Lezing “De noodzaak van een multiculturele mentaliteit” (Antwerpen, 25 november 2010) “Multiculturaliteit is een gegeven, interculturaliteit daarentegen een streven” (svl)
Inleiding Multiculturaliteit staat opnieuw met stip op de politieke agenda, niet alleen bij ons, maar ook in de ons omringende landen, met Angela Merkel's oneliner “Multikulti ist gescheitert, total gescheitert” als voorlopige afsluiter van een polemiek rond het boek 'Deutschland schafft sich ab' van Thilo Sarrazin. Sarrazin's these is dat migranten zich niet willen integreren – wat hier te verstaan is als éénzijdige aanpassing – en daarbij vooral de Islam viseert als incompatibel met de Duitse levensstijl: “Het westerse avondland ziet zich door de islamitische immigratie en de toenemende invloed van islamitische geloofsrichtingen geconfronteerd met autoritaire, voormoderne, ook antidemocratische tendensen die niet alleen het gevoel van eigen identiteit uitdagen, maar ook een rechtstreekse bedreiging van onze eigen levensstijl vormen.” Hij heeft inderdaad een punt – ik treed hem daarin trouwens bij – als het gaat over grenzen stellen aan de politieke islam of het islamisme als een ideologie die gebaseerd is op een conservatieve en letterlijke interpretatie van de Koran en de overleveringen van de profeet, zonder enige zin voor het historisch verhaal. Bij ons is recentelijk een dikke turf van 784 blz. met 34 essays over de islam als een politieke religie verschenen. Maar ik wens daarnaast de nuance in het debat te brengen met het beeld van de islam als een veelstromenland, waarbij ik vooral put uit mijn ervaringen en contacten met gematigde moslims. Daarover straks meer dus. Aftredend premier Leterme trad Angela Merkel onmiddellijk bij met te stellen dat ook bij ons “het integratiebeleid niet steeds de heilzame effecten heeft gegeven die we ervan verwachtten.” Dat klopt, maar om de oorzaak daarvan éénzijdig bij de onwil ligt van etnisch-culturele minderheden te leggen zoals sommigen dat doen, is wel zeer kort door de bocht. Professor Jan Blommaert zegt op zijn beurt dat het multiculturele model verleden tijd is. Hij stelt er een 'superdiversiteit' voor in de plaats, als een nieuwe vorm van diversiteit die fundamenteel anders is dan degene waarop het integratiemodel gebouwd is. Daarmee bedoelt hij, kort gezegd, dat de meerderheid van de immigranten van vandaag niet lang in België verblijven – België als transitland of werkplaats van tijdelijke arbeiders – en dat de kennis van het Nederlands voor velen hetzij een luxe is die ze zich niet kunnen veroorloven, hetzij een zinloze onderneming. Ik volg zijn redenering slechts gedeeltelijk, omdat er inderdaad mensen zijn die zich hier niet permanent willen vestigen, bijvoorbeeld de vele Polen in de bouwsector. Maar bij de immigranten die zich hier wel blijvend
willen vestigen – volgens mij nog altijd de overgrote meerderheid – is de vraag naar NT2 nog altijd groter dan het aanbod, met lange wachtrijen als gevolg. Er is dus wel degelijk een nood. Vele migranten wensen zich wel degelijk te integreren en vooral werk te vinden om een menswaardig bestaan te kunnen uitbouwen. Aanpassen is de nieuwe trend of zoals Leterme het zegt: “men moet zich aanpassen aan de gewoontes van de regio waar men zich vestigt.” Het lijkt er dus op dat de dagen van het concept van de multiculturaliteit, d.w.z. integratie met behoud van eigen cultuur (het model Paula D'Hondt van eind 80-er – begin 90-er jaren) zijn geteld. Hoewel, vandaag is er in De Standaard een opiniestuk verschenen met als titel “Integratie, met respect voor identiteit”. Het is het antwoord van MarieClaire Foblets, co-voorzitster van het verslagcomité van de Rondetafels van de Interculturaliteit, op de column van Maria Doornaert. Volgens een laatste schatting van de socioloog Jan Hertogen is 10% van de Belgische bevolking van vreemde herkomst, waaronder 5,8% moslims overwegend geconcentreerd in de steden. De pers pikt daar gretig op in met titels als “'Echte' Belgen sterven uit”. Opschriften als “België telt 623.000 moslisms” is koren op de molen voor diegenen die het altijd maar hebben over een islam-tsunami. Extrapoleer dat naar Europa en het wordt “Alle 'echte' Europeanen sterven uit”. Treffender is de uitspraak van Walter Pauli in zijn opiniestuk in de Morgen van 6 november: “de multiculturele samenleving heeft gefaald, maar ze wordt alleen maar multicultureler.” De vraag is dan hoe we dat dilemma kunnen doorbreken?
