lumbale fusie operatie aan de wervelkolom
Geachte heer/mevrouw U komt naar ons ziekenhuis voor een operatie aan de rug. Deze keuze hebt u gemaakt in overleg met uw arts. Wij verwachten u aan het onthaal van campus loofstraat op …….…..….dag ….../…..../……… om …..….uur. Deze folder bevat praktische informatie over de voorbereiding op de operatie, de ingreep zelf en de verzorging nadien. Aansluitend volgen enkele raadgevingen voor de nazorg thuis. Voor aanvullende informatie over een opname in az groeninge is een onthaalbrochure beschikbaar aan het onthaal. Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan uw arts of aan de verpleegkundige. Wij wensen u een aangenaam verblijf en een vlot herstel toe.
Doel van de ingreep Een “lumbale fusie” wordt uitgevoerd bij patiënten met ernstige slijtage van de tussenwervelschijven aan de lage rug of met afwijkingen aan de wervels zelf. De wervelkolom bestaat uit hals-, borst- en lendenwervels. Tussen de wervels zit telkens een tussenwervelschijf of discus. Een discus is een stevig omhulsel met daarin een elastische, vervormbare kern die voor grote veerkracht zorgt. Met het ouder worden, kunnen deze tussenwervelschijven beschadigd raken, afvlakken en hun elasticiteit verliezen. Deze slijtage veroorzaakt instabiliteit of verschuiving van de wervels waardoor pijnklachten ontstaan. In een aantal gevallen is het afglijden van de wervels toe te schrijven aan een afwijking op kinderleeftijd die verder evolueert. Als de zachte behandelingsmethoden (rust, medicatie, oefentherapie) niet leiden tot voldoende verbetering van de klachten, is een operatie noodzakelijk. Door samenvoeging (“fusie”) van twee of meerdere lendenwervels (“lumbaal”) met een plaat-vijssysteem en het ophogen van de werveltussenruimte beogen we een betere stabiliteit van de wervelkolom en het verdringen van de pijnlijke uitstraling naar het been. Het ziekenhuisverblijf voor deze ingreep duurt vijf tot zeven dagen.
Voorbereiding op de ingreep Om de operatie en de narcose veilig te laten verlopen, krijgt u vooraf een preoperatieve vragenlijst mee naar huis. Gelieve deze lijst zo zorgvuldig mogelijk in te vullen en mee te brengen op het moment van uw opname. In overleg met uw arts en om de ingreep goed voor te bereiden, wordt u de dag vóór de ingreep opgenomen. Neem voor uw vertrek thuis een bad of een douche, want na de operatie is dit een tweetal weken niet mogelijk. Indien u medicatie inneemt, brengt u die mee naar het ziekenhuis. Neemt u daarenboven bloedverdunnende medicatie, dan moet u dit melden aan de arts. Mogelijk vervangt hij deze medicatie tijdelijk door inspuitingen en moet u de bloedverdunnende medicatie een tiental dagen voor de ingreep stoppen. Na uw inschrijving aan het onthaal begeleidt een verpleegkundige u naar de kamer.
Tijdens een opnamegesprek geeft de verpleegkundige informatie over de kamer, de afdeling en over uw persoonlijke voorbereiding op de ingreep. Zo krijgt u onder meer een klein lavement om het laatste deel van de darm te ledigen en verwijdert de verpleegkundige eventuele donshaartjes op uw rug. In uw verpleegdossier staan een aantal onmisbare gegevens voor een veilige behandeling en een vlot verblijf: bestaande allergie (met roodheid, jeuk, huiduitslag) op geneesmiddelen, voedingsmiddelen, kleefpleisters, rubberen handschoenen ... medicatiegebruik vroegere operaties andere aandoeningen zoals hart- of longaandoeningen, suikerziekte ... … Als u een verwijsbrief, radiografieën of andere resultaten van onderzoeken bij hebt, kan u die aan de verpleegkundige afgeven. Onderging u nog geen onderzoeken, dan laat uw arts meestal nog een bloedonderzoek, een longfoto en een elektrocardiogram uitvoeren. Op de vooravond van de ingreep maakt u kennis met de anesthesist (de verdovingsarts). Hij kan u een licht slaapmiddel voorschrijven. Vanaf middernacht mag u niet meer eten, drinken en roken. De dag van de ingreep kan u zich ’s morgens opfrissen. Bril, tandprothese, lenzen ... bewaart u in het nachtkastje. Juwelen, geld of andere waardevolle voorwerpen geeft u best terug mee naar huis. Het is moeilijk te zeggen wanneer de ingreep precies plaatsheeft. Voor het vertrek naar de operatiekamer moet u een operatiehemd en mogelijk ook antiflebitiskousen aantrekken. U wordt in uw bed naar de operatiekamer begeleid.
