2198/’vmtlzk3/5-6-0209/ab
Tweedaagse Conferentie VMT/LZK3 te Delden d.d. donderdag en vrijdag 5 en 6 februari 2009 Aanwezigen: Baukje Abma, Bert Beuving, Albert Boelen, Gerard van der Borg, Nanneke de Bruijn, Piet Bulthuis, Jan van der Burg, Willem Burgers, Marc van Buuren, Marc Cantrijn, An van Damme, Tonny van Diemen, John van Dijen, Irma van Dijk, Arthur Dres, Elly Dumond, Rob van der Eng, Jilles Faber, Gillis Geschiere, Wiel van Ginniken, Theo Goossens, Laura van Hassel, Cor van Hoof, Jules van der Horst, Hans Kalle, Bert Klaassen, Piet Klein, Jan Kraaijenbrink, Toon Kuijs, Gerard Kusters, Henny Loeffen, Lillian Loots, Wim Ludeke, Ton Metselaar, Jan de Moor, Ine Nelen, Wim Peeks, Jan Reitsma, Wim Scheltens, Bert Steenbergen, Sido Silvius, Corrie Sinoo, Wilma Slaats, Marion Tetteroo, Frans Thiessen, Marjet Veenstra, Loek Verdegaal, Dick Visser, Bart Waijers, Ineke Zuidwijk. Dagdeel 1: de manager in de school Inleiding Ton Kallberg – lector Hogeschool Leiden over de rol van het (midden-) management in onderwijsorganisaties Dhr. Kallenberg koos als aanleiding voor zijn studie: a. docenten willen bepaalde verandering – bestuur wil dat niet – b. bestuur wil bepaalde verandering – docenten willen dat niet. Wat is daarbij de rol en positie van ‘opleidingsdirecteuren’ ? Hij bezag daarbij: x functioneren tussen twee lagen in // x top down vs bottom up // x professionalisme vs managerialisme // x onderwijs vs. onderzoek // x hiërarchie vs collegialiteit. Hij liet de rollen zien van de manager, bracht een te hanteren model voor het voetlicht (Quinn) en onderscheidde een 8-tal typen (rollen) om te komen tot ‘compleet management’. Hij bekeek daarbij ook de rollen in het PO en VO. Vanuit een drietal perspectieven: organisatie, professionele en persoonlijke perspectief ontdekte hij een 4-tal sterke rollen: verbinden, ondernemen, administreren en architect en bezag de invloed van de manager bij processen van verandering. Hij vond, dat de invloed het grootst was bij/als: . rond de 55 jaar . geen verschil tussen m/v . hoger opgeleid – meer invloed . turbulentie: dan invloed ’t grootst . structuur: dan invloedsverschil niet groot . conservatieve cultuur: invloed iets groter . hoge betrokkenheid: invloed groter . autonomie onafhankelijk: invloed groter . leiderschap: ‘leider’ meer invloed, dan ‘manager’ (zie hand-out op de website van LVC3) Inleiding Hans Pieterse – medewerker SLO over de rol van managers bij onderwijsontwikkeling en curriculumontwikkeling via ‘de piramide van Bacatt’
W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
1
In een ontwikkeld instrument bracht dhr. Pieterse in beeld, hoe de onderwijsontwikkeling op meso-niveau beïnvloed wordt door een aantal succesfactoren. Kritische factoren zijn: basisvisie, betrokkenheid leraren/leerlingen, potentiële en maatschappelijke betrokkenheid en schoolcontext. Hij ontwierp een piramide met vier bouwlagen en 150 bouwelementen, waarmee de contextrisico’s goed in beeld gebracht kunnen worden voor een school c.q. een organisatie. Hij baseerde zich op interviews, bronnenonderzoek, informatie van ‘excellerende scholen’. De bouwlagen waren: a. negen INK domeinen b. 9 x 5 graadmeters voor verandercapaciteit c. 4 x 5 graadmeters voor teamwork d. Een aanduiding voor teamleiderschap Aan het bouwwerk is dan te zien, welke risicofactoren er zijn bij verschillende stadia van ontwikkeling: initiëren, voorbereiden, ontwerpen, uitvoeren, integreren. Het bouwen van de piramide in een managementteam geeft de basiskwaliteiten te zien van de school en daarmee de verandercapaciteit. Er ontstaat zo inzicht in de mogelijkheden bij veranderingen. Een ‘uitsnede’ uit de piramide wordt ter plekke door de deelnemers ingevuld en door dhr. Pieterse van commentaar voorzien. (zie hand-out op de website van LVC3) Dagdeel 2: de samenwerkingspartners en hun ontwikkelingen Inleiding door dhr. Bert Beuving van de BOSK – wat is een goede school onze kinderen, vanuit ouderperspectief…? Dhr. Beuving deed verslag van een onderzoek onder 12 scholen, 120 ouders, naar het antwoord op de centrale vraag: ‘een school voor onze kinderen is goed, als …….’ Het onderzoek richtte zich op een 7-tal hoofdcategorieën: 1. eruit halen, wat er in zit ! 2. interne en externe communicatie goed op orde 3. een goed pedagogisch klimaat 4. onderwijsleerproces sluit aan bij de kinderen 5. middelen, deskundigheid en vaardigheden binnen de school 6. kwaliteit bewaken door de school 7. vervoersverantwoordelijkheid Ouders waarderen hoog bij communicatie: partnerschap, uitnodigend, aangepast, interdisciplinair en duidelijkheid. Bij het onderwijsleerproces scoorde hoog: uitdagend, stimulerend, kleine groepen, therapie, contacten, aansluiten bij hulpvragen. Bij middelen, deskundigheid ging het met name om: gemotiveerde medewerkers, zelfkritisch team, gebouw/terreinaanpassingen (relatief niet zo pregnant) en openheid naar de buitenwereld. In de discussie kwamen aan de orde: positie van het VSO, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs/zorg-relatie, rol van resultaten vs. cognitieve resultaten. Bij de vraag, ‘wat te doen’, kwam aan de orde: . ouders betrekken bij schoolactiviteiten . ouderpanel instellen W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
2
. ouderonderzoek doen . in het ZEK opnemen . inspectie: ook ouders erbij betrekken s.v.p. (zie hand-out van de inleiding op de website van LVC3) Inleiding van mw. Marjet Veenstra, beleidsmedewerkster Landelijk Platform Innovatie Kinderrevalidatie over allerlei activiteiten vanuit dit platform, voorzover relevant voor het speciaal onderwijs. Er is een landelijk service-punt ingesteld: kennisplatform, conferenties, projecten. www.kinderrevalidatie.nl plus een portal voor verdere informatie. Ook www.allesoverkinderrevalidatie.nl Men werkt met een forum van ‘knowledge brokers’ (gaan we ook binnen de WEC Agenda mee werken), die in 4 centra de ‘linking pin’contructie vormen. Dutch AC/D Perrin Verband Agenda op site (geef s.v.p. input) Behandelprotocollen op besloten deel van de site Tot 1.4.2010 bestaat LINK Strategische middag gehad over voortbestaan: AC/D en Link samen verder ? Vroeg, voortdurend, integraal: 12 pilots, samen met speciaal onderwijs. www.vroegvoortdurendintegraal.nl ICF/CY: voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd ook voor onderwijs – implementatieplan niet door fondsen gehonoreerd, nu naar ‘richtlijn’ (SKMS – medisch specialisten). Het boek is verkrijgbaar (zie site LVC3) Naar: onderwijs en zorg samen ‘omarmen’ van deze ‘taal’ CAP Transitie in aktie: allerlei activiteiten, modulen DCD: diagnostiek/behandeling: conferentie – landelijke richtlijn is er nu – Dutch Consensus Statement Passend Onderwijs: conferenties georganiseerd i.s.m. LVC3 –nu ligt er een intentieverklaring voor verdere intensievere samenwerking tussen onderwijs en revalidatie Koppeling volgsystemen: Ecaris, Data Care – koppeling nu tot stand gebracht – nog kijken naar verdere samenwerking op dat terrein. Informatie Gilles Geschiere van taakgroep ICT – LVC3: Met voorfinanciering van VMT/LVC3 is er nu een koppeling tot stand gebracht, we kunnen starten, een redelijk aantal scholen doet mee. Data Care haalt in feite gegevens op uit Ecaris en voegt e.e.a. samen. De communicatie hierover moet ook nog tot stand gebracht worden: d.w.z. 2-zijdige communicatie. Koppeling gaat nu werkelijk draaien (na zo’n lange voorbereidingstijd) – in 2009 wordt e.e.a. uitgeleverd voor deelnemende scholen. (hand-out van inleiding van Marjet Veenstra staat ook op website LVC3)
