Locatie Leuvensbroek
2 0 0 7 2 0 0 8
1
2
Locatie Leuvensbroek
Voor de leerlingen verandert er overigens in de dagelijkse praktijk voorlopig niet veel. Zowel de schoolleiding, als de leraren blijven gelijk, maar door de samenwerking kunnen zij een beter onderwijsaanbod doen, efficiënter werken en betere kansen voor de leerlingen realiseren. Ook de locaties blijven goeddeels dezelfde. Technische School Jonkerbosch zal onderwijs blijven verzorgen voor leerlingen die extra zorg behoeven. Alleen het vmbo-t van het Dominicus College aan de Dennenstraat zal in de loop van het schooljaar verhuizen naar een locatie in de buurt. Elk van de locaties heeft nog zijn eigen schoolgids, waarin de kenmerken van het onderwijs en de organisatie van die locaties beschreven staan. Centraal in het onderwijs van het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek staat groei. Groei in kennis en vaardigheden én persoonlijke groei. De lindeboom in ons logo sym-boliseert die groei. Onze school wil daarbij een vruchtbare bodem en leidraad zijn. Deze gids in drukvorm is bedoeld voor potentiële leerlingen, leerlingen van brugklassen en hun ouders. Voor alle andere leerlingen en belangstellenden is de schoolgids op onze website (www.lindenholtcollege.nl) in te zien. In deze gids kunt u in hoofdlijnen lezen: • wat onze school met haar onderwijs wil bereiken; • hoe de leerlingen worden begeleid; • hoe het onderwijs in de school is georganiseerd; • welke activiteiten de school onderneemt om de school voor leerlingen prettig te maken; • wat de uiteindelijke onderwijsresultaten zijn; • wat de school doet om de kwaliteit van het onderwijs te handhaven en te verbeteren. Aan het begin van het schooljaar ontvangen leerlingen jaarspecifieke informatie over bijvoorbeeld belangrijke data, sport- en activiteitendagen, examenregelingen, proefwerkweek, bevorderingscriteria en adressen. Daarnaast verschijnt wekelijks het leerlingenbulletin met informatie over de dagelijkse gang van zaken. Mist u na het lezen van deze gids nog informatie? Of wilt u meer weten over één of meer onderwerpen uit deze gids? De schoolleiding beantwoordt uw vragen graag! Namens het schoolteam, P.J. Steinmetz, rector
Groeien als ’n boom Met al het andere groen Dat zou ik ook wel willen [..] Uit: ‘Zo waait de wind’, Toon Hermans
3
V o o r w o o r d
Voor u ligt de schoolgids van het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek. Vanaf 1 augustus 2007 worden vanuit een viertal bestaande scholen de krachten gebundeld in een ‘nieuwe school’ voor het aanbod van vmbo, havo en vwo. Deze nieuwe scholengemeenschap bestaat uit het huidige Lindenholt College met zijn afdelingen vwo, havo en vmbo-t, het vmbo van het Maaswaal College (locatie Streekweg), het vmbo-t van het Dominicus College (locatie Dennenstraat) en de Technische School Jonkerbosch. De nieuwe school begint voorlopig onder de bestaande naam Lindenholt College met locaties op Leuvensbroek, Streekweg, Dennenstraat en Hatertseweg. Binnenkort krijgt de school ook echt een nieuwe naam.
4
Locatie Leuvensbroek
Inhoudsopgave 1 Identiteit Locatie Leuvensbroek Openbare school Schooltypen Flexzone 40-minutenrooster Vier gelijke perioden Teams
7 7 8 8 8 8
2 Visie, missie en ambities Algemeen Visie op leren Missie van de school Ambities
9 9 9 10
3 Kwaliteitszorg
11
4 Leerlingbegeleiding Basis: begeleiding op een breed gebied en in een totaalaanpak GGD Begeleiding van leerlingen met specifieke begeleidingsbehoeften
13 14 14
5 Schoolklimaat/schoolsfeer Uitgangspunt: goede sfeer Lesvervangende- en buitenlesactiviteiten Leerlingenbulletin en websites Internationale contacten Vijf gouden gedragsregels Leerlingenstatuut Milieudienst Schoolverzuim/verlof Schorsing en verwijdering Veiligheid Calamiteitenplan Klachtenregeling/-procedure
17 17 17 18 18 18 19 19 19 20 20
6 Organisatie van het onderwijs Schoolplan, team- en vakwerkplannen Toetsing en cijfergeving Doorstudeeradvies na de tweede klas Bevordering Doorstroming VMBO-t/HAVO/VWO
21 21 22 22 23
17
Studie- en beroepskeuze Vrijstellings- ontheffingsregeling Lestijden Onderwijstijd Opvang tussenuren De nieuwe onderbouw: klas 1 en 2 VMBO-t HAVO VWO 7 Inspraakorganen en overige betrokkenheid Medezeggenschapsraad (M.R.) Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (G.M.R.) Ouderraad (O.R.) Leerlingenraad (L.R.) Personeelsgeleding van de M.R., de (P)MR Overige betrokkenheid 8 Algemene gegevens Bestuur en schoolleiding Administratie Servicedesk Melden afwezigheid/ziekte leerling Post aan ouders Kosten Tegemoetkoming studiekosten in het voortgezet onderwijs Verzekeringen Aansprakelijkheid Namen en adressen Bijlagen 1: Lessentabellen 2: Tweede fase 3: Onderwijsresultaten 4: Afkortingenlijst 5: Begrippenlijst
© 2007, Lindenholt College Locatie Leuvensbroek Samenstelling en eindredactie: Peter Steinmetz en Annemarie Mientjes
5
23 23 24 24 24 25 27 28 29
31 31 31 31 32 32
33 33 33 33 34 34 34 34 34 35
37 40 43 45 46
6
1
Identiteit Locatie Leuvensbroek O p e n b a r e s ch o o l
Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is een openbare school. Het onderwijs is ingericht volgens de doelstelling van het openbaar onderwijs, zoals vastgelegd in de wet. Bij de aanname van leerlingen wordt niet geselecteerd op godsdienst, politieke overtuiging, ras, geslacht, seksuele voorkeur of afkomst. Alle leerlingen die geschikt zijn om minimaal de theoretische leerweg van het VMBO te volgen (en zich in de school maar ook daarbuiten op een acceptabele manier gedragen) zijn welkom. Bij leerlingen met een handicap worden in een gesprek met ouders/verzorgers de mogelijkheden van de school en de wensen van de ouders/verzorgers-leerling verkend voordat een besluit tot aanname wordt genomen. Daarbij wordt de procedure ’aanmelding leerling met CVI-beschikking” (zie hoofdstuk 4 leerlingbegeleiding) gevolgd. Onze school hecht veel waarde aan openheid, wederzijds respect en acceptatie van elkaar. We willen leerlingen voorbereiden op het functioneren in een samenleving met een veelheid van culturen/levensbeschouwingen en opvattingen over maatschappelijke waarden en normen.
Sch o o l t y p e n Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is een scholengemeenschap met drie afdelingen: • VMBO-t (t = theoretische leerweg); • HAVO; • VWO (op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek wordt op dit moment alleen het Atheneum aangeboden). In hoofdstuk 6 vindt u meer over de basisvormingen de verschillende afdelingen. Onze school hanteert de zogenoemde dakpanconstructie. Leerlingen die van de basisschool komen, worden in een gemengde brugklas geplaatst: VMBO-t/HAVO of HAVO/VWO. In enkele brugklassen krijgen leerlingen met een VMBO-t-advies en leerlingen met een VWO-advies extra aandacht. Deze klassen noemen we ook wel de ‘accent-klassen’.
Tweejarige brugperiode
VWO Tweede Fase
4
5 4
6 5 4
3
3
3
VMBO-t / HAVO 2 1
→
→
HAVO Tweede Fase
HAVO /VWO 2 1
7
Onderbouw
VMBO-t
Bovenbouw
In schema:
Flexzone Wij willen met ons onderwijs o.a. bereiken dat leerlingen actiever en zelfstandiger leren. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat leerlingen naast kennis en vakvaardigheden, zich ook algemene vaardigheden eigen maken. Groei in brede zin dus. Binnen ons onderwijs willen we verder bereiken dat leerlingen in aanraking komen met vakoverstijgende projecten of leeractiviteiten. We vinden het bovendien belangrijk dat we naast een aanbodgericht programma ook een vraaggericht programma kunnen bieden, waarin we meer rekening houden met de individuele verschillen tussen leerlingen op het gebied van: tempo, interesse en niveau. Binnen de afdelingen op onze school worden bovenstaande uitgangspunten nagestreefd, door o.a. een passende inhoud te ontwikkelen in de zg. flexzone. Daarbij wordt rekening gehouden met de betreffende doelgroep. In deze flexzone (15% tot 20% van de lestijd) kunnen tal van activiteiten plaatsvinden in verschillende leerruimten. Bijvoorbeeld: studiebegeleidingactiviteiten, tutoring, vakoverstijgende projecten/modules, ondersteunings- en verdiepingslessen, toetsing. Daarnaast kunnen leerlingen ook in de gelegenheid gesteld worden om zelf te studeren, bv in het studiehuis of in stilteruimtes. De flexzone is overwegend georganiseerd in blokken van 80 minuten, verspreid over de week.
40-minutenrooster De roostereenheid bij ons op school is 40 minuten. De school streeft er echter naar om zoveel mogelijk lessen van 80 minuten in te roosteren. De docent krijgt zo meer tijd voor didactische variëteit en de leerling krijgt minder vakken per dag.
Vier gelijke perioden Het schooljaar is in 4 gelijke periodes van 10 weken verdeeld, zodat flexibel kan worden ingespeeld op de verschillende programma’s binnen alle afdelingen. De basisvorming (leerjaar 1 en 2) kent zo’n 12 verschillende vakken. Wanneer alle vakken elke week worden aangeboden leidt dat tot grote versnippering: veel vakken per dag, zware boekentas, minder overzicht, voor veel verschillende vakken huiswerk. Op dit moment staat er een ‘pilot’ in de school, waarin per periode een gereduceerd aantal vakken intensiever worden aangeboden. De talen worden bewust uit de periodisering gehouden, omdat hier een continue leerproces effectiever werkt. In de bovenbouw havo en atheneum is er sprake van een ‘overgangssituatie’. Met de invoering van de 2e fase in 1999 is gekozen voor periodisering. Ook hier geldt dat de leerlingen met veel (deel)vakken geconfronteerd worden. Door de periodisering is de versnippering aanzienlijk teruggebracht. Per ingang van augustus 2007 is in verband met de vernieuwde Tweede Fase de noodzaak tot periodisering voor de bovenbouw verminderd, omdat door een programmatische wijziging de leerlingen minder vakken hoeven te volgen. Voor het cohort dat start in augustus 2007 (en de daarop volgende) is het jaar daarom verdeeld in twee gelijke perioden. Sommige vakken zullen (intensief) een half jaar worden aangeboden. Andere leerjaren merken in feite niets van deze indeling. Hier wordt een continue lesrooster aangeboden.
Teams Om meer afstemming en samenhang in de begeleiding van leerlingen en in het onderwijsprogramma te krijgen, werken we op school met docententeams. Dit wil zeggen dat we er naar streven, docenten die in het zelfde team zitten ongeveer 60% van hun lessen in dat team te laten verzorgen. Onze school heeft de volgende teams: 1: 1 en 2 VMBO-t/HAVO 2: 1 en 2 HAVO/VWO 3: 3 en 4 VMBO-t 8
4: 3, 4 en 5 HAVO 5: 3, 4, 5 en 6 VWO
Visie, missie en ambities
2
Algemeen Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is een scholengemeenschap: het is één school met één gemeenschappelijke visie op leren die voor alle afdelingen geldt. Het hele onderwijs kenmerkt zich door onderwijs dat een brede persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke vorming bij alle leerlingen stimuleert; een actieve, zelfstandig lerende leerling centraal stelt en recht doet aan verschillen tussen leerlingen en die verschillen ook benut. Tussen afdelingen kunnen wel accentverschillen liggen. Binnen elke afdeling bevindt zich een groot potentieel aan kwaliteiten, zowel bij leerlingen als bij personeelsleden. Deze kwaliteiten worden optimaal benut om aan onze missie te werken. Het werken aan de missie is geen weg met een eindpunt, maar een doorgaand traject. We blijven ons inspannen om aan deze missie te werken.
Visie op leren
Leren gaat volgens ons beter wanneer: • Leren wordt gezien als een proces dat in beweging is en waarin instructie en strategieën flexibel zijn; • De juiste condities worden gecreëerd omdat ieder leerling uniek is en eigen capaciteiten en talenten heeft; • De leeromgeving veilig, contextrijk en inspirerend is, zodat de leerlingen actief tot leren komen: we noemen dit “een krachtige leeromgeving”; • Het leren verbonden is met de omgeving waarin de leerling leeft; • Er hoge verwachtingen zijn ten aanzien van de leerlingen; • Leerlingen positief worden benaderd; • Het leren ontwikkelingsgericht, gedifferentieerd, actief, op samenwerking gericht, interactief, niet voorschrijvend is en waarin docenten op een positieve manier sturen; • Het karakter, de cultuur en de levensoveruiging van de leerling wordt gerespecteerd; • Een positieve interesse wordt getoond voor de verschillende manieren waarop kan worden geleerd, voor de diverse strategieën die kunnen worden gehanteerd en voor de eigen kennis die ingebracht wordt; • Leerlingen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen ten aanzien van hun eigen leer- en ontwikkelingsproces.
Missie van de school Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is een openbare school voor voortgezet onderwijs voor vmbo-t, havo en VWO (Atheneum), waar alle leerlingen welkom zijn die aan de toelatingseisen voldoen, ongeacht ras, nationaliteit of levensovertuiging. In een veilige leeromgeving krijgen de leerlingen een breed aanbod, zodat ze actief de kennis, vaardigheden en houding kunnen leren die - na het behalen van het diploma - ook nodig zijn voor het functioneren in een vervolgopleiding en/of de maatschappij.