Ik wil hiernavolgend kernachtig mijn ideeën uiteenzetten over multiculturaliteit, identiteit en interculturaliteit. In annex stel ik de Vlaams-Turkse vereniging SamenAnders voor, meer bepaald waarom ik SamenAnders heb opgericht, wat de doelstellingen en activiteiten zijn. Tenslotte eindig ik met het uitdrukken van mijn overtuiging en hoop in zeven punten.
Wat betreft multiculturaliteit Mijn stelling is dat de multiculturele samenleving van haar burgers een 'multiculturele mentaliteit' vergt die de grenzen van etnie, nationaliteit en religie overstijgt. Dit vraagt een mentaliteitsverandering van zowel 'autochtonen' als 'allochtonen'.
Uitweiding ik wil even stilstaan bij de containerbegrippen 'Autochtoon' en 'Allochtoon'. 'Allochtoon' is het containerbegrip geworden voor eerstegeneratiemigranten (gastarbeiders)
tweede en derde generatie (hier geboren en getogen) mensen uit gezinshereniging (ouders, grootouders, ...) en gezinsvorming (importbruiden en bruidegommen) asielzoekers, illegalen nieuwe europese burgers uit de oostbloklanden, o.m. Roma nieuwe 'gastarbeiders' (Polen) doortrekkers/passanten, o.m. zigeuners Elke categorie heeft andere kenmerken en creëert andere probleemsituaties qua inburgering en integratie. Maar ik ervaar dat in het dagelijks taalgebruik, ook in het Vlaams parlement, het begrip 'allochtoon' veelal wordt verengd tot de moslims, in hoofdzaak Turken en Marokkanen, en vervolgens door sommigen vlot gelinkt wordt aan fundamentalistisme, islamisme en terrorisme. Er is natuurlijk feitenmateriaal in overvloed om dat beeld te bekrachtigen, onder meer deze week nog met de aanhouding van een aantal Marokkanen en Tsjetsenen in Antwerpen. Maar ik betreur dat dit onrecht aandoet aan de grote verscheidenheid binnen de islam – ik heb het graag over de islam als een veelstromenland, een groot aantal van mijn vrienden zijn bijvoorbeeld alevieten – en vooral aan de interne emancipatiebewegingen van voornamelijk moslima's. 'Autochtoon' is de antagonist van 'allochtoon'. Zonder 'allochtoon' zou er van 'autochtoon' geen sprake zijn. Dan zouden we gewoon Vlamingen zijn, zonder meer. Autochtoon dekt op zijn beurt ten onrechte subculturele verschillen toe en vlakt de interne diversiteit uit tot dé Vlaamse cultuur. Een geheel aan waarden, normen, leefgewoonten, enzovoort, dat als tegengewicht, referentiepunt of cultureel lichtbaken, al naargelang, moet dienen voor de vele vreemde culturen die de Vlaamse cultuur bedreigen of verrijken, al naargelang. Ikzelf behoor niet tot diegenen die hun leefwereld per se bedreigd zien. Anderzijds ben ik niet steeds van mening dat de diverse culturen van etnischculturele minderheden automatisch een verrijking zouden betekenen, waarbij ik bijvoorbeeld de boerengemeenschap uit het Turkse Emirdag in Gent voor ogen heb. Maar ik laat de mogelijkheid open van een wederzijdse kennismaking voor een beter begrip van de verschillen, van eventuele wederzijdse
bevruchting
en,
vind
ik
zelf
uitermate
belangrijk,
het
ontdekken
van
gemeenschappelijkheid.