Dagdeel 3: avondprogramma Dagdeel 4: onze relatie met de wetenschap en de onderwijsinspectie
W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
3
Inleiding van dhr. Bert Steenbergen, nieuwe hoogleraar ‘vanwege VMT/LZK 3 en Sensis’ aan de Radbouduniversiteit te Nijmegen. Gerard Kusters leidt vanuit de ontwikkelingsgang van de opzet van de leerstoel: ‘perception and action disorders’, Bert Steenbergen in bij de vergadering. Qua taken liggen er voor de nieuwe hoogleraar (in beperkte tijd) : onderzoek, onderwijs (psychologie, orthopedagogiek: specialisatie lichamelijk handicaps), bestuur/management en patiëntenzorg. Het gebeurt binnen het instituut: ‘Behavioral science institute – BSI’. Hij stelt zich nader voor, schetst zijn theoretische kader: ‘alles uit een kind halen’ binnen de verhouding tussen individu, onderwijs, revalidatie en opvoeding. Onderzoeksthema’s zijn dan: sociale participatie en revalidatie. Nieuw onderzoek behelst o.m. ‘schools leren’(neuropsychologische factoren), ‘embodied cognition’. Hij geeft vervolgens voorbeelden van de relatie tussen wetenschap en praktijk (v.b. onderzoek bij het nationale CPvoetbalelftal). Qua organisatie rond de leerstoel is er een Cie. Van Toezicht (1x per jaar bijeen), een Stuurgroep (2 x per halfjaar bijeen) en er wordt gewerkt aan organisatie van congressen. De inauguratie vindt plaats op 25 september 09 met een tentatief programma voor speciaal onderwijs: theorie en praktijk en projecten rondom het thema ‘stages’. De taakgroep scholing/onderzoek zal e.e.a. verder coördineren en zal een volgende bijeenkomst organiseren, in aanwezigheid van én Jan de Moor en Bert Steenbergen. Nieuwe leden van deze taakgroep: Baukje Abma (Friesland), Sido Silvius (Noord-Holland). (zie voor handout van de inleiding van dhr. Steenbergen op de site van LVC3) Inleiding van dhr. Jan de Moor, hoogleraar Radbouduniversiteit te Nijmegen over: Onderzoek naar attitude en competentiebeleving in het kader van passend onderwijs op plattelandscholen. In het onderzoeksprogramma naar passend onderwijs zijn een viertal onderdelen te onderkennen: onderzoek op plattelandscholen, onderzoek op stadscholen, geïndiceerde leerlingen in het PO en ervaringen van ouders/gezinnen. Dit is het eerste deel van het onderzoeksprogramma. De resultaten van het onderzoek, via vragenlijsten/schalen, waren: . men is het over ’t algemeen eens met de uitgangspunten van inclusie . men is het erover eens, dat e.e.a. veel vergt van docenten . men voelt zich redelijk competent om dit te doen . men heeft niet het gevoel over voldoende vaardigheden te beschikken (50 % geeft positief antwoord) . werken met kinderen met lichte beperkingen, lijkt aardig mogelijk te zijn . werken met kinderen met ernstige beperkingen, leveren veel problemen op (ziet men niet zitten) . op veel onderdelen van het primair proces, is men positief . op het formuleren van onderwijsdoelen, haakt men af . men heeft veel behoefte aan ondersteuning Variabelen, die een rol speelden: meer opleiding (na Pabo) scoort hoger – meer scholing nadien scoort hoger. Conclusies: houding in het algemeen t.o.v. passend onderwijs is positief W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
4
