110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:22 Seite 1
VERKOOP VIERDAAGSE S IMONIS & B UUNK DONDERDAG 22 T/M ZONDAG 25 SEPTEMBER 2011 VAN 11-17 UUR
03
LEVE HET LEVEN
06
WAAR GEBEURD
11
KUNST IN DE PISTE
15
TACHTIGERS
16
DUO’S
Onweerstaanbaar! Onze vroege herfstparade. Heerlijke schilderijen en beelden. Kleur, licht, beweging, rust, sfeer, gevoel. Tegen prikkelende prijzen. Vier dagen kort. Kom, kijk, kies, koop en geniet!
17
KUNST AAN DE KUST 1
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:22 Seite 2
NIEUWSGIERIG?
Achter de schermen Hoe zit een schilderij in elkaar? Drager, spieraam, spietjes. Hoe restaureer je een werk? Op linnen of papier? Hoe gaat het met de lijst? En wat zie je bij blauw licht? Is een werk echt echt of toch vals? En hoe kom je dat aan de weet? Meestervervalsers, bestaan ze nog? En wie ontdekt ze dan? En hoe? Schilderijen hebben een prijs. Goed, maar waarom díe prijs? Waarde vertaalt zich in geld. Natuurlijk, maar hoe? En hoe leer je waarde te bepalen? En hoe stel je waarde zeker? En waar verdiep je kennis? Drie bijzondere avonden. Kijkjes in de keuken, met Frank Buunk als ***** kok. In het goede gezelschap van gastsprekers en in een heerlijke omgeving. Voor info en boeking: www.simonis-buunk.nl/ achterdeschermen
Wat u krijgt als u kijkt:
SIMONIS & BUUNK
• Smakelijke amuses via de website. Actuele informatie en doeltreffende vindfunctie. Onze uitgebreide collectie op 5 manieren te zien: kunstenaar, prijsklasse, onderwerp, trefwoord, stroming. Altijd met foto, beschrijving, biografie. José Jöersen Voorts vaste rubrieken: Het Palet van Ede, bijv. Alsook heldere bijdragen over restaureren en taxeren. • Een nieuwsbrief als er nieuws is. En u ons uw Christiaan Lucht e-mailadres doorgeeft. O.a. aankondigingen van presentaties.
Wat u ziet als u komt: Een keur aan kunst. Schilderijen vooral en aquarellen. In drie panden. De Salons van de Negentiende Eeuw, de Galerij van de Twintigste en het spannende Fischerhuis, met beeldentuin op de zon.
WIE WIJ ZIJN Teo van den Brink Joke Buunk
Mariëtte Simonis
Emilie Snellen
Frank Buunk
INHOUD 2
3 4/5 6
7 8/9 10
11
12/13 14 15
16 17
18
19 20
2
Nieuwsgierig? Wie wij zijn Verf, verf, verf Leve het leven! Prijsklasse tot 3 5.000,Waar gebeurd De keuze van Antoine Bodar 1 x daags Kunst in bloei Prijsklasse 3 5.000 – 10.000,Muziek in beeld Grimlach Kunst kopen Kunst in de piste Kunst kopen Aan het werk Prijsklasse 3 10.000 – 25.000,Licht als kleur Kunst te water De keuze van Richard Bionda Tachtigers Duo’s Kunst in de keuken Kunst aan de kust Kunst te boek Muziek in beeld Kunst kopen Kunst te water Jonge ogen Kunst-stof NL - Polderperspectief Riegens raadsel
• Parkeren in de buurt, gastvrij onthaal. • Breed zicht op de negentiende en de twintigste eeuw. Oog in oog. In drie bijzondere panden en een beeldentuin. • Jarenlange ervaring en expertise. • Net zoveel rust als u zelf wilt. • Toelichting en advies. Als u dat wilt. • Tijd – om overwogen te beslissen. • Gegarandeerde kwaliteit en echtheid. • Open prijsbeleid.
Wat u krijgt als u koopt:
Constance Moes Sjaan Simonis
Nina Wevers
Verkoop Vierdaagse: van donderdag 22 t/m zondag 25 september 2011 Open tijdens tentoonstelling van 11-17 uur Kijken: in deze krant en op www.simonis-buunk.nl Komen: naar Ede. Kijken: oog in oog. Kopen: kunst geeft kleur aan je leven.
J.P. Cassigneul (1935) Au balcon, doek 81 x 60 cm, gesign. en te dat. 1965 1 95.000,-
Wat u krijgt als u komt:
Gevoel, gevat in verf
• Een goed geconserveerd schilderij in een zorgvuldig gekozen lijst. • Garantie van echtheid, taxatierapport. • Thuisbezorging, als u dat op prijs stelt. • Advies over het ophangen. Als u wilt. • Ruilrecht gedurende een jaar. • Kunsthistorische documentatie. • Opname in ons mailingbestand. Wij sturen u dan al onze publicaties. • Elke dag kijkplezier. Nog heel lang.
VERF, VERF, VERF
De schilderijen van Simonis & Buunk zijn uitgevoerd in een breed scala aan materialen, waaronder olieverf, acryl, wasverf, aquarel, gouache en pastelkrijt. Wat is het verschil? We zetten ze nog eens op een rijtje: Verreweg het bekendst is olieverf, voor het eerst gebruikt in de 15e eeuw in de Zuidelijke Nederlanden. Olieverf wordt toegepast op doek en paneel en is een geliefd medium omdat de verf langzaam droogt zodat de kunstenaar kan bewerken en corrigeren. Dit is ook het nadeel: olieverf heeft soms wel een jaar nodig om te drogen en moet worden gevernist. Mede daarom werd in de jaren zestig van de 20e eeuw de acrylverf
ontwikkeld. Een sneldrogende verf die wordt toegepast op doek, paneel, karton en papier. Acrylverf kan worden verdund met water en is na het drogen watervast. De glans van de olieverf ontbreekt. De Amerikaanse abstract-expressionisten werkten er graag mee: ze konden snel doorwerken terwijl ze inspiratie hadden. Elke laag was vlug genoeg droog voor een volgende laag. De schilders van de Groninger Ploeg gebruikten voor hun kleurrijke expressionisme vanaf de jaren twintig van de 20e eeuw wasverf. Hiervoor lengden zij olieverf aan met wasbenzine en bijenwas. Zo kon de verf snel en in grote vlakken op het doek worden uitgesmeerd. Wasverf heeft een hoge kleurwaarde, een matte uitstraling en werd niet gevernist.
B.J. Blommers (1845-1914) Het nakijken van de vissersvloot, krijt en aquarel 34 x 25 cm, gesign. 1 16.500,-
W. Martens (1856-1927) Zittend naakt, pastel 68 x 84 cm, gesign. 1 4.800,-
J. Altink (1885-1971) Zaaier, tegenlicht, wasverf 55 x 64 cm, gesign. en dat. ’25 € 82.000,-
Aquarel- of waterverf wordt toegepast op papier. De naam aquarel geldt zowel voor de verf als de voorstelling. In de aquareltechniek is het wit meestal onbeschilderd
C. Balvers (1921-31) Stilleven met vis, acryl 100 x 80 cm, gesign. en dat. ‘81 2.500,-
papier. Het aquarelleren vereist een trefzekere hand omdat fouten nauwelijks hersteld kunnen worden. Van oudsher werd de aquarelverf gebruikt voor voorstudies voor olieverfschilderijen. Door de ontwikkeling van het aquarelpapier in de 18e eeuw werd het tot zelfstandige kunstvorm en in Engeland een rage. In Nederland bereikten de schilders van de Haagse School vanaf eind 19e eeuw met waterverf verfijnde atmosferische effecten. Aquarelverf is transparant, in tegenstelling tot gouache. Gouache is een dekkende waterverf die doorgaans toegepast wordt op papier. De naam geldt zowel voor de verf als de voorstelling. Gouache wordt ook wel plakkaatverf genoemd. Oorspronkelijk waren gouache en plakkaatverf verschillende technieken maar tegenwoordig vallen ze in betekenis samen.
Pastelkrijt of pastel is een krijtstift waarmee op schilderachtige wijze getekend wordt op papier. Daarom wordt de voorstelling doorgaans gezien als een schilderij, pastel genoemd. Het medium dateert uit de 15e eeuw en werd in de 18e eeuw populair voor portretten omdat het zich goed leent voor tedere (donzige) effecten. Rond 1870 werden pastels fabrieksmatig gemaakt. Dit leidde tot nieuwe populariteit. Constance Moes kunsthistorica Simonis & Buunk
J. Battermann (1909-1999) Binnenhuis, gouache 69 x 99 cm, gesign. 1 2.800,-
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:22 Seite 3
Savoir-vivre, waar komt dat toch vandaan? Genieten van heerlijk eten en drinken, naar mooie dingen kijken, naar prachtige muziek luisteren en oog voor charmante dames. Wat zijn dat voor liefhebberijen? Hoe ouder ik word, hoe meer ik mij realiseer dat mijn leven tot nu toe één feest is geweest. En natuurlijk met hier en daar een klein kuiltje in de levensweg, maar toch... Als leerling op het Vossius Gymnasium maakte ik voor het eerst kennis met de klassieken. De Perzen, de Grieken, de Romeinen... het smaakte naar meer. Op dezelfde school de eerste tekenlessen van de heer Van Dokkum, die mij een 9 op mijn eerste rapport gaf en mijn ouders adviseerde: ‘die jongen moet eigenlijk naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten.’ Helaas, slechts twee jaar Rijksacademie gevolgd. Maar toch, ik ontdekte de teken- en schilderkunst en kreeg les in ‘kijken en zien’ en hoe dat met houtskool of olieverf op papier of linnen te vertalen. Ik kreeg privéles in het atelier op zolder van de kunstschilder Wil van Dinther (destijds een vriend van Jan Sluijters). Het rook er heerlijk naar terpentijn, naar olieverf en ’s winters snorde de potkachel. Daar leerde ik stillevens en naar model tekenen met houtskool. Later in aquarel en olieverf. En nu, anno 2011, geniet ik bij wijze van spreken dubbel van het leven. Want er is alle tijd om leuke dingen te doen. Mijn 3 mooie vrouwen (echtgenote en 2 dochters) worden door mij verwend met lekkere hapjes: onder andere een heerlijk gekookt kreeftje zoals Alphonse van Beurden jr. zo treffend heeft geschilderd. Bij het zien van dit schilderij loopt het water mij in de mond. Maar daar hoort natuurlijk wel een hoogwaardige wijn van de chardonnaydruif bij: bijvoorbeeld een Puligny-Montrachet. Wacht, ik heb nog een paar flessen liggen in mijn EuroCave. Jazeker, ik ben ook een wijn- en culi-gek. P. Ribera (1867-1932) Onder de pergola, doek 81 x 60 cm, gesign. 1 14.000,-
E. Bachrach-Barée (1863-1943) Cafétuin aan een meer, paneel 50 x 63 cm, gesign. en dat. 1934 € 7.500,-
J.W. Sluiter (1873-1949) Rotten Row, Londen, pastel 49 x 63 cm, gesign. en dat. 1914 1 21.500,-
H. Berserik (1921-2002) Terras Scheveningen, 1954, doek 50 x 61 cm, gesign. en dat. ‘54 1 10.000,-
A. van Beurden jr. (1878-1962) Stilleven met kreeft, peren en citroenen, doek 52 x 67 cm, gesign. 1 3.000,-
J.J.M. Bogaerts (1878-1962) Stilleven met aardbeien op een aardewerken bord, doek 27 x 41 cm, gesign. en dat. 1929 1 10.500,-
G.J. Staller (1880-1956) In het park, Parijs, pastel 21 x 29 cm 1 3.000,-
LEVE HET LEVEN
En dan op de achtergrond een stukje kamermuziek van Schubert... ach, wat kun je jezelf toch verwennen. Mijn favorieten? Jan Sluijters, Kees van Dongen, Bonnard, Monet, Manet, maar ook Karel Appel en Picasso en vele anderen. Ja, ik ben een levensgenieter: carpe diem! Ron Jaspers levensgenieter!
