverslag Het AEGON Paraplufonds I is opgericht op 19 april 2000. Het betreft een beleggingsfonds in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het fondsvermogen is onderverdeeld in meerdere subfondsen. Het AEGON Paraplufonds I geeft voor elk subfonds een eigen soort participatie uit. Het AEGON Paraplufonds I heeft ten aanzien van elk subfonds de structuur van een open-end beleggingsfonds. Beleggingsbeleid, risicoprofiel en kostenstructuur kunnen per subfonds verschillen. Het AEGON Paraplufonds I en de subfondsen zijn gevestigd ten kantore van de beheerder. Voorafgaand aan de introductie van een subfonds stellen de beheerder en de juridisch eigenaar van het Paraplufonds I, in overleg met Aegon Bank, de subfonds-specificaties vast. Vanaf de introductie van een subfonds gelden de subfonds-specificaties daarvan als aanvulling op het prospectus. Het prospectus van AEGON Paraplufonds I en de specificaties van de subfondsen zijn kosteloos op te vragen bij Aegon Bank of op internetpagina www.aegon.nl in te zien. In het jaarverslag van het AEGON Paraplufonds I zijn de jaarrekeningen van de volgende acht subfondsen opgenomen:
AEGON Eurofonds (per 1 oktober 2015 opgeheven); AEGON Europees Obligatie Fonds; AEGON Wereldwijd Mix Fonds; AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds; AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds; AEGON Europa Index Aandelen Fonds; AEGON Wereld Index Aandelen Fonds; AEGON Garantie Click 90 Fonds II.
Doelstelling Het AEGON Paraplufonds I heeft tot doel het per subfonds afzonderlijk beleggen van vermogen in effecten, afgeleide producten en andere vermogenswaarden, voor rekening en risico van de deelnemers. Beleggingen Elk subfonds van het AEGON Paraplufonds I belegt haar vermogen geheel of gedeeltelijk in Aegon Basisfondsen of Aegon Pools. In de Aegon Basisfondsen of Aegon Pools vinden de feitelijke beleggingen plaats. Dit geldt niet voor het AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds dat direct in aandelen belegt. Het AEGON Garantie Click 90 Fonds II belegt voornamelijk in Aegon Basisfondsen en deels in opties. Verhandelbaarheid De fondsen zijn niet ter beurze genoteerd. De participaties luiden op naam. Er worden geen participatiebewijzen uitgegeven. Dividendbeleid De fondsen keren op basis van het behaalde resultaat jaarlijks dividend uit aan de participanten, met uitzondering van het AEGON Garantie Click 90 Fonds II. Prospectus Het meest recente prospectus van het fonds is gedateerd op 1 oktober 2015. Op- en afslag Bij de uitgifte en inkoop van participaties van de fondsen worden de uitgifte- en inkoopprijs van de participaties ten opzichte van de berekende intrinsieke waarde verhoogd met een opslag respectievelijk verlaagd met een afslag. Deze op- en afslagen dienen met name ter dekking van transactiekosten die bij de fondsen in rekening worden gebracht over de beleggingstransacties van de fondsen. Deze transactiekosten bestaan uit vergoedingen voor onder andere brokerkosten waaronder researchkosten, settlementkosten en vergoedingen voor valutaverschillen. De op- en afslagen worden periodiek door de beheerder vastgesteld op basis van de reële kosten die in rekening worden gebracht bij de transacties.
6 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij de fondsen in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van de fondsen ultimo de voorgaande handelsdag. Per 1 oktober 2015 is de beheervergoeding voor alle actieve subfondsen verlaagd. In de jaarrekening van de individuele subfondsen is hier meer informatie over te vinden. Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij de fondsen. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van het jaarverslag en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee wordt dagelijks in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van de fondsen ultimo van de voorafgaande handelsdag. Per 1 oktober 2015 is de service fee voor alle actieve subfondsen verlaagd. In de jaarrekening van de individuele subfondsen is hier meer informatie over te vinden.
7 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 2 Algemene informatie per fonds In dit hoofdstuk worden de volgende termen gehanteerd: Beleggingsbeleid: Actief: Het beleggingsbeleid is er op gericht op langere termijn een hoger rendement te behalen dan de benchmark. Passief: Het beleggingsbeleid is er op gericht het rendement van de benchmark te volgen. Soort belegging: AND: Aandelen COM: Grondstoffen DER: Derivaten LIQ: Liquiditeiten (deposito’s, banktegoeden) RE: Vastgoed VRW: Vastrentende waarden Fiscale status De fondsen hebben de status van fonds voor gemene rekening in de zin van artikel 2.2 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). Deze fondsen voor gemene rekening kunnen fiscaal als transparant of als niet-transparant worden aangemerkt. De niet-transparante fondsen voor gemene rekening (ook wel open fondsen voor gemene rekening genoemd) hebben de fiscale status van fiscale beleggingsinstelling (FBI) of vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI). Hieronder worden deze nader toegelicht. FBI Deze fondsen hebben de status van fonds voor gemene rekening in de zin van artikel 2.2 van de Wet Vpb en kwalificeren tevens als een fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van die wet. Als FBI is een fonds onderworpen aan vennootschapsbelasting naar een tarief van 0 %. Hiertoe is onder meer vereist dat de voor uitdeling beschikbare winst binnen acht maanden na het einde van het boekjaar aan de participanten wordt uitgekeerd. Koersresultaten op effecten en winsten en verliezen ter zake van vervreemding van overige beleggingen worden via de zogenaamde herbeleggingsreserve in het vermogen verwerkt en behoeven dientengevolge niet te worden uitgekeerd. Een deel van de aan de herbelegging verbonden kosten moet op de herbeleggingsreserve in mindering worden gebracht. Een vennootschapsbelastingplichtige participant mag niet meer dan 45% van de participaties in een fonds houden. Dit houdt verband met de wettelijke voorschriften voor de FBI. De beheerder kan maatregelen treffen indien door toe- of uittreding de status van FBI in gevaar zou komen. Een FBI zal in beginsel dividendbelasting moeten inhouden op de aan de participanten uitgekeerde opbrengst van de participaties naar een tarief van 15%. Uitkeringen uit de herbeleggingsreserve kunnen in beginsel vrij van dividendbelasting plaatsvinden. Als beleggingsinstelling ex artikel 28 Wet Vpb heeft het fonds ook recht op toepassing van de afdrachtvermindering dividendbelasting. Dit houdt in dat de door het fonds af te dragen dividendbelasting die is ingehouden op de door haar uitgekeerde winst onder voorwaarden verminderd wordt met de Nederlandse dividendbelasting en de (na verdragstoepassing resulterende) buitenlandse bronheffing, met een maximum van 15% die is ingehouden op uitkeringen aan het fonds. Het recht op afdrachtsvermindering van buitenlandse bronheffing is afhankelijk van het aandeel belastingplichtige participanten in het fonds. VBI Deze fondsen hebben de status van fonds voor gemene rekening in de zin van artikel 2.2 van de Wet Vpb en hebben bij beschikking van de Belastingdienst tevens de status van vrijgestelde beleggingsinstelling, zoals bedoeld in artikel 6a Wet Vpb. Het fonds is vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting, mits sprake is van collectief beleggen, het fonds een open-end karakter heeft, en het fonds belegt in financiële instrumenten (met uitzondering van bepaalde nader gedefinieerde zaken of rechten) en/of banktegoeden met toepassing van het beginsel van risicospreiding. Dividenduitkeringen door het fonds aan haar participanten zijn niet onderworpen aan dividendbelasting.
8 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Dividendbeleid Jaarlijks uitkeren Herbeleggen
De fondsen keren op basis van het behaalde resultaat jaarlijks dividend uit aan de participanten. De fondsen keren geen dividend uit. De ontvangen inkomsten worden herbelegd.
Algemene informatie per fonds AEGON Eurofonds
AEGON Europees Obligatie Fonds 1 januari 2001
AEGON Wereldwijd Mix Fonds 1 oktober 2001
actief VRW
actief AND, VRW, DER, LIQ, COM, RE - 35% MSCI All Country World Net Index - 55% Merrill Lynch Core Eurozone Government Bond Index (customized) - 5% FTSE EPRA/NAREIT Global Net Index TRI EUR - 5% S&P GSCI Excess Return Index + US$ - overnight rate Index
Oprichtingsdatum Liquidatiedatum Beleggingsbeleid Soort belegging
3 juli 2000 1 oktober 2015 actief AND
Benchmark
Euro Stoxx 50 Index
Merrill Lynch European Union Government Bond Index
Beheervergoeding (op jaarbasis) Service fee (max op jaarbasis) Op- en afslag (tgv het fonds) Regio Fiscale vorm
1,20%
0,37%
0,52%
0,12%
0,03%
0,03%
0,30% Europa Open fonds voor gemene rekening FBI Jaarlijks uitkeren
0,03% Europa Open fonds voor gemene rekening FBI Jaarlijks uitkeren
0,12% Wereld Open fonds voor gemene rekening FBI Jaarlijks uitkeren
Fiscale status Dividendbeleid
9 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Algemene informatie per fonds
Oprichtingsdatum Beleggingsbeleid Soort belegging Benchmark
Beheervergoeding (op jaarbasis) Service fee (max op jaarbasis) Op- en afslag (tgv het fonds) Regio Fiscale vorm Fiscale status Dividendbeleid
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds 1 april 2004 actief AND en RE FTSE EPRA/ NAREIT Global Net Index
AEGON Europa Index Aandelen Fonds 27 april 2010 passief AND MSCI Europe Net Index
0,52%
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds 27 april 2010 passief AND Dow Jones Sustainability World Index, ex Alcohol, Tobacco, Gambling, Armaments & Firearms 0,11%
0,03%
0,03%
0,03%
0,30% Wereld Open fonds voor gemene rekening FBI Jaarlijks uitkeren
0,20% Wereld Open fonds voor gemene rekening FBI Jaarlijks uitkeren
0,30% Europa Open fonds voor gemene rekening FBI Jaarlijks uitkeren
0,11%
Algemene informatie per fonds
Oprichtingsdatum Beleggingsbeleid Soort belegging Benchmark Beheervergoeding (op jaarbasis) Service fee (max op jaarbasis) Op- en afslag (tgv het fonds) Regio Fiscale vorm Fiscale status Dividendbeleid
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds 27 april 2010 passief AND MSCI All Country World Net Index 0,11%
AEGON Garantie Click 90 Fonds II 5 augustus 2010 actief DER, LIQ n.v.t.
0,03%
0,03%
0,20% Wereld Open fonds voor gemene rekening FBI Jaarlijks uitkeren
0,05% Europa Open fonds voor gemene rekening VBI Herbeleggen
0,16%
10 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 3
Verslag van de Beheerder
3.1.
Economische ontwikkelingen
2015 was een economisch bewogen jaar, met een hoofdrol voor de centrale banken. Maar ook de effecten van de sterk gedaalde grondstofprijzen – en de achterliggende oorzaken – stuurden de financiële markten. Europa 2015 begon met de aankondiging van de Zwitserse centrale bank om het plafond voor de Zwitserse frank af te schaffen. De munt apprecieerde hierdoor sterk. Kort daarop kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) een programma voor kwantitatieve verruiming (QE) aan. Dit vanwege zorgen over de lage inflatie. Het programma ging in maart van start. Het economisch herstel in Europa zette door, waarbij met name enkele landen in de periferie erg goed presteerden. Doorgevoerde hervormingen, de lagere wisselkoers en de lage grondstofprijzen ondersteunden het herstel. Een uitzondering op de positieve ontwikkelingen was Griekenland. De regering verzette zich tegen het Europese steunprogramma, en schreef een referendum uit over het hulppakket. Dit resulteerde in een nee van de bevolking, waardoor het in de zomer even leek alsof Griekenland de eurozone zou verlaten. Desondanks besloot de Griekse regering in de eurozone te blijven en de voorwaarden van de geldschieters te accepteren. De kosten voor een exit bleken te groot. Verenigde Staten 2015 was een goed economisch jaar voor de Verenigde Staten. De werkloosheid daalde verder en de groei bleef robuust. Het hele jaar speculeerden beleggers op een renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank (de Fed). De Fed maakte zich echter zorgen over de economie in opkomende landen, en uiteindelijk kwam de renteverhoging pas in december. Opkomende landen Door de aanstaande renteverhoging en door de dalende grondstofprijzen kwamen enkele opkomende landen in de problemen. Brazilië gaat bijvoorbeeld door een diepe recessie. De omstandigheden in China zijn echter het meest bepalend voor de wereldeconomie. China heeft heel veel schulden opgebouwd in de afgelopen jaren. De vraag is of deze houdbaar zijn. Dit jaar bleek dat de economie langzamer groeit dan de afgelopen jaren. Daarnaast besloot de Chinese regering het wisselkoersmechanisme aan te passen. Financiële markten interpreteerden dit als een zeer negatief signaal. Het is namelijk onduidelijk of ze dit doen om een sterke economische teruggang te voorkomen. Daarnaast zal een lagere wisselkoers minder groei en minder inflatie betekenen in de rest van de wereld.
3.2.
Financiële markten
Aandelen Europa Europese aandelen lieten over 2015 een positief rendement zien. In januari beëindigde de Zwitserse centrale bank het plafond van de Zwitserse frank ten opzichte van de euro. De daaropvolgende stijging van de Zwitserse frank leidde aanvankelijk tot aanzienlijke koersdalingen van Zwitserse aandelen, die veelal een groot deel van hun winst in het buitenland behalen. Eind januari kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) aan vanaf maart 2015 tot september 2016 voor 60 miljard euro per maand aan obligaties te gaan opkopen, meer dan analisten hadden verwacht. Deze kwantitatieve verruiming had een gunstige uitwerking op de beurs. Gebeurtenissen in het verre oosten raakten ook de Europese beurzen. Gedurende het jaar kwamen er namelijk meer cijfers naar buiten die duidden op verdere afname van de economische groei in China. In het derde kwartaal lieten de Chinese monetaire autoriteiten voor het eerste in lange tijd de Chinese munt, de renminbi, licht zakken ten opzichte van de dollar. Dat nieuws zorgde wereldwijd voor dalingen van aandelenkoersen. De lagere Chinese groei was ook een belangrijke reden voor de verdere daling van de olieprijs en de koersen van andere grondstoffen.
11 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Als gevolg van deze ontwikkelingen waren er in 2015 grote rendementsverschillen tussen landen en sectoren. Olieproducenten, mijnbouwondernemingen, ijzerproducenten en hun toeleveranciers waren de afgetekende verliezers op de beurs. Daartegenover stonden de sectoren die wisten te profiteren van de – door de lagere grondstofprijzen – stijgende koopkracht van Europese consumenten. Dit waren met name hotels, reisorganisaties en vliegtuigmaatschappijen, die ook nog eens hun operationele kosten zagen dalen door lagere brandstofprijzen. In december verhoogde de Amerikaanse centrale bank (de Fed) voor het eerst sinds lange tijd de Amerikaanse rente. Europese aandelenbeleggers ontvingen dit nieuws goed, want aanpassing van de rente door de Fed wordt beschouwd als een indicatie van gezonde economische groei in de Verenigde Staten. Maar de door de ECB aangekondigde maatregelen in december vielen wel tegen, terwijl de alsmaar dalende olieprijs leidde tot vragen over de vooruitzichten voor de wereldeconomie. Noord Amerika 2015 was een licht negatief jaar voor Noord-Amerikaanse aandelen. De volatiliteit was aan het begin van het jaar vrij laag, maar nam door zorgen over de Chinese economie enorm toe in augustus. Binnen enkele dagen noteerden verschillende indices ruim 10% lager. Daarnaast had de onzekerheid over een eventuele renteverhoging van de Fed een negatieve invloed op de beurzen in Amerika. Waarbij de Canadese beurs harder werd geraakt dan de Amerikaanse indices. Dit kan verklaard worden doordat de Canadese index relatief veel grondstof gerelateerde bedrijven bevat. Opmerkelijk is de goede prestatie van enkele technologiebedrijven. Zo verdubbelden de koersen van bedrijven als Netflix en Amazon. Andere tech reuzen zoals Google en Facebook behaalden enorme winsten. Met een opgelopen waardering verwachten beleggers dat deze bedrijven nog flink groeien in de toekomst. De winstcijfers waren goed, evenals de omzetten. Sectoren als zorg en consumentengoederen presteerden het beste. De zorgsector werd gedreven door overname activiteiten gedurende het jaar. Energie presteerde het slechtste door de grote daling van grondstofprijzen afgelopen jaar. West Texas Intermediate sloot het jaar op 37 Amerikaanse dollar per vat, terwijl dat begin het jaar nog 53 Amerikaanse dollar was. Azië inclusief opkomend Azië De aandelenmarkten in Azië kenden een goede start van het jaar, ondanks teleurstellende macro-economische groeicijfers. Met name opkomende economieën zoals China, Indonesië en Thailand lieten zwakke groei zien. Grotendeels veroorzaakt door de scherpe daling van grondstofprijzen – een belangrijk exportproduct voor deze opkomende markten. Daarnaast zorgde een appreciërende Amerikaanse dollar voor duurdere importproducten, waardoor de binnenlandse vraag in veel landen achterbleef bij de verwachtingen. Een ander belangrijk effect is dat de schuldenlast van opkomende landen – vaak gefinancierd met een lagere rente in Amerikaanse dollars – zwaarder wordt naarmate de Amerikaanse dollar aantrekt ten opzichte van lokale valuta. Dit effect zette zowel de bankensector als het bedrijfsleven in de opkomende Aziatische markten onder druk. Met name vanaf de zomer werd duidelijk dat in de Chinese economie een scherpe groeivertraging plaatsvond, waarbij zowel industriële productie als handelsvolumes krompen. Ook devalueerde de Chinese centrale bank de Renminbi onverwachts met 4% tegen de Amerikaanse dollar. Dit zorgde in de tweede helft van het jaar voor volatiliteit op de financiële markten, waarbij de meeste Aziatische beurzen in de periode juni tot september zo’n 20% corrigeerden. Toen de macro-economische cijfers vanaf oktober leken te stabiliseren, lieten de meeste markten een herstel in het vierde kwartaal zien. Over 2015 noteerde de MSCI Asia Pacific ex-Japan index een daling van 1,1% in lokale valuta gemeten. In Amerikaanse dollars was deze daling aanzienlijk groter: 12,0%. Absolute uitblinkers waren Chinese aandelen genoteerd aan de lokale beurzen van Shanghai en Shenzhen, die een rendement behaalden van respectievelijk 9,4% en 63,2%. Deze sterke performance werd grotendeels veroorzaakt door speculatie van Chinese particuliere beleggers, nadat lokale beurzen koerswinsten van ruim 100% hadden geboekt vanaf medio 2014. Een zeepbel die inmiddels is geklapt, de verwachting is dat de correctie de komende maanden voortduurt.
12 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Zuidoost-Aziatische markten als Indonesië, Singapore en Thailand stonden onder druk door afzwakkende economische groei en lieten negatieve rendementen noteren variërend van -12.0% tot -18.5%. Ook de verschillen in performance tussen de sectoren onderling waren fors. De enige sector met een positief rendement over 2015 was de farmaceutische sector. Cyclische sectoren zoals basismaterialen, energie en niet-duurzame consumentengoederen stonden onder druk door zwakke grondstofprijzen en consumptie in de regio. Ze noteerden verliezen oplopend van 15,0% tot 26,1%. Japan Het koersherstel van de Japanse aandelenmarkt volgend op de onverwachte monetaire verruimingsmaatregelen van de Bank of Japan (BoJ), in oktober 2014, zette zich voort in 2015. De markten profiteerden van de verhoging van het opkoopprogramma van de centrale bank, waarbij de BoJ maandelijks voor ruim 70 miljard euro obligaties, aandelen en vastgoedfondsen koopt. Daarnaast heeft het overheidspensioenfonds, de GPIF, een significante wijziging doorgevoerd in haar strategische asset allocatie. Hierbij is de neutrale weging van aandelen verhoogd van 24% naar 50%, ten koste van Japanse obligaties. Naast de toegenomen allocaties van Japanse pensioenfondsen, profiteerden Japanse aandelen gedurende de eerste helft van het jaar ook van een verbetering van de fundamentele vooruitzichten. Ondanks matige macro-economische groeicijfers, lieten de bedrijfsresultaten van Japanse ondernemingen een sterke stijging zien. Dit werd mede veroorzaakt door lagere (grondstof)kosten en gestage exportgroei als gevolg van de zwakke yen. Vanaf de zomer werd het nieuws minder eenduidig positief. Door redelijke economische groeicijfers in de Verenigde Staten en gestaag dalende werkloosheid steeg de kans op een renteverhoging door de Fed. Dit vergrootte de opwaartse druk op de Amerikaanse dollar verder. De sterke Amerikaanse dollar zette de economieën van veel opkomende markten zoals Brazilië, Indonesië en China verder onder druk. Met name de groeivertraging in China had een sterk negatief effect op de exportgroei in de Aziatische regio. Krimpende valutareserves in China, zwakke handelscijfers en een plotselinge devaluatie van de Renminbi, zorgden in augustus voor paniek op de financiële markten. De Japanse aandelenbeurs corrigeerde ruim 15% over augustus en september. Meevallende bedrijfswinsten en stabiliserende macro-economische cijfers zorgden voor een krachtig herstel in oktober en november, waarna in december een kleine consolidatie volgde. Over 2015 noteerden Japanse aandelen een koersstijging van 8,1% in lokale valuta, zoals gemeten door de MSCI Japan index. Er was een grote dispersie van rendementen over de sectoren, waarbij defensieve sectoren zoals farmacie en duurzame consumentengoederen het best presteerden met stijgingen van respectievelijk 33% en 26%. Door de scherpe daling van grondstofprijzen bleven basismaterialen en energie achter bij het beursgemiddelde en lieten zelfs een kleine daling noteren. Latijns-Amerika 2015 was een zeer volatiel jaar voor aandelen in Latijns-Amerika, die het jaar in deze regio dan ook zeer negatief afsloten. Het begin van het jaar werd vooral gedreven door de onzekerheid rond de verkrapping van het Amerikaanse monetaire beleid. Dit zorgde voor kapitaalvlucht uit de meeste opkomende regio’s waaronder Latijns-Amerika. Binnen de regio kende vooral de beurs in Brazilië zwakte aan het begin van het jaar, voor een deel verklaard door de politieke onrust binnen het land. Daarnaast kende het land een enorm corruptieschandaal bij oliereus Petrobas. In maart tot en met mei herstelden de koersen zich, gesteund door een herstellende olieprijs. Binnen deze regio zijn de diverse economieën sterk afhankelijk van de olieprijs en andere grondstofprijzen. Sinds de zomer is de olieprijs echter bijna gehalveerd. Deze daling – samen met het verkrappende Amerikaanse monetaire beleid – hadden een zeer negatief effect op de beurzen in Latijns-Amerika. De beurzen daalden er eensgezind, met verliezen over 2015 tussen de 20 tot 50%.
13 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Vastrentende waarden Staatsobligaties Na de historisch gezien extreem lage renteniveaus van 2014 werd de staatsobligatiemarkt in 2015 geconfronteerd met verschillende ontwikkelingen. Die zorgden ervoor dat de rente dit jaar volatiel was, maar ook laag bleef. Voor een stijgende rente was een duidelijk groeiherstel nodig geweest, evenals een stijgende inflatie. Maar de Europese groei bleef steken op net boven de trendgroei, en de Europese inflatie bleef laag. Dit laatste door de dalende olieprijzen en het uitblijven van looninflatie. De clash tussen Europa en de nieuw verkozen Griekse regeringspartij van leider Tsipras zorgde voor marktstress. Uiteindelijk committeerde Griekenland zich aan de Europese aanpak van de schuldenproblematiek en keerde de rust weer terug. Wereldwijd gezien zijn er duidelijke verschillen zichtbaar tussen landen met een positieve groeiontwikkeling, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, en landen die onder druk staan, zoals China, Brazilië en Rusland. Daarbij was het geopolitieke spanningsveld ook in 2015 groot. De problemen in Rusland en het Midden-Oosten – met Syrië en Irak als middelpunt – bleven, en ook in Azië liepen de spanningen soms op. Per saldo breidden de centrale banken hun accommoderende beleidsmaatregelen uit. Er vond wel een duidelijke divergentie plaats. De Amerikaanse centrale bank (de Fed) bouwde het accommoderende beleid af: in december werd de officiële rente verhoogd met 0,25%. Dit was voor het eerst sinds het begin van de zero interest rate policy in 2008. Verdere toekomstige renteverhogingen blijven afhankelijk van economische data. De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde juist de officiële rente tot 0,05% met een negatieve deposito rente van -0,30%. Ook besloot zij tot het opkopen van staatsobligaties en verlengde dit programma bovendien eind 2015. De centrale bank van Japan kwam wederom met een omvangrijk verruimend pakket aan maatregelen, om de groei en de inflatie aan te zwengelen. De belangrijkste driver van obligatiemarkten bleef de zoektocht naar rendement, gesteund door de ruim aanwezige liquiditeit. Gedurende 2015 nam de Duitse tienjaars rente licht toe. Bij de start van het jaar was de rente 0,54% om te eindigen op 0,62%. In de looptijdsegmenten 2 tot 10 jaar versteilde de curve met 35 basispunten tot 0,96%. Dit kwam vooral door een daling van de korte rente omdat de ECB de depositorente fors verlaagde. Het lange 10-30-jaars stuk van de curve bleef vrijwel onveranderd over het jaar, ondanks een flinke vervlakking in de eerste helft van 2015. De renteverschillen tussen de Europese landen waren volatiel, maar veranderden per saldo weinig. Lichte outperformer was Ierland en de underperformer was Finland. Geldmarkt Na de historisch gezien extreem lage renteniveaus van 2014 werd de geldmarkt in 2015 geconfronteerd met verschillende ontwikkelingen. Die zorgden ervoor dat de rentes dit jaar volatiel waren en per saldo flink daalden. De Europese inflatie bleef laag. Dit laatste door de dalende olieprijzen en het uitblijven van looninflatie. De belangrijkste driver van geldmarkten bleef de zoektocht naar rendement, gesteund door het verruimende beleid van de ECB en de daardoor ruim aanwezige liquiditeit. Gedurende 2015 nam de 3 maands euriborrente sterk af. Bij de start van het jaar was deze 0,078%, om te eindigen op -0,131%. De eerste negatieve notering was op 21 april. De 1daagsrente, Eonia, gaf hetzelfde beeld: deze daalde van 0,144% tot -0,127%, met als eerste negatieve notering zelfs 2 januari.
14 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Vastgoed De eerste helft van 2015 was het sentiment voor beursgenoteerd vastgoed erg goed. De tweede helft stond in het teken van een renteverhoging in de Verenigde Staten en een verzwakking van de Chinese economie. Vastgoedbedrijven rapporteerden goede cijfers. Het optimisme uitte zich ook duidelijk in het ontzien van bedrijven met minder sterke cijfers, zoals in het eerste kwartaal bij Unibail-Rodamco. In de Amerikaanse markt zijn een aantal onderliggende sectoren nog zwak, zoals kantoren in Manhattan. Dit laatste komt enerzijds door het zwakke economisch herstel en anderzijds door de ontwikkeling van nieuwe wolkenkrabbers. Andere sectoren, zoals self-storage, waren juist enorm in trek bij beleggers. Bedrijven als Cube Smart en Public Storage profiteerden hiervan. In Europa was de vraag naar kwaliteitsvastgoed hoog in 2015. Vooral Londen was erg in trek, zowel voor kantoren als woningen. Bedrijven als Derwent Londen en Shaftesbury profiteerden hiervan. Aan het einde van het jaar kwam er klad in deze situatie. Door de zwakke financiële markten (grondstoffen, opkomende landen), een mogelijke renteverhoging door de Bank of England en de introductie van een stamp duty lijkt de hausse in residentieel vastgoed in Londen tot een einde gekomen. Op de Chinese vastgoedmarkt was het sentiment aan het begin van het jaar broos – er was enorme divergentie in mei: Evergrande Real Estate dook 29% omlaag, terwijl Renhe Commerical een verbluffende 62% steeg. Een strategische koerswijziging van Global Logistics Properties in Singapore zorgde voor een flinke koerscorrectie. De Japanse kantorenmarkt oogt fundamenteel sterk: de leegstand in Tokyo daalde van 5,3% naar 3,7% met als gevolg sterk stijgende huren. Dit heeft zich echter (nog) niet vertaald in goede rendementen voor beleggers. Grondstoffen Alle sectoren op de grondstoffenmarkt noteerden een sterk negatief rendement in 2015. Daarbij gingen energie gerelateerde grondstoffen het meest in prijs omlaag. De olieprijs domineerde ook dit jaar weer de energiesector. Het hele jaar kampte de oliemarkt met overaanbod en hoge voorraden. Het overaanbod nam toe nadat in november 2014 de OPEC besloot de oliemarkt niet langer te balanceren. Deze beslissing werkte in de eerste maanden van 2015 nog steeds door in de prijzen. In het tweede kwartaal leek de prijs van olie te stabiliseren, met name door een sterke afname van het aantal productiefaciliteiten van schalieolie in de Verenigde Staten. De productie in de Verenigde Staten nam echter niet af. De olieprijs daalde verder nadat de OPEC gedurende het jaar enkele keren herhaalde de oliemarkt aan de aanbodzijde niet te willen balanceren en Saoedi Arabië de olieproductie verder verhoogde tot recordhoogte. Tijdens de OPEC vergadering op 4 december kondigde het kartel zelfs aan het productieplafond te verhogen, terwijl een verlaging van de productie was verwacht. Dit heeft in 2015 uiteindelijk geleid tot een daling van de olieprijs met ruim 45%. Ook de industriële metalen bleven onder druk liggen. China neemt voor de meeste industriële metalen de helft van de wereldwijde consumptie voor zijn rekening. Daarom zorgden vooral de magere Chinese groeiverwachtingen en een devaluatie van de Chinese Renminbi voor een negatief effect op de prijzen van industriële metalen. Aluminium, koper, nikkel, lood en zink gingen allen in prijs omlaag. De prijzen van edelmetalen daalden fors. De verwachting van een renteverhoging in de Verenigde Staten zorgde voor veel spanning op de financiële markten en een negatieve impact op de relatieve aantrekkelijkheid van goud en zilver als veilige haven. Dit kwam met name tot uiting in november, toen het zo goed als zeker was dat de Fed in december de rente zou verhogen. Ook de agrarische sector had te maken met negatief sentiment. Voorraden van de meeste agriculturele grondstoffen waren wat hoger dan verwacht, waardoor de prijzen licht afnamen. Daarnaast duidden de weerpatronen op de mogelijke ontwikkeling van El Ninõ. Dit zorgde voor veel gewassen voor extra onzekerheid rond de opbrengst van de oogst en daarmee voor extra prijsvolatiliteit.
