Begroting WSD 2013 Financiële Meerjarenraming WSD 2014 t/m 2016
Boxtel, 26 april 2012
WSD Postbus 173 5280 AD Boxtel tel. 0411–650 111
1
Inhoud
Beleidsbegroting 1. Inleiding
4
2. Samenvatting
5
3. Nadere analyse van de begroting
5
4. Verbonden partijen
10
5. Weerstandvermogen
12
6. Financiering
15
7. Onderhoud kapitaalgoederen
16
8. Rechtmatigheid
16
Begroting 2013 en Financiële meerjarenraming 2014-2016 9. Begroting 2013 en Financiële meerjarenraming 2014-2016
18
10. Uitgangspunten en toelichting
19
Bijlagen 1. Bezetting Sw-medewerkers 2. Bezetting WWNV 3. Bezetting niet-gesubsidieerde arbeid (NGA) 4. Overzicht investeringen 5. Ontwikkeling voorzieningen 6. Overzicht leningen, rente en afschrijvingen 7. Overzicht bijdragen gemeenten 8. Ontwikkeling bestemmingsreserves 9. Specificatie onttrekking bestemmingsreserves 2013 10. A. Ontwikkeling algemene reserve B. Toets weerstandvermogen WSD
2
Beleidsbegroting WSD
3
1. Inleiding Twee dagen voordat de tweede kamer zou stemmen over de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) is het kabinet Rutte gevallen. In de week daarvoor leek in de tweede kamer een meerderheid op hoofdlijnen de plannen van staatssecretaris De Krom te gaan steunen. Wat de nu ontstane politieke situatie voor de WWVN betekent is, ten tijde van het schrijven van deze begroting, onzeker. Mogelijk komt de WWNV, in deze of wellicht gewijzigde vorm, pas na de verkiezingen in de tweede kamer aan de orde. We wachten het af. Voor deze begroting baseren we ons op het wetvoorstel WWNV en de relevante amendementen. De WWNV is in haar doelstellingen een goede wet. Het is echter zeer de vraag of de uitwerking van de wet, gegeven het realiseren van een platte bezuiniging, ook echt effect gaat sorteren en dus meer mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt naar regulier werk gaat helpen. Primaire doelstelling van de wet is zoveel mogelijk mensen regulier aan het werk: uitstekend. Prima is ook dat de wet beoogt om de huidige versnipperde wetten, de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw), de Wet Werk en Bijstand (Wwb) en de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (Wajong), bij elkaar te brengen tot één nieuwe wet: de WWNV. Goed is ook dat de verantwoordelijkheid voor de toeleiding van de brede doelgroep aan de onderkant van de arbeidsmarkt primair bij gemeenten wordt neergelegd (en niet meer bij gemeenten én UWV). Tenslotte is het positief dat de wet regionale samenwerking stimuleert. De WWNV gaat echter gepaard met zulke massieve bezuinigingen (€ 1.8 miljard) dat deze er toe leiden dat er geen middelen meer zullen zijn om de noodzakelijke begeleiding van de doelgroep richting de reguliere arbeidsmarkt te bekostigen. Het nieuwe instrument “loondispensatie” (waarbij een werkgever slechts voor het productieve deel van de medewerker betaalt) lijkt, zo wijzen pilots uit, in de markt niet te gaan werken. De aannames van staatssecretaris De Krom over de aanzuigende werking van de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing, zijn ondertussen door de economische crisis achterhaald. Tot slot dreigt de wet helaas een bureaucratisch gedrocht te worden. Onduidelijk is of de wet per 1 januari 2013 ingang zal vinden, maar vooralsnog gaan we daar van uit. Vanaf dat moment zullen de indicatiecriteria voor de Wsw aangescherpt zijn en zal het aantal Sw-arbeidsplaatsen landelijk de komende jaren afnemen van 100.000 tot 30.000 (“3 eruit, 1 erin”; ofwel ca. 4% krimp per jaar). In de WWNV komen de volgende groepen: de huidige Wwb-ers, dit betreft een groep van 350.000 mensen. Daarnaast stroomt in de WWNV de groep die onder de nieuwe indicatiecriteria niet meer tot de Wsw toegelaten wordt: 4000 mensen per jaar. En tenslotte komen in de WWNV de Wajongers met arbeidsvermogen. Hier gaat het om een instroom van 6000 mensen per jaar. WSD is een kerngezonde en goed draaiende organisatie. WSD investeert al jaren in professionalisering van organisatie, processen en methodieken met als doel om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt richting zo regulier mogelijk werk te ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn de WSD-Academie, Matchmaker en SiM (Succes in Mensontwikkeling). WSD investeert in haar netwerk met werkgevers, we doen zaken met 600 bedrijven in de regio, 12 prominente werkgevers zijn onze ambassadeur. Deze investeringen zijn niet voor niets geweest. WSD-Groep behoort inmiddels tot de top 10% van SW-bedrijven als het gaat om het aantal medewerkers dat middels begeleid werken, individuele detacheringen, groepsdetacheringen en Werken op Locatie bij reguliere werkgevers aan de slag zijn. Ook financieel betaalt dit beleid zich terug. De beweging naar buiten leidt immers tot gemiddeld hogere opbrengsten en minder kosten per medewerker. In de financiële benchmark scoort WSD-Groep in een zeer kleine kopgroep van SW-bedrijven die in 2011 (en naar verwachting in 2012) nog zwarte cijfers schrijft. In de gemeenten van de GR is de afgelopen maanden een proces op gang gebracht om na te denken over hoe om te gaan met de WWNV (in het kader van de drie grote decentralisaties: de jeugdzorg, de verschuiving van AWBZ naar WMO en de WWNV). In welke doelgroepen willen en kunnen we nog geld steken? Met welke gemeenten gaan we samenwerken? En hoe ziet de uitvoeringsorganisatie eruit? In de loop van 2012 zal daar helderheid over komen en zal ook helder worden hoe gemeenten de rol van WSD in de uitvoering van de WWNV zien.
4
WSD is klaar voor de toekomst. Wij, alle 2200 WSD medewerkers, denken en zijn ervan overtuigd, dat we met de infrastructuur en expertise die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd een waardevolle bijdrage kunnen leveren, om zowel de doelgroep Wsw (oud en nieuw) als de doelgroep WWNV, te ontwikkelen en toe te leiden naar zo regulier mogelijk werk. Deze ambitie ligt ten grondslag aan deze meerjarenbegroting.
2. Samenvatting Het DB heeft in haar vergadering van 20 april j.l. besloten om de uitvoering van de Wsw (oud én nieuw), in combinatie met de uitvoering van georganiseerd werk in het kader van de WWNV (het betreft hier het toeleiden naar zo regulier mogelijk werk van de doelgroep met een loonwaarde tussen de 30 en 80% van het wettelijk minimumloon), als uitgangspunt te nemen voor deze begroting. De begroting is opgebouwd uit 2 blokken, de exploitatie van de uitvoering van de Wsw (oud én nieuw) en de exploitatie van de uitvoering van de WWNV. In de begrotingsperiode daalt het aantal medewerkers Wsw van 1.630 fte’s (ca. 1.750 AJ) in 2012 naar 1.410 fte’s (ca. 1.520 AJ) in 2016. Dit wordt gecompenseerd door het aantal nieuwe WWNV trajecten dat in dezelfde periode groeit naar 620 fte’s. De exploitatie van de uitvoering van de Wsw verslechtert in de begrotingsperiode, ondanks de vergaande ombuigingen, naar een maximaal negatief resultaat van -/- € 3.2 mln. in 2015. Cumulatief in de begrotingsperiode gaat het hier om een totaal negatief resultaat van -/- € 9.5 mln. Hierbij dient aangetekend te worden dat het hier om de exploitatie van de uitvoering van de Wsw gaat, echter in combinatie met de uitvoering van de WWNV (de “ontwikkelvariant”). Als WSD sec de uitvoering van de Wsw zou doen (de “afbouwvariant”), dan zou het exploitatieresultaat verder verslechteren naar € 3.8 mln. in 2015 en € 11.6 mln. cumulatief over de begrotingsperiode (zie blz. 14). De exploitatie van de uitvoering van de WWNV is begroot met een resultaat rond € 0. Hier zijn echter de besparingen aan gemeentezijde op de uitkeringen (het I-deel) niet in meegenomen. Deze vallen strikt genomen ook buiten de WSD begroting. Deze besparing bedraagt tussen de € 7.8 en € 11.2 mln. cumulatief in de begrotingsperiode (zie paragraaf 3.5 voor de onderbouwing). Hiermee kan het negatieve resultaat op de WSD begroting ver (of geheel) worden gedekt. De begroting en de meerjarenraming zijn, zoals al enige jaren gebruikelijk, in één publicatie gecombineerd. Dat wil zeggen dat de tranche 2013 van deze publicatie gezien moet worden als de begroting 2013 en de tranches 2014 tot en met 2016 als de meerjarenraming. Dit is in het verleden een goede formule gebleken die goed inzicht geeft aan het bestuur, de deelnemende gemeenten en de toezichthouder. Tegelijkertijd is het een praktische aanpak die voorkomt dat er twee vrijwel identieke rapportages opgesteld moeten worden. Wat betreft de besluitvorming is er wel een verschil. De begroting moet vastgesteld worden door het Algemeen bestuur en voor de meerjarenraming kan volstaan worden met het voor kennisgeving aannemen.
3. Nadere analyse van de begroting 3.1 Gewijzigde indeling van de begroting en basisuitgangspunt De begroting 2013 en de meerjarenraming 2014 tot en met 2016 van WSD is anders opgezet dan in andere jaren. Met de verwachte grote veranderingen als gevolg van de invoering van de Wet Werken naar Vermogen in 2013 en de grote bezuinigingsoperatie is de indeling van de begroting aangepast ter verbetering van het inzicht. De gekozen hoofdindeling bestaat uit de volgende onderdelen: 5
1. 2. 3.
Exploitatiebegroting en ramingen uitvoering Wsw Exploitatiebegroting en ramingen uitvoering WWNV Overige posten, zoals exploitatiebijdrage, (incidentele) kosten herstructurering en onttrekking reserves.