S. van Gelderen (1905-1986) Stilleven met oesters, kruik en vis, doek 60 x 80 cm, gesign. 1 7.500,-
E. Brehmer (1822-1895) Lof van de pekelharing, paneel 56 x 45 cm 1 8.200,-
J.C.B. Sluijters (1881-1957) Staand naakt, krijt en aquarel 31 x 21 cm, gesign. 1 16.500,-
3
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:23 Seite 4
A. Knikker (1887-1962) Strandgezicht met schelpenvisser, doek 28 x 43 cm, gesign. 1 5.000,-
H. Ittmann (1914-1972) Figuren op het strand van Sitges, pastel 30 x 41 cm, gesign. 1 1.750,-
C.J. Laan (1902-1975) Liggend naakt, doek 51 x 77 cm, gesign. 1 5.000,-
A. Berkes (1874-1938) Marktplein in Boedapest, karton 16 x 22 cm, gesign. en dat. 1912 1 2.500,-
C.H.L. Middelkoop (1857-1931) Avondmarkt, doek 33 x 40 cm, gesign. en dat. ’23 1 3.900,-
H.H. Kamerlingh Onnes (1893-1985) Trampolinespringers op Terschelling, pen, inkt en aquarel 19 x 30 cm, gesign. en dat. ’71 1 4.800,-
J.S. Knikker sr. (1889-1957) Theetijd op kasteel De Wittenburg, Wassenaar, doek 31 x 40 cm, gesign. met pseud. ‘W. Markestein’ 1 2.800,-
S. Gilbert (1910-2007) Compositie, doek 16 x 23 cm 1 4.800,-
PRIJSKLASSE TOT 5 5.000,-
F. Möritz (1922-1994) Sint-Maartensavond, Düsseldorf, doek 31 x 24 cm, gesign. 1 4.200,-
H. van Leeuwen (1890-1972) Rozen in blauw vaasje, doek 29 x 24 cm, gesign. 1 2.600,-
E.J. Ligtelijn (1893-1975) Stilleven met eieren, beeld en vaasje, doek 50 x 60 cm, gesign. 1 2.900,-
W. Heimig (1881-1955) Lezend meisje met kaphoedje, paneel 30 x 30 cm, gesign. 1 3.400,-
G.J. Gerrits (1893-1965) Boerderij aan het water, gouache 29 x 37 cm, gesign. 1 3.300,-
G.J. Gerrits (1893-1965) De haven van Elburg, aquarel 38 x 31 cm, gesign. en te dat. ca. 1939 1 2.500,-
G.J. Schäperkötter (1914-2006) Compositie, doek 120 x 100 cm, gesign. en dat. 2000 1 2.200,-
J.C.B. Sluijters (1881-1957) Portret van de moeder van de kunstenaar, doek 60 x 50 cm 1 5.000,-
4
F. Duyk (Belgische School, biografie onb.) De dorstige hond, doek 50 x 40 cm, gesign. 1 4.500,-
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:23 Seite 5
A. Waldorp (1803-1866) Gezicht op een Hollands sluisje, aquarel 17 x 23 cm, gesign. 1 3.300,-
D. Wiggers (1866-1933) Kasteel Doorwerth in herfstbos, doek 41 x 66 cm, gesign. 1 3.800,-
L.L. van der Tonge (1871-1937) Het jonge violistje, doek 22 x 31 cm, gesign. en dat. ’98 1 4.400,-
A. van Beest (1820-1860) Spelevarende boeier op woelige zee, paneel 15 x 21 cm, gesign. 1 2.800,-
J. Vreugdenhil (1904-1969) Zonder titel, doek 91 x 125 cm 1 4.500,-
E.E.G. van der Ven (1866-1944) Oost-Indische kers in Keuls potje, doek 37 x 41 cm, gesign. 1 1.900,-
L.P. Stutterheim (1873-1943) Bloesembomen in weiland met koeien, board 29 x 40 cm, gesign. 1 3.300,-
J. Kropff (1892-1979) Bollenvelden bij Haarlem, doek 41 x 51 cm, gesign. 1 3.200,-
PRIJSKLASSE TOT 5 5.000,-
V. Bing (1812-1895) Herderinnetje, doek 34 x 28 cm, gesign. en dat. 1846 1 3.600,-
E.J. Ligtelijn (1893-1975) Kip op winters erf, board 59 x 49 cm, gesign. 1 4.200,-
J.J. Doeser (1884-1970) Stilleven met fruit en gemberpot, doek 61 x 81 cm, gesign. 1 4.000,-
B.P. Viegers (1886-1947) Vrouw bij een strandstoel, schildersboard 18 x 14 cm, gesign. 1 4.750,-
F.W.M. Deutmann (1867-1915) Boerin bij een boerderij, Laren, aquarel 30 x 23 cm, gesign. 1 1.750,-
J.J. Houillier (biografie onb.) Kerstmarkt op het Singel, Amsterdam, board 40 x 50 cm, gesign. en dat. 1948 1 2.500,-
R. van Gelder (1891-1945) De sociétaire en haar bibelot, pen en aquarel 27 x 21 cm, gesign. en dat. ‘Londen ’32’ 1 3.200,-
V. Bauffe (1849-1921) Rozen in kristallen vaasje, doek 37 x 26 cm, gesign. 1 3.800,-
G.A.L. Munthe (1875-1927) Koeien in de wei, schildersboard 25 x 33 cm, gesign. en dat. ’06 1 4.950,-
5
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:23 Seite 6
Twee minuten op de troon
WAAR GEBEURD
Omstreeks 400 zei Augustinus het al: ‘De wereld is een boek, en wie niet reist leest slechts één bladzijde.’ Confucius constateerde dat het beter is één mijl te reizen dan duizend boeken te lezen. Deze uitspraken pasten in het wereldbeeld van toen. Ook het vervoer vroeg om een geheel andere aanpak dan nu. In de loop van de eeuwen groeide de kennis over o.a. het aardoppervlak en ook de soorten vervoermiddelen breidden zich uit. Er gingen steeds meer mensen reizen. Ik was één van hen. Het is een onvergankelijke investering, en over twee van mijn reizen zou ik iets willen vertellen. Toen ik voor de eerste keer in Rabat, Marokko kwam had de koning juist zijn paleis ter bezichtiging opengesteld. Ik ging alleen de zaal binnen waar de troon stond. Zoveel schoonheid maakt sprakeloos. Er was maar één bewaker aanwezig en ik sloeg mijn slag. Op de vraag of ik er even op mocht zitten, zei de man: ‘Twee minuten’. Er gaat dan een andere wereld voor je open. Met enige fantasie zie je Marokko aan je voorbijtrekken. Vergeten doe je zulke dingen niet. Een tweede voorval dat grote indruk op me gemaakt heeft was in Mongolië. Toen we in de hoofdstad arriveerden na een spannende reis door het binnenland, begonnen de Mongoolse Olympische Spelen, de eerste Spelen na een 80-jarige bezetting door de Russen. De spanning liep voor mij nog hoger op toen ik schuin achter de president mocht zitten. Na de speech van de president stond iedereen op en werd voor de eerste maal het volkslied gespeeld. Iedereen was ontroerd. Ik moest aan onze bezetting denken. Bij de uitreiking van prijzen denken wij in het westen aan 1e, 2e, etc. prijzen. Met daarnaast medailles en alles wat ermee samenhangt. Bij deze Spelen echter kreeg elke deelnemer eenzelfde CD uitgereikt. Dat vonden ze eerlijker. Vergeleken met Mongolië zijn onze westerse normen toch wel wat verbleekt.
E. Dezentjé (1885-1972) Landschap in Indonesië, doek 103 x 150 cm, gesign. en dat. ’48 1 7.500,-
A. Fresco (1903-1942) In de stationswachtkamer, doek op paneel 61 x 90 cm, gesign. 1 21.000,-
R.B. Abdullah (1915-1993) Ploegende Javaanse boer met op de achtergrond de Merapi, doek 75 x 130 cm, gesign. 1 15.000,-
A. Weise (1883-1960) Besneeuwd Ammergebergte bij avondlicht, doek 74 x 100 cm, gesign. 1 3.800,-
L. Gebhardt (1830-1908) Königssee, doek 72 x 98 cm, gesign. en dat. 1902 1 6.500,-
E. Dezentjé (1885-1972) Sawa’s in Indonesië, board 38 x 50 cm, gesign. 1 2.600,-
’s Avonds was er een verrassing. We gingen naar de przewalskipaarden kijken, een wild paardenras dat daar zomaar rondliep. Dat gebeurde nergens en was een bijzondere ervaring.
Vanuit het voorafgaande zou ik willen adviseren: reis richting Moskou, stap uit in Mongolië en geniet van alle hier nog niet geschetste bijzonderheden. Speciaal de Mongolen en hun geschiedenis.
T.J. Oosterhoff-de Graaff 88-jarige wereldreizigster
De keuze van Antoine Bodar Maria Magdalena in extase is de titel van de door Ary Scheffer in 1855 geschilderde beeltenis. Marmerwit is Magdalena, gehuld in eenvoudig kleed waarover een mantel die sluier in enen is. Zij blikt omhoog, de ogen wijd open. Met haar opgeheven armen – de handen gevouwen – maakt ze een terugwaartse beweging, alsof zij op haar knieën gevallen in ontsteltenis buiten zichzelf is. Zij ziet de opgestane Heer die ze eerst nabij het geopende graf had aangezien voor de tuinman. Maar toen had Jesus haar bij de naam genoemd: ‘Maria’. En zij had zich omgedraaid en niet meer kunnen zeggen dan ‘Meester’. Voorheen had ze geschreid en nadien had ze Jesus willen aanraken, maar de Heer had haar gezegd Hem niet vast te houden, omdat Hij nog niet naar de hemel was opgestegen.
A. Scheffer (1795-1858) Maria Magdalena in extase, doek 95 x 64 cm, gesign. en dat. 1855 1 55.000,-
Het tafereel is opgetekend door Joannes in het twintigste hoofdstuk van zijn evangelie. Scheffer heeft de Bijbel opgeslagen en zich het geschiede zo ingeleefd en voorgesteld. Zijn beeld nodigt uit de gebeurtenis te overwegen maar tevens, aan de hand van de persoon Maria, liefde en leven, schoonheid en vergankelijkheid – kortom over hetgeen religie aan kunst doet raken. Beide zijn duidingen in de ordening van ons leven. Antoine Bodar priester en kunsthistoricus
6
M.A. Koekkoek I (1807-1868) Boomrijk landschap met figuren op een landweg, doek 47 x 62 cm, gesign. en dat. 1862 1 35.000,-
1 X DAAGS
Druk, druk, druk, snel, snel, snel … slow art Dit raden wij aan. U drinkt een kop slow koffie. Of slow thee. En u kijkt, intensief, met open kijkers. Naar een schilderij. Oog in oog. Haagse School. Of liever nog: de Romantiek. En dan gebeurt het. Er daalt een welkome rust neer. En die blijft. Zolang uw mobiel maar niet afgaat. Gun uzelf zo’n moment. Minstens 1x per dag.
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:23 Seite 7
De rozen van Catharina Rode rozen wekken bij mij steeds minder de associatie met liefde op, des te meer met verkiezingscampagnes. Daar had ik er de afgelopen twee jaar vier van. Folderend op vele markten en pleinen probeerden de sociaal-democratische concurrenten zelfs mij een rode roos in handen te geven. Overigens altijd netjes ontdaan van de doornen. Gelukkig zijn er ook andere kleuren. Zowel voor rozen als in de politiek. En schrijven over rozen is gelukkig sowieso niet aan alleen sociaal-democraten voorbehouden.
