© MEMO Stadsregio Amsterdam
opgesteld door
lOeft S.«
datum opgesteld via aan onderwerp
Toelichting bij samenwerkingsovereenkomst VENOM
1. Inleiding IrVaf /s een verkeersmodel? Verkeersmodellen nemen in de Metropoolregio Amsterdam een belangrijke plaats in waar het gaat om de formulering en evaluatie van mobiliteitsbeleid en om onderbouwing van - vaak infrastructurele - projectvoorstellen. Verkeersmodellen worden ingezet om inzicht te geven in verkeer- en vervoersstromen en veranderingen in de toekomst. Het wordt gebruikt als hulpmiddel om effecten van projecten, maatregelen en beleid op het gebied van ruimte, mobiliteit en infrastructuur in kaart te brengen. Verkeersmodellen worden op alle schaalniveaus ingezet; zowel landelijk als regionaal, maar ook lokaal. leder verkeersmodel kent zijn eigen doel, scope en horizon. Aanleiding In 2005 werd bij de Stadsregio Amsterdam voor het eerst gesproken over de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een regionaal verkeersmodel voor de Metropoolregio Amsterdam. Aanleiding hiervoor was het gebrek aan een verkeersmodel dat is toegespitst op het schaalniveau van de Metropoolregio Amsterdam. Het Nederlands Regionaal Model van Rijkswaterstaat is vaak te grof en de lokale modellen juist weer te fijn. Verder werd de situatie gekenmerkt door een gebrek aan uniformiteit in gebruikte modelsystemen en veel discussie over zowel de input voor verkeers- en mobiliteitsprognoses als over de uitkomsten. Op initiatief van de Stadsregio Amsterdam is daarom samen met een aantal regionale partners en gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam eind 2005 een proces gestart om tot een betere afstemming van de verschillende verkeersmodellen te komen. Als partner zijn hierbij o.a. de stadsregiogemeenten Amstelveen, Amsterdam, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad betrokken. Belangrijkste doel van deze samenwerking is de totstandkoming van een erkend en gedragen regionaal verkeersmodel voor strategische weg en openbaar vervoerstudies in de Metropoolregio Amsterdam: het VENOM. Na een intensief proces is eind 2008 de bouw van het VENOM van start gegaan. De planning is dat VENOM in augustus 2011 zal worden opgeleverd, waarna het model in September in gebruik kan worden genomen. Pagina 1 van 3 C:\Documents and Settings\r.uijtjens.GGVLOCAL.001\Local SettingsVTemporary Internet Fi!es\OLK104B\110726 notitie VENOM tbv ovk 20122015.doc
MEMO
Doelen VENOM Voor het VENOM zijn de volgende doelen geformuleerd: - Het vergroten van de efficiency (in geld en tijd) van het proces en de besluitvorming bij het studeren op en beoordelen van regionale infrastructuur- en beleidsprojecten. - Meer transparantie in het besluitvormingsproces - Het vergroten van het draagvlak voor uitkomsten van modelprognoses.
2. Gebruik VENOM Afstemming en aansluiting verkeersmodellen Wat het VENOM bijzonder maakt is dat gekozen is voor een maximale aansluiting van en afstemming op het Nederlands Regionaal Model (NRM) voor landsdeel West (de vier Randstadprovincies) van Rijkswaterstaat en de lokale verkeersmodellen. Een belangrijke aanvulling ten opzichte van het NRM is de modellering van het openbaar vervoer. Toepassingen Het VENOM wordt ingezet voor strategische weg en openbaar vervoerstudies met een toepassingsbereik binnen de Metropoolregio (zie bijlage B van de samenwerkingsovereenkomst). Voorbeelden waarvoor het VENOM gebruikt kan worden: - Knelpuntenanalyse weg en openbaar vervoer: bijv. de A10 Noord - Infrastructuur regionale wegennet / openbaar vervoer en exploitatie: bijv. de A8/A9, HOV- Zaancorridor en de Westtangent - Visie en beleidsvorming: bijv. de Investeringsstrategie Weg - Milieueffecten (lucht en geluid): bijv. de Saneringstool Voor tactische en operationele vraagstukken met een overwegend lokaal karakter worden de gemeentelijke verkeersmodellen gebruikt. Meerwaarde Door middel van het VENOM hebben de stadsregiogemeenten de beschikking over een erkend en gedragen verkeersmodel om regionale studies goed te kunnen onderbouwen. Doordat gemeenten hun input afstemmen op het VENOM ontstaat uniformiteit en zullen (kleinere, operationele) projecten die met een lokaal model worden doorgerekend onderling beter vergelijkbaar zijn. Dit leidt tot een beter onderbouwde, afgestemde en meer uniforme beoordeling van subsidie-aanvragen in het kader van de BDU. Omdat het VENOM op zijn beurt is afgestemd op het NRMverkeersmodel van Rijkswaterstaat, wordt het VENOM ook door het Rijk erkend. Gemeenten kunnen te alien tijde gebruik maken van de invoer en resultaten van VENOM als basis voor hun lokale model, bijvoorbeeld bij actualisatie. Dit bespaart gemeenten tijd en geld in gegevensverzameling. Gemeenten kunnen bovendien kosteloos gebruik maken van het VENOM voor eigen studies. De afstemming van regionale en lokale verkeersmodellen leidt tot uniformiteit en daarmee tot meer gedragen modelresultaten. Dit bespaart naar verwachting veel discussies over modelinput bij studies, en daarmee meer efficiency in tijd en geld.