Conform besluit van het Dagelijks bestuur d.d. 20 april 2012 is deze begroting gebaseerd op de zogenaamde “Ontwikkelvariant”. In deze variant voert WSD naast de Wsw (oud en nieuw) ook het georganiseerde werk in het kader van de WWNV uit. Deze variant is, naast de “Afbouwvariant” waarin WSD uitsluitend de Wsw oud en nieuw uitvoert, nader uitgewerkt door Ernst & Young. Ernst & Young heeft hierover gerapporteerd in hun variantenstudie “Varianten uitvoering WWNV” d.d. december 2011. 3.2 Bezetting Wsw en WWNV In de ontwikkelvariant die de basis vormt van deze begroting voert WSD zowel de Wsw als georganiseerd werk (het betreft hier de doelgroep met een verdiencapaciteit tussen de 30 en 80% van het minimumloon) in het kader van de WWNV uit voor alle 11 WSD gemeenten. De bezettingsaantallen Wsw en WWNV zijn gebaseerd op de Ontwikkelvarianten en ontwikkelen zich als volgt:
2200 2100 2000 1900 1800 1700 1600 1500 1400 1300 1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2012
2.070 fte
WWNV Groei
1.630 fte
WWNV Compensatie
1.020 fte WSW Afbouw
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Zie bijlage 1 en bijlage 2 voor de ontwikkelingen van de bezetting Wsw en WWNV De raming van de aantallen WWNV-ers die ingezet kunnen worden voor georganiseerd werk zijn geëxtrapoleerd op basis van de werkelijke WWB en SW bestanden per gemeente.
3.3 Uitvoering Wsw Subsidieresultaat Wsw Uitgegaan wordt van de Ontwikkelvariant, waarin WSD naast de Wsw (oud en nieuw) ook het georganiseerde werk in het kader van de WWNV uitvoert voor alle 11 aan WSD deelnemende gemeenten. In de variantenstudie is opgenomen een schets van het budgettaire probleem als gevolg van de bezuiniging op de vergoeding per arbeidsplaats Wsw bij vrijwel gelijkblijvende loonkosten Wsw. De vergoeding per arbeidsplaats (AJ) loopt terug van € 27.080 in 2010, via € 25.760 in 2011 en 2012 om vervolgens stapsgewijs uit te komen op € 22.050 in 2015 en volgende jaren. 6
Rekening is gehouden met een terugloop in het aantal arbeidsplaatsen Wsw van 4% per jaar op basis van natuurlijk verloop. Hierbij is conform het wetsvoorstel uitgegaan van de instroom van 1 arbeidsplaats voor elke 3 die uitstromen. Het overzicht hieronder schetst de tekorten nadat WSD de eerste bezuinigingen heeft opgevangen door de ombuigingsoperatie van € 3,0 mln. per jaar: 2012
2013
2014
2015
2016
Wsw-oud (AJ) Wsw nieuw (AJ)
1752 0
1700 18
1598 50
1501 81
1411 106
Totaal Wsw in AJ
1752
1718
1648
1582
1517
€0
- € 1,7
-€ 4,2
-€ 5,8
-€ 5,5
Subsidie tekort SW (* € 1,0 mln.)
Bron: rapport Varianten uitvoering WWNV van Ernst&Young dd. December 2011, p.12 Bedrijfsresultaat Wsw Het bedrijfsresultaat Wsw is het saldo van de baten die gegenereerd worden door de producten en diensten die WSD levert, afgezet tegen de kosten om deze te produceren. Verwacht wordt dat het bedrijfsresultaat in de periode sterk verbetert als gevolg van de volgende beleidsmaatregelen: I. Ombuigingsoperatie € 3,0 mln. in de periode 2011 t/m 2012 II. Geen afbouw van de begeleidingsorganisatie en infrastructuur van WSD. Omdat tegelijk met de reductie van de Wsw, de WWNV toeneemt, voordeel ca. € 0,6 mln. per jaar t.o.v. de afbouwvariant. III. Mensontwikkeling: de slag naar buiten, een verbetering oplopend tot € 2,6 mln. per jaar Dit geeft het volgende verloop van het bedrijfsresultaat Wsw (bedragen * € 1,0 mln.): 2013
2014
2015
2016
Cumulatief
-€ 0,3
-€ 0,9
-€ 1,5
-€ 2,1
-€ 4,8
Beleidsmaatregel II: Lineaire afbouw
€ 0,0
€ 0,3
€ 0,9
€ 1,5
€ 2,7
Compensatie maatregel II door uitvoering WWNV
€ 0,3
€ 0,6
€ 0,6
€ 0,6
€ 2,1
Beleidsmaatregel III: Slag van binnen naar buiten
€ 0,9
€ 1,7
€ 2,6
€ 2,5
€ 7,7
Bedrijfsresultaat na Maatregel I, II en III en compensatie uitvoering WWNV
€ 0,9
€ 1,7
€ 2,6
€ 2,5
€ 7,7
AF: gemeentelijke bijdrage in bestuurs- en indicatiekosten
€ 0,2
€ 0,2
€ 0,2
€ 0,2
€ 0,8
Bedrijfsresultaat exclusief gemeentelijke bijdrage
€ 0,7
€ 1,5
€ 2,4
€ 2,3
€ 6,9
Bedrijfsresultaat Wsw bij ongewijzigd beleid en maatregel I
Bron: rapport Varianten uitvoering WWNV van Ernst&Young dd. December 2011, p.13, maatregel II aangepast aan ontwikkelvariant
7
Geconcludeerd kan worden dat het bedrijfsresultaat in 2016 verbetert van -/- € 2,1 mln. bij ongewijzigd beleid naar positief € 2,5 mln. Cumulatief over de periode 2013 t/m 2016 gaat het over een verbetering van € 7,7 mln. In bovenstaande tabel is het bedrijfsresultaat ook exclusief gemeentelijke bijdrage in de bestuurs en indicatiekosten weergegeven. Op deze wijze is de aansluiting met de bedragen in de begroting en meerjarenraming te maken. In de begroting 2013 is de gemeentelijke bijdrage namelijk als aparte post opgenomen t.b.v. het inzicht voor de gemeenten. 3.4 Uitvoering WWNV Bedrijfsresultaat WWNV De uitgangspunten voor de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat WWNV zijn gebaseerd op de Ontwikkelvariant. Hierbij is in deze begroting de omvang en de ontwikkelcapaciteit van de doelgroep WWNV gebaseerd op de totale Wsw en de WWB populatie van de 11 WSD gemeenten, aangevuld met de verwachte instroom vanuit de Wajong. Op basis van de detailstudie in de gemeente Boxtel is de omvang en inzetbaarheid van de doelgroep met 30-80% loonwaarde geraamd voor alle 11 gemeenten. Dit is de groep die naar verwachting aangewezen zal zijn op georganiseerd werk. Dit leidt tot het volgende verloop van de bezetting WWNV in fte:
WWNV (voorheen WWB) WWNV (voorheen Wajong) WWNV (voormalige Wsw) Totaal fte WWNV
2013
2014
2015
2016
103 32 25 160
196 63 71 330
285 95 110 490
350 120 150 620
Van deze WWNV-ers is aangenomen dat zij een loonwaarde bezitten van gemiddeld 40% van het wettelijk minimum loon. Verder is aangenomen, conform de variantenstudie, dat deze groep zo regulier mogelijk geplaatst wordt in extern georganiseerde werkplekken zoals in het groen, de schoonmaak, de catering en via groepsdetachering, individuele detachering en begeleid werken/loondispensatie. Gemiddeld genereren deze werkplekken een positief bedrijfsresultaat van ca. € 3.500 per fte. Daarnaast is gerekend met een bijdrage in de kosten van begeleiding, opleiding en werkplekaanpassing van € 5.000 per fte per jaar. Dit zijn kosten die de gemeenten doorgaans dekken vanuit het participatiebudget. Het beslag dat georganiseerd werk op het participatiebudget heeft, ontwikkelt zich als volgt (bedragen * € 1.000): 2013
2014
2015
2016
€ 4.880
€ 3.900
€ 3.560
€ 3.690
Benutting t.b.v. georganiseerd werk
€ 800
€ 1.650
€ 2.450
€ 2.950
Percentage beslag georganiseerd werk op Participatiebudget
16%
42%
69%
80%
Beschikbaar Participatiebudget excl. Wsw
Bron: Participatiebudgetten cf. publicatie ministerie SZW op gemeenteloket (indicatieve budgetten) De uitvoeringskosten voor de WWNV zijn gebaseerd op de kosten voor de extern geplaatsten in de bovengenoemde werksoorten (detachering, groen, schoonmaak etc.) van WSD conform de begroting 2012. 8
Het bedrijfsresultaat WWNV ontwikkelt zich in de meerjarenraming van positief € 1,36 mln. in 2013 tot € 5,37 mln. in 2016. Deze positieve bedrijfsresultaten worden volledig benut om de loonwaarde van de WWNV-ers te betalen (40% loonwaarde). Daarmee is voor WSD de uitvoering van de WWNV budget neutraal. 3.5 Tekort Wsw en besparing op het Inkomensdeel Omdat WSD de hierboven loonwaarde vergoedt, besparen de gemeenten fors op hun uitkeringslast. Op dit moment is nog niet bekend wat de nieuwe budgetsystematiek wordt die het rijk m.i.v. 2014 gaat hanteren voor het Inkomensdeel (I-deel). In de concept wettekst staat dat er een objectief verdeelmodel zal komen voor alle gemeenten dat recht doet “aan het uitgangspunt dat goed gedrag beloond wordt” (zie memorie van toelichting paragraaf 6,2 p. 42 e.v.). Er zijn verschillende berekeningen gemaakt om de gevolgen voor het I-deel vast te stellen. Dat is gebeurd met behulp van een door het bureau KplusV ontwikkeld rekenmodel. Dit model geeft inzicht in de budgettaire gevolgen van werken met loondispensatie bij de werkgever (WSD), de gemeente en de cliënt. Berekend zijn: 1. Worst case scenario: dit is gebaseerd op het huidige historische verdeelmodel van kleine gemeenten. In dit geval mogen gemeenten slechts 2 jaar lang de bespaarde uitkering behouden, Na deze 2 jaar wordt het budget door de rijksoverheid afgeroomd. 2. Best case scenario: in dit scenario mogen de gemeenten de bespaarde uitkering structureel zelf houden. 3. Tussenscenario: dit is gebaseerd op het voorstel van de VNG aan het ministerie en aan de Tweede Kamer. In dit scenario mogen de gemeenten twee jaar lang de volledige besparing en de daarop volgende jaren 50% van de bespaarde uitkering houden. In onderstaande tabel is opgenomen wat in de drie scenario’s bespaard wordt op het I-deel. Indicatief is ernaast gezet welke bijdrage in de exploitatie WSD in de periode 2013 t/m 2016 van de gemeenten nodig heeft: Besparing op Inkomensdeel
2013
2014
2015
2016
Worst Case
€ 1.120
€ 2.310
€ 2.310
€ 2.310
€
Best case
€ 1.120
€ 2.310
€ 3.430
€ 4.340
€ 11.200
Tussenvariant
€ 1.120
€ 2.310
€ 2.870
€ 3.185
€
Budgettair tekort Wsw
-€ 790
-€ 2.530
-€ 3.240
-€ 3.020
-€ 9.580
cumulatief 7.770
9.485
Uit het overzicht blijkt dat de cumulatieve besparing op het I-deel in het worst case scenario ca. € 7,8 mln. bedraagt. Dit is ca. € 1,8 mln. minder dan het cumulatieve tekort op de SW ad € 9,6 mln. in deze periode. In de tussenvariant is het tekort ongeveer even groot als het verwachte tekort op de Wsw. In de best case variant is er een overschot van ca. € 1,6 mln. Overigens kan vermeld worden dat in de hele periode 2013 t/m 2016 ongeveer een bedrag van € 2,7 mln. bruto ten goede komt aan de cliënten in de WWNV. Dit is wat zij meer aan bruto inkomen ontvangen dan in het geval van een volledige bijstandsuitkering. Tot slot kan opgemerkt worden dat de risico’s die samenhangen met dienstverbanden in het kader van georganiseerd werk in de WWNV aanzienlijk beperkt kan worden door gebruik te maken van tijdelijke dienstverbanden (max. 3 jaar volgens de Wet flex en zekerheid). 9
4. Verbonden partijen 4.1. Organigram WSD-groep In het onderstaande organigram is de organisatie van WSD inclusief verbonden partijen weergegeven.