KUNST IN BLOEI
achtergrond gewekt. Wat bleek? Een familielid van mijn voorouders was rozenkweker en heeft een roos naar zijn vrouw vernoemd. Hoewel de roos inmiddels uit de mode was, bleek deze bij navraag toch weer teruggekweekt te zijn. Bij de opening van het Fischerhuis, waarbij ik een rol mocht vervullen, kreeg ik een aantal exemplaren. U snapt, mijn liefde voor rozen is inmiddels volledig doorgeslagen. Voor en naast mijn huis bloeiden de afgelopen maanden weer tientallen ‘Pechtolds’. Geen schilderij van Simonis & Buunk kan op tegen mijn rozen, al komen sommige van de aangeboden kunstwerken wel dicht in de buurt. Bijkomend voordeel: de rozen van Simonis & Buunk hebben geen luis. Deze zomer genoot ik niettemin weer van mijn rozen. Jammer genoeg blijven die helaas niet het hele jaar in bloei. Alexander Pechtold fractievoorzitter D66 in de Tweede Kamer
W.C.G. Rueter (1875-1966) Rozen, paneel 34 x 41 cm, gesign. 1 5.500,-
G. Morren (1868-1941) Rozen, doek 45 x 56 cm, gesign. en dat. 1939 1 18.500,-
Google bracht ons in korte tijd onbegrensde mogelijkheden. Een aantal jaren geleden typte ik – zoals velen wel eens doen – mijn achternaam in, nieuwsgierig naar wat dat op zou leveren. Tot mijn grote verrassing kwam ik vervolgens niet alleen op sites met politiek nieuws terecht, maar ook op een site waar een oude ansichtkaart te koop werd aangeboden, met daarop een geelroze roos genaamd ‘Catharina Pechtold’. Voor een paar euro kocht ik uit curiositeit deze kaart. Maar daarmee was ook de interesse naar de I.H.J.T. Fantin-Latour (1836-1904) Rozen in recht glas, doek 28 x 22 cm, gesign. en dat. ’72 1 128.000,-
J. Voerman sr. (1857-1941) ‘La France’-rozen in aardewerken schaal, aquarel 30 x 44 cm, gesign. en dat. ’89 1 34.500,-
J. Voerman jr. (1890-1976) Rozen, doek 50 x 40 cm, gesign. en dat. ’63 1 8.500,-
J.B. Robie (1821-1910) Boeket met rozen op de bosgrond, paneel 42 x 53 cm, gesign. 1 46.000,-
C.T.M. van Dongen (1877-1968) Bouquet de roses, doek 55 x 33 cm, gesign. 1 235.000,-
M. Kamerlingh Onnes (1860-1925) Glazen vaas met rozen, potlood en aquarel 25 x 21 cm, gesign. en te dat. ca. 1920 1 38.500,-
G.H. Breitner (1857-1923) Stilleven van rozen, zwart krijt en aquarel 26 x 38 cm 1 47.500,-
7
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:24 Seite 8
C. Blos (1860-1941) Lezende vrouw in atelier, doek 43 x 64 cm 1 5.500,-
O. Merté (1872-1938) De vossenjacht, doek 55 x 82 cm, gesign. en dat. 1905 1 8.500,-
C. Vreedenburgh (1880-1946) Kippen bij schuurtje, board 30 x 49 cm, gesign. en dat. ’09 1 6.000,-
J. Tavenraat (1809-1881) Landschap met processie onder een eik, papier op paneel 24 x 34 cm 1 5.000,-
J.J.M. Damschreuder (1825-1905) Prille ouderliefde, doek 55 x 67 cm, gesign. 1 6.800,-
J. Hilverdink (1813-1902) Afgemeerde platbodem bij een molen, paneel 17 x 22 cm 1 5.500,-
W. Steelink jr. (1856-1928) Kleurig zomerboeket, doek 37 x 51 cm, gesign. 1 6.200,-
P.G. Vertin (1819-1893) Hollands grachtje met groentestal, paneel 23 x 29 cm, gesign. 1 9.000,-
PRIJSKLASSE 5 5.000 - 10.000,-
B.C. Noltee (1903-1967) Sleperswagens op een brug, doek 50 x 41 cm, gesign. 1 8.200,-
J. Keldermans (biografie onb.) Stilleven met bloemen en fruit, gouache 43 x 32 cm, gesign. en dat. 18(?)2 1 9.000,J.H. Eversen (1906-1995) Stilleven met gemberpot en perziken, paneel 18 x 24 cm, gesign. en dat. 1964 1 9.500,-
‘Bij goede schilderkunst is het net als bij goede kookkunst; je kunt het proeven, maar niet verklaren.’ – Maurice de Vlaminck (1876-1958) H.J. Kuijten (1883-1952) Het kerkje van Groet, doek 39 x 48 cm, gesign. 1 9.500,-
C.E. Meunier (1831-1905) Het pianoconcert, paneel 24 x 16 cm, gesign. 1 5.500,-
8
Q.M.A. van Tiel (1900-1967) Brabants zomerlandschap, doek 95 x 100 cm, gesign. en dat. ’37 1 9.500,-
S. Meijer (1877-1965) Boerenerf, Blaricum, paneel 21 x 16 cm, gesign. 1 7.200,-
S. Meijer (1877-1965) Veldboeket, doek op paneel 16 x 13 cm, gesign. 1 6.600,-
P.L.C. Dom (1885-1978) Stadsbalkon met poes, doek 80 x 60 cm, gesign. 1 5.800,-
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:24 Seite 9
J. van Vuuren (1871-1941) Schaapskooi in Nunspeet, doek 51 x 71 cm, gesign. 1 5.000,-
H. Malfroy (1895-1944) De rue Royale met de Madeleine, Parijs, doek 27 x 41 cm, gesign. 1 5.000,-
H.J. Weissenbruch (1824-1903) Landschap met koeien, paneel 15 x 25 cm 1 10.000,-
F. Breuer-Wikman (1828-1896) Rozen op een plint, doek 30 x 45 cm, gesign. 1 6.500,-
B.J. Blommers (1845-1914) Praatje bij de keukendeur, aquarel 20 x 24 cm, gesign. 1 7.500,-
W. Hambüchen (1869-1939) Visafslag op het strand van Katwijk, doek 61 x 81 cm, gesign. 1 8.800,-
G.M. Hubin (1904-1982) Liggend naakt, doek 74 x 102 cm, gesign. 1 6.000,-
W.J. Weissenbruch (1864-1941) Zeilschepen op zee, doek op board 23 x 32 cm, gesign. 1 5.000,-
PRIJSKLASSE 5 5.000 - 10.000,-
L.A. Roessingh (1873-1951) Vaas met droogbloemen voor Japanse prent, paneel 42 x 34 cm, gesign. 1 7.500,-
M.J.M. Wiegman (1886-1971) Vrouw met boeket rozen, doek 65 x 54 cm, gesign. en dat. ‘Paris ’20’ 1 7.500,-
J. Dijkstra (1896-1978) Bomen aan landweg, aquarel 31 x 22 cm, gesign. 1 7.500,-
L.A.A. Saalborn (1891-1957) Vrouw met poes, doek 121 x 90 cm, gesign. en dat. ’50 1 8.500,-
D. Smorenberg (1883-1960) Waterlelies, doek 32 x 25 cm, gesign. 1 6.000,-
‘Als je de beste plaats in huis wilt, zul je de kat moeten verplaatsen.’ – Evelyn Underhill (1875-1941)
W. Castle Keith (1863-1927) Vriendinnen in de Jardin du Luxembourg, doek op paneel 10 x 11 cm, verso gesign. en dat. ‘1911 Paris’ 1 8.750,-
K. van Belle (1884-1959) De brief, doek 80 x 100 cm, gesign. en dat. 1939 1 6.000,-
9
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:25 Seite 10
Wachten op Sarah Vaughan
W. Bosma (1902-1985) Sarah Vaughan en band, gouache 39 x 29 cm, gesign. en dat. 1956 1 5.600,-
afmaken, maar moest beslist beloven een uur later terug te komen om samen te eten. In de avonduren aten we getweeën in haar suite. Sarah vroeg honderduit. Over welke artiesten ik goed kende, wie recent een plaat had opgenomen. Die had nu een nieuwe vriendin, die speelde nu goed. Een ander niet meer… Wat had ik vroeger gedaan, waar hield ik van tot: had ik kinderen? Toen ik verlegen antwoordde: ‘Nee, want ik ben bang dat dit niet samengaat met mijn drukke werk’, zei ze heel pertinent, ‘but you must! It is the greatest thing that happened to me, my daughter. You must promise me that you will think about that!’ De volgende dag stond ik op tijd klaar om met haar naar Berchem en Sint-Niklaas af te reizen voor de eerste concerten. Perfect op tijd, zij in prachtige kleding en door tientallen koffers omgeven, reden we per limousine weg uit Amsterdam. De optredens waren fantastisch. Ze praatte honderduit. Onze eerste moeilijkheden waren kennelijk voorbij.
knul met een verveeld gezicht – Waymond. Duidelijke instructies volgden – ik werd verordonneerd mee te gaan op een shopping trip. Dat kwam goed uit – ik kon wel voorfinancieren. Aan het eind van de middag pas konden we terug naar het hotel, ik beladen met pakjes en tassen. Ik kon mijn eigen werk
Vele jaren later, op het North Sea Jazz Festival, sprak ik haar weer. De eerste vraag die ze stelde was: ‘And… did you get those kids finally? Ain’t it great?’ Vervolgens volgde een stortvloed van hoe het met haar was en de laatste roddels. We gingen door waar we jaren daarvoor gebleven waren. Niet lang daarna hoorde ik over haar ziekte en spoe-
Eind 70-er jaren – ik was nog jong en onervaren – zouden we een tournee doen met Sarah Vaughan. Er werd altijd gefluisterd: pas op voor wispelturige jazz-zangeressen. Ze hebben een groot ego en zijn zeer onzeker. Ik zocht Sarah op in haar viersterren hotel in Amsterdam om de start van een vijftal optredens goed voor te bereiden. Mij werd verzocht 15 minuten te wachten in de lobby. De 15 minuten werden een half uur, één uur, twee uren. Ik vroeg me af of ik moest ingrijpen en zocht contact. Mrs. Vaughan maakte me duidelijk dat ze heel drukke werkzaamheden had en dat ik gewoon moest afwachten. Er moesten een paar zaken ‘straight’ gemaakt worden voor de volgende dag. Een van haar musici stapte uit de lift. Ik sprak hem aan: ‘Do you know when to expect Mrs Vaughan?’ ‘Oh’, zei hij, ‘you’re waiting for her? It will take some time because her man came back.’ Wat te doen? Ik wilde geen romantisch samenzijn verstoren, dus het leek me het beste de rest van de afspraken telefonisch te doen. Maar dat was tegen het zere been… ik werd geacht te wachten. Pas toen ik meldde dat ik nog naar de bank moest om dollars te wisselen zei ze: ‘I am coming right now.’ Daar was ‘Sassy’ in volle luister. Prachtige coiffure en een gezicht als van het mooiste ebbenhout. In haar slipstream een jonge
MUZIEK IN BEELD
dige overlijden. Later las ik in biografieën hoe lastig the ‘Divine’ Sarah kon zijn. Jazzzangeressen… Hoe het werk Sarah Vaughan en band van Wim Bosma uit 1956 mooie herinneringen uit vervlogen tijden brengt. Ria Wigt impresario in jazz www.wigtproductions.com
J.B. van Heemskerck van Beest (1876-1923) Compositie XXX no. 9 (Boom), ingekleurde houtsnede 22 x 16 cm, gesign. en te dat. ca. 1920 1 5.800,-
De keuze van Dalebout & Dalebout
KUNST KOPEN
L. Gestel (1881-1941) Nach Paris!, aquarel 9 x 14 cm, gesign. en dat. ’18 1 6.000,-
GRIMLACH
De keizer bespot De Eerste Wereldoorlog maakt diepe indruk op Leo Gestel. In 1914 tekent hij ontredderde Belgische vluchtelingen die naar het neutrale Nederland komen en in 1918 becommentarieert Gestel met twee beschilderde briefkaarten één van de aanstichters, de Duitse keizer Wilhelm II. Duitsland is in 1914 vol vertrouwen aan de oorlog begonnen, een vertrouwen dat Gestel treffend verbeeldt met een trotse keizer die zijn troepen aanvoert in de opmars Nach Paris! Vier jaar en miljoenen doden later heeft Duitsland de oorlog verloren en breekt in het land een revolutie uit. Wilhelm II vlucht naar Nederland en vraagt hier asiel aan. Op de kaart Nach Amerongen! geeft Gestel weer hoe Wilhelm II zich in een gehavende auto naar het landelijke Amerongen begeeft waar hij tijdelijk te gast zal zijn bij graaf Van Aldenburg Bentinck. Daarna woont hij van 1920 tot aan zijn dood in 1941 op Huis Doorn. Deze residentie van een keizer in ballingschap is nu een museum. De oorspronkelijke inrichting is nog intact en geeft bezoekers een authentiek beeld van de laatste levensjaren van de Duitse keizer. Cornelis van der Bas conservator Huis Doorn www.huisdoorn.nl
L. Gestel (1881-1941) Nach Amerongen!, aquarel 9 x 14 cm, gesign. en dat. ’18 1 6.000,-
C.K. Appel (1921-2006) Compositie, gemengde techniek 56 x 76 cm, gesign. en te dat. 1966 1 32.000,-
Compositie van Karel Appel, een heel mooi werk. Het zijn twee gezichten. Je zou aan Adam en Eva kunnen denken. Eva heeft net een beet uit de appel genomen, en… dat bekomt haar maar slecht! Adam staat wat verheerlijkt naar boven te kijken, zo van: ‘welke zal ik eens nemen?’ Het lijkt net een landkaart, met twee werelddelen erop. Eva links, omringd door een zee van tranen. En Adam op het vasteland met al zijn groen. Het is een weerspiegeling van de echte wereld, wat in het onderste gedeelte van het schilderij ook zichtbaar is. Waarschijnlijk heeft de schilder zich wat vereenzelvigd met de voyeur en probeert hij de ‘treurwilg’ te versieren. Een van de eerste indrukken van het schilderij is dat achter de zwierige schilderstijl, een
10
Lucebert (Lubertus Jacobus Swaanswijk) (1924-1994) Het hoofd, gouache en krijt 78 x 52 cm, gesign. en dat. ‘San Roque 18 VII ’65’ 1 8.800,-
J.A. Rooskens (1906-1976) Fantasiedieren, gouache 21 x 30 cm, gesign. 1 10.800,-
wereld van eenzaamheid en verdriet schuil gaat. Ondanks zijn eenvoudige kleurgebruik en stijl heel aansprekend uitgedrukt. Ze hebben ook iets echt menselijks: vreugde en verdriet.
