USA en Canada 2013 met eigen camper 14 april t/m 25 september
Vooraf We hebben al enige jaren het plan om na het actieve arbeidsleven een half jaar met onze eigen camper te gaan rondtrekken in de VS. Via internet zijn we op het spoor gekomen van de firma SeeBridge die de overtocht naar Baltimore kan regelen. In april 2012 hebben we hiervoor een voorlichtingsbijeenkomst van SeeBridge in Klüsserath aan de Moezel bezocht. Gebleken is dat er veel te regelen valt maar dat het prima te doen is. Ons doel is een klein half jaar weg te blijven en globaal de volgende route aan te houden:
We starten in Baltimore en vandaar via de Appalachen naar Florida. Hier zullen de kinderen ons een week komen vergezellen. Daarna via het zuiden naar Arizona. Dan via de Nationale Parken van het Midden-Westen naar het noorden en dan via Vancouver(Island) en West-Canada naar Alaska. Daar zullen de kinderen ons weer komen vergezellen en samen rijden we terug naar Seattle/Vancouver vanwaar zij weer naar Nederland zullen terugvliegen. Ons laatste traject zal dan langs de Amerikaans/Canadese grens lopen en eindigen in Baltimore. Als we de camper weer hebben ingeleverd voor transport terug, willen we Washington en New York nog enige dagen bekijken. Oktober/november/december 2012 Roeline heeft voor ons de vluchten vastgelegd. We zullen een directe vlucht hebben op 14 april met KLM naar Washington. Daar staat voor ons een huurauto klaar waarmee we de volgende morgen in de haven kunnen komen om de camper op te pikken. Na onze rondreis staat er weer een huurauto klaar waarmee we de camper weer kunnen inleveren op 19 september. Bovendien hebben we deze auto dan tot onze beschikking om Washington te bezoeken. Op 21 september vliegen we naar New York voor een bezoek van enkele dagen en op 24 september vliegen we weer met KLM naar huis waar we op 25 september zullen aankomen. Nu deze data zijn vastgelegd kunnen we ook de overtocht bij SeaBridge vastleggen. We zullen de auto uiterlijk op 21 maart in Hamburg moeten inleveren. De terugweg kan pas geregeld worden een half jaar tevoren dus eigenlijk pas vlak voor ons vertrek. Van SeaBridge krijgen we uitgebreide informatie. Later blijkt dat de auto ook in de haven van Antwerpen kan worden afgeleverd (en later ook weer kan worden opgehaald). Dit scheelt voor ons uren rijden (1,5 uur i.p.v. 5 uur). SeeBridge boekt dit voor ons over. De afgelopen jaren zijn inmiddels al de nodige reisgidsen verzameld en samen met de informatie die op Internet te vinden is stippelen we de reis redelijk gedetailleerd uit. We zullen van park naar park gaan en in de meeste parken twee dagen blijven. Totaal verwachten we wel een kleine 35.000 km afleggen. Naast de planning over de route zullen we ook enkele technische zaken moeten regelen. Het is niet mogelijk om onze gasflessen mee te nemen. In de USA zouden we vrij simpel bij de Walmart een
propaanfles kunnen kopen maar de aansluiting op onze auto moet dan via een adapter. Gelukkig kan SeaBridge ons deze leveren. Op de meeste campings zit elektriciteit bij de prijs inbegrepen. Het zou dan zonde zijn om daarvan geen gebruik te maken omdat we daarmee ook gas kunnen besparen. Via marktplaats kopen we voor € 45,= een omvormer van 110V met 60Hz naar 230V met 50Hz zodat al onze apparatuur het probleemloos zou moeten kunnen doen. Bij TomTom kopen we een navigatiekaartje van de USA en Canada. Tot 1 januari zijn ze in de aanbieding en het scheelt € 30 in de kosten. Tot slot bespreken we vast twee campings op de Florida Keys. We zagen dat de campings al vol begonnen te lopen en we willen ervan verzekerd zijn dat we straks twee plekjes hebben. Januari 2013 Na on-line de benodigde visa-aanvraagformulieren te hebben ingevuld, bellen we de Amerikaanse ambassade in Amsterdam voor een afspraak. Deze kan pas worden gemaakt nadat het creditcardnummer is doorgegeven. Kosten voor het maken van de afspraak zijn € 15,=. Op 11 januari staan we tegen half negen in de rij voor het Consulaat op het Museumplein. Als we tegen negenen worden binnen gelaten volgt, na het afgeven van de paspoorten en de meegenomen (aangetekende) gefrankeerde retourenveloppen, een uitgebreide veiligheidsprocedure. Alsof je door de beveiliging op een vliegveld moet. Daarna in een wachtkamer wachten totdat je nummer wordt omgeroepen. Bij het eerste loket de benodigde papieren inleveren, vingerafdrukken geven en het visum betalen (€ 128,= per stuk). Vervolgens weer wachten totdat je bij een tweede loket een interview krijgt. Dit stelde niet veel voor. We hadden verwacht uitgebreid ons reisschema te moeten vertellen, te laten zien dat we voldoende geld of inkomsten hebben om de zes maanden te overbruggen en zo nog meer vragen, maar niets van dat alles. Wel of we getrouwd waren, kinderen of kleinkinderen hadden, familie in de USA en waarom we een lang visum nodig hebben. Al met al stonden we na twee uur weer buiten. Op dinsdag en woensdag daaropvolgend werden onze paspoorten keurig thuisbezorgd.
Februari 2013 Als we terugkomen van twee weekjes naar Zuid-Frankrijk, ligt er een enveloppe van SeeBridge op de mat. Hierin zitten de gegevens voor het ophalen (en later weer wegbrengen) van de auto in Baltimore en formulieren voor nog af te sluiten verzekeringen. We maken eerst een afspraak met de expediteur in Antwerpen en vervolgens met die in Baltimore (Pride International Inc.). Het blijkt geen probleem de afspraak te maken voor de voor ons geschikte tijdstippen. Omdat zonder gecertificeerde begeleiding geen toegang is tot het havenbedrijf in Baltimore, zoeken we tevens een escort. Hierbij worden we een beetje van het kastje-naar-de-muur gestuurd. Ons contactpersoon in Baltimore zegt dat dit door Pride geregeld wordt, Pride weet van niets en geeft ons contactgegevens van twee escort-bedrijven die echter niet op onze mails reageren. Tot slot zegt ons contactpersoon weer dat Pride op het moment dat we daar zijn, de escort regelt. Daar gaan we dan dus maar van uit. Tevens maken we de verzekeringen in orde. Omdat onze autoverzekering niet geldig is buiten Europa en enkele aangrenzende landen, sluiten we via SeeBridge een autoverzekering af voor de USA en Canada voor een half jaar. Kosten zijn € 2.175,=. Ook voor het transport moet een aparte verzekering worden afgesloten. Kosten voor een enkele reis bedragen € 558,=. Het is een hele papierwinkel. Bij
de ANWB sluiten we een uitbreiding op onze Wegenwacht-verzekering af voor een kampeerauto met buitenlanddekking. Hiermee kunnen we eventueel gebruik maken van de service voor het nazenden van onderdelen. Fiat is immers een onbekend merk in de USA. Kosten zijn € 72,=. De auto krijgt nog een goede kilometerbeurt en de garage heeft in overleg ter voorzorg de remblokjes (vóór), de beide multiriemen en de koplampen vervangen. De nog niet geheel versleten onderdelen nemen we mee als eventuele reserves. Maart 2013 Roeline bespreekt voor ons voor de terugweg nog een hotel in Baltimore (nabij de metro en met een gratis parkeerplaats) en we zoeken een appartementje of hotelletje in New York. Er blijkt al veel gereserveerd te zijn (het hotel dat we via OAD boeken blijkt toch al niet meer beschikbaar te zijn), en we vinden twee keer een appartementje waarvan we na reservering te horen krijgen dat ze toch al bezet zijn. Uiteindelijk bespreken we via Hotels.com een hotel aan de 42st. Dit hotel ligt vlak bij de metro en TImes Square. In Seward (Alsaka) willen we graag een Fjord Tour maken. Om er zeker van te zijn dat er dan plaats is, bespreken we deze vast. Tevens leggen we de camping in Denali NP vast en de bustour het park in. We willen er zeker van zijn dat er plek is als we er zijn. De data zijn goed te bepalen omdat het een paar dagen na de vastliggende aankomstdata van de kinderen is. We maken de auto van binnen helemaal schoon en beginnen vast met wat spullen erin te zetten zoals de boot en jerrycans waarin we reserve brandstof kunnen tanken. Diesel is immers lang niet bij elk tankstation verkrijgbaar.
Voor de eerste dagen nemen we in ieder geval iets te eten mee en om voor “nood”gevallen voor onderweg wat gedroogd eten. Ook zetten we een pak wijn in de auto. We zien wel of we dat zonder problemen de grens over krijgen. Ook vullen we de auto met kleding. Er moet veel mee, we kunnen immers winterse en zomerse omstandigheden verwachten en we willen niet steeds hoeven te wassen. Veel oud spul kan zelfs na te hebben gedragen de vuilnisbak in. Tot slot dekken we het bed en de banken af met plastic (op aanraden van SeaBridge), sluiten het gordijntje naar het bed en verduisteren bij het bed de ramen en het dakluik en wassen we de auto goed. Er mag geen vuil en modder (ook niet aan de onderkant) aan zitten omdat de bodem gedesinfecteerd moet worden i.v.m. mond-en-klauwzeer waar ze in de VS als de dood voor zijn.
Maandag 25 maart 167 km In de ochtend naar de haven van Antwerpen om de auto weg te brengen. Het was even zoeken maar toen we bij de juiste ingang waren bleek dat we eerst formulieren moesten invullen en ophalen op een andere plek, een paar kilometer verderop. Dat was gelukkig snel geregeld. In Antwerpen lag nog wat smeltende sneeuw maar omdat we een emmer, borstel en een jerrycan water hadden meegenomen, konden we toch de auto weer voldoende schoonmaken van de modder(spetters) van langsrijdende vrachtwagens. Hij zag er in ieder geval weer voldoende schoon uit. Het afgeven was vervolgens een fluitje van een cent; er werd niets meer gecontroleerd. Nu maar hopen dat hij zonder problemen verder op de boot komt.
Woensdag 27 maart We bellen de Cartrack en krijgen als antwoord dat de auto ergens naast de kade staat. Omdat de dagen daarna ongeveer dezelfde coördinaten worden opgegeven, zal dat wel de laatst bekende plek van de GPS zijn. Kennelijk is in het ruim wel een telefoonsignaal, maar geen GPS-ontvangst. We proberen het nog wel weer als de auto in Baltimore zou moeten zijn. Verder krijgen we vandaag de rekening van SeeBridge voor het overvaren (€ 2856,77), de transportverzekering (€ 558,=), havengelden en Antwerpen (€ 285,=) en de douane in Baltimore (€ 55,=). Nu is het wachten op de vrachtpapieren die we nodig hebben om de auto weer op te halen. Dinsdag 2 april De vrachtpapieren zijn binnen. Het is nu wachten tot de auto in Baltimore is en wij kunnen vertrekken. Vrijdag 12 april Voor onze buren in de Parklaan hebben we een uitzwaaiborrel georganiseerd. Om de borrel op te luisteren hadden “De Krekels” twee liedjes ingestudeerd die uit volle borst werden meegezongen onder begeleiding van een breed scala aan muziekinstrumenten. Een erg gezellige avond!
Zaterdag 13 april Als we contact opnemen met het Cartrack-systeem krijgen we coördinaten in de haven van Baltimore teruggestuurd. De auto is dus uitgeladen en staat op de kade al op ons te wachten.
Zondag 14 april Door Martine, Roeline en Daan weggebracht naar Schiphol. Onze vlucht vertrekt exact op tijd om 12:40. Anneke, de partner van oud-KWRcollega Meindert, is senior-stewardess op deze vlucht. Helaas zit een up-grade er niet in omdat de business-class al vol zit maar de plaatsen die we hebben zijn sowieso prima. Wel krijgen we extra aandacht van het personeel en kunnen we van een glas champagne genieten. Na een rustige vlucht landen we op Washington-Dulles airport en als we eindelijk de grensformaliteiten hebben afgerond, kunnen we de huurauto ophalen. Na een uurtje rijden zijn we in ons hotel in Baltimore (Windsor Mill). We gaan bijtijds slapen, het was een lange dag.
Maandag 15 april 153 km Om half negen zijn we bij Pride International. De papieren formaliteiten duren hier maar enkele minuten en we kunnen ter plekke telefonisch een escort naar het haventerrein regelen. Binnen een kwartier is die aanwezig en rijd ik mee naar het haventerrein. Teuni wacht bij de auto op de parkeerplaats bij Pride. Op het haventerrein weer een papierwinkel die gelukkig ook snel geregeld is, maar al gauw blijkt dat de douane vergeten is de gegevens in de computer te zetten. Dit had al gemoeten toen de auto uitgeladen werd. Nu duurde het nog ruim een half uur voordat het gereed was en we het haventerrein weer konden verlaten. Verder totaal geen controle van de auto meer! Om elf uur was alles afgerond. Later bleek dat de kastjes die toegankelijk waren en de koelkast wel gecontroleerd waren en daarbij was de sluiting van de koelkast vernield. Erg vervelend, want tijdens het rijden gaat deze nu steeds open. Bij een Walmart boodschappen gedaan en een gasfles gekocht. De fles was al gevuld met propaan, dus dat hoefden we niet meer apart te regelen. Via Dulles Airport waar we de huurauto inleverden, naar Bull Run State Park bij Manassas gereden en beland op de camping daar. Deze camping ligt op een slagveld in 1861 en 1862 tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Voordat we onze plek opzochten, eerst de tank gevuld met drinkwater. De door ons aangeschafte omvormer van 110V(60Hz) naar 230V (50Hz) werkt ook perfect. We zijn nu helemaal klaar voor de reis. De natuur is hier al verder dan in Nederland, de bomen lopen al uit , de kersenbomen en de cercissen staan al volop te bloeien, net als veel narcissen.
Dinsdag 16 april 202 km Toch een klein beetje last van een jet-lag. We zijn om zes uur wakker. Na het ontbijt repareren we eerst de sluiting van de koelkast. In het harde plastic maken we met een hete priem een gaatje waarin een klein schroefje past dat de sluiting verder op z'n plek houdt. Voorlopig blijft dit wel even zitten. Bij een Walmart in Manassas kopen we nog een tweede gasfles. Deze flessen schijnen op veel plaatsen omwisselbaar te zijn, zowel in de USA als in Canada, dus dat zou verder voldoende moeten zijn om nooit zonder gas te zitten. Overigens blijkt ook dat de koelkast regelmatig op de zonnepanelen draait, wat ook gas uitspaart. Vervolgens rijden we naar Shenandoah NP en kopen voor $80 een Interagency Annual Park Pass zodat we alle Nationale Parken e.d. verder kostenloos in kunnen. In Shenandoah rijden we via de Skyline Drive die zoveel mogelijk over of vlak langs de hoogste punten van het park loopt. Hierdoor heb je vaak prachtige vergezichten. Op enkele plaatsen komen de wolken over de weg, maar in het algemeen schijnt de zon en met een temperatuur van dik 25°C is het prachtig weer. In de hoger gelegen delen zijn de bomen nog helemaal kaal en helaas bloeit er nog niet veel. Het is, zoals we vooraf al vreesden, nog net iets te vroeg in het jaar. Ook de campings in het park zijn daarom nog gesloten zodat we net even daar buiten in de omgeving van Elkton op een prima campinkje belanden. Heerlijk nog buiten in de zon kunnen zitten.
Woensdag 17 april 73 km Terug gereden naar Big Meadows in Shenandoah NP. In de ochtend een wandeling gemaakt naar de Dark Hollow Falls, een mooie waterval in het bos. Er bloeit nog weinig, we zien hepatica bloeien en trillium in de knop. Aan het eind van de morgen een stukje gelopen over de Meadows, vanwaar een weids uitzicht. Heerlijk in de zon, het is bovendien bijna 25°C. 's Middags een wat steilere wandeling naar de Lewis Falls. Op de heenweg een slang gezien en op de terugweg een zwarte beer die vlak boven het pad in een hol van een boom zat. Leuk om 'm te observeren terwijl hij zich lekker in het zonnetje aan het koesteren was. Overnacht op dezelfde camping.
Donderdag 18 april 398 km Onze route in Shenandoah naar het zuiden weer opgepakt. Helaas is het de hele ochtend erg mistig en zien we niet veel meer dan 50 meter voor ons. Op sommige plekken kan je wel even mooi het dal inkijken. Ook in de aangrenzende Blue Ridge Parkway begint het met mist, maar meteen in de
middag trekt het helemaal open en kunnen we weer genieten van de vaak schitterende vergezichten. Omdat de weg dan weer hoog (bijna 3000 voet), dan weer wat lager (1500 voet) gaat, zie je dat in hoever de bomen blaadjes hebben en de bloemen bloeien. Bij Otters Peak een otter gezien en een aantal waterschildpadden. Verder is de Parkway omzoomd met bloeiende bomen: kersen, cercissen, krenten en kornoelje. In de middag is het heel aardig weer geworden met ruim 25 °C, deels bewolkt en weinig wind. Omdat er door het vroege seizoen ook langs de Parkway geen campings open zijn, wijken we uit naar een camping in het Fairy Stone State Park. Een mooi en erg rustig gelegen camping met maar twee andere gasten.
Vrijdag 19 april 257 km Bewolkt en al gauw begint het te regenen. Op de Parkway onderweg op veel plaatsen erg veel dichte mist gehad, vaak nog geen zicht van 50 meter, maar gelukkig konden we op andere plaatsen wel weer van het landschap genieten. Jammer, maar het is niet anders en voor morgen wordt weer goed weer opgegeven. Onderweg twee keer wilde kalkoenen gezien en ook een paar keer een koppeltje witstaartherten. De Parkway slingert rond de toppen van de Blue Ridge en is voor het grootste deel voorzien van ongelijkvloerse kruisingen. De weg is 755 km lang (dat is een afstand van 1,5 keer van Amsterdam naar Parijs!) en verbindt Shenandoah NP met het Great Smokey Mountains NP. Er rijdt zo buiten het seizoen zeer weinig verkeer. Tegen de avond wordt het al weer droog. Overnacht op een RV-park bij Boone.
Zaterdag 20 april 342 km Een koude nacht, veel wind en helder. Vandaag prima weer, geen wolken. We pikken de Blue Ridge Parkway weer op en vervolgen deze verder naar het zuiden. Dit is het hoogste deel van de route en we hebben dan ook veel mooie vergezichten. Uiteindelijk komen we bij Cherokee gelegen in het Indian Reservation, waar de weg eindigt. We gaan op de camping staan in Great Smokey Mountains NP, bij Deep Creek, even ten noorden van Bryson City. De camping ligt schitterend en is nagenoeg leeg. Nog heerlijk in de zon kunnen genieten van de stilte.
Zondag 21 april 34 km Heerlijk weer. Zoals gepland maken we een mooie wandeling van ruim 4,5 uur in het park. Gelukkig begint hier al wel het een en ander te bloeien. We vinden ondermeer veel irissen en drie soorten orchideeën, waarvan slechts één al bloeit. Sommige bomen beginnen al uit te lopen en de kornoelje bloeit ook nog. Er stromen veel rivieren en beekjes en we komen dan ook langs nodige watervallen. Aan het eind van de middag rijden we naar de camping in een ander deel van het park langs de Newfound Gap Road. Ook dit is een erg rustige camping waarop slechts een paar andere gasten zijn.
Maandag 22 april 107 km Vandaag in het Great Smokey Mountains NP, met prachtig weer. In de ochtend naar Clingmans Dome gereden, een uitzichtpunt op het hoogste punt van het park. We hebben hier inderdaad een prachtig uitzicht en door de heiigheid die er in de verte hangt, kan je je wat voorstellen bij de naam van het park. Vervolgens via de schitterende route naar Cades Cove. Het is een slingerende weg langs een riviertje, prachtig gelegen tussen de bomen met het jonge blad. Er bloeit veel, we zien ondermeer hondstand, trillium-soorten, geraniums en hele plakkaten bloeiende irissen. Bij Cades Cove de auto op de camping gezet en in de middag het rondje om Cades Cove per fiets gedaan. Cades Cove is een vruchtbaar dal waar in het verleden een aantal nederzettinkjes waren, nu vormen deze een soort openluchtmuseum. Op de oude weidevelden zien we nu een aantal keren witstaartherten en grote wilde kalkoenen. In de verte zien we zelfs een zwarte beer die wat aan het rondstruinen is. Op de camping genoten van de vogeltjes om ons heen, Oak Titmouses, Chipping Sparrows en een Red-bellied woodpecker.
Dinsdag 23 april 447 km Vandaag rijden we weer de weg door het Nationale Park terug naar Cherokee. Onderweg is het weer genieten van de mooie route met de volop bloeiende bermen. We rijden verder naar het zuiden en het landschap wordt i.p.v. bergachtig steeds wat heuvelachtiger. Verder valt op dat de natuur hier al veel verder is, de bomen staan volledig in het blad. De camping die we hadden uitgekozen in Ocenee National Forest blijkt gesloten te zijn, maar gelukkig is in de omgeving nog wel een andere camping die open is. Hier staan we tussen de grote trailers en blijken wij maar een klein kampeermiddel te hebben.
Maandag 24 april 353 km We rijden verder via de Interstate 441 naar het zuiden. De weg is goed, voor een heel groot deel vierbaans en niet druk. Het landschap wordt naarmate we zuidelijker komen groener (alle bomen staan nu vol in het blad), vlakker (het is duidelijk dat we de Appalachen achter ons laten) en natter (we naderen de moerassen van Zuid Georgia. Bij Fargo gaan we het Okefenokee NP in, het deel van het Stephen C. Foster SP. We vinden op de camping een mooie plaats met zowel zon als schaduw. Het is vandaag erg warm geworden, dik 30°C en er is nagenoeg geen wind. Er zijn geen muggen die ons lastig vallen, wel lastige vliegjes, maar die steken gelukkig niet. Het barst hier van de eekhoorntjes die erg dicht bij je komen.