Bestuur Gemeenschappelijke regeling
Algemeen Directeur
Sociale en Economische Zaken Projecten Bureau
Juridische Zaken
Stichting Blizo
Bedrijven
Trajecten en Detacheringen
In Werk B.V. (100%)
WSD Holding B.V. (100%)
WSD Participatie B.V. (100%)
RvC
Personeelsbeheer B.V. (100%)
Het Goed Dommeldal B.V. (49%)
De structuur van de werkbedrijven binnen de Gemeenschappelijke regeling WSD is door invoering van een nieuwe TOP-structuur per 1 april 2011 gewijzigd. De voorheen in 4 werkbedrijven (Industrie, Groen,Bouw & Dienstverlening, Re-integratie & Detachering en In Werk) ondergebrachte product-marktcombinaties zijn per 1 april geherstructureerd naar 2 bedrijven: Trajecten & Detachering en Bedrijven met in totaal 7 PMC’s.
4.2 Stichting Blizo De stichting Blizo-werkgemeenschap, gevestigd te Vught, is opgericht op 9 november 1971. Het doel is het bevorderen van de deelname van visueel en anderszins gehandicapten aan het maatschappelijk economisch productieproces onder andere door het verschaffen van aangepast werk zoals bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening. Op 7 oktober 1994 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de gemeenschappelijke regeling WSD en op 24 september 1999 is een nieuwe overeenkomst gesloten waarin is opgenomen dat het bestuur van WSD en het bestuur van Blizo een personele unie vormen.
4.3 Private structuur onder de gemeenschappelijke regeling Met de vaststelling van de strategienota 2010-2013 “Doorontwikkeling van mens en organisatie” is het beleid voor de komende jaren scherp geformuleerd. WSD is een moderne, resultaatgerichte, maatschappelijke onderneming met een onmisbare sociale rol in de regio. WSD is ván en vóór de gemeenten van de gemeenschappelijke regeling. WSD biedt haar diensten aan voor alle inwoners. WSD profileert zich hierbij als gemeenschappelijke regeling en dus als (publiek) verlengstuk van de gemeenten. WSD streeft naar duurzame partnerships met onder andere UWV Werkbedrijf en regionale private bedrijven. Dit in nauwe samenwerking met Werkpleinen en gemeenten. WSD kiest er bij voorkeur niet voor om deelnemer / mede eigenaar te worden van private bedrijven, tenzij noodzakelijk uit strategische overweging.
10
De aankomende invoering van de WWNV per 1 januari 2013 en de strategische keuzes die het bestuur en de deelnemende gemeenten daarbij maken, vormen in de loop van 2012 het kader voor een nieuwe strategienota voor WSD. In het vervolg daarop zal bezien worden wat een en ander betekent voor de structuur van WSD groep. Hieronder wordt de huidige private structuur onder WSD beschreven. WSD Holding B.V., gevestigd te Boxtel is per 24 maart 2003 opgericht met als doelstelling het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met en het voeren van de directie over andere ondernemingen, alsmede het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere ondernemingen, met name van die waarmee de vennootschap in een groep is verbonden. Kortom WSD Holding B.V. is een houdstermaatschappij die zelf geen activiteiten uitvoert, maar wel beleidsinvloed heeft op de dochterwerkmaatschappijen. De aandelen zijn voor 100% in handen van de gemeenschappelijke regeling WSD. WSD Personeelsbeheer B.V., gevestigd te Boxtel, is opgericht op 16 december 2003 met als doelstelling het tegen vergoeding detacheren van personeel naar met name de WSD en haar B.V.’s. Ook kan personeel gedetacheerd worden naar de deelnemende gemeenten en naar derden. Daarnaast wordt WSD Personeelsbeheer B.V. gebruikt om als werkgever te fungeren van gesubsidieerd personeel dat werkzaam is op basis van de Wet werk en bijstand of een UWVuitkering. De aandelen van WSD Personeelsbeheer B.V. zijn voor 100% in handen van WSD Holding B.V. In Werk B.V., gevestigd te Boxtel, is opgericht op 16 december 2003 met als doelstelling het uitvoeren van re-integratiediensten ten behoeve van de arbeidsmarkt in de meest ruime zin. In het kader van de strategische herpositionering zijn deze activiteiten per 1 januari 2007 overgeheveld naar de gemeenschappelijke regeling WSD en ondergebracht bij In Werk. In de toekomst zal duidelijk worden op welke wijze deze vennootschap dienstbaar kan worden gemaakt aan de doelstellingen van de WSD-Groep. De aandelen van In Werk B.V. zijn voor 100% in handen van WSD Holding B.V. WSD Participatie B.V., gevestigd te Boxtel, is opgericht per 31 maart 2010 met als doelstelling het ontwikkelen c.q. bieden van passende werkgelegenheid, oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het besturen van, alsmede het (doen) financieren van ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere ondernemingen. Kortom WSD Participatie B.V. is een participatiemaatschappij die zelf geen activiteiten uitvoert, tenzij door het uitoefenen van aandeelhoudersrechten in ondernemingen waarin wordt deelgenomen. De aandelen van WSD Participatie B.V. zijn voor 100% in handen van WSD Holding B.V. Het Goed Dommeldal B.V., statutair gevestigd te Emmeloord, is opgericht in mei 2010 door Het Goed Participatie B.V. (51%) en WSD Participatie B.V. (49%) met als doelstelling de exploitatie van een kringloopbedrijf. In het bijzonder de optimalisering van de inzameling en het hergebruik van grof huishoudelijk afval en textiel, het scheppen van betaalde werkgelegenheid en mogelijkheden voor mensen met een grote achterstand op de arbeidsmarkt waaronder in het kader van de Wsw, het samenwerken met, het deelnemen in, het overnemen van en het besturen van andere vennootschappen en ondernemingen, het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere ondernemingen. WSD Participatie B.V. heeft een minderheidsbelang in Het Goed Dommeldal B.V. maar heeft middels statutair vastgelegde afspraken een beslissende stem op een aantal specifiek benoemde terreinen (onder andere benoeming en ontslag bestuurder en toezicht onderneming).
11
5. Weerstandvermogen 5.1 Beleid met betrekking tot bepaling weerstandvermogen Jaarlijks wordt, als uitvloeisel van het besluit in 2004 van het Algemeen bestuur, op basis van een risico-inventarisatie en –analyse, het benodigde weerstandsvermogen geëvalueerd en vastgesteld. De vertaling van risico’s naar weerstandsvermogen vindt plaats middels het standaard model van Deloitte. In juni 2011 heeft het Algemeen bestuur het maximale weerstandsvermogen vastgesteld op € 15,0 mln.. Dit bedrag is overigens exclusief de negatieve effecten van de stelselwijziging Wsw, omdat die op dat moment niet te kwantificeren waren. De jaarlijkse exploitatieoverschotten van WSD worden aan de reserves van WSD toegevoegd tot dat dit maximum bereikt is. De berekening is gemaakt volgens het in 2004 vastgestelde model waarin rekening wordt gehouden met tijden van hoog- en laagconjunctuur waarvoor een minimale en een maximale omvang van de financiële buffer wordt bepaald. Voor de berekening 2012 is dit model wederom gebruikt om de normale bedrijfsrisico’s van WSD te bepalen. Inmiddels worden deze bedrijfsrisico’s overschaduwd door de budgettaire risico’s die samenhangen met het rijksbeleid met betrekking tot de Wsw. Deze budgettaire risico’s zijn inmiddels nader geanalyseerd. In de notitie “weerstandvermogen WSD 2012” die aangeboden wordt aan het Algemeen bestuur zijn zowel de bedrijfsrisico’s als de budgettaire risico’s opgenomen. Hieronder treft u de samenvatting van deze notitie aan. 5.2 Bedrijfsrisico’s WSD De vertaling van de bedrijfsrisico’s naar weerstandsvermogen vindt plaats middels het standaardmodel zoals dat door Deloitte is ontwikkeld. Met behulp van dit model worden op een systematische wijze risico’s geïnventariseerd. Het model houdt rekening met omzetrisico’s, investeringsrisico’s, conjunctuurgevoeligheid en specifieke risico’s. De berekening is gemaakt volgens het in 2004 vastgestelde model waarin rekening wordt gehouden met tijden van hoogen laagconjunctuur waarvoor een minimale en een maximale omvang van de financiële buffer wordt bepaald. Hiervoor heeft in de afgelopen weken een uitgebreide risico-inventarisatie binnen de bedrijven en afdelingen van WSD plaatsgevonden. Voor de bepaling van het benodigde weerstandvermogen op grond van bedrijfsrisico’s van WSD wordt onderscheid gemaakt in twee risicogroepen: 1.