E.A.M. Brands (1913-2002) De zomer, gouache 40 x 55 cm, gesign. en dat. ’75 1 7.800,-
Een echt meesterwerk! Iets om heel lang zomaar van te genieten. Johan Dalebout, Leen Dalebout broers, verzamelaars
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:25 Seite 11
Hooggeëerd publiek! ‘Lang leve het circus, waar niets is wat de bezoeker verontrust. (…) Lang leve het circus met zijn acrobatische lef en het mysterie van zijn zeden.’ Dit schreef Le Courier Françaisin 1888.Het circus heeft een luisterrijke ‘voorkant’, maar evenzeer een duistere ‘achterkant’, met zijn rondtrekkende artiesten die buiten de burgermaatschappij staan. Dat gold zeker in die tijd.
A. Faure (1874-1931) Reizend circus, doek 91 x 130 cm, gesign. en dat. ’05 1 13.500,-
C.J. Maks (1876-1967) Triple tandem, aquarel en gouache 59 x 89 cm, gesign. 1 22.500,-
R.W. Bloos (1878-1957) Cirque Médrano, Parijs, doek 100 x 73 cm, gesign. en gedateerd ‘Paris 1910’ 1 37.000,D.J. van Haaren (1878-1953) De hippodrome, board 34 x 50 cm, gesign. 1 5.500,-
Tegen het einde van de 19e eeuw, een tijd die officieel zo preuts was, was het afwijkende, het ondeugende, het onmaatschappelijke van het circus onweerstaanbaar. De tenten en stenen circusgebouwen zaten vol. Tot de meest trouwe bezoekers behoorden de vernieuwende kunstenaars van die tijd. Hun ervaring met het circus ging soms nog een stapje verder. Avantgardistische kunstenaars waren veelal zelf onderwerp van maatschappelijke afkeuring. Daarom identificeerden sommigen van hen zich met de circusartiesten. Picasso is daarvan wel het bekendste voorbeeld. Hij ging met hen om en gaf juist ook die duistere achterkant van het circus weer. Het is niet vreemd dat kunstenaars die eind 19e, begin 20e eeuw op zoek gingen naar nieuwe uitdrukkingsvormen in de kunst, het circus opzochten. Het is een indrukwekkende reeks van namen: Auguste Renoir, Edgar Degas, Henri de Toulouse-Lautrec, Pablo Picasso, Georges Rouault, Paul Klee, Fernand Léger, Marc Chagall, Max
KUNST IN DE PISTE
Beckmann, Isaac Israels, Kees van Dongen, Leo Gestel, Karel Appel en nog vele anderen. Circus is topsport, een podiumkunst van de bovenste plank, vol onbezorgd en ongecompliceerd plezier. Maar met zijn clowns die het echte leven op de korrel nemen, koorddansers en leeuwentemmers die spelen met onze angstgevoelens, is het ook een uitvergroting van het echte leven. Die gelaagdheid maakt het circus onweerstaanbaar voor kunstenaars. Beroemde circussen als Médrano in Parijs en Oscar Carré’s circuspaleis aan de Amstel werden eind 19e eeuw onderdeel van het mondaine stadsleven en het circus werd een gevestigd thema voor kunstenaars, tot ver in de twintigste eeuw. Frank van der Velden hoofd collectievorming en onderzoek Fries Museum, Leeuwarden www.friesmuseum.nl
H.J. Melgers (1899-1973) Circuspaar, gouache 50 x 41 cm, gesign. 1 3.400,-
Rookpluimen en dampende machines
A. Kircher (1867-1939) De hoogovens, doek 80 x 115 cm, gesign. en dat. 1921 1 6.500,-
Een schilderachtig landschap aan de wand, dat is meestal mooi om naar te kijken. Maar een landschap met een industriële omgeving trekt meer mijn aandacht. En als je dan bijvoorbeeld de rookpluimen uit fabrieksschoorstenen ziet opstijgen, wordt zo’n kunstwerk voor mij echt interessant en boeiend. Een bijzonder motief in de schilderkunst is het verbeelden van het thema arbeid. Schilders, geïnspireerd door zwoegende arbeiders, nijvere vrouwen in de glasfabriek of dampende machines, tonen ons een niet alledaags beeld. Herman Heijenbrock was zo’n schilder die de vele facetten van de mens en zijn arbeidsomgeving in olieverf en pastel heeft vastgelegd. Dit levert unieke beelden op van beroepen die zo’n honderd jaar geleden werden uitgeoefend en inmiddels vrijwel vergeten zijn. Die onbekende arbeidsplekken worden door deze
AAN HET WERK
veelal impressionistische werken als het ware levend gehouden. Je ziet de inspanning op vermoeide gezichten, de hinder van hitte en stof. Vakmanschap en ouderwets ogende machines en drijfriemen worden vermengd met vuur en rook. Vooral het vuur en de vonken in hoogovens en gieterijen vormen een geliefd onderwerp. Heijenbrock heeft dit in vele varianten verbeeld. Zijn Duitse tijdgenoot Alexander Kircher schilderde een treffend werk van een ijzergieterij met immense gietpan en gietblokken. Sowieso is dit industriële genre geliefd in Duitsland en daar regelmatig te zien op exposities. Ook in Nederland is er steeds meer belangstelling voor schilderijen met dit onderwerp. Ook zijn zij in trek als illustratie bij publicaties over het industrieel erfgoed.
J.C.H. Heijenbrock (1871-1948) Avond op het Damrak te Amsterdam, pastel 70 x 90 cm, gesign. 1 17.500,-
J.H. van Mastenbroek (1875-1945) Lichters in de Maashaven, Rotterdam, doek 47 x 71 cm, gesign. en dat. 1930 1 28.000,-
Johan Hendrik van Mastenbroek is bekend om zijn havengezichten. Zijn schilderij Lichtersin de M aashaven,Rotterdam , geeft een indrukwekkend beeld van industriële bedrijvigheid. De havenarbeiders lijken nietig in vergelijking met de megalomane omvang van hijskranen en elevatoren. Zo’n immens vormgegeven havenbeeld imponeert en nodigt als het ware uit om langs de kade rond te dwalen en de havengeuren op te snuiven. Licht en donker zijn vaak beide aanwezig op dit soort schilderijen. De opkomst van elektrische verlichting rond 1905 was een
impuls voor meerdere schilders. Heijenbrock schetst dit in een drukke Avond op hetD am rak te Am sterdam . De krantenverkoper doet zijn best in het kleurig verlichte straatbeeld. De etalages en neonreclamelichten zijn uitnodigend. Het is een sfeer die past bij de Amsterdamse straatbeelden van schilders als Isaac Israels en George Hendrik Breitner. Jelle Hidding kunstliefhebber en bestuurslid Stichting Herman Heijenbrock www.heijenbrock.org
H. Smith (1862-1942) Luitspelende vrouw, doek 106 x 61 cm 1 13.500,-
KUNST KOPEN
Opeens... In mei jl. kwam ik in Ede bij kunsthandel Simonis & Buunk voor advies over en aanschaf van een lijst. Daarna liep ik nog langs alle doeken in het ‘Notarishuis’ en werd ik ineens getroffen door een groot schilderij, vervaardigd door Hobbe Smith en getiteld Luitspelende vrouw. Dit schilderij was voor mij een openbaring! Ik kende Hobbe Smith eigenlijk alleen als schilder van op en om het IJ, met zijn vele tjalken en vrachten vissersschepen. De schilder moet wel een veelzijdig kunstenaar zijn geweest. Dit doek heeft een oriëntaalse uitstraling; het luitspelende meisje draagt een wijd gedrapeerde jurk in de voor de schilder karakteristieke groene kleur. Ook het roodbruine fond is typisch voor Hobbe Smith. Hoe was hij geïnteresseerd geraakt in het oosterse leven? En was hij misschien beïnvloed door Sir Lawrence Alma Tadema, een bekend historieschilder die hij waarschijnlijk in Londen heeft ontmoet? In elk geval weet Hobbe Smith op voortreffelijke wijze een dergelijke sfeer op te roepen! Op weg naar huis stond het beeld van de luitspeelster nog lange tijd op mijn netvlies… dr. W.Y. Sijtsema verzamelaar
11
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:25 Seite 12
P. de Josselin de Jong (1861-1906) Koetsjes bij het station Hollandse Spoor, Den Haag, aquarel 41 x 58 cm, gesign. en dat. Maart 1888 1 16.500,-
J. Tavenraat (1809-1881) IJsgezicht met koek-enzopie, paneel 20 x 35 cm, gesign. 1 11.500,-
J.E.H. Akkeringa (1861-1942) Dries bij de varkens, aquarel 28 x 45 cm, gesign. 1 13.500,-
S.L. Verveer (1813-1876) Achter de duinen, paneel 24 x 36 cm, gesign. en dat. ’62 1 12.000,-
H.J. Kuijten (1883-1952) Herengracht met zon, doek 52 x 68 cm, gesign. 1 19.000,-
C.H.J. Leickert (1816-1907) Visafslag op het strand, doek 22 x 30 cm, gesign. 1 18.000,-
W.G.F. Jansen (1871-1949) De haven van Enkhuizen met de Drommedaris, doek 72 x 99 cm, gesign. 1 11.000,-
E.B. Andriesse (1957-1993) Amaryllis, gem. techniek 50 x 67 cm 1 16.500,-
PRIJSKLASSE 5 10.000 - 25.000,-
J.W. Pieneman (1779-1853) De vurige vrijer, paneel 39 x 32 cm, gesign. en dat. 1814 1 14.000,-
P.G. Vertin (1819-1893) Gezicht op het oude stadhuis en de Petruskerk te Woerden, paneel 40 x 31 cm, gesign. en dat. ’69 1 15.000,-
J.A. Rooskens (1906-1976) Figuren, gouache 38 x 49 cm, gesign. en dat. ’68 1 10.800,-
R.E.E.A.L. Guiette (1893-1976) Boten op de Schelde, doek 74 x 92 cm, gesign. en dat. ’27 1 21.000,-
G. Benner (1897-1981) Figuren in het bos, gem. techniek 76 x 56 cm, gesign. en te dat. jaren ’60 1 12.500,-
‘Ze hebben me heel wat jaren van alles op mijn oor geplakt en ik schilderde maar door in mijn onbehouwenheid – niet knap en helemaal niet handig, en af en toe een beetje met een slecht geweten, want ik dacht soms: je werkt nou wel op je eigen manier, maar misschien doe je dat wel om de zaak te ontlopen, maar misschien doe je dat alleen maar omdat je niet kan wat anderen kunnen. Schilderen zoals ’t hoorde. Dàt kon ik niet. Ik ben begonnen het werk van die anderen te ontleden maar dat hielp ook al niet. Ik voelde het anders en toen heb ik langzamerhand begrepen dat tekenen een teken geven is.’ – Gerrit Benner in H etParool, 3 november 1971
C. Eelsingh (1903-1964) Vrouwen bij potkachel, houtskool en gouache 64 x 49 cm, gesign. en te dat. ca. 1950-1955 1 13.500,-
12
C.J. Watelet (1867-1954) Vrouw met groene hoed, doek 40 x 35 cm, gesign. en dat. 1938 1 10.500,-
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:26 Seite 13
A.J. Breman (1865-1938) Salland, zomermorgen, doek 45 x 71 cm, gesign. en dat. 1935 1 10.500,-
B.J. Blommers (1845-1914) De breiles, aquarel en gouache 34 x 52 cm, gesign. 1 22.500,-
E.A.M. Brands (1913-2002) Polder, doek 75 x 130 cm, gesign. en verso dat. 1976 1 14.000,-
W. Maris (1844-1910) Voorjaar, paneel 36 x 58 cm, gesign. 1 15.000,-
A. Schelfhout (1787-1870) Gelders landschap met wandelaar, doek 34 x 41 cm, gesign. 1 20.000,-
A. Hulk (1813-1897) Laverende zeilschepen voor de kust, paneel 27 x 36 cm, gesign. 1 19.500,-
J.J. Schenkel (1829-1900) In de Nieuwe Kerk, Amsterdam, paneel 31 x 37 cm, gesign. 1 14.000,-
J.E.H. Akkeringa (1861-1942) Zomerweelde, doek aquarel en gouache 54 x 67 cm, gesign. 1 23.500,-