Donderdag 25 april 0 km Als we ons hebben ingeschreven bij het Ranger Station om te melden dat we het park in gaan, blazen we de kano op en maken een mooie tocht door het park. Onderweg worden we op veel plaatsen gade geslagen door alligators. Teuni vindt dit niet echt leuk en we gaan daarom niet al te ver. Opvallend is dat veel van het bos verbrand is, maar in het bezoekerscentrum staat dat ze dit doen om meer gevarieerdheid te krijgen in de begroeiing van het park. Op veel plaatsen staan de cypressen zich in het nagenoeg zwarte water te spiegelen. In de middag fietsen we een groot deel van de toegangsweg naar het park. Er is nauwelijks verkeer. Onderweg zien we een aantal soorten spechten en veel mooie bloemen. Tot onze verassing vinden we twee stangetjes van witstaartherten, zomaar in de berm. Op de camping hebben we weer veel aanspraak, men vindt een Europese camper maar wat apart!
Vrijdag 26 april 136 km In de ochtend naar Suwannee River SP gereden. In de middag een trail gelopen. Dit park wordt gedomineerd door de Suwannee River die voor een groot deel door een kalkstenen bedding loopt, omzoomd door veel cypressen die deels in het water staan. In een van de kreken veel waterschildpadden gezien die, toen we dichterbij kwamen, zich in het water lieten plonzen. Verder heerlijk in de schaduw zitten lezen en genoten van de noordse kardinaaltjes en andere vogels om ons heen.
Zaterdag 27 april 253 km In de ochtend naar Ocala National Forest gereden. Het is vandaag weer erg warm, meer dan 30°C en weinig wind. De camping die we hebben uitgekozen blijkt al vrijwel vol te zijn, maar gelukkig hebben we nog een mooie plek. Later in de middag wordt het door de vele jeugd wel wat lawaaiig, duurt tot ver na middernacht. Er is een mooie kreek waar we als het goed is morgen de kano te water kunnen laten.
Zondag 28 april 0 km Zon, warm en niet al te veel wind. We transporteren de kano op het steekkarretje naar de kreek en blazen 'm daar op. Het water is enorm helder. Daar waar geen waterplanten staan, kan je de bodem zien. Er zwemmen veel grote vissen. Een mooie tocht gemaakt, alleen het eerste stukje zag je nog wel een andere kano, maar later waren we helemaal alleen. Het is enorm stil hier, je hoort alleen de
vogels en de wind in de bomen. Onderweg een aantal lumpkins (lijkt op een kruising tussen reiger en ibis), een visarend, reigers en een waterschildpad gezien. Dit keer geen alligators. Teruggekomen op de camping blijkt dat deze op een paar kampeerders na, helemaal verlaten is. Heerlijk rustig!
Maandag 29 april 172 km We zijn nog maar net op weg of we zien in de berm een opossum (buidelrat) lopen. We hebben 'm goed kunnen opserveren en hij was gewond op z'n kop door een aanval van waarschijnlijk een roofdier. We rijden verder over ruime wegen naar de kust bij Daytona en vragen ons af waarom deze wegen voor een groot deel vierbaans zijn omdat er erg weinig verkeer is. De kust is erg modern en ook ruim opgezet. Het is een apart gebied, voor de kust ligt een soort haf die volop bebouwd is en op enkele plaatsen met grote bruggen met het vaste land verbonden is. Verder veel watersport. We gaan verder naar het zuiden en nemen een camping nabij Merritt Island. Dit blijkt een camping te zijn waarop de noordelingen de winter doorbrengen; veel zijn er al weg en uit gesprekken bleek dat anderen snel zullen volgen. In de avond onweer.
Dinsdag 30 april 158 km De hele nacht heeft het wat geregend maar in de ochtend is het droog, maar wel nog bewolkt. Het wordt al gauw weer zonnig en warm (boven de 30°C). We doen eerst weer boodschappen bij een Walmart (de koelkast moet toch ook gevuld blijven) en vervolgens rijden we naar Merritt Island. Dit is niet alleen een groot natuurgebied, maar er ligt ook de Amerikaanse ruimtevaartbasis Cape Canaveral op. In een van de kanalen zien we erg mooi een aantal manatees (zeekoeien). Vervolgens worden we onderschept door een park-ranger die in de 80-er jaren in Soesterberg gelegerd was. Hij was verlegen om een praatje en gaf ons wat tips over routes waar we dieren konden bekijken. Op de Black Point Wildlife Drive zagen we inderdaad een keur aan verschillende watervogels: diverse soorten reigers, strandlopers en pleviertjes, roze lepelaars, pelikanen, eenden en gieren. Verder zagen we nog een wasbeer. Ook nog even bij het strand gaan kijken waar bruine pelikanen langs zeilden. Weer op dezelfde camping overnacht. De onweersbui van vandaag mist ons net.
Woensdag 1 mei 281 km We rijden nogmaals de Black Point Wildlife Drive en zien weer veel vogels en zelfs ook twee grote zwarte wilde zwijnen. Daarna rijden we via de ruimtevaartcentra op Cape Canaveral. Buiten staat een Space Shuttle en enkele raketten uit vroegere ruimtevaartprogramma's (o.a. de Saturnusraket). Langs de kust die vrijwel overal volgebouwd is, verder naar het zuiden. We overnachten op een prachtige camping in Jonathan Dickinson SP.
Donderdag 2 mei 293 km Bewolkt en vandaag enkele zeer zware regen- en onweersbuien. Na eerst een stuk Highway 1 weer gevolgd te zijn, nemen we verderop de snelweg naar Miami. Het is erg druk. Zaterdag zullen we de camper voor de meiden en Daan ophalen en daarom rijden we langs om daarvoor een afspraak te maken. In tegenstelling tot hetgeen Wereldcontact, via wie de camper gehuurd is, ons heeft laten weten, is het verhuurbedrijf zaterdag al om 12:00 uur en niet om 16:00 uur dicht. We zullen 'm dus in de ochtend al moeten halen. Daarna rijden we door naar Everglades NP. Het blijkt dat de camping aan het begin van het park al weer gesloten is, en we rijden daarom door naar camping Flamingo in het zuiden aan de Florida Bay. Daar staat bijna niemand en we kunnen een mooie plek innemen. Helaas zijn er veel knutjes maar het aantal muggen is niet hoog.
Vrijdag 3 mei 148 km Het weer is stukken beter dan gisteren. Vandaag slechts een enkele bui, veel zon en weer dik 30 graden. We proberen een van de trails te lopen maar al gauw blijkt dat we voer voor de insecten zijn. Zo is er geel lol aan en we breken de wandeling af. We rijden met de auto verder richting de ingang van het park en bij elk uitzichtpunt of loop stappen we uit en lopen een stukje. Daar is nauwelijks vliegend ongedierte. We zien verschillende soorten schildpadden, witstaartherten, veel roofvogels en gieren, alligators, boom-ooievaars, ibissen en allerlei (witte) reigers. Erg leuk. Op veel plaatsen kan je goed zien dat de Everglades eigenlijk een erg ondiepe zeer brede rivier is waarvan de bedding bestaat uit kalksteen. Daarop ligt her en der slechts een dunne laag humus waarop gras, riet en waterplanten als de moeraslelie groeien. Op enkele plaatsen zie je de stroming. Daardoor zit er ook veel vis (we zien ondermeer een aantal snoeken en in de "meertjes" naar insecten springende vissen). Het water van de Everglades komt uit het Okeechobee meer, ver ten noorden van de Everglades. Ook het Big Cypress NP krijgt hieruit zijn water. Weer overnacht op dezelfde camping.
Zaterdag 4 mei 347 km Vandaag komen Martine, Roeline en Daan voor een week over. We rijden in de ochtend naar Miami om alvast hun camper op te halen. Na ondertekening van het contract en een uitgebreide introductie, kunnen we vertrekken. Teuni in onze camper en ik in de gehuurde. Het is een groot , log en sloom bakbeest. We parkeren de huurcamper op de parkeerplaats van het Visitor-center van het park, doen boodschappen bij de Walmart en rijden daarna naar het vliegveld. We begrepen uit een SMS-je dat door problemen de vlucht vanuit London met ca 1,5 uur vertraagd was. Na met een uur vertraging te zijn aangekomen, duurt ook de immigration procedure erg lang. Pas na drie uur nadat ze geland zijn, komen ze door de douane. Daarna is het nog een eind rijden naar de camping waar we dan ook pas in het donker aankomen.
Zondag 5 mei 141 km Prachtig weer, de weinige bewolking die er is lost gaande de dag helemaal op. Ca. 30 graden en de meiden verbranden bijna. We rijden de route, met z'n allen in onze auto, naar het noorden van het park als twee dagen tevoren. We genieten weer van de mooie dingen die we zien en ook van het genieten van de
kinderen. Die hebben het prima naar hun zin. Toch is het weer anders dan twee dagen geleden. Nu zien we de veelkleurige slakjes, sprinkhanen, doodgereden slangen, zwaluwstaart wouwen, baby alligators, maar natuurlijk ook veel gieren, grote alligators, reigers en ooievaars. Dankzij de wind op de camping nog heerlijk buiten kunnen zitten.
Maandag 6 mei 168 km Tijdens de terugweg het park uit nog even gestopt bij de baby-alligators. De kleinste zijn niet groter dan 30 cm. Vervolgens teruggereden naar Cruise America om de meiden en Daan bij te laten schrijven als chauffeurs van de camper. Daarna nog boodschappen gedaan voor de komende drie dagen en vervolgens naar Key Largo gereden. Een oninteressante weg er heen. De camping was gelukkig besproken, anders was er geen plek meer geweest. In de middag lekker gesnorkeld . Er was een hoop te zien, zeker rond het oude Spaanse scheepswrak dat in de baai ligt.
Dinsdag 7 mei 0 km Vanmorgen een snorkeltour besproken. Daarna de kano opgeblazen en om de beurt een heerlijk stukje gevaren tussen de mangrovenbossen. Het water is zo helder dat we veel vis zien zwemmen. In de haven zien we schitterend nog een manatee. De snorkeltour is werkelijk prachtig. Een twintig minuten varen uit de kust op een rif kunnen we onze gang gaan. Heel veel prachtig koraal, in vele soorten en kleuren. Daartussen vissen van allerlei formaat en in allerlei kleuren, maar vooral in grote aantallen. Kortom, vandaag een heerlijk relax-dagje.
Woensdag 8 mei 263 km We rijden verder de Keys langs naar het zuiden. Key-Largo is met z'n vele bebouwing en bedrijvigheid niet echt interessant, maar naarmate we verder komen, ziet het er mooier uit. Bij vele bruggen tussen de Keys mooi uitzicht over de omgeving. In Key-West naar het meest zuidelijke puntje gegaan en een stukje door het stadje gelopen. Veel authentieke houten huizen die kennelijk de vele orkanen hebben doorstaan. Teruggereden naar Curry Hammock SP op Key-Marathon waar we een mooie camping aan zee besproken hadden. Helaas is het strand geschikt niet om te zwemmen.
Donderdag 9 mei 243 km Deze dag staat in het teken van Apple. We rijden de Keys terug, doen boodschappen bij de Walmart en rijden aan de west-kant van Miami naar het noorden. In deze omgeving zijn erg veel kwekerijen voor bomen, tuin- en kamerplanten. In een grote Mall vinden we een Apple-store waar de dames ieder een I-Phone5 en een McBook aanschaffen. Daarna rijden we naar Big Cypress NP waar op een bankje van de camping Mitchell Landing de nieuwe aanwinsten worden geïnstalleerd en beproefd.
Vrijdag 10 mei 107 km Voor de zoveelste dag weer prima weer, wel heet, maar veel zon. In de morgen de Scenic Loop in Big Cypress NP gereden. Veel gestopt om veel te zien. Prachtige cypressen, vaak met knieën. In vrijwel elk poeltje, maar soms ook vlak langs de weg, alligators, in alle maten. Veel mooie en grote sprinkhanen, een slang, schildpadden en noem maar op. Na een wandeling gemaakt te hebben op een van de vele boardwalks, in Everglades City terecht gekomen. Hier een leuke tocht gemaakt met een airboat, soms loeihard door de mangrovekanaaltjes. Onderweg een aantal alligators maar ook een wasberenfamilie gezien. Overnacht op camping Midway in het park. Een gigantische, korte onweersbui gehad.
Zaterdag 11 mei 258 km De laatste dag voor Martine, Roeline en Daan. De camper moet om 11:00 uur terug zijn in Miami. Daarna gaan we toch nog weer even naar de Apple-store omdat gebleken is dat er een verkeerd type geleverd is dat niet de Europese G4-band kan gebruiken. Gelukkig is het geen probleem. Daarna door naar het mondaine Miami Beach, waar het een zaak is van zien en gezien worden. Aan het eind van de middag de kinderen op het vliegveld afgeleverd en zelf teruggereden naar Midway in Big Cypress. Onderweg weer een forse onweersbui gehad. Het is te merken dat het regenseizoen gaat beginnen. Vandaag wel weer heel erg warm en benauwd geweest.
Zondag 12 mei 583 km Het is weer een dag van verplaatsen, de eerste dag van onze trek naar het westen. Begonnen met het oppompen van de rechter achterband, waarvan we gisteren gemerkt hadden dat die wel erg zacht was. Gelukkig hoort bij de standaardsuitrusting van de auto een comperssortje. Big Cypress in het westen verlaten en vandaar tot Naples via de secundaire weg. Natuurlijk onderweg nog veel moerasjes en watertjes met de nodige alligators. Vanaf Naples tot Brooksville over de snelweg en daarna weer over de secundaire weg. Brede en redelijk goede wegen. Het landschap is nog steeds vrij vlak, maar minder vochtig. Wel veel groen en meer loofbos. In Manatee Springs SP de camping opgezocht. De Springs zijn zeer helder, er zwemmen vissen tot wel een meter lang en zijn omzoomd door cypressen met veel knieën. Verder lopen er over de camping veel eekhoorntjes en herten en zien we zelfs een jong gordeldiertje.
Maandag 13 mei 412 km Nog even langs de Springs gelopen en een prachtige pileated woodpecker (een specht met een enorme rode kam) gezien. Daarna via een mooie, erg afwisselende route verder naar het westen de kust gevolgd. Het is groen en de bermen bloeien volop. In deze omgeving wordt veel aan bosbouw gedaan. Met regelmaat vlak langs de kust gereden met uitzicht op zee. Ook hier op de weg veel doodgereden wild als gordeldieren, wasbeertjes en opossums. We gaan voor het eerst deze reis een tijdzonegrens over. We hebben nu 7 uur tijdsverschil met Nederland. Overnacht op een (vrij volle) camping in een State Park nabij Panama City, aan het water.
Dinsdag 14 mei 429 km Bijtijds op pad. We volgen zoveel mogelijk de route dicht langs de kust. Opvallend is dat de meeste huizen hier op palen staan. Er wordt duidelijk rekening gehouden dat er hoog water kan zijn als er orkanen zijn, maar zo kunnen ze ook over de lage duinenrij op zee kijken. Het is een vreemd gezicht. Even voor Pensacola bewonderen we het spierwitte zand van de stranden van het Gulf Islands National Seashore. De witte weerspiegeling ervan is zelfs in de strak-blauwe lucht te zien. Via Mobile verder naar het westen en in het Buccaneer SP, waar we ruim voor vieren al aankomen, overnachten we. Hoewel we vlak aan zee zitten, zijn er veel lastige knutjes.
Woensdag 15 mei 402 km Al weer voor acht uur op pad. We nemen de snelweg ten noorden van New Orleans. Vooral rond Baton Rouge een zeer slecht wegdek van betonplaten. Even ten noorden van Lake Charles komen we op de camping in Sam Houston Jones SP. Een mooi rustig park aan de rivier. We zijn er al voor één uur en gebruiken een deel van de middag om een aantal wassen te doen en om het park te bekijken. Op deze camping is tevens gratis WiFi waardoor we uitgebreid met de meiden en ook met Rina hebben kunnen facetimen. Wat is de wereld dan toch klein! Vandaag leek het aan de plaatsnamenbordjes te oordelen dat we niet ver van huis waren, maar ergens in Frankrijk rondreden. Op de borden stonden namen als New Orleans, Baton Rouge, Lafayette, Abbeville, St. Martinville, Jeanerette, Mandeville, D'Iberville, Orange en nog veel meer namen die je ook op Franse bewegwijzering zou kunnen tegenkomen. Verder is het opvallend dat hier op grote schaal rijst geteeld wordt.
Donderdag 16 mei 487 km De grote weg verder naar het westen gevolgd via Houston. In het begin van de middag bij een bandenbedrijf de band laten repareren. Duurde wat lang, maar het lijkt verder goed gedaan te zijn. In Nederland hebben ze toch wat handige hulpmiddelen zodat ze niet met bandenlichters de band van de velg hoeven te halen. Het landschap wordt langzaam maar zeker wat heuvelachtiger, maar is niet bijster interessant. Hoewel we al in Texas zijn, zien we geen grote ranches, maar komen wel voor het eerst koeien in beeld en zien we een enkele ja-knikker om olie uit de grond te halen. Overnacht in Palmetto SP vlak bij Luling. Mooie schaduwrijke plek. Warm weer geweest, temperatuur ca 35°C.
Vrijdag 17 mei 430 km Weer verder met de grote weg naar het westen. Even voorbij San Antonio verandert het landschap. Eerst is er veel akkerbouw (granen, maïs en zonnebloemen), maar verder richting Del Rio wordt het duidelijk veel droger en overheerst de Sagebrush. Het grote meer van Amistad is zo aan het eind van het seizoen erg leeg en de omgeving is kaal en stenig. De campings in het park liggen aan de drukke weg en we rijden iets door naar Seminole Canyon SP. Van onze kampplek een prachtig uitzicht over de omgeving: droge Sagebrush en in de verte wat bergen in Mexico, waar overigens ook een aantal grote onweersbuien vallen. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot 42°C en de hete wind brengt nauwelijks nog verkoeling.
Zaterdag 18 mei 367 km Gelukkig is het later op de nacht nog wat afgekoeld tot 23 graden. Het is wel bewolkt en de temperatuur loopt weer snel op. We kunnen goed merken dat we vlak langs de Mexicaanse grens rijden. Op veel plaatsen zijn controleposten en langs de weg is een strook "aangeharkte" grond (glad getrokken met banden achter de auto) die gecontroleerd wordt op voetstappen. Tientallen kilometers lang. Het is een droog land en er komen steeds meer cactussen en bloeiende yucca's. De Scenic Highway naar en in Big Bend NP is echt schitterend, met uitzicht op mooie geologische formaties, vlaktes en bergen. In Big Bend NP overnachten we in een soort oase, de groene strook langs de grensrivier de Rio Grande. Het is ruim 42 graden geworden en ook 's avonds koelt het niet meer af. Geen lastige insecten hier. Big Bend maakt deel uit van de Chihuahua-woestijn, de meest oostelijk gelegen woestijn van de USA. Centraal liggen de Chisos Mountains die een hoogte van 2388 meter bereiken.
Zondag 19 mei 75 km Na een warme nacht de nature trail gelopen die door een stukje rietland naar een uitzichtpunt loopt boven de rivier. De rivier is momenteel niet breed en aan de andere kant ligt Mexico. 's nachts komen Mexicanen hun handwerk (o.m. van kraaltjes gemaakte roadrunners en schorpioenen) langs de trail leggen. Geld kan in bijgezette potjes gestopt worden. Ook staat iemand aan de andere kant van het water te zingen, het geldpotje staat op de Amerikaanse oever. Bizar, het is verboden maar wordt door de overal patrouillerende Border Patrol kennelijk wel gedoogd. In een watertje nabij de rivier zien we de bijzondere vissoort die daar voorkomt: de Big Bend muskietenvisjes. Deze levendbarende tandkarper komt alleen hier voor en kent daarmee van alle gewervelde dieren het kleinste verspreidingsgebied. We rijden verder en lopen daarna nog naar de rivierkloof met z'n steile wanden. We rijden vervolgens terug en gaan naar de Chisos Mountains, het hoogste punt van het park. Hier is het gelukkig wat koeler. We overnachten op de (vrij volle) maar rustige camping.
Maandag 20 mei 170 km Een heerlijk koele nacht. Het is afgekoeld naar 19°C, een verademing. Vroeg een trail gelopen waarbij we omringd werden door de hoge wanden van het Chisos-gebergte. Het is dan gelukkig nog niet zo
heet. Daarna een werkelijk prachtige route door zeer afwisselende woestijn met mooie rotsformaties en verschillende soorten oud-vulkanisme, naar de Santa Elena Canyon gereden. Hier doorsnijdt de Rio Grande een bergrug in een zeer diepe kloof. Teruggereden naar de camping in Chisos Mountains. Hoewel het woestijn is en al maanden droog, staat er geregeld planten langs de kant van de weg te bloeien. Behalve cactussen en yucca's ook de creosoot heester, de Sotol-agave en ocotillo's.
Dinsdag 21 mei 593 km Hoewel vannacht iets warmer (23°C), toch heerlijk fris. Als we net op weg zijn zien en ruiken we een doodgereden stinkdier. De lucht ervan blijft nog uren in de auto hangen. Ook zien we nog een reusachtige vogelspin de weg oversteken en even verderop ligt midden op de weg een ratelslang met een gedode jonge haas in z'n bek. Het is kennelijk lastig het diertje naar binnen te krijgen. Heel bijzonder om dit te zien, moeder-haas loopt vlakbij nog rond te treuren. Vlak buiten het park wordt betoniet gewonnen. We rijden de scenic highway naar het noorden. Vlak voor Alpine gaat de droge woestijngrond over in droog grasland waar koeien grazen. Verder naar het noorden verschijnen de grote ranches, afgerasterd en een enkele met een privé-vliegveld, maar de koeien zijn op de grote landerijen maar mondjesmaat te zien. We vervolgen daarna de Interstate 10 naar El Paso en passeren weer een tijdzonegrens. Het tijdsverschil met NL is nu 8 uur. Even ten noorden daarvan is de camping in het Franklin Mountains SP gepland. We zijn er even voor vijven; het hek gaat om vijf uur dicht en we zijn de enigen nog in het park.