9
Ons team van docenten en onderwijssteunend personeel helpt de leerlingen daarbij door ze de noodzakelijke bagage en zoveel mogelijk aandacht te geven.
Ambities Onze ambities met betrekking tot onderwijs zijn: • Een fysiek en sociaal veilige omgeving te bieden aan leerlingen. Een omgeving te creëren waarin leerlingen en leerkrachten elkaar respecteren, waarderen en accepteren. • Ons onderwijs te richten op de totale persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Kennis, vaardigheden en houdingen zijn belangrijk. We beogen een evenwicht te vinden tussen de cognitieve, emotionele, sociale, communicatieve en creatieve ontwikkeling van de leerlingen. • De toetsing een afspiegeling te laten zijn van het onderwijs dat wordt gegeven. De toetsinstrumenten zijn valide en betrouwbaar. • De leerlingen tijdens de schoolloopbaan zodanig te begeleiden dat zij met succes de opleiding afronden en met een weloverwogen keuze een vervolgopleiding starten. • Voldoende tijd te reserveren voor de leerlingen om zich het leerstofaanbod eigen te maken en deze evenwichtig over de vakken of vakgebieden te verdelen. Onderwijstijd efficiënt in te zetten en af te stemmen op de behoeften van de leerlingen. • Onderwijs te bieden dat uitdagend, functioneel en ondersteunend is voor het leren van de leerling. De begeleiding van de leerling en zijn onderwijsleerproces te richten op het leren. • De leerlingen die kennis en vaardigheden te laten beheersen die gewenst zijn voor een goed functioneren in de maatschappij en vervolgopleidingen. • Deze ambities worden in de teamplannen die openbaar zijn, verder uitgewerkt.
10
Kwaliteitszorg
3
Kwaliteit heeft te maken met het aanpakken van de goede dingen en deze vervolgens ook nog goed uitvoeren. Op onze school worden veel activiteiten ondernomen om de kwaliteit van het onderwijs te handhaven en te verbeteren. Dat begint al met het formuleren van onze visie, missie en ambities in het vierjaarlijkse schoolplan op het gebied van onderwijs, personeel en kwaliteitszorg. De hoofdlijnen die hierin staan geformuleerd, zijn de uitgangspunten voor het onderwijs in de diverse teams. Daarnaast voeren we activiteiten uit zoals: • screenen van leerlingen aan het begin van hun schoolloopbaan op spelling; • in het oog houden van leerresultaten van leerlingen door middel van cijferkaarten, leerlingbesprekingen en mentormodule; • het analyseren van onderwijsresultaten zoals, percentage (on)voldoendes, in-door-en uitstroomcijfers, deelnamepercentages profielen/sectoren en examenresultaten; • het houden van waarderingsonderzoeken onder (oud-) leerlingen, ouders en personeelsleden; • het doen van zelfevaluatieonderzoeken; • overleg met leerlingen, ouders en personeelsleden; • de na-en/of bijscholing van personeelsleden; • de intervisie en coaching van docenten; • extra begeleiding van nieuwe docenten; • het investeren in een prettig en veilig school klimaat; • het beschrijven van procedures en het controleren op de navolging ervan; • het opstellen van een kwaliteitsbeleidsplan, een auditplan en een kwaliteitshandboek. We vinden het belangrijk om systematisch te werken aan de kwaliteit van onze school. Zorgen voor kwaliteit betekent voor ons ook dat we alle activiteiten die met onderwijs te maken hebben, proberen zorgvuldig te plannen, uit te voeren, te evalueren en zonodig te verbeteren. Jaarlijks stelt de onderwijsinspectie een opbrengstenkaart samen. Hierin staan o.a. het rendement van de onderbouw, de percentages zittenblijvers en de gemiddelde cijfers van de eindexamenvakken. Deze kaart is in te zien via www.kwaliteitskaart.nl. Op deze kaart staat ook informatie over zitten blijven en leerlingstromen. Verder voert de inspectie een vierjaarlijks periodiek kwaliteitsonderzoek uit. Het rapport van dit onderzoek is openbaar en in te zien op de site van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl. Daarnaast bezoekt de inspectie de school jaarlijks.
11
12
Leerlingbegeleiding
4
Basis: begeleiding op een breed gebied en in een totaalaanpak Leerlingbegeleiding op onze school betreft niet alleen het onderwijsleerproces, maar ook de persoonlijke ontwikkeling van de leerling. Het overdragen van kennis en het aanleren van vaardigheden staan centraal, samen met de zorg voor de sociale, psychische en lichamelijke ontwikkeling van de leerling. De aandacht is ook gericht op een goed pedagogisch klimaat waarbij het welbevinden van alle leerlingen centraal staat. De begeleiding vindt plaats gedurende de gehele schoolloopbaan van de leerling. De mentor Leerlingbegeleiding is gebaseerd op de visie van de school. Op onze school is de mentor de spil in de begeleiding. Bij hem of haar komt alle informatie bij elkaar. Mentoren begeleiden leerlingen op sociaal-emotioneel gebied in zoverre zij hiertoe in staat zijn. Zij worden in hun aanpak gesteund door de vakdocenten, de teamleiders, de decanen, de orthopedagoge en de directie. De mentor onderhoudt de contacten met de ouders en is voor hen de eerste aanspreekpersoon. De mentor van de brugklassen begeleidt de leerlingen twee jaar. Als de mentor de leerling onvoldoende kan helpen, kan hij een beroep doen op andere specialisten binnen de school. In de mentorlessen van klas 1 en 2 staat het Parapluproject centraal. Hierin is veel aandacht voor het vergroten van de sociale weerbaarheid. De anti-rooklessen vallen ook binnen dit project. In de studielessen (klas 1) wordt veel aandacht besteed aan vaardigheden. Controle op studieresultaten/rapportage naar ouders toe In de onderbouw hebben alle leerlingen een cijferkaart waarop zij hun cijfers kunnen noteren. In de eerste weken van klas 1 krijgen leerlingen een ‘huiswerkboekje’ waarin de regels over toetsing zijn opgenomen. Ook staan daar per vak informatie en huiswerktips in. Leerlingen hebben regelmatig een individueel gesprek met de mentor, onder andere over de studievoortgang. Alle leerlingen ontvangen jaarlijks 4 officiële rapporten. Daarnaast krijgen alle leerlingen en hun ouders 5 keer per jaar inzage in de tussentijds behaalde cijfers, hetzij schriftelijk, hetzij digitaal. Twee keer per jaar krijgen ouders/verzorgers, kort na het uitreiken van een rapportage, de gelegenheid met de mentor en/of de vakdocenten over de vorderingen van hun zoon of dochter te praten tijdens de 7-minutengesprekken. Ouders /verzorgers kunnen zich voor deze 7-minuten gesprekken digitaal inschrijven bij maximaal 3 docenten Daarnaast kan de mentor de ouders uitnodigen indien daartoe aanleiding bestaat. Vakdocenten De eerste taak van de vakdocenten is vakgericht hulpgeven. Vakdocenten spelen ook een belangrijke rol bij de signalering van problemen als de leerling minder goed functioneert en/of slechte resultaten behaalt. Zij hebben korte lijntjes met de betrokken mentor en geven bij hem of haar dan een signaal af. Teamleiders De teamleiders en de mentoren werken samen in de begeleiding van leerlingen. De teamleiders hebben in de leerjaren waarin zij werkzaam zijn onder andere de leiding over de leerlingbegeleiding.
13
Decanen Decanen begeleiden het keuzeproces van de leerling met betrekking tot sector-en profielkeuze alsmede studiekeuze. Dat is ook de taak van de mentor, maar de decanen hebben specifieke kennis en vaardigheden om de leerling op dit gebied te kunnen bijstaan.
GGD Het spreekuur is tweemaal per maand. Eenmaal per maand door de schoolarts en eenmaal per maand door de verpleegkundige. De leerling kan zelf een afspraak maken voor het spreekuur. Ook ouders/verzorgers kunnen een leerling aanmelden. De tijden van het spreekuur worden in het leerlingenbulletin bekendgemaakt. Leerlingen uit klas 2 worden uitgenodigd voor een lichamelijk onderzoek door de sociaal-verpleegkundige.
B e g e l e i d i n g v a n l e e r l i n g e n m e t s p e c i f i e k e b e g e l e i d i n g s b e h o e ft e n Op onze school wordt aan verschillende aspecten extra aandacht besteed: • Orthopedagogische begeleiding. • Spelling. • Sociaal-emotionele begeleiding/preventie. • Faalangstreductietraining. • Huiswerkbegeleiding/tutoring. • Begeleiding van leerlingen uit andere culturen. De algehele supervisie is in handen van de zorgcoördinator. Orthopedagogische begeleiding Leerlingen met specifieke, complexe problematiek op het gebied van leer- en/of gedragsproblemen/stoornissen worden door de mentor aangemeld bij de zorgcoördinator, deze verwijst de leerling zonodig door naar de orthopedagoge. Afhankelijk van de hulpvraag vindt door de orthopedagoge onderzoek en advisering plaats. Een andere mogelijkheid is dat ze via de mentor adviezen geeft voor de begeleiding in de klas. Ook verwijzing naar externe instanties behoort tot de mogelijkheden. De groep dyslectische leerlingen valt eveneens binnen haar taakgebied. Zij houdt de vinger aan de pols gedurende de hele schoolloopbaan van de leerling. Leerlingen met een handicap op visueel of motorisch gebied vallen onder haar supervisie. De mentor blijft echter de eerstverantwoordelijke. Spelling Aan het begin van het schooljaar screenen we alle brugklasleerlingen op spelling Nederlands. Een aantal leerlingen wordt geselecteerd voor extra begeleiding. Deze leerlingen worden ook op leesvaardigheid getoetst. Na het tweede rapport wordt er een keus gemaakt tussen extra begeleiding voor het vak Nederlands of Engels.
14
Faalangstreductie Aan het begin van de tweede klas wordt de Schoolvragenlijst afgenomen. Naar aanleiding hiervan worden leerlingen geselecteerd. Bij deze leerlingen wordt een diagnostisch interview afgenomen. Als duidelijk is dat er mogelijk sprake is van faalangst, dan wordt een specifieke test afgenomen. Daarna bestaat de mogelijkheid mee te doen aan een faalangstreductietraining. Preventie en leerlingbegeleiding Leerlingen met sociaal-emotionele problematiek worden doorverwezen naar de leerlingbegeleiders. Een keer per maand komt het school- en hulpteam bijeen. Hierin zitten behalve de leerlingbegeleiders, de teamleiders en de orthopedagoge, de schoolarts, een medewerker van Bureau Jeugdzorg, een medewerker NIM (maatschappelijk werk), een leerplichtambtenaar en de zorgcoördinator van onze school. Er is een procedure opgesteld voor de aanmelding van leerlingen met een beschikking van de commissie voor indicatiestelling (CIV). Deze procedure is in te zien bij de zorgcoördinator. Huiswerkbegeleiding/tutoring Reeds vele jaren begeleiden leerlingen uit hogere klassen leerlingen uit lagere klassen. Ook studenten en stagiaires van de Lerarenopleiding worden ingezet bij de tutoring. De traditionele huiswerkbegeleiding hebben we op onze school aangepast aan het tutorsysteem waarbij leerlingen elkaar -na schooltijd- helpen en begeleiden. Begeleiding culturele minderheden (cumi-begeleiding) Leerlingen afkomstig van andere culturen die extra ondersteuning nodig hebben en aan de gestelde eisen voldoen, krijgen twee keer per week extra ondersteuning. Samenwerkingsverband In het samenwerkingsverband van scholen in Nijmegen en omstreken is een zorgplan ontwikkeld met als doel zoveel mogelijk leerlingen die - al dan niet tijdelijk - extra zorg nodig hebben, adequaat onderwijs aan te bieden. Zorgplan In het zorgplan staan de ambities van de school op het gebied van zorg en begeleiding verwoord. Daarnaast geeft het zicht op de organisatie van de leerlingenzorg en de betrokken interne en externe expertise. Ook de ontwikkeldoelen voor de komende jaren staan hierin beschreven.
15
16
Schoolklimaat/schoolsfeer
5
U i t ga n g s p u n t : g o e d e s f e e r Sfeer binnen een school is erg belangrijk! Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek streeft er dan ook naar leerlingen in een veilig, duidelijk en prettig leer-leefklimaat naar het diploma te begeleiden.
Lesvervangende- en buitenlesactiviteiten In samenwerking met de ouderraad organiseren we leuke activiteiten op cultureel, creatief, sportief en informatief gebied. In het jaarlijkse jaarrooster staan de lesvervangende en buitenlesactiviteiten die door (of onder verantwoordelijkheid van) de school worden georganiseerd. Leerlingen vinden het prettig dat er naast het leren op school ook ruimte is voor gezelligheid. In een totaal andere sfeer is het leuk om met kinderen uit een ander leerjaar mee te doen aan diverse activiteiten zoals voetbal, skiën, turnen, darts, schooltuin, milieuraad, voordrachtfestival, muziekavond, schoolfeesten etc. Leerlingen geven soms zelf leiding bij voetbal, turnen en het voordrachtfestival. In kleine stapjes leren zij verantwoordelijkheid te nemen.
Leerlingenbulletin en websites Elke week verschijnt een informatiebulletin voor leerlingen én ouders met daarin een agenda, informatie van de decaan en directie, milieu- en bibliotheeknieuws en nieuws van de ouderraad. Het informatiebulletin is via de website www.lindenholtcollege.nl te bekijken. Ouders/verzorgers kunnen het bulletin ook op een eigen e-mailadres ontvangen. Via de website kunnen zij dit aan de school kenbaar maken. Op deze site is ook informatie te vinden over o.a. de leerlingenraad, buitenschoolse activiteiten, bevorderingscriteria, reglementen, kosten van het onderwijs, vakantierooster, belangrijke data en brainbox (elektronische leeromgeving). Verder is er voor leerlingen met schrijftalent een speciale website (www.lc-papier.nl ) waarop ze informatie kunnen uitwisselen. Leerlingen die thuis niet beschikken over internet, kunnen het bulletin wekelijks op papier verkrijgen in het studiehuis op de derde verdieping.