PRIJSKLASSE 5 10.000 - 25.000,-
H.P.A.T. Livemont (1861-1936) Vrouw, lezend op een divan, doek 46 x 83 cm, gesign. 1 11.000,-
C.J. Maks (1876-1967) Chrysanten, doek 125 x 93 cm, gesign. en te dat. ca. 1930 1 21.000,-
‘Over de vrouw die leest, weten we één ding met zekerheid: ze is niet waar ze is; ze is tegelijkertijd aanwezig en afwezig, ze is ‘hier’ en ‘elders’. (…) De schilder staat voor een lastig dilemma: schildert hij lichaam of schildert hij geest? Schildert hij ‘hier’ of schildert hij ‘elders’? Dat is de vraag.’ – Kristien Hemmerechts
G. de Jong (1886-1967) De Kaasmarkt, Alkmaar, doek 117 x 99 cm, gesign. en dat. 1944 1 18.000,-
in Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk (2011)
H.J. Kruyder (1881-1935) Bloemen en bomen, doek 31 x 40 cm, te dat. ca. 1925 1 13.500,-
R. Dumoulin (1883-1944) Étoiles de mer, paneel 27 x 36 cm, gesign. 1 22.500,-
A. Mauve (1838-1888) Geiten voeren, aquarel 25 x 21 cm, gesign. 1 10.000,-
J. Altink (1885-1971) Boerderij met hooiberg, doek 50 x 60 cm, gesign. en dat. ’40 1 19.000,-
Corneille (‘Corneille’ Guillaume Beverloo) (19222010) Femme et Oiseau, gouache over zeefdruk 70 x 50 cm, gesign. en dat. ’88 1 12.500,-
13
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 29-07-11 09:47 Seite 14
Het mysterie van de nacht
LICHT ALS KLEUR
ons rijtjeshuis en keek naar boven. Ik zette de ladder tegen het schuurtje, klauterde naar boven en ging ruggelings op het platte dak liggen. Hoog overkoepelde mij het nachtelijke firmament. De maan straalde. Naarmate de duisternis dieper werd, verschenen er steeds meer lichtpunten aan de hemel. Ik keek naar het oneindige. Bang was ik niet, maar vol ontzag. Het leek alsof ik werd opgezogen in dat onmetelijke uitspan-
J. Hilverdink (1813-1902) Bosvijver met paar bij maanlicht, paneel 11 x 9 cm, gesign. 1 3.800,-
L. de Winter (1819-1900) Waterlandschap met vissers, bij maanlicht, doek 62 x 86 cm, gesign. en dat. 1850 1 16.000,-
C.H.J. Leickert (1816-1907) Vissers en schepen op het strand van Scheveningen, doek 49 x 66 cm, gesign. 1 20.000,-
Nocturnes, maanverlichte landschappen, ondergaande zonnen, nachtelijke branden: de spectaculaire licht- en kleureffecten van maan en vuur op de duistere omgeving hebben menig kunstenaar gefascineerd. Door de eeuwen heen hebben artiesten getracht het mysterie van de nacht weer te geven. Bovendien is de nacht voor de kunstenaar een aantrekkelijk thema om zijn technische vaardigheid te etaleren. Ik herinner mij dat ik als kind gemengde gevoelens had over de nacht. Ik zag altijd op tegen de nacht. Iets in mij verzette zich tegen een vredige, ongecompliceerde slaap. Op een of andere wijze was ik er nooit helemaal gerust in dat de nacht weer op zou houden, dat de nacht zich zonder protest zou laten verdrijven door een nieuwe dag. Ik herinner mij nog een compleet ander gevoel uit mijn kindertijd
sel. Het was mooi, het was schitterend, maar het was méér. Ik was niet alleen getuige van het grote wereldraadsel, ik was er onderdeel van geworden. Angst of zorg bestonden niet meer: wie deel uitmaakt van het oneindige heeft van het aardse niets meer te vrezen. Dat laatste bleek maar ten dele waar. Het geroep van mijn moeder begon tot mij door te dringen en maakte een einde aan het ontroerende spektakel. Ik had alle idee van tijd verloren. Mijn moeder had de hele buurt afgezocht. Met een reprimande werd ik naar bed gestuurd, waar ik zoals gebruikelijk wakker lag en mij afvroeg of de maan de mensen beschermt of gek maakt.
J. B. Jongkind, (1819-1891) Claire de Lune, Dordrecht, doek 40 x 66 cm, gesign. en dat. 1872 1 80.000,-
over de nacht. Het was een warme wolkeloze dag geweest, laat in de zomer. Ik mocht lang buiten spelen, het was al helemaal donker. In mijn eentje stond ik in het tuintje achter
Jef Rademakers verzamelaar, film- en tv-regisseur en auteur van Jacob Abels. Schilder van de nacht (2009)
Harde werkers
J. Jungblut (1860-1912) Polderboerderij bij maanlicht, paneel 24 x 18 cm, gesign. 1 5.500,-
KUNST TE WATER standigheden hun taak moesten vervullen.
J.H.B. Koekkoek (1840-1912) Fregat en hektjalk op volle zee, doek 54 x 87 cm, gesign. en dat. 1866 1 29.000,-
Van oudsher was het water van zee en rivieren in Nederland niet alleen een geduchte vijand, maar ook een belangrijke bron van inkomsten. Er werd op gevist en het vormde – van open zeearmen tot kleine vaarten en sloten – een netwerk van waterwegen dat streken en dorpen voor vracht- en personenvervoer met elkaar verbond. Water gaf vorm aan het leven van de mensen en tot ver in de 19e eeuw verdienden velen als handelaar, visser, beurtschipper en koopman op het water hun brood. De bedrijvigheid die dit met zich meebracht zorgde voor een schilderachtige ‘stoffering’ 14
van de Hollandse wateren. Buitenlanders waren verbaasd hoe zwaarbeladen zeilschepen lasten als hooi, graan, zand en turf naar hun bestemming voerden. Naar gelang hun functie en regio waren er verschillende scheepstypen in gebruik. Zo zeilde men op de binnenwateren – met hun ondiepten, bruggen en sluizen – in houten platbodems met een groot draagvermogen, veel binnenruimte en weinig diepgang, meest aken en tjalken. De vissersschepen hadden, afhankelijk van plaatselijke tradities en de vis die men ving, weer een andere vorm, zoals de botter, schokker en logger. Al deze schepen waren ‘harde werkers’, die bij alle weersom-
Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de romantiek, met zijn voorkeur voor eigentijdse motieven, veel schilders zich specialiseerden in het Hollandse watergezicht. De Zeeuw Johannes Hermanus Koekkoek bijvoorbeeld, stamvader van het befaamde schildersgeslacht, was bekend om zijn nauwkeurige weergave van de scheepstypen en hun tuigage. Op zijn marines nemen trotse schepen met de Hollandse vlag aan de steven het op tegen de kracht der elementen. Zijn Tjalk en Engels oorlogsschip toont zeilschepen op een woelige Westerschelde. Op de voorgrond een groot soort tjalk die gebruikt werd voor vrachtvervoer in het open water van Zeeland en langs de kust tot in Scandinavië en naar het zuiden. In de verte een Engels fregat. Rond de Belgische opstand (1830-1839) hielden de Engelsen de situatie op de Schelde in de gaten in verband met de vrije toegang tot Antwerpen. Op het schilderij Vissersvaartuig met volle zeilen (1871) van de eveneens Zeeuwse romantische zeeschilder Jan Frederik Schütz, zien we centraal in beeld een logger, die langs de Noordzeekust gebruikt werd voor de haringvangst. Aan de horizon een bark, een veelgebruikt koopvaardijschip met drie masten. De veel jongere Jan H.B. Koekkoek erfde het talent van zijn grootvader Johannes Hermanus. Hij schilderde een hektjalk, een vrachtschip dat zo werd genoemd om zijn hoge achterschip, en een oorlogsfregat. Tegenwoordig leveren dit soort schilderijen
J.F. Schütz (1817-1888) Vissersvaartuig met volle zeilen, doek 70 x 104 cm, gesign. en dat. ’71 1 28.000,-
J.H. Koekkoek (1778-1851) Tjalk en Engels oorlogsschip in de Zeeuwse wateren, paneel 36 x 47 cm, gesign. 1 15.000,-
ons een schat aan cultuurhistorische informatie. En zij brengen ons terug naar een tijd waarin op de rivieren nog in schoon water op zalm werd gevist en de oversteek van Lemmer naar Amsterdam over de Zuiderzee een hachelijke onderneming was. Constance Moes kunsthistorica Simonis & Buunk
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:26 Seite 15
De keuze van Richard Bionda Al sinds jaren leid ik studenten met plezier een dag naar Ede. Het is een ontmoeting met bekende, maar veel vaker volstrekt onbekende namen, waardoor ze beseffen dat de kunstproductie veel gevarieerder en marktgerichter is dan ze vermoedden. Bovendien leren ze iets over prijzen, en hoe die prijzen tot stand komen. Welke maatstaven leg je aan als je iets betitelt als com m ercieelof m useaal? En hoe zijn dergelijke criteria op hun beurt tot stand gekomen? Leuke en nuttige discussies levert dat op, en soms ook enige verontwaardiging. Het belangrijkste is dat ze leren kijken en proberen te beargumenteren waarom iets kwaliteit voor ze heeft of niet. Maar een bezoek aan de kunsthandel of het veilinghuis, waar we ook heen gaan, is om allerlei redenen nuttig als het gaat om het verwerven van objectkennis. Zo krijgen studenten eindelijk ook eens de achterkant van een werk te zien en leren ze de eigenschappen kennen van verschillende dragers als paneel of koper, of horen ze iets over de betrouwbaarheid van bijvoorbeeld etiketten en andere verwijzingen. Wat ze ronduit fascinerend vinden zijn kwesties die kunnen spelen bij de conditie en authenticiteit van werken. Geen betere en leukere gastheer in dat opzicht dan Frank Buunk die door zijn jarenlange ervaring alle valkuilen door en door kent. Zelf vind ik het bezoek aan Ede overigens niet minder plezierig. Want al zie ik soms dingen voor een tweede keer, er is altijd wel iets dat het (her)bekijken waard is. Als je ruim dertig jaar in een vakgebied rondkijkt – voor mij is dat vooral de Nederlandse kunst van omstreeks 1900 – dan zijn er niet heel veel verrassingen meer. Want daar ben ik dan toch op gespitst, op de uitzonderingen, op werken die niet al te opzichtig jagen op een koper maar die van een kijker iets eisen: dat kan zijn kennis, inlevingsvermogen, begrip, of wat dies meer zij. Het liefst zie ik werken waarin de maker enig risico
Het is enigszins speculeren, maar ik sluit niet uit dat Breitner het werk na enige jaren opnieuw heeft opgepakt om het van wat meer schildersbravoure te voorzien, aangepast aan de stijl en mogelijk ook zijn status of imago van dat moment (een jaar eerder nog had het Rijk zijn inmiddels bekende cavalerie aangekocht: In hetduin, Rijksmuseum). Velen lezen de datering van Bijde hoefsm id nu als 1887. Dat zou goed kunnen gelet op het gedrag in verf hier en daar. Maar de compositie dateert mijns inziens van 1881, toen Breitner amper 24 jaar was. In dat jaar namelijk maakte hij een gedateerde aquarel met nagenoeg dezelfde voorstelling. Ook dit aspect tot slot vind ik interessant aan het werk, dat hernemen, of die tweede opvatting van de maker.