3. Samenwerking In het VENOM werken 13 regionale en lokale overheden samen. Van deze partijen dragen de Stadsregio Amsterdam en de Provincies Noord-Holland en Flevoland Notitie Samenwerkingsovereenkomst
VENOM
C : \ D o c u m e n t s a n d S e t t i n g s \ r . u l j t j e n s . G G V L O C A L . 00 1 \ L o c a I S e t t i n g s \ T e m p o r a r y F i l e s \ O L K 1 0 4 B \ 1 1 0 7 2 6 n o t i t i e V E N O M t b v o v k 20 1 2 - 2 0 1 5 . d o c
Pagina 2 van 3 Internet
MEMO
financieel bij. In de meegezonden samenwerkingovereenkomst 2012 t/m 2015 zijn de verplichtingen (zowel financieel als inhoudelijk), de organisatie, de toepassingen en de afstemming van de verschillende verkeersmodellen in de regio vastgelegd. De huidige samenwerkingsovereenkomst 2007-2010 is, na verlenging in 2010 met een jaar, aan het eind van dit jaar verlopen. Na een positieve evaluatie heeft de (ambtelijke) Stuurgroep VENOM daarom besloten om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op te stellen voor de periode 2012 t/m 2015, op het moment dat het VENOM ook daadwerkelijk in gebruik is genomen. De bestuurlijke ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst is gepland voor 30 november. Financieel betekent de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst dat de Stadsregio een jaarlijkse verplichting van ca. €100.000 aangaat voor de periode van 2012 tot en met 2015, ten laste van het programma 3 Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid (post 'projecten, onderzoek en studie'). Dit ten behoeve van de financiering van de personeelskosten (1,5 fte), het inwinnen van gegevens, het beheer en de verdere ontwikkeling van het VENOM. Voor de partners, waaronder de gemeenten Amsterdam, Amstelveen, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad, betekent dit onder andere dat zij tijd en /of middelen leveren die nodig zijn voor de ontwikkeling, het beheer en onderhoud van het VENOM en de afstemming van de invoer. Inhoudelijk betekent de samenwerking dat partners invoer van regionale en lokale verkeersmodellen op elkaar afstemmen zodat uniformiteit ontstaat qua gebiedsindeling, sociaal economische gegevens (inwoners, arbeids- en leerlingplaatsen), basis- en toekomstjaren, netwerken en beleidsuitgangspunten.
4. Besluitvorming Thans ligt de Samenwerkingsovereenkomst 2012-2015 voor ter besluitvorming bij alle partners, gericht op bestuurlijke ondertekening op 30 november 2011.