Plaatsen in eigen groep: dan daalt het enthousiasme aanzienlijk Er is sprake van ‘slechts’ 20 % rugzakkers zonder extra ondersteuning Er is veel ondersteuning/scholing noodzakelijk. Suggesties: regie voeren door overheid // voorwaarden scheppen door overheid // fasering aanbrengen bij invoering passend onderwijs. Inleiding door dhr. F. Wijnands, inspecteur van het onderwijs, over de toekomst van de relatie tussen schoolbesturen/scholen en de inspectie Dhr. Wijnands geeft de tendens aan van meer ‘ handhaving’: slagvaardig, transparant, selectief, onafhankelijk, samenwerkend, professioneel. Het slagvaardige zit ‘m dan in: goed bestuur, benchmark/visitatie/branchecode, interventies (straffen etc.) Er is sprake van een heldere kaderstelling, een uitwerking daarvan, een specifieke werkwijze en hij geeft informatie over de huidige stand van zaken. N.b. ‘passend onderwijs’ is op dit moment geen toezichtobject ! De inspectie toetst achteraf ! Uitwerking van het toezicht: . bestuur is aangrijpingspunt . toezicht op maat . proportionaliteit (b.v. zelfevaluatie, hoeft inspectie dit niet meer te doen) . aansluiten bij zelfregulering . minder bevragingslast . geïntegreerd (ook jaarrekeningen b.v.) . één werkwijze, tenzij… . stevige aanpak van zeer zwakke scholen . handhaving mogelijk Daarbij: reageren op bevindingen van de inspectie, als je een andere opvatting hebt ! Er zijn normindicatoren op basis waarvan een arrangement wordt bepaald – ook werken aan ‘verdiend vertrouwen’ – b.v. op basis van goed geborgd intern toezicht. Altijd zal blijven: wettelijke toezicht op deugdelijkheideisen = bekostigingsvoorwaarde b.v. onderwijstijd, b.v. verplichte aanwezigheid van een handelingsplan. Een drietal stappen in het onderwijstoezicht: 1. risicoanalyse 2. kwaliteitsonderzoek: als er risico’s zijn 3. interventies Als de kwaliteit goed is, is er sprake van een basisarrangement en geen interventies. Hierover volgen afspraken met het schoolbestuur. Toezicht vóór 1.1.08 Pko 4 Pko 2 (zwak) Okv (zeer zwak)
Toezicht na 1.1.08 basisarrangement licht intensief toezicht (min of meer zwak) matig intensief toezicht (zwak) Zeer intensief toezicht (zeer zwak) Met verbeterplan en Monitoring
W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
5
Deze laatste procedure is onder de druk van de Kamer versneld: ook aanpak als je nog niet ‘zeer zwak’ bent. ‘Vertrouwen’: gebaseerd op betrouwbaarheid van het product, validiteit, actualiteit, relevantie – passend onderwijs is daarbij nog geen item voor de inspectie ! Zorgplicht is nog erg vaag – zal eerst geëxpliciteerd moeten worden. Inleiding dhr. Toon Kuijs, directeur sector speciaal onderwijs binnen BOOR (schoolbestuur Rotterdam) over de relatie tussen interne kwaliteitsaanpak en inspectietoezicht. Dhr. Kuijs geeft nadere informatie over het strategisch beleidsplan van BOOR-speciaal, als eigen sector binnen openbaar onderwijs Rotterdam. ‘Boor speciaal, speciaal Boor’. Het bestaat uit de koers, met kernwaarden: volwaardig, hoogwaardig, dienstbaar en participatief. Dit is naar directeuren, schoolteams en leerlingen gegaan ter bespreking. Als kwaliteiten kiest men voor: professionele cultuur en lerende organisatie (van Emst/Senge) Als onderwijsconcept kiest men voor: onderwijs(zorg)concept, onderwijsvormen, communicatie, alle onderwijsvormen zijn bespreekbaar en ab-ers kennen de onderwijs(zorg)concepten. Qua ondersteunende processen gaat het om: kwaliteitszorg, huisvesting, financieel beleid en integraal personeelsbeleid (functieboek gemaakt). Passend onderwijs neemt daarbij mee: regie bij het regulier onderwijs, startsubsidie en kwartiermaker aangesteld, expert zijn voor individuele leerlingen en groepsniveau voor cluster 3 en 4. Qua procedure wil men van programmagericht naar leerling-gericht. Daarbij is verantwoorden een centraal begrip: horizontale en verticale verantwoording: leerling, klas, school, sector, bestuur, wijk/stad/regio/land. Men heeft eigen auditors. Aan de hand van normindicatoren probeert men met alle scholen te komen tot een basisarrangement bij de inspectie. Men schrijft nu nog een zelfevaluatierapport – inzet