G.H. Breitner (1857-1923) Bij de hoefsmid, doek 50 x 75 cm, gesign. en dat. ’87 1 115.000,-
niet uit de weg ging, of die anderszins opvallen als bijzonder wanneer je ze bekijkt in het licht van een oeuvre, of van de productie van die tijd. Een prachtig voorbeeld hiervan is Bijde hoefsm id van George Hendrik Breitner. Het is geen makkelijk werk, zeker niet wanneer je gewend bent aan diens fraai in het vlak gevouwen meisjes in kimono, of zijn brede, zelfverzekerde gezichten op de Dam in Amsterdam. In vergelijking daarmee oogt Bijde hoefsm id zelfs ronduit stroef en ook wat onbeholpen, vanwege die enigszins stijve manier van ordenen – alsof het om aanvankelijk losse, uitgeknipte elementen ging die vervolgens wat krampachtig met elkaar een verhaal moesten opleveren. Ik vind het werk echter fascinerend, ondanks of misschien wel juist vanwege die wat ‘rammelende’ compositie, een term die zijn vriend Willem de Zwart graag in de mond nam. Grootgebracht in een kunstwereld die
inmiddels danig commercieel was ingesteld trok hij in die vroege jaren ’80 een paar keer met Van Gogh samen door Den Haag, op zoek naar nieuwe, zinvolle motieven die het werk meer integriteit en zeggingskracht konden verlenen. Net als Van Gogh wilde Breitner, zo zei hij letterlijk, een schilder ‘van het volk’ worden. Voor die keuze was het nodig om de straat op te gaan en schetsboekjes te vullen met reële figuren of situaties, in tegenstelling dus tot wat aan de academie gebruikelijk was, waar modellen naar believen in een bepaalde houding werden ‘gesteld’. Misschien is dat ook de reden dat die nieuwe houdingen, bewegingen en silhouetten in Bijde hoefsm id zo nadrukkelijk in het oog springen. Het stuk ontbeert weliswaar een geraffineerde choreografie, maar mensen en dieren zijn hier in elk geval van vlees en bloed.
Bijde hoefsm id zou wat mij betreft niet misstaan in het Van Gogh Museum. Ik herinner me nog een ander ‘lastig’ – want donker – stuk van Breitner: een machtig landschap bij nacht, met twee massief ogende wolken daarboven waar het maanlicht een prachtige lichtrand omheen legde. Het stuk zwierf jaren in de Nederlandse markt alvorens een alerte buitenlandse conservator het bij Christie’s Amsterdam wist te verwerven. Nu hangt het in het Musée d’Orsay in Parijs. Mooi natuurlijk, zo’n extra ambassadeur naast Van Gogh en Jongkind, maar in Nederland had het een schitterend trio kunnen vormen samen met landschappen van Jan Sluijters en Piet Mondriaan. Nog twee namen overigens, die je in Ede kunt tegenkomen. Richard Bionda universitair docent Kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit, Amsterdam
Tachtigers
I.L. Israels (1865-1934) Jonge vrouw met ponyhaar, paneel 27 x 22 cm, gesign. 1 58.000,-
M.A.J. Bauer (1867-1932) Sint-Maartenviering, doek 59 x 47 cm, vaag gesign. en te dat. ca. 1892-1893 1 52.000,-
W.A. Witsen (1860-1923) De Montelbaanstoren aan de Oude Schans bij zomer, doek 80 x 101 cm, gesign. en te dat. ca. 1913 1 47.000,W.H.P.J. de Zwart (1862-1931) Broer en zus, doek op board 33 x 30 cm, gesign. 1 19.000,-
‘Ik heb het vaste geloof dat goede schilderijen altijd hun weg vinden en als ’t nu niet gaat is ’t voor mij ’t bewijs dat mijn werk niet deugt.’ – Willem Witsen, 23 september 1903
H.J. Haverman (1857-1928) Rokende jongen, doek 35 x 26 cm, gesign. 1 4.400,-
15
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:26 Seite 16
DUO’S
Tegenhangers
L. Dubois (1830-1880) en L. Speeckaert (1834-1915) Stilleven met vis en kreeft (pendant), doek 106 x 142 cm, gesign. en dat. 1866
J.E. Morel II (1835-1905) Schaatsers en landvolk in winterlandschap (pendant), paneel 21 x 16 cm, gesign.
L. Dubois (1830-1880) en L. Speeckaert (18341915) Stilleven met gevogelte (pendant), doek 106 x 141 cm, gesign. tezamen voor 1 25.000,-
J.E. Morel II (1835-1905) Landvolk op een pad bij een rivier (pendant), paneel 21 x 15 cm, gesign. tezamen voor 1 10.500,-
In de schilderkunst zijn pendanten twee schilderijen die elkaars tegenhanger vormen, zoals een mannen- en vrouwenportret, een zomeren winterlandschap. Veelal komen deze tweelingstukken in afmetingen en stijl overeen en zijn ze gemaakt om samen te worden getoond. In de romantische schilderkunst komt het wel voor dat het ene schilderij linksonder en het andere rechtsonder is gesigneerd of dat één van beide werken is voorzien van een signatuur. In de loop der tijd zijn veel pendanten hun wederhelft verloren. Reden waarom de kunsthandel soms schilderijen tot pendanten samenvoegt, mits ze voldoen aan de criteria van het fenomeen.
Bijzondere pendanten zijn deze twee schilderijen van Piet Smissaert. Het zijn geen tegenhangers in de klassieke zin, waarbij een vergelijkbaar onderwerp in een tegengestelde situatie wordt afgebeeld (bijvoorbeeld winter-zomer, man-vrouw), maar ze zijn wel onlosmakelijk met elkaar verbonden. In 1956 schilderde de kunstenaar de abstracte compositie in blauw, groen en geel. Om het werk dertien jaar later op de achtergrond te laten figureren in een ander schilderij, Eva, een portret van een staand vrouwelijk naakt. Naast elkaar leveren deze schilderijen een verrassend en intrigerend samenspel op. En ook een zoekplaatje, want de twee abstracte composities zijn niet helemaal gelijk… De gedachte komt op: wie is deze vrouw, en wat bewoog de schilder om haar met een eerder gemaakt schilderij, en juist dit werk, af te beelden. Wij hebben haar ‘Eva’ gedoopt, om haar naaktheid en de appel(s)… Was zij een geliefde, en hield ze niet alleen veel van de kunstenaar maar had ze ook een oogje op het schilderij en wilde ze ermee vereeuwigd worden? Genoeg stof tot nadenken dus. Buiten het mogelijke verhaal erachter vind ik deze ‘pendanten’ vooral een fantastische
In de hoofdrol: groenten en kruiden
Op landgoed Oranje Nassau’s Oord ligt De Ommuurde Tuin, biologisch groentebedrijf en lusthof. In 1881 kocht Willem III het landgoed voor Emma, en richtte het in als weduwegoed, met zomerpaleis, fazanterie, park en lanen, hertenkamp én een moestuin. Emma werd na de dood van Willem III regentesse en liet in 1901 op het landgoed een tbc-kliniek bouwen. De moestuin werd een puur pro16
ductieve plek en raakte langzaam ‘uit beeld’. Sinds 1999 pachten wij de tuin en telen hier volgens het motto van de belle époque in de tuinbouw: ‘Om den schoonheid en den nutte’. We zijn dol op de historische sfeer en context, maar wel als omlijsting van een productieve biologische groentekwekerij. Een mooie, toegankelijke tuin waar we zowel moderne, historische als ‘wilde’ delicatessen
P.A. Smissaert (1930) Eva (pendant), doek 132 x 116 cm, gesign. en dat. ’69 tezamen voor 1 12.500
visuele vondst en behoren ze tot mijn favorieten binnen onze collectie. Het is bijzonder dat de werken bij elkaar gebleven zijn en we ze nu naast elkaar kunnen presenteren. Nina Wevers kunsthistorica Simonis & Buunk
KUNST IN DE KEUKEN
telen. We verkopen de oogst direct aan particulieren, in ons tuinwinkeltje en via abonnementen. Op veel borden (thuis en in restaurants) hebben groenten, net als op deze schilderijen, vaak een bijrol. Het betreft hier bekende groenten als prei, witlof, andijvie, tomaten, sla en radijs. Bij ons zijn groenten en kruiden de hoofdzaak en telen we ruim honderd verschillende soorten. We hebben een voorkeur voor gewassen die biologisch te kweken zijn, erg lekker en bij voorkeur ook mooi. We telen allerlei kleuren bietjes, groene en gele peultjes en (als het weer meewerkt) paarse peentjes. Ook gewassen die bijna vergeten waren, maar nu weer in de belangstelling komen, zoals pastinaak, schorseneren, snijbiet, pronkbonen, staan in de tuin. Sinds dit seizoen hebben we ook verschillende kleurige knolgewasjes, zoals Crosne en Oca, die tussen 1850 en 1885 op de Franse Vilmorin platen werden vastgelegd.
M.F. Buelens (1850-1921) Menu (zes schilderijen gevat in één lijst), elk paneel ca. 40 x 35 cm, gesign. en te dat. ca. 1905 1 14.000,-
P.A. Smissaert (1930) Compositie in blauw, groen en geel (pendant), board 66 x 75 cm, gesign. en dat.
Om mensen over de eerste schroom heen te helpen om zelf met al die verse en bijzondere groenten te gaan koken, geven we kookworkshops. De deelnemers gaan dan zelf oogsten, wassen, schoonmaken, snijden en bereiden. Daarna eten we gezamenlijk onder een groot activiteitendak middenin de tuin. Een moestuin en lusthof dus, niet langer voor het Koninklijk Huis, maar voor avontuurlijke eters. Taco IJzerman en Esther Kuiler tuinders van De Ommuurde Tuin, Wageningen/ Renkum www.ommuurdetuin.nl
D. Smorenberg (1883-1960) De Keukenhof, wasdoek 40 x 55 cm, gesign. € 5.500,schilderij in halfschoon/halfvuile staat
Kunstbehoud Schilderijen kunnen last hebben van roken, stoken, droogte, vocht. Daarom is het verstandig ze eens in de zoveel jaar te laten onderzoeken. Hoe zit het met oppervlaktevuil, vernis, verflaag, verkleuring, de spanning van het doek, beschadiging? Hoe is de toestand? De profs van ons restauratieatelier verstaan hun vak. Ze stellen diagnoses en behandelen effectief. Hun motto is: kunst in prima conditie. Woensdags houden ze spreekuur. Zie onze website: www.simonis-buunk.nl/restaureren
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:26 Seite 17
Kunstenaarsdorp Katwijk sommigen hadden er zelfs een eigen woning zoals B.J. Blommers (1837-1890). Vanaf 1885 konden kunstenaars ook kiezen voor het chique Hotel Du Rhin. Het hotel had vier ateliers en men kon er werk exposeren en verkopen. Toch prefereerden veel kunstenaars een kamer bij de lokale bevolking voor een beter contact met de Katwijkers. Eén van hen was Hans von Bartels, die in 1887 voor het eerst naar Katwijk komt. In zijn werk geen romantische beelden maar het echte vissersleven. Von Bartels is één van mijn favoriete kunstenaars.
H. von Bartels (1856-1913) Vissersvrouw met kind op het strand, Katwijk, doek 48 x 33 cm, gesign. 1 27.500,-
Sinds 1988 maak ik als onbezoldigd conservator van het Katwijks Museum tentoonstellingen over kunstenaars die in Katwijk hebben gewoond en gewerkt. Mijn eerste kennismaking met Simonis & Buunk dateert uit 1989, voor de solotentoonstelling van Munthe. Het was een fijne en vruchtbare samenwerking en het goede contact is sindsdien gebleven. Bijna jaarlijks leen ik voor het Katwijks Museum enkele schilderijen. Dit jaar ondermeer twee werken van Jan Zoetelief Tromp voor K atw ijk in de schilderkunsten het gelijknamige standaardwerk over de Katwijkse kunstenaarskolonie. In 1856 kwam Jozef Israels (1824-1911) naar Katwijk. Hij wordt wel gezien als de ‘herontdekker’ van dit dorp, dat al in de 17e eeuw door kunstenaars werd bezocht. Doordat zijn Katwijkse werken op Salons te zien waren volgden veel schilders zijn weg, en
De zee zit in mijn genen diep geworteld, mijn overgrootvader was schipper op een Scheveningse bomschuit. Bij mij is het Katwijk geworden, al was dat door een toevallige samenloop van omstandigheden. Wat ik nog steeds moeilijk vind voor te stellen zijn die grote bomschuiten op het strand. Ze werden het strand opgetrokken met een paardenploeg. Door de wekelijkse klap op het strand gingen de schuiten maar zo’n tien jaar mee. Veel kunstenaars hebben die bomschuiten geschilderd. Mijn favoriet is H.W. Jansen die veel oog heeft voor details. Een schilderij van Simonis & Buunk dat daar dichtbij komt is van Wilhelm Bartsch. Fraai detail is de kleurcode op de neus van de schuit – de linker heeft een gele streep. Hieraan kon men, wachtend op de Boulevard, zien van welke reder er een schuit aankwam.