15 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Hedge Funds Het beleid van de centrale banken oefende in 2015 een sterke invloed uit op de financiële markten. De Europese Centrale Bank (ECB) startte in het eerste kwartaal met een grootschalig obligatie-opkoopprogramma en ging daar het hele jaar mee door. De Amerikaanse centrale bank (Fed) stelde in de loop van 2015 de verhoging van de beleidsrente enkele malen uit. Uiteindelijk kwam op 16 december dan toch nog de langverwachte verhoging van 0,25% naar 0,50%. In het eerste halfjaar waren de aandelenmarkten vrij rustig. Het tweede halfjaar verliep daarentegen volatiel, met vooral dalingen in augustus en september, gevolgd door sterk herstel in oktober. Chinese aandelen daalden in juni, wat wereldwijd echter nog niet veel gevolgen had. Toen de Chinese koersen in augustus verder daalden, raakten echter ook de Amerikaanse en Europese beurzen besmet. Verder daalde de euro sterk ten opzichte van de dollar in de eerste maanden van 2015, een trend die halverwege 2014 al was ingezet. Vervolgens trad wel enig herstel op, maar de wisselkoers bleef volatiel. De sterke daling van de olieprijs kwam onverwacht, zeker gezien de al scherpe dalingen in het voorafgaande jaar. Een blijvend lage olieprijs kan ingrijpende gevolgen hebben voor diverse landen, zoals Rusland, Brazilië, Venezuela en de Verenigde Staten. Tegelijkertijd kunnen hierdoor ook de wereldwijde geopolitieke verhoudingen sterk veranderen. Marktontwikkelingen Voor hedgefondsen was 2015 in absolute zin een teleurstellend jaar. De HFRI Fund of Funds Composite Index, die een representatief beeld van de hedgefondsmarkt geeft, daalde gedurende het jaar met 0,4%. In vergelijking met een aantal andere beleggingscategorieën ziet het rendement van hedgefondsen er echter beter uit. Obligaties en grondstoffen daalden, en ook aandelen in de Verenigde Staten en de opkomende landen deden het niet goed. Europese aandelen presteerden over het algemeen wel beter. Het jaar begon voorspoedig voor hedgefondsen, met positieve rendementen in de eerste vijf maanden. Van juni tot september hadden hedgefondsen last van de onrust op de financiële markten. Deze onrust ontstond vooral door macro-economische tegenwind in de Verenigde Staten en twijfels over de Chinese economische groei, die tot dalende koersen op de Chinese aandelenbeurzen leidde. Ook de prijs van grondstoffen daalde, met dalende aandelenkoersen in de energiesector tot gevolg. In oktober en november wisten hedgefondsen zich weliswaar te herstellen, maar in december was het rendement opnieuw licht negatief. Toelichting op de strategieën Vooral strategieën die zich richten op bedrijfsspecifieke gebeurtenissen (event driven) beleefden een matig jaar. Debet hieraan waren vooral beleggingen in de energiesector en de farmaceutische sector. Global macro en managed futures presteerden het best. Global macro managers wisten goed in te spelen op de macro-economische ontwikkelingen en managed futures waren in staat om hun beleggingen in het volatiele tweede halfjaar snel aan te passen. Aandelenstrategieën Aandelenstrategieën begonnen met een negatief rendement in januari. Van februari tot mei herstelden ze zich en behaalden ze positieve rendementen. Vooral in Europa stegen de aandelenkoersen door het ruime monetaire beleid van de centrale banken. In de laatste dagen van juni zorgde een neerwaartse correctie op de aandelenmarkten echter voor negatieve rendementen van aandelenstrategieën. In het derde kwartaal werden aandelenmanagers verrast door de sterk toenemende volatiliteit op de aandelenmarkten, een gevolg van de sterk dalende Chinese aandelenkoersen. Dit leidde tot negatieve rendementen in zowel juli, augustus als september. Pas in oktober trad enig herstel op. Gemiddeld eindigden aandelenstrategieën het jaar met een rendement van rond de 0%. Amerikaanse aandelen, waar deze groep managers het meest in handelt, sloten het jaar echter gemiddeld met verlies. Short biased managers, die winst maken als de koersen dalen, beleefden wel een goed jaar, met vooral in het tweede halfjaar een positief rendement.
16 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Vastrentende strategieën In het eerste kwartaal van 2015 presteerden vastrentende strategieën redelijk goed. Credit spreads, de risico-opslagen op vastrentende waarden, daalden door het toegenomen vertrouwen op de financiële markten. Per saldo leverde dit winst op voor managers die zich toeleggen op bedrijfsobligaties, inclusief de meer risicovolle high yield bedrijfsobligaties. Deze trend zette zich voort tot eind juni, waarna de risicopremies echter weer stegen en de obligatiekoersen daalden. Gemiddeld leed deze groep managers hierdoor verlies in het derde en vierde kwartaal, wat nog versterkt werd door posities in de energiesector. Global macro en managed futures Van de belangrijkste hedgefondsstrategieën presteerden global macro en managed futures in 2015 het best. Global macro managers speelden goed in op het door centrale banken gedreven klimaat op de financiële markten. In het eerste kwartaal ontstond de winst vooral door aandelenposities in Europa en Japan en de verdere daling van de rente en de olieprijs. In het tweede kwartaal liepen de kapitaalmarktrentes echter onverwacht sterk op, zodat deze managers verliezen leden op obligatieposities. In de tweede helft van het jaar behaalden managed futures goede resultaten, vooral omdat ze snel wisten te reageren op de turbulentere financiële markten. Managed futures hebben hiermee hun toegevoegde waarde bewezen als strategie die doorgaans een lage correlatie heeft met andere strategieën.
3.3.
Beleggingsbeleid
Het beleggingsbeleid per subfonds wordt nader toegelicht in de individuele jaarverslagen van de subfondsen.
3.4.
Risicobeheer
De beheerder is verantwoordelijk voor het monitoren van de financiële risico’s van alle fondsen. De beheerder heeft daartoe verschillende risico’s geïdentificeerd, waarvan de belangrijkste zijn: 1. Renterisico 2. Valutarisico 3. Aandelenrisico 4. Grondstoffenrisico 5. Inflatierisico 6. Concentratierisico 7. Kredietrisico 8. Tegenpartijrisico 9. Liquiditeitsrisico 10. Hefboomwerking (maatstaf voor mate van toegepaste hefboom). Per type financieel risico zijn risicomaatstaven in de vorm van restricties opgesteld om de risico’s te kunnen beheersen. Deze restricties zijn opgenomen in de fondsmandaten waarbij de aard van de restricties afhankelijk is van de strategie van het fonds. Alle restricties worden waar mogelijk dagelijks gemonitord door de beheerder en door Citibank die onafhankelijk opereert als bewaarder. Citibank is als bewaarder aangesteld naar aanleiding van de AIFM richtlijn die beheerders verplicht een onafhankelijk orgaan de monitoring uit te laten voeren. Naast de restricties monitort de beheerder waarschuwingslimieten die moeten voorkomen dat restricties worden overschreden. De waarschuwingslimieten kennen strengere criteria dan de restricties en dienen als waarschuwing, om te voorkomen dat de restricties worden overschreden. Indien overschrijdingen van de restricties zich voordoen wordt dit gelijk met de relevante stakeholders opgenomen waarbij acties worden bepaald om de overschrijdingen zo snel mogelijk op te lossen. Alle overschrijdingen en waarschuwingen worden periodiek gerapporteerd aan alle stakeholders inclusief het management. Hieronder volgt een beschrijving van de doelstellingen en het beleid van de fondsen op het gebied van risicobeheer inzake het gebruik van financiële instrumenten bij het beheer van risico’s. Daarnaast worden de maatregelen gegeven die zijn getroffen ter beheersing van de risico’s.
17 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Renterisico Renterisico ontstaat als gevolg van belangen in vastrentende waarden. Binnen de fondsen wordt renterisico meestal gemeten door de duration. Dit risico wordt gemeten als de afwijking in jaren onder- of overweging ten opzichte van de duration van de benchmark. In deze gevallen wordt renterisico (ten opzichte van een benchmark) vaak gemitigeerd door maandelijkse afdekking via rentederivaten (futures of renteswaps). Deze maatregel is niet geschikt voor alle fondsen, zoals fondsen die gericht zijn op heel weinig renterisico (bijvoorbeeld geldmarktfondsen) of hoog renterisico fondsen zoals de liability matching fondsen. Voor geldmarktfondsen is een eenvoudige maatregel om de looptijd van de instrumenten te beperken. Voor liability matching funds, kunnen geavanceerde maatregelen zoals key rate duration matching meer geschikt zijn. Samenvattend zijn de maatregelen om renterisico te beheersen als volgt: Maatregel: modified duration (relatief of absoluut) Maatregel: toegestane looptijden (geldmarkt fondsen) Maatregel: key rate duration (ten opzichte van de benchmark; liability matching fondsen) Valutarisico Om het valutarisico te beperken wordt voor elk fonds bepaald welke valuta zijn toegestaan en of de niet euro valuta's moeten worden afgedekt. De voorgestelde maatregelen voor de beheersing van het valutarisico is het monitoren van de hoeveelheid niet euro exposure of het percentage afgedekt naar de euro. Maatregel: toegestane set van valuta Maatregel: afgedekte percentage naar euro of toegestane percentage niet euro Aandelenrisico Aandelenrisico is het risico dat één van de investeringen in waarde zal dalen als gevolg van de dynamiek van de beurs. Bovendien is het aandelenrisico afhankelijk van de regio's of sectoren waarin kan worden belegd. De meeste fondsen zijn fondsen die in een bepaalde regio beleggen. Dit betekent dat voor elk specifiek fonds verschillende soorten sectoren zijn toegestaan en beperkingen richten zich op maximale blootstelling in een specifieke regio (zie ook de paragraaf Concentratierisico). Aandelen investeringen zijn beursgenoteerde aandelen, hedgefondsen en/ of private equity die elk een verschillende soort aandelenrisico genereren. Voor elk fonds zijn deze risico’s geadresseerd in het overzicht met type beleggingen waarin het fonds mag handelen. De (operationele) risico's van de handel in beursgenoteerde aandelen wordt gedeeltelijk gemitigeerd door het beperken van de beurzen waar aandelenposities kunnen worden verhandeld. Om het totale aandelenrisico te meten wordt daarnaast een tracking error ten opzichte van de gekozen benchmark of bèta restrictie (het risico ten opzichte van de markt te meten) opgenomen. Maatregel: maximale tracking error of bèta blootstelling Grondstoffenrisico Grondstoffenrisico is het risico dat voortvloeit uit de handel in financiële instrumenten waarbij de waarde is gebaseerd op de waarde van een fysiek materiaal. Tot commodities behoren agrarische producten (bijvoorbeeld katoen, jus d'orange en granen), energie-producten (bijvoorbeeld olie, aardgas en kolen), minerale producten (goud, koper, etc.) en andere producten, zoals elektrische energie, enzovoort. Naast het algemene marktrisico van het veranderen van de prijzen van de financiële instrumenten die worden gebruikt, vloeit het belangrijkste grondstofrisico voort uit de aard van de grondstoffen die zijn toegestaan in het fonds. De maatregel is het bedrag van de blootstelling per soort grondstof. De operationele risico's die inherent zijn aan bepaalde aan grondstoffen gerelateerde financiële instrumenten is het risico van fysieke levering. Dit risico wordt gemitigeerd door het niet toestaan van het aanhouden van posities tot een bepaald aantal dagen vóór de settlement en/of door het toestaan van bepaalde type instrumenten. Maatregel: toegestane type commodity’s (of uitsluiting lijst) Maatregel: toegestane weging (of afwijking in de blootstelling van de benchmark) per type commodity
18 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Inflatierisico Inflatierisico ontstaat als gevolg van veranderingen in het inflatieniveau van een land. Dit heeft een effect op allerlei instrumenten, vooral instrumenten met vaste coupons. Dit risico wordt reeds meegenomen in andere risico’s die hierboven worden genoemd zoals renterisico of algemeen marktrisico en zal dus geen specifieke aanvullende maatregelen vereisen. Hoewel het inflatierisico door het bovengenoemde instrumentarium grotendeels wordt gemitigeerd, resulteert nog een extra risico dat wordt beschouwd als inflatierisico. Dit is het marktrisico van wijzigingen in de reële rente over het inflatiepercentage. Dit risico is alleen aanwezig in een fonds waar de inflatie-gerelateerde producten zijn toegestaan. Maatregel: toegestane instrumenten Maatregel: of maximale blootstelling van de inflatie-gerelateerde producten, of maximale inflatie delta Concentratierisico Concentratierisico is het risico van blootstelling aan idiosyncratisch risico. Dit is het risico dat een individueel geval het risico van een heel fonds kan beïnvloeden. Het wordt meestal gemanaged door asset allocatie. De concentraties in de fondsen worden gemeten vanuit drie verschillende invalshoeken: concentratie per uitgevende instelling, concentratie per land en concentratie per sector: • concentratie per uitgevende instelling wordt gemeten door de allocatie. Concentratie per uitgevende instelling wordt gemanaged door het opleggen van de absolute beperkingen per uitgever, waarbij een uitgevende instelling wordt beschouwd als één securitisatie bestaande uit meerdere obligaties. Restricties per uitgevende instelling kunnen afwijken per rating, land, type enzovoort. • concentratie per land wordt bepaald door de weging in een bepaald land. Landen worden gedefinieerd als het land waar het risico van de belegging ligt. Voor sommige fondsen worden niet landen maar de regio's (CoreEurozone, Noord-Amerika, Azië, enzovoort) gebruikt. Regio’s moeten worden gedefinieerd als een reeks van landen. • concentratie per sector wordt gemeten door de weging van een bepaalde sector. De beperkingen op de drie invalshoeken van concentratierisico kunnen worden gedefinieerd in absolute of relatieve zin ten opzichte van de benchmark. Maatregel: maximale exposure per sector/ naam/ land op basis van absolute of relatieve (netto) blootstelling. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat een kredietnemer niet aan haar verplichtingen kan voldoen zoals vastgelegd in de voorwaarden. Dit risico kan leiden tot verlies van de hoofdsom of een aanzienlijke verruiming van de spreads bij handelen in de markt. De meest gebruikte maatstaf voor dit risico is rating. Dit kan een interne Aegon rating of benchmark specifieke rating zijn. Andere maatstaven zoals de credit spread of de op basis van het kredietrisico en de optietheorie geschatte frequenties van wanbetaling worden beschouwd, maar zullen alleen worden gebruikt in stress testen of scenario testen. Kredietrisico wordt gemanaged door het opleggen van absolute beperkingen gebaseerd op rating of relatieve blootstelling ten opzichte van de benchmark. De bovengenoemde restricties worden gecontroleerd op basis van de toegewezen rating per aankoop of de huidige datum. Een potentiële inbreuk als gevolg van een aanpassing van de rating van een bepaald instrument, of als gevolg van de ontwikkelingen op de marktwaarde zal niet direct leiden tot een mandaat overschrijding. Het mandaat moet bepalen hoeveel tijd is toegestaan om deze blootstelling te verkopen van het fonds als er beperkingen gelden voor het fonds. Daarnaast zal in een dergelijk geval een beperking worden opgelegd voor bijkomende aankopen van de bepaalde rating classificatie. Maatregel: maximale exposure per rating gebaseerd op absolute of relatieve exposure (met mogelijkheid voor tijdelijke uitbreiding van de maximale exposure te wijten aan downgrades).
19 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Tegenpartijrisico Tegenpartijrisico is het risico dat een tegenpartij in een (OTC) derivatentransactie niet aan zijn contractuele verplichtingen kan voldoen. Dit risico is aanwezig bij fondsen waar in OTC-derivaten gehandeld mag worden. Een eerste risico maatstaf is het risico op wanbetaling van de tegenpartij, gemeten door de rating van de tegenpartij. Bovendien hebben al onze OTC-derivaten dagelijkse uitwisseling van onderpand en daarmee wordt het tegenpartijrisico grotendeels gemitigeerd. Alleen voor zeer leveraged fondsen met OTC-posities, kunnen de resterende risico's nog steeds materieel zijn. In die gevallen kan het gevaar ontstaan dat als een tegenpartij in gebreke blijft, de derivaten positie moet worden vervangen. Hiervoor monitoren wij de maximale exposure per tegenpartij en is er een eis gesteld ten aanzien van de minimale rating van de OTC tegenpartij. Handhaving van strenge wettelijke regelingen, met behulp van ISDA (International Swaps and Derivatives Association) contracten en CSA's (Credit Support Annex) vermindert de operationele risico's die betrokken zijn bij de uitwisseling van zekerheden en afwikkeling. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat het fonds niet in staat is om een positie snel genoeg te verhandelen tegen een redelijke prijs. Het risico is gerelateerd aan de omvang van het fonds en de individuele posities in vergelijking met de omvang en de verhandelbaarheid van de activa in de portefeuille. De beheerder heeft een passend liquiditeitsbeheer systeem welke procedures omvat om het liquiditeitsrisico van elk fonds te controleren en om er voor te zorgen dat de liquiditeit van het fonds in lijn ligt met de onderliggende verplichtingen. Het liquiditeit management systeem: A. houdt een niveau van liquiditeit in een fonds passend bij de onderliggende verplichtingen, die wordt gebaseerd op een beoordeling van de relatieve liquiditeit van de onderliggende activa in de markt, rekening houdend met de tijd die nodig is voor de liquidatie van de activa en de waarde waartegen de activa kunnen worden geliquideerd; B. monitort het liquiditeitsprofiel van de portefeuille van het fonds. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijke marginale bijdrage van de afzonderlijke activa die een materieel effect kan hebben op de liquiditeit, evenals de materiële schulden en verplichtingen die het fonds kan hebben in relatie tot de onderliggende verplichtingen. Voor deze doeleinden houdt de beheerder rekening met het profiel van de investeerdersbasis, met inbegrip van de aard van de beleggers, de relatieve omvang van de investeringen en de uittredingsvoorwaarden; C. bewaakt, waar het fonds belegt in extern beheerde fondsen (fund-of-fund structuur) of wordt beheerd door een externe vermogensbeheerder, de door de beheerders van de andere fondsen vastgestelde aanpak met betrekking tot het liquiditeitsbeheer. Dit omvat het uitvoeren van periodieke evaluaties om wijzigingen in de uittredingsvoorzieningen van deze onderliggende fondsen te monitoren; D. implementeert procedures om de kwantitatieve en kwalitatieve risico's van posities en van de voorgenomen investeringen die een materieel effect hebben op de liquiditeit van de portefeuille van het fonds te kunnen beoordelen; E. implementeert de instrumenten en regelingen die nodig zijn om het liquiditeitsrisico van elk fonds te beheren. De eerlijke behandeling van alle deelnemers met betrekking tot elk fonds moet worden beschouwd.
20 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Hefboomwerking Hefboomwerking wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de exposure van het fonds en de intrinsieke waarde van het fonds. De hefboom in de fondsen wordt berekend op twee verschillende manieren: de bruto en de verplichtingen methode. Beide methoden zijn voorgeschreven door de AIFMD. De bruto methode: • sluit uit van de berekening de waarde van de liquide middelen en de zeer liquide beleggingen in euro van het fonds die onmiddellijk kunnen worden omgezet in een bedrag in contanten, onder voorbehoud van een onbeduidend risico van wijzigingen in waarde en die zorgen voor een rendement van niet meer dan die van drie maanden hoogwaardige staatsobligaties; • zet derivatenposities (met behulp van bepaalde specifieke conversie methodes) om in de gelijkwaardige positie van de onderliggende activa; • sluit uit van de berekening contante leningen die noteren in contanten of gelijkwaardig en waar het bedrag dat is verschuldigd bekend is; • omvat exposure als gevolg van de herbelegging van leningen in contanten, uitgedrukt als het hoogste van de marktwaarde van de belegging of het totale bedrag van de contanten die zijn geleend; en • omvat posities van repo of omgekeerde repo-transacties en regelingen zoals het lenen en uitlenen van stukken. De verplichtingen methode: • zet derivatenposities (met behulp van bepaalde specifieke conversie methodes) om in de gelijkwaardige positie van de onderliggende activa, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan; • houdt rekening met verrekening en hedging regelingen (opnieuw, onder bepaalde voorwaarden); • berekent de exposure gecreëerd door de herbelegging van leningen, indien de herinvestering de exposure van het fonds verhoogt; en • sluit uit van de berekening afgeleide instrumenten gebruikt voor valuta-indekking. Elk fonds heeft hefboomrestricties die worden gecontroleerd als andere beleggingsrestricties. In het geval van investeringen in fondsen van derden wordt de hefboom in de door derde beheerde fondsen niet opgenomen in de hefboomberekeningen van de fund of fund structuur. Risico limieten controle De risico limieten controle is bedoeld om ervoor te zorgen dat het risicoprofiel van de fondsen effectief kan worden gecontroleerd. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) krijgt een melding als er een gebrek aan samenhang bestaat tussen het risicoprofiel van het fonds en de risico limieten of wanneer er een wezenlijk risico bestaat dat een dergelijke inconsistentie zal optreden. De samenhang tussen de risico limieten en het risicoprofiel wordt ten minste jaarlijks gecontroleerd. Per type financieel risico worden maatregelen gedefinieerd om deze risico's te beheersen. De meest geschikte maatregelen kunnen afwijken per fonds, op basis van de strategie van het fonds. Voor de geselecteerde maatregelen per fonds worden passende risico limieten ingesteld, die vervolgens worden gecontroleerd. Hiermee wordt gewaarborgd dat de fondsen handelen binnen de gestelde mandaten. Om te zorgen voor een efficiënt en effectief risicomanagement proces, voldoen de maatregelen en de daaruit voortvloeiende risico limieten aan de volgende principes: 1. Gekwantificeerde limieten zijn meetbaar. 2. Restricties of limieten hebben duidelijke definities. 3. Maatregelen worden zodanig gekozen dat de metingen en monitoring kan worden geautomatiseerd. 4. Meervoudige restricties met een vergelijkbaar doel worden vermeden, behalve wanneer er een legitieme reden is. 5. Elk fonds heeft limieten voor alle geïdentificeerde risico's. 6. Restricties zijn ontworpen om de complexiteit te beperken, dus een restrictie per type risico in plaats van het combineren van verschillende soorten risico's tot een restrictie.
21 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 De risico limieten van de fondsen worden in principe dagelijks gecontroleerd. De controle bestaat uit de berekening van de controle waarden voor elk van de fondsen, vergelijking met de interne en externe risico limieten en escalatie van de overschrijdingen binnen de organisatie. Interne grenzen worden ingesteld als waarschuwingslimieten om te voorkomen dat de externe grenzen worden geschonden of als verdere beperking op grond van andere overwegingen (bijvoorbeeld uitsluitingenlijst op basis van maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid of liquiditeitsbeheer). De berekening voor de meeste van de limieten is uitbesteed aan Citibank. Als custodian en fondsadministrateur heeft Citibank volledig inzicht in de fondsen, waarvoor Citibank de naleving van de limieten controleert en relevante berekeningen uitvoert binnen hun systemen. De beheerder ontvangt berichten van de waarschuwingen (schendingen van de interne grenzen) en inbreuken (schendingen van de externe grenzen) met alle van toepassing zijnde gegevens en controles voor de validatie. Sommige van de limieten worden door de beheerder gecontroleerd en worden gerapporteerd in een overzicht van waarschuwingen en overschrijdingen. Deze waarschuwingen en overschrijdingen worden geanalyseerd en verschillende processen worden gevolgd afhankelijk van de materialiteit van de overtreding. Immateriële interne inbreuken worden meestal opgelost binnen een paar dagen en alleen gemeld aan de portfolio manager als deze langer blijven uitstaan. Materiële interne overtredingen worden gerapporteerd aan de portefeuillemanager om de inbreuk te valideren en de oplossing te controleren. Problemen met een hoog risico worden onmiddellijk gemeld aan de CIO. Op weekbasis worden alle uitstaande materiële interne en externe overschrijdingen intern gemeld aan onder andere het management. Op maandelijkse basis wordt het ingestelde Risk Control Committee geïnformeerd over alle gemelde waarschuwingen en overschrijdingen met inbegrip van de status of de oplossing daarvan. Operationeel risicobeheer De beheerder heeft de volgende definitie van operationeel risico vastgesteld: "Het risico van verlies als gevolg van tekortschietende of falende interne processen, mensen en systemen of van externe gebeurtenissen". De beheerder heeft een samenhangend kader ingericht voor de definitie en de indeling van de risico's en de organisatie van de risicobeheer activiteiten. Het operationeel risicomanagementbeleid omvat de strategie en de doelstellingen voor het operationeel risicobeheer en de processen die de beheerder heeft ingericht om de doelstellingen te bereiken. De doelstellingen voor het operationeel risicobeheer (ORM) zijn: • alle belangrijke operationele risico's worden geïdentificeerd, gemeten, geëvalueerd, geprioriteerd, beheerd, gecontroleerd en behandeld op een consistente en effectieve manier in de hele organisatie; • passende en betrouwbare instrumenten voor risicobeheer (inclusief de belangrijkste risico-indicatoren, database met risk events, risk & control self-assessments, monitoring beoordelingen, en stress en scenariotests) worden ingezet ter ondersteuning voor management rapportage, besluitvorming en beoordeling van benodigd (reserve)kapitaal; • alle bestuurders, het management en het personeel zijn verantwoordelijk voor het beheren van operationele risico's in lijn met de rollen en verantwoordelijkheden; en • de belangrijkste belanghebbenden ontvangen tijdige en betrouwbare bevestiging dat de organisatie de belangrijke operationele risico's voor haar activiteiten beheert. Risicobewaking Het doel van de operationele risicobewaking is het beschermen van het belegd vermogen van de klanten van de fondsbeheerder, ervoor zorgen dat klanten eerlijk worden behandeld en ervoor te zorgen dat de beheerder voldoet aan de wettelijke verplichtingen. Onder risicobewaking valt ook het geven van feedback aan het bedrijf op de effectiviteit van hun operationele beheersmaatregelen en het afzetten van het huidige operationele risico profiel tegen de vastgestelde risico tolerantie. Een belangrijk onderdeel is het testen van interne beheersmaatregelen om een onafhankelijke beoordeling van de geschiktheid van ontwerp en de operationele effectiviteit van de belangrijkste operationele beheersmaatregelen die door het management zijn ingesteld. De uitkomst hiervan wordt onafhankelijk beoordeeld door een externe accountant en vastgelegd in een ISAE 3402 verklaring. Verder wordt toegezien op naleving van het beleid van de beheerder en Aegon Groep en eventuele tekortkomingen worden gerapporteerd aan het verantwoordelijke management.
22 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Continuïteit management Het doel van het continuïteit management van de beheerder is om de continuïteit van haar activiteiten te verzekeren, het vestigen van vertrouwen, het beschermen van de activa en toevertrouwde middelen, kunnen voldoen aan verplichtingen, voldoen aan interne en externe regelgeving en het voorkomen of mitigeren van schade en risico. De beheerder heeft maatregelen genomen om het risico op een verstoring van de continuïteit zoveel mogelijk te beperken tot een aanvaardbaar niveau. Dit zal ervoor zorgen dat de beheerder een prudent operationeel risicoprofiel handhaaft zowel onder normale zakelijke omstandigheden als onder extreme omstandigheden als gevolg van onvoorziene gebeurtenissen. Het doel van continuïteit management is om risico's te identificeren en te beheren tot een aanvaardbaar niveau. Een aanvaardbaar niveau van risico wordt bepaald door het vinden van een evenwicht tussen de kosten van de maatregelen voor het mitigeren van risico’s en de waarde van de activa van de beheerder. De verantwoordelijkheid voor het goed inrichten van continuïteit management is belegd als onderdeel van het primaire proces. Het is de verantwoordelijkheid van Operational Risk Management om er onafhankelijk op toe te zien dat deze verantwoordelijkheid op een juiste manier wordt ingevuld en uitgevoerd. In het verslagjaar hebben zich geen overschrijdingen van restricties voorgedaan.
3.5.
Wet – en regelgeving
De fondsen vallen onder de reikwijdte van de Wet op het financieel toezicht.
3.6.
Fund Governance
De DUFAS Fund Governance Principes zijn in 2008 geïmplementeerd en beschreven in de Aegon Fund Governance Code. De Aegon Fund Governance Code is opgebouwd uit drie onderdelen: I.
II.
III.
Beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de Oversight Entity (Toezichthoudend Orgaan) – Dit betreft de compliance officer van Aegon Investment Management B.V. die toezicht houdt op de naleving van de Aegon Fund Governance en hierover maandelijks rapporteert aan de Chief Risk Officer van Aegon Asset Management NL, die vervolgens periodiek rapporteert aan de Compliance Officer van Aegon N.V. De Compliance Officer van Aegon N.V. rapporteert aan de Raad van Bestuur van Aegon N.V. en, indien noodzakelijk aan de Raad van Commissarissen van Aegon N.V. Beschrijving van de algemene maatregelen inzake Fund Governance – In dit onderdeel wordt de compliance functie, het beleid inzake belangenconflicten, de functiescheiding en de procedure ten aanzien van het omgaan met conflicten beschreven. Voor zover gevallen buiten de relevante wet- en regelgeving of de Aegon Fund Governance Code vallen, zoeken wij aansluiting bij internationale best practices. Beschrijving van de regels en principes met betrekking tot de dagelijkse werkzaamheden – Hier wordt ingegaan op de procedures ten aanzien van onder meer de intrinsieke waardebepaling, compensatierecht bij foutieve intrinsieke waardebepaling, de aandeelhoudersrechten, de relaties met derde partijen, wijziging van voorwaarden, best execution, fair allocation, transactiekosten en softdollar arrangementen en persoonlijke belangen en beloning.
De volledige Aegon Fund Governance Code is via de website van de beheerder www.aegon.nl te downloaden.
23 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 3.7.