Ik kom terug op mijn uitgangsstelling, enigszins anders geformuleerd: alle mensen, van welke herkomst ook, staan voor de opgave om zich te integreren in een open, multiculturele samenleving, gebaseerd op diversiteit. Het is een zoektocht, met vallen en opstaan, naar een vorm van intercultureel 'samen-leven', gebaseerd op de basiswaarden van humanisme en actief pluralisme. De zoektocht is niet eenvoudig en de uitkomst niet evident. De multiculturele samenleving is een onomkeerbaar feit. Hele gemeenschappen zwermen uit over
de continenten om zich blijvend te vestigen in 'het land van aankomst'. Eén van de gevolgen is dat zowel de Vlaming als de immigrant in zijn/haar leefwereld van alledag wordt geconfronteerd met een zichtbare diversiteit. Zo hebben zich ook hier, in onze seculiere maatschappij, evenwel met nog veel christelijk geïnspireerde gebruiken en symbolen, andere culturen blijvend verankerd, met andersoortige culturele tradities, religieuze gebruiken en symbolen. De stad is de biotoop bij uitstek waar deze diversiteit zich openbaart in de publieke ruimte. Dit creëert enerzijds vervreemding en conflict en anderzijds de mogelijkheid tot ontmoeting en dialoog. Ik leg de nadruk op de 'mogelijkheid' tot ontmoeting en dialoog, omdat spontane en onbevooroordeelde ontmoeting tussen mensen uit verschillende cultuurkringen om allerlei redenen weinig voorkomt. Het potentieel aan conflictsituaties is helaas nog altijd veel groter, gevoed door stereotyp denken, vooroordelen allerhande en latent racisme. Wij leven als het ware op een vulkaan met, op geregelde tijdstippen, erupties van etnisch geweld. Dit alles hoeft ons niet te verbazen, omdat deze reflexen diep in de menselijke psyche aanwezig zijn. Prof. Ulrich Libbrecht zeg daarover in zijn boek 'Geen muren rond culturen' (1995) het volgende, ik citeer, “indien racisme een onnatuurlijk verschijnsel was, zou het minder voorkomen”. In mijn jarenlange praktijk heb ik trouwens zelf ook kunnen ervaren dat er tussen etnisch-culturele minderheden onderling tal van racistische gevoelens leven (italianen – marokkanen; turken – arabieren; nigerianen - congolezen). Maar als puntje bij paaltje komt, heb ik hen steeds de rangen weten sluiten om ons, westerse witmensen, soms al té vlug van racisme te beschuldigen. Maar ook hier mag ik weer niet veralgemenen.
Racisme is inderdaad van alle tijden en alle volkeren. De 'eigen-volk-eerst'-reflex is een primair overlevingsmechanisme dat mijns inziens niet meer functioneel is in deze open gegooide wereld. Verwerpelijk is dat bepaalde politieke strekkingen en fundamentalistische groeperingen handig misbruik weten te maken van onze genetische programmatie en aangeboren weerstand tegen verandering ... om racisme aan te wakkeren, mensen tegen elkaar op te zetten en het conflict levendig te houden. Terloops wil ik er op wijzen dat het de woordvoerders van migrantenorganisaties waren die, als eersten in Vlaanderen, beginnen hameren zijn op de plichten van allochtonen en zich niet langer lieten bepamperen door blanke welzijnswerkers; welzijns- en culturele werkers die trouwens grondig in de fout zijn gegaan met té lang een extreem cultuurrelativisme te huldigen. Aan de cultuur van de migrant mocht überhaupt niet geraakt worden of ter discussie gesteld worden. Problemen waren niet bespreekbaar en werden uit zogenaamde politieke correctheid toegedekt. Ik mag zeggen dat ik in de 20 jaar dat ik actief ben in etnischculturele middens, daar persoonlijk nooit aan heb meegedaan.