Woensdag 22 mei 561 km Tegen achten vertrokken en de Interstate 10 naar Tucson vervolgd. Vlak buiten El Paso zijn pal langs de snelweg veel grote veehouderijen. Per bedrijf staan soms honderden koeien op een afgebakend stuk braak terrein. Omdat daar niets te eten valt, worden ze van daarbuiten gevoerd. Ze staan keurig naast elkaar door het hek heen te eten. Verderop wordt bij grote ranches geen gras, maar hooi geteeld voor de koeien die daar rondlopen: het is er gortdroog. De route lijkt erg saai, maar er is een hoop te zien. Eenmaal worden we toeterend ingehaald door een auto die we gisteren ook al een paar keer hadden zien rijden. Er rijdt verder voornamelijk vrachtverkeer. We passeren nogmaals een (voorlopig de laatste tijdzonegrens, tijdsverschil met NL is nu 9 uur) en zijn dan tegen twee uur plaatselijke tijd op de camping net ten zuiden van Saguaro NP (West) in Tucson. Omdat we nog tijd hebben een bezoek gebracht aan het park.
Saguaro NP maakt deel uit van de zuid-westelijke Sonora-woestijn die in zowel Mexico als in de USA ligt. Een groot deel van het park bestaat uit hellingen met daarop de saguaro-cactus en de teddybear chollas . Daarnaast komen nog veel andere cactussen in grote hoeveelheden voor met de daarbij behorende specifieke dierenwereld. We zien ondermeer wit-vleugelige duiven, gila-spechten, helmkwartels en coyotes (op de camping). Het is een duidelijke aanvulling op Big Bend NP.
Donderdag 23 mei 467 km De trek naar het westen is bijna voltooid. We pikken Interstate 10 weer op en doen in Phoenix boodschappen voor een paar dagen bij de Wallmart. Tevens bezoeken we daar een filiaal van CampingWorld, een keten van winkels gespecialiseerd in attributen voor campers. Het assortiment lijkt erg veel van hetgeen in Nederland te koop is maar we kopen een verloopstekkertje van een 30 naar een 20 Ampere-aansluiting (die op onze omvormer zit) voor de stroompalen op de camping. Afgelopen nacht hadden we die voor het eerst nodig en vanavond zal blijken dat we die weer nodig hebben. Het landschap is weinig veranderd t.o.v. de eerdere dagen en blijft afwisselend. Ook zien we weer met regelmaat dust-devils, kleine cycloontjes van zand en stof die soms tot enkele honderden meters kunnen komen. De meeste zijn echter niet hoger dan enkele 10-tallen meters. Langs de weg wordt er overal voor gewaarschuwd omdat als er een de weg over komt, het zicht tot nihil kan worden gereduceerd. Ook wordt soms gewaarschuwd om lifters mee te nemen. We overnachten op een particuliere camping in Blythe, mooi gelegen aan de oever van de Colorado, net aan de kant in Californië. Het is er druk en vrij lawaaiig.
Vrijdag 24 mei 146 km Het is nodig dat de auto eens grondig wordt schoongemaakt en we hebben vandaag maar een klein stukje te rijden en dus tijd genoeg. De vliegen hebben we gisteravond al met een speciale spray van de motorkap en dak verwijderd. Vanmorgen maken we de binnenkant schoon omdat alles na bijna zes weken toch wel stoffig geworden is. Daarna rijden we het laatste stukje naar Joshua Tree NP en gaan op de eerste camping staan waar we langskomen (Cottonwood Spring). Joshua Tree NP maakt deel uit van zowel de Sonora als van de Mojave-woestijn en heeft zo weer zijn eigen specifieke planten- en dierenwereld, waaronder vooral verschillende soorten yucca's. Natuurlijk zijn hier ook veel planten en dieren die in de andere woestijnen waar we geweest zijn voorkomen. In de middag lopen we een prachtige trail naar een
uitkijkpunt. Onderweg langs een schitterende oase gekomen. Mooie bloeiende struiken gezien, kolibries, een paar grondeekhoorntjes en veel hagedissen en grote leguanen. Tegen zonsondergang komen ook de woestijn-hazen met hun lange oren op de camping.
Zaterdag 25 mei 193 km Vandaag het park ingereden. Nadat we na enkele tientallen kilometers de Sonora-woestijn verlaten hebben, komen we in de hoger gelegen Mojave-woestijn (het wordt hier gelukkig nog geen 30 graden) en komen ook de Joshua Trees in beeld. De Teddy-Bear-cactussen worden kleiner en minder in aantal. Joshua Trees zijn een yucca-soort en kunnen meer dan 10 meter hoog worden en honderden jaren oud. Daarnaast zijn ze vertakt, als een boom. Helaas zijn ze uitgebloeid, maar er zitten wel grote zaadbollen in. Plaatselijk is de dichtheid van de bomen kolossaal en lijkt het zelfs op een dun bos. Ook geologisch is het park interessant. Je ziet de erosie in de verschillende stadia. Het lijkt een complete chaos. Het is vandaag druk in het park, weekeinde met aansluitend Memorial Day. We komen al vroeg langs camping Jumbo Rocks midden in het park en reserveren vast een mooi plekje voor de nacht. Later blijkt dat een goede actie, alle campings in het park blijken dan overvol te zijn. Vanaf Keys View, een hoog punt in het park, kan je de Andreas-breuk net even ten westen van het park mooi zien liggen in het landschap. Een aantal mooie trails gelopen (Hidden Valley, Barker Dam).
Zondag 26 mei 309 km Na een aangenaam koele nacht (14 graden) stroomt de camping al vroeg leeg en lopen wij nog een mooie trail. Daarna rijden we aan de noord-kant het park uit en gaan weer naar het oosten. Het is een eentonige, maar niet saaie route. We rijden door enorme droge zandbakken omgeven door vergelegen bergruggen (die we hier en daar moeten doorkruisen). De zandbakken zijn vrij eentonig begroeid met de creosootplant. Bij Parker komen we weer in Arizona als we de Colorado-rivier oversteken. Langs de rivier naar het noorden. Omdat we bij Lake Havesu geen goede camping kunnen vinden, rijden we terug naar Parker Dam. Daar op de rumoerige camping van River Island SP aan de oever van de Colorado ariver overnacht. Hat is vandaag weer eens ruim 40 graden geworden en ook 's avonds koelt het maar niet echt af. We mogen niet klagen gezien de lage temperaturen en vele regen in Nederland.
Maandag 27 mei 506 km Vandaag is een dag van tegenstellingen. We vertrekken vanmorgen uit een woestijnig landschap aan de Colorado-rivier (temperatuur om 7 uur 's morgens al 27°C) en rijden daarna naar het oosten. Hoe verder we naar het oosten gaan, hoe hoger we komen en ook hoe minder heet. De woestijnlandschappen die begroeid zijn met yucca's en creosootstruiken maken langzaam plaats voor de Californische jeneverbes. Deze vormen op een gegeven moment zelfs hele bossen, maar deze gaan op hun beurt weer over in dennenbossen. We zien zelfs voor het eerst sinds weken weer groen gras. We zijn dan Flagstaff genaderd en zien dan ook de sneeuwresten op de toppen van enkele bergen liggen. De weg bereikt een hoogte van ruim 2000 meter. Voorbij Flagstaff komen we op een hoogvlakte die steeds kaler wordt en over gaat in graslanden. Halverwege Flagstaff en Winslow bezoeken we de meteoor-krater. Dit is de 's werelds best bewaard gebleven inslagkrater. De inslagkrater is ongeveer 160 meter diep en heeft een omtrek van 2,25 km en is 50.000 jaar oud. vanaf de rand kan je alles goed overzien. Zeer fascinerend. We overnachten op de camping van Homilovi Ruins SP bij Winslow. 's Avonds is het te fris(!) om buiten te zitten.
Dinsdag 28 mei 338 km In Winslow via het WiFi van de McDonalds (de telefoon-internetverbinding is hier erg traag) een nacht op de camping van Grand Canyon NP besproken. Een tweede nacht was niet mogelijk omdat alles al was volgeboekt. We zullen t.z.t. wel zien hoe het uitpakt. Doorgereden naar de zuid-ingang van Petrified Forest NP en de parkweg naar het noorden gevolgd. Bij de meeste trails en uitzichtpunten uitgestapt en alles kunnen bekijken. In Petrified Forest is een grote concentratie versteende bomen te zien die ongeveer 225 miljoen jaar oud zijn. Er zijn bomen van allerlei groottes maar ook kleine fragmenten. Geen enkele boom is heel en vaak lijkt het erop of met de kettingzaag haardblokken gemaakt zijn. Door de verschillende mineralen die het hout vervangen hebben, vertonen veel van de brokken prachtige kleuren. Naast de versteende bomen is er op veel plaatsen ook prachtige gekleurde erosie te zien (painted desert). Vanaf uitzichtpunten heb je goede overzichten, vooral bij Blue Mesa.
Aan het eind van de middag via een prachtige route doorgereden naar Canyon de Chelly SP (in het reservaat van de Navajo-indianen) en daar overnacht op de camping. In de avond veel wind en er vielen zelfs een paar kleine buitjes. Vanmiddag zijn we weer (een onduidelijk getrokken) tijdsgrens over gegaan. We hebben nu weer 8 uur verschil met Nederland.
Woensdag 29 mei 353 km Prima weer, gelukkig is het niet meer zo heet. Vandaag ca. 25 graden geworden. Een prachtige route verder naar het noorden gereden. De weg gaat door een brede canyon waar veel nederzettinkjes van Navajo-indianen liggen. Het ziet er niet armoedig uit, bijna bij elke woning staat wel een grote auto voor de deur. Het is ons niet duidelijk waar ze van leven. Als eerste tussenstop de Goose Necks in de San Juan-rivier bezocht. De rivier meandert hier werkelijk prachtig door het Colorado-plateau, ruim driehonderd meter beneden ons. De nabij gelegen Mexican Hat is een platte rots die balanceert op bredere rotsformatie, gelegen tegen een schitterende eroderende achtergrond. Daarna Monument Valley in. Monument Valley is het decor van menig Western en ook nu worden voorbereidingen getroffen voor filmopnamen. Vergeleken 17 jaar geleden is er enorm veel (ten nadele) veranderd. In plaats van het toen stoffige uitzichtpunt waar enkele paarden stonden voor de toeristen, is nu een groot bezoekerscentrum gebouwd, alles geasfalteerd, keurige parkeerplaatsen aangelegd en hebben de paarden plaatsgemaakt voor open tourbusjes die je door het landschap kunnen rijden. Maar gelukkig is het spectaculaire uitzicht wel gebleven. Doorgereden naar het National Navajo Monument, waar we eerst nog een trail lopen naar de Betatakin Ruïnes, klifhuizen uit de dertiende eeuw. We zitten hier hoog en het koelt in de avond snel af.
Donderdag 30 mei 247 km Via Tuba City, waar we het derde deel van het reisverslag verzonden, naar de Grand Canyon. Vandaag wederom een tijdszone overschreden, het tijdsverschil met Nederland is weer 9 uur. We volgen de South Rim naar het westen, genieten op vele uitzichtpunten van de prachtige vergezichten en nemen de eerder besproken plek in op de camping in Grand Canyon Village. Daarna met de fiets het bezoekerscentrum bezocht en de omgeving enigszins verkend. Het is hier hartstikke druk.
Vrijdag 31 mei 0 km We proberen om een plek voor nog een nacht te krijgen. Wonder boven wonder lukt dat omdat er afzeggingen zijn. We rijden de auto op onze nieuwe plek en gaan vandaag verder per fiets. Het is prima fietsweer, ruim 25°C en niet al te veel wind. We rijden het autovrije stuk van de South Rim, een route van heen en terug 35 km. Onderweg het ene mooie uitzichtpunt na het andere. Zeer indrukwekkend. Bij Mojave Point, een van de meest indrukwekkendste, op de zelfde plek als 17 jaar geleden, een "familiefoto" gemaakt. Normaal gesproken krijgen we altijd veel leuke contacten met mensen vanwege ons kenteken. Ze zijn dan erg benieuwd waar je vandaan komt en hoe je reis in de USA is. Vandaag krijgen we veel contact vanwege onze on-amerikaanse fietsen. Je valt hier zo wel op! Ook worden we met regelmaat aangesproken door Nederlanders, Belgen en Duitsers. Later op de middag nog boodschappen gedaan in Grand Canyon Village (op loopafstand van de camping) en heerlijk bij de auto zitten lezen. De Wapiti-herten lopen bijna over je boek.
Zaterdag 1 juni 385 km Bijtijds op weg. Het park weer verlaten aan de oost-zijde en daarna naar het noorden richting Page. Voor Page afgebogen naar het Kaibab-plateau en de diepe kloof (de Marble Canyon) van de Colorado River overgestoken. Bij het Kaibab-plateau stijgen we naar ongeveer 2700 meter. Dit betekent weer een heel ander landschap en begroeiing. Veel dennen, sparren, douglassen, eiken en populieren en ook is de plantenbegroeiing heel anders. Plaatselijk is een groot deel van het bos verbrand in 2000. We vinden en bespreken rond de middag een plekje op de al bijna volle DeMotte Campground in het Kanab National Forest, even voor het Grand Canyon NP North Rim. In de middag rijden we naar het park en zien al gauw een grote kudde bizons met veel kalfjes. Ook zien we een aantal mule-deer. De North Rim van de Grand Canyon is veel meer begroeid dan de South Rim maar de mooie uitzichten blijven.
Zondag 2 juni 125 km Met de auto terug naar het park en langs de verschillende uitzichtpunten gereden en een paar korte trails gelopen. We zien de South Rim op een kleine 30 km afstand liggen en ook de Vermillion Cliffs bij de Marble Canyon. Bergen op bijna 150 km afstand zijn door de helderheid prima te zien. De bossen waar we doorrijden worden overheerst door de Pondarosa Pine met de rood-bruine stammen, de klifranden door de Pinyon Pine met de korte naalden en kromme stammen. Verder veel jeneverbessen, populieren en kleine eikjes. In de middag bij het tankstation tegenover de camping onze tweede lekke band laten plakken. Doordat er een kopspijker in zat, liep deze al enkele dagen weer deels leeg en moest dagelijks worden opgepompt. Een heerlijke frisse avond waarbij de mule-deer tot vlak bij de camping te zien was.
Maandag 3 juni 268 km Door het deels verbrande bos van het Kaibab-plateau naar Kanab gereden. Het Best-Western hotel waar we 17 jaar geleden overnacht hebben, is onveranderd. In Kanab geïnformeerd naar de mogelijkheden om naar de Coyote Butes te kunnen, waar de zeer bijzondere Wave te zien is. Het blijkt dat de dag voor het geplande bezoek, moet worden ingeschreven voor de loting die dan om half negen in de ochtend plaats vindt. We gaan proberen om een vergunning voor donderdag te krijgen en zullen dus woensdagmorgen vroeg aanwezig moeten zijn. Er mogen per dag maar 10 bezoekers het park in, dus de kans is klein. Vervolgens doorgereden naar Zion NP. We besluiten niet alvast het oostelijke deel van het park te bekijken, maar door te rijden naar de camping in Zion Canyon, waar we nog een van de weinig beschikbare plekjes op de camping kunnen innemen. Zion NP is erg druk en weer erg warm. Daarna doen we weer boodschappen voor een paar dagen.
Dinsdag 4 juni 72 km Vannacht toch weer redelijk afgekoeld en in de na-nacht waait het af en toe behoorlijk. We parkeren de auto bij het bezoekerscentrum en nemen de fiets het park in. De weg loopt vals plat omhoog en er valt dus prima te fietsen, zeker omdat de weg hier, net als bij de Grand Canyon, auto-vrij is en er alleen shuttle bussen rijden. Het is een geweldige tocht zo met de steile wanden vlak om je heen. Er staan hier doordat het dal behoorlijk vochtig is, veel bloemen langs de weg. Op een van onze stops zien we hoog boven de bergen een condor vliegen, tussen een paar kalkoen-gieren. De condor is echt een heel stuk groter. In de middag genieten we nog van het landschap aan de oost-kant van de tunnel. Prachtige erosierotsen, waaronder de Checkerboard Mesa. Daarna rijden we via Mt. Carmel Junction (waar we 17 jaar geleden ook hebben overnacht) naar het Coral Pink Sand Dunes NP. De duinen zijn werkelijk knal rose, veroorzaakt door de erosie van het rode gesteente. We overnachten daar op de camping.
Woensdag 5 juni 208 km Om acht uur ons gemeld bij het Bureau voor Landmanagement in Kanab. Om half negen begon het inschrijven. Er bleken 88 gegadigden te zijn. Door de parkwachten werd voorlichting gegeven over waarmee tijdens de tocht rekening moest worden gehouden (zwaar terrein, geen aangegeven trail, 1 gallon water per persoon meenemen i.v.m. de hitte, etc.). Het leek er bijna op of ze je wilde ontmoedigen om in te schrijven. Toen de loterij om begon uur begon, werden wij zoals verwacht niet ingeloot. Jammer, maar we hadden er ook niet echt op gerekend. We zijn verder gereden naar Page en hebben daar als "troostprijs" een excursie geboekt naar Antelope Canyon. Dit is een canyon van plaatselijk enkele 10-tallen meters diep en maar enkele meters breed. We werden er met een 4-wheel drive met vier anderen heen gebracht. De kleuren door het van boven invallende licht op de rode steen zijn werkelijk prachtig. Doordat het water soms door de canyon kolkt, zijn de wanden mooi gedraaid afgesleten. Overnacht in Waheap NP in Glenn Canyon aan het Lake Powell. Mooi uitzicht op het meer en de omgeving. Bizar zo'n gigantisch stuwmeer midden in de woestijn. Het is een groot watersportgebeuren. Het is hier weer erg warm en het koelt 's nachts af tot maar 25°C.
Donderdag 6 juni 246 km Vroeg op, we hebben de Utah-tijd aangehouden en zijn daardoor al om even voor zevenen (Arizonatijd) op pad. Halverwege Page en Kanab een mooie wandeling gemaakt naar de Toadstools. Het pad loopt door een kleine canyon die omgeven is met mooie erosie en eindigt in een plateau, omgeven door bergwanden. Op de vlakte staan enkele "paddenstoelen", platte stenen op een zuil. Op de terugweg een schitterende slang gezien die weg kroop onder de struikjes. De omgeving langs de weg voorbij Mt. Carmel wordt steeds groener. Duidelijk te zien is dat het water uit de rivier invloed heeft op de omgeving. Tegen de middag in Bryce NP aangekomen en op South Camping een mooie plek gevonden. Een uur later is de camping vol. 's Middags per fiets (valt niet mee door de toch grote hoogteverschillen) naar enkele uitzichtpunten gegaan. Het uitzicht vanaf Bryce Point is werkelijk overweldigend.
Vrijdag 7 juni 65 km Vandaag weer eens een rustig dagje. We rijden in de ochtend naar het meest zuidelijke deel en maken daar een wandeling naar de Bristlecone Trees. Dit zijn onooglijke, vaak deels dode dennetjes die soms al 1600 jaar oud zijn en op in de ruige omstandigheden die hier op de Rim heersen, goed kunnen overleven. Op de terugweg stoppen en genieten we bij alle uitzichtpunten. 's Middags lezen we op de camping. Het is goed toeven hier.
Zaterdag 8 juni 0 km Vroeg in de ochtend een mooie loop gelopen in de canyon. De wandeling gaat deels tussen de pilaren (hoodoos) door en geeft prachtige doorkijkjes. Als we bijna terug zijn wordt het druk met andere wandelaars. In de middag de auto binnen weer eens ontstoft en schoongemaakt. Daarna lekker zitten lezen.
Zondag 9 juni 219 km Het is weer tijd om ons te verplaatsen, maar niet voordat we nog even naar twee van de uitzichtpunten zijn gereden. Onderweg een roedel pronghorns (gaffelantilopes) met drie jongen gezien en een burcht met prairiehondjes. Via een enorm afwisselende route naar Capitol Reef NP gereden. Het eerste deel van de route gaat door een droog dal, maar is wel begroeid met jeneverbessen en Pinyon-dennen, en hebben we vanuit de verte uitzicht op Bryce Canyon, het tweede deel gaat over rotsige gele plateau's doorsneden door rode canyons en het laatste deel over bijna alpine weiden en bossen. We zitten dan op nagenoeg 3000 meter. Omdat we tegen een uur op de camping zijn in Fruita dat in het nationale park ligt, is er nog volop plek. Binnen de anderhalf uur daarna stroomt de camping vol. Fruita is een voormalig Mormonen-nederzetting waar, zoals de naam al zegt, fruit geteeld werd. De boomgaarden met kersen, perziken, abrikozen, peren en appels worden nu door het NP onderhouden maar de vruchten mogen op gezette tijden door de bezoekers geplukt worden. We zijn net enkele dagen te vroeg voor de eerste kersenpluk. Het is vandaag erg warm geweest, bijna 40°C, en 's avonds koelt het niet echt af.
Maandag 10 juni 153 km Als we opkomen is het nog steeds warm, 23°C. Vandaag gaan we het Capitol Reef NP bekijken. Dit park wordt gekenmerkt door de hoge rechtopstaande rotswanden en mooie gekleurde rotsformaties. Van noord naar zuid loopt de Waterpocket Fold, een oude breuk in het landschap die een onneembare wal lijkt te zijn. We rijden de Scenic Drive en genieten van het uitzicht. Het laatste deel van deze route gaat over een zandweg door een erg smalle diepe kloof. Spectaculair! We zien een paar koppels prachtig gekleurde patrijzen. Later rijden we ook nog de route langs de Waterpocket Fold waar weer een heel ander landschap is. Als deze zandweg eindigt bij de grens van het park, draaien we om. De rest van de route is alleen geschikt voor 4-wheel drives. Vandaag voor het eerst weer wat bewolking, maar daardoor nog niet minder warm. Tijdens het rijden hebben we dan ook de airco aan, hoewel we veel liever met open ramen rijden. In de avond wel iets verkoeling.