Bedrijfsrisico’s van de gemeenschappelijke regeling. Dit zijn risico’s die voorvloeien uit de bedrijfsmatige activiteiten van de pmc’s in Bedrijven en Trajecten & Detacheringen. Deze risico’s worden beïnvloed door enerzijds de marktrisico’s en anderzijds door de onzekere ontwikkeling van de omvang van het aantal plaatsingen en trajecten door gemeenten bij WSD onder de WWNV. Met de gevolgen van de keuze dat WSD enkel het krimpscenario Wsw uitvoert wordt in dit onderdeel van de totale risicoanalyse beperkt rekening gehouden. Expliciet vormt dit het risico dat in de paragraaf risico krimpscenario Wsw wordt uitgewerkt.
2.
Risico deelnemingen. Dit zijn de risico’s die voortvloeien uit de private bedrijven van WSD: WSD Holding BV, WSD Participatie BV, WSD Personeelsbeheer BV en WSD In Werk BV. Bij dit risico behoren ook de activiteiten die WSD voor deze BV’s verricht in de vorm van (backoffice) dienstverlening.
Uit de nu voorliggende bedrijfsrisicoanalyse blijkt dat het bedrijfsrisicoprofiel van WSD het afgelopen jaar is toegenomen. De omvang en duur van de economische crisis hebben gevolgen voor het risicoprofiel van WSD. In onderstaand overzicht is de toename van het risicoprofiel als gevolg van een toename van de bedrijfsrisico’s van de gemeenschappelijke Regeling WSD opgenomen.
12
Overzicht bedrijfsrisico’s WSD (Bedragen * € 1.000): Risico Bedrijfsrisico Gem. Regeling WSD Risico deelnemingen Totaal Bedrijfsrisico (maximum positie weerstandvermogen)
2009
2010
2011
2012
€ 12.200
€ 12.000
€ 12.300
€ 12.500
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 13.300
€ 12.100
€ 12.400
€ 12.600
Verandering 2012 t.o.v. 2011 +/+
+/+
€ 200
€ 200
Benadrukt wordt dat de internationale bankencrisis geen directe gevolgen heeft voor WSD. WSD gaat prudent om met haar vermogen en doet slechts zaken met bankinstellingen met een double A-status. Het risico m.b.t. de deelnemingen is beperkt gelet op het risicobeheer en het weerstandvermogen in de private structuur. Het risico voor WSD betreft uitsluitend het wegvallen van omzet als gevolg van het evt. wegvallen ondersteunende activiteiten die voor de BV’s worden uitgevoerd. Naar verwachting wordt in 2012 de besluitvorming afgerond m.b.t. de vorming van een schoonmaakcoöperatie waarin WSD, Diamant-groep en Weener Groep participeren. Deelname van WSD vindt plaats door WSD Holding BV. In het businessplan van de coöperatie is een risico analyse opgenomen. Voorzichtigheidshalve wordt er van uitgegaan dat de risico’s van de deelname aan de coöperatie gelijk zijn aan die van de huidige eigen schoonmaakactiviteiten. 5.3 Budgettaire risico’s WSD: 2 varianten Hieronder worden de budgettaire risico’s geanalyseerd als gevolg van de bezuinigingen, de krimp van de Wsw en de uitvoering van de WWNV. Hiervoor worden twee varianten nader geanalyseerd: de afbouwvariant (WSD voert uitsluitend SW oud en nieuw uit) en de Ontwikkelvariant (WSD voert naast de Wsw oud en nieuw ook het georganiseerde werk in het kader van de WWNV uit). De budgettaire risico’s zijn gebaseerd op de in december 2011 gepubliceerde variantenstudie van Ernst & Young die in opdracht van het bestuur van WSD is opgesteld. A. Budgettaire risico’s van de Afbouwvariant Onderdeel van de WWNV vormt een stringente beperking van de toegang tot de Wsw. Wanneer WSD enkel de uitvoering van de Wsw door de gemeenten krijgt opgedragen heeft dat forse financiële consequenties. De reductie in arbeidsplaatsen Wsw vanaf 2013, door een uitstroom van 6% per jaar en een instroombeperking tot 1/3 van de uitstroom, leidt tot een daling van 1.750 arbeidsplaatsen in 2012 naar 1.400 in 2018 (-20%). Uiteindelijk zal de SW-populatie in het jaar 2040 eindigen op de eindstand van ca. 600 arbeidsplaatsen, circa een derde van de stand in 2012. Naast de reductie in arbeidsplaatsen vindt er ook een bezuiniging plaats op de vergoeding per arbeidsplaats. In 2010 bedroeg deze nog € 27.080 per plaats, voor 2011 en 2012 is deze verlaagd naar € 25.760. Het bestuur heeft in 2010 besloten tot vergaande maatregelen om de eerste bezuinigingen op te vangen. Er is een ombuigingsprogramma vastgesteld van € 3 mln., ofwel 15%! van het totale uitvoeringsbudget van WSD van ca. € 19 miljoen. Het gaat om een beperking van de ambtelijke bezetting met 30 fte op een bezetting van 200 fte en een kostenreductie van € 1,0 mln. structureel. Daarnaast wordt ingezet op een omzetstijging ad € 1,0 mln. (ondermeer) in samenwerking met de gemeenten. Eind 2012 wordt het ombuigingsplan afgerond. Naar verwachting heeft WSD dan de eerste bezuinigingsronde kunnen opvangen. Het exploitatieresultaat zal dan ongeveer nihil zijn. Na 2012 wordt de rijksbijdrage per arbeidsplaats stapsgewijs verder verlaagd tot € 22.050 per arbeidsplaats in 2015 en volgende jaren. Het budgettaire tekort zal door deze rijksmaatregelen 13
de komende jaren oplopen tot een maximum van € 5,8 mln. in 2015. In dat jaar is de bezuiniging per arbeidsplaats maximaal en is het bestand oude populatie nog omvangrijk. In de jaren daarna neemt het tekort geleidelijk af tot € 5,0 mln. in 2018. Naast het subsidietekort ontstaat, zonder aanvullende beleidsmaatregelen ook een negatief bedrijfsresultaat (lagere bezetting, doorlopende uitvoeringskosten). Door een aantal voorgenomen beleidsmaatregelen kan dit tekort worden teruggedrongen: 1. 2.
Lineaire afbouw van de ambtelijke begeleidingsorganisatie en infrastructuur Mensontwikkeling: nog éénmaal de slag naar buiten met de bestaande SW doelgroep.
Het exploitatietekort na deze maatregelen loopt op tot € 3,8 mln. in 2015 en loopt daarna zeer geleidelijk terug. Voor de bepaling van het totale maximale weerstandsvermogen voor wat betreft het onderdeel budgettaire tekort wordt het cumulatieve tekort in de begrotingsperiode genomen, zijnde € 11,6 mln. Overigens moet bedacht worden dat in deze variant ook in de jaren na 2016 een structureel tekort zal blijven bestaan. B. Budgettaire risico’s van de Ontwikkelvariant De ontwikkelvariant uit deze variantenstudie is uitgewerkt en opgenomen in de begroting 2013 en meerjarenraming 2014 t/m 2016 van WSD. Conclusie van deze variant is dat het tekort op de uitvoering van de Wsw met ca. € 0,6 mln. per jaar verbeterd kan worden, omdat er geen lineaire afbouw van de begeleidingsorganisatie en infrastructuur hoeft plaats te vinden. De afbouw van de SW bezetting wordt in dit scenario ruimschoots gecompenseerd door de instroom van WWNV-ers. De exploitatie van de uitvoering van de WWNV kan onder voorwaarden budgetneutraal worden uitgevoerd door WSD. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddelde loonwaarde van 40% van de WWNV-ers. Bij de gemeenten ontstaat op hierdoor een forse besparing op het zogenaamde Inkomensdeel. Dat is het budget waaruit gemeenten hun bijstanduitkeringen betalen. Deze besparing bedraagt tussen de € 7,8 mln. en de € 11,2 mln. over de periode 2013 t/m 2016. Gemeenten zouden kunnen besluiten om deze besparing in te zetten ter dekking van de tekorten op de Wsw. Dat cumulatieve tekort over de periode 2013 t/m 2016 bedraagt € 9,5 mln. In dat geval zijn de begroting WSD 2013 en de meerjarenraming 2014 t/m 2016 vrijwel sluitend. Door de gemeenten binnen de GR wordt onderzocht hoe zij (al dan niet in samenwerking met andere gemeenten) de uitvoering van de WWNV vorm willen gaan geven. Welke rol WSD daarin gaat spelen is nog niet bekend. Dit geldt ook voor een mogelijke rol van WSD op het snijvlak van WMO en AWBZ. Besluitvorming bij gemeenten en WSD over hoe aan de WWNV uitvoering zal worden gegeven, zal in de loop van 2012 plaatsvinden. In het kader van deze risicoanalyse mag duidelijk zijn dat zonder een grote rol voor WSD in de uitvoering van georganiseerd werk in het kader van de WWNV voor alle 11 gemeenten er, zoals in onderdeel A vermeld is, een fors exploitatietekort bij WSD ontstaat. In welke mate dat risico wordt beperkt hangt daarom in sterke mate af van de keuzes die de 11 gemeenten maken. Daarnaast is er nog veel onduidelijk over het budgettaire verdeelsysteem rond de participatie en voor het I-deel. Voor de bepaling van het minimale weerstandsvermogen m.b.t. het budgettaire risico wordt voorzichtigheidshalve uitgegaan van 80% van het financiële risico zoals in de Afbouwvariant becijferd, zijnde € 9,3 mln. (80% van € 11,6 mln.)