De verdoving – het ontwaken In de operatiezaal brengt de anesthesist u in slaap. Wanneer u straks wakker wordt, is de ingreep achter de rug. Na de operatie kan u bekomen in de ontwaakruimte. Wellicht voelt u zich nog wat suf en slaperig van de verdoving. De anesthesist beslist hoe lang u in de ontwaakruimte verblijft. Soms is terugkeer naar de kamer verantwoord na een aantal uren, maar meestal is een overnachting voorzien. Uw naaste familieleden kunnen u een kort bezoekje brengen in de ontwaakruimte of er telefonisch informatie verkrijgen. Gelieve hen op voorhand in te lichten over de geldende bezoekregeling:
de ontwaakruimte – de dienst reanimatie t. 056 63 51 56 bezoekuren: van 18.30 tot 19 uur maximum 15 minuten per bezoek maximum per 2 personen geen kinderen jonger dan 12 jaar
Uw verblijf na de ingreep Een verpleegkundige volgt uw toestand nauwlettend op. Voelt u pijn of ander ongemak, aarzel dan niet om dit te melden. Via een infuus in de arm krijgt u via een pijnpomp continu pijnstilling toegediend. Hebt u tijdelijk wat meer pijn, dan kan u een kleine extra dosis pijnstiller bijgeven door een eenvoudige druk op de knop. Vanzelfsprekend zal de verpleegkundige u op dat moment de nodige uitleg geven. Het is uiterst belangrijk dat u tot zes uur na de ingreep op uw rug blijft liggen. Daarna helpt de verpleegkundige u om te draaien in een beweging die voor u het minst pijnlijk is. Om de wonde beter te laten helen, heeft de arts tijdens de ingreep een kleine drain (soort opvangsysteem) geplaatst. Hierlangs kan het overtollige bloed afvloeien. Deze drain blijft ongeveer twee dagen zitten. Soms heeft de arts tijdens de ingreep ook een blaassonde geplaatst waardoor u tijdelijk niet zelf hoeft te plassen. Deze sonde blijft zitten tot u vlot kan opstaan. Om misselijkheid te voorkomen, mag u vandaag nog niet eten. Vanaf een twaalftal uur na de ingreep mag u water drinken. De ochtend na de ingreep mag u opnieuw eten. De verpleegkundige helpt u in een halfzittende houding. Voor een goede circulatie in de benen doet u er goed aan voorzichtig met benen en voeten te bewegen. Voor het draaien mag u hulp vragen. Ook bij uw ochtendtoilet krijgt u de nodige hulp in bed. Vanaf de tweede of derde dag na de operatie mag u voor het eerst opstaan onder begeleiding van een verpleegkundige. Uw behandelende arts spreekt dit af met u en met de verpleegkundige. De verpleegkundige leert u technieken aan om op een rugsparende manier uit bed te komen: van liggen naar zitten en van zitten naar staan. Voor het opzitten gebruikt u een aangepaste stoel. Wissel regelmatig van houding zonder bruusk te bewegen. Vermijd langdurig opzitten en ga regelmatig liggen. Liggen mag op de rug of op de zij met een kussen als ondersteuning in de rug.
De arts komt dagelijks bij u langs op de kamer. Hij bespreekt de resultaten met u en neemt de nodige tijd om uitleg te geven. Hebt u vragen over verzekeringspapieren, attesten voor arbeidsongeschiktheid, medicatievoorschrift ... dan kan u die stellen. Noteer uw vragen eventueel op voorhand. Beetje bij beetje herwint u uw zelfstandigheid. U kan echter altijd blijven rekenen op de hulp van de verpleegkundigen.
Voorbereiding van het ontslag Uw arts beslist samen met u wanneer u het ziekenhuis kan verlaten. Dit is gemiddeld na vijf tot zeven dagen. Wil u een beroep doen op gezinshulp of thuisverpleging, hebt een ziekenhuisbed nodig of wenst u verder te genezen in een hersteloord, dan meldt u dit best meteen bij de opname. Zo kan de sociale dienst al de nodige stappen zetten. Het wondverband wordt net voor uw vertrek nog eens vervangen en mag dan blijven zitten tot de hechtingen verwijderd zijn. Uw huisarts ontvangt een verslag van de ingreep. Hij verwijdert de hechtingen na acht tot tien dagen en volgt uw herstel verder op. Vier tot zes weken na de ingreep komt u op controle bij de behandelende arts. Deze afspraak krijgt u op een kaartje mee. Een half uurtje voor u op controle komt, moet u een radiografie van uw rug laten nemen. Ook deze afspraak met de radiologie staat op het afspraakkaartje genoteerd.
Raadgevingen voor thuis Lichaamsbeweging:
Beperk uw activiteiten gedurende een zestal weken tot licht huishoudelijk werk. Bouw uw inspanningen geleidelijk aan op; maak regelmatig een korte, ontspannen wandeling. Verander regelmatig van houding. Vermijd langdurig zitten en/of staan en ga nog vaak liggen. Vermijd voorover buigen of draaien: u kan beter hurken. Vermijd heffen en/of dragen van zware lasten. Vermijd de eerste weken onnodige autoritten, als chauffeur en als passagier. Fietsen op de hometrainer mag vanaf de tweede week dat u thuis bent. Gebruik de trap in beperkte mate. Voor u opnieuw begint te sporten (inclusief buiten fietsen), vraagt u best raad bij uw eerste controle.
Hechtingen:
Het wondverband mag dicht blijven. Laat de hechtingen verwijderen door uw huisarts na acht tot tien dagen.
Bad en douche:
Na het verwijderen van de hechtingen wacht u nog twee dagen om te douchen en een week om te baden.
Medicatie:
Pijnstiller: Andere:
Neem contact op met uw (huis)arts in geval van:
Hebt u vragen of maakt u zich ongerust, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw (huis)arts. Nuttige telefoonnummers vindt u op de achterzijde van deze folder.
Uw vragen, notities
dienst neurochirurgie campus loofstraat Loofstraat 43, 8500 Kortrijk secretariaat neurochirurgie t. 056 63 34 00 Verpleegafdeling neurochirurgie 2A t. 056 63 24 60
vzw az groeninge zetel: Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69 | www.azgroeninge.be vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk doc. 33131 – juni 2011 ziekenhuis internationaal erkend door JCI voor veilige zorg en kwaliteit: www.azgroeninge.be/kwaliteit