Internationale contacten Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek besteedt al jaren aandacht aan internationale contacten en excursies. Dat past ook in ‘de tweede fase’, waarin een grotere zelfstandigheid van de leerlingen wordt verlangd. Leerlingen leren al in de onderbouw via e-mail contacten te leggen met buitenlandse scholieren. Binnen de studielasturen van de bovenbouw kunnen verdere internationaliseringsactiviteiten plaatsvinden zoals excursies naar het buitenland. Er zijn intensieve contacten met Heinrich Böll Gesamtschule in Oberhausen en de Gesamtschule Walsum in Duisburg.
17
Vi j f g o u d e n g e d r a g s r e g e l s vo o r e e n v e i l i g e s ch o o l Een leerling kan pas prettig en goed leren op een school als hij zich veilig voelt. Het gebouw en de omgeving moeten veilig zijn, maar de leerling moet zich ook veilig voelen tussen de mensen om hem heen. Daarom is het belangrijk dat hij zichzelf, de anderen en de omgeving respecteert. Hieronder staat aangegeven wat hiermee wordt bedoeld. Respect voor de ander Gelukkig zijn er veel verschillen tussen mensen. Het zou maar een saaie boel zijn als iedereen hetzelfde doet of er hetzelfde uitziet. Laat een ander in zijn/haar waarde en neem hem of haar serieus. Accepteer niet alleen de verschillen, maar benut ze en geniet er van. Discrimineer niet, pest niet en gebruik geen geweld. Dan toon je respect voor een ander. Respect voor jezelf Respect hebben voor een ander betekent niet dat je jezelf maar moet wegcijferen. Integendeel: zit je iets dwars, spreek de ander daar dan op aan. Als je meent dat de ander een grens overschrijdt, is het ook jouw taak om dat te zeggen. Spreek de ander aan op wat hij doet of deed en niet op wie hij is. Respect voor de omgeving Respect voor de omgeving betekent dat we de school, de spullen in de school en de omgeving rondom de school schoon en heel laten. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid daarvoor te zorgen. Samen voor een goede sfeer zorgen Van iedereen op school, zowel leerlingen, personeel als vrijwilligers en bezoekers, wordt verwacht dat zij elkaar aanspreken op het bereiken van een goede sfeer. Mocht je geen raad weten met een bepaalde situatie, die jezelf betreft of een ander, vraag dan om advies. Bijvoorbeeld aan een medeleerling, een docent of je mentor. Ook kun je je wenden tot één van de vertrouwenscontactpersonen. Omdat we samen voor een veilige school moeten zorgen willen we dat de leerlingen het volgende verklaren. 1 De ander te accepteren en te respecteren; 2 Een ander om toestemming te vragen als ze iets van hem of haar nodig hebben of willen; 3 De school, het schoolterrein en de schoolomgeving heel, schoon en netjes te houden; 4 Alleen schoolspullen mee naar school te nemen; 5 De aanwijzingen voor het gebruik van het schoolgebouw, de spullen in de school en het schoolterrein op te volgen.
Leerlingenstatuut In het leerlingenstatuut is onder andere opgenomen wat de rechten en plichten van de leerlingen zijn. Leerlingen ontvangen dit statuut aan het begin van hun schoolloopbaan. Tussentijdse wijzigingen worden uiteraard bekendgemaakt. Het leerlingenstatuut staat ook op de schoolsite.
Milieudienst Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek vindt het belangrijk dat ook de leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor de orde, netheid en veiligheid in de school. Leerlingen worden daarom ingezet voor de milieudienst. Voor het toezicht zijn de medewerkers van de school verantwoordelijk.
18
Sch o o l v e r z u i m / v e r l o f Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek wil ongeoorloofd schoolverzuim zoveel mogelijk voorkomen. Daarom is een aantal regels opgesteld waaraan de leerlingen zich dienen te houden. Absenties worden zo nauwkeurig mogelijk genoteerd en bijgehouden. Voor verlof voor ‘gewichtige omstandigheden’ (bijvoorbeeld een bruiloft of een jubileum) is toestemming van de teamleider nodig. Voor langduriger verlof buiten de vakanties of vastgestelde vrije dagen, dient schriftelijk aan de rector toestemming te worden gevraagd. Op de website van de school (www.lindenholtcollge.nl) (zie: “leerlingen’, informatie over leerplicht”) staan de richtlijnen voor verlof buiten de schoolvakanties vermeld.
Sch o r s i n g e n v e r w i j d e r i n g Leerlingen ondertekenen aan het begin van hun schoolloopbaan een leerlingencontract waarin de gedragsregels staan. Tevens worden ze op de hoogte gesteld van de consequenties bij het niet nakomen van de regels. Een consequentie kan zijn schorsing of verwijdering van school. Echter ook het plegen van strafbare feiten buiten de school, kan aanleiding zijn een leerling één of meerdere dagen te schorsen. Een week is hierbij het maximum. In ernstige gevallen kan de rector tot verwijdering van school besluiten op grond van ongewenst gedrag. Ook onvoldoende vorderingen kunnen reden zijn tot verwijdering van school. Dit kan uitsluitend aan het einde van het schooljaar, nadat de leerling en ouders/verzorgers schriftelijk op de hoogte zijn gesteld van het voornemen tot dit besluit. Schorsing wordt altijd gemeld bij de inspectie.
Ve i l i g h e i d Voorkomen en tegengaan van pesten We pakken op diverse manieren pestproblemen binnen onze school aan. Dat is een zaak van zowel de mentor als vakdocenten, teamleiders, directieleden en leerlingbegeleiding/ preventieteam. We schakelen indien nodig ook de ouders van de betrokken leerlingen in. Alle brugklasleerlingen maken via de mentorlessen afspraken over regels voor leerlingen, waarbij het belang van een goede onderlinge relatie centraal staat. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in een document dat de leerlingen ondertekenen. We vragen ouders met klem om geconstateerd pestgedrag meteen door te geven aan de school. We kunnen dan direct maatregelen nemen. Voorkomen van gebruik van geestveruimende middelen Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is een rookvrije school en tracht het gebruik van verslavende en geestverruimende middelen binnen de school tegen te gaan. Dat is niet slechts een zaak van de mentor maar ook van vakdocenten, teamleiders, onderwijsondersteunend personeel, directieleden, leerlingbegeleiding/ preventieteam en ouders! Leerlingen uit de bovenbouw en personeelsleden kunnen alleen buiten, op de daarvoor bestemde plekken, roken.
19
Calamiteitenplan Het doel van dit plan is de omvang en de gevolgen van een calamiteit zoveel mogelijk te beperken. In het plan staat aangegeven welke maatregelen men moet treffen bij diverse incidenten. Hierdoor kan bij een eventueel optredende calamiteit doeltreffender worden gereageerd. Attentteam Onze school is een opleidingsschool. Dit houdt o.a. in dat wij studenten van zowel de universiteit, de hoge school als het ROC de kans geven op onze school werkervaring op te doen. Medewerkers van het attentteam zijn studenten afkomstig van het ROC, die met name toezicht houden op de orde en veiligheid binnen en rondom onze school.
K l a ch t e n r e g e l i n g / - p r o c e d u r e Meestal zijn klachten binnen de school in onderling overleg tussen direct betrokkenen, al dan niet samen met de schoolleiding, vertrouwenscontactpersonen of het bestuur, op te lossen. Vindt een leerling (of ouder) dat hij met bepaalde problemen niet goed terechtkan bij de mentor of leerlingbegeleider, dan zijn er op school tweevertrouwenscontactpersonen aanwezig. Leerlingen kunnen hier rechtstreeks of telefonisch mee in contact treden. De vertrouwencontactspersonen zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in hun hoedanigheid van vertrouwenscontactpersoon vernemen, ook na beëindiging van zijn functie. In de adressenlijst zijn namen, adressen en telefoonnummers van de vertrouwens-contactpersonen opgenomen. De vertrouwenscontactpersonen bekijken samen met de leerling wat aan ongewenst gedrag gedaan kan worden en/of brengt de leerling in contact met de vertrouwenspersoon van de Alliantie Voortgezet Onderwijs Nijmegen. Deze is van buiten de school en helpt de leerling naar het zoeken van een oplossing die bij de leerling past en waarbij hij zich goed voelt. Indien een leerling of ouder een klacht wil indienen, legt de vertrouwenspersoon uit hoe dat in zijn werk gaat. Lukt het niet om een oplossing te vinden? Dan kan de klachtencommissie ingeschakeld worden. Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek heeft zich aangesloten bij de bovenschoolse regionale klachtencommissie voor Nijmegen en omgeving. Deze commissie onderzoekt of een klacht gegrond is, rapporteert hierover aan het schoolbestuur en geeft zo nodig advies over de te treffen maatregelen. De klachtencommissie is geen beroepsinstantie en heeft geen bevoegdheid om bijvoorbeeld een beoordelingscijfer van een docent of een bevorderingsbeslissing van een docentenvergadering terug te draaien. Het adres van de regionale klachtencommissie is opgenomen in de adressenlijst. Bij vragen over of vermoedensvan seksuele intimidatie, agressie of geweld kan de leerling direct contact opnemen met de vertrouwenscontactpersoon. In het geval van een zedenmisdrijf, gepleegd door een leerling of medewerker van de school jegens een minderjarige leerling, zijn medewerkers bij wet verplicht dit onverwijld aan het schoolbestuur te melden. In overleg met de vertrouwensinspecteur beoordeelt het bestuur of aangifte bij politie of justitie noodzakelijk is. Een exemplaar van de klachtenregeling waarin de klachtenprocedure uitgebreid is beschreven, ligt bij het directiesecretariaat ter inzage. De procedure is ook op de website in te zien.
20
Organisatie van het onderwijs
6
Sch o o l p l a n , t e a m p l a n n e n e n v a k w e r k p l a n n e n De overheid heeft scholen voor voortgezet onderwijs gevraagd een vierjaarlijks schoolplan te maken. Dit is een beleidsdocument waarin de school haar onderwijskundig beleid, personeelsbeleid en de verdere inrichting van de kwaliteitszorg formuleert. In de teamplannen zijn de schooldoelstellingen verder uitgewerkt. In de vakwerkplannen van de verschillende secties staat o.a. aangegeven wat de visie van de sectie op het vak is, wat de doelen zijn en welk programma in welk leerjaar moet worden afgerond.
To e t s i n g e n c i j f e r g e v i n g Onderbouw Toetsing van het onderwijs bij onderbouwklassen kan op verschillende manieren: proefwerken, oefentoetsen, schriftelijke en mondelinge overhoringen, opdrachten (practicum, werkstukken, spe(e)lopdrachten), gesprekken of spreekbeurten. Een leerling krijgt in de verlengde brugperiode dikwijls twee cijfers per toets of opdracht: een VMBO-t en een HAVO-cijfer in een TH-klas, een HAVO- en een VWO-cijfer in een HV-klas. Dit om de mogelijkheden en kansen van de leerling op verschillende niveaus zichtbaar te maken. Aan het begin van een periode ontvangt een leerling in klas 1 en 2 een programmaboekje waarin per vak de werkplanners en het Programma van Toetsing en Overgang (P.T.O.) van de betreffende periode zijn opgenomen. In een P.T.O. staat het exact aantal toetsen opgenomen, de stof, de vorm en de gewichtsfactoren ervan. In een werkplanner wordt de leerstof per les of week weergegeven. Op brainbox worden deze planners en P.T.O.’s ondergebracht, zodat ze ook via de elektronische leeromgeving van het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek te raadplegen zijn. Ook in de derde klassen h.a.v.o./atheneum ontvangen leerlingen werkplanners en een P.T.O. per periode. Cijfergeving Alle resultaten die in een bepaald schooljaar gehaald zijn, tellen mee bij de totale beoordeling van de leerling aan het einde van dat schooljaar. Niet alle cijfers tellen even zwaar mee. Zo telt een schriftelijke lesoverhoring minder zwaar mee dan een proefwerk. Cijfers worden daarom voorzien van een gewichtsfactor. Hierbij gelden, behoudens bijzondere omstandigheden, de volgende regels: • de grootste gewichtsfactor is 3; • de andere gewichtsfactoren zijn 1 en 2; • een aantal kleine toetsen kan samen voor een overhoring worden geteld; • gewichtsfactoren zijn verbonden aan soorten werk/prestaties, niet aan de periode waarin ze worden gegeven.
21
Bovenbouw In 3 en 4 VMBO-t , 4 en 5 HAVO, en 4, 5 en 6 Atheneum krijgen leerlingen te maken met een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Hierin is opgenomen wat, op welke wijze (o.a. schriftelijke en mondelinge toetsen, practica, praktische opdrachten/handelings-delen en profielwerkstuk) en wanneer wordt getoetst. Verder staat in het PTA of de toetsen herkansbaar zijn of niet, wat de gewichtsfactor van de toetsen is en of de toetsen meetellen voor het schoolexamen of voor de bevordering naar het volgende leerjaar. Daarnaast ontvangen de leerlingen een ‘Regeling schoolexamen en centraal examen’. Organisatie. De toetsing in de onderbouw vindt plaats in de lessen (of in de flexzone). Vanaf schooljaar 2007-2008 kent onze school voor genoemde klassen geen toetsweek meer. Leerlingen in 3 havo en 3 atheneum hebben net als de bovenbouw havo en atheneum 2 toetsweken. Leerlingen uit 3 vmbo-t hebben op het einde van het schooljaar een toetsweek. Voor de rest hebben zij drie maal in de week een gemeenschappelijk toetsuur. Voor de leerlingen die de ‘oude’ tweede fase volgen, blijven 4 toetsweken van kracht. De leerlingen van de ‘nieuwe’ tweede fase kennen in de voorexamenjaren nog maar 2 toetsweken (na een half jaar en aan het einde). In het examenjaar blijven 3 toetsweken bestaan. Door terughoudend in te zetten op toetsweken verruimen we de effectieve lestijd.