KUNST AAN DE KUST
Armando (1929) Waldig, doek 155 x 220 cm, verso gesign. en dat. 5-9-84 1 29.000,-
KUNST TE BOEK W. Bartsch (1871-1953) Bomschuiten op het strand, doek op karton 34 x 49 cm, gesign. 1 2.800,-
J. Zoetelief Tromp (1872-1947) Een dag op het strand, doek 30 x 40 cm, gesign. 1 115.000,in bruikleen aan Katwijks Museum, Katwijk in de schilderkunst, t/m 5 nov. 2011
Om het belang van Katwijk als kunstenaarsdorp te onderstrepen toont het Katwijks Museum met de tentoonstelling K atw ijk in de schilderkunsttot en met 5 november 2011 een indrukwekkend overzicht met maar liefst 140 werken. Ik dank alle medewerkers van Simonis & Buunk, in het bijzonder Frank & Mariëtte, Emilie en Nina voor hun vertrouwen in het Katwijks Museum, voor alle bruiklenen en de prettige samenwerking in de afgelopen jaren. Ik hoop dat we op dezelfde wijze verder kunnen gaan zodat er in toekomstige tentoonstellingen en publicaties ook werken van Simonis & Buunk te zien zullen zijn. Ik wens alle bezoekers veel kijkplezier!
K. Karsen (1810-1896) Gezicht op het oude Katwijk, paneel 33 x 49 cm, gesign. en dat. ’79 1 21.000,-
André Groeneveld conservator Katwijks Museum www.katwijksmuseum.nl
Hoorbaar wordt zichtbaar
MUZIEK IN BEELD
een ontluikende romance, daar zullen we niet achterkomen. Dat kunst alles te maken heeft met samen beleven en communicatie wist ook Schubert. Deze romantische componist was vaak te vinden onder zijn vrienden. ’s Avonds kwam men bij elkaar om te musiceren, gedichten voor te dragen en kunstwerken te tonen. Men waardeerde elkaars kunst. Tussendoor werd er een spelletje gespeeld en kwam er een goed glas wijn of bier op tafel. De Schubertiade was daarmee geboren.
H.F.C. ten Kate (1822-1891) De muziekavond, paneel 45 x 72 cm, gesign. 1 42.000,-
Een muziekavond. Maar dan wel een bijzondere, uit het hart van de romantiek. Teo van den Brink van Simonis & Buunk zond mij de foto. Het schilderij van Ten Kate was net binnengekomen. Nog vuil en dof. Maar daar doorheen kijkend boeide het schilderij mij meteen. Nadat het schoon was gemaakt, ben ik alle details eens goed gaan bekijken. Het schilderij geeft saamhorigheid, plezier in het spelen en luisteren weer. Er is aandacht voor elkaar en aandacht voor de muziek. Het hoorbare wordt zichtbaar. Zo versmelten
twee kunstdisciplines met elkaar via dit schilderij. Maar als ik goed kijk, zie ik ook andere subtiele uitingen van communicatie. Twee vrouwen kijken naar de zes musicerende mannen. Zijn ze door de muziek bij hen betrokken, hebben ze net gedichten voorgedragen of worden de mannen ergens op beoordeeld? De man rechtsachter op het schilderij distantieert zich zichtbaar van het gezelschap. Met de armen over elkaar lijkt hij niet de aandachtige luisteraar maar de criticus. Of het over de muziek gaat of over
Het loodwit van mijn vader Ik kom uit een schildersfamilie. Alleen had mijn grootvader geen atelier, maar een werkplaats. En in plaats van doek werden er kozijnen en deuren beschilderd. Het mengen van de verfpoeder, de lijnolie en de terpentijn luisterde nauw. Bovendien moest niet vergeten worden de siccatief toe te voegen, anders wilde de verf niet drogen. Loodwit was een van de sterkste verfpoeders. Het was echter enorm giftig, en op een gegeven moment werd het dan ook verboden. Niet dat de schilders zich daar iets van aantrokken. Mijn opa zei tegen mijn vader dat hij gewoon maar even de andere kant op moest ademen. Op de schilderschool werden jaarlijks wedstrijden gehouden waarbij de aanstaande meesterschilders op een houten paneel in zo prachtig mogelijke letters een spreuk moesten schilderen, met heel fijne, marterharen penselen. Vorm en indeling volgens eigen inzicht. En alles uit de ‘losse’ pols! Mijn vader won ooit een prijs met een spreuk van Michelangelo: ‘Men schildert met het hoofd en niet met de handen’. Het paneel hangt als een echte Van Gogh in mijn ouders’ woonkamer en is niet te koop. In de praktijk kon mijn vader zijn verlangen naar mooi schilderen nog wel kwijt als hij ‘letters moest zetten’. Zo kreeg hij opdracht om een groot bord te maken: ‘Gebroeders van Engelen – Groenteboer’. Of die keer dat er een bord bij de begraafplaats moest komen. 541 letters. En geen plakletters. Mariëlle Kramer auteur van Loodwit (2011)
Al mijmerend voor dit schilderij zie ik Schubert binnenwandelen. Als hij binnen komt, begint de avond pas echt goed. In Rotterdam en Ede komt in september deze Schubertiade weer tot leven. Ten Kate ontmoet Schubert. Ontmoet u beide mannen? Agnes van Haaften zakelijk leider van kamerkoor Ars Musica www.stichtingarsmusica.nl
Armando (1929) Zonder titel, pen en inkt 74 x 99 cm, gesign. en dat. ’70 1 4.500,-
Schubertiade. Romantiek ten top Geef u op voor de Schubertiade. Kamerkoor Ars Musica zingt Schubert, Schumann, Brahms. Patrick van der Linden dirigeert – Cathelijne Noorland speelt gloedvol piano.
Woensdag 28 september 2011, Oude Kerk, Ede. En op vrijdag de 23ste in Rotterdam, Hoflaankerk. De laatste plaatsen zijn te boeken via www.simonisbuunk.nl/schubertiade
17
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:26 Seite 18
KUNST KOPEN
Licht, lucht, land en water Niet iedere watersporter is zich dat misschien bewust, maar het bovenstaande is ook in Ede op de Veluwe in overvloed te vinden, allemaal in de Notaris Fischerstraat bij Simonis & Buunk Kunsthandel. Het is nu ruim 25 jaar geleden dat ik daar voor het eerst naar binnen liep en terecht kwam in een huiskamersfeer waar veel stromingen in de schilderkunst zo passend tot hun recht komen. Als je je dan nog bedenkt dat sneeuw en ijs eigenlijk gewoon vormen van water zijn, is het daar best wel een natte boel op al dat papier, paneel en doek. Al vanaf mijn vroege jeugd, zolang als ik mij kan herinneren, waren er schilderijen om mij heen om van te genieten en de meeste had-
C. Vreedenburgh (1880-1946) Jachthaven aan de Loosdrechtse Plassen, doek 60 x 90 cm, gesign. en dat. 1937 1 94.000,-
den ook iets met water. Niet zo verwonderlijk, want mijn grootvader, die deze schilderijen rond 1900 aankocht, was een echte kunstliefhebber, lid van de Pulchri Studio en eveneens een enthousiast watersporter. Ik heb de man zelf helaas nooit mogen ontmoeten, hij is relatief jong gestorven, maar eigenlijk ken ik hem heel goed want er was altijd dat indrukwekkende schilderij van hem, geschilderd door zijn goede vriend Floris Arntzenius, dat nu in mijn werkkamer hangt.
W. Maris (1844-1910) Drinkende koe, doek 36 x 26 cm, gesign. 1 12.500,-
Het is alweer enige tijd geleden dat tijdens de najaarstentoonstelling een, net aangekocht, fraai werk van de schilder G.A.L. ‘Morgenstjerne’ Munthe tevoorschijn kwam om opgehangen te worden. Ik was meteen
Zes meter boven NAP
J. Hilverdink (1813-1902) De doorbraak in de Grebbedijk, 5 maart 1855, paneel 37 x 50 cm, gesign. en dat. 1855 1 13.000,-
laaiend enthousiast, het was alsof je zelf aan de helmstok van de bom stond, zo impressionistisch, krachtig en kleurrijk neergezet, lucht en water versmolten. Mariëtte, die altijd iedereen de tijd en rust gunt om tot een afgewogen oordeel te komen alvorens zij met een advies komt, keek mij aan en zei tegen mijn echtgenote: ‘ik zal hem wel voor jullie in laten pakken!’ Dat noem ik nou echte service. In de zomer van het vorige jaar waren mijn echtgenote en ik met onze boot op weg van de Loosdrechtse Plassen naar Muiden om te gaan zeilen op het IJsselmeer en om vervolgens naar de Wadden te gaan. Het was een bloedhete dag en natuurlijk weer gedoe bij
KUNST TE WATER Dit schilderij van Johannes Hilverdink heeft een actueel onderwerp: de dramatische dijkdoorbraak in de Grebbedijk tussen Rhenen en Wageningen op 5 maart 1855, waarbij delen van de Gelderse vallei en het Land van Maas en Waal onder water kwamen te staan. De watersnoodramp ontstond na een strenge winter, doordat de Nederlandse rivieren nog bevroren waren en het smeltwater uit Duitsland niet weg kon. Het ijs begon te kruien en de dijken bezweken. Het gat in de Grebbedijk was 150 meter breed. Hier zien we de verwoestende kracht van het water en kruiende ijs, op de achtergrond de kerktoren van het dorp Opheusden. Op de voorgrond klimmen boeren op het dak van een boerderij; het water staat al tot aan de dakgoot. Leden van de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae maakten een album met litho’s, dat te vinden is in de collectie van de Atlas van Stolk te Rotterdam. Zie ook het anekdotische schilderij (25 werkjes in 1 lijst) van J.D.C. Veltens in Museum Het Valkhof te Nijmegen. André Groeneveld conservator Zuiderzeemuseum, Enkhuizen www.zuiderzeemuseum.nl
Litho van J. Weissenbruch (1822-1880), in bezit van Gelders Archief, Arnhem
18
G.A.L. Munthe (1875-1927) Vissersvrouwen bij een bom op het strand, doek 76 x 58 cm, gesign. en dat. ’22 1 25.000,-
de A1 Vechtbrug bij Muiden. Eerst een ongeval en daarna de warmte waardoor de brug die dag verder niet wilde functioneren. Dus weer terug naar de remmingen bij Weesp waar wij heerlijk gezwommen en lekker gegeten hebben. Maar daar was vooral ook een heel Hollands uitzicht met grazende koeien aan het water, een pieremachochel en een prachtige lucht. Enige tijd daarna hadden wij dat uitzicht weer, maar nu geschilderd door Willem Maris en het hing daar zomaar in de Notaris Fischerstraat. Hartelijk dank Mariëtte en Frank, dat is nog eens een leuk aandenken aan een mooie avond, ook dankzij die vreselijke Vechtbrug. D.J.B. verzamelaar
Blindemeisje
JONGE OGEN
A. Roosenboom (1845-1888) Verstoppertje spelen, doek 24 x 19 cm, gesign. 1 8.500,-
Verstoppertje. Je doet je ogen dicht, anderen verstoppen zich en jij moet ze zoeken, vangen. Nog steeds met je ogen dicht. Wel eerlijk zijn, eerlijk blijven, natuurlijk. En niet stiekem door je oogleden loeren… Een ander woord voor het spelletje is blindemannetje. Hier heeft een meisje de blinddoek om. Blindemeisje dus. Op haar mooist gekleed. Lichtblauw met kant. Is het zondag misschien? Het jongetje ziet er ook al zo netjes uit. Ouwelijk voor zijn leeftijd, zouden we nu vinden. Albert Roosenboom, Belgische schilder uit de negentiende eeuw, houdt wel van een beetje deftigheid. Dat merk je aan dit schilderijtje - tje, klein ja, nog geen 25 bij 20 centimeter. In olieverf op doek. Met veel aandacht voor details, zoals het behang aan de wand en de bloemen in de mand. Paul Mertz communicatieadviseur www.paulmertz.nl
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:27 Seite 19
Mijmeren, ontspannen mijmeren Jonge vrouw zittend op een tuinmuur, de titel van dit werk onthult niet dat de toeschouwer hier wordt meegenomen naar een zonovergoten tuin en daar een dame aantreft, in een ontspannen mijmering genietend van de zomerwarmte, stijlvol gekleed in een prachtige gebloemde japon. Het model, met de boothals, kapmouwtjes en iets taille was gebruikelijk rond 1930. De schoen met puntige neus en hoge wreef en het gerande hoedje passen mooi bij dit tijdsbeeld. Aan de japon valt meteen de prachtige stof op, met de tot in detail uitgewerkte rozen in heldere kleuren op een donker fond. Rond 1925 was er nog geen plaats voor frivole bloemdessins, maar omstreeks 1930 bloeide deze mode volop. Rozen werden toen in kleding- en interieurstoffen veelvuldig toegepast. De romantische weergave ervan op deze japon is een verdienste van de schilder, maar een actueel voorbeeld van een bedrukte stof zal hem
geïnspireerd hebben. Door het bedrukken konden op linnen, zijde of katoen echte afbeeldingen worden weergegeven, gedetailleerd en in veel verschillende kleuren.