5.4 Omvang weerstandvermogen In het voorgaande zijn de bedrijfsrisico’s en de budgettaire risico’s nader geanalyseerd. Indien we deze voor de minimum en maximum variant op een rij zetten ontstaat het volgende beeld:
14
Overzicht Minimum en maximum risico WSD (Bedragen * € 1.000):
Risico soort
Minimum omvang
Maximum omvang
€
7.500
€ 12.600
Risico Budgettair risico
€
9.300
€ 11.600
Totaal risico
€ 16.800
€ 24.200
Bedrijfsrisico’s
Op basis van bovenstaand overzicht van het totale risico is het voorstel om het maximum weerstandvermogen vast te stellen op € 24,2 mln. Gelet op de grote onzekerheden en risico’s van de gemeenschappelijke regeling WSD wordt voorgesteld om het exploitatieresultaat 2012 ad € 2,3 mln. toe te voegen aan het weerstandvermogen van WSD. Hiervoor is een separaat voorstel geschreven.
6. Financiering In de Begroting 2013 en de meerjarenraming 2014 t/m 2016 is uitgegaan van het financiële beleid van WSD zoals vastgelegd door het Algemeen Bestuur in het treasurystatuut WSD d.d. 16 december 2009. WSD gaat uiterst prudent om met het aantrekken en uitzetten van liquiditeiten en kiest daarbij alleen voor Nederlands financiële ondernemingen die kunnen voldoen aan de hoogste rating: Double-A (AA). Verder beperkt WSD zich bij zowel het uitzetten als aantrekken van liquiditeiten tot beproefde en technisch eenvoudige producten. We maken geen gebruik van producten als derivaten e.d., simpelweg vanwege het inherente risico en omdat kennis en kunde rondom dergelijke producten ontbreekt. We willen voor de besluitvorming over dergelijke producten niet afhankelijk zijn van de advisering daaromtrent door financiële ondernemingen. In de meerjarenraming wordt ervan uitgegaan dat WSD in de jaren 2013 tot en met 2016 geen leningen behoeft aan te trekken en dat de bestaande leningen geleidelijk worden afgelost. Investeringen worden gefinancierd met eigen middelen. WSD brengt haar overtollige liquiditeiten onder bij gerenommeerde banken met een Double A-status (BNG en Rabobank). Kasgeldlimiet WSD zal volgens de begroting en ramingen ook in de jaren 2013 tot en met 2016 binnen de door de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) gestelde norm voor de kasgeldlimiet blijven. Renterisiconorm WSD zal volgens de begroting en ramingen ook in de jaren 2013 tot en met 2016 ruimschoots binnen de door de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) gestelde renterisiconorm blijven. De door WSD afgesloten leningen hebben een rentetypische looptijd die gelijk is aan de totale looptijd van de leningen. Daarom is er geen sprake van renterisico in de zin van de Wet Fido.
15
7. Onderhoud Kapitaalgoederen De enige kapitaalgoederen van WSD waarbij sprake is van onderhoudskosten van enige materiële omvang zijn de gebouwen. In totaal is de boekwaarde ultimo 2011 van de gebouwen, inclusief grond, terreinvoorzieningen en installaties € 6,5 mln.. In 2007 is er een (intern) onderzoek uitgevoerd naar de staat van onderhoud en is de meerjarenonderhoudsbegroting geactualiseerd. De conclusie uit dit onderzoek is dat de onderhoudskosten de komende jaren waarschijnlijk een stabiel patroon zullen kennen. Geen rekening is gehouden met de gevolgen van het in de toekomst afstoten van huisvestingslocaties.
8. Rechtmatigheid Het Algemeen Bestuur heeft het controleprotocol, het normenkader en de toleranties, alsmede de bijgestelde Financiële verordening ex art. 212 gemeentewet vastgesteld. Jaarlijks wordt beoordeeld in hoeverre actualisering van deze kaders aanpassing behoeven wegens relevante wijzigingen in wet- en regelgeving. De formele kaders voor de rechtmatigheid zijn voor 2012 ongewijzigd. De door het bestuur vastgestelde fouttolerantie is 1% en de onzekerheidstolerantie 3%. De rapporteringgrens ligt op 20%. In deze meerjarenraming wordt uitgegaan van bestendiging van voornoemd beleid en kaders. Met ingang van 2008 is WSD een meerjarig ontwikkelingsprogramma gestart: “WSD in Control”. Doelstelling van dit programma is om nog beter in control te komen als totale organisatie. In 2008 is op basis van een risico-analytische benadering voor alle materiële processen in beeld gebracht welke interne controlemaatregelen relevant zijn met het oog op de borging van zowel getrouwheid als rechtmatigheid. Het gaat daarbij zowel om de kwaliteit van de uitgevoerde interne controles, zijn bevindingen teruggelegd in de organisatie, zijn de herstelacties gemonitord en is het management team geïnformeerd over de voortgang.
16
Begroting WSD 2013 en Financiële meerjarenraming 2014 t/m 2016
17
9. Begroting WSD 2013 en meerjarenraming 2014 t/m 2016 (Bedragen * € 1.000)
Jaarrekening 2011
begroting 2012
begroting 2013
14.226 1.593 10.557 5.573
14.850 1.280 10.390 5.422
15.400 960 10.200 5.457
15.640 780 9.780 5.180
15.930 720 9.390 4.910
15.270 620 9.000 4.620
‐311
318
703
1.460
2.350
2.270
42.294 40.838
42.810 42.470
40.200 41.900
36.300 40.500
33.120 38.920
31.760 37.260
1.456
340
‐1.700
‐4.200
‐5.800
‐5.500
200
202
207
210
210
210
1.345
860
‐790
‐2.530
‐3.240
‐3.020
1.840 800 960 320
3.830 1.650 1.980 660
5.680 2.450 2.940 980
7.380 2.950 3.720 1.240
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Uitvoering Wsw Netto Toegevoegde Waarde Wsw Overige opbrengsten Salariskosten NGA Overige bedrijfskosten Wsw Bedrijfsresultaat Wsw
Wsw-subsidie Loonkosten en subsidiegerelateerde kosten Wsw Subsidieresultaat Wsw
Gemeentelijke bijdrage in bestuurskosten EXPLOITATIERESULTAAT Wsw Uitvoering WWNV Netto Toegevoegde Waarde WWNV Bijdrage begeleidingskosten WWNV Salariskosten NGA Overige bedrijfskosten WWNV Bedrijfsresultaat Wwnv
‐
‐
1.360
2.840
4.210
5.370
Loonkosten WWNV (loonwaarde)
‐
‐
1.360
2.840
4.210
5.370
EXPLOITATIERESULTAAT WWNV
‐
‐
0
0
0
0
EXPLOITATIERESULTAAT WSW+WWNV
1.345
860
‐790
‐2.530
‐3.240
‐3.020
‐
‐
790
2.530
3.240
3.020
1.345
860
0
0
0
0
453
‐220
0
0
0
0
1.270
940
1.910
2.350
1.200
1.000
528
‐300
‐1.910
‐2.350
‐1.200
‐1.000
1.730
1.400
1.910
2.350
1.200
1.000
2.258
1.100
0
0
0
0
Bijdrage gemeenten in exploitatie EXPLOITATIERESULTAAT NA BIJDRAGE GEMEENTEN IN EXPLOITATIE
Incidentele baten (+) en lasten (-) Kosten herstructurering Exploitatieresultaat totaal voor onttrekkingen
Onttrekkingen reserves
Exploitatieresultaat totaal na onttrekkingen
18
10. Uitgangspunten Begroting 2013 en Meerjarenraming 2014-2016 Algemene uitgangspunten en gehanteerde bronnen. 1.
De onduidelijkheid rond de landelijke politieke situatie maakt het erg lastig om een begroting en een meerjarenraming op te stellen. In deze begroting WSD 2013 en meerjarenraming 2014 t/m 2016 wordt er van uitgegaan dat de door het kabinet Rutte geplande bezuinigingen evenals de reductie van het SW volume onverkort doorgaan. Tevens wordt er van uitgegaan dat de WWNV, althans de inhoudelijke en financiële hoofdlijnen ervan, zoals een forse bezuiniging op het participatiebudget en de inzet van loondispensatie als nieuw instrument, onverkort doorgang vinden.
2.
Ten behoeve van de inzichtelijkheid van de resultaten is ervoor gekozen om met ingang van deze begroting een splitsing te maken tussen twee exploitaties. Enerzijds de uitvoering van de Wsw, met daarin opgenomen alle bezuinigingen en de reductie van de SW bezetting. Anderzijds met ingang van 2013 de WWNV exploitatie met een groei in de bezetting.
3.
Het Dagelijks bestuur van WSD heeft in haar vergadering van 20 april 2012 besloten om deze begroting op te stellen op basis van de zogenaamde “Ontwikkelvariant”, waarbij WSD naast de uitvoering van WSW oud, Beschut Werken (SW nieuw) uitvoert, alsmede het georganiseerd werk in het kader van de WWNV voor alle 11 deelnemende gemeenten. Dit conform het voorkeurscenario uit de variantenstudie die Ernst & Young in opdracht van het bestuur van WSD heeft opgesteld. Uitgangspunt is maximale benutting van de verdiencapaciteit van de doelgroep en daarmee beperking van de uitkeringslast voor de deelnemende gemeenten en maximale participatie voor de doelgroepmedewerker.
4.
WWNV-ers zijn in dienst bij een werkgever of via WSD (Personeelsbeheer BV). Conform de missie van WSD worden WWNV-ers zo regulier mogelijk te werk gesteld middels georganiseerd werk (begeleid werken/loondispensatie, individuele detachering, groepsdetachering, schoonmaak, groen, catering, etc.).