Of we het willen of niet, de wereld zal in toenemende mate te maken krijgen met niet meer te stuiten immigratiestromen om politieke, economische, klimatologische en demografische redenen. De instroom van de meest diverse culturen en religies is een realiteit waar Europa en de lidstaten, waaronder wij dus ook, in de toekomst best rekening mee houden. Op het internationaal congres voor sociale wetenschappen in Kusadasi (Turkije) in oktober ll., waar het VeTo-project van mijn vereniging SamenAnders werd gepresenteerd, heb ik bij een van de vele onderzoekspresentaties het volgende genoteerd: “Migration is a constant and universal pheno menon in human history. You should expect that in modern time, governments can coop with that phenomenon and take proper measures to integrate immigrants. Why doesn't it happen? Why is there so much resistance against migration?” Wij moeten leren omgaan met deze 'veelheid aan identiteiten', niet enkel en alleen om te overleven en niet omwille van het behoud van ons pensioen met een economische migratie van hoogopgeleiden, maar ook om een geïntegreerd Europa te creëren op basis van een multi-etnisch, multicultureel en multi-levensbeschouwelijk Europees burgerschap. Maar dat is wellicht dan weer een utopie om naar uit te kijken, tegen de huidige koerswijziging in van vele europese lidstaten.
Wat mij wel zorgen baart is dat enkel de godsdienst in dit debat een prominente rol toebedeeld krijgt. Angela Merkel zei “we hebben niet te veel islam, we hebben te weinig christendom.” Er wordt ook meer en meer gesproken over de bedreiging van onze 'joods-christelijke traditie' door vreemdelingen. Ik vind dat een grote uitdaging om krachtdadig een positief atheïsme te positioneren als een seculier humanistisch project. Een atheïsme dat zich niet langer verschanst achter zijn eigen groot gelijk, maar erkent dat religie voor vele mensen een zingevingskader is en blijft. Dit erkennen betekent voor mij dat ik verplicht ben om mijn atheïstische zingeving en levensbeschouwing uit te diepen – Ludo Abicht noemt dat, in zijn laatste boek 'De haan van Asklepios – een pleidooi voor een
positief
atheïsme',
“de
verdieping
van
het
zelfbegrip”
om
als
atheïst
een
interlevensbeschouwelijke ontmoeting en dialoog met mensen uit diverse geloofsstrekkingen te kunnen aangaan op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Ik steek dus liever mijn tijd en energie in ontmoeting en dialoog dan in het voeren van een levensbeschouwelijke oorlog.