daarbij: ‘zelf kunnen’ – de inspectie is er in feite slechts voor het ‘stempelen’ of ‘bevestigen’. Het gaat er daarbij om, dat allen professionals zijn – eigen opvattingen, eigen plan, eigen verantwoordelijkheid bij de invulling van het onderwijs. Daarbij zijn van belang: culturele ontwikkelingen (kwaliteit moet ‘gewoon’ zijn), competenties omschrijven en ontwikkelen, middelen. (zie handout van inleiding van dhr. Kuijs op de website van LVC3) Dagdeel 5: ledenvergadering VMT/LZK3 De ledenvergadering wordt i.v.m. afwezigheid van voorzitter Ton Lebbink (bericht van hem uit Frankrijk wordt voorgelezen), voorgezeten door dhr. Wim Peeks. 1. notulen Ameland (2-daagse 2007) De notulen worden goedgekeurd zonder wijzigingen. 2. notulen bijeenkomst te Tilburg (afscheid Ton Lebbink) W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
6
De notulen worden zonder wijzigingen goedgekeurd 3. mededelingen a. J. de Moor vraagt nog medewerking voor een extra meting in het kader van het rekenonderzoek. Scholen, die mee willen doen, geven dit door aan het bureau LVC3 b. De kascontrole 2007, die gedaan is in Tilburg door de heren van Dijen en van Rooij leverde op, dat de kas in orde is bevonden. De penningmeester wordt decharge verleend onder dankzegging. c. De nota voor de betaling van de leerstoel (conform afspraken op Ameland) worden zeer spoedig verzonden. Het gaat om het in één keer betalen van het benodigde bedrag. (Euro 25.000,--) d. Elly Dumond vraagt aandacht voor de Stichting Wielewaal, vakantieopvang. Men kan zich als school melden bij Elly als men belangstelling heeft. e. Er zal in maart een boekje verschijnen bij de Emiliusschool in Son, als gevolg van een ontwikkeling met steun van OCW van materiaal voor laagfunctionerenden. Het heet ‘hun goed recht’en omvat een onderwijzorgplan, curriculuminhouden, leerlijnen, voorbeelden van ‘good practice’. Alle scholen krijgen een exemplaar. 4. statuten en toekomstige structuur De statuten zijn na een aantal inspraakrondes gewijzigd en zijn inmiddels bij de notaris ‘gepasseerd’. Er is sprake van een wijziging in vergelijking tot de oude situatie, dat de ‘getraptheid’ van de oude verenigingen naar de totale vereniging is verdwenen; daarnaast zal er ook weer sprake zijn van een heuse algemene ledenvergadering. Derhalve zijn de ‘oude’ verenigingen (b.v. VMT/LZK3, LVZML) niet meer als ‘onderliggend’ noodzakelijk in de nieuwe LVC3. Het ‘oude’ bestuur blijft nog aan tot eind mei 2009 en zal de verkiezingen van een nieuw bestuur regelen. Er is een verkiezingscommissie ingesteld: Ludeke, Pennings, Cantrijn, Boelen, die e.e.a. zal voorbereiden en ook zorg zal dragen voor communicatie met de leden. Het aandeelhouderschap in de nieuwe vereniging is nu genormeerd en ook gelimiteerd qua stemrecht. Een voorstel vanuit de LVZML om gelijktijdig de oude verenigingen op te heffen, komt aan de orde; er is geen formele noodzaak meer en de expertise kan bewaakt blijven in de vorm van een ‘expertisetaakgroep’ (ook met mogelijkheden voor het organiseren van 2-daagsen). De borging als ‘kennisclub’ wordt van belang geacht. De vergadering besluit de formele voorbereidingen voor ontbinden te starten. 5. WEC Raad en LVC3 Binnen de WEC Raad zijn een tweetal ‘snelheden’ ontstaan: enerzijds clusters 1 en 2 en anderzijds de clusters 3 en 4. De eerstgenoemde willen (deels) de eigen belangen blijven behartigen en de clusters 3 en 4 werken in toenemende mate samen in WEC-verband en willen hun belangen zoveel als mogelijk door de WEC Raad laten behartigen. De bureaus zouden samengevoegd kunnen worden, er zal nog meer samenwerking plaats kunnen vinden (b.v. meer clusteroverstijgende taakgroepen; ontwikkeling is al ingezet) De nabije toekomst zal zijn: . een koepel WEC Raad . een ‘kamer’ voor WEC belangenbehartiging, passend onderwijs, WEC Agenda W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