Doorstudeeradvies na de tweede klas Aan het einde van het tweede leerjaar geeft de school de leerling een advies over doorstroommogelijkheden naar het vervolg van de schoolopleiding te weten VMBO-t/HAVO/Atheneum op onze school of elders. Bij het geven van het advies wordt een tussenbalans opgemaakt. Tijdens de docentenvergadering rond Pasen wordt een verwachting voor de loopbaan van de leerling uitgesproken. Alle leerlingen van de tweede klas maken testen ter ondersteuning van de vervolgkeuze in de schoolloopbaan.
B e vo r d e r i n g Aan het eind van het schooljaar besluit de docentenvergadering welke leerlingen naar een hoger leerjaar kunnen worden bevorderd. In de leerjaarspecifieke informatie die de leerlingen aan het begin van het jaar krijgen (en op de site van de school), is aangegeven welke bevorderingscriteria onze school hanteert. Belangrijk om te weten is dat het niet toegestaan is dat leerlingen tweemaal in hetzelfde leerjaar of in twee opeenvolgende leerjaren doubleren. Het onderwijssysteem op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is erop gericht doubleren en negatieve uitstroom zo veel mogelijk te voorkomen. Als blijkt dat een leerling het niveau en tempo dat voor onze school minimaal vereist is, niet aankan dan zal doorgaans doubleren of een ander onderwijstype (binnen of buiten de school) worden geadviseerd. In overleg met de decanen kan eventueel een andere school voor de betreffende leerling worden gezocht.
22
D o o r s t r o m i n g V M B O - t / H AVO / V WO Voor de doorstroming zijn criteria opgesteld. Mocht in de loop van de jaren blijken dat een leerling te veel moeite heeft met de geadviseerde opleiding, dan kan hij (meestal aan het eind van een jaar) veranderen van afdeling. Kan een leerling de opleiding heel gemakkelijk aan? Dan wordt bekeken of overstappen naar een hoger niveau een verstandige keuze is. Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek streeft ernaar de aansluiting tussen VMBOt/HAVO en HAVO/Atheneum mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door aanvullende cursussen en het adviseren van de juiste vakken en profielen. Er zijn wel toelatingseisen aan de doorstroming vanuit het VMBO-t naar de profielen van de tweede fase HAVO. Voorwaarden voor toelating tot havo-4 zijn op te vragen bij de decanen.
S t u d i e - e n b e r o e p s k e u ze De schooldecaan is een docent die leerlingen begeleidt bij hun keuze voor een profiel, een sector, een vervolgstudie, een toekomstig beroep etc. Hij vervult een belangrijke rol bij de doorstroming van de leerling naar verschillende vormen van middelbaar en hoger (beroeps)onderwijs. Het decanaat op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek streeft twee doelen na. Ten eerste wordt de leerling geleerd om zelfstandig te zoeken in de enorme hoeveelheid informatie die op het decanaat en elders (denk aan internet) voorhanden is. Ten tweede begeleidt en bewaakt de decaan het beroepskeuzeproces tijdens het verblijf van de leerling op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek en bij de overstap naar een andere vorm van onderwijs.
V r i j s t e l l i n g s - o n t h e ff i n g s r e g e l i n g De Wet op het Voortgezet Onderwijs geeft de school mogelijkheden tot vrijstelling of ontheffing van vakken. Dat geldt voor leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond, voor leerlingen met beperkingen en vrijstellingen zijn alleen mogelijk na overleg met de teamleiders (en de inspectie voortgezet onderwijs).
23
Lestijden Elke lesseenheid duurt 40 minuten. Leerlingen van de onderbouw en de bovenbouw pauzeren (met uitzondering van de derde pauze) op verschillende tijdstippen van de dag. Onderbouw
Bovenbouw
Lesuur Lesuur Lesuur Pauze Lesuur Lesuur Lesuur Pauze Lesuur Lesuur Pauze Lesuur Lesuur
1 2 3
10 11
8.20 uur 9.00 uur 9.40 uur 10.20 uur 10.40 uur 11.20 uur 12.00 uur 12.40 uur 13.20 uur 14.00 uur 14.40 uur 14.50 uur 15.30 uur
tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot
9.00 uur 9.40 uur 10.20 uur 10.40 uur 11.20 uur 12.00 uur 12.40 uur 13.20 uur 14.00 uur 14.40 uur 14.50 uur 15.30 uur 16.10 uur
Lesuur 1 Lesuur 2 Pauze Lesuur 3 Lesuur 4 Lesuur 5 Pauze 6 Lesuur 7 Lesuur 8 Lesuur 9 Pauze Lesuur 10 Lesuur 11
8.20 uur 9.00 uur 9.40 uur 10.00 uur 10.40 uur 11.20 uur 12.00 uur 12.40 uur 13.20 uur 14.00 uur 14.40 uur 14.50 uur 15.30 uur
tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot
9.00 uur 9.40 uur 10.00 uur 10.40 uur 11.20 uur 12.00 uur 12.40 uur 13.20 uur 14.00 uur 14.40 uur 14.50 uur 15.30 uur 16.10 uur
4 5 6 7 8 9
Onderwijstijd Begeleid onderwijs (niet noodzakelijkerwijs begeleid door een docent) deeluitmakend van het voor alle leerlingen van een bepaalde richting verplichte onderwijsprogramma. Uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van daartoe bekwaam onderwijspersoneel. Kaders van het ministerie zijn: Leerjaar 1 en 2 1040 klokuren Leerjaar 3 h/v 1040 klokuren Bovenbouw 1000 klokuren Examenklassen` 700 klokuren
Opvang tussenuren Het streven is erop gericht om de leerlingen tussen 09.00 en 14.40 uur op school te houden. Bij kortdurende absentie van docenten vangt een daarvoor ingeroosterde andere docent de leerlingen van de brugperiode tijdens de tussenuren op. Leerlingen uit klas 1, 2 en 3 24
mogen tijdens tussenuren het schoolplein niet verlaten. Zo nodig kunnen zij terecht in de studiehoeken of in de aula om huiswerk te maken. We proberen tussenuren overigens zoveel mogelijk te voorkomen door verschuiving van de lessen. Tussenuren in de bovenbouw zijn onbegeleide studie-uren. Leerlingen dienen in de daarvoor bestemde ruimten (studiehuis) zelfstandig te werken.
De nieuwe onderbouw: klas 1 en 2 Met ingang van 1 augustus 2006 is de basisvorming vervangen door de nieuwe onderbouw. De basisvorming bood een breed pakket aan leerlingen, met veel kerndoelen verspreid over vijftien vakken. Het leerstofaanbod werd ervaren als te versnipperd en onsamenhangend (tussen de vakken). Het grote aantal kerndoelen per vak is teruggebracht naar nog geen zestig kerndoelen voor het totale leerstofaanbod (alle vakken). Deze doelen zijn geordend in zogenaamde ‘leergebieden’ (mens & maatschappij; mens & natuur; kunst & cultuur; bewegen & sport). Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek handhaaft herkenbare vakken in de lessentabel en maakt daarnaast werk van vakoverstijgende samenwerking, zoals in lesstofvervangende projecten of op het belangrijke terrein van vaardigheden. Periodisering In het schooljaar 2007-2008 wordt er in de twee onderbouwteams gekeken of periodisering een middel is om het grote aantal vakken in een periode te beperken. Omdat sommige vakken niet meer in alle (vier) perioden worden aangeboden, maar in twee, heeft een leerling minder docenten voor de klas. De boekentas is minder zwaar. Een docent leert de individuele leerlingen sneller en beter kennen door de verdubbeling van het aantal lesuren in de perioden waarin de klas het vak volgt. Leerling én docent zijn samen intensiever met elkaar en geconcentreerder met de vakinhoud bezig. Het aantal toetsen kan afnemen en de mogelijkheden om ICT geïntegreerd aan te bieden zijn groter. Zo verzorgen bijvoorbeeld aardrijkskunde en geschiedenis in klas 1 en 2 een kwart van de lessen (één van de vier lessen in een periode) in het computerlokaal. Op basis van de ervaringen van leerlingen en ouders en leraren, maar ook kijkend naar de studieresultaten en vorderingen wordt besloten of periodisering in enige vorm in de onderbouw van het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek definitief haar beslag gaat krijgen. Verlengde brugperiode De nieuwe onderbouw op onze school duurt twee jaar en bestaat uit een verlengde brugperiode. Een leerling krijgt twee leerjaren de kans om te groeien naar het niveau dat bij hem of haar past. De twee teams die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de brugperiode op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek zien de eerste twee leerjaren als één geheel. Slechts bij hoge uitzondering, die gemaakt wordt in het belang van de leerling, is doubleren mogelijk. In onze brugperiode worden leerlingen, op grond van het advies van de basisschool, de uitslag van de cito-toets, de wensen van ouders en een gesprek met de leerkracht van groep 8, geplaatst in een vmbo-t/havo- of havo/vwo-klas. Deze klassen blijven twee jaar bij elkaar, houden dezelfde mentor en zoveel mogelijk dezelfde docenten. In enkele brugklassen krijgen de leerlingen met een uitgesproken VMBO-t advies en leerlingen met een VWO-advies extra aandacht in onze ‘accentklassen’.
25
Klas 1 Voor het welbevinden – en daarmee voor de prestaties van de leerling – is een optimale aansluiting van basisonderwijs op voortgezet onderwijs van groot belang. Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek bevordert die aansluiting door in de contacten met de basisschool elke leerling uitvoerig te bespreken, zodat we goed op de hoogte zijn van alles wat voor een goede start op de juiste plek belangrijk is. Bij de plaatsing van leerlingen in één van onze brugklassen gaan we in principe uit van de wensen van de leerling en zijn of haar ouders. Leerlingen van dezelfde basisschool plaatsen we op verzoek bij elkaar. In de eerste week van het schooljaar organiseren de brugklasmentoren een uitgebreide introductie. Leerlingen leren elkaar, hun mentor, maar ook het schoolgebouw kennen. Bovenbouwleerlingen begeleiden de spellen, verschillende docenten assisteren de mentor bij de introductie van een klas die zij lesgeven. Het Parapluproject dat in de mentorlessen van klas 1 (en 2) centraal staat, investeert in de eerste weken in kennismaking met elkaar, groepsprocessen en de plaats van de leerling als individu in klassenverband. Een mentorles is een blokuur. Naast het Parapluproject hebben studievaardigheden een plaats in deze lessen. Naast praktische zaken (over o.a. hoe werkt de agenda, hoe zit het lesrooster in elkaar, hoe schrijf je huiswerk zo kort en goed mogelijk op), wordt aandacht besteed aan studievaardigheden. Hierbij kun je denken aan: plannen op korte en lange termijn, verschillende manieren van leren, samenvatten enz. Tenslotte heeft iedere klas een mentorz-uur waarin onder begeleiding van de eigen mentor zelfstandig wordt gewerkt. De mentor heeft dan gelegenheid om te kijken naar hoe de leerling omgaat met zijn agenda, programmaboekje en cijferkaart. Aan het begin van het schooljaar organiseert het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek een ouderavond. Na een centraal gedeelte onder leiding van de teamleider over de manier waarop wij de eerste klas inrichten, volgt in een lokaal de kennismaking met de mentor en overige ouders/verzorgers. Klas 2 In het tweede leerjaar zit, op een uitzondering na, de leerling in dezelfde klas met dezelfde leerlingen als het jaar ervoor. In de mentorlessen wordt het Parapluproject vervolgd. Daarin wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan “omgaan met conflicten” Een mentorles duurt tachtig minuten en wordt zoveel mogelijk aan het begin of einde van een lesdag geplaatst, zodat er ook ruimte is voor individuele gesprekken. De mentor heeft daarnaast in deze les gelegenheid om de studieresultaten van een leerling te bespreken. Omdat de school aan het einde van de tweede klas een doorstroomadvies geeft, wordt de leerling bekend gemaakt met de richtingen (T/H/V) die onze school biedt. Via een project, verzorgd door de decanen, denken kinderen na over hun studie- en beroepskeuze. Aan het begin van het tweede leerjaar wordt er ook voor de ouders/verzorgers van onze tweedeklassers een avond georganiseerd. Na een algemeen gedeelte is er een programma onder leiding van de mentor Toetsuren In klas 1 en 2 zijn er drie toetsuren ingeroosterd. Alle klassen van een afdeling maken onder toezicht van een vaste docent tegelijkertijd dezelfde proefwerken. Op deze manier wordt de toetsdruk verkleind. Ook heeft de vakdocent hierdoor meer lestijd. Als er in een week geen drie leertoetsen gepland staan, kan er zelfstandig gewerkt worden aan opdrachten. Er zijn op het Lindenholt College voor de onderbouw geen toetsweken meer. Aan het einde van een periode is er wel een week waarin enkele toetsdagen zijn opgenomen, maar wordt er vooral tijd uitgetrokken voor (vakoverstijgende) projecten. Deze worden zowel binnen als buiten het schoolgebouw georganiseerd.
26
Klassenactiviteiten Naast verschillende activiteiten in het kader van lessen (excursies bijvoorbeeld), zijn er diverse buitenlesactiviteiten waaraan leerlingen kunnen deelnemen. In klassenverband vindt aan het begin van het schooljaar een introductie plaats. Rond Sinterklaas is er een klassenactiviteit en vaak ook een kleine activiteit aan het einde van het schooljaar. Klassenactiviteiten worden volledig bekostigd uit de ouderbijdrage. Voor leerlingen uit klas 1 en 2 zijn er per schooljaar drie feesten.