Notitie Samenwerkingsovereenkomst
VENOM
C : \ D o c u m e n t s a n d S e t t i n g s \ r . u i j t j en s .G G V L O C A L . 0 0 1 \ L o c a I S e t t i n g s \ T e m p o r a r y F i l e s \ O L K 1 0 4 B \ 1 1 0726 n o t i t i e VENOM tbv ovk 2 0 1 2 - 2 0 1 5 . d o c
Pagina 3 van 3 Internet
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
PROVINCIE
fc
FLEVOLAND gem eente
Haarlem mermeer
Provincie Noord-Holland
% "
Jffis
\ \ ^
Stadsregio Amsterdam
Haarlem PU
P 3 q | Rijkswaterstaat : § £ l Ministerie van Infrasmictuur en Milieu
:
Gemeente Almere
Zaanstad top van de Randstad
yt
Gemeente Amsterdam
x x
v
GEWEST
GOOI EN VECHTSTREEK
Milieudienstijmond Gemeente ffl Amstelveen
Definitief versie 1.0
mei2011
1 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
Samenwerkingsovereenkornst Verkeerskundig Noordvleugelmodel VENOM
Van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2015
Colofon
Status:
definitief
Versie:
1.0
Datum:
mei2011
Beheer:
Regisseur VENOM, Suzanne Kieft 020-5273773 / 06-31924101
[email protected]
Definitief versie 1.0
mei 2011
2 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
Onderqetekenden NB: namen, voorletters, titels, portefeuilles checken! I. De Provincie Noord-Holland, vertegenwoordigd door mevrouw E. Post, Gedeputeerde Verkeer en Vervoer II. De Provincie Flevoland, vertegenwoordigd door de heer J. Lodders, Gedeputeerde Wegen en Verkeer III. De Stadsregio Amsterdam, vertegenwoordigd doorde heerdrs. M.J. Bezuijen, Portefeuillehouder Verkeer IV. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, vertegenwoordigd door de heer drs. A.P. Delpeut, Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat directie Noord-Holland V. De Gemeente Almere, vertegenwoordigd doorde heer A. Duivesteijn, Wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen VI. De Gemeente Amstelveen, vertegenwoordigd door de heer J. Levie, Wethouder Verkeer VII. De Gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door de heer E. Wiebes, Wethouder Verkeer en Vervoer VIII. De Gemeente Haarlem, mede namens de gemeenten Bloemendaal, Haarlemmerliede, Heemstede en Zandvoort, vertegenwoordigd door de heer R. van Doom, Wethouder Duurzaamheid, Wijken en Mobiliteit IX. De Gemeente Haarlemmermeer, vertegenwoordigd door de heer drs. M.J. Bezuijen, Wethouder Verkeer en Vervoer X. De Gemeente Purmerend, vertegenwoordigd door de heer J. Krieger, Wethouder Verkeer en Vervoer XI. De Gemeente Zaanstad, vertegenwoordigd door de heer drs. D.D. Straat, Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling, Bereikbaarheid en Mobiliteit, Grondzaken XII. Het Gewest Gooi- en Vechtstreek, vertegenwoordigd door de heer drs. M. Schoenmaker, Portefeuillehouder Verkeer en Vervoer XIII. De Milieudienst Umond, vertegenwoordigd doorde heer L.A. Pannekeet, Directeur
Hierna: Partners
Definitief versie 1.0
mei2011
3 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
Overweqinqen A. Partners zijn van oordeel dat moet worden ingezet op net realiseren van een erkend, transparant en gedragen regionaal verkeersmodel voor strategische weg en openbaar vervoer studies in de Metropoolregio Amsterdam. B. Partners hebben d.d. 13 november 2006 besloten tot het sluiten van een overeenkomst voor een periode van vier jaar en het opzetten van een beheerorganisatie voor het Verkeerskundig Noordvleugelmodel (VENOM). C. Partners hebben d.d. 2 november 2009 de uitvoering van de onder B genoemde overeenkomst "VENOM 2007-2010" unaniem positief beoordeeld. D. Partners hebben d.d. 2 november 2009 besloten om de samenwerking in het kader van VENOM met een periode van vier jaar te verlengen en hiertoe voorliggende overeenkomst af te sluiten voor de periode 2011-2014. E. Partners hebben d.d. 2 november 2009 besloten over te gaan tot een bestuurlijke ondertekening van voorliggende overeenkomst door alle in VENOM verband samenwerkende overheden. F. Partners hebben d.d. 13 September 2010 besloten de ondertekening van voorliggende overeenkomst uit te stellen tot het VENOM in de loop van 2011 is opgeleverd en de overeenkomst 2007-2010 met een jaar te verlengen. Beqrippen en definities In deze overeenkomst worden de volgende begrippen en definities gehanteerd. • MRA = Metropoolregio Amsterdam: samenwerkingsverband van lokale, regionale en provinciale overheden in de Noordvleugel van de Randstad. LMS = Landelijk Modelsysteem: landelijk verkeersprognosemodel van Rijkswaterstaat. NRM West = Nederlands Regionaal Model West: verkeersprognosemodel van Rijkswaterstaat voor de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. Verfijning van het LMS. VENOM = Verkeerskundig Noordvleugel Model: verkeersprognosemodel voor de Metropoolregio Amsterdam. Verfijning van het NRM West. Partner: landelijke, regionale of lokale overheid/organisatie in de Metropoolregio Amsterdam die deelneemt aan het samenwerkingsverband VENOM. Financierende Partners: de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. Auteursrechthebbende Partner: eigenaar van de ten behoeve van het VENOM ter beschikking gestelde documenten en data. Beheerorganisatie: door Partners aangewezen regisseur en beheerder die namens de Partners zorgen voor de ontwikkeling, het beheer en onderhoud van het VENOM. Stuurgroep: groep directeuren en afdelingshoofden die namens de Partners die beslissingen neemt over strategische zaken die betrekking hebben op het eigendom, de financiering, toekomstige investeringen e.d.. Gebruikersplatform: groep verkeerskundigen en beleidsmedewerkers die namens de Partners die de beheerorganisatie bij zijn taken assisteert en toeziet op de uitvoering. Gebruiker: een Partner of andere (overheids)organisatie die het VENOM en/of de resultaten gebruikt ten behoeve van een verkeerskundig vraagstuk, studie of project. Handboek: document waarin alle inhoudelijke afspraken m.b.t. de toepassing van en aansluiting op het VENOM zijn uitgewerkt. De beheerorganisatie heeft als taak het handboek in samenspraak met de Partners actueel te houden.