Dinsdag 11 juni 313 km Na eerst te hebben geserviced, het park uitgereden aan de oost-kant. Al gauw doorkruisen we de Waterpocket Fold. Je kan het natuurgeweld ervan aflezen. Mooie kleurrijke erosie, die dan weer scherp, dan weer stomp is. Bij Hanksville komen we op de hoogvlakte en rijden we noordwaarts evenwijdig aan de Waterpocket Fold. Via de snelweg gaan we verder naar Moab. Langs de weg die ten zuiden van Arches NP naar het oosten loopt, vinden we aan het eind van de ochtend een mooie plek op een eenvoudige camping langs de Colorado River. Daarna Moab even verkend en een tochtje in het zuiden van Arches NP gemaakt. Genoten van de mooie uitzichten op de diverse bogen, in het bijzonder de North en South Window en de Double Arch. Enkele korte trails gelopen.
Woensdag 12 juni 129 km Aan het eind van een warme nacht "koelt" het nog wat af tot 23°C. We gaan vroeg op pad en rijden in Arches NP naar Wolf Ranche. Dit is een plek waar eind 1800, begin 1900 een boerderij bedreven werd, een gekke plek zo midden in de droogte. De boerderij van 4x5 meter staat er nog en zowaar is er een kreek met water waarin we zelfs een rat en kikkers zagen. We maken de mooie, makkelijke (hoewel de parkbrochure spreekt over 'strenuous' ) tripje naar de Delicate Arch, de bekendste boog van het park. Verder lopen we nog naar een aantal andere uitzichtpunten. Omdat er in het park enkele honderden bogen staan, kan je ze lang niet allemaal zien. Bijzonder is ook de Landscape Arch, met een boogwijdte van bijna 90 meter. In de middag rijden we een stukje door de canyon van de Colorado River, iets voorbij de camping. We besluiten 's avonds om niet nog een dag te plakken aan ons verblijf hier. Het is helaas te warm (steeds tegen de veertig graden) om lange wandelingen te maken en het is een gek gezicht om op de bergen achter Moab nog sneeuwresten te zien liggen. We zullen alleen nog naar Canyonlands NP gaan en dan de koelte van de Rocky Mountains op gaan zoeken.
Donderdag 13 juni 411 km Weer ruim voor achten op weg. Het is vandaag meer bewolkt, maar daardoor nog niet minder warm. We rijden naar Cayonlands NP, even ten westen van Moab, maar desondanks nog bijna een uur rijden. De uitzichten zijn echter nog steeds fenomenaal. In dit park vloeit de Green River in de Colorado River. Beide hebben er hun uitgebreide klovenstelsels die gekenmerkt worden door de een witte rand langs de diepste kloof die veroorzaakt wordt door de kleur van het gesteente op dat
niveau. Bijzonder mooi wordt daarmee de kloof geaccentueerd. We lopen een trailtje naar het Grand View Point Overlook en genieten ook van het uitzicht bij de Green River Overlook. In de middag rijden we via Moab naar Ridgway, even ten zuiden van Montrose. Je ziet het landschap steeds groener worden naarmate we de Rocky Mountains naderen. We zien sinds tijden ook weer eens echt groen gras, zonder dat het kunstmatig beregend is. We overnachten op een rustige camping in het Ridgway SP en 's avonds krijgen we nog een paar druppels van enkele uitgebluste onweersbuien.
Vrijdag 14 juni 393 km Toch duurt het nog tot ver in de nacht voor het aangenaam af gekoeld is. We rijden verder de Rocky Mountains in en gaan via Montrose, Gunnison en bij Salida naar het noorden. Het is hier erg hoog, de pas die we voor Salida overgaan is zelfs nagenoeg 3500 meter, de bergen eromheen gaan dik over de 4000 meter. Er ligt wel sneeuw op, maar de hoeveelheid is niet te vergelijken met die hoeveelheid die er in de Alpen op zou liggen op bergen van gelijke hoogte. Over gletsjers maar niet te spreken, die zien we hier helemaal niet. We overnachten op het Hornsilver Campground met maar zeven plekken in het White River National Forest. Deze camping ligt op 2730 meter en het koelt goed af zodra de zon weg is.
Zaterdag 15 juni 227 km Nachtvorst! Als we wakker worden is het net boven nul, maar op de dakramen zit nog ijs. We rijden via Vail naar Rocky Mountain NP en nog voor we bij de ingang zijn, zien we pal naast de weg al drie grote elandstieren met het gewei nog in de bast en een koe met een jong. Op de camping aan de west-kant van het park (Timber Creek) is gelukkig nog voldoende plek. In de middag maken we een wandeling en zien veel herten (Elk of Wapiti) en vlak bij de camping aan de rivier drie prachtige elanden. Er bloeien hier erg veel planten, waarvan de meest opvallende de bosnimf (een orchidee). Tijdens het avondeten lopen er vier elanden over de camping. Er is dan veel bijkijks. We staan hier overigens weer eens aan de Colorado River, die hier vlakbij in het park ontspringt. Dit is nu al weer de zevende keer dat we ergens aan de oever van de Colorado River overnachten (bij Blythe, Parker Dam, the South Rim van de Grand Canyon, bij Page in Glen Canyon en bij Arches NP).
Zondag 16 juni 34 km Vandaag eindelijk weer eens lekker een eind kunnen wandelen. Een klein stukje met de auto en vervolgens een vrij eenvoudige trail door het bos. Onderweg veel bloemen gezien en enkele bighorn schapen, elanden en marmotten. Begonnen met prachtig helder en onbewolkt weer en teruggekomen met enkele druppels. In de middag twee onweersbuien gehad. Bij het bezoekerscentrum zien we dat in een ander deel van het park een grote bosbrand heerst. Het koelt 's avonds weer snel af.
Maandag 17 juni 80 km Na een koude nacht staat vandaag in het teken van de Trail Ridge Road, de weg die van het westen naar het oosten door het Rocky Mountain NP loopt. De weg ligt erg hoog, het hoogste punt is 3713 meter, en biedt dan ook geweldige uitzichten. Bij elk uitzichtpunt stoppen we, lopen indien aanwezig de trail, en genieten van het uitzicht. De Rocky Mountains vormen de waterscheiding in de VS. Het water naar het westen gaat naar de Grote Oceaan, het water naar het oosten naar de Atlantische Oceaan of de Golf van Mexico. Hoewel er nog veel sneeuw ligt, bloeien er toch erg veel verschillende planten. Verder zien we nog weer veel Elk en een paar Clark's Nutcrackers. Aan het eind van de middag nemen we onze enkele dagen eerder besproken plek op de Moraine Park camping in. Het is weer een prima plek aan de rand van de camping.
Dinsdag 18 juni 0 km Al om even over achten kijken we of er bij de plekken "first come, first served" al plekken zijn vrijgekomen. Dat blijkt al het geval en we hebben weer een prima plek voor nog eens twee nachten in dit park. Daarna trekken we de bergschoenen aan en maken een schitterende wandeling van ruim vijf uur. Het eerste deel gaat over en langs de grote grasvlakte (hier zien we veel Elk), het stuk daarna langs wat moerasjes (hier zien we twee elanden in het water waterplanten staan te eten), daarna komen we bij een meertje dat omgeven is van verbrande bomen (vorig jaar een grote bosbrand geweest). Vervolgens lopen we een heel stuk door het verbrande bos. Opvallend is dat op veel plaatsen loofhout al weer vanaf de grond begint uit te lopen en dat er veel planten alweer staan die ook al staan te bloeien. De hitte is zo intens geweest dat rotsen zijn gescheurd en afgebrokkeld. Het laatste deel van de wandeling gaat langs de rivier. Het is vandaag prima wandelweer geweest. Opvallend is dat in de Rocky Mountains de dag vaak onbewolkt begint en dat in de loop van de ochtend bewolking komt opzetten. Even na het middaguur begint het in de hogere regionen te onweren en te regenen. Tegen de avond trekt het dan overal weer open.
Woensdag 19 juni 0 km Omdat er forse wegwerkzaamheden zijn is Bear Lake moeilijk met de auto bereikbaar. Gelukkig rijden er vanaf de camping shuttle-bussen. Om even over half tien waren we bij Bear Lake. Na eerst het meertje te zijn rondgelopen (het is een "rolstoelwandeling" van een halve mijl) zijn we begonnen aan onze wandeling naar Lake Haiyaha. Via een stijgend pad komen we eerst langs enkele andere meertjes. Later moeten we hier en daar over of vlak langs sneeuwplakkaten. Het Lake Haiyaha ligt prachtig in een kom en wordt omlijst door bomen en hoge deels met sneeuw bedekte hellingen. Via het bos en de Alberta Falls weer terug naar de bus. Verder bij de camping van het weer genoten.
Donderdag 20 juni 577 km Tijd om weer eens te verkassen. We rijden via Loveland naar Laramie en nemen daar de snelweg tot Rawlins. Verder via een hele goede, niet drukke route naar Lander. Tot aan Loveland rijden we langs de Big Thomson River, een mooi stuk door een canyon. In een van de wat bredere stukken zien we een zaagbek met een jong. Even ten noorden van Loveland is akkerbouw en zijn veel planten- en boomkwekerijen. Het is hier groen, er valt kennelijk neerslag zo rond de hoge bergen en er zal veel
profijt zijn van het smeltwater. Tussen Laramie en Lander veel sagebrush waar we tientallen plukjes pronghorns zien. Even voor Lander is het weer veel groener, er is hier duidelijk invloed van de Wind River Range, een gebergte. Bij Lander vinden we op een kleine camping een mooie plek, aan een snelstromend riviertje. De meeste campings waarop we staan zijn in National Parken, State Parks of National Forests. Dit zijn vrijwel altijd campings met erg ruime plaatsen (vaak zie je niet eens je buren) die voorzien zijn van een vuurplaats en een gril. Er zijn vaak weinig voorzieningen, meestal water en altijd een (droog)toilet. Ze zijn dan ook niet duur, meestal zo tussen de 15 en 20 dollar. Bij water en in druk bezochte Nationale Parken zijn ze wat duurder en de plek bij Lander kost maar 11 dollar. We blijven proberen deze campings te bezoeken. Gemiddeld hebben we tot nog toe nog geen 20 dollar (krap 15 euro) per nacht uitgegeven.
Vrijdag 21 juni 251 km We rijden weer bijtijds weg. In Grand Teton NP zijn de campings niet tevoren te reserveren en degene die het eerst komt, die het eerst maalt. Tot nog toe is gebleken dat als we in de ochtend een stuk rijden en dan rond de middag bij de uitgekozen camping zijn, er altijd nog wel plek is. Hoewel het in Grand Teton NP erg druk is, krijgen we een mooie plek op de camping toegewezen. Later blijkt overigens dat de camping niet helemaal vol is. Als we even voorbij Lander zijn, wordt het landschap weer wat interessanter. Het is groen en het is bergachtig en we rijden door enkele mooie canyons. Zeker het Soshone NF is prachtig en als we een pas overkomen krijgen we uitzicht op het Teton-gebergte met de Jackson Hole op de voorgrond. In de middag maken we een mooie wandeling over een schiereiland nabij het bezoekerscentrum in Colter Bay. We hebben uitzicht over het Jackson Lake op de Grand Tetons. Onderweg vinden we twee soorten koraalwortel (orchideeën) en twee soorten kievitsbloemen. Daarnaast nog veel andere mooie bloemen zoals Indian Paintbrush.
Zaterdag 22 juni 239 km Volgens de weersvoorspelling wordt het vandaag een wat mindere dag. Het komt dus mooi uit om het park eens te verkennen. We rijden via de scenic-route naar Jenny Lake. Onderweg steeds een prachtig uitzicht op de Tetons. We zien enkele pronghorns en een paartje Sandhill Cranes. We rijden door naar Jackson Hole. Dit is een leuk stadje en, voor Amerikaanse begrippen, zowaar nog gezellig ook. Omdat we de komende dagen in het park wat willen gaan wandelen en er ons verteld wordt (en
overal op bordjes is aangegeven) dat er dit jaar veel beren zijn en omdat ze jongen hebben ook nog eens agressief kunnen zijn, kopen we een spuitbusje Bearspray. Dit is een grote flacon pepper spray, extra geconcentreerd en is effectief tegen beren op 10 meter. Volgens onze Europese begrippen zijn we nu zwaar bewapend. 's Avonds rijden we nog een stuk door het park. We hopen beren te zien, maar dat lukt niet. Wel zien we pronghorns en veel herten. Het weer is alleszins meegevallen. Wolkenvelden maar ook vaak zon, niet al te veel wind en ruim 20°C. Als dit de slechtste dag moet worden!
Zondag 23 juni 0 km Koude nacht en helder, onbewolkt. We trekken de bergschoenen aan en lopen vanaf de camping een prachtige trail die het schiereiland in Jackson Lake op gaat. Het is een erg afwisselende route waarbij we op gezette tijden zicht hebben op het meer. We lopen door sparren- en douglasbossen, sagebush-veldjes, weitjes en af en toe gaat het wat op en neer. Bij Heron Lake zien we in de verte twee bevers zwemmen en zien we een visarend die vlak boven ons in een boom gaat zitten. Op de uiterste punt van het schiereiland genieten we etend van onze boterhammen van het uitzicht. Op de terugweg zien we een paar witte pelikanen en zien en horen we trompetzwanen. Onderweg zien we weer enorm veel gestippelde en gestreepte koraalwortel, sunflowers, lupinen en nog veel andere bloemen. Al met al bijna 20 km gelopen en helaas geen beren gezien. We besluiten om nog twee dagen bij te boeken. Er zijn voldoende mooie wandelingen te maken.
Maandag 24 juni 97 km Vandaag lopen we rond het Jenny Lake. We parkeren de auto bij het trailhead aan het String Lake. De route voert door sparren-, dennen- en douglassenbos en we zien daar weer veel koraalwortel. Voorbij het bezoekerscentrum stijgt het pad en hebben we mooi uitzicht over het meer. We maken het uitstapje naar Inspiration Point, een punt waar je de verre omgeving kan overzien. Hier is het druk, veel mensen hebben zich van het bezoekerscentrum per boot hiernaartoe laten verschepen, boten vol. Te lui om te lopen! Het laatste deel van de wandeling gaat door een wat vochtiger bos. De vegetatie is dan ook weer anders. We zien nachtorchissen met massa's tegelijk en veel witte akelei. Onderweg een paar druppels regen gehad en aan het eind van de middag in de verte wat onweer. Vandaag ongeveer 16 km gelopen, 4,5 uur, maar de route was wat geaccidenteerder dan gisteren. Op de terugweg bij Elk Ranch Flats veel bizons gezien.
Dinsdag 25 juni 84 km Vannacht enige regen gehad, maar als we opstaan is het al weer droog. We rijden naar String Lake (onderweg zien we nog een glimp van een zwarte beer) en maken een wandeling tot bijna het eind van Leigh Lake, zo'n 2,5 uur. In de middag maken we de auto weer eens schoon en doen we een paar wassen in Colter Bay Village.
Woensdag 26 juni 211 km Ook vannacht weer wat regen. We servicen de auto en rijden naar Yellowstone NP. Het is hier erg druk en als we rond twaalf uur op de eenvoudige camping van Norris aankomen, is deze al vol. Gelukkig vinden we nog een mooie plek op de camping 12 mijl noordelijker bij Indian Creek. In de middag rijden we terug om het geisergebied van Norris te bekijken. Hier is duidelijk de vulkanische activiteit van Yellowstone te zien. Overal borrelt het en komt stoom of kokend water uit de grond. Het hart van Yellowstone NP bestaat uit een enorme caldera van 50x70 km met een ouderdom van 600.000 jaar. Het magma zit hier maar op zo'n 5 km van het oppervlakte en de bodem stijgt jaarlijks met nog 1,5 cm. Regen- en smeltwater dat de grond inzakt wordt daar verwarmd en komt dan in scheuren en spleten kokend weer naar boven en verzamelt zich in stroompjes. Afhankelijk van de daar heersende temperaturen ontstaat er een milieu waarin specifieke bacteriën, archae en algen zich kunnen handhaven. Bij elk milieu hoort dan ook een eigen kleur. Op basis van de kleur is te zien welke temperatuur er heerst.
Donderdag 27 juni 137 km Vandaag nauwelijks wolken en de temperatuur gaat ook weer over de 25°C. Het wegennet van Yellowstone vertoont een 8. Daarnaast zijn in het noorden, oosten, zuiden en westen toegangswegen. Vandaag gaan we het noordelijke deel van de 8 verkennen. Onze camping ligt daar ook aan, in het noord-westen. Langs mooie weiden rijden we naar Mammoth Hot Springs. Hier komt heet water uit de grond en de mineralen die achterblijven na verdamping hebben travertin-terrassen gevormd. Ook hier weer is de kleur afhankelijk van de temperatuur van het water. Je kan goed zien dat als er geen water meer stroomt, de terrassen wit/grijs zijn. Vergeleken met 17 jaar geleden is het er nu heel erg druk en zijn er allerlei loopplanken aangebracht. Toch is het nog steeds mooi om te zien. Daarna rijden we de bergen in en vlakbij de Petrified Tree (deze staat in tegenstelling met alle andere die we gezien hebben nog fier overeind) zien we twee beren tussen de stuiken. De berghellingen zijn begroeid met schitterende bloemen en we zien veel Glacier Lily (hondstand). Tot slot bekijken we de kloof van de Yellowstone River. De beide watervallen zijn prachtig te zien en door de gele rotsen van de kloof is het duidelijk waarom de rivier zo genoemd is.
Vrijdag 28 juni 175 km We rijden naar West-Yellowstone (ca. 65 km) om te kijken of we daar bij de McDonalds een WiFiverbinding kunnen krijgen om met Rina te facetimen i.v.m. haar verjaardag. In eerste instantie lukt het prima maar als de verbinding na 5 minuten wegvalt, is deze niet meer te herstellen. We doen nog wat boodschappen en rijden naar Canyon Village en maken daar een mooie wandeling naar Cascade Lake. De route loopt voor een deel langs de grens van de oude brand die Yellowstone in 1988 zo geteisterd heeft. Deze brand heeft meer dan 35% van het bosbestand van het park in as gelegd. Op veel plaatsen staan de restanten van de oude bomen (Lodgepole Pines) nog kaal en deels verbrand overeind, op andere plaatsen lijkt het op een mikado-spel van omgevallen stammen. De brand heeft er wel voor gezorgd dat de dennenappels zich geopend hebben waardoor het zaad kon vrijkomen. Deze dennenappels openen zich allen maar bij een zeer hoge temperatuur en daarom zijn bosbranden van belang voor het voortbestaan van deze boomsoort. Er staat nu dan ook weer enorm veel jonge begroeiing, echter wel allemaal van dezelfde leeftijd. Zonder branden had het bos zich niet kunnen verjongen. Dit verklaart waarom de bomen in bossen met Lodgepole Pines zo allemaal van gelijke leeftijd (en dikte) zijn en dus makkelijk gebruikt konden worden om (lodges) mee te bouwen. De wandeling voert verder langs mooie weiden waarop veel planten bloeien.
Zaterdag 29 juni 210 km Vandaag het onderste deel van de "8" gereden. Even voorbij Norris zien we de eerste grote bizons en bij de Artists Paintpots zien we een boommarter die een eekhoorn gevangen heeft. Tussen Madison en Old Faithful bekijken we het ene na het andere geiserveld. De kleuren zijn werkelijk fantastisch. We vinden de geisers van de Midway Geyser Basin verreweg de mooiste. De Old Faithful is vergeleken met de geisers die we op IJsland gezien hebben maar weinig indrukwekkend. Ook het geiserveld valt tegen. De geisers van West Thumb liggen erg mooi aan en deels onder water van het Yellowstone Lake. In de Hayden Valley zien we nog een aantal kuddes bizons, veel Canada ganzen en een witte pelikaan. De modderpotjes in deze vallei doen hun naam eer aan. We krijgen in de middag te maken met enkele onweersbuitjes, ook in het begin van de avond druppelt het nog wat. Verder prima weer geweest, 29 graden.
Zondag 30 juni 185 km Berendag! We rijden naar Tower Roosevelt nadat we even in Gardiner getankt hebben. Gardiner ligt net (ten noorden) buiten het park en de diesel is daar 40 cent per gallon goedkoper dan in het park. Tussen Mammoth Hot Springs en Tower Roosevelt zien we vlak naast de weg twee grizzly-beren en vlak voor Tower Roosevelt, nog een zwarte beer. Bij de eerste twee kunnen we stoppen en foto's maken, bij de laatste helaas niet. We maken een mooie wandeling naar Lost Lake waar we van vlak bij een schitterende pronghornbok zien. Op de terugweg zien we op een kleine honderd meter afstand een grizzlybeer. De afstand is op zich veilig genoeg, maar we zijn blij dat we bearspray bij ons hebben. Gelukkig is deze niet nodig, de beer ziet en bekijkt ons en gaat verder met grazen. Na de wandeling rijden we Lamar Valley in. Hier zien we een aantal kuddes met honderden bizons. Indrukwekkend. Verder een visarend op z'n nest en een coyote. Op de weg terug zien we een eland in een meertje zwemmen en poedelen. Een geweldig gezicht. Bij de ingang van de camping worden we opgehouden omdat er een grizzly-beer met twee jongen loopt. We kunnen ze prachtig zien en als we op onze kampplek staan blijken ze vlak langs de camping te lopen. Rangers en de campinghost zijn erg zenuwachtig in de weer, maar we zien de beren niet meer.
Maandag 1 juli 395 km Na vijf dagen Yellowstone NP wordt het tijd om weer eens verder te gaan. Via West-Yellowstone verlaten we het park en rijden we naar het zuid-westen. In de verte zien we de Grand Tetons liggen. Om ons heen is veel bos, maar als we bij Rexburg komen is er veel akkerbouw, dat overigens volop beregend wordt. Ten westen van Idaho Falls is het weer een stuk droger en groeit er weer vooral sagebrush. Hoewel het prachtig weer is geweest, met temperaturen weer tegen de veertig graden, bouwen zich een aantal grote onweersbuien op. Schitterend om te zien zo boven de vlakte. Ruim voor Arco bestaat de grond uit vulkanisch gesteente. We overnachten op de camping in Craters of the Moon NP en 's avonds is er veel wind en valt er wat regen uit het restant van een onweersbui.