7
. een ‘kamer’ voor projecten (Op de Rails, Herstart, Kwaliteitsagenda) . een ‘kamer’ voor belangenbehartiging voor cluster 3 en 4. Het gaat dan om een vorm van ‘gedifferentieerde samenwerking’, plus een andere vorm van besluitvorming, een bureau met een directeur/bestuurder en een Raad van Toezicht. Er is een duidelijke link met de nieuw opgerichte PO-Raad in de vorm van een convenant: bekostiging, CAO-zaken, huisvesting zullen door de PO Raad worden behartigd. De specifieke inhouden, belangen en regelingen blijven door de WEC Raad behartigd. Er is inmiddels een ontwikkeling gaande in ons land van het ‘sporen’ van diverse wetgevingen (ook binnen passend onderwijs b.v. examinering binnen het VSO). Parallelle wetgeving is daarbij de trend. Vanuit de vergadering wordt aangegeven, dat ook gekeken zal moeten worden naar de verschillen tussen de wettelijke ‘regimes’ van het VSO en het reguliere VO. Men wil ook graag z.s.m. helderheid over de nadere invulling van de relatie PO Raad en WEC Raad. Vanuit de Kleine Prins zal daarover ook een brief worden verzonden. Er wordt gezocht naar een samenwerkingsmodus: één lidmaatschap via afdrachten lijkt ingewikkeld, aangezien van de PO Raad slechts besturen lid kunnen worden; desondanks wordt een modus gezocht op korte termijn: b.v. coöperatievorm. Dhr. Peeks geeft aan, dat tussen nu en een maand er nadere helderheid zal zijn. B. Waijers pleit ervoor, om de WEC Raad als sterke belangenbehartiger van het SO vooral in stelling te brengen/houden. W. Peeks geeft aan, dat ‘we de directe WEC-belangen niet uit handen zullen geven’ en we ervoor zullen waken, dat ‘we tegen elkaar worden uitgespeeld’. Ook P. Klein vraagt om snelle helderheid – schoolbesturen kunnen daarin ook zelf initiatieven nemen; ook pleit hij voor nadere samenwerking tussen de clusters 3 en 4. G. v.d. Borg pleit voor het lid worden van de PO Raad en het bundelen van de belangen daarbinnen. W. Peeks geeft aan, dat als de huidige strategie niet lukt, we ook als cluster toe zouden kunnen treden tot de PO Raad, met behoud van identiteit; vooralsnog wordt gekozen voor de insteek via een sterke WEC Raad. J. Reitsma geeft aan, dat ‘nu lid worden’ een verkeerd signaal zou zijn – eerst moet de inzet en de afweging helder zijn en ‘we moeten de WEC Raad nu niet in de wielen rijden’. P. Klein pleit voor een bijeenkomst van een aantal schoolbesturen om de mogelijke vormen eens door te nemen. J. Reitsma neemt daartoe het initiatief. W. Peeks geeft aan, dat de hele situatie tussen nu en drie maanden tot de nodige helderheid moet leiden, ‘anders zijn we te laat’. 6. passend onderwijs In maart/april zal er een nieuwe ‘kaderbrief’ vanuit OCW verschijnen. Kwaliteit zal hoofditem zijn – het screenen van de huidige wetgeving op (on-)mogelijkheden voor passend onderwijs zal ook aan de orde zijn. De referentieniveaus taal/rekenen zullen ook gaan gelden voor het VSO/SO. Ook het verruimen van de samenwerkingsmogelijkheden VSO-VO zullen aan de orde komen (b.v. examens). Het ontwikkelingsperspectief en uitstroomperspectief zullen van groot belang worden (zie ook inleiding Inspectie hierover). De drie werkgroepen binnen het VSO (binnen stuurgroep passende kwalificaties) komen aan de orde. Ook de samenwerking tussen VSO/VO/ROC’s komt aan de orde (vaklieden, leerwerktrajecten, etc.) Er zal gewerkt worden naar één loket (onderwijsloket): PCL, RVC, CVI met een advies om ook jeugdzorg erbij te betrekken. De regionalisering (regionaal netwerk) zal een paar richtinggevende uitspraken krijgen b.v. hoeveelheid leerlingen.