Definitief versie 1.0
mei2011
4 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
Overeenkomst Artikel 1: Samenwerkingsverband 1.1. Naam Partners werken samen onder de naam Verkeerskundig Noordvleugel Model (VENOM). 1.2. Duur Deze overeenkomst vangt aan op 1 januari 2012 en eindigt op 31 december 2015. 1.3. Doel Doel van de samenwerking is enerzijds de totstandkoming en het beheer van het VENOM en anderzijds de afstemming tussen de regionale en lokale verkeersmodellen in de Metropoolregio Amsterdam. 1.4. Toetreding a. Partners stemmen op voorhand in met toetreding tot het VENOM door andere gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden in de Metropoolregio Amsterdam. b. Toetreding geschiedt door schriftelijke kennisgeving aan de Stuurgroep (zie artikel 3.1) en daarop volgende ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst via een addendum. 1.5. Verlenging en evaluatie Partners spreken de intentie uit om zich na afloop van deze overeenkomst voor nog eens vier jaar aan VENOM te binden. Eind 2014 vindt er hiertoe een evaluatie plaats waarop deze intentie afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie al dan niet wordt geconcretiseerd. Indien de Partners op dat moment besluiten hun (financiele) verplichtingen te verlengen tot 31 december 2019 zal er een nieuwe overeenkomst worden opgesteld. 1.6. Uittreding Tijdens de looptijd van deze overeenkomst is uittreding niet mogelijk. Artikel 2: Verplichtingen Partners 2.1. Financiele bijdrage De Stadsregio Amsterdam, de Provincie Noord-Holland en de Provincie Flevoland dragen zorg voor de financiering van het VENOM conform de kaderbegroting VENOM 2012-2015 en de bijbehorende jaarlijkse bijdragen per Partner (bijlage A). De begroting is kaderstellend. Eventuele financiele tekorten door onvoorziene omstandigheden worden door de beheerorganisatie tijdig gesignaleerd en ter behandeling voorgelegd aan de Stuurgroep. De Stuurgroep besluit vervolgens welke ingrepen in de voorziene baten en lasten genomen moeten worden om de begroting sluitend te maken. Financiele overschotten worden toegevoegd aan de begroting van het volgende kalenderjaar. Aan het einde van de looptijd bepalen de financierende Partners wat er met een eventueel overschot gebeurt. 2.2. a.
b.
1
Inbreng in natura Partners hebben conform artikel 3.1 en 3.2 zitting in de Stuurgroep en/of het Gebruikersplatform VENOM en leveren hierbij de tijd en/of middelen die nodig zijn voor de ontwikkeling, het beheer en onderhoud van het VENOM, afstemming van de invoer, rekenmodules en uitvoer en de instandhouding van de samenwerking op het gebied van verkeersmodellen in de Metropoolregio Amsterdam. Partners stemmen de invoer van de regionale en lokale verkeersmodellen in de Metropoolregio Amsterdam conform het handboek VENOM1 op elkaar af zodat uniformiteit ontstaat qua gebiedsindeling, sociaaleconomische gegevens (inwoners, arbeids- en leerlingplaatsen), basis- en toekomstjaren, netwerken en beleidsuitgangspunten.
Zie 'begrippen en definities'.
Definitief versie 1.0
mei2011
5 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
c. d. e. f. g.
h.
i.