Dinsdag 2 juli 206 km We bekijken Craters of the Moon NP. Hier zijn tussen 15.000 en 2000 jaar geleden een reeks van vulkaanuitbarstingen geweest. Mooi zijn de verschillende vormen te zien: sintelhellingen, basaltrotsen, touwlava, lavatunnels en kratertjes in allerlei vormen. Wat ons opvalt is dat het meeste van een lichtere vorm (en daarom kwetsbaarder) zijn dan op IJsland. Er is hier tijdens de uitbarstingen kennelijk meer gas vrijgekomen dat zich met het vloeibare gesteente heeft vermengd. Er zijn een aantal grotten toegankelijk en de Indian Tunnel is daarvan verreweg het mooiste en de grootste. Deze tunnel is ontstaan doordat het oppervlakte van een lavastroom stolde terwijl de lava dat er onder zat wegstroomde. De tunnel is 10 meter hoog, 15 meter breed en 1000 meter lang. In de middag rijden we verder naar Sawtooth National Recreation Area, een prachtig berggebied. Op een van de vele kleine campings aan het Alturas Lake vinden we een mooie plek. 's Avonds een paar onweersbuien gehad waardoor het gelukkig weer wat afkoelde. Vandaag 38 graden geweest en veel zon.
Woensdag 3 juli 323 km Het is sinds tijden voor het eerst weer eens bewolkt tijdens het ontbijt. Gelukkig wordt het al gauw weer wolkenloos en stijgt de temperatuur weer naar dik 35 graden. We rijden het dal van de Salmon River verder naar het noorden. Er is hier vooral veeteelt. Tussen Stanley en Garden Valley rijden we door een prachtig landschap: grazige, bloemvolle weiden, bossen, canyons en rivieren. Langs de weg zijn tientallen kleine campings die je veelal gratis kan gebruiken en waar dan ook geen voorzieningen zijn. Als we een overnachtingsplek willen op de camping van
Ponderosa SP bij McCall, blijkt deze volledig vol te zijn i.v.m. een lang weekeinde met Independence Day. Het is inderdaad overal erg druk en we hopen nog ergens op een camping een plekje te kunnen vinden. We vinden een kleine camping (voor ons heel toepasselijk "Last Chance" geheten) die in het Payette NF ligt, drie kilometer over een onverharde bergweg. Prachtige plek en is 's avonds dan ook helemaal vol.
Donderdag 4 juli 384 km Verder naar het noorden en we passeren weer een tijdzonegrens. We hebben nu weer 9 uur tijdsverschil met NL. Er is hier veel veeteelt en later nabij Lewiston en Clarkston ook veel akkerbouw, vnl. graan. Het is een mooie route die voor een groot deel de route volgt die Lewis en Clark tijdens hun expeditie in 1804-1806 hebben gevolgd. Deze expeditie was door president Thomas Jefferson opgezet om het westen van de VS te ontdekken en in kaart te brengen. De tocht ging stroomopwaarts via en langs de Missouri River en de Columbia River naar de Pacific. Er zijn hier veel gedenktekens geplaatst en we overnachten dan ook in het Lewis en Clark Trail State Park waar we al vroeg in de middag aankomen. Mooie plek.
Vrijdag 5 juli 344 km Vandaag naar het westen. Het eerste deel gaat weer langs akkerbouw maar vanaf even voor Pasco is er veel fruitteelt en wijnbouw. Even voorbij Pasco zien we in de verte (ca. 100 mijl) de witte top van Mt. Adams liggen die ver boven het landschap uittorent. Iets later zien we ook Mt. Rainier liggen. We zijn in de Cascades, een reeks actieve vulkanen tussen Californië en zuid-Canada. In Mt. Rainier NP vinden we gelukkig nog een vrij plekje op de camping van Ohanapecosh. Het is er erg druk, maar door de grote plekken sta je ver uit elkaar. Doordat er erg grote en hoge bomen staan (sparren, tsjuga's, douglassen en red-cedars), sommige wel met een diameter van 2 meter en enkele tientallen meters hoog, is er nauwelijks zon. We maken een mooie wandeling langs de rivier en zien weer veel bloeiende planten waaronder gestreepte koraalwortel, stofzaad, beregras en linnaeusklokjes.
Zaterdag 6 juli 143 km We rijden de schitterende route naar Sunrise. Onderweg met regelmaat een blik op de top van de Mt. Rainier en in de verte Mt. Adams. Langs de weg staan veel nachtorchissen en glacier-lily's volop te bloeien. Bij Sunrise lopen we het pad naar Frozen Lake en verder richting Mt. Fremont. Onderweg veel sneeuw waardoor steile hellingen lastig en gevaarlijk zijn. Op de weg terug lopen we langs Shadow Lake. Zeer indrukwekkend is steeds de kegel van Mt. Rainier met z'n vele gletsjers die de top van alle kanten afstromen. Op enkele sneeuwvelden is een zwart laagje te zien. Mogelijk is dat nog stof van de uitbarsting van Mt. St. Helens in 1980 die hier vlakbij staat.
Zondag 7 juli 78 km We verlengen ons verblijf met nog een dag en rijden daarna naar Paradise. Weer een mooie route en onderweg zien we veel Columbia lily's. Bij Paradise ligt er echter nog zoveel sneeuw dat wandelen daar ondoenlijk is. De paden zijn nog voor meer dan 70% bedekt met een dikke sneeuwlaag. We rijden iets terug en maken een mooie wandeling vlakbij Reflection Lake. Rondom het pad staat het vol met avalange lily's Als we daarna nog een wandelingetje door het oude bos willen maken bij Grove of the Patriarchs, kunnen we geen parkeerplek meer vinden door de drukte. We rijden terug naar de camping en genieten daar van de rust. In onze loop staat vrijwel niemand meer!
Maandag 8 juli 292 km De dag begint bewolkt maar al snel trekken alle wolken weg. We rijden naar Mt. St Helens NVM. Door het Gilford Pinchot NF volgen we de schitterende route door het bos over een erbarmelijk slechte weg. Vanuit de verte zien we Mt. St. Helens dan al liggen. Deze vulkaan is de jongste maar meest actieve vulkaan in de Cascades. De laatste grote uitbarsting was op 18 mei 1980. Door de enorme explosie werd 400 meter van de top weggeblazen. De pyroclastische schokgolf sloeg al het leven in de wijde omtrek tegen de grond; de bomen liggen nu nog keurig met de stam de zelfde kant op. Er vielen 57 doden. Doordat het ijs en de sneeuw op de top smolt, ontstonden er modderlawines die het Sprit Lake instroomden. Dit meer ligt nu, na 33 jaar, voor een groot deel nog vol met dode bomen. Bizar. Opvallend is dat het bos zich weer aardig aan het herstellen is. De nieuwe bomen zijn gemiddeld al weer zo'n 10 meter hoog en vormen weer hele bossen, hoewel niet overal heel dicht. Vlak bij de vulkaan zijn de hellingen nog vooral kaal en liggen overal vol met puimsteen en vulkanische as. De aswolken gaven destijds tot in Yakima (hemelsbreed op ca. 125 km) grote overlast en het was er overdag zo donker dat de straatverlichting aan ging. Vanaf het uitzichtpunt op de krater van Mt. St. Helens zijn ook de witte kegels van Mt. Hood, Mt. Adams, Mt. Rainier en Mt. Baker te zien. Door latere kleinere erupties is de overgebleven sneeuw van Mt. St. Helens vies grijs van de as. We rijden in de middag verder naar het westen en overnachten in Rainbow Falls SP.
Dinsdag 9 juli 220 km Via Aberdeen naar het noorden. Men leeft hier om zo te zien van de bosbouw. Op veel plaatsen is aangegeven wanneer de laatste kap was en wanneer er weer ingeplant is. Overal rijden vrachtauto's volgeladen met boomstammen. We zijn vroeg op de camping in Olympic NP, aan de kust, camping South Beach. Deze camping is primitief en heeft geen voorzieningen maar ligt prachtig aan de oceaan. We hebben een plekje van waaraf je zo over het water kijkt. In de middag lopen we over het strand naar Kalaloch. Aan de rand van het strand ligt het vol met dode aangespoelde bomen, van kleine stukjes tot zeer dikke en lange stammen aan toe. Onderweg zien we strandlopertjes en twee bald-eagles. Precies boven de kuststrook ligt een wolkenrandje, een gevolg van de koude lucht boven het water en de warme lucht boven het land. Gelukkig komt met regelmaat de zon er doorheen, het blijft echter steeds fors waaien.
Woensdag 10 juli 73 km Olympic NP bestaat uit een aantal zeer verschillende landschappen en klimaten. Langs de kust zijn de ruige oceaan-stranden waarlangs de regenwouden liggen. In het centrum en in het noorden ligt het alpine gebergte dat tot ca. 3000 m hoog is. De noord- en oostkant daarvan is erg droog omdat het in de regenschaduw ligt. Kortom, een zeer interessant gebied. De kustweg verder naar het noorden vervolgd. Het is niet warm en de zon schijnt niet. Bij Ruby Beach, waar we 17 jaar geleden gezwommen hebben, even het strand op geweest. Bij Hoh Rain Forest begint de zon te schijnen en krijgen we ook weer aangename temperaturen. Dit is een regenwoud in de gematigde klimaatzone. We lopen de trail in de Hall of Mosses. Hier zijn veel bomen, vooral de esdoorns, bedekt met enorm veel en lange mossen. In de middag lopen we de Spruce Nature Trail en lopen het pad langs de Hoh River een eind op. Hier staan sparren die een gemiddelde hoogte bereiken van 75 meter en maximaal 100 meter hoog worden. Je voelt je hier wel erg klein. De bodem is voor een groot deel bedekt met varens. Opvallend zijn de Nurse Lodges, dikke omgevallen bomen waar op het oude aan het vermolmen hout nieuwe bomen zijn gaan groeien. Deze staan dan ook in rijtjes en de wortels beginnen vaak al wat hoger boven de grond. Op de camping treffen we ook de Nederlanders die gelijk met ons de auto in Antwerpen gebracht hebben en die we ook in Baltimore in de haven troffen. Hoe klein kan een continent zijn.....
Donderdag 11 juli 242 km Teruggereden naar de Pacific Coast. La Push, waar we de vorige keer de fabricage van houten zeekano's door de plaatselijke indianenstam hadden bekeken, is erg veranderd. Het is nu toeristisch geworden en de kanoproductie hebben we niet meer kunnen vinden. Op het strand zagen we wel veel zeesterren. In de haven zat een bald-eagle die zich door ons goed liet benaderen. Aan de noord-kant Olympic NP weer ingegaan en een plek gevonden op de camping Heart O' the Hills. In de middag uitgebreid inkopen gedaan en het vaarschema van de boot naar Victoria bekeken. Volgens de rederij is het niet nodig om te bespreken. 's Avonds op de camping een Hollandse familie gesproken en van hen de toegangskaart van de Canadese Nationale parken voor de helft van de prijs overgenomen.
Vrijdag 12 juli 189 km In de ochtend naar boven gereden en een mooie wandeling bij Hurricane Ridge gemaakt. Er ligt op veel plaatsen nog wat sneeuw en helaas trekt na een poosje alles dicht door de laaghangende
bewolking. Onderweg zien we veel bloeiende planten, margenta paintbrush, kleine uitjes, glacier lily's en avalange lily's. In de middag rijden we een stuk langs de noord-west kust van het Olympic schiereiland en lopen we nog iets langs het water. Later in de middag verdwijnen de wolken grotendeels.
Zaterdag 13 juli 108 km De wekker loopt om even voor zes uur af. We rijden naar de haven en kunnen een kaartje kopen voor de boot van 8:15. Na 90 minuten varen komen we in Victoria aan. Onderweg in de verte drie orca's gezien. Victoria lijkt een gezellig stadje, maar we kunnen nergens een parkeerplek vinden, zeker niet omdat we ook geen Canadese muntjes voor de parkeermeters hebben. We rijden de drukke kustweg naar het noorden. De uitgezochte camping blijkt in een wel erg donker bos te liggen en we besluiten wat verder te rijden. Op de camping in Cowichan River PP vinden we een goede plek waar we ook nog lekker in de zon kunnen zitten. Ook lopen we nog een trail dat rond de camping loopt en langs de rivier. Er staan in het bos erg veel wespenorchissen dik in de knop.
Zondag 14 juli 310 km We rijden de kustweg verder naar het noorden via Nanaimo en bij Parksville nemen we de weg naar het westen. Dit is een mooie weg, slingerend, op en neer, door bossen, langs meren en met uitzicht op toppen waarop hier en daar nog sneeuw ligt. Bij Ucluelet komen we in het Pacific Rim NP. Dit park ligt aan de kust en bestaat uit een groot deel uit regenwoud. Helaas is de camping in Longbeach, zoals wel verwacht, helemaal vol maar we vinden een prima plek op een eenvoudige niet al te dure camping vlakbij het strand van Longbeach en gelegen tegen het nauwelijks gebruikte vliegveld, nadat we eerder een camping in Tofino wel erg duur vonden ($56, excl. taxes). We bezoeken nog even het strand en genieten verder van de rust en een boek.
Maandag 15 juli 43 km Strak blauw en nagenoeg geen wind. Met een temperatuur van bijna 25°C is dit een perfect strandweer. We zetten de auto op de parkeerplaats bij Scooner Cove en lopen over het natuurpad door het regenwoud. Schitterend met enorm dikke Sitka-sparren en Red Cedars. Het pad komt uit op het brede strand waar we flink eind over lopen totdat we op de rotsen vastlopen. Weinig mensen, een zee- en een visarend en veel zeesterren en zee-anemonen tussen de rotsen. Veel te zien. Aan de noord-kant van het park aan de baai zitten eten en in de middag naar Tofino geweest. Veel Nederlanders tegengekomen en het is een druk modain dorpje. Later op de middag op de camping een was gedraaid.
Dinsdag 16 juli 68 km Het bevalt hier zo goed dat we ons verblijf met nog een dag verlengen. Vanmorgen maken we een prachtige wandeling over het ruige en bijna verlaten strand van Florencia Bay. In de middag rijden we naar Ucluelet en bekijken daar het schitterende uitzicht over de Barkley Sound met de Broken Group Islands. Daar spreken we een Nederlands stel dat 35 jaar geleden geëmigreerd was naar Canada. Ze hadden ons zien rijden en waren ons kilometers gevolgd om met ons te kunnen spreken. Wilden alles over onze reis weten en onze auto bekijken. Later op de middag lekker zitten lezen; er komt dan iets bewolking na een tot dan wolkenloze en windstille dag met 25°C.
Woensdag 17 juli 199 km Vannacht wat regen gehad en de dag begint bewolkt. 's Middags weer volop zon en warm. We rijden terug richting Nanaimo. Onderweg zien we vlak naast de weg een zwarte beer. We merken ook dat we weer een lege rechter achterband hebben en informeren bij een garage in Ucluelet of ze 'm kunnen repareren. Dat kan pas ergens in de middag zodat we maar doorrijden richting Port Alberni, waar we weer de al eerder tegengekomen Nederlanders spreken. In Port Alberni blijkt bij een Tire Centre dat in het midden de velg gescheurd is. Dit is waarschijnlijk gekomen bij het er af halen van de band bij de eerste reparatie. Daarbij werd met veel geweld een bandenlichter gebruikt. Helaas is een
velg voor onze auto in Canada niet te krijgen. Nadat ons reservewiel is gemonteerd rijden we verder naar de camping van Frenchman River PP. We hebben een mooie plek met wat zon, maar als de buurman van 50 m verderop z'n autoradio voluit openzet, verhuizen we naar een stille plek.
Donderdag 18 juli 148 km Om half negen naar de boot vertrokken en iets voor ons staan de Hollanders die we al zo veel eerder gezien hebben, ook te wachten. Op de boot, die om 10:40 vertrekt weer gezellig met ze zitten te praten. We zullen ze nu wel niet meer tegen komen, onze routes gaan zich hiervoor te veel scheiden. Totaal hebben we ze toch zes keer in de USA gezien. Wij rijden de prachtige route richting Whistler en hebben een mooi uitzicht over de Hobe Sound en later over de bergen met gletsjers. Helaas zijn de campings in alle Provincial Parks rond Squamish vol zodat we doorrijden tot even voor Whistler, waar we op een dure commerciële camping terecht komen. We krijgen 30% korting op onze plek omdat we geen hook-up hoeven. Vanaf de camping schitterend uitzicht en door het mooie weer en dankzij de nagenoeg afwezige muggen, kunnen we lang buiten zitten.
Vrijdag 19 juli 374 km Omdat we op deze camping WiFi hebben, eerst met de meiden gefacetimed. Wat een prachtig medium is dit toch. Daarna met de ANWB gebeld om te vragen wat ze voor ons kunnen doen. Deze belde even later terug om te melden dat ze gaan proberen een velg op te (laten) sturen. We zullen er binnenkort meer van horen. De meeste grote wegen in Canada en Alaska die naar het noorden gaan, hebben namen. De bekendste is natuurlijk de Alaska Highway. De weg die van Vancouver via Whistler naar het noordoosten loopt is de Sea to Sky Highway. Deze zullen we als eerste volgen. Whistler is een erg gezellig maar druk toeristisch plaatsje wat waarschijnlijk voor een groot deel komt door de Olympische Spelen die hier in 2010 zijn gehouden (de ski wedstrijden). We rijden verder het dal door en even voorbij Pemberton stijgt de weg enorm. Een prachtige route met uitzicht op veel besneeuwde toppen met gletsjers en meren. Na Lillooet is het minder hoog en erg warm (tegen de 35°C!). In de omgeving van Clinton, gelegen langs de Cariboo Highway, is veel veeteelt en daarna zijn er veel moerasjes en kleine meertjes. Bij Lac la Hache overnachten we op de camping in het Provincial Park. Vanavond koelt het langzaam af en kunnen we nog lang buiten zitten, ook omdat er nagenoeg geen muggen zijn.
Zaterdag 20 juli 458 km Verder naar het noorden. Er is hier nog steeds veel landbouw (hooi en graan) maar de bosbouw neemt toe. Opvallend is dat het nog steeds redelijk dicht bevolkt is en op de weg aardig druk. In de omgeving van Quesnel zijn een aantal grote houtverwerkende industrieën. Prince George is een duidelijk regionaal centrum op de kruising van een aantal hoofdverkeerswegen. De weg die wij verder nemen naar het westen is de Yellowhead Highway die naar Prince Rupert loopt. Even voor Vanderhoof is een bermbrand en moeten we via een gruisweg (deels goed, deels erg slecht en stoffig) omrijden. We overnachten op de camping in het Beaumont PP aan het Fraser Lake. Vandaag weer prima weer, 28 graden en alleen in het begin van de middag wat wolkenvelden.
Zondag 21 juli 321 km Rustig aan gedaan en tegen tienen pas op weg. De weg vervolgd en het landschap verandert niet noemenswaardig. Ook is het nog steeds prima weer alhoewel er tegen de middag weer wolken komen die aan het eind van de middag vrijwel weer verdwenen zijn. Het wordt weer een graad of 25. Even voor Hazelton een poosje zitten kijken naar het vangen van zalmen. Met een groot schepnet aan een lange stok dat door de rivier gehaald wordt, worden zalmen van wel 60 cm lengte gevist. Zwaar werk en de vissers zijn gezekerd met een touw rond hun middel. Iets voorbij Hazelton op de kleine camping van het Seeley Lake PP overnacht. Nog heerlijk in de zon buiten van het uitzicht op de bergen en het meer kunnen genieten.
Maandag 22 juli 299 km De weg verder naar het westen vervolgd. Het is nu wel wat minder druk. Al gauw rijden we weer langs de Skeena River, een van de belangrijkste zalmenrivieren in British Columbia. De rivier stroomt door het geringe hoogteverschil niet sterk en is plaatselijk enorm breed met zandbanken waarop meegesleurde bomen liggen. Even voorbij Terrace zien we de oevers bezet met hengelaars: om de 10 meter staat een hengel en hele families zitten er bij. Ook staan her en der wat tentenkampementen. Even voor Prince Rupert nemen we een plekje in op de camping van het Prudhomme Lake PP. Daarna rijden we nog even door naar Port Edward. Hier stond tussen 1889 en 1968 een enorme fabriek waar zalm werd ingeblikt. Het machinepark is nog opgesteld in de helaas al voor een groot deel vergane gebouwen en kade, maar toch het bezoek meer dan waard. Het hele proces is te volgen, zowel het handwerk vóór de automatisering van het proces als de later opgestelde lopende banden. 's Avonds weer eens een trui aan en binnen gezeten vanwege de regen. Vreemd is dat niet, Prince Rupert is omgeven door regenwoud en is een van de vochtigste plekken van Canada.
Dinsdag 23 juli 236 km Om 4 uur wakker gebeld door de ANWB. Ze willen weten naar welk adres de velg moet worden opgestuurd. Omdat we over ongeveer een week in Whitehorse denken te zijn, geven we het adres van Canadian Tire aldaar door. De ANWB zal nog wel laten weten wanneer de velg daar zal worden afgeleverd. De hele nacht heeft het geregend en ook 's morgens regent het nog licht. We rijden naar Prince Rupert. We vinden de stad tegenvallen. Een beetje vergane glorie met nogal leegstand van winkels. Niet veel te beleven en we rijden in de middag de mooie route langs de Skeena River naar Terrace. Overal hangen lage wolken tegen de bergen, maar toch komt bij een temperatuur van dik 20°C de zon nog even waterig door. Even voorbij Terrace , op de camping van het Cleanza Creek PP, vinden we een mooie plek aan de rivier. We stoken wat hout dat nog in de vuurkorf ligt en vullen dat aan met wat hout dat we nog van Mt. Rainier hadden meegenomen. In de avond begint het weer te regenen.