5.
Per 1-1-2013 worden de middelen voor Wsw en het Participatiebudget samengevoegd in één ontschot budget. De precieze systematiek moet nog door het ministerie worden vastgelegd in nadere besluiten en regels. Deze begroting is gebaseerd op de kennis op dit moment en de budgetten zijn gebaseerd op de door het ministerie in maart 2012 op het Gemeenteloket gepubliceerde indicatieve budgetten 2013 t/m 2016.
6.
Geen rekening is gehouden met andere grote decentralisaties zoals Awbz-begeleiding naar de WMO.
Belangrijkste mutaties in de begroting en meerjarenraming t.o.v. de begroting 2012 7.
Zoals hiervoor gesteld onderkennen we in het exploitatiemodel de uitvoering van twee regelingen, de WSW en de WWNV. Beide regelingen zijn separaat begroot. Voor de uitvoering van beide regelingen wordt gebruik gemaakt van dezelfde infrastructuur en werksoorten van WSD. De resultaten voor de uitvoering van beide regelingen zijn ontleend aan de variantenstudie van Ernst & Young.
8.
Wsw a. Bezetting Wsw: De Wsw wordt volgens rijksbeleid afgebouwd van 100.000 arbeidsplaatsen nu naar 30.000 in de toekomst. Voor WSD betekent dat een afname van ca. 1.750 arbeidsplaatsen naar op termijn 600 plaatsen. De afname vindt plaats via natuurlijk verloop waarbij geldt dat voor elke 3 uitgestroomde SW-ers er weer 1 nieuw kan instromen. Zie bijlage 1 voor een gedetailleerd verloop van de Wsw bezetting bij WSD. b. Vergoeding per arbeidsplaats: de rijksbijdrage wordt stapsgewijs verlaagd van € 27.080 per AJ in 2010, € 25.760 in 2011 en 2012, € 24.770 in 2013, € 23.200 in 2014 naar € 22.050 in 2015 en volgende jaren (zie ook punt 16). c. Ombuigingsoperaties: als gevolg van de hiervoor genoemde bezuinigingen en reductie zou de exploitatie van WSD bij ongewijzigd beleid verslechteren tot een oplopend negatief jaarresultaat van € 8,2 mln. in 2018. Het bestuur van WSD heeft een aantal beleidsmaatregelen getroffen om de tekorten te minimaliseren. Deze zijn als volgt 19
opgenomen in deze begroting en raming: I. Ombuigingsoperatie van € 3,0 mln. Dit betreft omzetverhoging en kostenreductie in de periode 2011 t/m 2012. Deze operatie is volledig verwerkt in de jaarrekening 2011 en de begroting 2012. II. Lineaire afbouw van de kosten van WSD (ambtelijke bezetting en infrastructuur) zoveel mogelijk gelijk opgaand met de afname van de SW-populatie. In dit afbouwscenario betekent dit een extra last van ca. € 0,6 mln. per jaar las gevolg van het na-ijlen van deze afbouw op de volume teruggang. In het hier begrote scenario treedt dit effect niet op omdat er geen sprake is van afbouw van de infrastructuur. De reductie van de SW populatie wordt immers ruimschoots gecompenseerd door de instroom van de WWNV populatie. Dit geeft een structureel voordeel van € 0,6 mln. per jaar t.o.v. het afbouwscenario. III. Mensontwikkeling (de slag naar buiten): de huidige SW-populatie van WSD kan de komende nog stappen maken op de reïntegratieladder. Ingeschat wordt dat bijvoorbeeld circa de helft van de populatie binnen kan doorontwikkelen naar werksoorten buiten. Dit levert na ca. drie jaar een voordeel op van ca. € 2,6 mln. per jaar. 9.
Kosten herstructurering: Alle kosten die samenhangen met de ombuigingsoperatie en herstructurering zijn in deze separate post opgenomen. De vrijval van de herstructureringsfaciliteit en de bestemmingsreserve reorganisatie ter dekking van deze kosten zijn eveneens separaat opgenomen. De vrijval loopt grotendeels synchroon met de beschikbare tranches uit de herstructureringsfaciliteit van het ministerie.
10. WWNV Er wordt van uitgegaan dat met ingang van 1 januari 2013 de WWNV van kracht wordt. Daarmee komen naast de WWB en de WSW ook de nieuwe instroom vanuit Wajong met arbeidsvermogen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De gemeenten krijgen hiervoor één ongedeeld budget, waarop overigens wel zeer fors wordt bezuinigd. In deze begroting en meerjarenraming richt WSD zich op de WWNV populatie die aangewezen is op georganiseerd werk. Dat is de doelgroep met een netto verdiencapaciteit van 30-80% van het minimum loon. De uitkomsten uit de variantenstudie voor de gemeente Boxtel zijn geëxtrapoleerd naar alle 11 WSD gemeenten. Daarbij is ermee rekening gehouden dat mensen die voorheen in de SW zouden instromen nu in de WWNV terecht komen. Zie bijlage 2 voor een gedetailleerd overzicht van de begrote WWNV bezetting bij WSD. De verdiencapaciteit van de WWNV-ers wordt op gemiddeld 40% loonwaarde gesteld en de bedrijfsresultaten zijn gebaseerd op de begrote bedrijfsresultaten van WSD in 2012 voor deze doelgroep. Deze zijn gebaseerd op de gemiddelden van de werksoorten begeleid werken, individuele detachering, groepsdetachering, groen, schoonmaak en catering. 11. Loondispensatie: een belangrijk onderdeel van de WWNV is loondispensatie. Dit betekent dat een WWNV-er in dienst treedt bij een werkgever en dat deze werkgever uitsluitend voor het productieve deel loon betaalt. Daarnaast ontvangt deze werkgever compensatie voor werkplekaanpassingen, jobcoaching, opleiding e.d. In deze begroting en raming wordt er van uitgegaan dat WSD onder dezelfde condities als een reguliere werkgever de WWNV uitvoert. Gerekend is met een gemiddelde loonwaarde van 40% en begeleidingskosten van € 5.000 per fte van 36 uur. Deze laatste kosten worden gedekt vanuit het participatiebudget, waarbij ermee gerekend is dat maximaal 80% van het participatiebudget wordt benut. Toelichting per begrotingspost 12. Netto Toegevoegde Waarde (NTW) Wsw De NTW betreft de gefactureerde omzet van de producten en diensten die WSD levert in het kader van de Wsw, minus de kosten van grond- en hulpstoffen en uitbesteed werk. De NTW SW is gebaseerd op de begroting 2012. Daarbij is rekening gehouden met de afname van de SW bezetting en met de effecten van de beleidsmaatregelen. 13. Overige opbrengsten Wsw Dit betreft opbrengsten uit overige activiteiten zoals coaching en UWV-trajecten, dienstverlening aan de BV’s van WSD en doorberekende kosten van b.v. vervoer en opslag. 20
14. Salariskosten Niet Gesubsidieerde Arbeid (NGA) Dit betreft de totale personeelskosten van het ambtelijk apparaat van WSD inclusief overige personeelskosten (opleiding, arbeidsgeneeskundige zorg e.d.) en werkgeverslasten. Basis is de begroting 2012. De extra kosten die samenhangen met herstructurering en ombuiging (kosten outplacement, boventalligheid etc.) zijn hier niet verantwoord. Wel is rekening gehouden reductie van deze kosten die samenhangen met de daling in de SW populatie. Deze kosten verschuiven naar de uitvoering WWNV en hangen samen met de groei in de WWNV bezetting. Voor een overzicht van de bezetting NGA zie bijlage 3. 15. Overige bedrijfskosten Wsw Dit zijn alle kosten die samenhangen met de SW organisatie, zoals kosten van huisvesting, ICT, machines en installaties, productiekosten, vervoerskosten, huur, belastingen en verzekeringen etc. Basis is de begroting 2012. Rekening is gehouden met de daling van de Wsw populatie. Ook hier is sprake van een verschuiving van de kosten naar de uitvoering WWNV. Tevens is rekening gehouden met een veranderende kostenstructuur als gevolg van de beleidsmaatregel mensontwikkeling. 16. Subsidie WSW Uitgegaan wordt van de afbouw van de populatie Wsw conform bijlage 1. Voor de vergoeding per SW arbeidsplaats is gerekend met de opgaven van SZW, VNG en Cedris. De vergoeding neemt per arbeidsplaats neemt als volgt af: Jaar 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Vergoeding per AJ € € € € € € €
27.080 25.760 25.760 24.770 23.200 22.050 22.050
Budget overschot (+) en tekort (-) WSD * + € 3,3 mln. + € 1.5 mln. + € 0,4 mln. -/- 1,7 mln. -/- € 4,2 mln. -/- € 5,8 mln. -/- € 5,5 mln.
* Het budgettair tekort is door Ernst&Young berekend in de eerder genoemde variantenstudie.Het is een saldo van de subsidiedaling per AJ, de vrijwel vaste loonkosten SW en de volumedaling SW. 17. Loonkosten en subsidie gerelateerde kosten Wsw Dit betreft de loonkosten Wsw inclusief overige personeelskosten (vervoer, opleiding en arbeidsgeneeskundige zorg) en werkgeverslasten. Basis is de begroting 2012. Rekening is gehouden met de daling van de bezetting SW zoals weergegeven in Bijlage 1. De subsidie gerelateerde kosten betreft de aan reguliere werkgevers doorbetaalde loonkostensubsidie in het kader van Begeleid werken (BW) en de uitvoeringskosten van BW. 18. Gemeentelijke bijdrage in de bestuurs- en indicatiekosten Op 16 december 2009 is door het algemeen bestuur een integraal voorstel aangenomen dat voorziet in fixering van de gemeentelijke bijdragen in de bestuurs- en indicatiekosten op een totaalbedrag van € 200.000. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. 19. Netto Toegevoegde Waarde (NTW) WWNV De NTW betreft de gefactureerde omzet van de producten en diensten die WSD levert in het kader van de WWNV, minus de kosten van grond- en hulpstoffen en uitbesteed werk. De NTW WWNV is gebaseerd op de gemiddelde voor 2012 begrote opbrengst van de werksoorten begeleid werken, individuele detachering, groepsdetachering, groen, schoonmaak en catering. Rekening gehouden met de opbouw van de WWNV populatie zoals weergegeven in bijlage 2. 20. Bijdrage begeleidingskosten WWNV Dit betreft de gemeentelijke bijdrage uit het participatiebudget t.b.v. begeleiding (jobcoaching, opleiding, en werkplekaanpassing). Gerekend is met een vergoeding van € 5.000 per jaar voor full time medewerker met een dienstverband van 36 uur per week. Maximaal wordt een beslag gelegd op 80% van het participatiebudget.