Wat betreft identiteit Een getuigenis: “Ik ervaar vanuit mijn etnisch-culturele roots een zeer sterke behoefte aan verbondenheid met mijn gemeenschap. Daarnaast heeft de westerse leefwereld mijn individualiteit als mens èn als vrouw
versterkt. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat alle Vlamingen “hyperindividualisten” en alle Turken bij wijze van spreken “kuddedieren” zouden zijn. Het is allemaal een kwestie van gezond evenwicht. Het vrijheidsideaal in het Westen heeft zich té veel geprononceerd als het ideaal van de negatieve vrijheid, dat ontspoord is in een narcistische individualisering of een vrijheidsbeleving zonder verantwoordelijkheidsgevoel. Het individu staat hier boven de gemeenschap. In vele moslimlanden daarentegen is, behoudens uitzonderingen en ondergronds verzet, de sociale en religieuze controle nog té nadrukkelijk aanwezig en wordt een kritische individuele ontplooiing gezien als een bedreiging voor de hele gemeenschap. Hier is het individu ondergeschikt aan de gemeenschap. In mijn geboorteland, waar nochtans de scheiding van moskee en staat grondwettelijk vastligt, zijn op het platteland nog strenge, onderdrukkende culturele en religieuze controlemechanismen gangbaar, vooral ten aanzien van de vrouwen. En het is overwegend het platteland dat zijn boerenzonen heeft laten immigreren naar Europa, waardoor deze tradities tot op vandaag het leven van de meerderheid van hen in de diverse Europese landen grotendeels bepalen, dus ook in Vlaanderen. Dit stuit op veel onbegrip – en dan druk ik het nog zacht uit – bij tal van Vlamingen in alle lagen van de bevolking. Maar in een maatschappij waar etnisch-culturele minderheden geconfronteerd worden met allerlei vormen van uitsluiting en een toenemende druk om zich te integreren, begrijp daaronder 'aanpassen', biedt dit houvast en is het bovendien een uiting van zelfrespect. Bij diverse allochtone gemeenschappen handhaaft zich aldus een groepsidentiteit die is ingegeven door aan de ene kant een innige, nostalgische verbondenheid met het vaderland – bij een aantal jongeren neemt dit zelfs mythische vormen aan – en aan de andere kant het solidariteitsgevoel van een 'gediscrimineerde minderheid'. Deze groepsidentiteit komt vooral tot uiting in cultureel-religieuze symbolen en gebruiken.”
Ik praat de laatste tijd veel met jonge, hoog opgeleide Turkse-Vlamingen, tweede en derde generatie die hier geboren en getogen zijn. Enkele voorbeelden (de namen zijn fictief)
Meryem voelt zich hier een Turks-Vlaamse en in Turkije een Vlaams-Turkse
Saban noemt zijn ouders allochtonen, maar ziet zichzelf niet meer als allochtoon
Sukran doet mee aan de Ramadan als het haar uitkomt
Ilknur lust graag een glaasje wijn en rookt als een Turkse
Basir vindt dat de islam een persoonlijke relatie is tussen Allah en hemzelf
Turan leest de Koran op een kritische en vrouwvriendelijke wijze
Zij betreuren allemaal dat hun identiteit wordt gereduceerd tot hun moslim-zijn
Zij betreuren allemaal het gesloten conservatisme van hun gemeenschap
Mensen hoeven voor mij hun roots niet te loochenen, integendeel. Maar zich opsluiten in de eigen leefwereld en terzelfder tijd andere leefwerelden afwijzen, komt bij mij over als een soort onmacht. Diegenen die pleiten voor aanpassing enerzijds of segregatie anderzijds, hebben last van een nostalgische kramp, een utopisch verlangen naar de eenvoud en puurheid van een tijd die er in de feitelijkheid nooit is geweest en er minder dan ooit zal zijn. Dit soort van mensen is mijns inziens niet opgewassen tegen de complexiteit van het bestaan – waarmee ik niet wil zeggen dat het allemaal eenvoudig is en vanzelf moet gaan – en weet eigenlijk niet om te gaan met de dynamiek van een open, multiculturele samenleving als een wereld zonder grenzen die ruimte creëert voor 'eigenheid in de diversiteit'. Ik heb het bewust over 'ruimte creëren' en niet over 'ruimte laten', omdat creatie een dynamiek veronderstelt, een proces waarbij de 'etnisch-culturele eigenheid' van de ander begrepen wordt en tot op bepaalde hoogte aanvaard en gerespecteerd. Ik versta dit als interculturele dynamiek of ontmoeting en dialoog tussen culturen. Essentieel is dat de kritische geest bewaard blijft en de kritische reflex beoefend. Misschien ten overvloede, dit alles betekent geen extreem cultuurrelativisme of naiëf geloof in de goede bedoelingen van de ander. Sami Zemni, profesor aan de Ugent, zegt daarover het volgende in zijn lezing 'Een Europees islamitisch charter of een een charter van de Europese moslims?' (2008) het volgende: “Geen enkele religie, religieuze noch politieke ideologie heeft een ontologisch privilege waardoor het 'boven' de standaarden van de wetenschappelijke kritiek zou staan.” In het kader van zijn lezing bedoelt hij zeer specifiek dat de islam zich niet kan en mag beroepen op het speciale en unieke karakter van de islam om zich te onttrekken aan kritiek.