Woensdag 24 juli 273 km Vannacht enkele buitjes. Teruggereden naar Tarrace om te servicen (toilet legen, afvalwatertank legen en drinkwater in te nemen). Ook met de ANWB contact opgenomen om naar de stand van zaken te vragen. Ze konden alleen zeggen dat donderdag de velg zal worden opgestuurd en dat nog
niet duidelijk is wanneer die in Whitehorse aankomt. Afwachten dus maar. Daarna weer naar het oosten waar we de Cassiar Highway nemen. Deze is minder druk dan de Yellowhead Highway en gaat langs interessante landschappen. Veel bosbouw en op veel plaatsen staat bij het bos aangegeven wanneer het voor het laatst gekapt en weer ingeplant is. Op de camping van Meziadin PP een schitterende plek pal aan het meer ingenomen. Meteen de kajak opgeblazen en heerlijk een stuk gevaren omringd door de indrukwekkende omgeving met uitzicht op de gletsjers. Prima weer geweest, windstil in de ochtend een enkel buitje afgewisseld met zon en in de middag veel zon. Prima temperatuur van ca 20 graden.
Donderdag 25 juli 178 km De wolken zijn weer gedaald, het is nagenoeg droog en tussendoor schijnt de zon. We rijden de prachtige route naar Stewart. Onderweg langs bergen met wolken, sneeuw en gletsjers en we zien vlak langs de weg een gletsjer die uitmondt in een groen meer. Stewart stelt niet veel voor (er is gelukkig wel een tankstation met diesel; het meest dichtbij zijnde naar het noorden wordt aangegeven op 158 km, naar het zuiden op 221 km; we gooien op de terugweg de tank dus nog maar weer even vol) en iets verder gaan we de grens met Alaska over, deze kant op geen grenscontrole en komen we in Hayder, een nog kleiner gat. Hayder is het meest zuidelijke dorpje van Alaska dat over land te bereiken is. Iets verderop ligt een riviertje waar als er zalmentrek is, beren komen vissen. Omdat de zalmentrek is begonnen zouden we geluk moeten hebben. Helaas hebben bevers vier dammen gebouwd die de zalmen ophouden. Personeel van het National Forest is bezig de dammen te verwijderen. We zien dus geen beren en rijden verder het dal in naar de Salmon Glacier, maar halverwege (na 15 kilometer) keren we omdat de weg erg slecht is door werkzaamheden. We stoppen nog even bij het berenpunt en zien nu schitterend een zwarte beer vlak naast en onder de loopplanken bessen eten. Op de terugweg doet de Canadese douane lastig, stelt veel vragen die we ten onrechte met nee beantwoorden , behalve die over het bezit van vuurwapens (hebben we niet) en bearspray (hebben we wel, maar mag mee). Onderweg naar de camping in Meziadin PP zien we nog een bald eagle zitten. Met water uit het meer de modder van de auto gespoeld.
Vrijdag 26 juli 498 km De Cassiar Highway weer opgepakt. Al gauw zien we twee zwarte beren langs de kant van de weg lekker grazen van het malse gras. Hier is nog steeds voornamelijk bosbouw en je rijdt dan ook vooral door bossen van verschillende ouderdom. Hier en daar worden grote rivieren overgestoken, rijd je
langs meren en zie je een kleine nederzetting waarbij soms een winkeltje en tankstation. De weg gaat op en neer, vaak mooie uitzichten (hoewel in de ochtend de toppen in de wolken zitten), is hier en daar slecht (grind) en is niet druk. We zien in een meertje een eland grazen van de waterplanten en een aantal hoenderen met kuikens. Onderweg is geen enkele keer telefoonverbinding mogelijk maar bij Jade City pikken we zowaar een onbeveiligd draadloos netwerk op waardoor we mail, weerbericht en kranten kunnen binnen halen. We overnachten op een prima plek, aan het meer, op de camping van Boya Lake PP. Onderweg een enkele bui gehad en ook 's avonds valt er wat regen, temperatuur gehad van rond de 20 graden. Er zijn hier nog al wat veel muggen.
Zaterdag 27 juli 0 km Hoewel de hele nacht enkele buien gevallen zijn en het er ook in de ochtend nog niet geweldig uitziet, maar wel droog is, besluiten we om hier nog een dag te blijven in de hoop om in de middag te kunnen kanoën. We zetten de auto op een nog mooiere plek die lichter is en meer in de zon ligt. Het uitzicht over het meer is subliem. We lopen de beide wandelingen aan de noord- en zuidkant van de camping en genieten van de prachtige uitzichten over het meer en van de verschillende orchideeën die hier bloeien. Helaas vallen in de middag enkele (onweers)buien zodat we de kajak maar opgevouwen laten. Tussen de buien door lekker in de zon zitten lezen.
Zondag 28 juli 350 km De Cassiar Highway weer opgepakt. De weg is niet zo goed als de eerste paar honderd kilometer; er zitten gaten in en af en toe een stukje gravel. Al gauw komen we langs een deel waar enkele jaren geleden een bosbrand geweest is. We rijden zo'n 25 km langs verbrande bomen. De Cassiar Highway eindigt op de Alaska Highway. Deze weg met een lengte van 1422 mijl (2288 km) die van Dawson Creek in Canada naar Delta Junction in Alaska loopt werd in 1942 door de Amerikanen in een tijd van negen maanden aangelegd om een eventuele Japanse invasie het hoofd te kunnen bieden. Na de oorlog werd de weg verbreed en verhard en tegenwoordig is het nagenoeg de enige verbindingsweg tussen Alaska en de USA. We zullen de weg geheel rijden, deels met de heenweg, een ander deel met de terugweg. De route gaat op en neer zodat je vaak mooie vergezichten hebt op de omgeving: bossen, meren rivieren en slechts een enkele nederzetting. Even voorbij Teslin overnachten we op een Government camping. Deze campings in Yukon zijn niet duur ($12; nog geen €9).
Maandag 29 juli 196 km We rijden door naar Whitehorse. Hier hebben we sinds enkele dagen weer internetmogelijkheden maar de mobile telefoon laat het nog afweten. We informeren bij Canadian Tire of de velg al is aangekomen. dat blijkt niet het geval en ze zullen ons mailen wanneer dat wel het geval is. We blijven hier immers een aantal dagen in de buurt en kunnen dan later in de week kijken of de zaak gerepareerd kan worden. We doen boodschappen voor een paar dagen (de koelkast en vriezer zijn inmiddels aardig leeg). Bij Canadian Tire kopen we een bijl waar mee ook goed hout gekloofd kan worden. De Government campings zijn goedkoop maar sober. Alleen de eerste levensbehoeften zijn aanwezig: water (dat nog wel moet worden opgepompt en gekookt voor gebruik), een droogtoilet, een picnictafel, een vuurplaats èn gratis brandhout. Dat laatste moet nog wel gekloofd worden. Hoewel het vandaag weer 26(!) graden geweest is en geen wolken, steken we het hout 's avonds als het wat afkoelt wel aan. Tot nog toe nauwelijks last gehad van muggen, hetgeen de avonden erg aangenaam maakt zodat we tot laat buiten kunnen blijven zitten. Het is duidelijk merkbaar dat we weer noordelijk zitten. Om elf uur is het nog volop licht.
Dinsdag 30 juli 203 km We maken vandaag een uitstapje naar Skagway via de South Klondike Highway. Even voor Carcross ligt het schitterende Esmerald Lake. De omgeving weerspiegelt zich in het rimpelloze water. Na Carcross wordt de route spectaculair. Schitterende uitzichten over Tagish Lake, Tutshi Lake en bij de White Pass langs sneeuwvelden, gletsjers en scherpe bergtoppen. Vlak voor Skagway is de Amerikaanse douane die natuurlijk weer alles moest weten en zien. Skagway en het nabij gelegen Dyea waren de poorten naar Dawson City tijdens de Goldrush bij de Klodike River in 1897-1898. Hier ging men aan land en ging verder via de lastige Chilkoot Pass en de bevaarbare meren naar de Yukon River en deze vervolgens via Whitehorse verder stroomafwaarts naar Dawson City. Daar waar Dyea vervallen en afgebroken is, is Skagway teruggebracht in de oorspronkelijke sfeer van destijds. Doordat veel cruiseschepen de haven aandoen, is het er erg toeristisch druk. Onderweg naar de NP camping in Dyea zien we een vijftal zeehonden dobberen op de golven en een jonge zeearend die een zalm vangt en met veel moeite op de kant brengt. Daar wordt hij door een volwassen zeearend van z'n prooi beroofd. Een fascinerend gezicht om te zien.
Vandaag weer onvoorstelbaar mooi weer geweest. De temperatuur liep op tot 28 graden, weinig wind en vrijwel steeds zon.
Woensdag 31 juli 226 km Naar Dyea gereden. Er is niet veel meer van over. De overstromingen van de rivier en door afbraak en hergebruik van de materialen, moet je veel fantasie hebben. Eén gevelstuk staat nog overeind en de rest is volledig bemost bos geworden. Door stijging van het land met 2,5 meter sinds de Goldrush (veroorzaakt doordat het landijs van de laatste ijstijd gesmolten is), ligt het restant van Dyea ook niet meer direct aan het water. Vervolgens iets verder gereden naar de Taiya Plains Hier stuiten we op een riviertje waarin duizenden zalmen aan het paaien zijn. Enkele zijn al aan het dood gaan. Helaas zijn er geen beren of zeearenden op dit moment. Dezelfde route naar Whitehorse teruggereden. De velg was door Canadian Tire ontvangen. Nadat de band om de nieuwe velg gelegd was en de reserveband weer was vervangen, konden we verder. Het heeft al met al 12 dagen geduurd na melding bij de ANWB. Je zal toch een onderdeel nodig hebben dat onmisbaar is om te verder te kunnen.... Maar goed, ze hebben ons verder prima geholpen. Op dezelfde camping overnacht als twee dagen geleden. Prima weer, nagenoeg onveranderd, op een onweersbui na in de verte.
Donderdag 1 augustus 275 km In de ochtend inkopen gedaan voor een aantal dagen, contact gehad met Seabridge om de terugreis voor de auto te boeken en het zesde deel van het reisverslag proberen te versturen. Om de een of andere reden lukte dat niet, maar later op de dag in Haines Junction lukte dat gelukkig wel. Telefoonen WiFi-verbindingen zijn in dit deel van Canada nog steeds erg slecht. Telefonisch al bijna een week niet meer bereikbaar. In de middag doorgereden via een mooie route naar Haines Junction. Er is hier steeds minder verkeer. Bij Haines Junction zijn meer hoge bergen dan het stuk daarvoor. Deze maken deel uit van het Kluane NP dat grenst aan het Wrangell-St.Elias NP in Alaska. Samen is dit een gigantisch (alleen het deel in Alaska is al zes keer groter dan Yellowstone NP!) en slecht toegankelijk NP waarvan hoge bergtoppen en enorme gletsjers een belangrijk deel vormen. Wij vinden op de kleine camping Congdon Creek GP een prima plek aan het Kluane Lake met schitterend uitzicht op de bergen. Een deel van de camping is nu nog steeds afgesloten nadat de hele camping een paar jaar dicht geweest
is vanwege de vele grizzlyberen die op de bessen van de struiken afkwamen. Deze struiken zijn op een deel van de camping verwijderd, toch worden er nog met regelmaat grizzly's gezien. Tentkamperen is dan ook niet toegestaan. Vandaag prachtig weer, dik 25 graden en zon. Tot tegen elven heerlijk buiten gezeten.
Vrijdag 2 augustus 75 km Eerst even getankt in Destruction Bay en daarna teruggereden naar het bezoekerscentrum. Vanaf hier een schitterende wandeling gemaakt richting Sheep Creek met prachtige vergezichten op gletsjers in Kluane NP. Een jonge Duitse vrouw sloot zich bij ons aan, dat was voor haar veiliger i.v.m. de beren die ook hier veel op de bessen afkomen. Geen beren gezien, wel in de verte enkele Dall Sheep. In het tweede deel van de middag een mooie kanotocht over het meer langs de oever gemaakt. Het water staat erg hoog en er zijn door de wind die vandaag sinds dagen weer eens te voelen is, ook wel wat golven. Vandaag iets minder warm (door de wind die over het water komt?), maar verder geen wolken. Ook nu weer tot laat buiten gezeten, gelukkig zijn ook hier nauwelijks stekende insecten!
Zaterdag 3 augustus 416 km Veel hoge bewolking, af en toe wat zon en toch weer 25 graden. De Alsaka Highway vervolgd.Het eerste deel nog langs Kluane Lake, later langs de bergruggen van Kluane NP en Wrangell-St. Elias NP. Met af en toe zicht op hoge bergtoppen met sneeuw en gletsjers. Indrukwekkend. De weg slingert zich door en langs permafrostmoerasjes met veel sparretjes die het duidelijk moeilijk hebben zich hier te handhaven. De permafrost zorgt er ook voor dat de weg voor het grootste deel van slechte tot zeer slechte kwaliteit is. Grote gaten, oneffenheden en gruistrajecten maken het niet mogelijk om meer dan 70 km/h te rijden, vaak zelfs minder. Gelukkig kan je dan nog goed om je heen kijken. De douane bij binnenkomst in Alaska deed niet moeilijk. De Alaska Highway in Alaska is van een duidelijk beter kwaliteit dan in Canada, maar plaatselijk zitten er grote reparatietrajecten in met wat gruis. In Tok, de eerste plaats die we langskomen, blijkt een concentratie van Europeanen te zijn. In no time zien we een aantal campers uit Nederland, Duitsland , Zwitserland en Italië. We overnachten op een rustige camping in het Eagle Trail SP, aan de Tok Cutoff.
Zondag 4 augustus 291 km We rijden de Tok Cutof verder naar Glenallen. Al gauw steekt er vlak voor ons een grote elandkoe de weg over. Iets verderop is er een waterplanten aan het grazen in een poeltje langs de weg. De staat van de weg is lang niet overal goed. Soms gaten en oneffenheden, soms zeer ruw vastgereden hard gravel en dan weer los en stoffig gravel. Onderweg verder mooie uitzichten op het Wrangell-St. Elias NP. De toppen van Mt. Drum (3661 m), Mt. Zanetti (3965 m), Mt. Wrangell (4317 m) en Mt. Blackburn (4996 m) zitten in de wolken. Boven Mt. Drum valt een gigantische bui, wij houden het nagenoeg droog en hebben overwegend zon bij dik 20 graden. Wel kunnen we hier en daar de gigantische gletsjers zien die van de hellingen stromen. Nabij Glenallen zien we de brede Copper River in z'n plaatselijk diep uitgesneden bedding. Als we tanken in Glenallen worden we een paar keer aangesproken door Amerikanen die geïnteresseerd zijn in de reis en de auto. We overnachten op de erg rustige camping in Squirrel Creek SP aan de Richardson Highway, aan een beekje. Alweer nauwelijks muggen.
Maandag 5 augustus 159 km Nog steeds prima weer. We rijden naar Chitina en hebben onderweg mooie uitzichten op de Wrangell Mountains en de Copper River. Meteen na Chitina steken we de Copper River over en kijken naar de Fish Wheels, een ingenieus apparaat waarmee gevist wordt en dat door het stromende water aangedreven wordt. Op deze manier kan vis (voornamelijk zalm) uit de door het gletsjerslib erg troebele rivier worden gevist. Na de brug houdt het asfalt op en begint de rough road. Deze is over het hele traject naar McCarthy (60 mijl) over een oud spoortraject gelegd. De rail en biels is bedekt met gravel maar ligt op enkele plaatsen bloot. Ook het houtwerk van oude bruggetjes ligt hier en daar nog duidelijk zicht baar in de weg. Het is daarom en omdat het op veel plaatsen een slechte weg is (de eerste 20 mijl erg slecht met vele gaten, dik los gravel en wasborden; de tweede 20 mijl wat beter en de laatste 20 mijl redelijk goed), langdurig om te rijden. We rijden op veel
plaatsen niet sneller dan 15 mijl/h en na 3,5 uur zijn we bij de voetbrug bij McCarthy. Onderweg op een aantal plaatsen via de smalle oude spoorbrug rivieren overgestoken (eenmaal 80 meter boven het water) en genoten van de oude houten brug over de Galahina. Deze brug van 300 meter lang en 30 m hoog is nu niet meer opgenomen in de weg en is in de winter van 1911 in 8 dagen gebouwd. Aan het eind van de weg parkeren we en we lopen de resterende 5 mijl naar Kennecott. Hier zijn kopermijnen uit het begin van de vorige eeuw en het waren destijds de grootste kopermijnen ter wereld. Momenteel wordt alles gerestaureerd. Vanuit Kennecott heb je een geweldig uitzicht over de gigantische gletsjers van Mt. Blackburn. Het onderste deel ligt vol puin van de omliggende bergen waardoor het ijs niet meer te zien is. We overnachten op een campinkje bij de brug met geweldig uitzicht op de Root en Kennecott Glaciers.
Dinsdag 6 augustus 348 km Ongelooflijk, maar ook vandaag weer prachtig weer. De toppen van de Wrangell Mountains zijn volledig uit de wolken zodat je de grote ijsmassa's schitterend kan zien. De dag begint koud, rond de 10 graden, maar ontbijten buiten in de zon. We rijden de 100 km hobbelweg weer terug, genietend van de uitzichten. Vervolgens de prachtige route naar Valdez. Hierbij komen we op de Thompson Pass waar we uitzicht hebben op tientallen gletsjers, deels met mooie lange tongen. Valdez zelf stelt echter niet veel voor. Het is het eind van de Trans Alaska Pipeline (olie vanuit Deadhorse aan de Arctische Oceaan). Bij de haven staan dan ook veel enorme olietanks. Verder is er een grote plezierhaven en haven voor veer- en cruiseschepen. In Valdez is het weliswaar behoorlijk bewolkt, af en toe schijn de zon, maar de regen die ze voor de hele dag hier hebben opgegeven is niet gevallen. We overnachten op de camping van Blueberry Lake SP, vlak onder de pas. Hiervandaan mooie uitzichten. De State Park campgrounds in Alaska zijn sober. Er is een plek met picknicktafel en vuurplaats. Verder is er een pomp (water moet voor consumptie eerst gekookt worden) en een droogtoilet. Op enkele, zoals deze, is er zelfs geen vuilnisbak. Het zijn voor ons dus prima plekken, zeker omdat het er meestal niet druk is, het prachtig ruime plekken zijn en vaak erg mooi gelegen. Een plek kost $15,= per nacht, te voldoen in een betaalenvelop.
Woensdag 7 augustus 279 km De dag begint en eindigt met wolken en een lage temperatuur. Daartussen is het heerlijk, veel zon en dik 20 graden. We rijden de Richardson Higway terug naar Glennallen en vandaar de Glenn Highway
richting Anchorage. We hebben een schitterend uitzicht op de toppen van de Wrangell Mountains, zelfs tot ver langs de Glenn Highway. Daar hebben we weer schitterend uitzicht op de toppen en immense gletsjers van de Chugach Mountains die ruim 4000 meter hoog zijn. Bij Glacier View zien we in de hoogte nog enkele Dall Sheep. We stoppen vroeg op een commerciële camping bij Glacier View en doen hier nog de was en maken de auto van binnen weer wat stofvrij. Vanaf de camping zien we op de tegenovergelegen helling ook nog Dall Sheep lopen. De toestand van de wegen in Alaska zijn net als in de rest van de USA niet al te best en slecht onderhouden. Overal zitten gaten en scheuren zodat je soms het gevoel hebt om over een onverharde weg te rijden. Wel wordt op heel veel plaatsen het wegdek verbeterd, maar er blijft veel achterstallig onderhoud.
Donderdag 8 augustus 231 km Hoewel er voor vandaag regen is opgegeven, begint de dag strak-blauw. Alleen in het begin van de middag rond Anchorage is het bewolkt, maar droog. We hebben vandaag ruim de tijd en maken volop gebruik van de gratis WiFi van de camping. We Facetimen met de meiden en met Ankie (Rina is even de deur uit). Daarna vervolgen we de spectaculaire route van de Glenn Highway naar Palmer. Schitterende uitzichten op hoge bergen met scherpe toppen, gletsjers (waaronder de Matanuska) met en zonder gruis, mooie brede, dan weer smalle rivierdalen en meren in allerlei formaten. Bij Palmer begint weer de bewoonde wereld. We nemen een mooie plek op de camping van Eagle River SP in en rijden in de middag door naar Anchorage. Hier maken we met Cruise America de afspraak om de camper voor D&D op te halen. Bij de Walmart kunnen we eindelijk weer eens wijn en bier kopen. De prijs ligt echter duidelijk hoger dan in de andere staten van de USA en Canada, maar hier is het tenminste weer zonder veel omhaal te koop (een alternatief is de Liquor Store).
Vrijdag 9 augustus 88 km Regen! We doen vanmorgen rustig aan en rijden naar Anchorage en doen nog wat boodschappen. Inmiddels is het droog en we rijden naar het Kincaid Park, even ten zuiden van het vliegveld. Daar is het eindpunt van de fietsroute langs de Cook Inlet en de Knik Arm. Dit is een mooi fietspad langs de kust, door bos met hier en daar uitzicht op het water. We zien een elandkoe met jong vlakbij die zich van onze aanwezigheid niets aantrekken. Helaas kunnen we niet veel verder dan het Earthquake Park omdat er groot onderhoud aan het wegdek plaatsvindt en we geen zin hebben verder langs de
drukke wegen van de stad te rijden. Op Goede Vrijdag in 1964 vond een grote aardbeving plaats met een kracht van 9,2 op de schaal van Richter vlak voor de kust bij Valdez. Behalve dat de daardoor ontstane tsunami Valdez en Seward nagenoeg wegspoelde, gleed in Anchorage een bebouwd deel van de kust in zee en werd daarna ook nog eens overspoeld door het water. In Earthquake Park is een monument opgericht en is nog iets van de aardverschuiving te zien. Op de terugweg zien we nog een elandstier met een enorm gewei, vlak bij. Bijna bij de auto teruggekomen na 30 km te hebben gefietst, begint het weer te regenen. Vandaag 16 graden geweest en voor het eerst sinds tijden weer eens een jas aangehad.