21
21. Salariskosten Niet Gesubsidieerde Arbeid (NGA) Dit betreft de totale personeelskosten van het ambtelijk apparaat van WSD dat ingezet wordt voor de begeleiding van de WWNV-ers, inclusief overige personeelskosten (opleiding, arbeidsgeneeskundige zorg e.d.) en werkgeverslasten. Basis is de begroting 2012. Deze kosten zijn grotendeels een verschuiving vanuit de uitvoering naar de Wsw die afneemt, naar de uitvoering WWNV die toeneemt. Voor een overzicht van de bezetting NGA zie bijlage 3. 22. Overige bedrijfskosten WWNV Dit zijn alle kosten die samenhangen met de WWNV organisatie, zoals kosten van huisvesting, ICT, machines en installaties, productiekosten, vervoerskosten, huur, belastingen en verzekeringen etc. Basis is de begroting 2012. Rekening is gehouden met de groei van de WWNV populatie. Ook hier is sprake van een verschuiving van de kosten van uitvoering Wsw naar kosten voor de uitvoering WWNV. 23. Loonkosten WWNV Dit betreft de loonkosten incl. overige personeelskosten en werkgeverslasten die WSD aan de WWNV medewerker betaalt in het kader van loondispensatie. Uitgegaan wordt van 40% loonwaarde en een minimum loon incl. werkgeverslasten van € 21.700 per jaar voor een voltijd medewerker. 24. Bijdrage gemeente in de exploitatie Dit betreft de bijdrage van de gemeente om het exploitatietekort op de Wsw te dekken. Een van de mogelijkheden om dit tekort te dekken betreft de bespaarde uitkeringen als gevolg van de door WSD betaalde loondispensatie, waardoor Inkomensdeel onderbenut wordt. 25. Diverse lasten en baten Voor 2013 en volgende jaren wordt een post onvoorzien begroot van € 100.000 zijnde ca. 2% van de overige bedrijfskosten WSW en WWNV. Tegenover deze last staat een verwachte additionele subsidie uit A&O fondsen, ESF e.d. van een gelijke omvang. Geraamd subsidiebedrag is 80% van de doelstelling voor de part time subsidie adviseur die WSD in dienst heeft. 26. Kosten herstructurering Deze kosten en opbrengsten (zie onttrekking reserves) zijn gelijk gehouden aan de vrijval van de middelen uit de herstructureringsfaciliteit van het rijk en sluiten aan bij de herstructureringsaanvraag van WSD, namens de 11 colleges van B&W. Zie ook punt 9. 27. Onttrekking reserves Zie hierboven bij kosten herstructurering. Zie ook punt 9. Overige uitgangspunten 28. GR WSD en stichting Blizo Deze begroting omvat de geconsolideerde exploitaties van de gemeenschappelijke regeling WSD en de stichting Blizo. 29. Prijspeil Alle baten en lasten zijn tegen nominale waarde op prijspeil 2012 opgenomen 30. CAO Wsw en Ambtenaren. Gezien de huidige economische crisis en het rijksbeleid is de verwachting gerechtvaardigd dat de komende 2-4 jaar er geen aanpassingen van de CAO’s NGA en Wsw komen.
22
Bijlage 1 Bezetting Wsw
1.
Algemene uitgangspunten
a.
WSD realiseert taakstelling van de 11 gemeenten
b.
SW-subsidie vanaf 2013 onderdeel van het ontschot budget WWNV
c.
Taakstelling wordt vanf 2013 bepaald volgens een actuarissenmodel: * Basis vormt de taakstelling voorgaand jaar per gemeente * Op basis van de SW-statistiek (uitlevering 2x per jaar 15/2 en 15/8) per gemeente * Gebruik van actuariële tabellen inzake uitstroom * Voor elke 3 vrijkomende werkplekken wordt 1 werkplek ingevuld * Voorgemeenten met taakstelling <100 AJ een 'dempings'regeling waarbij voorspelde afbouw o.b.v. uitstroomverwachtingen met een jaar doorwerkt in de verdeliong van de middelen.
d.
In het kader van de herstructureringsfaciliteit Wsw worden de plaatsingen door en bij buitengemeenten geminimaliseerd. Voor begroting 2013 e.v.worden deze (beperkte) aantallen Sw-ers buiten haakjes gezet.
e.
Na invoering van de WWNV zullen er praktisch geen plaatsingen in Begeleid werken meer plaatsvinden en en neemt het bestand BW jaarlijks met ca. 6% af. Het bestand Begeleid werken begin 2013 vormt onderdeel van de totale bezetting Wsw.
2.
Ontwikkeling taakstelling WSD-gemeenten Voor begroting 2013 e.v. uitgaan van de berekende taakstelling WSD-gemeenten zoals opgenomen in de variantenstudie van Ernst&Young.
Wsw-oud
factor Jaarrekening
Begroting
Begroting
Raming
Raming
Raming
2011
2012
2013
2014
2015
2016
1.742
1.752
1.700
1.598
1.501
1.411
0
0
18
50
81
106
Totaal Wsw (AJ)
1.742
1.752
1.718
1.648
1.582
1.517
Totaal Wsw (fte)
1.620
1.629
1.598
1.533
1.471
1.411
1.533
1.547
1.517
1.455
1.397
1.339
Wsw-nieuw
Bezetting bij WSD gerealiseerd in fte *
* Dit betreft de bezetting die via WSD geplaatst zijn. D.w.z. exclusief SW-ers uit WSD gemeenten die geplaatst zijn bij collega SW bedrijven, maar inclusief SW-ers van niet SW-gemeenten werkzaam bij WSD
Bijlage 2 Bezetting WWNV 1. a.
Algemene uitgangspunten De uitvoering WWNV bij WSD is gebaseerd op de uitvoering van georganiseerd werk voor de doelgroep met een loonwaarde van 30 tot 80% van het wml.
b.
Aanname is dat de gemeente 80% van het Participatiebudget besteed aan de uitvoering van georganiseerd werk.
c.
De bezettingsaantallen zijn gebaseerd op de variantenstudie van Ernst&young en geëxtrapoleerd naar alle 11 WSD gemeenten.
d.
Bij deze berekeningen is rekening gehouden met de groep huidige WWB-ers met een positieve netto verdiencapaciteit, instroom van mensen die voorheen in de Wsw zouden stromen en de geleidelijke instroom van ex-Wajongers met arbeidsvermogen.
e.
M.b.t. de ex-WWB-ers is aangenomen dat in 3 jaar het volle volume van ca. 350 fte voor alle 11 gemeenten via georganiseerd werk geplaatst is.
2.
Ontwikkeling bezetting WWNV bij WSD (in fte)
WWNV (ex WWB)
Begroting
Raming
Raming
Raming
2013
2014
2015
2016
103
196
285
350
WWNV (Ex Wajong)
32
63
95
120
WWNV (Ex Wsw)
25
71
110
150
160
330
490
620
Totaal
Bijlage 3
Gemiddelde bezetting Niet gesubsidieerde personeel (NGA) 2011-2016 (fte)
Jaarrek. 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
In dienst WSD/Blizo
99,0
92,0
87
82
77
72
Ingehuurd van P-BV en derden
89,7
80,7
99
114
129
140
188,7
172,8
186
196
206
212
Totale NGA bezetting WSD
Toelichting: Onder Niet gesubsidieerde arbeid (NGA) wordt verstaan de ambtelijke medewerkers in dienst van WSD, de welzijnsmedewerkers in dienst van de stichting Blizo en medewerkers op structurele basis ingehuurd bij derden en van WSD personeelsbeheer BV. Het beleid van WSD is om geen ambtenaren in de gemeenschappelijke regeling aan te nemen, maar al het nieuwe NGA-personeel aan te trekken via WSD Personeelsbeheer BV. Dit geeft, via natuurlijk verloop, een verschuiving van personeel in dienst van WSD/Blizo naar personeel ingehuurd bij derden. Voor de NGA-bezetting is er vanuit het herstelplan een forse bezuiniging ingeboekt van 30 fte ten opzichte van de stand ultimo oktober 2010. Deze bezuiniging is in de begroting t/m 2012 verwerkt. Vanuit de herstructurering Wsw 2011-2018 zal de ambtelijke formatie vanaf 2013 lineair afnemen in lijn met de krimp in de SW-populatie. Tegelijkertijd zal de formatie worden versterkt, zowel kwantitatief als kwalitatief om de groei van de WWNV-populatie vanaf 2013 vorm te geven.
NGA tbv uitvoering Wsw
Begroting 2012
Begroting 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
173
170
163
157
150
16
33
49
62
186
196
206
212
NGA tbv uitvoering WWNV
Totaal
173
Bijlage 4
Investeringsoverzicht 2011-2016 (bedragen x € 1.000,-)
Omschrijving
Jaarrekening Begroting 2011 2012
Begroting 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Grond
0
0
0
0
0
0
Terreinvoorzieningen
9
0
20
20
20
20
Gebouwen
54
333
100
100
100
100
Installaties
157
100
100
100
100
100
Machines
223
265
250
250
250
250
Inventarissen
66
0
100
100
100
100
Vervoermiddelen
24
155
230
230
230
230
0
0
0
0
0
853
800
800
800
800
Overige
-102
Totaal
431
Het investeringsbeleid van WSD is er op gericht om over een periode van 5 jaar niet meer te investeren dan het totaal aan afschrijvingen in diezelfde periode van vijf jaar. Vanuit de herstelplannen 2010-2012 is het investeringsniveau voor de komende jaren verlaagd naar een gemiddeld investeringsbedrag van € 0,8 mln.