Stembeleid en Beleid Verantwoord Beleggen
Bij de uitoefening van het stemrecht wordt door de beheerder aansluiting gezocht bij het stembeleid zoals vastgesteld door Aegon Nederland N.V. welk beleid haar basis vindt in de Nederlandse Corporate Governance Code en bij de bestpractices en aanbevelingen van het Nederlandse corporate governance platform Eumedion. Als uitvloeisel van het stembeleid van Aegon Nederland N.V. wordt gestemd op: Alle Nederlandse belangen uit de portefeuille van de Aegon fondsen; Niet-Nederlandse belangen in actief beheerde aandelenposities in bedrijven waar het tenminste één tiende procent van het uitstaande aantal aandelen met stemrecht bezit. De beheerder draagt zorg dat het stemrecht dat is verbonden aan de financiële instrumenten waarin, middels een basisfonds of pool, wordt belegd zal worden uitgeoefend. Bij het uitoefenen van het stemrecht zal de beheerder een afweging maken die zoveel mogelijk tegemoet komt aan het belang van de participanten. Indien financiële instrumenten zijn uitgeleend kan de beheerder geen gebruik maken van het aan die financiële instrumenten gekoppelde stemrecht. Voor alle Nederlandse belangen worden de financiële instrumenten, indien uitgeleend, teruggehaald zodat we wel van ons stemrecht gebruik kunnen maken. Voor de niet-Nederlandse belangen geldt dat indien naar het oordeel van de beheerder onderwerpen op de agenda staan dan wel indien sprake is van andere omstandigheden die van groot belang zijn voor de desbetreffende onderneming en haar stakeholders zal de beheerder er naar streven om ervoor te zorgen dat de desbetreffende financiële instrumenten niet zullen zijn uitgeleend op het moment dat de beheerder zelf actief wil gaan stemmen op een door de onderneming uitgeschreven aandeelhoudersvergadering. Op de door de beheerder beheerde beleggingen is tevens het door Aegon vastgestelde Beleid Verantwoord Beleggen van toepassing. De beheerder geeft op verschillende manieren uitvoering aan dit beleid. Op het beleggingsuniversum wordt een uitsluitingenlijst toegepast. Op de uitsluitingenlijst staan ondernemingen en staten die niet voldoen aan de criteria zoals die in het Beleid Verantwoord Beleggen staan vermeld. Controle op de naleving van deze beleggingsrestricties vindt zowel pre-trade als post-trade plaats. Een onderneming kan a priori zijn uitgesloten, bijvoorbeeld omdat deze betrokken is bij de productie van controversiële wapens, en een onderneming kan uitgesloten zijn omdat een dialoog met de onderneming niet tot de gewenste gedragsverandering heeft geleid. Het aangaan van een dialoog met een onderneming teneinde een gedragsverandering te bewerkstellingen noemen we engagement. Engagement maakt, samen met het uitoefenen van stemrecht, het inbrengen van een aandeelhoudersvoorstel, en het procederen tegen een onderneming, onderdeel uit van wat we actief (aandeel)houderschap (active ownership) noemen. Dit is een belangrijk onderdeel binnen Verantwoord Beleggen waardoor er ook bij het uitoefenen van stemrecht, waar mogelijk, gestemd wordt conform het Beleid Verantwoord Beleggen. Dit betekent dat er niet alleen met governance factoren rekening wordt gehouden, maar ook dat er belang wordt gehecht aan milieu- en sociale aspecten. Uiteraard in overeenstemming met onze fiduciaire verplichtingen en conform diverse initiatieven en codes binnen de sector, zoals bijvoorbeeld de UN PRI (United Nations Principles for Responsible Investment). Over de doelen, activiteiten en resultaten van de engagementstrategieën wordt verantwoording afgelegd in ons Responsible Investment Report. Tot slot zullen de portefeuillemanagers, indien mogelijk, actief rekening houden met materiële milieu-, sociale-, en governance factoren bij het selecteren van investeringen. Daartoe hebben ook onze analisten deze factoren meegenomen en gewogen in hun analyse. Dit wordt ESG (Environment, Social and Governance) -integratie genoemd. Vanuit een risico- en rendementsoogpunt is het verstandig om alle relevante niet-financiële informatie mee te wegen in de investeringsbeslissing omdat deze informatie (op termijn) financiële consequenties kan hebben. Aegon kent een grote diversiteit aan klanten. Bij het samenstellen van het Beleid Verantwoord Beleggen is getracht de belangen van deze klanten in ogenschouw te nemen. Een volledig overzicht van het beleid inzake verantwoord beleggen alsmede het Aegon Responsible Investment Report is via de website van de beheerder www.aegon.nl te downloaden.
24 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 3.8.
Verklaring inzake de bedrijfsvoering
Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als beheerder voor AEGON Paraplufonds I te beschikken over een beschrijving als bedoeld onder artikel 121 Bgfo, die voldoet aan de eisen van het Bgfo. Wij hebben ten aanzien van de bedrijfsvoering niet geconstateerd dat deze niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd.
3.9.
Algemene vooruitzichten
Aandelen Europa De waarderingen van aandelen liggen gemiddeld op een niveau dat vergelijkbaar is met voor de financiële crisis. Aandelen zijn daarmee weliswaar niet ‘goedkoop’, maar gezien de winstvooruitzichten en marktrentes nog wel steeds redelijk geprijsd. Voor Europa is een aantal van de recente ontwikkelingen in eerste instantie gunstig. Lagere grondstofprijzen, vooral die van olie, betekenen een positieve impuls voor de koopkracht. De rente is laag en daarnaast is de verzwakking van de euro ten opzichte van de dollar een duwtje in de rug. Daartegenover staat dat de lagere grondstofprijzen de winst van olieproducenten en mijnbouwbedrijven sterk onder druk zetten, waardoor zij hun investeringen terugschroeven. Ook de toeleveranciers van deze sectoren lijden daar onder. Ook dit jaar zullen de ogen van veel beleggers gericht zijn op de ontwikkelingen in China. Voor het land worden niet meer de hoge groeicijfers uit het verleden verwacht, maar met zo’n 6% verwachte groei zal China nog steeds beter presteren dan veel geïndustrialiseerde landen. Geopolitieke risico’s waar beleggers rekening mee moeten houden zijn onder andere de conflicten in het Midden-Oosten en coalitieonderhandelingen in Spanje die economische hervormingen kunnen vertragen of ongedaan kunnen maken. Daarnaast beslist het Verenigd Koninkrijk per referendum over zijn toekomst in de Europese Unie. Noord-Amerika Het vooruitzicht voor Noord-Amerikaanse aandelen is neutraal. De waarderingen en winstmarges zijn aan de hoge kant, maar dit geeft op korte termijn geen reden tot zorg nu de economie sterke cijfers laat zien. De Amerikaanse centrale bank (de Fed) heeft aangegeven de rente ook komend jaar te verhogen. Dit kan het opwaarts potentieel sterk beperken. Azië inclusief opkomend Azië De financiële markten zijn in toenemende mate onzeker over de wereldwijde macro-economische ontwikkelingen. Aan de ene kant moet het besluit tot renteverhoging door de Fed vertrouwen geven dat de Amerikaanse economie sterk genoeg is deze te kunnen weerstaan. Aan de andere kant geven industriële productie, wereldhandel cijfers, grondstofprijzen en vertrouwensindicatoren van het bedrijfsleven het tegenovergestelde signaal, waarbij afzwakkende economische groei en deflatoire krachten de overhand hebben. De verwachting is dat het huidige, gematigde groeiprofiel van de wereldeconomie voorlopig aanhoudt, zowel voor ontwikkelde markten als de meeste grote opkomende landen zoals China, Brazilië, Turkije en Rusland. Dalende grondstofprijzen in combinatie met zwakke groei zorgt wereldwijd voor lage(re) inflatie en rentestanden. Overheden en centrale bankiers hebben verschillende maatregelen doorgevoerd om de economie in de regio te stimuleren, vooralsnog met weinig succes.
25 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Zolang deze stimuleringsmaatregelen niet leiden tot een aanzienlijke groeiversnelling, is de verwachting dat aandelenmarkten in een zij- tot neerwaarts consolidatiepatroon blijven handelen. Het belangrijkste risico voor de Aziatische aandelenmarkten is de verdere appreciatie van de Amerikaanse dollar, waardoor liquiditeit in de regio afneemt. Hierdoor komen balansen van banken verder onder druk te staan en kunnen veel bedrijven steeds moeilijker aan hun verplichtingen voldoen. Het aantal slechte leningen bij banken neemt dan toe. Een ander groot risico is verdere afzwakking van de Chinese groei, waardoor de gehele regio in een recessie terecht kan komen. Tenslotte vormen de toegenomen geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten en in de Aziatische regio een bedreiging voor economische groei en de financiële markten. Japan Op de financiële markten is de nervositeit toegenomen over de staat van de wereldeconomie. De Amerikaanse groei was robuust en stabiel genoeg voor de Fed om de rente in december met 0,25% te verhogen. De consensusverwachting is dat er in 2016 nog een aantal renteverhogingen volgen, waardoor de Amerikaanse dollar verder kan appreciëren. Dit heeft een negatief effect op opkomende markten zoals China – een zeer belangrijke exportbestemming voor Japanse bedrijven. Onder beleggers neemt risico-aversie toe, waardoor recent ook de Japanse yen is geapprecieerd tegenover de meeste andere valuta. Dit zet de export en winstgevendheid van Japanse bedrijven onder druk. Op de korte termijn lijkt deze onzekerheid aan te houden en daarom is een defensieve positionering in Japanse aandelen wenselijk. Op de lange termijn blijven de fundamentele vooruitzichten van de Japanse aandelenmarkt echter nog steeds gunstig. Na jarenlange underperformance ten opzichte van andere aandelenmarkten, lijkt het tij gekeerd. De Japanse beurs is van alle ontwikkelde landen de best presterende en onze verwachting is dat dit verder doorzet. Japanse aandelen zijn aantrekkelijk gewaardeerd en handelen tegen een kleine premie over boekwaarde. Tevens zijn de winstrevisies nog positief, dit in tegenstelling tot neerwaartse winstrevisies in veel andere landen. En tenslotte begint een van de speerpunten van Abenomics nu zijn vruchten af te werpen, namelijk het verbeteren van de ‘corporate governance’. Japanse bedrijven besteden nu al zichtbaar meer aandacht aan dividenden, balansbeheer en communicatie met aandeelhouders. Hierdoor hebben Japanse aandelen naar onze mening nog voldoende opwaarts koerspotentieel. De belangrijkste kortetermijnrisico’s voor Japanse aandelen zijn afzwakkende wereldwijde groei en de toegenomen geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten, en in de Aziatische regio waarbij de belangrijkste handelspartner China in een aantal conflicten is verwikkeld in de Zuid-Chinese zee. Latijns-Amerika De vooruitzichten voor de aandelenmarkten in Latijns-Amerika zijn gemengd. Het patroon van een dalende economische groei, dalende grondstofprijzen en een verkrappend monetair beleid in Amerika, zal naar onze verwachting in 2016 aanhouden. Dit zal voor deze regio negatieve gevolgen hebben. Aan de andere kant zijn de waarderingen erg aantrekkelijk. Wanneer de grondstofprijzen stabiliseren kunnen zich interessante kansen voordoen. Verder zijn politieke ontwikkelingen in landen als Brazilië van groot belang op de lokale beurzen. Wanneer het vertrouwen terugkeert in president Dilma Rousseff kan dit een positief effect hebben op de Braziliaanse Bovespa. Vastrentende waarden Staatsobligaties en geldmarkt De economische groei en de inflatie in de eurozone blijven in onze verwachting nog lang laag. Dit betekent dat macroeconomische factoren slechts een beperkte opwaartse druk op de rente hebben, ondanks de huidige lage renteniveaus. In 2015 was sprake van een gematigd groeiherstel in de eurozone. De binnenlandse vraag nam toe door een behoorlijk herstel in de Europese periferie en de doorzettende groei van Duitsland, de motor van de Europese economie. Positief is ook dat de Griekse kwestie medio 2015 – na flinke onzekerheid en de verkiezingsoverwinning van de anti-Europese partij van Tsipras – tenminste tijdelijk is geparkeerd. De buitenlandse vraag kwam echter onder druk te staan door groeiproblemen in vooral landen als China, Brazilië en Rusland. Het herstel in de Verenigde Staten was onvoldoende om dit te compenseren. De Europese groei blijft hierdoor net boven de trendgroei steken.
26 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Deze beperkte extra groei in Europa is onvoldoende om de bestaande output gap snel te dichten. De inflatie blijft hierdoor laag. De output gap is bijvoorbeeld zichtbaar in de werkloosheidscijfers: de werkloosheid verbeterde de afgelopen jaren aanzienlijk, maar bevindt zich nog steeds een behoorlijk stuk boven het evenwichtsniveau vanaf waar (loon)inflatie gaat ontstaan. De inflatieverwachting staat bovendien onder druk door de lage en verder dalende olieprijzen. De inflatie zal waarschijnlijk gaan oplopen door basiseffecten voortkomend uit de scherpe daling van de olieprijzen in 2015. Maar zelfs dan zal de inflatie niet in de buurt komen van het inflatiedoel van de Europese Centrale Bank (ECB). Daarnaast blijft de kerninflatie rond de 1,0% hangen. De ECB heeft vanwege deze groei- en inflatieontwikkelingen begin december 2015 aangekondigd de periode waarin staatsobligaties opgekocht worden te verlengen en de deposito rente weer te verlagen tot -0,30%. De officiële rente bleef voorlopig wel ongewijzigd op 0,05%. Bij aanhoudend lage inflatie verwachten wij aanvullende maatregelen van de ECB. Vanuit monetair beleid voorzien wij een aanhoudende neerwaartse druk op de rente. Andere redenen voor een blijvend lage rente zijn regelgeving en de vereisten voor onderpand voor derivaten die beiden de vraag naar staatsobligaties stimuleren. Het kan zijn dat de rente op korte termijn een licht herstel laat zien. De rente is door een overreactie op verschillende recente ontwikkelingen mogelijk te ver gedaald. Voorbeelden van die ontwikkelingen zijn groeiproblemen in sommige regio’s, de dalende olieprijs, de dalende inflatie(verwachtingen), spanningen in het Midden-Oosten en de vluchtelingenproblematiek. Wij verwachten echter op basis van eerder genoemde ontwikkelingen dat het herstel in beperkte mate optreedt en de rente zeer laag blijft. Vastgoed De vooruitzichten voor vastgoed zijn gematigd positief. Een van de specifieke waarderingsmaatstaven van vastgoed is de ratio van marktwaarde ten opzichte van de onderliggende waarde. Voor de meeste regio’s ligt die nu rond het langetermijngemiddelde. Het dividendrendement van vastgoedaandelen steekt gunstig af ten opzichte van de aandelenmarkt en bedrijfsobligatierente. De Amerikaanse tienjaars rente kan stijgen door het aflopen van de monetaire verruiming, inflatie ontwikkelingen en een verhoging van de rente door de Amerikaanse centrale bank (de Fed). Dit kan het opwaarts potentieel op korte termijn beperken. Grondstoffen Onze verwachtingen voor grondstoffen zijn neutraal. De wereldwijde economische groei lijkt wat aan te trekken. De bezettingsgraden zijn echter nog laag. De grondstoffenmarkt heeft te maken met overaanbod en hoge voorraden. Daarnaast hebben vooral de industriële metalen last van een groeivertraging in China. Aan de andere kant nemen de investeringen snel af, waardoor de toekomstige productiecapaciteit ook sterk afneemt. Eventuele oplopende spanningen in het Midden-Oosten of andere geopolitieke spanningen kunnen dan zorgen voor plotselinge prijsstijgingen. Daarnaast kan een versnelling van de economische groei een opwaarts effect hebben op vooral metaal- en energieprijzen. De risico’s blijven vooralsnog groot. Hedge Funds Onze verwachting voor de ontwikkelde economieën staat in het teken van een beperkte economische groei, die de komende jaren vermoedelijk verder afzwakt. Zo ligt de groei in China nu nog op een hoog niveau, maar gaat die naar verwachting afnemen. In deze situatie van beperkte groei zijn ook de beleggingsrendementen laag. Hier komt bij dat hedgefondsen veelal beleggen in categorieën die relatief duur zijn geworden, zoals aandelen en obligaties. Al met al is het opwaarts potentieel beperkt en verwachten we voor 2016 geen hoge rendementen. Wel verwachten we dat hedgefondsen bij een eventuele sterke correctie van de financiële markten minder in waarde dalen dan traditionele beleggingscategorieën. Hedgefondsen zijn immers minder gevoelig voor marktbewegingen en bieden daarmee wat bescherming aan de beleggingsportefeuille.
27 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 De sterke invloed van centrale banken op de financiële markten is een complicerende factor, die de waardeontwikkeling van beleggingscategorieën minder voorspelbaar maakt. De combinatie van lage voorspelbaarheid en hoge volatiliteit is doorgaans relatief gunstig voor flexibele managers met een korte beleggingshorizon, zoals managed futures. Daarnaast verwachten we dat managers die zich richten op het inschatten van bepaalde macrofactoren, zoals global macro managers, het ook relatief goed doen in 2016.
Den Haag, 16 maart 2016 De beheerder Aegon Investment Management B.V., namens deze: E. van der Maarel S.A.C. Russell W.J.J. Peters H. Eggens R.R.S. Santokhi A.H. Maatman
28 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4 4.1.
Jaarrekening 2015 AEGON Paraplufonds I Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Aandelen Derivaten Beleggingsfondsen Totaal beleggingen Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Overige vorderingen Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Beleggingen Opgenomen callgelden Totaal beleggingen Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
4.5.1
6.522 501 189.688 196.711
5.371 1.097 182.898 189.366
618 374 992
764 445 1.209
596 596 198.299
483 483 191.058
4.5.5
186.189 10.812 197.001
171.711 18.206 189.917
4.5.1
440 440
343 343
847 11 858 198.299
407 18 373 798 191.058
4.5.3
4.5.4
4.5.6 4.5.7
29 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.2.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Direct beleggingsresultaat Totaal direct resultaat Waardeveranderingen beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Valutaresultaten Op- en afslagvergoeding Overige opbrengsten Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
4.3.
Referentie
2015
2014
4.5.9 4.5.10
62 62 12.131 12.193
126 126 19.672 19.798
4.5.11
4.5.14
(1) 99 2 100
151 2 153
(1.481) (1.481) 10.812
(1.745) (1.745) 18.206
2015
2014
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Ontvangen dividend Ontvangen securities lending fees Ontvangen overige opbrengsten Opnames en uitzettingen callgelden Stortingen en onttrekkingen gestelde zekerheden Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Betaalde interest Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Valutaomrekening liquiditeiten Liquiditeiten eindstand boekjaar
(55.751) 61.123 141 2 11 97 (337) (1.368) (156) (1) 3.761
(117.567) 153.567 221 2 (209) 637 (1.688) (186) 34.777
(65.798) 64.508 99 (2.438) (3.629) 132 465 (1) 596
(46.960) 15.898 151 (3.410) (34.321) 456 9 465
30 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.4.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
4.4.1
Algemeen
De jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I is opgesteld in overeenstemming met BW2 Titel 9 en de bepalingen uit de Wet op het financieel toezicht. De jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de door de wetgever opgestelde modellen ten behoeve van de jaarrekening voor beleggingsinstellingen. Op onderdelen zijn in de jaarrekening bewoordingen gehanteerd die afwijken van die modellen, omdat deze beter de inhoud van de post weergeven. De jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I is een optelling van de onderliggende subfondsen. De jaarrekeningen van de subfondsen zijn daarnaast afzonderlijk in dit jaarverslag gepresenteerd teneinde inzicht in de activiteiten per subfonds te geven. Op 31 december 2015 is het fondsvermogen van het AEGON Paraplufonds I opgebouwd uit zeven subfondsen; - AEGON Europees Obligatie Fonds, - AEGON Wereldwijd Mix Fonds, - AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds, - AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds, - AEGON Europa Index Aandelen Fonds, - AEGON Wereld Index Aandelen Fonds, - AEGON Garantie Click 90 Fonds II Per 1 oktober is het AEGON EuroFonds opgeheven. Derhalve maakt dit subfonds geen onderdeel meer uit van het fondsvermogen per 31 december 2015. In de hoofdstukken 5 tot en met 12 zijn de jaarrekeningen opgenomen van de subfondsen welke in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 actief zijn geweest. Bedragen luiden in euro, tenzij anders vermeld. Vreemde valuta De rapportage- en functionele valuta van het fonds betreft de euro en is vastgesteld op grond van het feit dat de participaties van het fonds noteren in euro en het merendeel van de transacties van het fonds plaatsvinden in euro. Activa en passiva in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de koersen ultimo december van het boekjaar. Voor aan- en verkopen gedurende het boekjaar zijn de transactiekoersen gehanteerd. Voor posten van de winst-enverliesrekening in vreemde valuta geldt eveneens de transactiekoers. Verschillen uit de hoofde van de valutaomrekening op beleggingen worden in de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de waardeveranderingen verwerkt. Verschillen uit hoofde van valutaomrekening op vorderingen en schulden worden in de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de valutaresultaten verwerkt. De belangrijkste slotkoersen ultimo december, met de tegenwaarde van € 1, staan hieronder opgenomen: Vreemde valuta slotkoersen Valuta Amerikaanse dollar Australische dollar Britse pond Canadese dollar Zwitserse frank
2015 1,08630 1,49309 0,73702 1,50898 1,08739
31 van 159
2014 1,21005 1,47865 0,77605 1,40154 1,20237
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeiten bestaan uit de liquide middelen en de schulden aan kredietinstellingen. Waarderingsgrondslagen Tenzij anders vermeld, zijn de activa en passiva in de balans opgenomen voor de nominale waarde. Beleggingen zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De wijze waarop deze reële waarde wordt bepaald wordt nader toegelicht in de onderstaande paragraaf.
4.5.
Beleggingen
De aandelen- en fondsbeleggingen worden geclassificeerd als investeringen in eigen-vermogensinstrumenten. De obligatiebeleggingen worden geclassificeerd als investeringen in gekochte leningen en obligaties en worden in beginsel niet tot het einde van de looptijd aangehouden. De derivaten (zoals bijvoorbeeld valutatermijncontracten, opties, futures, interest rate swaps, commodity swaps, total return swaps en credit default swaps) worden geacht deel uit te maken van de handelsportefeuille. Criteria voor opname in de balans Het fonds neemt financiële instrumenten in de balans op zodra zij partij wordt in de contractuele bepalingen van het financiële instrument. De reële waarde van de financiële instrumenten bij eerste opname is gelijk aan de kostprijs van de financiële instrumenten. Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het financieel instrument aan een derde worden overgedragen. Voor ontvangen collateral in verband met de securities lending activiteiten van het fonds geldt dat deze posities niet worden opgenomen op de balans aangezien het fonds geen beschikkingsmacht heeft over het ontvangen collateral. De tegenpartij ontvangt bij teruglevering van de uitgeleende stukken het ontvangen collateral terug. De uitgeleende stukken en het ontvangen collateral dat hier tegenover staat, wordt indien van toepassing toegelicht onder de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. Voor ontvangen collateral in verband met openstaande derivatenposities van het fonds geldt dat het fonds in de balans een schuld aan de tegenpartij opneemt voor het terug te betalen collateral. Voor betaald collateral in verband met openstaande derivatenposities neemt het fonds een vordering op de tegenpartij op. Over het ontvangen of betaalde collateral wordt interest berekend. Verwerking transactiekosten Transactiekosten bij aankoop van beleggingen worden als onderdeel van de kostprijs geactiveerd en worden als onderdeel van de ongerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Aan het einde van het boekjaar zijn als gevolg hiervan geen transactiekosten geactiveerd. Transactiekosten bij verkoop van beleggingen worden als onderdeel van de gerealiseerde waardeveranderingen verantwoord. Transactiekosten bij aankopen van derivaten worden direct in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Het totaalbedrag aan geïdentificeerde transactiekosten van beleggingen (naast de transactiekosten van derivaten) over het boekjaar wordt toegelicht in de kostenparagraaf.
32 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Bepaling reële waarde beleggingen De beleggingen bestaande uit participaties in andere Aegon beleggingsfondsen, worden gewaardeerd tegen reële waarde, zijnde de intrinsieke waarde van de participatie van deze fondsen. De intrinsieke waarde van deze fondsen wordt elke dag dat de Nederlandse beurs open is vastgesteld en weerspiegelt de reële waarde van deze Aegon beleggingsfondsen op het moment van vaststellen van de intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van alle Aegon beleggingsfondsen wordt minstens één keer per jaar gecontroleerd door de externe accountant in het kader van de jaarlijkse controle van het fonds. Hieronder volgen de waarderingsmethoden voor financiële instrumenten welke de subfondsen of onderliggende beleggingsfondsen kunnen aanhouden. Beleggingen die zijn genoteerd aan een effectenbeurs worden gewaardeerd tegen de meest recente slotkoers, of, bij gebreke daaraan, op de door de beheerder getaxeerde waarde. Indien financiële instrumenten op verschillende effectenbeurzen zijn genoteerd, bepaalt de beheerder van welke effectenbeurs de koers in aanmerking wordt genomen. In geval van bijzondere omstandigheden (zoals bijvoorbeeld grote volatiliteit op financiële markten) waardoor naar de mening van de beheerder de waardering op de hierboven beschreven wijze leidt tot een waardering die niet de werkelijke waarde weerspiegelt, kan de beheerder bij de vaststelling van de waarde van beursgenoteerde financiële instrumenten rekening houden met verwachte noteringen aan de hand van relevante indices op financiële markten. Beleggingen in hedge funds worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde van de participatie. Deze waarde wordt elke maand vastgesteld door de beheerder van het onderliggende hedge fund. De waarde ultimo boekjaar wordt getoetst aan het jaarverslag van het hedge fund voor zover deze beschikbaar is op het moment van opstellen van de jaarrekening van het fonds. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan in de intrinsieke waarde ultimo boekjaar van het fonds zoals berekend en afgegeven door de beheerder van het fonds en de intrinsieke waarde volgens de jaarrekening van het fonds. De marktwaarde van callgelden wordt bepaald aan de hand van de theoretische prijs, berekend met behulp van data uit actieve markten. De marktwaarde van valutatermijncontracten wordt bepaald met behulp van een standaard model waarbij via een interface met Bloomberg de quotes en parameters worden ingelezen. De marktwaarde van futures wordt bepaald aan de hand van de notering op een beurs of een andere gereguleerde markt. Indien geen directe notering beschikbaar is, wordt een theoretische prijs berekend met behulp van data uit actieve markten. De marktwaarde van opties wordt bepaald aan de hand van de notering op een beurs of een andere gereguleerde markt. Indien geen directe notering beschikbaar is, wordt een theoretische prijs berekend met behulp van data uit actieve markten. De marktwaarde van total return swaps wordt bepaald aan de hand van de theoretische prijs van de belegging (onderliggende portefeuille van financiële instrumenten) en de hier tegenover staande lening, berekend met behulp van data uit actieve markten. Bij het bepalen van de marktwaarde van credit default swaps wordt gebruik gemaakt van de discounted cash flow methode waarbij toekomstige betalingen worden afgezet tegen de waarschijnlijkheid van een faillissement. De marktwaarde van interest rate swaps wordt bepaald door de toekomstige kasstromen contant te maken tegen de marktrente. De exposurewaarden van de derivaten worden onder de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen nader gespecificeerd.
33 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Toelichting indirecte beleggingen In de toelichting op de indirecte beleggingen is meer informatie opgenomen over de Aegon Basisfondsen waarin gemiddeld meer dan 20% van het vermogen van een Subfonds wordt belegd. Incourante beleggingen Eventuele incourante en/of niet aan een effectenbeurs genoteerde beleggingen worden gewaardeerd op basis van de voor deze beleggingen meest recente informatie waarover de beheerder beschikt. De beheerder zal zich inspannen om te beschikken over de meest recente informatie. Dit impliceert dat, in tegenstelling tot beursgenoteerde beleggingen, voor incourante en/of niet aan een effectenbeurs genoteerde beleggingen de waarde gedateerd kan zijn. Indien na vaststelling van de intrinsieke waarde maar voorafgaand aan publicatie van het jaarverslag informatie beschikbaar komt, die leidt tot een materieel ander inzicht ten aanzien van de te publiceren intrinsieke waarde in het jaarverslag, dan zal dit in het verslag worden gemeld. De nadere informatie zal verwerkt worden bij de eerstvolgende vaststelling van de intrinsieke waarde. Presentatie derivaten De positieve marktwaarde van de derivaten wordt onder de beleggingen gepresenteerd. De negatieve marktwaarde van derivaten wordt als beleggingen aan de passiefzijde van de balans gepresenteerd. Eventuele saldering van derivaten in de balans vindt plaats indien aan de salderingsvoorwaarden is voldaan. In het mutatieoverzicht beleggingen is het gesaldeerde verloop van de derivatenposities per type derivaat weergegeven. Vorderingen en schulden Vorderingen en schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen en schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de vordering of schuld. De vorderingen bestaan voornamelijk uit terugvorderbare en verrekenbare dividend- en bronbelasting en/of lopende interest. De vorderingen uit hoofde van terugvorderbare en verrekenbare dividend- en bronbelasting lopen langer dan één jaar. De andere vorderingen lopen korter dan één jaar. Waardering geschiedt onder aftrek van een eventuele voorziening voor oninbaarheid. Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van de fondsen verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Berekening rendement op basis van herbelegging dividend Het rendement (intrinsieke waarde) wordt berekend op basis van de intrinsieke waarde ultimo boekjaar en de intrinsieke waarde ultimo vorig boekjaar. Bij uitkering van dividend wordt uitgegaan van herbelegging tegen de koers op de dag van de dividenduitkering.