VMBO-t Vo o r b e r e i d e n d M i d d e l b a a r B e r o e p s o n d e r w i j s ( t h e o r e t i s ch e l e e r w e g ) Het VMBO-t is in de eerste plaats bedoeld als voorbereiding op het Middelbaar Beroepsonderwijs niveau 3 en 4 ROC. Daarnaast biedt het de mogelijkheid tot doorstroming naar het HAVO. De normale tijd voor het behalen van een VMBO-t-diploma bedraagt vier jaar. De leerling mag er maximaal vijf jaar over doen. De leerlingen kiezen aan het eind van klas 3 VMBO-t hun sector. In bijlage 1 is aangegeven welke lessen we aanbieden in het huidige VMBO-t. Klas 3 Het onderwijs in klas 3 wordt zodanig breed aangeboden dat leerlingen aan het eind van klas 3 nog uit alle sectoren kunnen kiezen. Die sectoren zijn ‘ zorg en welzijn’, ‘economie’, ‘techniek’ en ‘landbouw’). De leerlingen ontvangen in klas 3 een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) waarin alle leerstof en toetsmomenten in een geordende planning worden weergegeven. • Planning en toetsing Op een centraal toetsuur wordt maximaal 4 keer per week een toets afgenomen. • Projectweken Na iedere 8 weken is er een projectweek waarin de volgende onderdelen aan bod komen: • Cultureel Kunstzinnige Vorming (CKV) Bijv. Bezoek aan de Arena in Amsterdam, Workshop Introdans, de Circusschool en dans en muziek uit Afrika. • Praktische Sectororiëntatie (PSO) In het kader van deze oriëntatie bezoeken leerlingen afdelingen en instellingen die onderdeel uitmaken van het Regionaal Opleidingencentrum (ROC.) • Maatschappelijke stage(activiteiten) Het is de bedoeling dat de leerlingen zich inzetten voor maatschappelijke doelen en kennismaken met allerlei zaken in de maatschappij. Wij proberen dit in een aantal jaren voor verschillende klassen te realiseren. Zo hebben in het schooljaar 2005/2006 de eerste klassen en de derde klassen vmbo/t eenactiviteitenmarkt georganiseerd voor de stichting Sharing Schools, die zich o.a. inzet voor het Lubiri College in Uganda. • Snuffelstage De leerlingen gaan hun beroepsbeeld verbeteren door enkele dagen mee te werken in (en zich oriënteren op) een bedrijf of instelling uit hun gekozen sector. • Project Europa Via diverse leeractiviteiten en werkvormen ontdekken de leerlingen de Euregio.
27
• Reis Voor de leerlingen van klas 3 organiseren we elk jaar een 3-daagse reis naar de Ardennen om de sociale binding tussen de leerlingen te versterken. Klas 4 Het beleid is erop gericht leerlingen in klas 4 in 7 i.p.v. 6 vakken te laten volgen. Hierdoor hebben zij een ruimere keuze bij hun vervolgstudie. • Planning en toetsing In de laatste periode van klas 4 wordt veel aandacht besteed aan examentraining. In de toetsweek van periode 1werken de leerlingen aan hun sectorwerkstuk. Ook wordt dan, in samenwerking met de Geldergroep, aandacht besteed aan het keuzetraject van de leerling m.b.t. een vervolgopleiding na het VMBO-t. • Flexzone In een blokuur van 80 minuten kunnen de leerlingen kiezen om alleen of in groepsverband te werken aan praktische opdrachten en handelingsdelen uit hun PTA. Tijdens die uren worden ze door docenten begeleid. Het slagingspercentage is jaarlijks erg hoog (zij bijlage 3). In bijlage 1 is aangegeven welke vakken we aanbieden in het huidige VMBO-t.
H AVO H o g e r A l g e m e e n Vo o rt g e ze t O n d e r w i j s Het HAVO-diploma geeft toegang tot het Hoger Beroepsonderwijs. Daarnaast is het mogelijk om door te stromen naar het Atheneum. De leerling kiest (samen met zijn ouders en in overleg met de decaan) vóór het vierde leerjaar zijn profiel (zie bijlage 2 over de tweede fase). De drie jaarlagen havo (klas drie, vier en vijf) worden zoveel mogelijk beschouwd als één geheel en de leerling doorloopt in principe deze drie jaren in één keer, zoveel mogelijk zonder oponthoud. Daarbij worden de volgende zaken verder gerealiseerd en verfijnd in het schooljaar 2007-2008: • Een aanpak die recht doet aan de typische havist, rekening houdend met de leerlingkenmerken van deze leerling. Daarbij wordt de havist gezien als een groeiende, steeds verantwoordelijker wordende leerling, die goede begeleiding nodig heeft om de doelen van de Tweede Fase te halen. • Een professionalisering van de havo-docent (als individu en teamlid), die zich terdege bewust is van het feit dat havo-leerlingen op een eigen manier benaderd dienen te worden. • Het verder uitwerken van de begeleiding van de havisten door een gedegen screening met behulp van de VSV (Vragenlijst Studie Voorwaarden) en een analyse van de resultaten daaruit. • Het aanbieden van begeleiding aan leerlingen die mogelijk onderpresteren, omdat ze last hebben van faalangst en examenvrees in de vorm van een faalangstreductietraining gericht op bovenbouwers en een cursus omgaan met examenvrees. • Een programma van toetsing en overgang in klas 3. • Een streaming van het vak wiskunde naar wiskunde A en wiskunde B al in de derde klas. • Een verdere bevordering van het vermogen tot zelfreflectie van de leerlingen door leerlingen inzicht te geven in zijn studeervermogens en de groei die hij daarin doormaakt. De leerling op de juiste plek is daarbij een van de uitgangspunten.
28
Projectonderwijs, internationalisering In klas 3 is er een vakoverstijgende projectweek (het onderzoek). In klas 4 het project “Ontdek je Plekje” in Nütterden (D) en het project Cross Your Borders. In klas 5 is er een reis naar Berlijn. Studiehuis Het studiehuis is naast een bij wet geregelde pedagogisch-didactische aanpak een fysieke studieruimte. Op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek wordt een duidelijke invulling aan de verplichte aanwezigheid van 1000 klokuren in klas 4 en 700 klokuren in klas 5 gegeven: De leerlingen hebben ingeroosterde tussenuren, die als studieuren dienen te worden gezien, waarin in het studiehuis gestudeerd dient te worden. De leerlingen hebben weliswaar beslisruimte wanneer zij hun studie-uren in het studiehuis volgen, maar dienen in gesprekken met hun mentoren te verantwoorden, hoeveel tijd ze in het studiehuis met zelfstudie doorbrengen. In geregelde gesprekken met de mentor wordt het hoe en waarom van de invulling van de studie-uren, de voortgang en het beoogde doel besproken. In bijlage 1 is de lessentabel voor het HAVO opgenomen.
V WO Vo o r b e r e i d e n d We t e n s ch a p p e l i j k O n d e r w i j s Het Atheneum is bedoeld als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs. Voor meer informatie over de tweede fase verwijzen we naar bijlage 2. In bijlage 1 is de lessentabel voor het Atheneum opgenomen. Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek wil graag onderwijs van goede kwaliteit bieden aan leerlingen met een ATHENEUM-studiehouding. Dit wil zeggen aan leerlingen, die • de capaciteiten hebben om de studie succesvol te doorlopen. (Citoscore + advies basisschool) • leergierig en nieuwsgierig zijn; kritisch, intrinsiek gemotiveerd en initiatiefrijk zijn; kortom leren leuk vinden. • bereid zijn hard en tegelijkertijd effectief te werken, zodat er tijd overblijft voor andere zaken. Veel interesses kunnen combineren. • zich vaardigheden als zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid snel eigen kunnen maken. Tot op zekere hoogte docent- onafhankelijk kunnen werken. • het maximale uit zichzelf willen halen. • ook aan middellange- en lange termijndoelen werken. • kunnen omgaan met abstracte lesstof en inzicht daarin tonen. • in staat zijn feedback te geven op eigen leergedrag. We willen dat de leerlingen goed opgeleid de school verlaten en het niveau en de vaardigheden bezitten om een zorgvuldig gekozen vervolgstudie aan te kunnen (bij voorkeur een universitaire).
29
Onze school denkt dit te bereiken door het atheneum op de volgende manier te profileren: • Ouders aan te spreken en te stimuleren hun kinderen te wijzen op de volle ontplooiing van hun talenten. • Goed en modern onderwijs te bieden volgens de laatste didactische principes van de vernieuwde basisvorming en de 2e fase 2007. • Op micro niveau zijn de volgende zaken al in gang gezet: - toepassing Thinking Skills (denkvaardigheden ) in de 2e fase in meerdere vaksecties. - uitbreiding van ondersteunend lesmateriaal op Brainbox. - Repeterend Leren in 3 atheneum. - Knipkaart in 5A/6A. Goede leerlingen ( gemiddeld 7,5 ) mogen bepaalde lessen missen ten behoeve van andere lessen of zelfstudie. • Een goed opgeleid en redelijk jong docententeam te laten werken in een goed geoutilleerd gebouw voorzien van een elektronische leeromgeving. • Het kunstvak CKV2,3 in 2008 te ontwikkelen tot een volwaardig examenvak in het profiel Cultuur en Maatschappij. • En vakoverstijgend onderzoek aan te bieden in klas 3 uitmondend in een presentatie aan leerlingen, ouders en deskundigen ter voorbereiding op het profielwerkstuk. • Het ‘ Profielwerkstuk’ te laten presenteren door leerlingen in 6 atheneum tijdens een inmiddels traditionele avond, waarbij leerlingen uit 5 atheneum en ouders aanwezig zijn. • Het ‘Cross Your Borders’ project in 5 atheneum, waarin vele vaardigheden aan bod komen en vakoverstijgend gewerkt wordt. • Extra lessen Literatuur aan te bieden en in de toekomst een nauwere samenwerking tussen de verschillende kunstvakken en literatuur . • Leerlingen uit 4 atheneum maken een buitenlandse reis naar Londen. Tijdens die reis moeten ze een aantal inhoudelijke opdrachten uitvoeren voor de vakken Engels en CKV1. • Leerlingen vroegtijdig te begeleiden bij het maken van een zo verantwoord mogelijke, eigen keuze voor een vervolgstudie. De Oriëntatie op studie en Beroep (OSB) vindt plaats onder begeleiding van het decanaat. De projectdagen in Maastricht + de voorlichtingsdagen/meeloopdagen aan de Radboud Universiteit Nijmegen (RUN) zijn hiervoor het startpunt. • Leerlingen te stimuleren om in 5 atheneum een extra vak te volgen. • Leerlingen uit te dagen om b.v. aan het ‘Voordrachtsfestival’ mee te doen of andere culturele activiteiten, “soms in samenwerking met Doornroosje” • Contacten met de RU uitbreiden. Er zijn intensieve contacten met de wiskunde faculteit en het Milieu Educatief Centrum (MEC) op het gebied van de begeleiding van profielwerkstukken. • Lid van het Platform VO/HO, dat de afstemming bevordert tussen Voortgezet Onderwijs en het Hoger Onderwijs. Dit resulteert in deelname aan het project “Kijkje in elkaars keuken” en “VWO Talent”. Er zijn ook contacten met de universiteit van Wageningen waar de leerlingen een practicum economie volgen. • Deelname aan de Kangoeroewedstrijd Wiskunde in de onderbouw en de Alympiade Wiskunde in de bovenbouw. Participatie in een ‘Euregioproject Duitsland – Nederland’.
30
Inspraakorganen en overige betrokkenheid
7
Zowel ouders en leerlingen als docenten hebben de mogelijkheid tot inspraak. Daarvoor zijn de M.R. ( medezeggenschapsraad), de L.R. (leerlingenraad) en de O.R. (ouderraad) opgericht. De M.R. kent een oudergeleding, leerlinggeleding en een personeelsgeleding, de (P)MR. Hieronder volgt enige informatie over de samenstelling en taken van de diverse raden.
M e d e ze g g e n s ch a p s r a a d ( M . R . ) De M.R. is een bij de wet verplicht in te stellen orgaan. Formeel is de M.R. de gesprekspartner van het bestuur. Afhankelijk van het onderwerp, heeft de raad advies- of instemmingsrecht. De raad bevordert naar vermogen openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. De raad zal op de hoogte moeten zijn van de ontwikkelingen in de school en daarbuiten. Bij het peilen van de meningen van de achterban spelen ouderraad, leerlingenraad en personeelsgeleding van de M.R. een rol.
G e m e e n s ch a p p e l i j k e m e d e ze g g e n s ch a p s r a a d ( G . M . R . ) De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bestaat uit leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen die vallen onder het bestuur van de Stichting Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal. De G.M.R. is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de scholen betreffen voor zover die van gemeenschappelijk belang zijn.
O u d e rr a a d ( O. R . ) De ouderraad bestaat uit ongeveer twintig ouders. Het doel van de ouderraad is het bevorderen van de relatie en de communicatie tussen ouders enerzijds en de medezeggenschapsraad (M.R.), schoolleiding, leerlingenraad en personeelsraad anderzijds. De raad vertolkt de mening van ouders en is het klankbord voor zowel de schoolleiding als de M.R. Bovendien beheert de raad de vrijwillige ouderbijdrage. Een aantal ouders uit de ouderraad kan zitting nemen in de medezeggenschapsraad van de school.
Leerlingenraad (L.R.) De leerlingenraad behartigt de belangen van de leerlingen op school. De raad bestaat uit de klassenvertegenwoordigers van alle klassen/ profielgroepen . Uit deze raad is een Dagelijks Bestuur (DB) gekozen. Dit bestuur overlegt regelmatig met de directie over zaken die alle leerlingen aangaan. Een aantal leden van het DB participeert in de medezeggenschapsraad. De leerlingenraad en het DB worden ondersteund door een docent en vergaderen iedere periode met een teamleider.
31
Pe r s o n e e l s g e l e d i n g v a n d e M . R . , d e ( P ) M R De personeelsraad vertegenwoordigt docenten en ondersteunend personeel. Deze raad maakt integraal deel uit van de M.R. De (P)MR telt zeven leden. De raad behandelt doorgaans dezelfde onderwerpen als de M.R. De (P)MR is echter vaak vanaf de beginfase bij de voorbereiding van de besluitvorming betrokken. De (P)MR behartigt niet alleen de belangen van het personeel. Het is tevens een adviesorgaan voor de directie. De (P)MR geeft gevraagd maar ook ongevraagd advies. Eens in de zes weken overlegt de (P)MR met de directie in het overlegorgaan dat ‘het centraal beleid’ genoemd wordt. Na dit overleg neemt de directie de besluiten, die in voorkomende gevallen ter instemming worden voorgelegd aan de M.R.