Bijlage 5
Ontwikkeling voorzieningen 2011 - 2016 bedragen * € 1.000
Voorzieningen Dubieuze debiteuren Incourante voorraden Totaal voorzieningen
Jaarrekening 2011
begroting 2012
begroting 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
168
168
168
168
168
168
7
7
7
7
7
7
175
175
175
175
175
175
Toelichting Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is het niet langer toegestaan voorzieningen te te treffen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Derhalve zijn in de jaarrekening 2004 en volgende, middels een stelselwijziging, de voorzieningen voor vakantiegeld en vakantiedagen omgezet in bestemmingsreserves. Zie bijlage 8 voor een overzicht van de bestemmingsreserves.
Overzicht leningen, rente en afschrijvingen 2011-2016 (bedragen * € 1.000)
Werkelijke rente leningen Er worden geen nieuwe leningen aangetrokken in de begrotingsperiode 2012-2016. Als onderdeel van de herstructurering Wsw zal mogelijk vervroegde aflossing plaatsvinden in. De boeterente wordt gedekt uit de herstructureringsfaciliteit Bedragen * € 1.000 verstrekker
jaar oorspr. rente afsluit. bedrag lening %
stand 31-12-10
afloss. 2011
rente 2011
stand 31-12-11
afloss. 2012
rente 2012
stand afloss. 31-12-12 2013
rente 2013
stand afloss. rente stand afloss. rente stand afloss. rente stand 31-12-13 2014 2014 31-12-14 2015 2015 31-12-15 2016 2016 31-12-16
BNG
1987
3.312.596
5,20
1.488
87
76
1.401
87
73
1.314
87
68
1.227
87
64
1.140
87
59
1.053
87
55
966
BNG
1998
1.815.121
4,98
1.064
63
53
1.001
63
50
938
63
47
875
63
44
812
63
40
749
63
37
686
2.552
150
129
2.402
150
123
2.252
150
115
2.102
150
107
1.952
150
100
1.802
150
92
1.652
Totaal:
5.127.716
Berekening calculatorische rente werkelijk begroting 2011 2012 Totaal vaste activa 1-1 BIJ: investeringen (minus desinv.) AF: afschrijvingen Totaal vaste activa 31-12 afschrijvingen als % activa Calcul. rente 4,6%
raming 2013
raming 2014
raming 2015
raming 2016
9.575 395 -1.365 8.605 14,3% 389
8.605 853 -1.053 8.405 12,2% 391
8.405 800 -1.000 8.205 11,9% 380
8.205 800 -950 8.055 11,6% 375
8.055 800 -925 7.930 11,5% 370
7.930 800 -900 7.830 11,3% 365
Berekening rentebaten over liquide middelen Werkelijke rente Rente lening Rente baten Totaal werkelijke rente
129 -183 -54
123 -175 -52
115 -175 -60
107 -162 -55
100 -150 -50
92 -142 -50
Financieringsresultaat
443
444
440
430
420
415
Bijlage 6
Bijlage 7 Overzicht bijdragen gemeenten in de bestuurs- en indicatiekosten, Alsmede in de exploitatielasten WSD (incl. stichting Blizo) Het Algemeen bestuur heeft in de vergadering van 16 december 2009 besloten om de bestuurs- en indicatiekosten apart te blijven benoemen en af te rekenen met gemeenten. De (totale) bestuurs- & indicatiekosten worden gefixeerd op een reëel bedrag (€ 200.000 met index). Deze kosten worden vervolgens voorcalculatorisch verdeeld op basis van de verdeling van de taakstelling en de werkelijke bezetting door buitengemeenten (want daarvoor ligt de taakstelling niet bij WSD). Voor het eerst is een gemeentelijke bijdrage in de exploitatie van WSD opgenomen. Deze bijdrage loopt de komende jaren verder op. Zie voor een onderbouwing en toelichting de tekst van de begroting.
Berekening bijdrage arbeidsjaar Totale algemene bestuurs- en indicatiekosten Exploitatuiebijdrage (zie begroting WSD 2013)
2012 €
202.000 -
Totaal gemeentelijke bijdrage 2013
2013 € €
207.000 790.000
€
997.000
Aantal Arbeidsjaren volgens taakstelling
1.743,32 AJ
Gemiddelde bijdrage per arbeidsjaar:
€
571,90
Bijdrage per gemeente : Begrote
bestuurs- en
Exploitatie
Totaal
bezetting 2013
inicatiekosten 2013
bijdrage 2013
bijdrage 2013
Aangesloten gemeenten Best
134,3
€
15.950
€
62.118
€
78.067
Boxtel
353,6
€
41.987
€
163.524
€
205.511
Haaren
84,3
€
10.004
€
38.962
€
48.966
Nuenen
65,0
€
7.718
€
30.059
€
37.777
Oirschot
112,6
€
13.372
€
52.079
€
65.451
Oisterwijk
160,5
€
19.057
€
74.221
€
93.278
Schijndel
243,6
€
28.923
€
112.643
€
141.566
St. Michielsgestel
192,6
€
22.868
€
89.061
€
111.928
St. Oedenrode
110,1
€
13.076
€
50.927
€
64.004
Son & Breugel Vught
43,1 208,6
€ €
5.118 24.771
€ €
19.931 96.475
€ €
25.049 121.246
35,0
€
4.156
-
€
4.156
1743,3
€
207.000
790.000
€
997.000
Bezetting WSD gemeenten in AJ Overige gemeenten
1708,3
€
Bron: Taakstelling 2012 volgens beschikkingen ministerie SZW Taakstelling 2013 o.b.v. tool voor indicatieve doorrekening ontschot budget d.d. 19-03-2012 zoals gepubliceerd door het ministerie van SZW op het Gemeenteloket.
Ontwikkeling bestemmingsreserves 2011 - 2016 (bedragen * € 1.000)
Te Bestemmen in het jaar
2006 2007 2008 2009 2010 2011
Bestemmings doel
Exploitatieresultaat 2005 Exploitatieresultaat 2006 Exploitatieresultaat 2007 Exploitatieresultaat 2008 Exploitatieresultaat 2009 Exploitatieesultaat 2010
Gestort bedrag
Bijlage 8
Totaal Onttrokken bedrag
onttrokken in 2010 en voorgaand
2011
onttrekkingen 2012 2013
in
het 2014
jaar 2015
2016
algemeen algemeen algemeen algemeen algemeen algemeen
712 413 413 413 413 413
643 413 284 0 0 0
605 31
333
38 49 284
2000 Legaat hr. Penders
algemeen
202
202
80
80
42
1998 2004 2007 2011
investering pers.kosten pers.kosten pers.kosten
1.229 2.262 390 150
1.065 0 0 0
971
47
47
2 2.890 890 7.710
2.890 890 5.780
1.27 270 0
940
560 1.350
40 2.310
40 1.160
40 960
Totaal
17.610
11.277
1.730
1.400
1.910
2.350
1.200
1.000
Onttrokken t/m 2016 Saldo ultimo 2016
11.277 6.334
Gebouw Reserve Reserve Reserve
Blizo vakantiegeld/-dagen vakantiegeld/-dagen vakantiegeld/-dagen
2011 Reorganisatiefonds R i ti f d H Herstel t l 2012-2018 Uitkering Herstruct.faciliteit Rijksbijdrage
Specificatie beschikbare bestemmingsreserves ultimo 2016 - Algemene bestemmingsreserves - Legaat hr. Penders - Reorganisatiefonds - Gebouw Blizo - Vakantiegeld en -dagen - Herstructurering Wsw (minus beslag 2017 en 2018) Totaal bestemmingsreserves
1.437 0 0 164 2.802 1.931 6.334
1.687
Bijlage 9
Specificatie van de onttrekkingen aan de bestemmingsreserves WSD 2013
2013 WSD incl. Blizo 1.
Herstructurering WSD in het kader van de afbouw Wsw, Dit betreft WSD middelen bestemd als co-financiering]
2.
€
560.000
faciliteit
€
1.350.000
Subtotaal onttrekking WSD
€
1.910.000
Herstructurering WSD in het kader van de afbouw Wsw, Dit betreft rijksmiddelen in het kader van de herstructurerings
Bijlage 10
A. Ontwikkeling Algemene Reserve 2011-2016 * € 1000 stand per 31-12-2011 BIJ bestemd resultaat 2011 AF: gratificatie aan medewerkers stand per 31-12-2012 BIJ bestemd resultaat 2012 stand per 31-12-2013 BIJ bestemd resultaat 2013 stand per 31-12-2014 BIJ bestemd resultaat 2014 stand per 31-12-2015 BIJ bestemd resultaat 2015 stand per 31-12-2016
11.428 zie jaarrekening WSD 2011 2.108 Result. 2011 = 2258 -/- 150 bestem. vak.geld 0 13.536 1.100 Result. 2012 = 1100 14.636 0 Result. 2013 = 0 14.636 0 Result. 2014 = 0 14.636 0 Result. 2015 = 0 14.636
B. Toets weerstandvermogen WSD Op 15 juni 2010 heeft het Algemeen Bestuur besloten te streven naar een financiële buffer van € 15,0 mln.. Dit was echter een raming zonder kwantificering van de risico's in het kader van de stelselwijziging Wsw en WWNV. Inmiddels ligt een nadere risico analyse voor ter besluitvorming waar deze stelselrisico's zijn gekwantificeerd. Het maximale risico voor WSD wordt hierin geraamd op € 24,2 mln. * € 1000 Geraamde stand Algemene reserve ultimo 2016 Geraamde stand bestemmingsreserves ultimo 2016 Stichtingskapitaal stichting Blizo Geraamde toevoeging uit resultaat 2016 Totaal buffer ultimo 2016 AF: verplichtingen vakantiegeld en - dagen Weerstandvermogen ultimo 2016
14.636 6.334 zie bijlage 8 187 0 21.157 -2.802 Zie bijlage 5 bestemmingsreserves 18.355
Voorgenomen besluit Algemeen bestuur juni 2012 met betrekking tot maximum weerstand vermogen Tekort
24.200 -5.846