Partners stemmen (de randen van) de matrices en de rekenmodellen conform het handboek VENOM op elkaar af zodat binnen de Metropoolregio Amsterdam de modelresultaten zoveel mogelijk aansluiten. Partners stemmen de regionale en lokale tel- en/of enqueteprogramma's waar mogelijk af volgens de richtlijnen uit het handboek VENOM, verzamelen de gegevens en leveren tijdig de tel- en enquetegegevens aan de beheerorganisatie. Partners maken gebruik van de richtlijnen uit het handboek VENOM ten behoeve van eenduidige, heldere en uniforme communicatie omtrent (de resultaten van) verkeersmodellen in de Metropoolregio Amsterdam. Partners melden nieuwe VENOM modelstudies in principe aan bij de beheerorganisatie en stellen de resultaten na afloop beschikbaar. Het Ministerie van Infrastructuur & Milieu brengt naast het onder a t/m i genoemde tevens zowel de rekenmodules als de basisdata van het Nederlands Regionaal Model (NRM) West (voorheen NRM Randstad) in als basis voor het VENOM. Hiertoe is eind mei 2010 een gebruiksovereenkomst gesloten tussen de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) van Rijkswaterstaat en de VENOM organisatie. Partners dragen zorg voor een adequaat beheer en onderhoud van het Nationaal Wegenbestand (NWB) aangezien dit een belangrijke basis vormt voor zowel het NRM als het VENOM en daarmee zeer bepalend is voor de kwaliteit van beide verkeersmodellen. Waar mogelijk kunnen gemeenten hierbij gebruik maken van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). ledere Partner blijft auteursrechthebbende en eigenaar van de door haar ter beschikking gestelde documenten en data. De overige Partners en de beheerorganisatie zijn uitsluitend gerechtigd deze documenten en data te gebruiken voor zover dat voor de ontwikkeling, beheer en onderhoud van VENOM noodzakelijk is. Voor overig gebruik dient de auteursrechthebbende Partner schriftelijk toestemming te geven waarbij zij voorwaarden kan stellen, waaronder de betaling van een door de auteursrechthebbende Partner vast te stellen marktconforme vergoeding.
2.3. Niet nakoming Indien naar het oordeel van de Stuurgroep een Partner door aan hem toerekenbare omstandigheden zijn verplichtingen niet nakomt, heeft de betreffende Partner geen toegang tot (de in- en uitvoer van) het VENOM totdat hij alsnog aan de betreffende verplichting(en) voldaan heeft; de betreffende Partner is ter zake niet schadeplichtig jegens de andere Partners. 2.4. Risico De kwaliteit van het VENOM wordt zowel voor de ingebruikname als bij toekomstige modelactualisaties geevalueerd en beoordeeld door de beheerorganisatie in samenwerking met het Gebruikersplatform. Wanneer de kwaliteit onvoldoende blijkt en niet aan de gestelde verwachtingen voldaan kan worden, heeft dit consequenties voor hetgeen voortvloeit uit het bepaalde in de artikelen 2.2.C en 4. Eventuele besluiten om de kwaliteit op het afgesproken niveau te krijgen, worden door de Stuurgroep genomen.
Definitief versie 1.0
mei 2011
6 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
Artikel 3: Organisatie 3.1. a. b. c.
d. e. f. g. h. 3.2. a. b. c. d. e. f. 3.3. a. b. c. d. e. f. g. h.
Stuurgroep De Stuurgroep bestaat uit maximaal een vertegenwoordiger per Partner, elk met een stem en besluit met gewone meerderheid van stemmen. De Stadsregio Amsterdam is voorzitter van de Stuurgroep. De regisseur (zie artikel 3.3) is secretaris van de Stuurgroep. De Stuurgroep neemt beslissingen over strategische zaken met betrekking tot het eigendom & gebruik, beheer & onderhoud, (toekomstige) investeringen & financiering en ontwikkeling & actualisatie van het VENOM voor zover deze passen binnen de kaderbegroting (zie bijlage A). Alleen de financierende Partners (zie artikel 2.1) nemen beslissingen met betrekking tot eventuele tekorten of overschotten in de VENOM begroting. De Stuurgroep garandeert de benodigde inzet in tijd en middelen van de vertegenwoordiger die deelneemt aan het gebruikersplatform. De Stuurgroep is verantwoordelijk voor de procesmatige en bestuurlijke implementatie van deze overeenkomst binnen de eigen organisatie. De Stuurgroep stelt jaarlijks het werkplan, de begroting en het jaarverslag vast, De Stuurgroep neemt zo nodig een besluit indien een Partner niet voldoet aan de verplichtingen conform artikel 2. Gebruikersplatform Het Gebruikersplatform bestaat uit maximaal een vertegenwoordiger per Partner. De regisseur is voorzitter van het Gebruikersplatform. De beheerder is secretaris