34 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.5.1
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar Aandelen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar Opties Beginstand boekjaar Openen van posities Afwikkelen van posities Waardeveranderingen Eindstand boekjaar Callgelden Beginstand boekjaar Saldo opnames en uitzettingen Eindstand boekjaar
2015
2014
182.898 53.093 (56.948) 10.645 189.688
200.508 114.686 (151.143) 18.847 182.898
5.371 2.266 (1.362) 247 6.522
4.248 1.705 (1.199) 617 5.371
1.097 832 (2.667) 1.239 501
1.093 1.466 (1.670) 208 1.097
(343) (97) (440)
(552) 209 (343)
35 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.5.2
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. In de individuele jaarrekeningen van de subfondsen is meer inzicht gegeven in het risico op subfondsniveau. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico De beleggingen van de subfondsen noteren voornamelijk in euro en de subfondsen zijn hierdoor niet direct blootgesteld aan een significant valutarisico. De subfondsen welke in Basisfondsen met beleggingen buiten de Eurozone beleggen zijn wel indirect blootgesteld aan een significant valutarisico. Actieve aandelenposities ten opzichte van de benchmark worden, binnen de Basisfondsen, wat betreft de valutaire gevolgen geneutraliseerd. Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Portefeuilleoverzicht beleggingsfondsen (bedragen x € 1.000) Belegging AEGON Basisfonds Aandelen Euro AEGON Basisfonds Deposito Euro AEGON Obligaties Euro Pool AEGON Obligaties Europa Pool AEGON Basisfonds Vastgoed Internationaal AEGON Equity Europe Beta Pool (N) AEGON Global Commodity Pool AEGON World Equity Alpha Beta Pool (N) AEGON World Equity Beta Pool (N) Totaal
2015
2014
Bedrag 19.827 23.190 20.774 8.574 52.484 2.227 16.305 46.307 189.688
Bedrag 38.580 19.509 24.224 19.404 6.994 14.147 2.150 15.349 42.541 182.898
Renterisico De subfondsen AEGON Europees Obligatie Fonds en AEGON Wereldwijd Mix Fonds beleggen voor een significant gedeelte van het vermogen in vastrentende financiële instrumenten en zijn hierdoor blootgesteld aan een significant renterisico.
36 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het subfonds AEGON Garantie Click 90 Fonds II belegt vrijwel het gehele vermogen in deposito’s met een variabele rentevergoeding en is hierdoor blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. De overige subfondsen beleggen niet in financiële instrumenten met een variabele rente en zijn hierdoor niet blootgesteld aan een kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. De subfondsen AEGON Europees Obligatie Fonds, AEGON Wereldwijd Mix Fonds en AEGON Garantie Click 90 Fonds II beleggen deels of geheel in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en zijn hierdoor blootgesteld aan een significant kredietrisico. Het kredietrisico wordt zoveel mogelijk beperkt door te beleggen in kwalitatief goede vastrentende waarden. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico (inclusief onderliggende beleggingen in monetaire financiële instrumenten binnen de Basisfondsen) weergeeft bedraagt € 67.628.000 (2014: € 66.979.000). Voor het maximale kredietrisico per subfonds wordt verwezen naar de individuele balansen. Securities lending De beheerder kan voor rekening en risico van het desbetreffende fonds (of eventuele onderliggende fondsen) financiële instrumenten in- en uitlenen (securities lending). De securities lending transacties met partijen worden vrijwel uitsluitend aangegaan op basis van standaardcontracten die zijn ontwikkeld door belangenorganisaties. De aan securities lending verbonden risico’s (zoals het kredietrisico dat de wederpartij de ingeleende effecten niet of niet tijdig teruglevert om welke reden dan ook, bijvoorbeeld omdat de wederpartij faillissement heeft aangevraagd), worden zoveel mogelijk beperkt door enerzijds strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij, waarbij wordt gewerkt met een gelimiteerde lijst van toegestane tegenpartijen en anderzijds het vragen van zekerheden van de partijen aan wie effecten worden uitgeleend. Zekerheid kan onder andere worden verstrekt in de vorm van liquiditeiten en obligaties. Wanneer obligaties worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 102% van de waarde van de uitgeleende obligaties te bedragen. Wanneer aandelen worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende aandelen te bedragen. Voor zover zekerheid wordt ontvangen in de vorm van liquiditeiten heeft de beheerder de mogelijkheid deze liquiditeiten onder bepaalde restricties te herbeleggen voor rekening en risico van het desbetreffende fonds. Deze restricties dienen ter beperking van het risico en hebben onder andere betrekking op financiële instrumenten waarin belegd mag worden en op het lopen van renterisico. De waarde van het onderpand wordt dagelijks gemonitord. Maximaal 100% van de effectenportefeuille van het fonds kan worden herbelegd. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De Beheerder mag leningen aangaan ten laste van een subfonds, met dien verstande dat het totale bedrag van de leningen nimmer hoger mag zijn dan 5% van de waarde van het desbetreffende subfonds. De participaties van de subfondsen van het AEGON Paraplufonds I zijn dagelijks verhandelbaar. De subfondsen van het AEGON Paraplufonds I beleggen in Aegon Beleggingsfondsen waar op dagbasis uitgetreden kan worden. Via de Aegon Basisfondsen beleggen de subfondsen in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het Paraplufonds I en de subfondsen zijn hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
37 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.5.3
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Marginrekening opties Belastingen Te vorderen dividend Totaal per 31 december
4.5.4
2015 8 358 8 374
2014 439 6 445
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
4.5.5
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
189.917 (65.798) 64.508 (2.438) 186.189 10.812 197.001
206.183 (46.960) 15.898 (3.410) 171.711 18.206 189.917
2015 16.712.934 (7.634.025) 4.549.493 13.628.402
2014 21.047.562 (5.729.076) 1.394.448 16.712.934
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december
4.5.6
Schulden aan kredietinstellingen
De schulden aan kredietinstellingen bestaan uit kortlopende schulden in rekening courant met de bankier van het fonds.
4.5.7
Overige schulden
De overige schulden bestaan uitsluitend uit nog te betalen beheerkosten en advieskosten.
38 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.5.8
Winst-en-verliesrekening
Grondslagen voor resultaatbepaling In de winst-en-verliesrekening worden baten en lasten verantwoord die gedurende het boekjaar voortvloeien uit de bedrijfsactiviteiten. Aan- en verkoopkosten van beleggingen en derivaten worden direct in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Dividendopbrengsten Dividenden worden verantwoord op ex-dividend datum, rekening houdend met de eventuele niet terugvorderbare dividendbelasting. Renteopbrengsten en -lasten Rente wordt verantwoord in de periode waarop zij betrekking heeft. Securities lending fees De opbrengsten van securities lending transacties komen, na aftrek van de met securities lending samenhangende kosten (waaronder de vergoeding aan de beheerder en de juridisch eigenaar) ten gunste van de fondsen of onderliggende fondsen. De opbrengsten worden maandelijks afgerekend. Waardeveranderingen beleggingen Dit betreft de indirecte beleggingsopbrengsten uit hoofde van gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen en valutakoersverschillen. Deze opbrengsten worden verwerkt in de periode waarop zij betrekking hebben. Onder waardeveranderingen beleggingen worden de gerealiseerde en niet-gerealiseerde koers- en valutaresultaten over het boekjaar verantwoord. De gerealiseerde koers- en valutaresultaten worden bepaald als het verschil tussen de verkoopwaarde en de gemiddelde historische aankoopwaarde. De niet-gerealiseerde koers- en valutaresultaten worden bepaald als de mutatie in de ongerealiseerde koers- en valutaresultaten gedurende het boekjaar. De terugboeking van in voorgaande jaren verwerkte niet-gerealiseerde koers- en valutaresultaten is opgenomen in de niet-gerealiseerde koers- en valutaresultaten bij realisatie van deze resultaten. Op- en afslag Bij de uitgifte en inkoop van participaties van de fondsen worden de uitgifte- en inkoopprijs van de participaties ten opzichte van de berekende intrinsieke waarde verhoogd met een opslag respectievelijk verlaagd met een afslag. De op- en afslag komen ten gunste van het fonds. Deze op- en afslagen dienen met name ter dekking van transactiekosten die bij de fondsen in rekening worden gebracht over de beleggingstransacties van de fondsen. Deze transactiekosten bestaan uit vergoedingen voor onder andere brokerkosten waaronder researchkosten, settlementkosten en vergoedingen voor valutaverschillen. De op- en afslagen worden periodiek door de beheerder vastgesteld op basis van de reële kosten die in rekening worden gebracht bij de transacties. Kosten Kosten worden verwerkt in de periode waarop zij betrekking hebben.
4.5.9
Direct resultaat beleggingen
Het direct resultaat beleggingen bestaat uit dividend op aandelen binnen het AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds en dividendbelasting binnen het AEGON EuroFonds en het AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds.
39 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.5.10
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op aandelen Gerealiseerde koers- en valutaverliezen op aandelen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op aandelen Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Gerealiseerde koers- en valutaverliezen op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutaverliezen op beleggingsfondsen Gerealiseerde koers- en valutawinsten op opties Gerealiseerde koers- en valutaverliezen op opties Ongerealiseerde koers- en valutaverliezen op opties Totaal waardeveranderingen beleggingen
4.5.11
2015 189 (51) 109 17.237 (125) (6.467) 1.631 (155) (237) 12.131
2014 161 (34) 490 27.972 (626) (8.499) 1.021 (225) (588) 19.672
Op- en afslagvergoeding
Bij de uitgifte en inkoop van participaties van het fonds worden de uitgifte- en inkoopprijs van de participaties ten opzichte van de berekende intrinsieke waarde verhoogd met een opslag respectievelijk verlaagd met een afslag. Deze op- en afslagen dienen met name ter dekking van transactiekosten die bij het fonds in rekening worden gebracht over de beleggingstransacties van het fonds. Deze transactiekosten bestaan uit vergoedingen voor onder andere brokerkosten waaronder researchkosten, settlementkosten en vergoedingen voor valutaverschillen. De op- en afslagen worden periodiek door de beheerder vastgesteld op basis van de reële kosten die in rekening worden gebracht bij de transacties. Op- en afslagen AEGON EuroFonds AEGON Europees Obligatie Fonds AEGON Wereldwijd Mix Fonds AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds AEGON Europa Index Aandelen Fonds AEGON Wereld Index Aandelen Fonds AEGON Garantie Click 90 Fonds II
4.5.12
2015 0,30% 0,03% 0,12% 0,30% 0,20% 0,30% 0,20% 0,05%
2014 0,30% 0,03% 0,12% 0,30% 0,20% 0,30% 0,20% 0,05%
Securities lending fees
De fondsen hebben een fee sharing agreement met betrekking tot securities lending opbrengsten met de beheerder en de bewaarder. Van de totale opbrengst van securities lending wordt 18% aan fee vergoed aan de bewaarder die securities lending voor de beheerder uitvoert. Daarnaast wordt 10% aan fee vergoed aan de beheerder of andere entiteiten binnen de Aegon organisatie. De overige opbrengsten van securities lending transacties (72%) komen ten gunste van de fondsen of onderliggende Aegon beleggingsfondsen. De fondsen ontvangen dan indirect securities lending opbrengsten binnen de onderliggende fondsen.
4.5.13
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
40 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 4.5.14
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Aandelen Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
2015 2 61 63
2014 2 125 127
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Overige lasten Totaal beheerkosten
2015 1.329 151 1 1.481
2014 1.572 173 1.745
Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij de subfondsen in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde ultimo voorgaande handelsdag. Ten laste van de beheervergoeding wordt een vergoeding gebracht die verband houdt met de overeenkomsten met gelieerde partijen (Aegon Bank N.V.). In de individuele jaarrekeningen van de subfondsen is meer inzicht gegeven in de beheervergoeding op subfondsniveau. Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee wordt dagelijks in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo van de voorafgaande handelsdag. De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het vermogen tot EUR vijfhonderd miljoen. Over het vermogen van EUR vijfhonderd miljoen tot EUR anderhalf miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het vermogen boven EUR anderhalf miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Voor onderstaande fondsen werd tot 1 oktober een service fee op basis van een staffel met een maximum van 0,12% van het fondsvermogen per jaar in rekening gebracht: • AEGON Eurofonds (per 1 oktober 2015 opgeheven); • AEGON Europees Obligatie Fonds; • AEGON Wereldwijd Mix Fonds; • AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds; Voor onderstaande fondsen werd tot 1 oktober een percentage van 0,05% van het fondsvermogen per jaar in rekening gebracht: • AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds • AEGON Europa Index Aandelen Fonds • AEGON Wereld Index Aandelen Fonds • AEGON Garantie Click 90 Fonds II In de individuele jaarrekeningen van de subfondsen is meer inzicht gegeven in de service fee op subfondsniveau.
41 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Lopende kosten factor (LKF) De LKF is een maatstaf voor doorlopende kosten die door het fonds in rekening worden gebracht gedurende de verslagperiode. Voor de berekening van de lopende kosten zijn de volgende uitgangspunten van belang: De LKF geeft de verhouding weer tussen de doorlopende kosten en de gemiddelde intrinsieke waarde. De doorlopende kosten omvatten alle kosten die gedurende de verslagperiode ten laste van het fondsvermogen zijn gebracht, met uitzondering van de op- en afslagen van toe- en uittredende participanten, eventuele prestatievergoedingen en transactiekosten van beleggingen en interestkosten op bankrekeningen. Het betreffende fonds kan beleggen in andere Aegon fondsen. In de berekening van de doorlopende kosten van het fonds zijn dan naast de kosten die rechtstreeks verantwoord worden in het fonds, tevens begrepen de doorlopende kosten van andere Aegon fondsen waarin dit fonds belegt en de kosten vanuit fee sharing agreements. De gemiddelde intrinsieke waarde is gebaseerd op de intrinsieke waarden op elke dag dat de intrinsieke waarde van het fonds is bepaald gedurende de verslaggevingsperiode. Kosten van niet aan Aegon gelieerde fondsen worden meegenomen wanneer het fonds daarin gemiddeld over het boekjaar meer dan 10% van het beheerde vermogen direct of indirect belegt. Indien de externe beleggingsinstellingen weer beleggen in andere beleggingsinstellingen (zoals bij fund of funds), zijn vanwege het gebrek aan inzicht in de kosten van deze onderliggende beleggingsinstellingen, deze kosten niet meegenomen in de berekening van de LKF. Voor de LKF wordt verwezen naar de jaarrekeningen van de subfondsen. Omloop Factor (OF) De OF geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille van de fondsen waardoor inzicht wordt gegeven in de mate waarin actief in de beleggingsportefeuille wordt gemuteerd als gevolg van beleggingsbeslissingen. Met deze indicator wordt een indruk verkregen van de transactiekosten die gemoeid zijn met het portefeuillebeheer. Actief portefeuillebeheer brengt hogere transactiekosten met zich mee. Een OF van 200 geeft bijvoorbeeld aan dat voor twee maal de waarde van het gemiddelde fondsvermogen aan- en verkooptransacties zijn uitgevoerd naast aanen verkooptransacties als gevolg van toe- of uittredingen. In de berekening van de OF zijn opnames en uitzettingen van callgelden niet meegenomen. De inkopen en uitgiften van participaties worden op dagbasis gesaldeerd teneinde de daadwerkelijke in- of uitstroom op dagbasis te bepalen. Hierdoor wordt de in- of uitstroom beter afgestemd op de aan- en verkopen als gevolg van transacties met participanten. De bedragen kunnen hierdoor afwijken van de bedragen die staan weergegeven in het vermogen en het kasstroomoverzicht. Een fonds kan deels of geheel beleggen in andere Aegon beleggingsfondsen waarbinnen de feitelijke aan- en verkopen van beleggingen plaatsvinden. De OF van de onderliggende Aegon beleggingsfondsen is meer relevant en wordt toegelicht in de jaarrekening van het desbetreffende Aegon beleggingsfonds. De OF wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100 Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling (bepaald conform methodiek LKF hiervoor). Voor de OF wordt verwezen naar de jaarrekeningen van de subfondsen. Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
42 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015
5
Jaarverslag 2015 AEGON EuroFonds
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
43 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 5.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt, direct of indirect, in aandelen van Europese beursgenoteerde ondernemingen, met de nadruk op aandelen die onderdeel zijn van de EURO STOXX 50 Index®. Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van het door de Beheerder te voeren beleid. Enkele voorbeelden van te voeren beleid zijn: Selectiebeleid van landen, sectoren en individuele aandelen. Benchmark EURO STOXX 50 Index® Doelstelling Het beleggingsbeleid is erop gericht een hoger totaal rendement te behalen dan de benchmark. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds kan beleggen in aandelen, aandelenfondsen, beursgenoteerd vastgoed en liquide middelen. De vrij beschikbare kaspositie moet liggen tussen -5% en 5% van het fondsvermogen. Tevens zijn toegestaan afgeleide financiële instrumenten (derivaten): aandelen index futures, total return swaps, contracts for difference en aandelen warrants. Beleggingsstrategieën De volgende maximale afwijkingen ten opzichte van de benchmark zijn toegestaan: - 5% op landenniveau; - 7,5% op sectorniveau; - 3% op ondernemingsniveau; - 25% in o.a. landen, sectoren en ondernemingen die niet zijn opgenomen in de benchmark (off-benchmark positie). Tegenpartij Voor swaps is de minimale rating van de tegenpartij BBB. Leverage De toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) bedraagt maximaal 50% van het fondsvermogen. Korte termijn afwijkingen Korte termijn afwijkingen ten opzichte van bovengenoemde restricties zijn mogelijk als gevolg van grote toetredingen tot het fonds of uittredingen uit het fonds. Dergelijke afwijkingen worden binnen een periode van 10 werkdagen weer binnen de vastgestelde limieten gebracht.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
44 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 5.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. Het AEGON EuroFonds behaalde tot de opheffing eind september een rendement van 0,80% na kosten. Hiermee bleef het fonds 0,61% achter op de benchmark, de Dow Jones Euro Stoxx 50 Total Return index. De benchmark houdt echter geen rekening met dividendbelasting: na correctie presteerde het AEGON EuroFonds iets beter dan de benchmark. Bij de aandelenselectie droegen vooral de overwogen positie in verzekeraars Ageas en Münchener Rück bij aan de performance. Beide verzekeraars hebben een goede winstgevendheid, die hun dividenden ondersteunt. De overweging van de Spaanse oliemaatschappij Repsol kostte echter rendement; dit bedrijf had last van de dalende olieprijs. Ook de overweging van de Duitse elektriciteitsproducent RWE pakte negatief uit, aangezien elektriciteitsprijzen mee daalden met de olieprijs. Daarnaast is onduidelijk hoeveel RWE moet bijdragen aan de ontmanteling van Duitse kerncentrales. Het belangrijkste risico van het fonds is het aandelenmarktrisico. Koersfluctuaties van aandelen hebben immers invloed op de waarde van de portefeuille. Bovendien kan het aandelendividend veranderen. Het fonds belegt alleen in aandelen uit de eurozone en loopt daardoor geen direct valutarisico. Een appreciatie van de euro ten opzichte van andere valuta zou waarschijnlijk wel nadelig zijn voor de winstontwikkeling van bedrijven in het eurogebied, wat de aandelenkoersen drukt. Dit valutarisico wordt niet afgedekt. Verder is de spreiding van het fonds over verschillende aandelen beperkt, zodat beleggers concentratierisico lopen.
5.3.
Kerncijfers
Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Opbrengsten Overig resultaat Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
2015*
2014
2013
2012
2011
0,22 (0,02) 0,20 (0,08) 0,12 (0,22)
0,27 0,01 0,28 (0,09) 0,19 (0,25)
1,27 0,01 1,28 (0,08) 1,20 (0,48)
0,63 (0,06) 0,01 0,58 (0,10) 0,48 (0,27)
(0,75) (0,01) (0,76) (0,13) (0,89) (0,35)
36.027 5.382.858
38.731 5.664.027
66.018 9.657.578
69.758 11.395.358
132.313 23.881.853
6,69 0,80% 1,42%
6,84 3,64% 4,93%
6,84 20,84% 22,74%
6,12 16,14% 19,57%
5,54 (14,42%) (14,10%)
* laatste intrinsieke waarde voor opheffing per 1 oktober 2015 Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
45 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON EuroFonds 5.4.
Balans per 1 oktober
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Beleggingsfondsen Totaal beleggingen Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Overige vorderingen Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Beleggingen Opgenomen callgelden Totaal beleggingen Kortlopende schulden Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
5.7.2
-
38.580 38.580
-
118 175 293
-
1 1 38.874
5.7.4
5.7.5
5.7.6
5.7.2 5.7.7
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
(625) 625 -
37.412 1.319 38.731
-
130 130
-
13 13 38.874
46 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 5.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening
(bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Niet verrekenbare bronbelasting* Totaal direct resultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
Referentie
5.7.9
5.7.10
5.7.12
1-1-2015 tot en met 1-10-2015
2014
(79) (79) 1.096 1.017
1.831 1.831
8 8 (400) (400) 625
94 94 (606) (606) 1.319
* Binnen de Aegon basisfondsen wordt bij dividendopbrengsten de verrekenbare bronbelasting (Nederlandse en buitenlandse) geboekt. Deze kan binnen de Fiscale beleggingsinstellingen (FBI’s) verrekend worden met de te betalen dividendbelasting over de door de FBI te verrichten dividenduitkeringen. Vanwege de wijziging van artikel 10 en 11a van de Wet op de dividendbelasting, welke van kracht is geworden per 17 december 2012, is de verrekenbaarheid van buitenlandse bronbelasting door de FBI voor het deel toerekenbaar aan niet belastingplichtige participanten vervallen. Binnen de FBI wordt daarom naar verhouding van de belastingplichtige en niet-belastingplichtige participanten een correctie op de verrekenbare buitenlandse bronbelasting doorgevoerd. Het fonds heeft hierdoor meer belasting afgedragen over de uitgekeerde dividenduitkeringen. Daar staat tegenover dat de niet-belastingplichtige klanten de volledige door de FBI ingehouden dividendbelasting terug kunnen vragen van de fiscus.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
47 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 5.6.
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Ontvangen dividendbelasting Opnames en uitzettingen callgelden Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
1-1-2015 tot en met 1-10-2015
2014
(67) 39.861 96 (130) (375) (38) 39.347
(743) 29.839 70 32 (607) (61) 28.530
(40.085) 1.909 8 (1.180) (39.348) (1) 1 -
(29.917) 2.791 94 (1.480) (28.512) 18 (17) 1
48 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 5.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
5.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
5.7.2
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen
(bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar Callgelden Beginstand boekjaar Saldo opgenomen/uitgezette callgelden Eindstand boekjaar
1-1-2015 tot en met 1-10-2015
2014
38.580 67 (39.743) 1.096 -
65.849 743 (29.843) 1.831 38.580
(130) 130 -
(98) (32) (130)
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Eindstand boekjaar
5.7.3
2015 -
2014 13.335 13.335
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Het fonds heeft gedurende het jaar alleen euro beleggingen in portefeuille gehad en was hierdoor niet blootgesteld aan een significant valutarisico.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
49 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Portefeuilleoverzicht (bedragen x € 1.000)
2015
Belegging AEGON Basisfonds Aandelen Euro Overigen Totaal per 31 december
Bedrag -
2014 % van de NAV -
% van de NAV 99,6 (0,3) 99,3
Bedrag 38.580 (130) 38.450
Renterisico Het fonds belegde niet in vastrentende financiële instrumenten en obligatiefutures en is hierdoor niet blootgesteld geweest aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegde via onderliggende fondsen beperkt in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor niet blootgesteld geweest aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het fonds belegde niet in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor niet blootgesteld geweest aan een significant kredietrisico. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds waren dagelijks verhandelbaar. Via de onderliggende fondsen belegde het fonds in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld geweest aan een significant liquiditeitsrisico.
5.7.4
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Belastingen Totaal per 31 december
5.7.5
2015 -
2014 175 175
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
50 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 5.7.6
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen 1-1-2015 tot en met 1-10-2015
(bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 1 oktober
2014
38.731 (40.085) 1.909 (1.180) (625) 625 -
66.018 (29.917) 2.791 (1.480) 37.412 1.319 38.731
1-1-2015 tot en met 1-10-2015 5.664.028 (5.917.795) 253.767 -
2014 9.657.578 (4.398.504) 404.953 5.664.027
2015* 36.027 5.382.858
2014 38.731 5.664.027
2013 66.018 9.657.578
6,69
6,84
6,84
0,80% 1,42%
3,64% 4,93%
20,84% 22,74%
2015 -
2014 12 1 13
Verloopoverzicht participaties
(bedragen x € 1.000) Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 1 oktober Meerjarenoverzicht Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks) Intrinsieke waarde per participatie in € Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark * laatste intrinsieke waarde voor opheffing per 1 oktober 2015
5.7.7
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Nog te betalen beheervergoeding Nog te betalen service fee Totaal per 31 december
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
51 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 5.7.8
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
5.7.9
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen
(bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutaverliezen op beleggingsfondsen Totaal waardeveranderingen beleggingen
5.7.10
1-1-2015 tot en met 1-10-2015 14.431 (13.335) 1.096
2014 9.484 (7.653) 1.831
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,30% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
5.7.11
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
5.7.12
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten
(bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
1-1-2015 tot en met 1-10-2015 11 11
2014 92 92
1-1-2015 tot en met 1-10-2015 363 37 400
2014 551 55 606
Beheerkosten
(bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 1,20% per jaar.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
52 van 159
AEGON EuroFonds Jaarverslag 2015 Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere niet-controlediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee bedraagt 0,12% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,08% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,06% over het gehele fondsvermogen. Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Totale kosten LKF
2015 41.187 400 400 0,97%
2014 45.834 606 606 1,32%
De LKF voor 2015 is berekend over de periode 1 januari tot en met 1 oktober 2015. De LKF op jaarbasis zou 1,32% bedragen. LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal * herrekend naar 9 maanden Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 0,88% 0,09% 0,97%
Prospectus* 0,90% 0,09% 0,99%
2015 67 39.743 39.810 1.490 39.666 41.156 41.187 (3)
2014 743 29.843 30.586 2.251 29.377 31.628 45.834 (2)
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
53 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015
6
Jaarverslag 2015 AEGON Europees Obligatie Fonds
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
54 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 6.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt, direct of indirect, in obligaties van landen die deel uit maken van de Europese Unie en in landen die in onderhandeling zijn met de Europese Commissie over toetreding tot de Europese Unie. Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door het innemen van duration- en yieldcurve posities en door middel van een actief selectiebeleid van landen. Benchmark Merrill Lynch European Union Government Bond Index Doelstelling Het beleggingsbeleid is erop gericht een hoger totaal rendement te behalen dan de benchmark. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds kan beleggen in staatsobligaties uit ontwikkelde landen en opkomende markten, inflatie-linked obligaties, private leningen, covered bonds en liquide middelen. De vrij beschikbare kaspositie van het fonds moet liggen tussen 5% en 5% van het fondsvermogen. Tevens zijn toegestaan afgeleide financiële instrumenten (derivaten): credit default swaps, interest rate options, interest rate swaps, fixed income futures, inflation swaps en valutatermijncontracten. Daarnaast kan het fonds gebruik maken van repo-transacties. Beleggingsstrategieën Het fonds belegt in staatsobligaties die deel uitmaken van de Europese Unie. De volgende afwijkingen hiervan zijn toegestaan: - Maximaal 10% van het fondsvermogen kan worden belegd in aspirant EU lidstaten; - Maximaal 20% van het fondsvermogen kan worden belegd in niet-staatsleningen van EU lidstaten, in agencies of supranationals. - De maximale off-benchmark positie bedraagt 20% van het fondsvermogen. Rating - Voor beleggingen in obligaties van aspirant EU lidstaten geldt dat het desbetreffende land een rating moet hebben van BBB of hoger. - Voor beleggingen in niet-staatsleningen van EU lidstaten geldt dat deze leningen een rating van AA of hoger moeten hebben, of een rating die niet lager is dan die van het betreffende land. Bij een overschrijding van een rating limiet door afwaardering van de status van een obligatie zullen die obligaties, in het belang van de participanten, zo spoedig mogelijk maar met een termijn van maximaal 3 maanden worden verkocht. Het aankopen van deze obligaties is in deze periode niet toegestaan. Indien een obligatie opgewaardeerd wordt en te zijner tijd in de benchmark zal worden opgenomen, dan kan het fonds hier, in het belang van de participanten, maximaal 3 maanden op vooruit lopen. De rating definitie van de benchmark provider wordt gezien als bepalend voor de rating van een obligatie. Duratie De duratie van het fonds mag maximaal plus en min 2 jaar afwijken ten opzichte van de benchmark. Tegenpartij Voor swaps is de minimale rating van de tegenpartij BBB. Leverage De maximale toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) is 100% van het fondsvermogen.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
55 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 Korte termijn afwijkingen Korte termijn afwijkingen ten opzichte van bovengenoemde restricties zijn mogelijk als gevolg van grote toetredingen tot het fonds of uittredingen uit het fonds. Dergelijke afwijkingen worden binnen een periode van 10 werkdagen weer binnen de vastgestelde limieten gebracht.
6.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. In 2015 behaalde het AEGON Europees Obligatie Fonds een rendement van 1,19% na kosten. Hiermee boekte het fonds een underperformance van 0,03% op de benchmark, die een rendement van 1,21% noteerde. De benchmark van het fonds is de Merrill Lynch European Union Government Bond Index. Het beleggingsbeleid van het fonds richt zich op extra rendement door actieve posities in te nemen ten opzichte van de benchmark. Het fonds voert actieve duration-, yieldcurve- en landenposities, waarbij we ons baseren op de Aegon Kwadrantenaanpak. In 2015 was het AEGON-rentebeleid vooral gericht op bewegingen van de rentecurve. We speelden in op een vervlakking aan het korte einde van de curve, terwijl we op het lange eind van de curve wisselend hebben ingezet op een versteiling of een vervlakking. Verder hielden we een breed gespreide CDS-positie aan in diverse Europese landen, en gingen we enkele kleine durationposities aan. De CDS-posities en curveposities leverden een positieve bijdrage aan de performance, maar de durationposities leverden een licht negatieve bijdrage. Het fonds loopt geen valutarisico, omdat alle beleggingen in euro zijn gedenomineerd. Aangezien er voldoende liquiditeit in de markt is om stortingen en onttrekkingen op te vangen, is het liquiditeitsrisico eveneens beperkt. Het belangrijkste risico van het fonds is het renterisico, aangezien fluctuaties in de rentestand de prijs van obligaties beïnvloeden. Het renterisico neemt toe met de looptijd. Het fonds speelt weliswaar actief in op verwachte renteveranderingen en veranderingen van de rentetermijnstructuur, maar desondanks blijft het renterisico significant. Het fonds loopt marktrisico, aangezien er een actieve secundaire markt voor overheidsobligaties is, die de prijs van obligaties beïnvloedt. Ook is er een concentratierisico: slechts een paar overheden beslaan een groot deel van de benchmark, en daarmee ook van de portefeuille. De bovengenoemde risico’s hadden in 2015 een lage impact op de fondsperformance. De rente veranderde per saldo weinig en de landenspreads bleven in hoge mate stabiel.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
56 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 6.3. Kerncijfers Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
2015
2014
2013
2012
2011
0,25 0,25 (0,10) 0,15 -
1,85 1,85 (0,11) 1,74 (0,30)
0,15 0,15 (0,10) 0,05 (0,53)
1,26 1,26 (0,10) 1,16 (0,68)
0,73 0,73 (0,10) 0,63 (0,37)
20.772 1.538.862
19.409 1.454.995
17.487 1.469.169
23.385 1.889.083
42.479 3.569.559
13,50 1,19% 1,21%
13,34 14,82% 13,41%
11,90 0,48% 0,65%
12,38 10,12% 8,91%
11,90 5,56% 6,11%
Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
57 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON Europees Obligatie Fonds 6.4.
Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Beleggingsfondsen Totaal beleggingen Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
6.7.2
20.774 20.774
19.404 19.404
-
28 28
167 167 20.941
19.432
20.544 228 20.772
16.867 2.542 19.409
167 2 169 20.941
18 5 23 19.432
6.7.4
6.7.5
6.7.6 6.7.7
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
58 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 6.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
6.6.
Referentie
2015
2014
6.7.9
380 380
2.701 2.701
6.7.10
2 2
1 1
6.7.12
(154) (154) 228
(160) (160) 2.542
2015
2014
(2.332) 1.537 (136) (21) (952)
(567) 1.328 1 (146) (23) 593
(3.206) 4.341 2 1.137 185 (18) 167
(1.968) 1.780 1 (432) (619) (26) 8 (18)
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Ontvangen dividend Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
59 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 6.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
6.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
6.7.2
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar
2015
2014
19.404 2.499 (1.509) 380 20.774
17.500 559 (1.356) 2.701 19.404
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Eindstand boekjaar
6.7.3
2015 2.905 2.905
2014 2.751 2.751
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Het fonds belegt via onderliggende fondsen in beleggingen welke luiden in vreemde valuta. Het fonds dekt het valutarisico af door middel van valutatermijncontracten en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant valutarisico.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
60 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Portefeuilleoverzicht (bedragen x € 1.000) Belegging AEGON Obligaties Europa Pool Totaal per 31 december
2015 Bedrag 20.774 20.774
2014 % van de NAV 100,0 100,0
% van de NAV 100,0 100,0
Bedrag 19.404 19.404
Renterisico Het fonds belegt via de onderliggende beleggingsfondsen indirect in vastrentende financiële instrumenten en obligatiefutures en is hierdoor indirect blootgesteld aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegt via onderliggende fondsen beperkt in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft bedraagt € 167.000 (2014: € 28.000). Inclusief de financiële instrumenten gevoelig voor kredietrisico in de onderliggende beleggingsfondsen is het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft € 20.941.000 (2014: € 19.432.000). Het fonds belegt in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor blootgesteld aan een significant kredietrisico. Securities lending De beheerder kan voor rekening en risico van het desbetreffende fonds (of eventuele onderliggende fondsen) financiële instrumenten in- en uitlenen (securities lending). De securities lending transacties met partijen worden vrijwel uitsluitend aangegaan op basis van standaardcontracten die zijn ontwikkeld door belangenorganisaties. De aan securities lending verbonden risico’s (zoals het kredietrisico dat de wederpartij de ingeleende effecten niet of niet tijdig teruglevert om welke reden dan ook, bijvoorbeeld omdat de wederpartij faillissement heeft aangevraagd), worden zoveel mogelijk beperkt door enerzijds strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij, waarbij wordt gewerkt met een gelimiteerde lijst van toegestane tegenpartijen en anderzijds het vragen van zekerheden van de partijen aan wie effecten worden uitgeleend. Zekerheid kan onder andere worden verstrekt in de vorm van liquiditeiten en obligaties. Wanneer obligaties worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 102% van de waarde van de uitgeleende obligaties te bedragen. Wanneer aandelen worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende aandelen te bedragen. Voor zover zekerheid wordt ontvangen in de vorm van liquiditeiten heeft de beheerder de mogelijkheid deze liquiditeiten onder bepaalde restricties te herbeleggen voor rekening en risico van het desbetreffende fonds. Deze restricties dienen ter beperking van het risico en hebben onder andere betrekking op financiële instrumenten waarin belegd mag worden en op het lopen van renterisico. De waarde van het onderpand wordt dagelijks gemonitord. Maximaal 100% van de effectenportefeuille van het fonds kan worden herbelegd.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
61 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds zijn dagelijks verhandelbaar. Via het onderliggende fonds, belegt het fonds in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
6.7.4
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
6.7.5
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
19.409 (3.206) 4.341 20.544 228 20.772
17.487 (1.968) 1.780 (432) 16.867 2.542 19.409
2015 1.454.995 (237.301) 321.168 1.538.862
2014 1.469.169 (156.939) 142.765 1.454.995
2015 20.772 1.538.862
2014 19.409 1.454.995
2013 17.487 1.469.169
Intrinsieke waarde per participatie in €
13,50
13,34
11,90
Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
1,19% 1,21%
14,82% 13,41%
0,48% 0,65%
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december Meerjarenoverzicht Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks)
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
62 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 6.7.6
Schulden aan kredietinstellingen
De schulden aan kredietinstellingen bestaan uit kortlopende schulden in rekening courant met de bankier van het fonds.
6.7.7
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Nog te betalen beheervergoeding Nog te betalen service fee Totaal per 31 december
6.7.8
2015 2 2
2014 4 1 5
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
6.7.9
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Totaal waardeveranderingen beleggingen
6.7.10
2015 226 154 380
2014 88 2.613 2.701
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,03% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
6.7.11
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
6.7.12
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
2015 1 1
2014 1 1
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
2015 134 20 154
2014 138 22 160
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
63 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 0,37% per jaar. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de beheervergoeding 0,75% per jaar. Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de service fee maximaal 0,12% per jaar. Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Toegerekende kosten onderliggende Aegon beleggingsfondsen Totale kosten LKF
2015 20.559 154 154 0,75%
2014 18.397 160 1 161 0,88%
LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal
2015 0,65% 0,10% 0,75%
Prospectus* 0,66% 0,10% 0,76%
* betreft een gewogen norm herrekend op basis van verlaging kosten per 1 oktober 2015. Norm LKF vanaf 1 oktober betreft 0,78%.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
64 van 159
AEGON Europees Obligatie Fonds Jaarverslag 2015 Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 2.499 1.509 4.008 3.577 2.442 6.019 20.559 (10)
2014 559 1.356 1.915 1.622 1.809 3.431 18.397 (8)
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
65 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015
7
Jaarverslag 2015 AEGON Wereldwijd Mix Fonds
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
66 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 7.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt, direct of indirect, in aandelen van beursgenoteerde ondernemingen over de hele wereld en in obligaties van landen die deel uit maken van de Europese Unie met uitzondering van Luxemburg, en in landen die in onderhandeling zijn met de Europese Commissie over toetreding tot de Europese Unie. Verder wordt er belegd in beursgenoteerde vastgoedmaatschappijen en er wordt belegd in de markten voor grondstoffen. Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van het door de Beheerder te voeren beleid. Enkele voorbeelden van te voeren beleid zijn: Selectiebeleid van landen, sectoren en individuele aandelen, het zo nauwgezet mogelijk volgen van de benchmark en het innemen van duration- en yieldcurve posities. Benchmark 35% MSCI All Country World Net Index, 55% Merril Lynch Core Eurozone Government Bond Index (customized), 5% FTSE EPRA/NAREIT Global Net Index en 5% S&P GSCI Excess Return Index + US$-overnight rate Index Doelstelling Het beleggingsbeleid is erop gericht een hoger totaal rendement te behalen dan de benchmark. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds belegt in zakelijke waarden (25% - 65%), vastrentende waarden (35% - 75%) en liquide middelen. Er gelden restricties voor het strategische en tactische asset allocatie beleid en daarnaast gelden de restricties van de onderliggende fondsen. De vrij beschikbare kaspositie moet liggen tussen -5% en 5% van het fondsvermogen. Leverage De toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) bedraagt maximaal 50% van het fondsvermogen.
7.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. Het AEGON Wereldwijd Mix Fund behaalde in 2015 een rendement van 1,88% na kosten. Hiermee lag het rendement 0,71% lager dan de gecombineerde benchmark, die voor 35% bestaat uit de MSCI All Country Net Index, voor 55% uit de Merrill Lynch Core Eurozone Government Bond Index (customized), voor 5% uit de FTSE EPRA/NAREIT Global Index Net TRI EUR, en voor 5% uit de S&P GSCI Excess Return Index (Hedged) (Customized) + US$ overnight rate (denominated to euros) Index. Het tactische asset-allocatiebeleid droeg licht negatief bij aan het rendement op het fonds. Alle beleggingscategorieën hadden daarentegen wel een positief rendement ten opzichte van de benchmark. In het eerste halfjaar lieten de regio’s uiteenlopende ontwikkelingen zien. Zo was er de monetaire verruiming in Japan en Europa, die er in Europa voor zorgde dat de koersen tot recordhoogte stegen. Aan de andere kant hadden de mogelijke renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank en de stijgende dollar een remmend effect op NoordAmerikaanse aandelenindices. In het tweede halfjaar daalden de grondstofprijzen hard. De oorzaak hiervoor was de combinatie van overaanbod van ruwe olie en de verwachting dat de wereldeconomie zou krimpen. De lage olieprijs ondersteunt de olie-importerende landen en regio’s, zoals de Verenigde Staten, Europa en Japan.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
67 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 Zowel het obligatiedeel als het aandelendeel van het fonds boekten een outperformance op de benchmark. Bij aandelen werd dit vooral gedreven door de selectie in Europa. Noord-Amerika en Japan leverden echter een negatieve bijdrage. In het tweede halfjaar zorgde de overweging van aandelen voor een negatieve bijdrage. Per saldo zorgden deze ontwikkelingen voor een positief absoluut rendement. Het tactische beleid had de grootste invloed op het negatieve relatieve rendement. Het fonds is behoudend gepositioneerd. Wereldwijd liepen de aandelenwaarderingen op. Dit hoeft echter geen reden tot zorg te zijn, aangezien diverse economieën nog goede cijfers laten zien. Verder zorgt de eventuele renteverhoging in Amerika voor een beperkt opwaarts potentieel voor wereldwijde aandelen. In 2016 blijft de Chinese economische groei naar verwachting een dominant thema op de financiële markten. Het fonds is als volgt omgegaan met de verschillende risico’s: •Marktrisico: wereldwijde aandelenmarkten hebben invloed op de prijsvorming van de portefeuille, die voor een aanzienlijk deel uit aandelen bestaat. •Valutarisico: het fonds belegt indirect in buitenlandse aandelen, zodat het een indirect valutarisico loopt. •Concentratierisico: het fonds belegt in meerdere beleggingscategorieën en gebruikt de gewichten van de benchmarks als richtlijn. De spreiding van het fonds is hierdoor goed. •Liquiditeitsrisico: het overgrote deel van de portefeuille kan in 1 tot 2 dagen geliquideerd worden, zodat het liquiditeitsrisico beperkt is. •Renterisico: het fonds belegt een aanzienlijk deel van de portefeuille in obligaties, zodat het een significant renterisico loopt. •Kasstroomrisico: het managen van kasstromen vormt geen specifiek onderdeel van het portefeuillemanagement.
7.3. Kerncijfers Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Overig resultaat Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
2015
2014
2013
2012
2011
0,45 0,45 (0,17) 0,28 (0,01)
1,73 1,73 (0,18) 1,55 (0,09)
0,77 0,77 (0,16) 0,61 (0,09)
1,39 0,02 1,41 (0,16) 1,25 (0,17)
0,26 0,01 0,27 (0,15) 0,12 (0,27)
44.065 3.037.785
43.995 3.088.065
41.361 3.236.469
43.528 3.546.173
35.392 3.134.996
14,51 1,88% 2,61%
14,25 12,24% 12,64%
12,78 4,86% 4,59%
12,27 10,33% 10,25%
11,29 1,20% 1,70%
Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
68 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON Wereldwijd Mix Fonds 7.4.
Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Beleggingsfondsen Totaal beleggingen Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Overige vorderingen Totaal vorderingen Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Beleggingen Opgenomen callgelden Totaal beleggingen Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
7.7.2
43.937 43.937
43.925 43.925
618 76 694 44.631
580 33 613 44.538
7.7.5
43.183 882 44.065
39.072 4.923 43.995
7.7.2
192 192
213 213
369 5 374 44.631
316 14 330 44.538
7.7.4
7.7.6
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
69 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 7.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
7.6.
Referentie
2015
2014
7.7.8
1.385 1.385
5.476 5.476
7.7.9
12 12
9 9
7.7.11
(515) (515) 882
(562) (562) 4.923
2015
2014
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Ontvangen/betaalde dividendbelasting Opnames en uitzettingen callgelden Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
(6.723) 8.111 (43) (21) (478) (46) 800
(31.732) 34.469 6 137 (542) (54) 2.284
(5.376) 4.595 12 (31) (800) -
(4.349) 2.345 9 (285) (2.280) 4 (4) -
70 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 7.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
7.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
7.7.2
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar Callgelden Beginstand boekjaar Saldo opgenomen/uitgezette callgelden Eindstand boekjaar
2015
2014
43.925 6.776 (8.149) 1.385 43.937
41.370 31.957 (34.878) 5.476 43.925
(213) 21 (192)
(76) (137) (213)
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Eindstand boekjaar
7.7.3
2015 4.648 4.648
2014 4.361 4.361
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Het fonds belegt via onderliggende fondsen in beleggingen welke luiden in vreemde valuta en is hierdoor indirect blootgesteld aan een significant valutarisico.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
71 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Portefeuilleoverzicht (bedragen x € 1.000)
2015
Belegging AEGON Obligaties Euro Pool AEGON World Equity Alpha Beta Pool (N) AEGON Global Commodity Pool AEGON Basisfonds Vastgoed Internationaal Callgelden Totaal per 31 december
Bedrag 23.190 16.305 2.227 2.215 (192) 43.745
2014 % van de NAV 52,6 37,0 5,1 5,0 (0,4) 99,3
Bedrag 24.224 15.349 2.150 2.202 (213) 43.712
% van de NAV 55,1 34,9 4,9 5,0 (0,5) 99,4
Renterisico Het fonds belegt via de onderliggende fondsen in vastrentende financiële instrumenten en obligatiefuturues en is hierdoor indirect blootgesteld aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegt via onderliggende fondsen beperkt in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft bedraagt € 694.000 (2014: € 613.000). Inclusief de financiële instrumenten gevoelig voor kredietrisico in de onderliggende beleggingsfondsen is het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft € 26.111.000 (2014: 26.987.000). Het fonds belegt financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor blootgesteld aan een significant kredietrisico. Securities lending De beheerder kan voor rekening en risico van het desbetreffende fonds (of eventuele onderliggende fondsen) financiële instrumenten in- en uitlenen (securities lending). De securities lending transacties met partijen worden vrijwel uitsluitend aangegaan op basis van standaardcontracten die zijn ontwikkeld door belangenorganisaties. De aan securities lending verbonden risico’s (zoals het kredietrisico dat de wederpartij de ingeleende effecten niet of niet tijdig teruglevert om welke reden dan ook, bijvoorbeeld omdat de wederpartij faillissement heeft aangevraagd), worden zoveel mogelijk beperkt door enerzijds strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij, waarbij wordt gewerkt met een gelimiteerde lijst van toegestane tegenpartijen en anderzijds het vragen van zekerheden van de partijen aan wie effecten worden uitgeleend. Zekerheid kan onder andere worden verstrekt in de vorm van liquiditeiten en obligaties. Wanneer obligaties worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 102% van de waarde van de uitgeleende obligaties te bedragen. Wanneer aandelen worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende aandelen te bedragen. Voor zover zekerheid wordt ontvangen in de vorm van liquiditeiten heeft de beheerder de mogelijkheid deze liquiditeiten onder bepaalde restricties te herbeleggen voor rekening en risico van het desbetreffende fonds. Deze restricties dienen ter beperking van het risico en hebben onder andere betrekking op financiële instrumenten waarin belegd mag worden en op het lopen van renterisico. De waarde van het onderpand wordt dagelijks gemonitord. Maximaal 100% van de effectenportefeuille van het fonds kan worden herbelegd.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
72 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds zijn dagelijks verhandelbaar. Via de onderliggende fondsen belegt het fonds in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
7.7.4
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Belastingen Totaal per 31 december
7.7.5
2015 76 76
2014 33 33
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
43.995 (5.376) 4.595 (31) 43.183 882 44.065
41.361 (4.349) 2.345 (285) 39.072 4.923 43.995
2015 3.088.065 (361.815) 311.535 3.037.785
2014 3.236.469 (323.208) 174.804 3.088.065
2015 44.065 3.037.785
2014 43.995 3.088.065
2013 41.361 3.236.469
Intrinsieke waarde per participatie in €
14,51
14,25
12,78
Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
1,88% 2,61%
12,24% 12,64%
4,86% 4,59%
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december Meerjarenoverzicht Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks)
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
73 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 7.7.6
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Nog te betalen beheervergoeding Nog te betalen service fee Totaal per 31 december
7.7.7
2015 5 5
2014 13 1 14
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
7.7.8
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Gerealiseerde koers- en valutaverliezen op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutaverliezen op beleggingsfondsen Totaal waardeveranderingen beleggingen
7.7.9
2015 1.223 (125) 1.022 (735) 1.385
2014 6.224 (624) 4.888 (5.012) 5.476
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,12% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
7.7.10
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
7.7.11
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
2015 17 17
2014 14 14
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
2015 470 45 515
2014 511 51 562
Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 0,52% per jaar. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de beheervergoeding 1,20% per jaar.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
74 van 159
AEGON Wereldwijd Mix Fonds Jaarverslag 2015 Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere niet-controlediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de service fee maximaal 0,12% per jaar. Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Toegerekende kosten onderliggende Aegon beleggingsfondsen Toegerekende kosten onderliggende extern beheerde beleggingsfondsen Totale kosten
2015 45.519 515 (10) 15 520
2014 42.633 562 (8) 26 580
LKF Toegerekende prestatievergoeding extern beheerde fondsen
1,14% 0,01%
1,36% 0,01%
LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Toegerekende kosten onderliggende beleggingsfondsen Totaal
2015 1,03% 0,10% 0,01% 1,14%
Prospectus* 1,03% 0,10% 0,00% 1,13%
* betreft een gewogen norm herrekend op basis van verlaging kosten per 1 oktober 2015. Norm LKF vanaf 1 oktober betreft 0,55%. Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 6.776 8.149 14.925 3.345 4.126 7.471 45.519 16
2014 31.957 34.878 66.835 1.603 3.607 5.210 42.633 145
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
75 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015
8
Jaarverslag 2015 AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
76 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 8.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt, direct of indirect, in aandelen van beursgenoteerde vastgoedmaatschappijen over de hele wereld. Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van het door de Beheerder te voeren beleid. Enkele voorbeelden van te voeren beleid zijn: Selectiebeleid van landen, sectoren en individuele aandelen. Benchmark FTSE EPRA/NAREIT Global Net Index Doelstelling Het beleggingsbeleid is erop gericht op langere termijn een hoger totaal rendement te behalen dan de benchmark. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds kan beleggen in aandelen van beursgenoteerde vastgoedmaatschappijen en liquide middelen. De vrij beschikbare kaspositie van het fonds moet liggen tussen -5% en 5% van het fondsvermogen. Tevens zijn toegestaan afgeleide financiële instrumenten (derivaten): aandelen index futures, aandelen opties, aandelen warrants en total return swaps. Beleggingsstrategieën De volgende maximale afwijkingen ten opzichte van de benchmark zijn toegestaan: - 10% op landenniveau; - 3% op ondernemingsniveau. Off-benchmark beleggingen zijn toegestaan. De maximale toegestane off-benchmark positie bedraagt op totaal niveau 10% en op ondernemingsniveau 3% van het fondsvermogen. Leverage De toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) bedraagt maximaal 10% van het fondsvermogen. Korte termijn afwijkingen Korte termijn afwijkingen ten opzichte van bovengenoemde restricties zijn mogelijk als gevolg van grote toetredingen tot het fonds of uittredingen uit het fonds. Dergelijke afwijkingen worden binnen een periode van 10 werkdagen weer binnen de vastgestelde limieten gebracht.
8.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. Het AEGON Wereldwijd Vastgoedfonds behaalde in 2015 een rendement na kosten van 10,55%. Hiermee presteerde het fonds 0,44% beter dan de benchmark, de FTSE EPRA/NAREIT Global Index Net TRI EUR benchmark. De outperformance van het fonds ontstond voornamelijk door het selectiebeleid. Hierbij droegen Azië en NoordAmerika het meeste bij. Binnen Azië rendeerden off-benchmarkposities in Japan het best, gevolgd door Chinese large cap kwaliteitsontwikkelaars. In Noord-Amerika presteerden aandelen uit de Verenigde Staten het best. Hier droeg de overweging in de storage sector – Public Storage en Cube Smart – goed bij, net als de overweging in Simon Property Group. De aanhoudend lage olieprijs drukte het Mexicaanse sentiment. In Mexico heeft het fonds echter geen posities, zodat dit voor het fonds gunstig uitpakte.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
77 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 De regio’s Zuid-Amerika en West-Europa behaalden het laagste relatieve rendement. In Zuid-Amerika was vooral de Braziliaanse recessie negatief voor de posities in ontwikkelaars. In West-Europa deed de Duitse woningmarkt het goed door een consolidatieslag, maar het fonds hield hier geen posities aan. Posities in het Verenigd Koninkrijk droegen ook negatief bij aan de relatieve performance. Het fonds is als volgt omgegaan met de verschillende risico’s: • Marktrisico: wereldwijde aandelenmarkten hebben invloed op de prijsvorming van de portefeuille. •Valutarisico: het fonds belegt in meer dan 15 verschillende valuta, waarvan het overgrote deel (ongeveer 50%) in de Amerikaanse dollar of daaraan gerelateerde valuta. Hedgen van valuta is niet gewenst omdat dit extra tracking-error en kosten met zich meebrengt. •Landenrisico: het overgrote deel van het vermogen is belegd in de geïndustrialiseerde wereld, zodat het landenrisico laag is. •Concentratierisico: het fonds gebruikt de gewichten van de benchmark als richtlijn en mag niet meer dan 3% afwijken. Het aantal aandelen in de portefeuille is niet meer dan 80 en de grootste positie bedraagt net iets meer dan 5%. Hierdoor is de spreiding goed. •Liquiditeitsrisico: het overgrote deel van de portefeuille kan in 3 tot 4 dagen geliquideerd worden, zodat het liquiditeitsrisico beperkt is. •Kredietrisico: het selectiebeleid richt zich op financieel gezonde bedrijven met een goed trackrecord. Dit sluit echter niet uit dat een bedrijf onverhoopt toch failliet gaat. • Renterisico: het fonds belegt alleen in beursgenoteerde aandelen, zodat het geen renterisico loopt. •Kasstroomrisico: het managen van kasstromen vormt geen specifiek onderdeel van het portefeuillemanagement. Naast in- en uitstromen vormen met name dividenduitkeringen de grootste kasstromen.
8.3. Kerncijfers Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Opbrengsten Overig resultaat Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
2015
2014
2013
2012
2011
1,86 (0,07) 0,03 1,82 (0,17) 1,65 (0,37)
3,51 0,01 3,52 (0,16) 3,36 (0,40)
(0,10) 0,05 (0,05) (0,16) (0,21) (0,43)
2,94 0,05 2,99 (0,15) 2,84 (0,30)
(0,22) 0,03 (0,19) (0,13) (0,32) (0,34)
6.427 366.812
4.876 301.433
3.600 272.225
6.216 442.690
5.081 442.421
17,52 10,55% 10,07%
16,18 25,86% 29,72%
13,22 (3,00%) (2,82%)
14,04 25,12% 27,00%
11,49 (3,07%) (8,60%)
Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
78 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds 8.4.
Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Beleggingsfondsen Totaal beleggingen Vorderingen Overige vorderingen Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
8.7.2
6.359 6.359
4.792 4.792
8.7.4
68 68
76 76
8.7.5
107 107 6.534
41 41 4.909
5.888 539 6.427
3.921 955 4.876
106 1 107 6.534
32 1 33 4.909
8.7.6
8.7.7
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
79 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 8.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Niet verrekenbare bronbelasting* Totaal direct resultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
Referentie
8.7.9
2015 (22) (22) 605 583
8.7.10
10 10
8.7.12
(54) (54) 539
2014 997 997 4 4 (46) (46) 955
* Binnen de Aegon basisfondsen wordt bij dividendopbrengsten de verrekenbare bronbelasting (Nederlandse en buitenlandse) geboekt. Deze kan binnen de Fiscale beleggingsinstellingen (FBI’s) verrekend worden met de te betalen dividendbelasting over de door de FBI te verrichten dividenduitkeringen. Vanwege de wijziging van artikel 10 en 11a van de Wet op de dividendbelasting, welke van kracht is geworden per 17 december 2012, is de verrekenbaarheid van buitenlandse bronbelasting door de FBI voor het deel toerekenbaar aan niet belastingplichtige participanten vervallen. Binnen de FBI wordt daarom naar verhouding van de belastingplichtige en niet-belastingplichtige participanten een correctie op de verrekenbare buitenlandse bronbelasting doorgevoerd. Het Fonds heeft hierdoor meer belasting afgedragen over de uitgekeerde dividenduitkeringen. Daar staat tegenover dat de niet-belastingplichtige klanten de volledige door de FBI ingehouden dividendbelasting terug kunnen vragen van de fiscus.
8.6.
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Betaalde dividendbelasting Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2015
2014
(1.428) 540 (14) (49) (5) (956)
(512) 281 (9) (43) (5) (288)
(1.214) 2.341 10 (115) 1.022 66 41 107
(430) 860 4 (109) 325 37 4 41
80 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 8.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
8.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
8.7.2
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar
2015
2014
4.792 1.502 (540) 605 6.359
3.536 540 (281) 997 4.792
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Eindstand boekjaar
8.7.3
2015 1.979 1.979
2014 1.564 1.564
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Het fonds belegt via onderliggende fondsen in beleggingen welke luiden in vreemde valuta en is hierdoor indirect blootgesteld aan een significant valutarisico.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
81 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Portefeuilleoverzicht (bedragen x € 1.000)
2015
Belegging AEGON Basisfonds Vastgoed Internationaal Totaal per 31 december
Bedrag 6.359 6.359
2014 % van de NAV 98,9 98,9
Bedrag 4.792 4.792
% van de NAV 98,3 98,3
Renterisico Het fonds belegt niet in vastrentende financiële instrumenten en obligatiefutures en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegt via onderliggende fondsen beperkt in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft bedraagt € 175.000 (2014: € 117.000). Het fonds belegt niet in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kredietrisico. Securities lending De beheerder kan voor rekening en risico van het desbetreffende fonds (of eventuele onderliggende fondsen) financiële instrumenten in- en uitlenen (securities lending). De securities lending transacties met partijen worden vrijwel uitsluitend aangegaan op basis van standaardcontracten die zijn ontwikkeld door belangenorganisaties. De aan securities lending verbonden risico’s (zoals het kredietrisico dat de wederpartij de ingeleende effecten niet of niet tijdig teruglevert om welke reden dan ook, bijvoorbeeld omdat de wederpartij faillissement heeft aangevraagd), worden zoveel mogelijk beperkt door enerzijds strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij, waarbij wordt gewerkt met een gelimiteerde lijst van toegestane tegenpartijen en anderzijds het vragen van zekerheden van de partijen aan wie effecten worden uitgeleend. Zekerheid kan onder andere worden verstrekt in de vorm van liquiditeiten en obligaties. Wanneer obligaties worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 102% van de waarde van de uitgeleende obligaties te bedragen. Wanneer aandelen worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende aandelen te bedragen. Voor zover zekerheid wordt ontvangen in de vorm van liquiditeiten heeft de beheerder de mogelijkheid deze liquiditeiten onder bepaalde restricties te herbeleggen voor rekening en risico van het desbetreffende fonds. Deze restricties dienen ter beperking van het risico en hebben onder andere betrekking op financiële instrumenten waarin belegd mag worden en op het lopen van renterisico. De waarde van het onderpand wordt dagelijks gemonitord. Maximaal 100% van de effectenportefeuille van het fonds kan worden herbelegd.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
82 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds zijn dagelijks verhandelbaar. Via de onderliggende fondsen belegt het fonds in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
8.7.4
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Belastingen Totaal per 31 december
8.7.5
2015 68 68
2014 76 76
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
8.7.6
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
4.876 (1.214) 2.341 (115) 5.888 539 6.427
3.600 (430) 860 (109) 3.921 955 4.876
2015 301.433 (69.262) 134.641 366.812
2014 272.225 (30.027) 59.235 301.433
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
83 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 Meerjarenoverzicht Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks) Intrinsieke waarde per participatie in € Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
8.7.7
2014 4.876 301.433
2013 3.600 272.225
17,52
16,18
13,22
10,55% 10,07%
25,86% 29,72%
(3,00%) (2,82%)
2015 1 1
2014 1 1
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Nog te betalen beheervergoeding Totaal per 31 december
8.7.8
2015 6.427 366.812
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
8.7.9
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Totaal waardeveranderingen beleggingen
8.7.10
2015 190 415 605
2014 56 941 997
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,30% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
8.7.11
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
8.7.12
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
2015 6 6
2014 2 2
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
2015 49 5 54
2014 41 5 46
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
84 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 0,52% per jaar. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de beheervergoeding 1,00% per jaar. Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de service fee maximaal 0,12% per jaar. Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Toegerekende kosten onderliggende Aegon beleggingsfondsen Totale kosten LKF*
2015 5.676 54 1 55 0,99%
2014 4.106 46 46 1,13%
2015 0,88% 0,09% 0,02% 0,99%
Prospectus* 0,88% 0,10% 0,00% 0,98%
*De LKF is berekend voor afronding van de kosten op € 1.000 LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Toegerekende kosten onderliggende Aegon beleggingsfondsen Totaal
* betreft een gewogen norm herrekend op basis van verlaging kosten per 1 oktober 2015. Norm LKF vanaf 1 oktober betreft 0,55%.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
85 van 159
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds Jaarverslag 2015 Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 1.502 540 2.042 1.990 862 2.852 5.676 (14)
2014 540 281 821 778 347 1.125 4.106 (7)
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
86 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015
9
Jaarverslag 2015 AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
87 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 9.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt, direct of indirect, in aandelen van beursgenoteerde ondernemingen over de hele wereld die voldoen aan verschillende duurzaamheidscriteria en onderdeel zijn van de Dow Jones Sustainability World Index ex Alcohol, Tobacco, Gambling, Armaments and Firearms index. Duurzame beleggingen kunnen worden gedefinieerd als beleggingen waarbij, naast de financiële doelstellingen, tevens rekening gehouden wordt met de waarden en normen ten aanzien van mens, milieu en maatschappij. Het fonds heeft een passieve beleggingsstrategie. Benchmark Dow Jones Sustainability World Index ex Alcohol, Tobacco, Gambling, Armaments and Firearms Doelstelling Het beleggingsbeleid is gericht op het zo nauwgezet mogelijk volgen van de benchmark. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds kan beleggen in aandelen, aandelenfondsen, beursgenoteerd vastgoed en liquide middelen. De vrij beschikbare kaspositie moet liggen tussen -5% en 5% van het fondsvermogen. Tevens zijn toegestaan afgeleide financiële instrumenten (derivaten): aandelen (index) futures, aandelen opties, aandelen warrants, contracts for difference, cross currency swaps, ETFs, total return swaps, valuta futures, valutaopties en valutatermijncontracten. Beleggingsstrategieën De volgende maximale afwijkingen ten opzichte van de benchmark zijn toegestaan: - 1% op landenniveau; - 1% op sectorniveau; - 0,5% op ondernemingsniveau; - 0,5% in o.a. landen, sectoren en ondernemingen die niet zijn opgenomen in de benchmark (off-benchmark positie) Vooruitlopend op een wijziging van de samenstelling van de benchmark kan tot een week voor de wijziging een belegging worden opgenomen die niet in de benchmark zit. Bij verandering van de samenstelling van de benchmark dient een belegging die niet in de benchmark is opgenomen, binnen een week te worden verkocht. Tegenpartij Voor swaps is de minimale rating van de tegenpartij BBB. Leverage De toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) bedraagt maximaal 10% van het fondsvermogen. Korte termijn afwijkingen Korte termijn afwijkingen ten opzichte van bovengenoemde restricties zijn mogelijk als gevolg van grote toetredingen tot het fonds of uittredingen uit het fonds. Dergelijke afwijkingen worden binnen een periode van 10 werkdagen weer binnen de vastgestelde limieten gebracht.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
88 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 9.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. Het AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds behaalde in 2015 een rendement van 7,16% na kosten. Hiermee lag het rendement 0,30% hoger dan de benchmark, de Dow Jones Sustainability World Index ex Alcohol, Tobacco, Gambling, Armaments and Firearms. Het beleggingsbeleid van het fonds richt zich op het zo nauwkeurig mogelijk volgen van de benchmark. Het positieve rendement ontstond vooral door de regio’s Europa en Japan. De opkomende aandelenmarkten bleven wat achter. Naast de beleggingen in EUR, GBP, JPY en USD zijn er beleggingen in andere valuta. Hierdoor bestaat een valutarisico dat niet wordt afgedekt. Het fonds volgt een index met een groot aantal posities, zodat de spreiding van het fonds groot is. De vooruitzichten voor aandelen zijn gemengd. In Amerika en Europa liepen de waarderingen weliswaar op, maar Japanse aandelen blijven aantrekkelijk geprijsd. Historisch gezien lijken de opkomende markten aantrekkelijk, maar er zijn ook risico’s. Zo is een verdere daling van de Chinese economische groei negatief voor deze markten. Bovendien is het interessant hoe de beurzen reageren als de Amerikaanse centrale bank (de Fed) de rente verder verhoogt.