J.F. Gonin (1883-?) Jonge vrouw zittend op een tuinmuur, doek 66 x 39 cm, gesign. 1 12.500,-
Geweven kledingstoffen hadden doorgaans dessins met strepen of ruiten. Het drukken gebeurde met zgn. ‘rouleau-drukpersen’, rollen met gegraveerde koperplaten waarop de kleurstoffen werden aangebracht. Deze methode leverde een zich herhalend dessin op, met een groot rapport. Het drukken was een ingewikkeld chemisch procedé met veel aspecten: het materiaal, de eigenschappen van de verschillende kleurstoffen en de mogelijkheden van combineren en verwerken. In drukkerijen was het onderzoek op dit gebied daarom erg belangrijk. De resultaten werden uitvoerig getest op licht- en wasechtheid. Het aantal kleuren in een dessin bepaalde mede de complexiteit van het
KUNST-STOF
drukproces. Hoog aangeschreven ‘coloristen’ stelden binnen de drukkerijen de verfstoffen samen. Dessinontwerpers leverden hun bijdragen in de vorm van tekeningen, schilderingen of schetsen. Ze werkten soms rechtstreeks in dienst van een drukkerij, maar meestal waren zij aangesloten bij grote bureaus, waar de drukkerijen ontwerpen kochten. Hierdoor kunnen de meeste dessins niet worden toegeschreven aan bepaalde kunstenaars. Aan de vraag of het modieuze rozendessin op de japon toegeschreven moet worden aan een anonieme ontwerper of aan de schilder, kan de toeschouwer zelf eens een ontspannen mijmering wijden, genietend van de zomerwarmte van Gonin. Marjan Blomjous kunsthistorica en textielspecialist
NL
Polderperspectief Polders behoren, met hun windmolens, kades, sloten, dammen, duikers en andere attributen, tot de nationale Nederlandse emblemen. Polders vertellen verhalen en laten zien waarvoor ze dienen. Anna Enquist schrijft in De IJsdragers: ‘Zij hield van het polderland. Klei, vet gras en veel water. Verhogingen op het land dienden daar ergens toe, gaven structuur en betekenis.’ De platheid van de polder met haar strenge maaiveld lijkt te horen bij een samenleving met haar voornamelijk horizontale relaties, met haar onderhandelingen en gescharrel: het poldermodel. Maar zij spreekt echter ook tot de verbeelding, zoals Annie M.G. Schmidt (1911-1995) in de bundel Weer of geen weer dicht:
J.H.B. Koekkoek (1840-1912) Poldermolens bij Kortenhoef, paneel 50 x 33 cm, gesign. 1 12.500,-
In ons nationale woordenboek Van Dale wordt een polder gedefinieerd als een ‘door waterscheidingen begrensd stuk land of gebied waarin de waterstand kan worden beheerst, bepaaldelijk door bemaling met molens of (thans) door stoom- en elektrische gemalen.’ Polders worden onderscheiden in zeepolders of bedijkingen, droogmakerijen, rivierpolders en veen- of koepolders; enige polders zijn gewoonlijk verenigd tot waterschappen. Het creëren van nieuw land – letterlijk ‘de droogmakerijen’ – door middel van het droogmalen van meren en plassen is vanaf de zestiende eeuw technisch mogelijk geworden. Geometrische patronen, markante beplantingen, nieuwe boerderijen en buitenplaatsen waren de componenten van een nieuwe wereld.
P.J.C. Gabriel (1828-1903) Poldervaart met molens, paneel 19 x 24 cm, gesign. 1 7.000,-
De polder zegt: ik lig hier op mijn rug en tuur de ganse lieve dag naar boven; misschien is het verbeelding maar ik vind dat ik aldus de wolken beter zien kan… Of is het toch verbeelding… zegt de polder. Wanneer landschapschilders polderlandschappen weergeven dan zijn ze er niet in de eerste plaats op uit om uit te leggen hoe het waterbeheersingsysteem in elkaar zit. De meer romantisch uitziende veenpolders zijn
D. Wiggers (1866-1933) De Ooipolder met vliegdennen, doek 51 x 73 cm, gesign. 1 3.000,-
L.F.H. Apol (1850-1936) Ploegende boer bij een poldermolen, doek 52 x 42 cm, gesign. 1 29.000,-
H. van de Sande Bakhuyzen (1795-1860) Besneeuwd polderlandschap met schaatsers, paneel 40 x 51 cm, gesign. 1 30.000,-
dan ook vaker in beeld dan de geometrische strengheid van de droogmakerijen, die je trouwens vanaf ooghoogte minder goed ziet dan op de luchtfoto. De schilders doen hun best om op het platte vlak van het doek de weidsheid van de ruimte weer te geven, met de enorme blauwe luchten en de stapelwolken daarboven. Vaak wordt de horizon laag in het beeld gehouden, waardoor de aandacht op de wolkenluchten gericht wordt. Soms is het licht transparant, zelfs vlak, soms zijn er grote verschillen tussen donkere en lichte taferelen. Ook de verschillende seizoenen komen in beeld. Door objecten als windmolens, schuiten, koeien, wilgen en gebouwen op verschillende afstand van de beschouwer weer te geven ontstaat een afgewogen compositie en wordt de voorgrond van de achtergrond onderscheiden en ruimtelijke diepte gesuggereerd. Ook de convergerende oevers van boezemwateren en sloten helpen bij het tonen van het perspectief van de grote vlakke ruimte.
P. de Regt (1877-1960) Besneeuwd polderlandschap, doek 44 x 56 cm, gesign. 1 3.000,-
A. Knikker (1887-1962) Polderlandschap, doek 32 x 43 cm, gesign. 1 4.500,-
Meto J. Vroom emeritus hoogleraar landschapsarchitectuur, Wageningen
A. Knikker (1887-1962) Molens in de polder, doek 30 x 43 cm, gesign. 1 3.500,-
G. Mesdag-van Calcar (1850-1936) Plas bij Kortenhoef, paneel 31 x 50 cm, gesign. 15.500,-
C. Vreedenburgh (1880-1946) Langs de poldervaart, doek 48 x 76 cm, gesign. 1 27.500,-
19
110297_PM_Krant_Najaar_2011_def 28-07-11 12:27 Seite 20
Riegens raadsel Met grote regelmaat proberen wij schilderijen topografisch thuis te brengen. En zo nu en dan is er een schilderij dat ons voor raadsels plaatst. Zoals dit rivierlandschap van de Amsterdamse schilder Nicolaas Riegen uit 1889. Het schilderij stelt een brede rivier voor of een plek waar drie waterwegen bij elkaar komen, net buiten een stad of groot dorp. Links op de voorgrond staat een visser. Op het water varen een aantal zeilschepen en twee roeiboten met voorop vaantjes: de ene heeft een rood veld met witte stip, de andere een rood veld met zwarte band. De boten dragen de namen Theodoor, Johan en Sophia. Rechts is een stuk van een stoompont te zien met op de zijkant het opschrift: ‘havenstoomboot De[…]’. In de bebouwing op de oever valt direct een hoog oprijzend bakstenen huis op. Ernaast een schuur met het uithangbord ‘Houtkoperij J. G. Uphof’. Eromheen lage huizen, een molen, rokende fabrieksschoorstenen en een groep smalle, hoge schoorstenen van kalkovens. Rechts in de verte rijdt een stoomtrein. Aanwijzingen genoeg zou men zeggen, maar niets in dit beeld vormt de sleutel tot een duidelijke plaatsbepaling. Is het de Zaan of in de buurt van Den Haag, Delft of Dordrecht? Of gaat het hier niet om een stukje Nederland maar werd het werk geschilderd met een andere bedoeling? Voor een jubileum bijvoorbeeld. En buigen daarom de looftakken bovenin het beeld naar elkaar toe, als betrof het een toneeldecor? Dit schilderij geeft zijn geheim niet snel prijs. Er zit niets anders op om verder te zoeken. Kunt u ons helpen? Laat het weten via
[email protected] (wordt vervolgd)
N. Riegen (1827-1889) Schepen en roeiers op een rivier, doek 75 x 95 cm, gesign. en dat. 1889 1 19.000,-
Het Kröller-Müller Museum is bekend om zijn unieke ligging, de werken van Van Gogh, de prachtige beeldentuin en toonaangevende moderne kunst. Deze herfst staat de natuur centraal in Windflower, Perceptions of Nature. Een tentoonstelling waarin de schoonheid, de kracht en de kwetsbaarheid van de natuur tot uitdrukking komt. Twaalf kunstenaars, afkomstig uit westerse en niet-westerse culturen , die zich op een overtuigende en boeiende manier verhouden tot de natuur, geven hun visie. Met werken van Yoko Ono, Marco Pando Quevedo, Charly Nijensohn en Cai Guo Qiang. Te zien en te beleven van 9 oktober 2011 t/m 15 januari 2012. www.kmm.nl – Kröller-Müller Museum. Uniek in elk seizoen. Op 12 minuten rijden van Simonis & Buunk. Foto Jannes Linders
SIMONIS & BUUNK
Gevraagd: uw e-adres
EEN KEUR AAN KUNST Gewoonlijk: dinsdag t/m zaterdag 11-17 uur
U ontvangt deze krant per post. Hetgeen betekent dat we uw postadres kennen. En u dus ook catalogi kunnen sturen. En soms een speciale aankondiging. Maar. Niet alles gaat, vandaag de dag, nog via de klepperende brievenbus. We leven in het digitale tijdperk. En dus hebben we een vraag. Of u ons even uw e-mailadres zoudt willen doorgeven. Opdat we u, van tijd tot tijd, een nieuwsbrief kunnen zenden. Wees gerust: we overvoeren u niet. We mailen alleen als er écht iets leuks of interessants aan de hand is. Voorbeelden: de reis van onze jonge Mondriaans naar Georgië. En de Schubertiade in de Oude Kerk van Ede (met voordelige voorintekening). Fijn, u bent overtuigd.
19 e eeuw Notaris Fischerstraat 30 20 e eeuw Notaris Fischerstraat 19 Fischerhuis Notaris Fischerstraat 27 Post: huisnummer 30, 6711 BD Ede Tel: 0318 652888 Fax: 0318 611130
[email protected]
www.simonis-buunk.nl Afbeelding voorzijde omslag J.F. Gonin (1883-?) Jonge vrouw zittend op een tuinmuur, doek 66 x 39 cm, gesign. 1 12.500,-
Volg ons ook op
Ga dan naar www.simonis-buunk.nl/e-adres U krijgt er geen spijt van. SB
20
Samenstelling en redactie: Teo van den Brink, Joke Buunk, Mariëtte Simonis, Emilie Snellen Tekst: Paul Mertz, Constance Moes, Nina Wevers; externe redacteuren Ontwerp: Mart. Warmerdam, Haarlem Fotografie, lithografie & druk: ÈPOS | PRESS, Zwolle