Zaterdag 10 augustus 156 km In de ochtend boodschappen gedaan voor ons allemaal voor de komende dagen. Daarna doorgereden naar het camperverhuurbedrijf en de camper voor D&D in ontvangst genomen, de camper naar de camping gebracht en in onze auto naar het vliegveld gereden. De vlucht van de kinderen had iets vertraging. Het internationale vliegveld van Anchorage is niet erg groot (er was vandaag maar één internationale vlucht) en gelukkig duurden de douaneactiviteiten daardoor niet al te lang waardoor we nog net voor zessen bij het verhuurbedrijf waren om de kinderen als chauffeur te laten bijschrijven op het contract. De hele dag heeft het wat geregend maar toen we op de camping kwamen scheen de zon en hebben we nog uren buiten gezeten, genietend van verhalen, een glas wijn en een kampvuurtje.
Zondag 11 augustus 234 km Vandaag de hele dag stromende regen en laaghangende bewolking. Nadat de kinderen eerst lekker hadden uitgeslapen, op weg. Bij Anchorage pakken we de Seward Highway op. De route loopt het eerste deel langs de Turnagain Arm. Helaas geen Baluga's gezien. Daarna via Moose Pass naar Seward waar we op de kade een plek vinden met uitzicht op zee. Helaas is het bewolkt en later nog mistig ook, zodat het uitzicht wel beperkt was. Vlak voor de auto in het water heel mooi een zeeotter aan het werk gezien. Aandoenlijk.
Maandag 12 augustus 6 km Het is mistig bewolkt en maar net 10 graden. Vandaag staat de thuis al besproken excursie per boot op het programma. We melden ons om acht uur bij de boot. De mist is als we om negen uur wegvaren al aardig opgetrokken. In Resurrection Bay zien we een kolonie zeehonden op de rotsen liggen. Onderweg naar Northwestern Glacier zien we nog zeeleeuwen en veel papegaaiduikers (drie soorten), alken en (drieteen)meeuwen. De Northwestern Glacier is nog net een getijdengletsjer, een klein deel ligt nog in het water, de rest alleen op land. Het is een prachtig gezicht om het ijs zo ver van boven te zien komen. Af en toe breekt een stuk af en stort donderend in het water om als kleine ijsbergen verder te drijven. Op enkele grote stukken liggen zeehonden. Na een half uur bij de gletsjer te hebben gelegen, varen we terug. We zien prachtig een aantal bultruggen, een enkele keer vlak naast de boot. Als toetje nog dolfijnen die vlak voor de boot meezwemmen en zeeotters. Om zes uur weer van boord, al met al een zeer geslaagde tocht.
Dinsdag 13 augustus 234 km Seward weer verlaten en naar Exit Glacier, even ten noord-westen. Hier een makkelijke wandeling gemaakt naar de gletsjer waar we een mooi uitzicht hebben. Exit Glacier is net als de Northwestern Glacier een ijstong die vanaf het Harding Icefield stroomt, een ijsvlakte van ca. 25 vierkante mijl. Terug via de Seward Highway en in een riviertje prachtig rode zalm zien paaien. Helaas geen beren daarbij. Daarna de Sterling Highway richting Homer genomen. Onderweg een wandeling naar de Russian River waar veel op forel gevist wordt. Zalmen zwemmen er genoeg maar bijten niet meer als ze zo dicht bij de paaitijd zijn. Bovendien schijnen ze ook niet meer lekker te zijn. Als we voorbij Soldotna aan de kust komen belanden we op de camping van Clam Gulch SP. Vanhier een schitterend uitzicht over de Cook Inlet met aan de overkant de vulkanen van Mt. Spurr en Double Glacier Vulcano.
Woensdag 14 augustus 384 km Na nog even een blik te hebben geworpen over de Cook Inlet met de vulkanen aan de overkant, teruggereden naar de Seward Highway. In de Turnagain Arm helaas weer geen Beluga's gezien. In Anchorange, het centrum is niet gezellig of indrukwekkend, hebben de meiden gewinkeld en daarna hebben we bij de Walmart in Eagle River boodschappen gedaan voor de komende dagen. Overnacht op de camping van Nancy Lake SP. Nog heerlijk buiten kunnen zitten, beschermd tegen de (weinige, maar lastige) muggen door de gaastent die we eerder in Canada gekocht hebben.
Donderdag 15 augustus 365 km Over de Parks Higway verder naar het noorden. Het eerste stuk is er helaas weinig uitzicht doordat er weinig reliëf in het landschap zit en de weg omzoomd wordt door voornamelijk dicht loofhout. We maken het uitstapje naar Talkeetna, het centrum voor activiteiten naar Denali NP. Het is een klein, rommelig en tegenvallend toeristisch dorpje. Het tweede deel over de Parks Highway is interessanter. Mooie uitzichten en deels door toendra-landschap. We zien vlak naast de weg een elandkoe grazen. In Denali NP nemen we de door ons besproken plekken in op Savage Campground. We hebben twee plekken naast elkaar. Door het mooie weer kunnen we nog tot laat buiten zitten.
Vrijdag 16 augustus 0 km Om kwart over acht worden we door de Shuttle Bus opgepikt bij de bushalte van de camping. We maken vandaag een werkelijk schitterende tour door het park. Het weer is perfect, in de ochtend wat fris en nog wat hoge bewolking boven de bergen, in de middag langzaam wegtrekkende bewolking. In ieder geval is het de hele dag door erg zonnig. Hierdoor kunnen we vandaag een aantal keren de top van de Mt. McKinley (6193m) zien, maar geen enkele keer zien we de berg helemaal. Mt. McKinley torent met z'n vele lange gletsjers zo'n 5000 meter boven het omringende landschap uit, erg indrukwekkend. Onderweg zien we acht grizzlyberen (twee keer een berin met twee jongen), veel elanden, caribou en Dall Sheep. Verder genieten we van de weidse uitzichten, vooral rond Polychrome Pass. Bij Kantishna keert de bus en rijden we de route weer terug. Om kwart over zeven zijn we weer terug bij de camping. Hoewel we vooraf een beetje huiverig waren om met de bus te moeten, is het erg meegevallen. Bij wild werd lang genoeg gestopt totdat iedereen voldoende gekeken had en verder werd op mooie uitzichtpunten een korte of langere stop gemaakt.
Zaterdag 17 augustus 0 km Hetzelfde weer. Nadat de kinderen lekker hebben uitgeslapen, een mooie, niet al te lange wandeling gemaakt bij Savage River. In de middag nog geprobeerd een vis te vangen in de rivier naast de camping en verder lekker zitten te lezen.
Zondag 18 augustus 390 km Het is weer tijd om verder te gaan. Voordat we het park uit zijn zien we nog twee elanden. We maken gebruik van het dumpstation omdat we weer een aantal dagen gebruik zullen maken van kleine State Park campings zonder enige voorziening. In Fairbanks doen we boodschappen en winkelen de kinderen nog even. Daarna rijden we de Richardson Highway richting Delta Junction. Even voor Delta Junction krijgen we een klapband, rechts achter. Deze band was al eerder geplakt, de velg was al vervangen en kennelijk is bij het plakken niet alleen de velg, maar ook de band beschadigd. Gelukkig kunnen we 'm zelf vervangen en is er om zo te zien niets aan de auto beschadigd. We overnachten op de camping van Delta SP.
Maandag 19 augustus 337 km De dag begint met somber weer, maar al gauw komt de zon. Vandaag 20 graden en een enkele bui en veel zon. We rijden bij Delta Junction het eind van de Alaska Higway op bij mile 1422. Daarna over een schitterende afwisselende route naar Tok (uitzichten, grote brede rivieren, toendra landschap). Onderweg elanden gezien. Bij Tok geprobeerd een nieuwe band te krijgen, maar ze hebben nergens
een geschikte. Per e-mail een reservering geplaatst bij Canadian Tire in Whitehorse waar we over twee dagen zullen zijn. We gokken erop om maar door te rijden, bestellen van de band duurt een aantal dagen. Even voorbij Tok nemen we de Tailor Highway. Een zeer rustige weg met prachtige vergezichten. We rijden voor een groot deel door en langs de resten van een grote bosbrand uit 2004 waarbij ongeveer 5000 vierkante kilometer in vlammen opging. Er groeit op de meeste plaatsen al weer loofhout. Bij Chicken (wat een prachtige naam voor een plaats) begint de onverharde weg. Chicken is een dorpje uit de tijd va de Goldrush en telt maar een paar huizen. 's Zomers wonen er 23 mensen, 's winters zeven. We overnachten op de camping van Walker Fork SP en kunnen heerlijk tot laat bij een houtvuurtje buiten zitten.
Dinsdag 20 augustus 316 km Bewolkt, maar tot eind van de middag droog, 20 graden. De gravel road weer opgepakt en al gauw zitten we op de Top of the World Highway . De weg klimt langzaam tot ca. 1100 meter en we hebben prachtige vergezichten over een leeg land. Het wegdeel in de USA is op sommige plaatsen dramatisch slecht wat waarschijnlijk veroorzaakt wordt door wegwerkzaamheden. In de middle of nowhere is de douanepost van Canada. Daarna wordt de weg wat beter, maar de mooie uitzichten blijven. Vlak voor Dawson City nemen we het veer over de Yukon River. Dawson City is het centrum van de Goldrush in 1897. Het is een gezellig stadje dat veel minder toeristisch is als Skagway, het beginpunt van de Goldrush. Mooie geveltjes en huizen waarin gewoond wordt en niet allemaal zijn omgebouwd tot souvenirswinkeltjes. Vanaf Dawson City is de weg (Klondike Loop) nog wat beter, hoewel er wel hele stukken gravelroad tussen zitten. Even voor Stewart Crossing op Moose Creek SP Campground overnacht. Weer een lekker vuurtje gestookt.
Woensdag 21 augustus 443 km Bewolkt en van tijd tot tijd wat buien en na Whitehorse blijft het droog. De weg is erg slecht met gaten en veel gravelstukken, maar de route is mooi. Plaatselijk is al te zien dat de herfst begint, enkele bomen en struiken kleuren. Even over drieën zijn we in Whitehorse. Helaas blijkt Canadian Tire geen band te kunnen leveren, dat duurt tenminste een week. Ze informeren voor ons bij de vestiging in Grande Prairie, maar ook daar is de band niet op voorraad. We zullen zelf proberen ergens op onze route nog een band te krijgen. Gezien de kwaliteit van de wegen is het niet echt verantwoord om zonder reserveband te rijden. We zien vaak auto's rijden met een extra reserveband op het dak. Verder doen we in Whitehorse nog boodschappen, servicen, tanken en doen een was.
Daarna rijden we naar de camping van Marsh Lake SP. We kunnen nog lekker bij een vuurtje buiten zitten.
Donderdag 22 augustus 617 km De Alaska Highway verder naar het zuiden. Het eerste deel naar de splitsing met de Cassiar Highway hebben we op de heenweg al eerder gereden. Het blijft erg mooi en zal niet gauw vervelen. In Watson Lake bekijken we het Signpost Forest, een park waar van over de hele wereld plaatsnamenbordjes en kentekenplaten zijn opgehangen. Bizar. Voorbij Watson Lake worden de bermen breder en grassiger. We zien veel bizons langs en op de weg staan. Twee zwarte beren (eentje steekt de weg over) kunnen we heel mooi in de berm observeren (de kinderen zien zelfs een derde). Tot slot steekt nog een vos over. We overnachten op de vrij volle maar rustige camping van Liard River Hot Springs.
Vrijdag 23 augustus 494 km Prima weer, veel zon en wat wolken. Eerst nemen we een bad in de hot springs. Omdat de lucht nog koud is, ligt er een mooie mistlaag over het water. We vervolgen naar het zuiden. Het landschap verandert weer, we rijden in de ochtend en een deel van de middag door de noordelijke uitlopers van de Rocky Mountains. Prachtige uitzichten op grillige bergen, puinhellingen, rivieren en bossen. Net in het bos, vlak naast de weg zien we een grizzlybeer die een doodgereden mule deer wegsleept en opeet. Met een neus onder het bloed worden de ribben gekraakt en het vel weggescheurd. Een smakelijk hapje. Voorbij Fort Nelson is het weer minder bergachtig. We overnachten op de camping van Buckinghorse River SP. De camping is vol met caravans en trailers van wegwerkers en we zetten de auto's op een niet-officiële plek, net als een aantal andere reizigers.
Zaterdag 24 augustus 409 km Vandaag het laatste stukje van de Alaska Highway. Via Fort St. John rijden we naar Dawson Creek. Hier staat mijlpaal 0, midden in het centrum van het stadje. Het landschap is onderweg aardig veranderd. Het eerste deel gaat nog door bossen, maar vanaf even voor Fort St. John komt er veeteelt en later ook akkerbouw. We komen duidelijk weer in de meer bewoonde wereld. We overnachten op de camping van Saskatoon Lake PP, gelegen aan een mooi meer. Daarom is het er, zeker nu op zaterdagavond, druk. We nemen samen het laatste vrije plekje in. Vandaag prima weer geweest.
Zondag 25 augustus. 410 km Via Grande Prairie over de Bighorn Highway naar het zuiden. Het is een mooie en afwisselende route, niet druk. Onderweg zien we vlak voor ons een eland oversteken. Prima weer, de temperatuur loopt aan het eind van de middag op tot even boven de 20 graden en er is veel zon. Bij Pocahontas komen we in Jasper NP. We overnachten op de camping van Pocahontas, er zijn weinig plekken bezet.
Maandag 26 augustus 223 km Bewolkt en als we net op weg zijn begint het te regenen. Later op de ochtend gaat de regen over in korte buien gedurende de rest van de dag. We rijden de hoofdweg door het park tot aan Jasper, een gezellig stadje. Daarna nemen we de Icefields Parkway en maken we een uitstapje naar de Cavell Glacier. Deze gletsjer mondt nog voor een deel uit in het meer waarin dan ook ijsbergjes drijven. De bergen erom heen zitten helaas voor een groot deel in de wolken. Later op de middag trekken de wolken voor het grootste deel op. De Icefields Parkway biedt dan schitterende uitzichten op de omgeving: bergen, gletsjers, rivieren, meren, bossen en moerassen. De watervallen in de Athabasca River zijn mooi, zeker doordat de uitslijpingen in de rotsen zo mooi te zien zijn. Onderweg een aantal Moutain Goats gezien, vlak langs de weg. Nadat we een plekje hebben veiliggesteld op de camping van Wilcox Creek, lopen we nog naar de Athabasca Glacier. Schitterend is hier te zien hoe het ijs de rotsen gepolijst heeft.
Dinsdag 27 augustus 201 km Vandaag nagenoeg droog, veel zon en mooie wolkenluchten en de regen die valt, valt vaak in de verte. Tegen de 20 graden. We pakken de Icefields Parkway weer op en volgen deze naar het zuiden. Het is werkelijk een schitterende route met imponerende uitzichten en we stoppen dan ook zeer frequent. We parkeren de auto's bij Lake Louise. Het is erg druk en pas met veel moeite vinden we twee parkeerplekken. We lopen langs het meer met als achtergrond de steile bergen met gletsjers. Na bijna 10 kilometer zijn we weer terug. De camping van Lake Louise is vrijwel vol, maar gelukkig kunnen we nog twee plekken aangrenzend aan elkaar krijgen. Daarna rijden we nog een stukje richting Banff. Mooie uitzichten op de bergen. Vandaag een e-mailtje gekregen van Canadia Tire dat de banden bij de vestiging in Vancouver op ons liggen te wachten.
Woensdag 28 augustus 519 km Het is prachtig weer en we besluiten om nog even naar Lake Louise te rijden om deze helemaal in de zon te zien liggen. Nu niet alleen de zon schijnt maar ook de achterliggende bergen helemaal uit de wolken zijn, is het een geweldig aanblik. Daarna rijden we het park uit naar het westen en komen in het aangrenzende Yoho NP. We bezoeken de Natural Bridge (een natuurlijk stenen brug over de Kicking Horse River). Helaas hebben de parken (Yoho, Glacier en Revelstoke) waar we vandaag doorheen rijden maar één weg waardoor deze druk is en stoppen nauwelijks tot de opties behoort. We maken twee keer een korte wandeling in een regenwoud (in Glacier en in Revelstoke) zodat de kinderen ook daarvan een indruk krijgen. We hebben schitterend zicht op de gletsjers van Glacier NP. Bij Kamloops verandert het landschap: het wordt er kaler en droger. Ook klimt de temperatuur tot ruim boven de 25 graden en is de wind warm. We overnachten aan en met uitzicht op het Kamloops Lake in het Stealhead SP.
Donderdag 29 augustus 312 km Vannacht behoorlijk last gehad van toeterende treinen. Goederentreinen hebben een lengte van tenminste een kilometer en rijden niet veel harder dan een fietser. Het is bewolkt, maar wel bijna 20 graden. We rijden naar Cache Creek waar we servicen. Daarna rijden we de Sea to Sky Highway op, een weg die we al eerder vanaf de andere kant hebben gereden. Het blijft mooi, ook al zien we de toppen van de witte bergen dit keer niet door de laaghangende bewolking. In Whistler wordt nog wat gewinkeld en daarna gaan we naar de enkele dagen gelden besproken camping van Alice Lake SP, een paar kilometer voor Squamish.
Vrijdag 30 augustus 304 km Na een nacht vol regen en een gigantische onweersbui, vroeg opgestaan en om zeven uur op weg naar Vancouver. Bij Canadian Tire de bestelde banden (achter) laten monteren. We rijden nu weer wat relaxter. Daarna met de kinderen naar het centrum van de stad en een stadswandeling gemaakt, langs de haven (mooi uitzicht over de baai) en naar Stanley Park. We hebben hier en daar mooi uitzicht op de skyline van de stad (veel wolkenkrabbers). Verder is de stad niet echt bijzonder of spectaculair. Aan het eind van de middag rijden we naar de USA. Bij de grens worden we uitgebreid gecontroleerd op meegenomen groente. Zoals gewoonlijk hebben e.e.a. in de koelkast liggen. Een paar tomaten en paprika worden in beslag genomen. Na een oponthoud van bijna drie kwartier kunnen we verder. In Everett hebben we nog net twee plekken om te overnachten op een ongezellig RV-park. Voordeel is dat deze pal naast het inlevercentrum van Cruise America ligt.
Zaterdag 31 augustus 428 km Om negen uur de camper van de meiden ingeleverd. Onderweg naar Vancouver nog even een Outlet Store aangedaan. Daarna naar de grens. Het zit niet mee, het is druk en voordat we aan de beurt zijn duurt het vijf kwartier. Gelukkig ondervinden we verder geen moeilijkheden en als we verder kunnen rijden moeten de kinderen eigenlijk al op het vliegveld zijn. Gelukkig verder weinig oponthoud en twee uur voor het vertrek van het vliegtuig zijn we bij het vliegveld. Later horen we van de kinderen dat bij het inchecken het erg druk was maar dat ze gelukkig voor mochten gaan zodat ze 10 minuten voor tijd bij de gate waren.
Wij rijden inmiddels via Vancouver naar het oosten en overnachten in Manning SP, op een kleine camping waar we de laatst beschikbare plek hebben. Onderweg schitterende uitzichten op de Cascades met als blikvanger Mt. Baker. Vandaag prachtig weer, zon, geen wolken en 25 graden.
Zondag 1 september 437 km Na een koude nacht helder weer. Wolkenloos, de hele dag. We rijden verder naar het oosten over de Crownest Highway. Een erg afwisselende route. Het is voornamelijk een berglandschap, eerst met bossen en kloven, dan met prairies, vervolgens erg droog land en dan weer een gebied waar veel fruit en wijn wordt geteeld. Het laatste deel gaat weer door vnl. bosbouwgebied. Omdat er hier weinig PP-campings zijn, overnachten we op een RV-park in Castelgar waar we een mooi uitzicht hebben over de Kootenay River. We kunnen hier ook voor de laatste(?) keer een paar wassen draaien.
Maandag 2 september 484 km Gedurende de dag loopt de temperatuur weer op tot bijna 30 graden, er is niet veel zon en er valt een enkele spetter. We rijden de Crownest Highway verder naar het oosten. Deze weg slingert ten noorden van de grens met de USA door afwisselend landschap, waar vooral bosbouw bedreven wordt. Ten zuiden van Fernie gaan we zonder problemen de grens over. Langs de weg tussen de grens en Whitefish zijn tientallen kruisjes opgericht voor verongelukte mensen. Het zijn er zoveel, dat het er gemiddeld bijna één per mijl is! Qua rijgedrag verbaast ons dat niet erg. Er wordt overal veel harder gereden dan toegestaan en op onoverzichtelijke plekken ingehaald. Er vallen in de USA niet voor niets ca. 32.000 doden per jaar in het verkeer. Dat is per inwoner zo'n 4x het aantal in Nederland. We overnachten op de camping Apgar in Glacier NP.
Dinsdag 3 september 0 km Het is bewolkt, er valt af en toe een druppel en het wordt 17 graden. We lopen vanaf de camping naar het Visitors Centrum en vandaar maken we een wandeling langs het Lake McDonald. Het pad is moeilijk te vinden, maar uiteindelijk lopen we door een bos dat ca. 15 jaar geleden verbrand is en waarvan de verjonging tussen de verbrande staken alweer een nieuw bos aan het vormen is. We kijken vaak uit over het rimpelloze meer. Het tweede deel van de middag doorgebracht met lezen. In het begin van de avond verdwijnt de bewolking.
Woensdag 4 september 154 km Hoewel er in de vroege ochtend nog wat lage bewolking is, wordt het een prachtige dag. Zon en dik 30 graden. We rijden de Going-to-the-Sun Road, een route die we gezien de afmetingen van onze auto eigenlijk (net) niet mogen rijden. Onze ervaring is dat ze meestal wel erg benauwd zijn en alles al gauw "Narrow Winding" noemen, en ook dit keer blijkt dat het geval. We kunnen de route probleemloos rijden, maar zijn wel vrijwel de enigen in een camper. Onderweg de meest mooie vergezichten op de omgeving, bossen, steile rotswanden en hier en daar wat sneeuwveldjes. Bloeiende planten zijn er niet veel meer en je voelt de herfst naderen. We stoppen zeer regelmatig om ervan te genieten. Bij de Logan Pass kunnen we door de drukte maar net een parkeerplekje vinden waarna we de mooie wandeling naar Hidden Lake maken. De afdaling naar het westen van het park wordt vaak gehinderd door wegwerkzaamheden. We leggen een plekje vast op een van de weinige campings die na Laborday (2 september) nog open is en rijden daarna nog naar Many Glacier. Onderweg zien we nog een grizzlybeer. Op de camping schijnt het van de grizzly's te wemelen, overal ligt poep met bessen en de Rangers lopen veel rond om te inspecteren of er geen eten onbewaakt buiten blijft liggen. Vandaag weer veel belangstelling gehad voor onze auto en onze reis.