9.3. Kerncijfers Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Opbrengsten Overig resultaat Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
2015
2014
2013
2012
2011
0,58 0,39 0,02 0,99 (0,06) 0,93 (0,25)
1,57 0,32 0,02 1,91 (0,06) 1,85 (0,26)
1,67 0,10 0,02 1,79 (0,06) 1,73 (0,42)
1,59 0,05 1,64 (0,06) 1,58 (0,72)
(0,49) 0,01 (0,48) (0,05) (0,53) (0,18)
6.631 468.908
5.458 406.965
4.332 366.120
3.788 359.623
8.804 895.463
14,14 7,16% 6,85%
13,41 15,75% 16,08%
11.83 16,60% 16,67%
10,53 15,13% 13,83%
9,83 (4,70%) (5,08%)
Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
89 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds 9.4.
Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Aandelen Totaal beleggingen Vorderingen Overige vorderingen Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Kortlopende schulden Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
9.7.2
6.522 6.522
5.371 5.371
9.7.4
56 56
50 50
9.7.5
53 53 6.631
38 38 5.459
6.238 393 6.631
4.732 726 5.458
6.631
1 1 5.459
9.7.6 9.7.7
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
90 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 9.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Dividend aandelen Totaal direct resultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Valutaresultaten Op- en afslagvergoeding Securities lending fees Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
9.6.
Referentie
9.7.9
9.7.10 9.7.11
9.7.13
2015
2014
163 163 247 410
126 126 617 743
(1) 7 2 8 (25) (25) 393
6 2 8 (25) (25) 726
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Ontvangen dividend Ontvangen securities lending fees Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Valutaomrekening liquiditeiten Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2015
2014
(2.266) 1.362 157 2 (23) (3) (771)
(1.705) 1.199 126 2 (23) (3) (404)
(1.264) 2.145 7 (101) 787 16 38 (1) 53
(872) 1.374 6 (102) 406 2 36 38
91 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 9.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
9.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I. Vreemde valuta De belangrijkste slotkoersen ultimo december, met de tegenwaarde van € 1, staan hieronder opgenomen: Vreemde valuta slotkoersen Valuta Amerikaanse Dollar Zwitserse Frank Britse Pond Australische Dollar Canadese Dollar
9.7.2
2015 1,08630 1,08739 0,73702 1,49309 1,50898
2014 1,21005 1,20237 0,77605 1,47865 1,40154
2015
2014
5.371 2.266 (1.362) 247 6.522
4.248 1.705 (1.199) 617 5.371
2015 75 79 79 105,3%
2014 214 226 226 105,6%
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Aandelen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar Uitgeleende stukken en collateral (bedragen x € 1.000) Uitgeleend Ontvangen zekerheden in stukken Totaal zekerheden Dekking zekerheden/uitgeleende stukken
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Aandelen Eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2015 788 788
2014 679 679
92 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 9.7.3
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Er vindt geen actief valutabeleid plaats. Het fonds heeft beleggingen in portefeuille welke luiden in vreemde valuta. Als gevolg hiervan is het fonds blootgesteld aan een significant valutarisico. Verdeling fondsvermogen naar valuta (bedragen x € 1.000) Valuta Amerikaanse Dollar Euro Zwitserse Frank Britse Pond Australische Dollar Canadese Dollar Overige valuta Totaal
2015 Bedrag 2.124 1.708 798 651 402 183 765 6.631
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2014 % van de NAV 32,0 25,8 12,0 9,8 6,1 2,8 11,5 100,0
Bedrag 1.753 1.314 649 516 324 285 617 5.458
% van de NAV 32,1 24,1 11,9 9,5 5,9 5,2 11,3 100,0
93 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Top 10 belangen (bedragen x € 1.000)
2015
Belegging Microsoft Corp Nestle SA Novartis AG Roche Holding AG Bank of America Corp Intel Corp Citigroup Inc Samsung Electronics Co Ltd Amgen Inc TOTAL SA Totaal per 31 december Top 10 belangen (bedragen x € 1.000)
Land Verenigde Staten Zwitserland Groot-Brittannië Frankrijk Australië Duitsland Canada Overige landen (20) Totaal
% van de NAV 6,0 3,2 3,1 2,7 2,3 2,3 2,0 1,7 1,6 1,6 26,5
Bedrag 260 177 165 132 122 121 101 100 97 84 1.359
% van de NAV 4,8 3,2 3,0 2,4 2,2 2,2 1,9 1,8 1,8 1,6 24,9
2014
Belegging Microsoft Corp Novartis AG Nestle SA Roche Holding AG Intel Corp Citigroup Inc Cisco Systems Inc Samsung Electronics Co Ltd PepsiCo Inc TOTAL SA Totaal per 31 december Verdeling portefeuille naar land (bedragen x € 1.000)
Bedrag 399 213 206 178 155 150 135 113 107 101 1.757
2015 Bedrag 1.995 795 623 511 401 391 183 1.623 6.522
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2014 % van de NAV 30,0 12,0 9,4 7,7 6,0 5,9 2,8 24,6 98,4
Bedrag 1.643 647 486 388 319 307 284 1.297 5.371
% van de NAV 30,1 11,9 8,9 7,1 5,8 5,6 5,2 23,8 98,4
94 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Verdeling portefeuille naar sector (bedragen x € 1.000)
2015
Sector Basismaterialen Telecommunicatie Cyclische consumentengoederen Niet-cyclische consumentengoederen Energie Financiële instellingen Industrie Technologie Nutsbedrijven Overig Totaal
Bedrag 332 181 468 2.041 335 1.658 397 944 161 5 6.522
2014 % van de NAV 5,0 2,7 7,1 30,8 5,1 25,0 6,0 14,2 2,4 0,1 98,4
Bedrag 283 206 309 1.633 339 1.309 430 714 141 7 5.371
% van de NAV 5,2 3,8 5,7 29,9 6,2 24,0 7,9 13,1 2,6 0,0 98,4
Renterisico Het fonds belegt niet in vastrentende financiële instrumenten en obligatiefutures en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegt niet in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft bedraagt € 109.000 (2014: € 88.000). Het fonds belegt niet in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kredietrisico.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
95 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Securities lending De beheerder kan voor rekening en risico van het desbetreffende fonds (of eventuele onderliggende fondsen) financiële instrumenten in- en uitlenen (securities lending). De securities lending transacties met partijen worden vrijwel uitsluitend aangegaan op basis van standaardcontracten die zijn ontwikkeld door belangenorganisaties. De aan securities lending verbonden risico’s (zoals het kredietrisico dat de wederpartij de ingeleende effecten niet of niet tijdig teruglevert om welke reden dan ook, bijvoorbeeld omdat de wederpartij faillissement heeft aangevraagd), worden zoveel mogelijk beperkt door enerzijds strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij, waarbij wordt gewerkt met een gelimiteerde lijst van toegestane tegenpartijen en anderzijds het vragen van zekerheden van de partijen aan wie effecten worden uitgeleend. Zekerheid kan onder andere worden verstrekt in de vorm van liquiditeiten en obligaties. Wanneer obligaties worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 102% van de waarde van de uitgeleende obligaties te bedragen. Wanneer aandelen worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende aandelen te bedragen. Voor zover zekerheid wordt ontvangen in de vorm van liquiditeiten heeft de beheerder de mogelijkheid deze liquiditeiten onder bepaalde restricties te herbeleggen voor rekening en risico van het desbetreffende fonds. Deze restricties dienen ter beperking van het risico en hebben onder andere betrekking op financiële instrumenten waarin belegd mag worden en op het lopen van renterisico. De waarde van het onderpand wordt dagelijks gemonitord. Maximaal 100% van de effectenportefeuille van het fonds kan worden herbelegd. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds zijn dagelijks verhandelbaar. Het fonds belegt in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
9.7.4
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Belastingen Te vorderen dividend Totaal per 31 december
9.7.5
2015 48 8 56
2014 44 6 50
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
96 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 9.7.6
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
5.458 (1.264) 2.145 (101) 6.238 393 6.631
4.332 (872) 1.374 (102) 4.732 726 5.458
2015 406.965 (86.900) 148.843 468.908
2014 366.120 (69.598) 110.443 406.965
2015 6.631 468.908
2014 5.458 406.965
2013 4.332 366.120
Intrinsieke waarde per participatie in €
14,14
13,41
11,83
Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
7,16% 6,85%
15,75% 16,08%
16,60% 16,67%
2015 -
2014 1 1
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december Meerjarenoverzicht Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks)
9.7.7
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Nog te betalen beheervergoeding Totaal per 31 december
9.7.8
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
97 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 9.7.9
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op aandelen Gerealiseerde koers- en valutaverliezen op aandelen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op aandelen Ongerealiseerde koers- en valutaverliezen op aandelen Totaal waardeveranderingen beleggingen
9.7.10
2015 189 (51) 529 (420) 247
2014 161 (34) 681 (191) 617
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,20% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
9.7.11
Securities lending fees
Van de opbrengst van securities lending wordt 18% aan fee vergoed aan de bewaarder die securities lending voor de beheerder uitvoert. De beheerder ontvangt 10% aan fee van de opbrengst van securities lending. Tot 1 april 2014 werd van de opbrengst van securities lending 20% aan fee vergoed aan de bewaarder die securities lending voor de beheerder uitvoert. Van de resterende opbrengst kwam 80% toe aan het fonds en werd 20% fee aan de beheerder vergoed.
9.7.12
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
9.7.13
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Aandelen Totaal transactiekosten
2015 2 2
2014 2 2
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
2015 22 3 25
2014 22 3 25
Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 0,11% per jaar. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de beheervergoeding 0,45% per jaar.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
98 van 159
AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de service fee maximaal 0,05% per jaar. Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Totale kosten LKF*
2015 6.127 25 25 0,42%
2014 4.946 25 25 0,52%
2015 0,37% 0,05% 0,42%
Prospectus 0,36% 0,05% 0,41%
*De LKF is berekend voor afronding van de kosten op € 1.000 LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal
* betreft een gewogen norm herrekend op basis van verlaging kosten per 1 oktober 2015. Norm LKF vanaf 1 oktober betreft 0,14%. Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 2.266 1.362 3.628 1.763 883 2.646 6.127 16
2014 1.705 1.199 2.904 1.209 707 1.916 4.946 20
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
99 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015
10
Jaarverslag 2015 AEGON Europa Index Aandelen Fonds
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
100 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 10.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt, direct of indirect, in aandelen van beursgenoteerde ondernemingen in Europa die onderdeel zijn van de MSCI Europe Net Index. Benchmark MSCI Europe Net Index Doelstelling Het beleggingsbeleid is gericht op het zo nauwgezet mogelijk volgen van de benchmark. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds kan beleggen in aandelen, aandelenfondsen, beursgenoteerd vastgoed en liquide middelen. De vrij beschikbare kaspositie moet liggen tussen -5% en 5% van het fondsvermogen. Tevens zijn toegestaan afgeleide financiële instrumenten (derivaten): aandelen (index) futures, aandelen opties, aandelen warrants, contracts for difference, cross currency swaps, ETFs, total return swaps, valuta futures, valutaopties en valutatermijncontracten. Beleggingsstrategieën De volgende maximale afwijkingen ten opzichte van de benchmark zijn toegestaan: - 1% op landenniveau; - 1% op sectorniveau; - 0,5% op ondernemingsniveau; - 0,5% in o.a. landen, sectoren en ondernemingen die niet zijn opgenomen in de benchmark (off-benchmark positie) Vooruitlopend op een wijziging van de samenstelling van de benchmark kan tot een week voor de wijziging een belegging worden opgenomen die niet in de benchmark zit. Bij verandering van de samenstelling van de benchmark dient een belegging die niet in de benchmark is opgenomen, binnen een week te worden verkocht. Tegenpartij Voor swaps is de minimale rating van de tegenpartij BBB. Leverage De toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) bedraagt maximaal 10% van het fondsvermogen. Korte termijn afwijkingen Korte termijn afwijkingen ten opzichte van bovengenoemde restricties zijn mogelijk als gevolg van grote toetredingen tot het fonds of uittredingen uit het fonds. Dergelijke afwijkingen worden binnen een periode van 10 werkdagen weer binnen de vastgestelde limieten gebracht.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
101 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 10.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. Het AEGON Europa Index Aandelen Fonds behaalde in 2015 een rendement van 8,38% na kosten. Hiermee bleef het fonds 0,14% voor op de benchmark, de MSCI Europe Net Index. Het fonds volgt de benchmark zo nauwkeurig mogelijk. Europese aandelen behaalden in 2015 een bevredigend rendement. In januari kondigde de Europese Centrale Bank aan om ruim een jaar lang iedere maand voor 60 miljard euro aan obligaties op te kopen. Deze ‘kwantitatieve verruiming’ bezorgde aandelen een positieve start, ondanks de kortstondige volatiliteit in januari toen de Zwitserse centrale bank besloot om het plafond van de frank ten opzichte van de euro op te heffen. Later in het jaar sloeg de stemming op de aandelenbeurzen om door de afnemende Chinese economische groei en de sterk dalende olieprijs. Vliegtuigmaatschappijen, hotels en reisorganisaties presteerden in 2015 het best. Deze sectoren profiteerden van de lagere olieprijs, die voor de consument meer koopkracht betekent en voor vliegtuigmaatschappijen leidt tot lagere brandstofkosten. Naast de consumentensectoren deden ook farmacie en technologie het relatief goed. Verliezende sectoren waren oliemaatschappijen, grondstofleveranciers, banken en nutsbedrijven. Het belangrijkste risico van het fonds is het aandelenmarktrisico. Koersfluctuaties van aandelen hebben immers invloed op de waarde van de portefeuille. Verder kunnen ondernemingen besluiten om het op aandelen uitgekeerde dividend te verlagen. Het fonds belegt ook in Europese aandelen buiten de eurozone, zodat het valutarisico loopt. Het concentratierisico is echter beperkt, aangezien het fonds veel posities aanhoudt.
10.3. Kerncijfers Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Overig resultaat Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
2015
2014
2013
2012
2011
1,95 0,02 1,97 (0,05) 1,92 (0,31)
0,99 0,01 1,00 (0,07) 0,93 (0,29)
2,27 0,02 2,29 (0,06) 2,23 (0,19)
2,18 0,07 2,25 (0,05) 2,20 (0,22)
(0,82) 0,01 (0,81) (0,05) (0,86) (0,21)
52.510 3.552.224
14.163 1.019.095
13.894 1.048.394
13.797 1.228.582
8.498 874.083
14,78 8,38% 8,22%
13,90 7,09% 6,84%
13,25 19,91% 19,82%
11,23 18,04% 17,29%
9,72 (7,81%) (8,08%)
Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
102 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON Europa Index Aandelen Fonds 10.4.
Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Beleggingsfondsen Totaal beleggingen Vorderingen Overige vorderingen Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
10.7.2
52.484 52.484
14.147 14.147
10.7.4
28 28
20 20
10.7.5
25 25 52.537
57 57 14.224
49.372 3.138 52.510
13.186 977 14.163
26 1 27 52.537
59 2 61 14.224
10.7.6
10.7.7
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
103 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 10.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
10.6.
Referentie
2015
2014
10.7.9
3.188 3.188
1.034 1.034
10.7.10
27 27
14 14
10.7.12
(77) (77) 3.138
(71) (71) 977
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Ontvangen/betaalde dividendbelasting Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2015
2014
(37.511) 2.329 (8) (68) (10) (35.268)
(973) 1.766 19 (68) (8) 736
(4.425) 39.938 27 (304) 35.236 (32) 57 25
(2.612) 2.205 14 (301) (694) 42 15 57
104 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 10.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
10.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van AEGON Paraplufonds I.
10.7.2
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar
2015
2014
14.147 37.478 (2.329) 3.188 52.484
13.861 1.018 (1.766) 1.034 14.147
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Eindstand boekjaar
10.7.3
2015 6.709 6.709
2014 4.193 4.193
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Het fonds belegt via onderliggende fondsen in beleggingen welke luiden in vreemde valuta en is hierdoor indirect blootgesteld aan een significant valutarisico.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
105 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Portefeuilleoverzicht (bedragen x € 1.000)
2015
Belegging AEGON Equity Europe Beta Pool (N) Totaal per 31 december
Bedrag 52.484 52.484
2014 % van de NAV 100,0 100,0
Bedrag 14.147 14.147
% van de NAV 99,9 99,9
Renterisico Het fonds belegt niet in vastrentende financiële instrumenten en obligatiefutures en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegt niet in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft bedraagt € 53.000 (2014: € 77.000). Het fonds belegt niet in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kredietrisico. Securities lending De beheerder kan voor rekening en risico van het desbetreffende fonds (of eventuele onderliggende fondsen) financiële instrumenten in- en uitlenen (securities lending). De securities lending transacties met partijen worden vrijwel uitsluitend aangegaan op basis van standaardcontracten die zijn ontwikkeld door belangenorganisaties. De aan securities lending verbonden risico’s (zoals het kredietrisico dat de wederpartij de ingeleende effecten niet of niet tijdig teruglevert om welke reden dan ook, bijvoorbeeld omdat de wederpartij faillissement heeft aangevraagd), worden zoveel mogelijk beperkt door enerzijds strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij, waarbij wordt gewerkt met een gelimiteerde lijst van toegestane tegenpartijen en anderzijds het vragen van zekerheden van de partijen aan wie effecten worden uitgeleend. Zekerheid kan onder andere worden verstrekt in de vorm van liquiditeiten en obligaties. Wanneer obligaties worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 102% van de waarde van de uitgeleende obligaties te bedragen. Wanneer aandelen worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende aandelen te bedragen. Voor zover zekerheid wordt ontvangen in de vorm van liquiditeiten heeft de beheerder de mogelijkheid deze liquiditeiten onder bepaalde restricties te herbeleggen voor rekening en risico van het desbetreffende fonds. Deze restricties dienen ter beperking van het risico en hebben onder andere betrekking op financiële instrumenten waarin belegd mag worden en op het lopen van renterisico. De waarde van het onderpand wordt dagelijks gemonitord. Maximaal 100% van de effectenportefeuille van het fonds kan worden herbelegd.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
106 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds zijn dagelijks verhandelbaar. Via het onderliggende fonds belegt het fonds in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
10.7.4
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Belastingen Totaal per 31 december
10.7.5
2015 28 28
2014 20 20
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
10.7.6
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
14.163 (4.425) 39.938 (304) 49.372 3.138 52.510
13.894 (2.612) 2.205 (301) 13.186 977 14.163
2015 1.019.095 (287.842) 2.820.971 3.552.224
2014 1.048.394 (192.207) 162.908 1.019.095
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
107 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Meerjarenoverzicht 2015 52.510 3.552.224
2014 14.163 1.019.095
2013 13.894 1.048.394
Intrinsieke waarde per participatie in €
14,78
13,90
13,25
Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
8,38% 8,22%
7,09% 6,84%
19,91% 19,82%
2015 1 1
2014 2 2
Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks)
10.7.7
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Nog te betalen beheervergoeding Totaal per 31 december
10.7.8
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
10.7.9
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Totaal waardeveranderingen beleggingen
10.7.10
2015 672 2.516 3.188
2014 502 532 1.034
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,30% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
10.7.11
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
10.7.12
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
2015 14 14
2014 8 8
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
2015 67 10 77
2014 64 7 71
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
108 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 0,11% per jaar. Tot 1 oktober bedroeg de beheervergoeding 0,45% per jaar. Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de service fee maximaal 0,05% per jaar. Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Toegerekende kosten onderliggende Aegon beleggingsfondsen Totale kosten LKF*
2015 24.889 77 4 81 0,32%
2014 14.230 71 22 93 0,65%
2015 0,26% 0,04% 0,02% 0,32%
Prospectus 0,37% 0,04% 0,00% 0,41%
*De LKF is berekend voor afronding van de kosten op € 1.000 LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Toegerekende kosten onderliggende beleggingsfondsen Totaal
* betreft een gewogen norm herrekend op basis van verlaging kosten per 1 oktober 2015. Norm LKF vanaf 1 oktober betreft 0,14%.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
109 van 159
AEGON Europa Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 37.478 2.329 39.807 38.802 3.290 42.092 24.889 (9)
2014 1.018 1.766 2.784 1.770 2.177 3.947 14.230 (8)
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
110 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015
11
Jaarverslag 2015 AEGON Wereld Index Aandelen Fonds
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
111 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 11.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt volgens een passieve beleggingsstrategie, direct of indirect, in aandelen van beursgenoteerde ondernemingen in ontwikkelde en opkomende aandelenmarkten over de hele wereld die onderdeel zijn van de MSCI All Country World Net Index. Benchmark MSCI All Country World Net Index Doelstelling Het beleggingsbeleid is gericht op het zo nauwgezet mogelijk volgen van de benchmark. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds kan beleggen in aandelen, aandelenfondsen, beursgenoteerd vastgoed en liquide middelen. De vrij beschikbare kaspositie moet liggen tussen -5% en 5% van het fondsvermogen. Tevens zijn toegestaan afgeleide financiële instrumenten (derivaten): aandelen (index) futures, aandelen opties, aandelen warrants, contracts for difference, cross currency swaps, ETFs, total return swaps, valuta futures, valutaopties en valutatermijncontracten. Beleggingsstrategieën De volgende maximale afwijkingen ten opzichte van de benchmark zijn toegestaan: - 1% op landenniveau; - 1% op sectorniveau; - 0,5% op ondernemingsniveau; - 0,5% in o.a. landen, sectoren en ondernemingen die niet zijn opgenomen in de benchmark (off-benchmark positie) Vooruitlopend op een wijziging van de samenstelling van de benchmark kan tot een week voor de wijziging een belegging worden opgenomen die niet in de benchmark zit. Bij verandering van de samenstelling van de benchmark dient een belegging die niet in de benchmark is opgenomen, binnen een week te worden verkocht. Tegenpartij Voor swaps is de minimale rating van de tegenpartij BBB. Leverage De toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) bedraagt maximaal 10% van het fondsvermogen. Korte termijn afwijkingen Korte termijn afwijkingen ten opzichte van bovengenoemde restricties zijn mogelijk als gevolg van grote toetredingen tot het fonds of uittredingen uit het fonds. Dergelijke afwijkingen worden binnen een periode van 10 werkdagen weer binnen de vastgestelde limieten gebracht.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
112 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 11.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. Het AEGON Wereld Index Aandelen Fonds 2015 behaalde in 2015 een rendement van 8,88% na kosten. Hiermee was het rendement 0,11% hoger dan de benchmark, de MSCI All Country World Net Index. Het fonds volgt de benchmark zo nauwkeurig mogelijk, zodat de portefeuille veel posities en een grote spreiding heeft. Het positieve rendement werd vooral gedreven door Europa en Japan. Aandelenmarkten binnen opkomende markten bleven wat achter. De Amerikaanse indices lieten een vlakke performance zien. Het fonds belegt deels in andere valuta dan de euro. Het valutarisico dat hierdoor ontstaat, wordt niet afgedekt. De vooruitzichten voor aandelen zijn gemengd. In Amerika en Europa liepen de waarderingen weliswaar op, maar Japanse aandelen blijven aantrekkelijk geprijsd. Historisch gezien lijken de opkomende markten aantrekkelijk, maar de risico’s zijn hier substantieel. Zo is een verdere daling van de Chinese economische groei negatief voor deze markten. Bovendien kunnen opkomende aandelen onder druk komen te staan als de Amerikaanse centrale bank (de Fed) de rente verder verhoogt.
11.3. Kerncijfers Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Overig resultaat Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
2015
2014
2013
2012
2011
1,48 0,01 1,49 (0,06) 1,43 (0,27)
2,48 0,01 2,49 (0,06) 2,43 (0,26)
2,06 0,02 2,08 (0,05) 2,03 (0,18)
1,33 0,07 1,40 (0,05) 1,35 (0,05)
(0,48) 0,01 (0,47) (0,04) (0,51) (0,16)
46.509 2.749.354
42.669 2.705.645
37.017 2.722.015
38.218 3.253.776
8.418 820.616
16,92 8,88% 8,76%
15,77 18,15% 18,61%
13,60 17,40% 17,49%
11,75 15,01% 14,35%
10,26 (4,17%) (4,25%)
Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
113 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON Wereld Index Aandelen Fonds 11.4.
Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Beleggingsfondsen Totaal beleggingen Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Overige vorderingen Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
11.7.2
46.307 46.307
42.541 42.541
138 138
38 91 129
244 244 46.689
4 4 42.674
42.674 3.835 46.509
36.073 6.596 42.669
179 1 180 46.689
5 5 42.674
11.7.4
11.7.5
11.7.6
11.7.4
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
114 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 11.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
11.6.