van het Gebruikersplatform (zie artikel 3.3). Het Gebruikersplatform ondersteunt, adviseert en houdt toezicht op de beheerorganisatie bij de bouw, het beheer en onderhoud van het VENOM. Het Gebruikersplatform verzamelt de voor het VENOM benodigde gegevens en stelt deze tijdig ter beschikking aan de beheerorganisatie. Het Gebruikersplatform wisselt kennis en ervaring omtrent verkeersmodellen en studies uit. Het Gebruikersplatform is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en ambtelijke implementatie van deze overeenkomst binnen de eigen organisatie. Beheerorganisatie De VENOM beheerorganisatie bestaat uit een regisseur en een beheerder (gezamenlijk maximaal 1,5 fte). De beheerorganisatie draagt zorg voor de bouw, het beheer en onderhoud van het VENOM. De beheerorganisatie stelt voor ieder kalenderjaar (najaar) een werkplan op waarin een overzicht wordt gegeven van de geplande activiteiten en de bijbehorende begroting. De beheerorganisatie rapporteert na afloop van ieder kalenderjaar (voorjaar) over de voortgang middels een jaarverslag. De beheerorganisatie verzamelt en beheert de tel-, enquete- en sociaal economische gegevens. Deze taak wordt jaarlijks in het werkplan opgenomen en uitgewerkt. De beheerorganisatie verzorgt de inning van de financiele bijdragen van de regionale Partners. De beheerorganisatie vertegenwoordigt en behartigt de belangen van het VENOM in regionale en landelijke samenwerkingsverbanden, studies en projecten. De beheerorganisatie verzorgt de interne en externe communicatie omtrent het VENOM.
Definitief versie 1.0
mei 2011
7 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
3.4. a. b. c. d.
Facilitering De Stadsregio Amsterdam treedt namens de Partners op als werkgever voor de beheerorganisatie en vervult tevens de rol van opdrachtgever en leidinggevende voor de beheerorganisatie. De Stadsregio Amsterdam faciliteert de beheerorganisatie met huisvesting, werkplekken, technische infrastructuur, communicatiemiddelen, een betaalorganisatie (uitgaven en ontvangsten) en kennis. De Stadsregio Amsterdam treedt namens de VENOM organisatie op als formele en juridische eigenaar van het VENOM. Indien de Partners na afloop van deze overeenkomst besluiten om niet met VENOM door te gaan, heeft de Stadsregio Amsterdam in eerste instantie de verantwoordelijkheid om met Rijkswaterstaat en de Provincies Noord-Holland en Flevoland nadere afspraken te maken over passend werk voor het personeel van de beheerorganisatie. In tweede instantie hebben zo nodig de gemeentelijke Partners een inspanningsverplichting om deze medewerkers van passend werk te voorzien.
Artikel 4: Toepassing en gebruik VENOM Het VENOM wordt ingezet voor strategische weg en openbaar vervoer studies met een toepassingsbereik binnen de Metropoolregio Amsterdam (zie bijlage B). Voor wegstudies met een bredere scope en/of betrekking hebbend op het Rijkswegennet wordt het NRM West toegepast2. Voor operationele en tactische vraagstukken met een (overwegend) lokaal karakter worden de gemeentelijke modellen gebruikt. Daar waar de modellen of vraagstukken elkaar overlappen en/of aanvullen, kan in bepaalde gevallen gekozen worden voor het gebruik van meerdere modellen mits hierover door alle betrokkenen vooraf duidelijke afspraken worden gemaakt. Alle Partners mogen, zo lang de begroting hiertoe ruimte biedt, gratis gebruik maken van (de resultaten van) het VENOM. Indien de begroting niet toereikend is, kan de stuurgroep besluiten een gebruiksvergoeding in te stellen voor het gebruik van het VENOM. Niet deelnemende overheden mogen het VENOM gebruiken mits zij hiervoor schriftelijk toestemming hebben gekregen van de beheerorganisatie (zie artikel 3.3). Andere (commerciele) organisaties dienen tevens een gebruiksvergoeding te betalen die door de stuurgroep zal worden vastgesteld. Alle overheden en organisaties zijn vrij om zelf met het model te rekenen of een marktpartij in te schakelen. ledere (markt)partij die met het VENOM gaat rekenen, dient echter in alle gevallen vooraf een gebruikersovereenkomst met rechten en plichten te tekenen. Deze gebruikersovereenkomst wordt door de Beheerorganisatie in overleg met het Gebruikersplatform opgesteld en door de Stuurgroep vastgesteld. Bij het uitbesteden van modelstudies dient iedere Opdrachtgever zelf zorg te dragen voor de vastlegging van de verantwoordelijkheden van de Opdrachtnemer in relatie tot het gebruik van het VENOM en de bijbehorende invoergegevens.