W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
8
De zorgplicht lijkt een beetje ‘besmet’ te raken: evt. zal het zelfs verdwijnen uit het wetgevingstraject. De bekostiging is verschoven naar 2013 (bevroren budget) – wél volgend er experimenten met budgetbekostiging (Eemland, Deventer, Almere) en is er een simulatiecommissie, waar we ook als LVC3 in participeren. De afstemming van SO, zorg en ZAT’s is nog lastig. Als we kijken naar de eerste brief van de toenmalige minister van der Hoeven, dan is er niet zo heel veel meer over van die ideeën/plannen. J. Reitsma wijst op het belang van kennis, expertise en het delen daarvan – dat zal in ieder geval essentieel zijn binnen passend onderwijs. De vertalingen naar onderzoek, de bekostiging van e.e.a. en de wijze van aanpak vergen nog wel enig denkwerk. Ook b.v. uitgeven van ontwikkeld materiaal. De taakgroep onderzoek/scholing zal een voorstel in deze maken. Ook voor de sturing van het relevante onderzoek is dit noodzakelijk. Met het oog op financiering zal de taakgroep de opdracht krijgen na te denken over een vorm van fondsvorming vanuit de financiën van de VMT/LZK3 in dit kader. Er zal nog eenmaal sprake zijn van de LVC3 contributie (wel verlaagd); daarna zal er sprake zijn van lidmaatschap van de WEC Raad. 7. rondvraag De organisatie van de twee-daagse wordt lof toegezwaaid door de vergadering. Rond 15.00 uur sluit W. Peeks de vergadering.
Besluitenlijst: 090201 090202 090203 090204
090205 090206 090207
090208 090209
Scholen melden deelname aan extra meting in het kader van het rekenonderzoek van prof. Jan de Moor bij het bureau LVC3 De financiële afwikkeling van 2007 wordt op voorstel van de kascommissie in orde bevonden – de penningmeester wordt decharge verleend. Alle leden ontvangen de nota voor de Leerstoel, waarbij het benodigde bedrag in één keer wordt betaald. (Euro 25.000) De ‘onderliggende’ vereniging VMT/LZK3 zal t.z.t. worden ontbonden i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe statuten van de LVC3. De formele voorbereidingen hiertoe zullen worden getroffen. Conform een voorstel vanuit de LVZML, zal deze opheffing gelijktijdig plaatsvinden. De helderheid over de relatie tussen PO Raad en WEC Raad zal tussen nu en een maand gegeven kunnen worden, aldus dhr. Peeks De helderheid over de verdere vormgeving van de WEC Raad zal tussen nu en drie maanden gegeven kunnen worden, aldus dhr. Peeks. Dhr. Reitsma neemt een initiatief naar een aantal schoolbesturen om zich te beraden op de mogelijke vormen van behoud van WEC-invloed in relatie tot de PO Raad – de ontwikkelingsgang vanuit de WEC Raad zal daardoor kunnen worden gesteund. De taakgroep scholing/onderzoek maakt een voorstel voor omgaan met kennis/expertise in het kader van passend onderwijs (ook: sturing onderzoek) De taakgroep scholing/onderzoek zal een voorstel maken voor fondsvorming, noodzakelijk voor het verzamelen, verspreiden, onderhouden van expertise
W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
9
i.v.
W:\LVC3\Conferenties\5 & 6 februari 2009 Delden (Twente)\Verslag\2198verslagdeldenfeb09.doc
10