Referentie
2015
2014
11.7.9
3.958 3.958
6.730 6.730
11.7.10
32 32
21 21
11.7.12
(155) (155) 3.835
(155) (155) 6.596
2015
2014
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Ontvangen/betaalde dividendbelasting Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Dividenduitkering Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
(2.862) 3.271 (47) (137) (22) 203
(78.934) 80.050 8 (143) (20) 961
(7.910) 8.622 32 (707) 37 240 4 244
(4.098) 3.855 21 (701) (923) 38 (34) 4
115 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 11.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
11.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
11.7.2
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar
2015 42.541 3.041 (3.233) 3.958 46.307
2014 36.931 78.934 (80.054) 6.730 42.541
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Eindstand boekjaar
11.7.3
2015 6.289 6.289
2014 2.834 2.834
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Het fonds belegt via onderliggende fondsen in beleggingen welke luiden in vreemde valuta en is hierdoor indirect blootgesteld aan een significant valutarisico.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
116 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Portefeuilleoverzicht (bedragen x € 1.000)
2015
Belegging AEGON World Equity Beta Pool (N) Totaal per 31 december
Bedrag 46.307 46.307
2014 % van de NAV 99,6 99,6
% van de NAV 99,7 99,7
Bedrag 42.541 42.541
Renterisico Het fonds belegt niet in vastrentende financiële instrumenten en obligatiefutures en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegt via onderliggende fondsen beperkt in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft bedraagt € 382.000 (2014: € 133.000). Het fonds belegt niet in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant kredietrisico. Securities lending De beheerder kan voor rekening en risico van het desbetreffende fonds (of eventuele onderliggende fondsen) financiële instrumenten in- en uitlenen (securities lending). De securities lending transacties met partijen worden vrijwel uitsluitend aangegaan op basis van standaardcontracten die zijn ontwikkeld door belangenorganisaties. De aan securities lending verbonden risico’s (zoals het kredietrisico dat de wederpartij de ingeleende effecten niet of niet tijdig teruglevert om welke reden dan ook, bijvoorbeeld omdat de wederpartij faillissement heeft aangevraagd), worden zoveel mogelijk beperkt door enerzijds strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartij, waarbij wordt gewerkt met een gelimiteerde lijst van toegestane tegenpartijen en anderzijds het vragen van zekerheden van de partijen aan wie effecten worden uitgeleend. Zekerheid kan onder andere worden verstrekt in de vorm van liquiditeiten en obligaties. Wanneer obligaties worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 102% van de waarde van de uitgeleende obligaties te bedragen. Wanneer aandelen worden uitgeleend dient de waarde van het onderpand minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende aandelen te bedragen. Voor zover zekerheid wordt ontvangen in de vorm van liquiditeiten heeft de beheerder de mogelijkheid deze liquiditeiten onder bepaalde restricties te herbeleggen voor rekening en risico van het desbetreffende fonds. Deze restricties dienen ter beperking van het risico en hebben onder andere betrekking op financiële instrumenten waarin belegd mag worden en op het lopen van renterisico. De waarde van het onderpand wordt dagelijks gemonitord. Maximaal 100% van de effectenportefeuille van het fonds kan worden herbelegd.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
117 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds zijn dagelijks verhandelbaar. Via het onderliggende fonds belegt het fonds in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
11.7.4
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Belastingen Totaal per 31 december
11.7.5
2015 138 138
2014 91 91
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
11.7.6
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt, wordt de dividenduitkering verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Dividenduitkering Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
42.669 (7.910) 8.622 (707) 42.674 3.835 46.509
37.017 (4.098) 3.855 (701) 36.073 6.596 42.669
2015 2.705.645 (457.188) 500.897 2.749.354
2014 2.722.015 (286.553) 270.183 2.705.645
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
118 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 Meerjarenoverzicht 2015 46.509 2.749.354
2014 42.669 2.705.645
2013 37.017 2.722.015
Intrinsieke waarde per participatie in €
16,92
15,77
13,60
Rendement (intrinsieke waarde) Rendement Benchmark
8,88% 8,76%
18,15% 18,61%
17,40% 17,49%
2015 1 1
2014 4 1 5
Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks)
11.7.7
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Nog te betalen beheervergoeding Nog te betalen service fee Totaal per 31 december
11.7.8
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
11.7.9
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Gerealiseerde koers- en valutaverliezen op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutaverliezen op beleggingsfondsen Totaal waardeveranderingen beleggingen
11.7.10
2015 503 3.455 3.958
2014 11.560 (2) 2.905 (7.733) 6.730
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,20% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
11.7.11
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
119 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 11.7.12
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
2015 12 12
2014 7 7
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
2015 134 21 155
2014 136 19 155
Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 0,11% per jaar. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de beheervergoeding 0,35% per jaar. Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten. De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de service fee maximaal 0,05% per jaar. Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Toegerekende kosten onderliggende Aegon beleggingsfondsen Toegerekende kosten onderliggende extern beheerde beleggingsfondsen Totale kosten LKF
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2015 46.200 155 3 158 0,34%
2014 38.978 155 5 23 183 0,47%
120 van 159
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Jaarverslag 2015 LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Toegerekende kosten onderliggende beleggingsfondsen Totaal
2015 0,28% 0,05% 0,01% 0,34%
Prospectus* 0,29% 0,05% 0,00% 0,34%
* betreft een gewogen norm herrekend op basis van verlaging kosten per 1 oktober 2015. Norm LKF vanaf 1 oktober betreft 0,14%. Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 3.041 3.233 6.274 6.064 5.351 11.415 46.200 (11)
2014 78.934 80.054 158.988 2.916 3.159 6.075 38.978 392
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
121 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015
12
Jaarverslag 2015 AEGON Garantie Click 90 Fonds II
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
122 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 12.1. Algemeen Profiel Het fonds belegt, direct of indirect, in obligaties, deposito’s en/of onderhandse leningen om een garantiewaarde te kunnen bieden. Daarnaast belegt het fonds in call opties op de EURO STOXX50 Index® voor het gedeeltelijk meeprofiteren van de eventuele stijgingen van de EURO STOXX50 Index®. De hoogte van de garantiewaarde bedraagt tenminste 90% van het fondsvermogen op 5 augustus 2010. Op de laatste beursdag van elk kwartaal wordt de hoogte van de garantiewaarde opnieuw vastgesteld op 90% van het dan geldende fondsvermogen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de nieuwe garantiewaarde niet lager kan zijn dan de vorige garantiewaarde. De nieuw vastgestelde garantiewaarde gaat in op de eerste beursdag van het kwartaal volgend op de dag van vaststelling. Benchmark voor dit fonds geldt geen benchmark Doelstelling Het fonds heeft als doelstelling waardeontwikkeling te behalen met een beperkt neerwaarts risico door een van kracht zijnde garantiewaarde. Restricties Beleggingsuniversum Het fonds kan beleggen in termijn deposito's en in liquide middelen. Tevens zijn toegestaan afgeleide financiële instrumenten (derivaten): equity index call opties. Rating - De minimale kredietrating voor de deposito beleggingen bedraagt BBB. Bij overschrijding van deze rating limiet door afwaardering zal de relevante belegging, in het belang van de participanten, zo spoedig mogelijk maar met een termijn van maximaal 3 maanden worden verkocht. Het aankopen van deze beleggingen is in deze periode niet toegestaan. Issuer - De maximale exposure per issuer bedraagt 20% van het fondsvermogen. Duratie - De resterende looptijd van een belegging bedraagt maximaal 1 jaar. - De maximale exposure van de beleggingen met een resterende looptijd van 6 maanden of langer is 50% van het fondsvermogen. Leverage De maximale toegestane leverage (conform methode op basis van gedane toezeggingen) is 50% van het fondsvermogen. Korte termijn afwijkingen Korte termijn afwijkingen ten opzichte van bovengenoemde restricties zijn mogelijk als gevolg van grote toetredingen tot het fonds of uittredingen uit het fonds. Dergelijke afwijkingen worden binnen een periode van 3 werkdagen weer binnen de vastgestelde limieten gebracht.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
123 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 12.2.
Verslag van de beheerder - beleggingsbeleid
In deze paragraaf geven we een toelichting op de performance van het fonds ten opzichte van de benchmark. De genoemde out- en underperformance van het fonds ten opzichte van de benchmark zijn bepaald op basis van de geometrische methode. In deze methode wordt het relatieve verschil ten opzichte van de benchmark berekend en niet het absolute verschil. Door de ontwikkelingen op de aandelenbeurzen behaalde het AEGON Garantie Click 90 fonds II een rendement van 5,49% na kosten. Door dit resultaat is de click, de gegarandeerde waarde, op 1 april verhoogd van 9,1523 naar 9,9944 euro. Het fonds wordt actief beheerd en bestaat voor minimaal 90% uit deposito’s. Het resterende vermogen wordt belegd in call-opties op de Eurostoxx 50. Het fonds heeft geen benchmark. Het fonds loopt aandelenmarktrisico, tegenpartijrisico en renterisico. De impact van deze risico’s op het fondsresultaat is afhankelijk van de duratie van de depositocomponent van het fonds en de zogenaamde ‘delta’ van de call-opties.
12.3. Kerncijfers Kerncijfers Overzicht per participatie Waardeveranderingen Totaal bedrijfsopbrengsten Beheerskosten en overige lasten Nettoresultaat Uitgekeerd dividend Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties Intrinsieke waarde per participatie Rendement (intrinsieke waarde)
2015
2014
2013
2012
2011
0,64 0,64 (0,05) 0,59 -
0,13 0,13 (0,05) 0,08 -
0,44 0,44 (0,05) 0,39 -
0,21 0,21 (0,05) 0,16 (0,06)
(0,34) (0,34) (0,05) (0,39) -
20.087 1.914.459
20.616 2.072.709
22.474 2.275.592
23.871 2.519.492
30.728 3.299.641
10,49 5,49%
9,95 0,71%
9,88 4,24%
9,47 2,40%
9,31 (4,05%)
Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar. Uitgekeerd dividend betreft het werkelijk uitgekeerde dividend per participatie
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
124 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 Jaarrekening 2015 AEGON Garantie Click 90 Fonds II 12.4.
Balans per 31 december
Balans (Voor resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000) Activa Beleggingen Beleggingsfondsen Opties Totaal beleggingen Vorderingen Overige vorderingen Totaal vorderingen Overige activa Liquide middelen Totaal overige activa Totaal activa Passiva Fondsvermogen Vermogen participanten Resultaat boekjaar Totaal fondsvermogen Beleggingen Opgenomen callgelden Totaal beleggingen Kortlopende schulden Overige schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
Referentie
2015
2014
12.7.2
19.827 501 20.328
19.509 1.097 20.606
12.7.4
8 8
-
12.7.5
20.336
342 342 20.948
12.7.6
18.915 1.172 20.087
20.448 168 20.616
12.7.2
248 248
-
1 1 20.336
332 332 20.948
12.7.7
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
125 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 12.5.
Winst-en-verliesrekening
Winst-en-verliesrekening (bedragen x € 1.000) Beleggingsresultaat Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Overig resultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Bedrijfslasten Beheerkosten Overige kosten Totaal bedrijfslasten Netto resultaat
12.6.
Referentie
2015
2014
12.7.9
1.272 1.272
286 286
12.7.10
1 1
2 2
12.7.12
(100) (1) (101) 1.172
(120) (120) 168
2015
2014
(2.562) 4.112 248 (337) (92) (10) (1) 1.358
(2.401) 4.635 (378) 637 (116) (12) 2.365
(2.318) 617 1 (1.700) (342) 342 -
(2.714) 688 2 (2.024) 341 1 342
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Opnames en uitzettingen callgelden Stortingen en onttrekkingen gestelde zekerheden Betaalde beheervergoeding Betaalde service fee Betaalde interest Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Ontvangen op- en afslagvergoeding Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten beginstand boekjaar Liquiditeiten eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
126 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 12.7.
Toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening
12.7.1
Algemeen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
12.7.2
Beleggingen
Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Beginstand boekjaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Eindstand boekjaar Callgelden Beginstand boekjaar Saldo opgenomen/uitgezette callgelden Eindstand boekjaar Opties Beginstand boekjaar Openingsaankoop Sluitingsverkoop Waardeveranderingen Eindstand boekjaar
2015
2014
19.509 1.730 (1.445) 33 19.827
21.461 935 (2.965) 78 19.509
(248) (248)
(378) 378 -
1.097 832 (2.667) 1.239 501
1.093 1.466 (1.670) 208 1.097
Per jaareinde bedraagt de ongerealiseerde herwaardering op de beleggingsportefeuille als volgt: Ongerealiseerde herwaardering beleggingen (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Opties Eindstand boekjaar
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2015 411 (296) 115
2014 408 (59) 349
127 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 12.7.3
Risico´s ten aanzien van de financiële instrumenten
In deze paragraaf staan de belangrijkste risico’s weergegeven van de financiële instrumenten binnen het fonds. Prijsrisico Het prijsrisico kan worden onderscheiden in: Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen; Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor het individuele instrument of de emittent hiervan, of door factoren die alle instrumenten die verhandeld worden in de markt beïnvloeden; Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het begrip prijsrisico omvat niet alleen de kans op verliezen maar ook de kans op winsten. Valutarisico Het fonds heeft alleen beleggingen in portefeuille welke noteren in euro. Als gevolg hiervan is het fonds niet blootgesteld aan een significant valutarisico. Marktrisico Het risico dat gelopen wordt als gevolg van veranderingen in marktprijzen wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Het fonds belegt een groot gedeelte van het fondsvermogen in opties en is hierdoor blootgesteld aan een significant marktrisico. Als gevolg van de beleggingen in opties zijn de resultaten van het fonds volatiel. Het neerwaartse risico is echter beperkt door de belegging in het AEGON Basisfonds Deposito Euro. Top 10 belangen (bedragen x € 1.000) Belegging AEGON Basisfonds Deposito Euro Call EuroStoxx50 Call EuroStoxx50 Call EuroStoxx50 Call EuroStoxx50 Callgelden Totaal per 31 december
2015 Maturity date 16-Dec-2016 17-Jun-2016 18-Mar-2016 18-Mar-2016 4-Jan-2016
Top 10 belangen (bedragen x € 1.000) Belegging AEGON Basisfonds Deposito Euro Call EuroStoxx50 Call EuroStoxx50 Call EuroStoxx50 Call EuroStoxx50 Totaal per 31 december
Bedrag 19.827 275 121 63 42 (248) 20.080
% van de NAV 98,7 1,4 0,6 0,3 0,2 (1,2) 100,0
Bedrag 19.509 477 278 231 111 20.606
% van de NAV 94,6 2,3 1,3 1,1 0,5 99,8
2014 Maturity date 18-Sept-2015 19-Jun-2015 18-Dec-2015 20-Mar-2015
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
128 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 Renterisico Het fonds belegt beperkt in vastrentende financiële instrumenten en is hierdoor niet blootgesteld aan een significant renterisico. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang. Het fonds belegt in financiële instrumenten met een variabele rentevergoeding en is hierdoor blootgesteld aan een significant kasstroomrisico. Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft bedraagt € 8.000 (2014: € 342.000). Inclusief de financiële instrumenten gevoelig voor kredietrisico in de onderliggende beleggingsfondsen is het bedrag dat het beste het maximale kredietrisico weergeeft € 19.835.000 (2014: € 19.851.000). Het fonds belegt in financiële instrumenten welke gevoelig zijn voor kredietrisico en is hierdoor blootgesteld aan een significant kredietrisico. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico, ook wel ‘funding-risico’ genoemd, is het risico dat het fonds niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de financiële instrumenten te voldoen. Liquiditeitsrisico kan onder meer ontstaan doordat een financieel actief niet op korte termijn kan worden verkocht tegen nagenoeg de reële waarde. De participaties van het fonds zijn dagelijks verhandelbaar. Het fonds belegt in vrij verhandelbare beursgenoteerde beleggingen. Het fonds is hierdoor niet blootgesteld aan een significant liquiditeitsrisico.
12.7.4
Overige vorderingen
Overige vorderingen (bedragen x € 1.000) Marginrekening futures Totaal per 31 december
12.7.5
2015 8 8
2014 -
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
129 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 12.7.6
Fondsvermogen
Fondsvermogen participanten In het fondsvermogen participanten worden de transacties met de participanten van het fonds verwerkt en wordt het resultaat na bestemming toegevoegd. De transacties met participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslagvergoeding. Mutatieoverzicht fondsvermogen (bedragen x € 1.000) Fondsvermogen participanten Beginstand boekjaar Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Eindstand boekjaar Netto resultaat lopend boekjaar Totaal fondsvermogen per 31 december
2015
2014
20.616 (2.318) 617 18.915 1.172 20.087
22.474 (2.714) 688 20.448 168 20.616
2015 2.072.709 (215.922) 57.672 1.914.459
2014 2.275.592 (272.040) 69.157 2.072.709
2015 20.087 1.914.459
2014 20.616 2.072.709
2013 22.474 2.275.592
Intrinsieke waarde per participatie in €
10,49
9,95
9,88
Rendement (intrinsieke waarde)
5,49%
0,71%
4,24%
2015 1 1
2014 329 3 332
Verloopoverzicht participaties Aantal participaties per 1 januari Inkoop van participaties Uitgifte van participaties Aantal participaties per 31 december Meerjarenoverzicht Fondsvermogen (x € 1.000) Aantal uitstaande participaties (stuks)
12.7.7
Overige schulden
Overige schulden (bedragen x € 1.000) Marginrekening futures Nog te betalen beheervergoeding Totaal per 31 december
12.7.8
Winst-en-verliesrekening
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en de berekeningsmethodiek voor ratio’s zijn opgenomen in de jaarrekening van het AEGON Paraplufonds I.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
130 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 12.7.9
Waardeveranderingen van beleggingen
Waardeveranderingen beleggingen (bedragen x € 1.000) Gerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op beleggingsfondsen Gerealiseerde koers- en valutawinsten op opties Gerealiseerde koers- en valutaverliezen op opties Ongerealiseerde koers- en valutawinsten op opties Ongerealiseerde koers- en valutaverliezen op opties Totaal waardeveranderingen beleggingen
12.7.10
2015 30 3 1.631 (155) 225 (462) 1.272
2014 58 20 1.021 (225) 166 (754) 286
Op- en afslagvergoeding
De op- en afslag bedraagt 0,05% over het transactiebedrag en komt ten gunste van het fonds.
12.7.11
Toelichting beloningen
De toelichting op de beloningen is opgenomen onder de overige toelichtingen in hoofdstuk 13.
12.7.12
Kostenparagraaf
Geïdentificeerde transactiekosten (bedragen x € 1.000) Beleggingsfondsen Totaal transactiekosten
2015 -
2014 1 1
Beheerkosten (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal beheerkosten
2015 90 10 100
2014 109 11 120
Beheervergoeding De beheerder brengt een vaste beheervergoeding in rekening voor het beheer van het fondsvermogen. De beheervergoeding wordt vastgesteld als een percentage op jaarbasis. De beheervergoeding wordt dagelijks bij het fonds in rekening gebracht op basis van de intrinsieke waarde van het fonds ultimo de voorgaande handelsdag. De beheervergoeding bedraagt 0,16% per jaar. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de beheervergoeding 0,50% per jaar. Service fee De beheerder brengt een service fee in rekening bij het fonds. De service fee is een vergoeding voor kosten zoals kosten van toezichthouders, kosten van bewaring, kosten van accountants, kosten van (juridisch) advies, oprichtingskosten, administratiekosten en marketing- en communicatiekosten. De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekening en eventuele fiscale adviezen en andere nietcontrolediensten worden door de beheerder betaald uit de service fee. Deze kosten zijn niet individueel toe te rekenen aan de beleggingsfondsen onder beheer. Derhalve is nadere splitsing achterwege gelaten.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
131 van 159
AEGON Garantie Click 90 Fonds II Jaarverslag 2015 De service fee bedraagt 0,03% per jaar over het subfondsvermogen tot € 500 miljoen. Over het subfondsvermogen van € 500 miljoen tot € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,025% over het gehele fondsvermogen. Over het subfondsvermogen boven € 1,5 miljard geldt een service fee van 0,02% over het gehele fondsvermogen. Tot 1 oktober 2015 bedroeg de service fee maximaal 0,05% per jaar. Overige kosten (bedragen x € 1.000) Intrestlasten bankrekeningen Totaal overige kosten
2015 1 1
2014 -
Lopende kosten factor (LKF) In de onderstaande tabel worden de gerealiseerde kosten over het boekjaar weergegeven en vergeleken met de LKF uit het prospectus: LKF (bedragen x € 1.000) Gemiddelde intrinsieke waarde Totale kosten binnen het fonds inclusief fee sharing agreements Totale kosten LKF*
2015 21.486 100 100 0,46%
2014 21.785 120 120 0,55%
2015 0,41% 0,05% 0,46%
Prospectus* 0,41% 0,05% 0,46%
*De LKF is berekend voor afronding van de kosten op € 1.000 LKF versus prospectus huidig boekjaar (bedragen x € 1.000) Beheervergoeding Service fee Totaal
* betreft een gewogen norm herrekend op basis van verlaging kosten per 1 oktober 2015. Norm LKF vanaf 1 oktober betreft 0,19%.
Omloopfactor (OF) (bedragen x € 1.000) Effecten aankopen Effecten verkopen Totaal effectentransacties Uitgifte participaties Inkoop participaties Totaal mutaties in participaties Gemiddelde intrinsieke waarde OF
2015 2.562 4.112 6.674 423 2.125 2.548 21.486 19
2014 2.401 4.635 7.036 535 2.561 3.096 21.785 18
Overige toelichtingen De overige toelichtingen zijn integraal onderdeel van de jaarrekening en zijn opgenomen in hoofdstuk 13.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
132 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 13 Overige toelichtingen Toelichting beloningen Beloningsbeleid AIM B.V. is voor het beloningsbeleid, als onderdeel van Aegon N.V., gebonden aan het Aegon Group Global Remuneration Framework. Dit framework is ontworpen in overeenstemming met relevante wet- en regelgeving, zoals de CEBS remuneratierichtlijnen (2010), de Regeling beheerst beloningsbeleid (2014) en de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (2015). Het Framework bevat principes en richtlijnen voor het voeren van een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid, die aansluiten bij de strategische doelen, HRM aspiraties en kernwaarden van Aegon N.V. Hiermee voldoet het tevens aan de AIFMD-vereisten voor beloningsbeleid, waaronder dat het bijdraagt aan een degelijke en doeltreffende risicobeheersing en het niet aanmoedigt tot het nemen van meer risico’s dan passend binnen het beleggingsbeleid en de fondsvoorwaarden. Ingeval van delegatie van fondsbeheer na inwerkingtreding van de AIFMD ziet AIM B.V. erop toe dat de AIFMD of vergelijkbare vereisten voor beloningsbeleid in acht worden genomen. Jaarlijks wordt dit framework getoetst aan wet en regelgeving, waar nodig hierop aangepast en vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de Aegon N.V. Raad van Commissarissen. Dit orgaan houdt tevens toezicht op de beloning van alle AIM B.V. medewerkers die zijn aangemerkt als Identified Staff. Vast inkomen Het vaste inkomen van medewerkers bij AIM B.V. bestaat uit het maandsalaris, een flexbudget (o.a. vakantiegeld en 13e maand), pensioenopbouw en overige secundaire arbeidsvoorwaarden die gebruikelijk zijn in de Nederlandse markt. AIM B.V. kent onderscheidend salarissystemen voor cao-gebonden posities, portfoliomanagers en seniormanagementposities. Alle drie de systemen worden jaarlijks gecontroleerd op marktconformiteit aan de hand van verschillende externe beloningsonderzoeken. Variabele beloning Een deel van de medewerkers binnen AIM B.V. komt in aanmerking voor variabele beloning. Dit vormt een integraal onderdeel van het totale arbeidsvoorwaardenpakket. Voor de berekening van het jaarlijkse budget voor variabele beloning wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde bonuspoolmethodiek. Hierbij wordt de hoogte van de pool (met andere woorden het budget) berekend door de behaalde bedrijfsresultaten af te zetten tegen vooraf gestelde doelen. Gekeken wordt naar een mix van lange en korte termijn fondsprestaties, klanttevredenheid, winstgevendheid, verkoopcijfers, risicomanagement en Aegon N.V. bedrijfsprestaties. De toekenning van variabele beloning, binnen dit budget, vindt plaats op basis van individuele prestaties. Zowel in de bonuspool als voor de toekenning van variabele beloning op individueel niveau bestaan de prestatie-indicatoren maximaal voor 40% uit niet voor risico gecorrigeerde financiële prestatie-indicatoren en voor ten minste de helft uit niet-financiële indicatoren. Verder kunnen medewerkers, die niet in aanmerking komen voor variabele beloning, onder strikte voorwaarden een gratificatie toegekend krijgen. Identified Staff Op basis van de AIFMD-selectiecriteria zijn 16 interne posities aangemerkt als Identified Staff, waarvan vier seniormanagementposities en twee controle posities. Het betreft medewerkers van wie de beroepsmatige activiteiten een wezenlijke invloed hebben op het risicoprofiel van AIM B.V. en/of de door haar beheerde fondsen. Wat betreft het in aanmerking komen voor een bepaald vast inkomen en variabele beloning wordt geen onderscheid gemaakt tussen Identified Staff en overige medewerkers. Op het gebied van persoonlijke doelstellingen en uitbetaling van variabele beloning gelden wel andere regels. De persoonlijke doelstellingen van Identified Staff worden vooraf beoordeeld op de mate van risicobeheersing en, indien nodig , hierop aangepast. Daarnaast wordt bij Identified Staff variabele beloning niet in één keer in contanten uitbetaald. De eerste 40% of 60% wordt direct na het prestatiejaar uitbetaald, waarvan de ene helft in contanten en de andere helft in instrumenten. De overige 60% of 40% wordt in gelijke delen over de drie jaren erna uitbetaald, eveneens bij ieder deel de ene helft in contanten en de andere helft in instrumenten, de zogenoemde phantom shares. Voordat ieder
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
133 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 van deze delen wordt uitbetaald, wordt vastgesteld of er nog feiten zijn op basis waarvan de variabele beloning naar beneden moet worden bijgesteld. De phantom shares zijn gekoppeld aan de fondsprestaties van de belangrijkste fondsen van de beheerder. De shares worden na toekenning een jaar vastgehouden voordat deze worden afgerekend en aan de medewerker in contanten worden uitbetaald. Beloningsoverzicht De toelichting hieronder heeft betrekking op het betaalde vaste salaris (12 keer maandsalaris en flexbudget) en betaalde variabele beloning aan alle medewerkers en tijdelijke externe medewerkers bij AIM B.V in 2015. De bedragen zijn uitgesplitst naar de directie, Identified Staff en overige medewerkers. Beloningsoverzicht Groepen (bedragen x € 1.000) Directie Identified staff Overige medewerkers Totaal AIM B.V. medewerkers (1) (2)
Posities
FTE(1)
4 12 238 254
4 12 235 251
Vast salaris(2) 865 1.577 23.548 25.990
Variabele beloning 472 999 2.251 3.722
1 FTE = 40 contracturen Dit bestaat uit 12 keer het maandsalaris en een vast flexbudget (o.a. vakantiegeld en 13e maand).