2
Deze verplichting wordt vanuit het Ministerie van V&W (afdeling DGMO) aan Rijkswaterstaat opgelegd. Streven is om voor de Rijkswegen in de Metropoolregio Amsterdam met het Ministerie overeenstemming te gaan bereiken over het gebruik van VENOM.
Definitief versie 1.0
mei 2011
8 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
Artikel 5: Algemeen 5.1. Wijzigingen Deze overeenkomst kan slechts schriftelijk door Partners gezamenlijk worden gewijzigd of aangevuld. Voor wijzigingen die betrekking hebben op of gevolgen hebben voor artikel 2.1 en/of bijlage A hebben de Financierende Partners elk een vetorecht. 5.2. Volledige overeenkomst a. Deze overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen, omvat de gehele overeenkomst en alle afspraken tussen de Partners aangaande hun samenwerking in het kader van het VENOM. b. Deze overeenkomst treedt in de plaats van alle eerdere afspraken met betrekking tot het VENOM. 5.3. Onvoorziene omstandigheden a. Partners treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet mag worden verwacht. b. Partners zullen in dat geval bezien voor wiens rekening de gevolgen van onvoorziene omstandigheden behoren te komen en zullen zo nodig deze overeenkomst daaraan aanpassen. 5.4. Geschillen Geschillen naar aanleiding van deze overeenkomst die niet in der minne kunnen worden opgelost, worden door de betrokken Partners voorgelegd aan een gezamenlijk aan te wijzen Arbiter. De uitspraak van de Arbiter is bindend. 5.5. Publicatie Een zakelijke weergave van deze overeenkomst zal door de Stadsregio Amsterdam door een advertentie in de Volkskrant gepubliceerd worden. Tevens zal in het Regiojournaal en het Metropooljournaal aandacht aan deze overeenkomst worden besteed. De integrale overeenkomst zal door alle Partners via internet openbaar gemaakt worden.
Definitief versie 1.0
mei 2011
9 van 12
Samenwerkingsovereenkomst VENOM 2012-2015
Ondertekend te Amsterdam op woensdag 30 november 2011 NB: namen, voorletters, titels, portefeuilles checken!
Naam Mevrouw E. Post Gedeputeerde Verkeer & Vervoer
Partner De Provincie Noord-Holland
De heer J. Lodders Gedeputeerde Wegen & Verkeer
De Provincie Flevoland
De heer drs. M.J. Bezuijen Portefeuillehouder Verkeer
De Stadsregio Amsterdam
De heer drs. A.P. Delpeut Hoofdingenieur-directeur van RWS directie Noord-Holland
Het Ministerie van Infrastructuur & Milieu
De heer A. Duivesteijn Wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen
De Gemeente Almere
De heer J. Levie Wethouder Verkeer
De Gemeente Amstelveen
De heer E. Wiebes Wethouder Verkeer en Vervoer
De Gemeente Amsterdam
De heer R. van Doom Wethouder Duurzaamheid, Wijken en Mobiliteit
De Gemeente Haarlem mede namens de gemeenten Bloemendaal, Haarlemmerliede, Heemstede en Zandvoort De Gemeente Haarlemmermeer
De heer drs. M.J. Bezuijen Wethouder Verkeer en Vervoer De heer J. Krieger Wethouder Verkeer en Vervoer
De Gemeente Purmerend
De heer drs. D.D. Straat Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling, Bereikbaarheid en Mobiliteit, Grondzaken
De Gemeente Zaanstad
De heer drs. M. Schoenmaker Portefeuillehouder Verkeer en Vervoer
Het Gewest Gooi- en Vechtstreek
De heer L.A. Pannekeet Directeur
De Milieudienst Umond
Definitief versie 1.0
mei 2011
Handtekening
10 van 12
grating is ting voor ;hillende rovincie de drie
0 J3 0
o
c
CO 1— Q . CO O) 0 0 0
>
5. In dez ar een b over de el van d> pliichtingen
>
CD
o
"O
0
T—
CN T J 0 0 1 T— CD "O • V CD
CN
•s 0 >
.c
CO
0
c
0
CD CD
> .0
perio xatie i werkp Ian ver i% bij de financ
LO
o
0 0 "O "O I—
..