Overige betrokkenheid Oudercontactgroepen De ouderraad initieert en coördineert oudercontactgroepen voor ouders van leerlingen. Deze groepen bestaan uit teamsleider(s), een OR-lid en ouders. De groepen komen vier keer per jaar bijeen. In de oudercontactgroepen kunnen ouders meedenken en praten over de ontwikkelingen en problematiek van de jaarlaag van hun kind (eren). Doelstelling is het bevorderen van wederzijdse contacten van de ouders met de school van hun kind(eren) door middel van directe informele uitwisseling. Ouderhulp Elk jaar stelt een aantal ouders zich beschikbaar als hulpouder. Zij helpen mee in de mediatheek/het studiehuis. Ook bij gelegenheden als sportdagen en excursies verlenen hulpouders assistentie. Ondersteuning van kinderen door ouders/verzorgers Positieve belangstelling voor de schoolactiviteiten, de resultaten en het welbevinden op school, werkt motivatiebevorderend. Hetzelfde geldt voor wat ondersteuning bij het huiswerk (bijvoorbeeld overhoren of bekijken van gemaakte werkplanningen). In het huiswerkboekje (of werkplanners) voor de brugklas staan basisadviezen voor brugklassers en hun ouders/verzorgers. Milieuraad De milieuraad, waarin zitting hebben leerlingen, docenten, onderwijsondersteunend personeel en een directielid, zet zich in voor een goed en leefbaar milieu op school. Zo let de raad op het gebruik van elektra, het verzamelen van oud papier en het netjes achterlaten van lokalen en gangen. Elke week haalt een aantal leerlingen oud papier op. Elke klas heeft de taak ervoor te zorgen dat de leslokalen schoon worden achtergelaten. Daarnaast wordt een beroep gedaan op leerlingen voor de milieudienst. Tot slot draagt de raad ideeën aan om de sfeer op school voor leerlingen prettiger te maken. Denk hierbij aan de aankleding van het schoolplein, het c-kafee en de aula. Buitenlesactiviteiten Via het organiseren van een veelheid aan buitenlesactiviteiten (zoals voetbal, turnen, skiën, muziekavond, voordrachtsfestival en darts) wil de school de betrokkenheid van de leerlingen vergroten.
32
Algemene gegevens
8
B e s t u u r e n s ch o o l l e i d i n g De Stichting Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal bestuurt de school. De roepnaam van deze stichting is Alliantie Voortgezet Onderwijs. Onder het bestuur van deze Alliantie zijn ook vertegenwoordigd het Stedelijk Gymnasium Nijmegen, de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen, het Maaswaal College, Dominicus College, Technische School Jonkerbosch en het Pax Christi College. De locatiedirecteur van het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is verantwoordelijk voor het beleid en de dagelijkse gang van zaken op de school. Regelmatig vindt overleg plaats tussen de teamleiders, onderwijskundige en locatiedirecteur.
Administratie Informatie over verzekeringen en de school-ouderbijdrage is op te vragen bij de administratie, die bereikbaar is tussen 8.30 uur en 15.00 uur. Leerlingen kunnen tussen 8.00 uur en 13.30 uur bij de administratie terecht. Vanaf het najaar 2007 kunnen leerlingen hiervoor bij de servicedesk terecht.
Se r v i c e d e s k ( v a n a f n a j a a r 2 0 0 7 ) Leerlingen kunnen bij de servicedesk terecht voor: - Vragen m.b.t. studiefinanciering en verzekeringen, school en ouderbijdrage. - Pasjes. - Liftpasjes. - Woordenboeken,nagekomen boeken. - Ophalen en inleveren van formulieren en briefjes. - Inleveren en ophalen werkstukken. - PTA’s. - Leerlingspecifieke informatie. - Leerlingbulletins. - uitgifte van inlognamen en wachtwoorden (Novell, Teletop, schoolwebsite etc) indien die - kwijtgeraakt zijn. - Papier. - Absenties, ziekmeldingen, te laat zijn, verwijderingen,pasjes niet bij, inleveren/ophalen mobieltjes (gecombineerd met lik op stuk lokaal). - Invullen kinderbijslagformulieren. De servicedesk bevindt zich centraal op de begane grond en is open van 8.00 uur – 17.00 uur.
Melden afwezigheid/ziekte leerling Ziekte of afwezigheid van de leerling dient gemeld te worden bij de receptie, zo mogelijk rond 8.00 uur 's morgens.
33
Po s t a a n o u d e r s In principe gebruiken we het adres dat op het ingevulde inlichtingenformulier is vermeld om post toe te sturen aan de ouder(s). Op speciaal verzoek kunnen we een tweede ouder op een ander adres informeren, wilt u dit dan bij de administratie (vanaf najaar 2007 bij de servicedesk) melden?
Ko s t e n Boeken Ouders van leerlingen bestellen zelf de boeken. Wij bevelen aan dit te doen bij Iddink. De boeken kunnen bij Iddink zowel gehuurd als gekocht worden. Bepaalde boeken kunnen na verloop van tijd weer worden teruggekocht. Er bestaat een mogelijkheid tot gespreide betaling. Het boekenpakket wordt door TPG-Post op het huisadres afgeleverd. Alle informatie over het pakket, de bezorging en betaling is te vinden op www.iddink.nl. School- en ouderbijdragen De schoolbijdrage is bestemd voor de dienstverlening van de school (o.a. gezamelijke inkoop van materialen voor handvaardigheid, voorlichtingsmaterialen van de decanen, kluisjes, verzekeringen, subsidies en kleine excursies). In de vrijwillige ouderbijdrage zijn alle kosten (zoals bibliotheek, leerlingenbulletin, buitenlesactiviteiten en vieringen) inbegrepen uitgezonderd de kosten van reizen, grote excursies en dure buitenlesactiviteiten. De ouderraad beheert de binnengekomen bijdragen. Ouders hebben de keuze het geld voor de school/ouderbijdrage en het boekengeld te betalen via een automatische incasso of acceptgirokaart. De inning vindt plaats door Iddink. Verdere kosten Verdere kosten staan per jaarlaag aangegeven op onze site.
Te g e m o e t k o m i n g s t u d i e k o s t e n i n h e t vo o rt g e ze t o n d e r w i j s Leerlingen van 18 jaar en ouder hebben recht op een ‘Tegemoetkoming Scholieren’. De leerling moet deze tegemoetkoming zelf aanvragen voor hij/zij 18 jaar wordt.
Ve r ze k e r i n g e n Voor alle leerlingen wordt een scholierenverzekering afgesloten. Deze geldt gedurende het rechtstreeks van huis naar school gaan en vice versa, schoolreizen, excursies en buitenlesactiviteiten. De verzekering heeft alleen betrekking op lichamelijk letsel. Bij meerdaagse excursies zorgt de school altijd voor een aanvullende bagageverzekering.
Aansprakelijkheid Alle schade die leerlingen tijdens de schooltijden veroorzaken aan gebouw, terrein, meubelen, leermiddelen etc. wordt op de ouders of verzorgers verhaald. Voor excursies, en schoolreizen is een reisverzekering van toepassing. Verder heeft de school een W.A. verzekering afgesloten die aanvullend is op de W.A. verzekering die ouders normaliter hebben afgesloten. 34
Namen en adressen Wij verzoeken leerlingen en/of ouders in eerste instantie de school (telefonisch) te benaderen als ze een medewerker van de school willen spreken.
Schoolgebouw/receptie Straatadres: Leuvensbroek 30-01, 6546 TD Nijmegen Postadres: Postbus 6920, 6503 GK Nijmegen Telefoon: (024) 378 69 93 Fax: (024) 378 86 59 E-mail:
[email protected] Administratie Via de receptie te bereiken, telefoon (024) 378 69 93. Onderwijsinspectie
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Raad van toezicht Voorzitter: de heer dr. Th.H.J. Stoelinga College van bestuur Voorzitter: de heer drs. D. van Bennekom Postadres bestuursbureau: Alliantie Voortgezet Onderwijs Postbus 6618, 6503 GC Nijmegen Telefoon: (024) 379 01 58 Fax: (024) 373 01 62
Locatiedirecteur Leuvensbroek De heer H. P. Beckmann Telefoon privé: 024-6776143 Henk.Beckmann@mail/lindenholtcollege.nl Teamleiders Brugperiode VMBO-t / HAVO De heer P.J.H. van Kan
[email protected]
Brugperiode HAVO / VWO Mevrouw drs. H.F. Wissink
[email protected] 3 + 4 VMBO-t De heer J.R.B.F. Moolenaar
[email protected] HAVO 3, 4 + 5 De heer drs. P.G.A. Pieper
[email protected] Coördinator HAVO 3 De heer G.F.Th. Arts
[email protected] VWO 3 t/m 6 De heer drs. J.A.M. ten Cate
[email protected]
Rector de heer P.J. Steinmetz Telefoon privé: (0485) 513 717
[email protected]
Decanen VMBO-t / HAVO De heer M.H.G.C. van de Berg
[email protected]
Directeur bedrijfsvoering De heer W.C. Zegers Telefoon privé: (024) 677 32 27
[email protected]
HAVO / VWO De heer drs. M.P.J. Kokshoorn
[email protected]
35
Orthopedagoge/Zorgcoördinator Mevrouw Drs. L. Takke
[email protected] Leerlingenbegeleiders Mevrouw L. J. Veenstra
[email protected] Mevrouw drs. B.S.M. Velthuis
[email protected] Vertrouwenscontactpersonen De heer M.J.G. Pothof St. Agnetenweg 48, 6545 AW Nijmegen Telefoon privé: (024) 378 01 91
[email protected] Mevrouw drs. B.S.M. Velthuis Reestraat 24, 6531 JL Nijmegen Telefoon privé: (024) 354 06 70 Vertrouwenspersonen Alliantie Voortgezet Onderwijs Nijmegen Mevr. Leen Tel. GGD, afdeling Jeugdgezondheidszorg Tel. (024) 329 72 73 of mobiel: 06 - 51 29 65 51
[email protected] Mevr. M.Pieper Tel. GGD, afdeling Jeugdgezondheidszorg Tel. (024) 329 72 73 of (024) 329 72 39 (‘s middags)
[email protected] Vertrouwensinspecteur voor deze regio Centraal meldpunt voor klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychologisch of fysiek geweld: 0900-1113111 (lokaal tarief) Centrale Commissie van Beroep Eindexamen/ Regionale Klachtencommissie CSN Postbus 40020, 6504 AA Nijmegen
36
Afdeling Jeugdgezondheidszorg Postbus 1120, 6501 BC Nijmegen
Telefoon: (024) 329 71 11 (op werkdagen van 8.30 uur tot 14.00 uur) Fax: (024) 322 69 80 Jeugdarts Mevrouw M. Lasage afdeling GGD Leuvensbroek Telefoon: (024) 373 06 06 Sociaal-verpleegkundige Mevrouw E.W. Asselbergs afdeling GGD Leuvensbroek Telefoon: (024) 373 06 06 Secretaris en voorzitter ouderraad Lindenholt College Locatie Leuvensbroek Postbus 6920, 6503 GK Nijmegen, onder vermelding van Ouderraad Secretaris en voorzitter leerlingenraad Lindenholt College Locatie Leuvensbroek Postbus 6920, 6503 GK Nijmegen, onder vermelding van Leerlingenraad
Bijlage 1
Lessentabellen
Onderbouw en klas 4 VMBO-t Aantal wekelijkse lessen per lesgroep en per vak (op jaarbasis).
Klas
brugjaar 1
2 T/H
2 H/V
3T
3H
3A
4T
Nederlands
4
4
4
3
3
3
4
Engels
3
2
2
3
3
3
4
3
3
4
3
3
k: 4
2
2
k: 4
3
3
k: 4
Vak
Duits Frans
3
Geschiedenis
2
2
2
2
3
3
k: 4
Aardrijkskunde
2
2
2
2
2
2
k: 4
Wiskunde
4
3
3
4
4
4
k: 5
2
2
k: 4
2
2
k: 5
1
2
2
k: 5
2
2
2
k: 4
Na/Nask1 Sk/Nask2 Biologie
2
Verzorging
2
2
Economie
2
2
3 2
k: 4
Maatschappijleer
2
Lich. opvoeding
4
4
4
4
4
2
Techniek
2
2
2
Podiumkunsten
2
1
1
Tekenen
2
1
1
1
Handenarbeid
1
1
2
k: 4
1
1
Studieles
1
Mentor-uur
1
1
1
1
1
1
1
Totaal
33
33
33
34
34
34
Flexzone (totaal)
6
6
6
6
5,5
5,5
Totaal roostermomenten
39
39
39
40
39,5
39,5
CKV
1
37
6
Tw e e d e f a s e - k l a s s e n : ( 5 H AVO e n 5 / 6 V WO / A t h e n e u m ) De lessen worden voor het merendeel afwisselend in 4 perioden gegeven. De vermelde aantallen geven het aantal lessen weer, gemiddeld over het hele jaar. Voor meer informatie: raadpleeg de decanen. HAVO Vak Nederlands Algemene Literatuur Medialandschap Engels Duits 1 Duits 2 Duits-internationalisering Frans 1 Frans 2 Geschiedenis Gs-profieldeel Aardrijkskunde Wiskunde (algemeen) Wa1 Wa2 Wb1 Wb2 Na1 Na2 Natuurkunde-practicum Sk Sk1 Sk2 Scheikunde-practicum Bi Bi1 Bi2 Biologie-practicum Economie 1 Economie 2 Management en Organisatie Algemene Natuurwetenschappen Maatschappijleer Culturele en Kunstzinnige Vorming 1 Culturele en Kunstzinnige Vorming 2 en 3 Lichamelijke Opvoeding Mentor-uur
VWO/Atheneum 5A
6A
2,25
4,75
in
5H
in
GD
5
GD GD:k CM:k
4,75
GD GD VD GD GD CM CM GD CM GD CM/EM EM GD CM/EM EM NG/NT NT NG/NT NT k
2
2
0,75 2 2,75 1 1,75 1,25 0,75
2 2 4 1,75 2 2
NG/NT NT
1,25 0,5
3,25 1,5 0,75
NG NG
2,25
3 0,75 2 2,75 4
3
GD:k CM:k CM/EM
3 2
EM
2
CM/EM EM NG/NT NT NG/NT NT k NG/NT
0,75 2 3,5 1,5 1,75 3,25 0,75 2,5
k NG
k CM/EM EM VD GD GD GD CM GD GD
2 1,75 0,5 2,5 0,75 1 3
0,75 3,25
0,75 2 4 2,75
4 1
EM EM VD GD GD GD CM/EM GD GD
0,75 1,25 0,5 3,25 1 1,75 2 1
3,25 0,5 3,5
3
1
Opmerking: In het algemeen is het vak met nr. 2 een aanvulling op het vak met nr. 1. k: keuze GD: Gemeenschappelijk Deel (voor alle leerlingen verplicht) CM: verplicht onderdeel van profiel Cultuur en Maatschappij EM: verplicht onderdeel van profiel Economie en Maatschappij NG: verplicht onderdeel van profiel Natuur en Gezondheid NT: verplicht onderdeel van profiel Natuur en Techniek VD: kan gekozen worden in het Vrije Deel Veel van de profielvakken kunnen ook in het Vrije Deel van de andere profielen worden gekozen.