Donderdag 5 september 442 km Tijd om weer verder te gaan. Al gauw hebben we uitzicht op Glacier NP aan de rechterkant en op uitgestrekte prairies aan de linkerkant. Mooi is te zien dat de bergen plotseling uit de vlakte oprijzen. Als we de bergen achter ons laten is de weg naar Great Falls wat eentonig. Voorbij Great Falls zijn er in de verte weer wat bergen te zien en is het uitzicht dus weer wat interessanter. Afwisselend zijn er grasvlakten waarop zwarte vleeskoeien worden gehouden, dan weer zijn er enorme akkers met graan (gerst en rogge). Veel is al binnengehaald. We overnachten op een van de weinige
mogelijkheden in deze buurt, een commerciële camping in Lewistown. Prachtig weer geweest, dik 30 graden, maar aan het eind van de middag valt er een forse bui met even veel wind.
Vrijdag 6 september 512 km Verder naar het oosten. In tegenstelling tot de route tussen Great Falls en Lewistown, is de route van vandaag afwisselend en dus veel leuker. Het eerste deel gaat door de Judith Mountains, bebost en beweid. Mooie uitzichten. Daarna een heel eind door glooiend leeg land waardoor je mooi ver kan kijken. Er wordt vooral aan veeteelt gedaan, met de bijbehorende hooibouw. Het vee loopt op de eindeloze prairies. Tussendoor is er plaats voor grootschalige graanverbouw. In de buurt van Glandive komen we af en toe in de Badlands, zachte woestijnachtige erosieformaties van onbruikbaar land. We overnachten op camping Cottonwood in het Theodore Roosevelt NP, aan de Little Missouri River. Vandaag ruim 35 graden en veel zon.
Zaterdag 7 september 91 km Vandaag blijven we in het NP. We rijden de Scenic Loop waar we af en toe kleine trails lopen en genieten van de mooie uitzichten. Het Theodore Roosevelt NP maakt onderdeel uit van de Badlands en wordt omringt door uitgestrekte prairies. Er zijn een aantal zwartstaartprairiehondenkolonies en het is aandoenlijk de kleine beestjes bezig te zien met drukzijn. Verder lopen er een aantal kuddes met bizons (met kalveren) en een aantal kuddes wilde paarden (met veulens). Het gesteente van de Badlands is opgebouwd uit veel verschillende lagen en daar waar het geërodeerd is, is dat mooi te zien. Een van de lagen bestaat uit bruinkool die, als het aan de oppervlakte komt, soms bij prairiebranden in brand komt. Zo'n ondergrondse brand kan jaren voortduren en de grond wordt dan zo warm, dat rode kleilagen uitharden tot terracotta. We kunnen dit op enkele plaatsen mooi zien. We overnachten weer op dezelfde camping. Vandaag bewolkt, 25 graden en in de namiddag enkele onweersbuien.
Zondag 8 september 578 km Vannacht veel onweer en regen gehad, maar als we opkomen is het droog. We rijden verder naar het oosten, vandaag nagenoeg alleen maar over de snelweg en je kan daardoor goed opschieten. Het land is niet erg boeiend, het is heuvelachtig, er is veeteelt en akkerbouw en rond Dickinson wordt veel olie opgepompt met ja-knikkers. In de omgeving van Moorhead komt er ook veel sojateelt bij. We overnachten op de camping van Buffalo River SP, even voorbij Moorhead, waar er slechts drie anderen staan. Vandaag vrij bewolkt geweest, temperatuur ca. 25 graden.
Maandag 9 september 568 km Vannacht veel regen en onweer. Verder naar het oosten. Het eerste stuk nog steeds een weinig boeiende route. Vanaf Baxter is het landschap weer wat interessanter, heuvelachtig, bossen, meren en moerassen. In de ochtend wat miezerig, zonder dat het echt regent. Bij Duluth, gelegen aan Lake Superior, is het erg mistig, nog geen 100 m zicht. We zien het meer dan ook nauwelijks, maar bij Ashland kunnen we het, wazig, wel zien. We overnachten op de gemeentelijke camping van Ironwood, ook deze camping is vrijwel leeg. Prima temperatuur, tot 27 graden en nog een tijd kunnen buiten zitten. Het is echter al vroeg donker, je merkt aan alles dat de herfst in aantocht is.
Dinsdag 10 september 561 km We moeten toch weer de afstand naar het oosten overbruggen, daarom ook vandaag weer een lange etappe. We rijden verder ten zuiden van Lake Superior, gaan al snel de tijdgrens over waardoor er nu weer 6 uur tijdsverschil is met NL, en even voorbij Marquette krijgen we het meer volop te zien. Lake Superior is het meest westelijke van de vijf grote Noord-Amerikaanse meren. Het landschap bestaat uit bos (bosbouw), meren en moerasjes en doet daarom erg Fins aan. We zien hier en daar ook een Finse vlag wapperen en enkele namen van plaatsen en wegen zijn duidelijk van Finse herkomst. Daarna zakken we naar het zuiden af en bereiken de kust van Lake Michigan. De weg volgt voor een deel de noord-kust en gaat hier en daar door een duinlandschap. Met de brug over de Mackinacstraat tussen Lake Michigan en Lake Huron, bereiken we het zuidelijke schiereiland. We overnachten aan het Burt Lake op een camping met zicht op het meer. In de ochtend nog wat buien, later zon en warm, ruim 30 graden.
Woensdag 11 september 633 km Hoewel het een erg onstuimige nacht is door elkaar opvolgende onweersbuien met erg veel regen, koelt het weer niet verder af dan tot een graad of negentien. We pikken de snelweg weer op naar het zuiden. In het eerste deel is veel bosbouw, voornamelijk met loofhout. Daarna weer overwegend akkerbouw. Bij Flint, ten noorden van Detroit gaan we naar het oosten en komen we weer in Canada. Geen lastige grenspassage dit keer. Hoewel het verder prachtig weer is geweest, zonnig en bijna 35 graden, krijgen we bij London weer te maken met een gigantische regenbui. Geen hand voor de ogen te zien en kruipend over de snelweg. Op de camping van Brant Park bij Brantford overnachten we op een vrijwel lege camping. Het blijft de hele avond rommelen.
Donderdag 12 september 163 km Na weer een nacht vol regen, is het in de ochtend droog. We rijden via de snelweg verder naar Niagara en bekijken daar de indrukwekkende watervallen die in de Niagara River liggen tussen het Erie-meer en het Ontario-meer. Het is prachtig het water in een enorme stroom naar beneden te zien en horen vallen. Een deel verstuift waardoor het net lijkt alsof het motregent. Daarna rijden we weer naar de Amerikaanse kant, maar dat doen we niet over de Rainbow Bridge, maar een paar mijl ten noorden daarvan omdat er een enorme file staat. Ook bij deze grensovergang is het behoorlijk druk, maar geeft geen problemen. We overnachten op de camping van Four Mile Creek SP, gelegen aan het Ontario-meer. We zien in de verte Ontario liggen, op een afstand van hemelsbreed 60 km.
Vrijdag 13 september 410 km Omdat we vandaag ruim voldoende tijd hebben, rijden we zoveel als mogelijk over de wat kleinere wegen. We beginnen met de weg langs de zuid-oever van het Ontario-meer. De streek is welvarend en er wordt veel fruit en wijndruiven geteeld. Als we wat verder naar het zuiden gaan tussen Albion en Batavia, zien we Amish. Omdat er daar overal langs de weg paardenpoep lag, konden we ze al verwachten. We zien een paardenkoets met daarin een stel mannen en jongens met hoeden op. Terug in de tijd! De Amish behoren tot het mennonitische geloofsgenootschap dat in de eerste helft van de 18de eeuw vanuit Europa naar Noord-Amerika trok. Ze leven zeer eenvoudig in agrarische gemeenschappen zoals dat ook al in de eerste helft van de 19de eeuw gebeurde en plaatsen zich bewust buiten de moderne wereld. Pennsylvania is een groene glooiende streek. Veel, niet al te grootschalige akkerbouw en loofbossen, doorsneden door riviertjes. We overnachten op een nagenoeg lege commerciële camping Sheshequin in de omgeving van Trout Run.
Zaterdag 14 september 436 km Rustig aan gedaan en vandaag zoveel als mogelijk via kleine binnenweggetjes naar het zuiden. Het landschap is glooiend, bossig en veel kleinschalige landbouw en veeteelt. We rijden echt weer door Amish-land. Af en toe zie je boerderijen met grote wassen aan de lijn hangen, koetsjes rijden en Amish-boeren op het land. Alles handwerk en met paard- en wagen. Bij Shaefferstown (duidelijk is de Duits-talige herkomst) bezoeken we een oude-ambachtenmarkt. Vanaf York met de snelweg naar Baltimore (de cirkel is dan rond) en vandaar naar Washington. We overnachten op de camping van Greenbelt NP. In de middag komt steeds meer zon en loopt de temperatuur uiteindelijk nog op tot ruim 20 graden.
Zondag 15 september 247 km Prachtig weer. We rijden naar Manassas waar we bij de Walmart een van onze gasflessen willen teruggeven. Zoals eerder onderweg al bij een paar tankstations gebleken was, willen ze de fles niet terugnemen. De lege fles zullen we dan maar mee naar Nederland nemen, komt mogelijk bij een volgende keer weer van pas en de deels nog volle tank zullen we de laatste dag maar weggeven. We verbazen ons erover dat hiervoor dus geen statiegeldregeling bestaat. Daarna gaan we naar Shenandoah NP, tevens het eerste park van onze reis. Nu zitten alle bomen vol in het blad. We zien een berin met twee welpen die tussen de struiken vlak naast de weg een
wespennest uithalen en daarbij veelvuldig gestoken worden. Je hoort het gegrom. Verderop steekt nog een beer de weg over. Het uitzicht is overal nog steeds geweldig. We overnachten op de camping van Big Meadows, die nu wel open is en genieten nog heerlijk van de zon.
Maandag 16 september 0 km Mist! Je ziet bijna geen hand voor ogen. We besluiten vandaag niet te gaan wandelen en vast dingen voor de thuisreis in orde te maken zodat we woensdag andere dingen kunnen doen. We zoeken de kleding uit die we op de terugreis nodig zullen hebben en ook die we direct thuis nodig hebben. We hebben immers bijna alles meegenomen en zitten thuis anders zonder. Omdat we alleen handbagage mee kunnen nemen op de vlucht van Washington naar New York, is het wel passen en meten. Daarna ontdoen we de voorkant van de auto van het aangekoekte stof, de modder en de vele insecten. In de middag lopen we naar het bezoekerscentrum, maar het blijft de hele dag mistig.
Dinsdag 17 september 258 km Alweer mist, hoewel voor vandaag zon was voorspeld. We besluiten nog even aan te zien hoe het zich ontwikkelt en maken de rest van de auto aan de buitenkant schoon. Als na de koffie de mist nog niet verminderd is, rijden we het park uit. Daarbuiten begint al gauw de zon volop te schijnen en is het wolkenloos. We rijden naar het oosten, richting de kust. Het is een rijk gebied, zo te zien aan de vele mooie grote huizen die hier staan. Het landschap is heuvelachtig, bebost en met niet al te grootschalige landbouw. Het lijkt een beetje op Frankrijk. Aan de plaatsnamen af te lezen zou dat ook wel kunnen: Montpellier, Gordonsville, Charlottesville, Louisa en vele andere Frans-geschreven namen. We overnachten op de camping van Westmoreland SP, gelegen aan de monding van de Potomac River.
Woensdag 18 september 224 km Vandaag de laatste reisdag. We rijden verder richting Washington en doen voor Martine nog inkopen in een Levi's-outlet. Begin van de middag zijn we op de camping van Patapsco Valley SP. Dit is de camping die het dichtst bij de luchthaven Baltimore-Washington ligt . Dan kunnen we morgen snel de huurauto ophalen en kunnen daarna om negen uur bij Pride zijn om de camper in te leveren. We maken de laatste dingen voor transport in orde.
Donderdag 19 september 60 km Al om ever oven zessen opgestaan en de laatste dingen in de auto ingepakt, de wc geleegd en het afvalwater laten weglopen. De half-lege gasfles aan de Camphost gegeven, die er blij mee was. Om zeven uur weggereden en om acht uur de huurauto opgehaald bij het vliegveld. Daarna naar Pride International (om negen uur precies aangekomen) waar de papieren voor de haven werden opgesteld. Tegen half tien kwam de escort die we telefonisch geregeld hadden zich melden. Daarna ben ik naar de haven gegaan en is Teuni bij de huurauto op de parkeerplaats bij Pride gebleven. In de haven de nodige bureaucratie: eerst naar het kantoor van de escort om meer formulieren in te vullen, daarna door de controle van de haven, een fysieke douanecontrole waarbij met een spiegel onder de auto werd gekeken en ook de motorkap geopend moest worden, vervolgens stempels halen bij de douane voor export van de auto, en daarna bij het havenbedrijf de papieren voor verscheping in orde maken. Dit laatste duurde meer dan anderhalfuur en daarna kon de auto geparkeerd worden en werd ik teruggebracht naar het kantoor van de escort waar Teuni me kon oppikken. Bij Pride moesten we $225 betalen, voor de escort $100. Vervolgens zijn we naar ons hotel in Washington gereden, de spullen neergezet en lopend naar Arlington Cementry gegaan. De route liep vlak langs het streng beveiligde Pentagon. Arlington is indrukwekkend door de grootte en natuurlijk door de graven van John en Jacky Kennedy. 's Avonds in de buurt van het hotel een pizza gegeten.
Vrijdag 20 september De auto geparkeerd op de parkeerplaats van Arlington. Kost $12,75 voor de hele dag. Vandaar via de Memorial Bridge naar de Mall. Langs de Mall, een langgestrekt rechthoekig park, liggen diverse Memorials (gedenktekens). We hebben een bezoek gebracht aan het Lincoln Memorial, een tempel met dorische zuilen waarin het standbeeld van Lincoln gezeten op een stoel en het Vietnam Memorial met plaketten met de namen van de ruim 58.000 in Vietnam gesneuvelde militairen.
Opvallend mooi is de bijbehorende beeldengroep van drie soldaten. Vervolgens bezochten we het National World War II Memorial. Hierin zijn 4000 gouden sterren verwerkt die de 400.000 Amerikaanse doden moeten herinneren. De plaketten die oorlogstaferelen uitbeelden zijn erg mooi gemaakt. Het Washington Memorial, een grote zuil, staat in de steigers en wordt gerestaureerd n.a.v. de schade van de aardbeving in 2011. Vervolgens bekeken we van de voor- en achterzijde het zwaar bewaakte Witte Huis. Het deel van de Mall tussen het Washington Memorial en het Capitool wordt aan beide zijden geflankeerd door grote musea. Op Capitol Hill staat ondermeer het Capitool waar de Amerikaanse regering en parlement gehuisvest is. Tot slot bezochten we het Martin Luther King Memorial, vanwaar ook uitzicht op het Jefferson Memorial, en het Korea Memorial. Bij dit laatste is een patrouille van Amerikaanse soldaten in de jungle uitgebeeld. Zeer treffend! ' s avonds bij een Mexicaan gegeten.
Zaterdag 21september We rijden naar het vliegveld in Baltimore en leveren de huurauto weer in. We vliegen met een American Eagle, een rank toestel voor max. 50 passagiers naar New York en gaan met de metro naar ons hotel. Het hotel ligt op 43Street, om de hoek van Times Square. 's Avonds bekijken we de enorme lichtreclames rond het plein. Het hotel is zeer basaal, er staat een bed, TV (overbodige luxe) er is een toilet en douche en er hangt één lamp. Het is wel schoon, maar erg oud en ouderwets. We hadden voor de prijs eigenlijk ook niet meer kunnen verwachten. De ligging zo vlak bij Times Square is natuurlijk schitterend.
Zondag 22 september Ondanks het lawaai van onze en van andere airco’s in de buurt, goed geslapen. We kopen een kaartje voor de bus dat twee dagen geldig is en voor alle rode tourbussen gebruikt kan worden. We starten met de Down Town Loop en komen langs veel leuke wijken (als Soho, TriBeCa en Greenwich Village) en bezienswaardigheden (Empire State Building, Macys). Bij Ground Zero stappen we uit en bezoeken het monument ter nagedachtenis van 11 september 2001. Daarna met een veerboot naar Liberty Island waarop het Vrijheidsbeeld staat. Onderweg een schitterend terugblik op de Skyline van Manhattan, zeker omdat ook de zon er nog eens volop schijnt. Daarna verder met de bus langs ondermeer China Town, het VN-gebouw, het Rockefeller- gebouw en Central Park. We lopen het laatste stuk terug naar het hotel.
Maandag 23 september We nemen weer de bus en stappen bij Greenwich Village uit. Dit is een wijk met wat lagere bebouwing en met veel groen. Daarna naar Soho (South Houston). Via China Town naar de Manhattan Bridge. Je hebt achter je een geweldig uitzicht over de skyline van de stad en op Brooklyn Bridge. Deze laatste brug lopen we weer terug naar Manhattan. Omdat het prachtig weer is, besluiten we niet met de bus terug te gaan, maar via Broadway en Fifth Avenue naar het hotel terug te lopen. 's Avonds maken we nog een rondrit met de bus. Dit voegt weer een nieuwe dimensie toe met al die verlichting. Vanaf Brooklyn Bridge een fabelachtig uitzicht over het verlichte Financial District.
Dinsdag 24 en woensdag 25 september Vandaag vliegen we weer naar Nederland terug. Onze vlucht gaat pas laat op de avond en we hebben dus nog volop de tijd om wat dingen te bekijken. We kopen een kaartje voor het Observation Deck van het Rockefeller Center en mogen ons pas over een uur aansluiten in de rij om naar binnen te kunnen. In dat uur lopen we naar het Central Park en maken daar een wandelingetje. Als we vervolgens aansluiten in de rij duurt het nog bijna een uur voor we daadwerkelijk naar boven kunnen. De beveiligings- en liftcapaciteit is niet berekend op veel publiek. In 30 seconden zoef ze naar de 67 verdieping waar een werkelijk fenomenaal uitzicht over de stad wacht. Omdat het prachtig weer is en erg helder kunnen we tot ver voorbij het Vrijheidsbeeld kijken en naar het noorden en westen kijk je bijna de stad uit. Tot slot lopen we nog naar het Grand Central Terminal (station in Jugendstil), de Centrale Bibliotheek (mooie zalen met boekenwanden en prachtige plafonds) en Macys (het grootste warenhuis ter wereld. Daarna met de metro naar het vliegveld. We vertrekken tegen elven en na een mooie en rustige vlucht met weinig slaap, landen we om twaalf uur op Schiphol. Tot onze grote verassing stonden de meiden op ons te wachten. Over enkele weken kunnen we de auto weer ophalen in Antwerpen.
30 september We krijgen bericht van Seabridge dat de auto op 11 oktober aankomt in Antwerpen en op 15 oktober weer door ons kan worden opgehaald. We moeten voor het terugtransport € 1.949,50 betalen, voor de brandstoftoeslag (nu nog maar 20%), € 389,90 en voor de havengelden € 245,=. De kosten voor de transportverzekering bedragen nu € 513,=. Op www.marinetraffic.com volgen we de tocht van de boot.
11 oktober We maken een afspraak met Herfurth Logistic om de auto op te halen in Antwerpen. 15 oktober 154 km Om 12:00 uur zijn we bij de firma Herfurth Logistic in Antwerpen. Hier worden een aantal administratieve handelingen uitgevoerd en om even na 12:30 vertrekken we onder begeleiding van een medewerker naar de haven. Daar wordt eerst de douane aangedaan. Ook hier alles alleen administratief. Vervolgens gaan we naar de kade waar de auto op ons staat te wachten. Nadat de Herfurth-medewerker de formulieren heeft overlegd, kunnen we de auto meenemen. Het is dan 13:30. De auto wordt prima aangetroffen en er zijn gelukkig geen beschadigingen.
Enkele statistieken: Totale kosten transport auto, incl. verzekeringen, havengelden en haven-escort: Gereden in de USA en Canada Totaal gereden (incl. Antwerpen v.v.) Brandstofverbruik was gemiddeld Gemiddelde campingprijs was 33 beren:
€ 9286,= 40.500 km 40.825 km 1:10,5 liter € 15,30
10 grizzly’s met 6 jongen 15 zwarte met 2 jongen
Geraadpleegde (en meegenomen) kaarten, boeken en gidsen: -
Michelin - Road Atlas North America (2012) The Milepost - Mile-By-Mile Highway Logs (2012) Natuurreisgidsen Verenigde Staten - Cantecleer (1993) Guide to the National Parks of the United States - National Geographic (2006) Guide to the State Parks of the United States National Geographic (2004) Southern Rockies, Guide to America’s Outdoors - National Geographic (2001) Pacific Northwest, Guide to America’s Outdoors - National Geographic (2000) Traveler Miami & The Keys (1999) Traveler Canada - National Geographic (2006) Traveler Alaska - National Geographic (2006) Canada West - Nelles Guide (2010) USA Oost - Nelles Guide (2011) New York - Capitool Compact (2009) Washington, DC - Capitool Reisgidsen (2010) Field Guide to the Birds of North America - National Geographic (2006) Field Guide to the Trees of North America - National Geographic (2006) Wildflowers of North America, a Guide to Field Identification (1984)
In de Nationale Parken maakten we veelal gebruik van de kaarten van de National Park Service. Deze kaartjes ontvingen we meestal bij de ingang van het park maar zijn ook verkrijgbaar bij de bezoekerscentra. En daarnaast natuurlijk nog veel informatie via het Internet.