De beloningen voor de medewerkers zijn mede voor werkzaamheden die voor Aegon Nederland N.V. worden uitgevoerd. Daarnaast zijn de medewerkers niet direct werkzaam voor specifieke individuele fondsen. Aangezien de informatie voor toerekening niet onmiddellijk beschikbaar is, zijn de beloningen niet toegerekend aan de individuele fondsen. Er zijn geen medewerkers waarvan de totale beloning per jaar meer dan 1 miljoen euro bedraagt. De beheerder krijgt geen vergoeding voor het beheer naast de vastgestelde managementfee als percentage van het beheerde vermogen. Er is dus geen sprake van carried interest. Verbonden partijen Alle transacties met verbonden partijen zijn aangegaan onder normale marktvoorwaarden. Hieronder zijn volledigheidshalve de verbonden partijen genoemd en wordt ingegaan op de overeenkomsten met de verbonden partijen. Beheerder De fondsen maken gebruik van de diensten van de beheerder, Aegon Investment Management B.V., en hebben zelf geen personeel in dienst. Het personeel waarvan Aegon Investment Management B.V. gebruik maakt, is in dienst van Aegon Nederland N.V. De kosten voor het gebruik van het personeel van de beheerder worden gedekt door de beheervergoeding die door de fondsen aan de beheerder wordt betaald. Juridisch eigenaar Aegon Custody B.V. is juridisch eigenaar van de beleggingen. Aegon Custody B.V. is opgericht op 25 april 1991, en is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd op Aegonplein 50, 2591 TV te 's-Gravenhage. Zij is ingeschreven in het Handelsregister te 's-Gravenhage onder nummer 27134727. Tot 22 juli 2014 was Aegon Custody B.V. een 100% dochtermaatschappij van Aegon Nederland N.V. Vanaf 22 juli 2014 is Aegon Custody B.V. een 100% dochter van Aegon Asset management Holding B.V.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
134 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Aegon N.V. - Aegon Derivatives N.V. Aegon Derivatives N.V. en Aegon N.V. verlenen ten behoeve van de fondsen, welke vertegenwoordigd worden door de beheerder en Juridisch eigenaar, de volgende diensten: Cashmanagement: Aegon N.V. verzorgt het dagelijkse cashmanagement en beheert de totale cashpool van de fondsen. Valutamanagement: Aegon N.V. is tegenpartij bij valutatransacties van de fondsen die niet zelf beschikken over een bankrekening in vreemde valuta. Alle settlements en corporate actions in vreemde valuta van deze fondsen worden geboekt op de valutarekeningen van Aegon N.V. en doorbelast naar de euro rekening van desbetreffende fondsen. Het afsluiten van OTC derivaten: binnen het kader van de derivaten policy van Aegon N.V. worden lange termijn OTC derivaten afgesloten op naam van Aegon Derivatives N.V. De beheerder is verplicht vooraf te toetsen of het gebruik van het desbetreffende instrument is toegestaan binnen het door Aegon N.V. of het in het prospectus van de fondsen geformuleerde beleid. Effectief heeft het fonds Aegon Derivatives N.V. als tegenpartij en heeft Aegon Derivatives N.V. de externe partijen als tegenpartij. Het collateral wordt op dagbasis afgerekend door Aegon Derivatives N.V. met de fondsen. Aegon Derivatives N.V. draagt zelf geen risico, maar is een tussenschakel ten behoeve van het efficiënt managen van de derivaten exposure voor de fondsen. Kames Capital Met Kames Capital zijn in een Service Level Agreement afspraken gemaakt over de berekening van fund en benchmark performance die de beheerder gebruikt voor de rapportages en verslaggeving van de fondsen. Saemor Capital B.V. Met Saemor Capital B.V. is een overeenkomst gesloten voor het beheren van de Europese aandelenportefeuille. Pelargos Capital B.V. Met Pelargos Capital B.V. is een overeenkomst gesloten voor het beheren van de Aziatische aandelenportefeuille. AEGON USA Investment Management, LLC Met AEGON USA Investment Management LLC zijn in een Investment Management Agreement afspraken gemaakt over het managen van de Amerikaanse portefeuille. Stichting Aegon BeleggingsGiro De participaties in het AEGON Paraplufonds I worden gehouden door de Stichting Aegon BeleggingsGiro. Deelnemers die in het AEGON Paraplufonds I willen participeren, doen dit door het openen van een beleggingsrekening bij de Stichting Aegon BeleggingsGiro. Na het openen van een dergelijke rekening stort de deelnemer het bedrag dat hij moet betalen voor de aankoop van de door hem gewenste hoeveelheid participaties. Het AEGON Paraplufonds I geeft de door de deelnemer gewenste hoeveelheid participaties uit aan de Stichting Aegon BeleggingsGiro. Stichting Aegon BeleggingsGiro houdt deze participaties voor rekening en risico van de deelnemer en kent de deelnemer voor elke participatie in het AEGON Paraplufonds I dat zij houdt een deelnemingsrecht toe. Elk deelnemingsrecht representeert een evenredige fractie van het economisch belang bij de participatie in het AEGON Paraplufonds I. Een deelnemingsrecht vertegenwoordigt derhalve een vordering op de door Stichting Aegon BeleggingsGiro voor rekening en risico van de deelnemer gehouden participatie. De Stichting Aegon BeleggingsGiro geeft alleen uitvoering aan de beleggingsrekening en biedt niet zelf de mogelijkheid van het openen van een beleggingsrekening aan. Deze mogelijkheid wordt uitsluitend door Aegon Bank N.V. en haar mogelijke opvolgers aangeboden. De Stichting Aegon BeleggingsGiro is op 26 september 1995 naar Nederlands recht opgericht. Statutaire vestigingsplaats van de Stichting Aegon BeleggingsGiro is Den Haag en het adres luidt Aegonplein 50, 2591 TV Den Haag. Stichting Aegon BeleggingsGiro is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Utrecht onder nummer 41187834.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
135 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 De Stichting Aegon BeleggingsGiro oefent het stemrecht uit op de participaties in het AEGON Paraplufonds I, tenzij een deelnemer te kennen heeft gegeven dit recht zelf te willen uitoefenen. In dat geval krijgt de deelnemer een volmacht van de Stichting Aegon BeleggingsGiro voor het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen in de vergadering van participanten van het AEGON Paraplufonds I als gelijk is aan het totaal door de desbetreffende deelnemer gehouden deelnemingsrechten. De Stichting Aegon BeleggingsGiro dient een schriftelijk verzoek tot het uitoefenen van stemrecht uiterlijk vijf werkdagen vóór de dag, waarop een verplichte deponering van stukken of een kennisgeving aan de vennootschap voor deelname aan die vergadering uiterlijk moet plaatshebben, te hebben ontvangen. Fee sharing agreements De fondsen hebben een fee sharing agreement met betrekking tot securities lending opbrengsten met de beheerder en de bewaarder. Van de totale opbrengst van securities lending wordt 18% aan fee vergoed aan de bewaarder die securities lending voor de beheerder uitvoert. Daarnaast wordt 10% aan fee vergoed aan de beheerder of andere entiteiten binnen de Aegon organisatie. De overige opbrengsten van securities lending transacties (72%) komen ten gunste van de fondsen of onderliggende Aegon beleggingsfondsen. De fondsen ontvangen dan indirect securities lending opbrengsten binnen de onderliggende fondsen. Uitbesteding van taken De beheerder heeft in het kader van het beheer van de fondsen aan de volgende partijen taken gedelegeerd:
BlackRock Advisors (UK) Ltd: externe vermogensbeheerder voor index aandelenfondsen; AEGON USA Investment Management LLC: externe vermogensbeheerder voor bepaalde portefeuilles; Saemor Capital: externe vermogensbeheerder voor de Europese aandelenportefeuille; Pelargos Capital: externe vermogensbeheerder voor de Aziatische aandelenportefeuille; JP Morgan: cash en collateral management services; Citibank Europe Plc, Netherlands Branch: bewaartaken; Citibank NA: operationele uitvoering van securities lending transacties en fund accounting; Aegon Derivatives N.V.: dienstverlening voor collateral management en uitvoering derivatentransacties; Kames Capital: berekening van fund performance en benchmark performance; AEGON N.V. (Group Treasury): dienstverlening op het gebied van cash management;
Aansprakelijkheid van de bewaarder De bewaarder is jegens de subfondsen van het Paraplufonds 1, en de participanten aansprakelijk voor het verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument door de bewaarder of door een derde aan wie de bewaarneming is overgedragen. De bewaarder is niet aansprakelijk indien hij kan aantonen dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle heeft en waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen. De bewaarder is jegens de subfondsen van het Paraplufonds 1 en de participanten eveneens aansprakelijk voor alle andere verliezen die zij ondervinden doordat de bewaarder zijn verplichtingen uit hoofde van deze bewaarovereenkomst met opzet of door nalatigheid niet naar behoren nakomt. Participanten kunnen de aansprakelijkheid van de bewaarder indirect inroepen door middel van de beheerder. Indien de beheerder niet aan een dergelijk verzoek wil mee werken zijn de participanten bevoegd om de schadeclaim rechtstreeks bij de bewaarder in te dienen.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
136 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Hard commissions en softdollar arrangementen De fondsen maken geen gebruik van overeenkomsten met hard commissions. Met betrekking tot softdollar arrangementen is Aegon Investment Management B.V. compliant aan de DUFAS Fund Governance Principles. Aegon Investment Management B.V. ontvangt tegen betaling research van brokers. De ontvangen research komt ten goede aan de fondsen en haar participanten. Den Haag, 16 maart 2016 De beheerder Aegon Investment Management B.V., namens deze: E. van der Maarel S.A.C. Russell W.J.J. Peters H. Eggens R.R.S. Santokhi A.H. Maatman
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
137 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 14
Informatie indirecte beleggingen
AEGON Basisfonds Deposito Euro Algemene informatie Oprichtingsdatum Soort beleggingen Beleggingsbeleid Benchmark Regio Land van vestiging Toezichthouder Jaarverslag te verkrijgen bij Kosten in verband met toe- en uittreding
1 januari 2001 Liquiditeiten Actief 1-maands Euribor Europa Nederland Niet van toepassing AEGON Investment Management B.V. (de beheerder) 0,01%
Relatieve belang van het fondsvermogen van het Subfonds (bedragen x € 1.000) -
AEGON Garantie Click 90 Fonds II
Resultaat Intrest callgelden Totaal beleggingsresultaat Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat Overige kosten Totaal bedrijfslasten Totaal resultaat Rendement beleggingsinstelling Lopende kosten factor Omloopfactor
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2015
2014
98,71%
94,63%
341 341
929 929
9 9
14 14
(9) (9)
(5) (5)
341
938
0,17% 0,00% 0
0,39% 0,00% 0
138 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Overzicht van de beleggingen en overige activa/passiva (bedragen x € 1.000) Callgelden 221.895 (32.549) 189.346
Stand per 1 januari Saldo opgenomen/uitgezette callgelden Stand per 31 december Overige activa/passiva Totaal vermogen
(4.486) 184.860
Deelneming participanten
Aegon Paraplufonds I via: - AEGON Garantie Click 90 Fonds II Overige fondsen
Driejaarsoverzicht
Totaal 221.895 (32.549) 189.346
ultimo 2015 Intrinsieke Percentage Waarde deelneming
ultimo 2014 Intrinsieke Percentage waarde deelneming
19.827 165.033
19.509 196.951
2015
Intrinsieke waarde van de rechten van deelneming 184.860 Aantal uitstaande rechten van deelneming 14.350.030 Intrinsieke waarde per recht van deelneming € 12,88
10,73% 89,27%
2014 216.460 16.830.822 € 12,86
9,01% 90,99%
2013 250.097 19.520.236 € 12,81
Incourante beleggingen In de portefeuille zijn geen incourante beleggingen opgenomen.
De samenstelling van de beleggingsportefeuille van het AEGON Basisfonds Deposito Euro per 31 december 2015 en per 31 december 2014 bestaan uit callgelden en lopende interest. De beleggingsportefeuille noteert volledig in euro.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
139 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 AEGON Basisfonds Vastgoed Internationaal Algemene informatie Oprichtingsdatum Soort beleggingen Beleggingsbeleid Benchmark Regio Land van vestiging Toezichthouder Jaarverslag te verkrijgen bij Kosten in verband met toe- en uittreding
1 september 2001 Vastgoed Actief FTSE EPRA/NAREIT Global Net Index Wereld Nederland Niet van toepassing AEGON Investment Management B.V. (de beheerder) 0,30%
Relatieve belang van het fondsvermogen van het Subfonds (bedragen x € 1.000)
2015
2014
98,94% 5,03%
98,28% 5,01%
Resultaat Dividend aandelen Intrestopbrengsten bankrekeningen Totaal direct resultaat
3.661 1 3.662
3.756 1 3.757
Waardeverandering van beleggingen
7.495
18.875
11.157
22.632
Valutaresultaten Op- en afslagvergoeding Securities lending fees Overige opbrengsten Totaal overig resultaat
5 124 54 1 184
249 118 40 9 416
Overige kosten Totaal bedrijfslasten
(20) (20)
(20) (20)
Totaal resultaat
11.321
23.028
Rendement beleggingsinstelling Lopende kosten factor Omloopfactor
12,28% 0,02% 88
28,03% 0,01% 76
-
AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds AEGON Wereldwijd Mix Fonds
Totaal beleggingsresultaat
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
140 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Overzicht van de beleggingen en overige activa/passiva (bedragen x € 1.000) Aand/Dep Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Expiratie Waardeveranderingen Opgenomen/uitgezette callgelden Stand per 31 december
94.480 59.210 (58.010) 7.548 (276) 102.952
Derivaten 53 (53) -
Overige activa/passiva Totaal vermogen
Totaal 94.480 59.210 (58.010) 53 7.495 (276) 102.952 (467) 102.485
Deelneming participanten
ultimo 2015 Intrinsieke Percentage Waarde deelneming
Aegon Paraplufonds I via: - AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds - AEGON Wereldwijd Mix Fonds Overige fondsen
Driejaarsoverzicht
6.359 2.215 93.911
2015
Intrinsieke waarde van de rechten van deelneming Aantal uitstaande rechten van deelneming Intrinsieke waarde per recht van deelneming
6,20% 2,16% 91,64%
2014
102.485 4.996.489 € 20,51
94.212 5.157.137 € 18,27
ultimo 2014 Intrinsieke Percentage waarde deelneming
4.792 2.202 87.218
5,08% 2,34% 92,58%
2013 76.708 5.376.649 € 14,27
Incourante beleggingen In de portefeuille zijn geen incourante beleggingen opgenomen.
De samenstelling van de beleggingsportefeuille van het AEGON Basisfonds Vastgoed Internationaal per 31 december 2015 en per 31 december 2014 is als volgt: Verdeling portefeuille naar land (bedragen x € 1.000) Land Verenigde Staten Japan Hong Kong Frankrijk Groot-Brittannië Australië Overige landen (15) Totaal
2015 Bedrag 49.280 10.561 9.431 6.042 5.638 5.367 16.633 102.952
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2014 % van de NAV 48,2 10,3 9,2 5,9 5,5 5,2 16,2 100,5
Bedrag 44.344 9.963 6.515 5.739 4.095 5.076 18.750 94.482
% van de NAV 47,1 10,6 6,9 6,1 4,3 5,4 19,9 100,3
141 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 AEGON Equity Europe Beta Pool (N) Algemene informatie Oprichtingsdatum Soort beleggingen Beleggingsbeleid Benchmark Regio Land van vestiging Toezichthouder Jaarverslag te verkrijgen bij Kosten in verband met toe- en uittreding
1 mei 2009 Aandelen en derivaten Passief MSCI Europe Net Index Euro Nederland Niet van toepassing AEGON Investment Management B.V. (de beheerder) 0,30%
Relatieve belang van het fondsvermogen van het Subfonds (bedragen x € 1.000)
2015
2014
99,95%
99,89%
578 578
5.887 1 5.888
Waardeverandering van beleggingen
2.521
(8.093)
Totaal beleggingsresultaat
3.099
(2.205)
13 83 9 1 106
(32) 153 194 6 321
(2) (2)
(2) (2)
Totaal resultaat
3.203
(1.886)
Rendement beleggingsinstelling Lopende kosten factor Omloopfactor
8,82% 0,01% (10)
7,56% 0,04% 7
-
AEGON Europa Index Aandelen Fonds
Resultaat Dividend aandelen Intrest callgelden Totaal direct resultaat
Valutaresultaten Op- en afslagvergoeding Securities lending fees Overige opbrengsten Totaal overig resultaat Overige kosten Totaal bedrijfslasten
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
142 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Overzicht van de beleggingen en overige activa/passiva (bedragen x € 1.000) Aandelen Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Expiratie Waardeveranderingen Stand per 31 december
13.933 36.270 (765) 2.479 51.917
Derivaten 9 1 (38) 42 14
Overige activa/passiva Totaal vermogen
Totaal 13.942 36.270 (765) (38) 2.522 51.931 552 52.483
Deelneming participanten
ultimo 2015 Intrinsieke Percentage Waarde deelneming
Aegon Paraplufonds I via: - AEGON Europa Index Aandelen Fonds
Driejaarsoverzicht
52.483
2015
Intrinsieke waarde van de rechten van deelneming Aantal uitstaande rechten van deelneming Intrinsieke waarde per recht van deelneming
52.483 2.473.453 € 21,22
100,00%
2014 14.147 725.525 € 19,50
ultimo 2014 Intrinsieke Percentage waarde deelneming
14.147
100,00%
2013 220.803 12.177.023 € 18,13
Incourante beleggingen In de portefeuille zijn geen incourante beleggingen opgenomen. Verplichtingen uit hoofde van dekkingstransacties De AEGON Equity Europe Beta Pool (N) houdt per 31 december 2015 meerdere futurecontracten aan met een totale contractwaarde van € 0,4 miljoen (verhoging van de exposure uit hoofde van beleggingen).
De samenstelling van de beleggingsportefeuille van de AEGON Equity Europe Beta Pool (N) per 31 december 2015 en per 31 december 2014 is als volgt:
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
143 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Verdeling portefeuille naar land In het onderstaande overzicht is de exposurewaarde van de openstaande futurecontracten meegenomen. Hierdoor wijkt het totale bedrag af van de portefeuillewaarde. De exposurewaarde van de openstaande futurecontracten zijn alleen gecorrigeerd voor de landenverdeling. Verdeling portefeuille naar land (bedragen x € 1.000)
2015
Land Groot-Brittannië Zwitserland Duitsland Frankrijk Nederland Spanje Overige landen (13) Totaal
Bedrag 15.113 7.649 7.581 7.495 2.678 2.553 9.282 52.351
Verdeling portefeuille naar sector (bedragen x € 1.000)
2014 % van de NAV 28,7 14,6 14,4 14,3 5,1 4,9 17,7 99,7
2015
Sector Basismaterialen Telecommunicatie Cyclische consumentengoederen Niet-cyclische consumentengoederen Energie Financiële instellingen Industrie Technologie Nutsbedrijven Overig Totaal
Bedrag 2.995 4.203 5.031 16.142 3.314 11.664 4.909 1.587 2.016 70 51.931
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
Bedrag 4.300 2.031 1.962 1.961 682 720 2.495 14.151
% van de NAV 30,3 14,4 13,9 13,9 4,8 5,1 17,6 100,0
2014 % van de NAV 5,7 8,0 9,6 30,8 6,3 22,2 9,4 3,0 3,8 0,1 98,9
Bedrag 958 1.181 1.258 3.985 1.050 3.093 1.426 345 598 48 13.942
% van de NAV 6,8 8,3 8,9 28,2 7,4 22,0 10,1 2,4 4,2 0,3 98,6
144 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 AEGON Obligaties Euro Pool Algemene informatie Oprichtingsdatum Soort beleggingen Beleggingsbeleid Benchmark Regio Land van vestiging Toezichthouder Jaarverslag te verkrijgen bij Kosten in verband met toe- en uittreding
2 mei 2000 Vastrentende waarden Actief Merrill Lynch Core Eurozone Government Bond Index (customized) Europa Nederland Niet van toepassing AEGON Investment Management B.V. (de beheerder) 0,02%
Relatieve belang van het fondsvermogen van het Subfonds (bedragen x € 1.000)
2015
2014
52,63%
55,06%
141.128 135 (68) 9 141.204
171.368 33 9 171.410
(122.346)
489.660
18.858
670.070
Valutaresultaten Op- en afslagvergoeding Securities lending fees Overige opbrengsten Totaal overig resultaat
2.114 325 628 1 3.068
1.887 408 741 3.036
Overige kosten Totaal bedrijfslasten
(208) (208)
(193) (193)
21.718
672.913
0,54% 0,00% 44
12,15% 0,01% 73
-
AEGON Wereldwijd Mix Fonds
Resultaat Intrest obligaties Intrest swaps Intrest callgelden Intrestopbrengsten Totaal direct resultaat Waardeverandering van beleggingen Totaal beleggingsresultaat
Totaal resultaat Rendement beleggingsinstelling Lopende kosten factor Omloopfactor
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
145 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Overzicht van de beleggingen en overige activa/passiva (bedragen x € 1.000) Obl./Dep Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Stand per 31 december
Derivaten
5.319.122 1.626.174 (1.863.294) (120.376) 4.961.626
(11.522) 22.534 (440) (1.970) 8.602
Overige activa/passiva Totaal vermogen
Deelneming participanten
Aegon Paraplufonds I via: - AEGON Wereldwijd Mix Fonds Overige fondsen
Driejaarsoverzicht
Totaal 5.307.600 1.648.708 (1.863.734) (122.346) 4.970.228 85.216 5.055.444
ultimo 2015 Intrinsieke Percentage Waarde deelneming
23.190 5.032.254
0,46% 99,54%
2015
Intrinsieke waarde van de rechten van deelneming 5.055.444 Aantal uitstaande rechten van deelneming 209.508.880 Intrinsieke waarde per recht van deelneming € 24,13
2014 5.407.945 225.329.713 € 24,00
ultimo 2014 Intrinsieke Percentage waarde deelneming
24.224 5.383.721
0,45% 99,55%
2013 5.754.597 268.934.993 € 21,40
Incourante beleggingen In de portefeuille zijn geen incourante beleggingen opgenomen. Verplichtingen uit hoofde van dekkingstransacties De AEGON Obligatie Euro Pool houdt per 31 december 2015 meerdere futurecontracten aan met een totale contractwaarde van € 526 miljoen (verlaging van de exposure uit hoofde van beleggingen tav renterisico). De samenstelling van de beleggingsportefeuille van de AEGON Obligaties Euro Pool per 31 december 2015 en per 31 december 2014 is als volgt:
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
146 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Verdeling portefeuille naar land In het onderstaande overzicht is de exposurewaarde van de openstaande futurecontracten meegenomen. Hierdoor wijkt het totale bedrag af van de portefeuillewaarde. De exposurewaarde van de openstaande futurecontracten is alleen gecorrigeerd voor de landenverdeling. Verdeling portefeuille naar land (bedragen x € 1.000) Land Duitsland Frankrijk Nederland Oostenrijk Oman Overige landen (6) Totaal
2015 Bedrag 1.314.450 1.290.498 1.034.876 331.578 182.251 284.822 4.438.475
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2014 % van de NAV 26,0 25,5 20,5 6,6 3,6 5,6 87,8
Bedrag 1.753.539 1.392.219 1.063.921 389.223 369.333 172.414 5.140.649
% van de NAV 32,5 25,7 19,7 7,2 6,8 3,2 95,1
147 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 AEGON Obligaties Europa Pool Algemene informatie Oprichtingsdatum Soort beleggingen Beleggingsbeleid Benchmark Regio Land van vestiging Toezichthouder Jaarverslag te verkrijgen bij Kosten in verband met toe- en uittreding
2 mei 2000 Vastrentende waarden Actief Merrill Lynch European Union Government Bond Index Europa Nederland Niet van toepassing AEGON Investment Management B.V. (de beheerder) 0,03%
Relatieve belang van het fondsvermogen van het Subfonds (bedragen x € 1.000)
2015
2014
100,01%
99,97%
6.157 24 200 2 6.383
7.119 1 24 1 7.145
(2.858)
21.056
3.525
28.201
Valutaresultaten Op- en afslagvergoeding Securities lending fees Totaal overig resultaat
202 14 10 226
102 55 25 182
Overige kosten Totaal bedrijfslasten
(12) (12)
(10) (10)
1,96% 0,00% 99
15,80% 0,01% 124
-
AEGON Europees Obligatie Fonds
Resultaat Intrest obligaties Intrest swaps Intrest callgelden Interest credit default swaps Intrestopbrengsten bankrekeningen Totaal direct resultaat Waardeverandering van beleggingen Totaal beleggingsresultaat
Totaal resultaat Rendement beleggingsinstelling Lopende kosten factor Omloopfactor
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
148 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Overzicht van de beleggingen en overige activa/passiva (bedragen x € 1.000) Obl./Dep Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Stand per 31 december
175.797 108.598 (111.859) (1.145) 171.391
Derivaten (837) 3.316 (137) (1.713) 629
Overige activa/passiva Totaal vermogen
Totaal 174.960 111.914 (111.996) (2.858) 172.020 4.011 176.031
Deelneming participanten
Aegon Paraplufonds I via: - AEGON Europees Obligatie Fonds Overige fondsen
Driejaarsoverzicht
ultimo 2015 Intrinsieke Percentage Waarde deelneming
ultimo 2014 Intrinsieke Percentage waarde deelneming
20.772 155.259
19.404 161.808
2015
Intrinsieke waarde van de rechten van deelneming Aantal uitstaande rechten van deelneming Intrinsieke waarde per recht van deelneming
176.031 7.270.663 € 24,21
11,80% 88,20%
2014 181.212 7.631.226 € 23,75
10,71% 89,29%
2013 213.055 10.390.008 € 20,51
Incourante beleggingen In de portefeuille zijn geen incourante beleggingen opgenomen. Verplichtingen uit hoofde van dekkingstransacties AEGON Obligatie Europa Pool houdt per 31 december 2015 meerdere futurecontracten aan met een totale exposure van € 61,8 miljoen (verlaging van de exposure uit hoofde van beleggingen tav renterisico). Hiernaast gebruikt het fonds credit default swaps om extra rendement te genereren. De totale exposurewaarde van de credit default swaps bedraagt € 37,6 miljoen (verhoging kredietrisico). Het fonds gebruikt verder FX forward contracts om het valutarisico af te dekken.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
149 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 De samenstelling van de beleggingsportefeuille van de AEGON Obligaties Europa Pool per 31 december 2015 en per 31 december 2014 is als volgt: Verdeling portefeuille naar land In het onderstaande overzicht is de exposurewaarde van de openstaande futurecontracten meegenomen. Hierdoor wijkt het totale bedrag af van de portefeuillewaarde. De exposurewaarde van de openstaande futurecontracten is alleen gecorrigeerd voor de landenverdeling. Verdeling portefeuille naar land (bedragen x € 1.000) Land Groot-Brittannië Spanje Duitsland Frankrijk Ierland België Overige landen (9) Valutatermijncontracten Totaal
2015 Bedrag 39.309 32.802 12.411 11.281 9.837 8.853 (4.374) 170 110.289
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
2014 % van de NAV 22,4 18,6 7,1 6,4 5,6 5,0 (2,5) 0,1 62,7
Bedrag 37.216 36.314 7.752 15.583 12.676 7.103 46.465 (723) 162.386
% van de NAV 20,5 20,0 4,3 8,6 7,0 3,9 25,7 (0,4) 89,6
150 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 AEGON World Equity Beta Pool (N) Algemene informatie Oprichtingsdatum Soort beleggingen Beleggingsbeleid Benchmark Regio Land van vestiging Toezichthouder Jaarverslag te verkrijgen bij Kosten in verband met toe- en uittreding
23 oktober 2014 Aandelen en derivaten Passief MSCI All Country World Net Index Wereld Nederland Niet van toepassing AEGON Investment Management B.V. (de beheerder) 0,20%
Relatieve belang van het fondsvermogen van het Subfonds (bedragen x € 1.000) -
AEGON Wereld Index Aandelen Fonds
Resultaat Dividend aandelen Intrestopbrengsten bankrekeningen Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat Valutaresultaten Op- en afslagvergoeding Securities lending fees Overige opbrengsten Totaal overig resultaat
2015 99,57%
1.669 1 6.899 8.569 244 30 9 1 284
Beheerkosten Overige kosten Totaal bedrijfslasten
(1) (4) (5)
Totaal resultaat
8.848
Rendement beleggingsinstelling Lopende kosten factor Omloopfactor
17,12% 0,01% (8)
De resultaten van het fonds zijn berekend over de periode sinds oprichting van 23 oktober 2014 tot en met 31 december 2015.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
151 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Overzicht van de beleggingen en overige activa/passiva (bedragen x € 1.000) Aand/Dep Stand per 23 oktober 2014 Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Stand per 31 december 2015
56.580 (4.467) 7.157 59.270
Overige activa/passiva Totaal vermogen
Derivaten 258 (258) -
Totaal 56.838 (4.467) 6.899 59.270 1.162 60.432
Deelneming participanten
ultimo 2015 Intrinsieke Percentage waarde deelneming
Aegon Paraplufonds I via: - AEGON Wereld Index Aandelen Fonds Overige fondsen
Driejaarsoverzicht
46.307 14.125
76,63% 23,37%
2015
Intrinsieke waarde van de rechten van deelneming Aantal uitstaande rechten van deelneming Intrinsieke waarde per recht van deelneming
60.432 5.159.639 € 11,71
Incourante beleggingen In de portefeuille zijn geen incourante beleggingen opgenomen. Verplichtingen uit hoofde van dekkingstransacties AEGON World Equity Beta Pool (N) houdt per 31 december 2015 meerdere futurecontracten aan met een totale exposure van € 1,6 miljoen.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
152 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 De samenstelling van de beleggingsportefeuille van de AEGON World Equity Beta Pool (N) per 31 december 2014 volgt: Verdeling portefeuille naar land In het onderstaande overzicht is de exposurewaarde van de openstaande futurecontracten meegenomen. Hierdoor wijkt het totale bedrag af van de portefeuillewaarde. De exposurewaarde van de openstaande futurecontracten is alleen gecorrigeerd voor de landenverdeling. Verdeling portefeuille naar land (bedragen x € 1.000)
2015
Land Verenigde Staten Japan Groot-Brittannië Duitsland Zwitserland Frankrijk Canada Australië Zuid-Korea Ierland Overige landen (48) Totaal
Bedrag 31.034 4.867 4.035 2.213 2.080 1.822 1.689 1.420 902 893 9.340 60.295
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
% van de NAV 51,4 8,1 6,7 3,7 3,4 3,0 2,8 2,4 1,5 1,5 15,3 99,8
153 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 AEGON World Equity Alpha Beta Pool (N) Algemene informatie Oprichtingsdatum Soort beleggingen Beleggingsbeleid Benchmark Regio Land van vestiging Toezichthouder Jaarverslag te verkrijgen bij Kosten in verband met toe- en uittreding
16 oktober 2014 Aandelen en derivaten Actief MSCI All Country World Net Index Wereld Nederland Niet van toepassing AEGON Investment Management B.V. (de beheerder) 0,20%
Relatieve belang van het fondsvermogen van het Subfonds (bedragen x € 1.000) -
2015
AEGON Wereldwijd Mix Fonds
37,00%
Resultaat Intrest callgelden Waardeveranderingen van beleggingen Totaal beleggingsresultaat
(1) 3.508 3.507
Op- en afslagvergoeding Totaal overig resultaat
13 13
Totaal resultaat
3.520
Rendement beleggingsinstelling Lopende kosten factor Omloopfactor
24,87% 0,02% 187
De resultaten van het fonds zijn berekend over de periode sinds oprichting van 16 oktober 2014 tot en met 31 december 2015.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
154 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Overzicht van de beleggingen en overige activa/passiva (bedragen x € 1.000)
Stand per 16 oktober 2014 Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Stand per 31 december 2015 Overige activa/passiva Totaal vermogen
Aandelen
Totaal
31.155 (18.484) 3.508 16.179
31.155 (18.484) 3.508 16.179 125 16.304
Deelneming participanten
ultimo 2015 Intrinsieke Percentage waarde deelneming
Aegon Paraplufonds I via: - AEGON Wereldwijd Mix Fonds
16.305
Driejaarsoverzicht
100,00%
2015
Intrinsieke waarde van de rechten van deelneming Aantal uitstaande rechten van deelneming Intrinsieke waarde per recht van deelneming
16.305 1.305.712 12,49
Incourante beleggingen In de portefeuille zijn geen incourante beleggingen opgenomen.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
155 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 15 15.1.
Overige gegevens Dividenduitkering 2015
Op 22 juni 2015 heeft voor de subfondsen van het AEGON Paraplufonds I een dividenduitkering over boekjaar 2014 plaatsgevonden. De dividenduitkering per fonds per participatie in € is als volgt: Dividenduitkering per fonds Fondsnaam AEGON EuroFonds AEGON Wereldwijd Mix Fonds AEGON Wereldwijd Vastgoed Fonds AEGON Duurzaam Index Aandelen Fonds AEGON Europa Index Aandelen Fonds AEGON Wereld Index Aandelen Fonds
15.2.
Dividend per participatie zonder aftrek van belasting 0,22 0,01 0,37 0,25 0,31 0,27
Dividendvoorstel
In 2016 zal voor de subfondsen van het AEGON Paraplufonds I over boekjaar 2015 een dividenduitkering plaatsvinden. De dividenduitkering zal gebaseerd worden op het fiscale resultaat over het boekjaar 2015, rekening houdend met eventuele uitdelingstekorten. Hiermee wordt voldaan aan de fiscale doorstootverplichting.
15.3.
Voorstel resultaatbestemming
De directie stelt voor om het resultaat over het boekjaar toe te voegen aan het fondsvermogen participanten.
15.4.
Persoonlijke belangen
Ingevolge artikel 122 tweede lid Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen vermeldt een beleggingsinstelling het totale persoonlijke belang dat de leden van de directie van de beleggingsinstelling bij iedere belegging van de beleggingsinstelling aan het begin en het einde van het boekjaar hebben gehad. Per 31 december 2015 en 31 december 2014 bestaan persoonlijke belangen van de directie in beleggingen die ook het fonds of de basisfondsen houden: Persoonlijke belangen bestuurders (In aantallen per 31 december)
2015
2014
Aandelen AEGON N.V.
96.622
68.751
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
156 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 15.5.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: de beheerder van het AEGON Paraplufonds I Verklaring over de jaarrekening 2015 Ons oordeel Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van AEGON Paraplufonds I op 31 december 2015 en van het resultaat over 2015 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Wat we hebben gecontroleerd Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2015 van AEGON Paraplufonds I te Den Haag (‘het fonds’) gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit: • de balans per 31 december 2015; • de winst-en-verliesrekening over 2015 ; en • de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van AEGON Paraplufonds I zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Verantwoordelijkheden van de beheerder De beheerder is verantwoordelijk voor: • het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening en voor het opstellen van het verslag van de beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW, en voor • een zodanige interne beheersing die de beheerder noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet de beheerder afwegen of het fonds in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van het genoemde verslaggevingsstelsel moet de beheerder de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de beheerder het voornemen heeft om het fonds te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De beheerder moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het fonds haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
157 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Ons controleoordeel beoogt een redelijke mate van zekerheid te geven dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring. Verklaring betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten Verklaring betreffende het verslag van de beheerder en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het verslag van de beheerder en de overige gegevens): •
•
dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd. dat het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Amsterdam, 16 maart 2016 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
mr. drs. M.D. Jansen RA
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
158 van 159
AEGON Paraplufonds I Jaarverslag 2015 Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2015 van AEGON Paraplufonds I In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt. De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze doelstelling is om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening vrij van materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude is. Onze controle bestond onder andere uit: •
•
•
•
•
het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van het fonds; het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de beheerder en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen. het vaststellen dat de door de beheerder gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het fonds haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven;
Wij communiceren met de beheerder onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Jaarverslag 2015 AEGON Paraplufonds I
159 van 159