38
Lessentabel Havo (vernieuwde tweede fase)
Totale SLU H = 3200 Nederlands Engels Duits Frans Maatschappijleer Lichamelijke Opvoeding Culturele en Kunstzinnige Vorming Algemene Natuurwetenschappen Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde D Natuurkunde Scheikunde Biologie Bewegen Sport en Maatschappij Aardrijkskunde Economie Geschiedenis Maatschappijwetenschappen Management & organisatie Tekenen
deler 15 periodeuur slu NL slu/deler 400 26,7 400 26,7 400 26,7 400 26,7 120 8,0 120 8,0 120 8,0 120 8,0 320 21,3 360 24,0 320 21,3 400 26,7 320 21,3 400 26,7 320 21,3 320 21,3 400 26,7 320 21,3 320 21,3 320 21,3 320 21,3
4H 1 2 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 2 2 2 2 0 0 3 3 3 3 4 4 3 3 3 3 3 3 4 4 3 3 3 3 2 2 0 0 3 3 3 3
3 4 3 3 3 0 2 2 4 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 4 3 3
4 4 3 3 3 0 2 2 4 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 4 3 3
5H 1 2 4 4 4 4 4 4 4 4 0 0 0 0 0 0 0 0 3 3 3 3 3 3 4 4 3 3 4 4 4 4 3 3 4 4 4 4 4 4 3 3 3 3
3 3 4 4 4 0 0 0 0 3 3 2 4 3 4 0 3 4 3 4 3 3
4 3 4 4 4 0 0 0 0 3 3 2 4 3 4 0 3 4 3 4 3 3
Totaal 28 28 28 28 8 8 8 8 24 24 24 28 24 28 24 24 28 24 24 24 24
slu LC 420 420 420 420 120 120 120 120 360 360 360 420 360 420 360 360 420 360 360 360 360
Lessentabel Atheneum (vernieuwde tweede fase) deler 15 periodeuur Totale SLU A = 4800 slu NL slu/deler Nederlands 480 32,0 Engels 480 32,0 Duits 480 32,0 Frans 480 32,0 Maatschappijleer 120 8,0 Lichamelijke Opvoeding 160 10,7 Culturele en Kunstzinnige Vorming 160 10,7 Algemen Natuurwetenschappen 120 8,0 Wiskunde A 520 34,7 Wiskunde B 600 40,0 Wiskunde C 480 32,0 Wiskunde D 440 29,3 Natuurkunde 480 32,0 Scheikunde 440 29,3 Biologie 480 32,0 Bewegen Sport en Maatschappij 440 29,3 Aardrijkskunde 440 29,3 Economie 480 32,0 Geschiedenis 480 32,0 Maatschappijwetenschappen 440 29,3 Management & organisatie 440 29,3 Tekenen 480 32,0
4A 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 0 0 2 2 2 2 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 3 3 2 2 2 2 2 2 0 0 2 2 2 2
3 3 2 3 2 4 2 2 0 3 3 3 3 3 3 2 3 2 2 2 0 2 2
4 3 2 3 2 4 2 2 0 3 3 3 3 3 3 2 3 2 2 2 0 2 2
5A 1 2 2 2 3 3 3 3 3 3 0 0 2 2 0 0 0 0 3 3 4 4 3 3 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 3 3 3 3
3 3 3 3 3 0 2 2 0 3 4 3 4 3 3 3 3 3 3 3 4 3 3
4 3 3 3 3 0 2 2 0 3 4 3 4 3 3 3 3 3 3 3 4 3 3
6A 1 2 3 3 3 3 3 3 3 3 0 0 0 0 0 0 0 0 3 3 3 3 2 2 2 2 3 3 2 2 3 3 4 4 3 3 3 3 3 3 4 4 3 3 3 3
In de bijlage van pagina 40 is aangegeven hoe deze tabel te lezen is. 39
3 3 3 2 2 0 0 0 0 3 3 2 0 2 3 3 0 3 3 3 4 3 3
4 3 3 2 2 0 0 0 0 3 3 2 0 2 3 3 0 3 3 3 4 3 3
Totaal 32 32 32 32 8 16 12 8 36 40 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32
slu LC 480 480 480 480 120 240 180 120 540 600 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480 480
Bijlage 2
De tweede fase
De tweede fase is de benaming voor het lesprogramma dat aangeboden wordt aan 4 en 5 havo, alsmede aan 4, 5 en 6 atheneum. Op dit moment bevinden alle scholen zich in een overgangssituatie. Per ingang van augustus 2007 geldt dat leerlingen die instromen in het 4e leerjaar het nieuwe programma van de 2e fase krijgen aangeboden. Deze groeit geleidelijk de school in. Daarnaast zullen de leerlingen die in leerjaar 5 (en 6) doorstromen nog het ‘oude’ programma volgen. 1. De lessentabellen Er zijn 2 lestabellen bijgevoegd. De lessentabel havo en de lessentabel atheneum. De lesverdeling is als volgt te lezen: Voorbeeld lessentabel Havo vak Nederlands De kolom Totaal geeft aan hoeveel lessen Nederlands verdeeld kunnen worden over de jaren. In dit geval 28 lessen. Deze zijn als volgt verdeeld in klas 4H: 3 3 4 4 1e en 2e periode samen = 3 3 =1e helft van het jaar = 3 lessen 3e en 4e periode samen = 4 4 = 2e helft van het jaar = 4 lessen In de 1e en 2e periode, dus het eerste half jaar heeft de leerling 3 lessen Nederlands, in de praktijk: elke week 1 les van 40 minuten en 1 blokles van 80 minuten. In de tweede helft van het jaar heeft de leerling 4 lessen, in de praktijk 2 blokuren (van 80 min) per week In de laatste kolom staat een inschatting van de studielasturen per vak. Uitgangspunt is een gemiddelde leerling. De studielast is een optel van lestijd en huiswerktijd. De overheid gaat ervan uit dat een leerling per jaar tenminste 1600 studielasturen maakt, waarvan 1000 uren op school. De totale studielast komt voor de havo bovenbouw op 3200 slu en op het atheneum op 4800 slu. Vernieuwde tweede fase. (per ingang van augustus 2007) In leerjaar 3 havo en 3 atheneum volgen de leerlingen een keuzetraject op grond waarvan zij vanaf leerjaar 4 een examenprogramma gaan volgen dat opgebouwd is uit: 1. Gemeenschappelijk deel (Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en CKV, op het atheneum aangevuld met ANW en 2e moderne vreemde taal)) 2. Keuze-examenvak (aanbod wordt bepaald door de school) 3. Profielwerkstuk 4. Een vrij deel (dat de school zelf kan invullen). 5. Daarnaast kiezen de leerlingen een profieldeel. We onderscheiden 4 profielen:
40
Havo en atheneum kennen dezelfde opbouw van de volgende profielen: Profiel
Profielvakken (verplicht)
Profielkeuzevakken
NT
Wi-B, Na, Sk
Keuze uit: Bi of wi-D
NG
Wi-B of Wi-A, Bi, Sk
Keuze uit: Na of Ak
EM
Wi-B of Wi-A, Ec, Gs
Keuze uit: Fa of du, of management en organisatie (M&O), of Maatschappijwetenschappen (MaWe)
1
En een verschil in: CM havo
Gs, Fa of Du,
1 Keuze uit: Ak, Ec, MaWe 1 Keuze uit:Te, Fa, Du
CM atheneum
Wi A of Wi C, Gs
1 Keuze uit: Ak, Ec, MaWe 1 Keuze uit: Te, Fa, Du
Studiehuis Met het studiehuis wordt een pedagogische aanpak bedoeld waarin leerlingen worden gestimuleerd om zelfstandig en zelfverantwoordelijk te leren. Op onze school wordt met het studiehuis ook ons ‘leercentrum’ op de 3e verdieping bedoeld, waar o.a. een mediatheek en ruime ICT-faciliteiten aanwezig zijn. Periodisering Met de wettelijke afschaffing van een aantal deelvakken en doordat de leerlingen in 4 atheneum meteen een profiel kiezen, is de noodzaak tot vergaande periodisering, zo kenmerkend voor onze school, weggevallen. De periodisering is altijd een middel geweest om een te grote versnippering tegen te gaan. We menen ook met een terughoudende periodisering (halfjaarlijks) de versnippering goed in te kunnen dammen. (maximaal 10 vakken per week) Toetsweken In de nieuwe tweede fase hebben we de toetsweken in de voorexamenklassen kunnen reduceren tot twee. We winnen zo meer lestijd terug. Programma van toetsing en Afsluiting Alle leerlingen ontvangen aan het begin van hun leerjaar een PTA-boekje. Hierin staat een omschrijving van: de bevorderingscriteria en de slaag/zak-regeling, het reglement (herkansings- en inhaalregeling), alsmede een overzicht van alle toetsen, tijdstippen, weegfactoren, leerstof enz.. Waarin onderscheid de tweede fase van het Lindenholt College zich t.o.v. andere scholen? De school heeft de vernieuwde tweede fase aangrepen om een aantal verbeteringen in te zetten, waarbij de leerling steeds het uitgangspunt is geweest. We spelen daarbij in op de verschillen tussen havo en atheneumleerlingen. Bij de havoleerling zetten we in op verbreding en daarnaast is de lestijd in relatie tot de studielast bij veel vakken opgehoogd. Bij de atheneumleerling zetten we in op verdieping. Komend jaar starten we een pilot rond Probleem Gestuurd Leren(PGL). Bij de atheneumleerling ligt er meer accent op zelfstandig/zelfverantwoordelijk leren dan bij de havoleerling.
41
Vanaf komend jaar worden de ‘Z-uren’ omgezet in zogenaamde ‘flexblokken’. In deze flexblokken zal meer vraaggericht onderwijs aangeboden worden en zullen er vakoverstijgende modules en praktische opdrachten een plek vinden. Nieuwe vakken In de lessentabel bieden we nieuwe vakken aan, opdat de leerlingen nog beter vanuit hun talenten en interesses een vakkenpakket kunnen samenstellen. Op de havo en het atheneum kunnen leerlingen het verdiepingsvak Wiskunde D volgen, op beide afdelingen bieden we Bewegen Sport en Maatschappij (BSM) aan, het vak tekenen kan nu ook gekozen worden op het atheneum . Op beide afdelingen bieden we ook maatschappijwetenschappen aan. Dit vak is een goede voorbereiding op ‘sociale studies’ en zet in op een vergroting van maatschappelijke betrokkenheid van de leerlingen. Binnen het EM-profiel bieden we het vak Management en Organisatie aan. Op de havo bieden we (verplicht) het vak Algemene NatuurWetenschappen (ANW) aan. Dit vak is met nadruk ook bedoeld voor de niet-beta-leerlingen en koppelt natuurwetenschappelijke thema’s aan maatschappelijk debat. Binnen het curriculum zal op havo en atheneum een programma rond ‘maatschappelijk stages’ worden aangeboden. Engels Omdat het vak Engels zo belangrijk is, om. voor een vervolgstudie aan het HBO of Universiteit, hebben we zowel op de havo als op het atheneum de studielast (en daarmee het aantal lessen) flink opgehoogd: wettelijk
Op onze school
Havo
360 uur
420 uur
Atheneum
400 uur
480 uur
Profielwerkstuk Het profielwerkstuk is een groot onderzoek (80 studielasturen)dat leerlingen opzetten, uitvoeren en presenteren en is te beschouwen als de ‘meesterproef’. Deze opdracht is het meest uitgesproken voorbeeld van ‘zelfverantwoordelijk leren’. Binnen een thema formuleren leerlingen zelf hun leerdoel (onderzoeksvraag) en ontwikkelen zelf een methodiek (onderzoeksopzet) om het leerdoel te bereiken. Naast de verdieping op vakniveau wordt er een groot beroep gedaan op algemene vaardigheden zoals: overleggen, presenteren, informatie verzamelen, verwerken, plannen en reflecteren. Indien leerlingen dat wensen is er samenwerking mogelijk met bv de RU of het Milieu en Educatie Centrum (MEC) De resultaten van onderzoek worden ‘officieel’ gepresenteerd aan belangstellende ouders, leerlingen, docenten en opdrachtgevers.
42
Bijlage 3
Onderwijsresultaten
Een aantal van onderstaande onderwijsresultaten staat ook op de kwaliteitskaart van de inspectie (www.kwaliteitskaart.nl).