0
o
•"3-
r-
c 0
m
c
eld voo rlijkse i jks via I dragei bijbeho
c x:
LU > co
co 0
CO CO
cn c O.
o
E
O)
c
1 _
c o
"O
CT
c
-^
JOO
o
>
CD i _ "O 0
O i _
CO
Q. 0
T3
c s_
CD
OI
0
i _
.*: 0
CD
E
c
o
C
Q . T 3 "O T3
UJ
0
"Hi
C
ter e drag inne Zow< jkse
o c
sz n 0
i
CO T 3 CD
cz 0 0
> 0 c > 0 > CO
0
h-
O CM
CD
0
Q
CD
c 0
CO XL i—
cfll cCD
Z3 " D
>
LL
CN CN O) CD CM
CM CN CM CO
a> CD CM
-
T
o
o
CO CN
CD co CD CD CM K CO CN LO CM
CO CD LO CM
CO CD LO CM
LO CM CD LO CM
LO CN CD
• *
CM LO 03 CO LO
CO CO
T_
co r^cn CO CM
CO r»- r-- CO CM CM CD LO LO CN C 3 LO
CM
""
CN
o T_
c
a i T— CO
co
yy yy yy yy CO
o
cd
o o o *cri Lri
^r c> o O) 0 5 t~~ so o T_ ,_
yy yy yy yy Tt
co
yy yy yy yy
T_
LO LO O o
CO LO
CN CM O o
T—
CO
co
r^. r^ co r^ *•" ,_
LO
co
LO CM
yy yy yy yy
O
CM
o LO
o
o Lri CN LO CN
o o O o o o o o CM CM t— Lt) o
O O
O O
T—
T—
o
LC3 LO CM
o MP T -
o CM
yy
CW
yy yy yy yy
o o o o o o o o o o o o o LO LO o o CM CM LO LO iri cri CD CM CN CM
o o o
*"
CM
O
yy yy yy yy
^ o o
Lri
o o
00
a>
<*
yy yy yy yy yy yy yy
i—
o
r>
CO
O O CO O)
CT
o o
o
CM 'CD
E
LO •
yy yy yy yy
0 0
5 0 $3 CD CO
-a
O CN - E CO CO
E o "O
CM CO CD CN)
UU
LO CN
to
yy yy yy yy yy
CD CM
0 O)
0
co
itgeg e vie oorgi levol region
m
o c sz CD CD 0
CM
CD N. r^ O ) CM CD CN
yy yy yy yy
LO h - r~- CD CM CM CM CD CD CD CD CN iri Csi csi CD CM CM
c -^ CD 0
u
T3
W
CM CD CD CM
T—
'c
CO
T3
CU CO
>
CD •g
CO CO
0
>
CD CO
CO CD
oa "cn
E c CO
c=
y 0
CD
JZJ0C
CD
>
d 0
len erjc iren ivite
-Q
c
0 o JO
0
het
•
-Q
CD CD CM CD CN
LO CD LO
yy
MP
o
c
CO LO CO CO 1^-
MU MU
T—
c
S|SB>
pno
CD CD _CD
CM
•o
o
cc 03
o
Q
7~1
r^
yy CO
ner s wor
c
oo CD T_
iderh van hetV jaarb dat met b e overeen komst val Amste eSta dsre exatie is vast gesteli geve erstaa
LU
N-
o
i-^
NOM is een hulp vani ver m. Deze kad dam als op 2,5% de tabel.
LU
• *
CM
3U|A
C CD CU
o>
Ul>
0
a5
c p
0 3 CM o o LO CM CM CD CD T— CT> r-~ h~ LO CN CD CM C\i r-^ 0 0 CM CM
*""
0 CD CO "O C^
-•—'"o X
0 0
CN
T3
ider begr elsl eute Is e beg rotin ;ieN ade rbeg roti
o
i _
o
>
(0
CD
CO
r-
c
o o c > to o CO o o
CO
F
o
X
1
T)
co
ord vol
1
•0
0
0 LL 0
O
sre inc inc
0
0 (
ten
o CN
ENOM la
o
laris & o rhea derzoek advi mmunic e & o r ft- & hardware twikkeling &ac tual erig & oi OTAAL1 ten
-
7
-a CD
>
C/J
111
c CD
CD
n
_i
% > u> lOti 0 . LL 1 -
§ 0
Q
5
to E
o
I8I
3
CN CN O CN
2
<<
1
"E O)
p?
o
OT S $
I
< o 5
1£
5 £
6
< a) 2 E S><
It
all
SI
LU £2
|S
foe
¥ LU
3 g 5 <
T—
c
LU >
>
-i—>
CO
E o c
J*.
s o 3
0 CD s_
CD > O
to
c L*: i_
CD C CD
E
o
CO
'5 E
CM
CO CD
1 1 1
ST s o z LU >
CD
8
a) a
.5 _
.2
6
I
> fi
5
ce
m O.
TO
f
—I
'c Q