S l a g i n g s p e r c e n t a g e s ov e r d r i e s ch o o l j a r e n
2004-2005 2005-2006 2006-2007
VMBO-T 99 99 99
HAVO 97 92 94
VWO 91 97 94
Gemiddelde cijfers alle eindexamenvakken over drie schooljaren
2003 2004 2005
VMBO-T 6,6 6,4 6,5
HAVO 6,4 6,4 6,3
VWO 6,6 6,5 6,6
L e e r l i n g e n v a n l e e r j a a r 3 n a a r d i p l o m a zo n d e r z i tt e n b l i j v e n , i n p e r c e n t a g e s , ov e r d r i e s ch o o l j a r e n
2003 2004 2005
VMBO-T 99 97 96
HAVO 63 67 73
VWO 82 67 65
43
U i t s t r o o m t i j d e n s h e t s ch o o l j a a r g e d u r e n d e d e a f g e l o p e n v i e r s ch o o l j a r e n , i n p e r c e n t a g e s
Brugjaar 1 Brugjaar 2 VMBO-t 3 VMBO-t 4 HAVO 3 HAVO 4 HAVO 5 VWO 3 VWO 4 VWO 5 VWO 63
2002/2003 1 1 6 1 2 6 0 2 8 3 3
2003/2004 0 0 0 0 0 3 0 5 0 0 0
2004/2005 2 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0
2005/2006 5 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0
U i t s t r o o m ( n i e t b e vo r d e r d e s ch o o l v e r l a t e r s ) a a n h e t e i n d e v a n h e t s ch o o l j a a r g e d u r e n d e d e a f g e l o p e n v i e r s ch o o l j a r e n , i n p e r c e n t a g e s
44
Brugjaar 1 Brugjaar 2
2002/2003 1 6
2003/2004 2 3
2004/2005 2 3
2005/2006 6 10
VMBO-t 3
0
0
1
1
VMBO-t 4 HAVO 3 HAVO 4 HAVO 5 VWO 3 VWO 4 VWO 5 VWO 6
0 7 1 1 0 0 0 0
0 1 3 5 0 0 11 0
0 1 7 0 0 0 2 0
0 1 7 0 0 0 1 0
Bijlage 4
ANW Ath. AVO BAVO Bi Cumi C&M CKV CVI E&M GD GGD GIVO HAVO IB
Afkortingenlijst
Algemene Natuurwetenschappen Atheneum Algemeen Voortgezet Onderwijs Basisvorming Biologie Culturele Minderheden Cultuur en Maatschappij Culturele en Kunstzinnige Vorming Commissie voor indicatiestelling Economie en Maatschappij Gemeenschappelijk Deel Gemeentelijke Gezondheidsdienst Groningse Intelligentietest Voortgezet Onderwijs Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Informatiebeheer
ICT
Informatie en Communicatietechnologie
L.C. LGF LR MBO MeO MR Na N&G NIM N&T OC&W OR OSB OV PD (P)MR PWS
Lindenholt College Locatie Leuvensbroek Leerling Gebonden Financiering Leerlingenraad Middelbaar Beroepsonderwijs Management en Organisatie Medezeggenschapsraad Natuurkunde Natuur en Gezondheid Instelling voor Maatschappelijk werk Nijmegen Natuur en Techniek Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ouderraad Oriëntatie op Studie en Beroep Openbaar Vervoer Profieldeel Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad Profielwerkstuk
ROC
Regionaal Opleidingen Centrum
SI Sk SLU StuP VBO VD VMBO VO SVO VWO Wa Wb WA
Staatsinrichting Scheikunde Studielastuur Studiepunt Voorbereidend Beroepsonderwijs Vrije deel Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Voortgezet Onderwijs Speciaal Voortgezet Onderwijs Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wiskunde A Wiskunde B Wettelijke Aansprakelijkheid
45
Bijlage 5
BEGRIPPENLIJST
Auditplan: tijdpad waarin staat aangegeven welke procedure wanneer wordt gecontroleerd op uitvoering, effectiviteit en efficiency. Basisvorming: De eerste fase van het voortgezet onderwijs waar de nadruk ligt op toepassing, vaardigheden en samenhang. De leerlingen krijgen een breed vakkenpakket van ongeveer vijftien vakken. Wat de leerlingen moeten leren is door de wetgever vastgelegd in kerndoelen.De duur van de basisvorming kan per schooltype variëren. Op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek is de basisvorming ingebed in de eerste drie leerjaren. Begeleid leren: leren waarbij het accent verschuift van klassikale instructie door de docent naar meer zelfwerkzaamheid van de leerlingen. De leerlingen krijgen door een actiever rol meer mogelijkheden om zich vaardigheden eigen te maken. Het begeleid leren krijgt onder andere vorm door leerlingen opdrachten te geven voor het maken van werkstukken en het doen van onderzoek. Dat vraagt van de docent eerder een begeleidende dan een docerende rol. Ook de leermethoden zijn daaraan aangepast. Bevorderingscriteria: Eisen die gesteld worden aan de overgang van het ene leerjaar naar het andere leerjaar. Brugperiode: Omdat aan het begin van de middelbare school van vele 12-13 -jarigen het optimale onderwijsniveau nog niet zo duidelijk is, is het plaatsen van leerlingen over de typen onderwijs (vmbo-t, havo en vwo) voor een bepaalde periode uitgesteld. Op het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek duurt deze periode twee jaar en worden de leerlingen geplaatst in een vmbo-t/havo of een havo/vwo brugklas. Na de brugperiode krijgen de leerlingen een doorstudeeradvies. Centraal examen: Toetsen die de eindexamenkandidaten moeten maken aan het einde van hun opleiding. De opgaven zijn per schoolsoort voor alle kandidaten in het Koningrijk der Nederlanden gelijk of gelijkwaardig. Cijferkaart: Kaart waarin voor alle vakken de cijfers van proefwerken en overhoringen staan genoteerd. Cognitieve kennis: Kennis die betrekking heeft op het denken, geheugen, weten enz. Contacturen: Onderwijsactiviteiten waarin sprake is van directe begeleiding in of buiten de school door docenten of anderen. Voorbeelden hiervan zijn instructielessen, excursies, toetsen,sportdagen en werken in de mediatheek. Dakpanklassen: Zijn klassen die zo zijn ingedeeld dat leerlingen met een advies van aangrenzende schoolsoorten in dezelfde klas komen. Decanaat: Verzorgt en organiseert de voorlichting aan leerlingen op het gebied van studie- en beroepskeuzen. Didactische werkvorm: Manier om op een doelgerichte, geordende en effectieve wijze de onderwijsdoelen te bereiken. Een didactische werkvorm kent twee kanten, een activiteit van de leerkracht en een activiteit van de leerlingen. Onder docentactiviteiten worden concreet waarneembare gedragingen verstaan: opdrachten geven, uitleggen, verbeteren, vertellen, demonstreren enz. Ook onder leerlingactiviteiten verstaat men bepaalde gedragingen: antwoord geven, opzoeken, invullen, luisteren, nadoen, informatie verzamelen en weergeven enz. Doorstroming: De overgang van het ene leerjaar naar het andere. Onder negatieve doorstroom wordt het zittenblijven bedoeld en met positieve doorstroom wordt de overgang bedoeld. Doorstudeeradvies: Het advies dat wordt gegeven ten aanzien van het verder te volgen type onderwijs (vmbo-t/havo/atheneum) of een andere vervolgopleiding.
46
Extraneï: Studenten/leerlingen die geen lessen volgen/geen begeleiding hebben, maar alleen aan een examen deelnemen. Gedifferentieerd leren: Leren waarbij de school rekening houdt met de verschillen tussen de leerlingen. De capaciteiten, interesses, beheersingniveau’s en mogelijkheden van de leerlingen spelen een belangrijke rol bij de keuze van leerstofinhouden, didactiek en werkvormen Gemeenschappelijk deel: Deel van het vakkenaanbod dat voor alle leerlingen gelijk is. In de tweede fase van de havo en het vwo staat het gemeenschappelijk deel naast het profiel deel en het vrije deel. Het vmbo kent naast het gemeenschappelijke en vrije deel het sectordeel. Intercultureel onderwijs: Onderwijs dat de kennis over achtergronden van het leven van allochtone groepen, het leren samenleven van autochtone en allochtone mensen en het voorkomen van vooroordelen en racisme centraal stelt. Internationalisering: Is in het onderwijs gericht op voorbereiding van de leerlingen op hun persoonlijk en maatschappelijk functioneren in Nederland en/of daarbuiten. Kerndoelen: In de kerndoelen van de basisvorming staat over welke kennis, inzicht en vaardigheden de leerlingen na afloop van de basisvormingsperiode moet beschikken. Kwaliteitsbeleid: Alle beleid dat gericht is op bewaking en verbetering van kwaliteit zoals het formuleren van doelen op bepaalde terreinen en het vertalen hiervan in bijpassende methoden en instrumenten. Kwaliteitskaart: Hierin zijn per schoolsoortgegevens opgenomen over de instroom van leerlingen, het onderwijsaanbod,het rendement van het onderwijs, de examenresultaten en de omstandigheden van de school. De kwaliteitskaart wordt opgesteld door de inspectie van het onderwijs. Leerjaarspecifieke informatie: Informatie voor een bepaald leerjaar. Leerlingvolgsysteem: Systeem van het volgen van leerlingen. Dit kan een geautomatiseerd systeem maar ook een handmatig systeem zijn. Leerweg: Doorstroomprofiel als verbinding tussen de basisvorming en het middelbaar of secundair beroepsonderwijs. Er zijn drie leerwegen: de theoretische leerweg, de beroepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg. Het Lindenholt College Locatie Leuvensbroek Locatie Leuvensbroek biedt alleen de theoretische leerweg aan. Deze leidt naar verwante opleidingen in het mbo (lang) en eventueel naar het havo. Leren leren: Leerlingen leren strategieën om thuis, op school of elders zo zelfstandig mogelijk te leren. Het gaat daarbij om strategieën als studievaardigheden zoals het maken van een uittreksel, het onderscheiden van hoofd-en bijzaken, redeneer strategieën, probleemoplossingsen onderzoeksvaardigheden. Leren reflecteren op leer-en werkproces: Leren nadenken over het eigen functioneren om zo zicht te krijgen op en sturing te geven aan het eigen leer-en werkproces. Leren uitvoeren: De leerling leert om in zoveel mogelijk herkenbare situaties een aantal schoolse vaardigheden te ontwikkelen. Het gaat daarbij om vaardigheden zoals het lezen van Nederlandse en Engelse teksten, informatie opzoeken in gegevensbestanden, selecteren,verzamelen en ordenen; goed en veilig omgaan met materialen, gereedschappen, apparatuur en rekenvaardigheden. Mediatheek: Centrale ruimte waar de leerling informatie kan vinden over een aantal onderwerpen. De mediatheek bestaat uit boeken, cd-roms, videobanden, kranten en tijdschriften. In de mediatheek kan de leerling gebruik maken van verschillende computertoepassingen zoals internet. De mediatheek op onze school wordt veel gebruikt als studieruimte.
47
Orthopedagogiek: Richting binnen de pedagogiek (opvoedkunde) die gericht is op de problemen van kinderen met leermoeilijkheden; zij het van erfelijke, milieuspecifieke of instructietechnische aard. Podiumkunsten: Hiermee worden vakken zoals muziek, drama en dans bedoeld. Op onze school kunnen de leerlingen muziek en/of drama volgen. Leerlingen kunnen niet zelf aangeven waar zij voorkeur voor hebben. De school bepaalt welke klas welk(e) vak(ken) volgt. Profielen: Een aantal vakken dat een samenhang vertoont en als geheel toelaat tot een bepaalde vervolgopleiding. Programma van toetsing en afsluiting (PTA) : In dit programma wordt minimaal aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma worden getoetst, de inhoud van de onderdelen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, het herexamen en de regels voor de berekening van het cijfer voor het examen. Reflecteren op het leer-werkproces: Nadenken over eigen leren/functioneren. Samenwerkingsverband: Is een vorm van samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en speciaal voortgezet onderwijs in een bepaalde regio. Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor alle leerlingen in de regio die extra zorg nodig hebben. Sectordeel: Twee vakken die gezichtsbepalend zijn voor de sector (techniek, zorg en welzijn, economie en landbouw) en aansluiting bieden op vakken in verwante opleidingen van het secundair (middelbaar) beroepsonderwijs: zij bepalen het doorstroomperspectief. Schoolexamen: het examen bestaat uit een schoolexamen en het centraal examen. Het schoolexamen heeft het vroeger schoolonderzoek vervangen. Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier. Onderdelen van het schoolexamen kunnen al in eerdere schooljaren dan het laatste schooljaar worden afgenomen. Studiehuis: Met het studiehuis wordt een hoeveelheid verschillende werkvormen van klassikaal lesgeven tot geheel zelfstandig leren bedoeld. Het woord studiehuis heeft niets te maken met een schoolgebouw, maar verwijst naar een vertrouwde en stimulerende leeromgeving voor de leerling. In de praktijk blijkt echter dat veel mensen de term studiehuis gebruiken wanneer ze eigenlijk de mediatheek of de studieruimte bedoelen. Studielasturen: De hoeveelheid tijd die voor een vak beschikbaar is. De studielast gaat uit van de hoeveelheid tijd die een gemiddelde leerling nodig heeft om zich een bepaalde hoeveelheid stof eigen te maken, zowel op school als thuis. De studielast omvat alles, ook werkstukken schrijven, boeken lezen, werken in de mediatheek, excursies en huiswerk. Studiepunt: 1 studiepunt is 40 studielasturen. Studiewijzer : Document waarop staat aangegeven wat voor een bepaald vak (of aanverwante vakken) belangrijk is. Tweede fase: Vanaf augustus 1999 hebben leerlingen van de vierde klas havo en vwo te maken met de tweede fase (de basisvorming is de eerste fase van het voortgezet onderwijs). Dat betekent dat deze leerlingen te maken krijgen met nieuwe vakken, andere inhouden en het studiehuis. Uitstroom: Leerlingen die de school verlaten. Negatieve uitstroom is uitstroom van leerlingen die de school voortijdig verlaten. Vertrouwenscontactpersonen: Contactpersonen voor vertrouwelijke zaken binnen de school. Werkplanner: Document waarop staat aangegeven welke leerstof/opdrachten wanneer worden behandeld, wanneer bepaalde opdrachten af moeten zijn en wanneer de stof wordt getoetst.
48