Tot slot wat betreft identiteit, heb ik op een van onze interbeschouwelijke dialoogtafels ongeveer het volgende horen van onze zenboeddhistische gesprekspartner: “het boeddistisch principe is dat iemand die de boeddhistische filosofie wil toepassen in zijn leven, zijn oorspronkelijke overtuiging niet moet opgeven of loochenen.” Om over na te denken.
Wat betreft interculturaliteit Interculturaliteit (breed begrepen) gaat uit van verscheidenheid, van verschillende waarheden naast elkaar; waarheden die elk op zich een zingevend kader bieden voor diegenen die erin geloven. Atheïsten denken adogmatisch; het denken is vrij. Dé ultieme waarheid bestaat niet. Mijn leven is een spirituele zoektocht naar zingeving zonder ultieme waarheid, dit in het besef van mijn eindigheid. Dit vormt de kern van mijn atheïstische overtuiging. Christenen en moslims daarentegen beschouwen het geopenbaarde woord als dé enige en allesomvattende waarheid die doel en zin geeft aan hun aardse bestaan. Beide overtuigingen zijn
onverzoenbaar en beletten elke gesprek ten gronde. Maar ik merk toch een evolutie op, waarbij ik het vooral hou op mijn ervaringen binnen de Turkse gemeenschap. Deze evolutie biedt perspectief voor een waarachtige interlevensbeschouwelijke ontmoeting en dialoog als een gedeelde ervaring met respect voor andere levensbeschouwingen – ontmoeting en dialoog die gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid en wederkerigheid in een machtsvrije ruimte. Wat betreft de interculturele/interlevensbeschouwelijke ontmoeting en dialoog met de islam – over vooral de confrontatie met de islam is er de laatste jaren al een hele bibliotheek volgeschreven – zijn er mijns inziens ten gronde maar twee houdingen mogelijk, met name een houding van vertrouwen of een houding van wantrouwen. Wantrouwen wordt gevoed door uitspraken als
“Soera 2:256 – er is geen dwang in de godsdienst – geldt slechts tot de moslims ergens de macht of de meerderheid verworven hebben. Zolang dient de vrijheid om de moslims toe te laten de macht te veroveren” (Eddy Daniëls in 'de islam – kritische essays over een politieke religie').
“... de islam is hier om te domineren. Onze waarden zijn superieur. Jullie hebben jullie eigen wetten verzonnen, terwijl de sharia een goddelijke wet is... Het installeren van de islam als heerser over Europa” (Brits moslimextremist Anjem Choudary).
Moslims mogen/moeten liegen volgens het principe van Al-Takeyya of Taqiyya = voorkomen of behoeden voor en het verbergen van de ware religieuze achtergrond.
Deze en nog veel andere gelijkaardige uitspraken maken dat bijvoorbeeld het 'Expertisecentrum voor Islamitische Culturen in Vlaanderen' totaal ongeloofwaardig wordt gemaakt als het zegt dat, ik citeer, “Het enige dat wij heel duidelijk willen maken is dat wij staan voor een 21-eeuwse, Belgische, Europese islam. Wat betekent dat wij ervan overtuigd zijn dat de islam en de westerse cultuur met elkaar te verenigen zijn, dat de islam hier een evidente plaats heeft en spoort met wat dan de 'de westerse waarden' heet.” Ook de feministische moslima Azizahal-Hibri, een Amerikaans-Libanese filosofe en hoogleraar rechten, zal niet geloofd worden als zij zegt en schrijft dat de ware islam een bevrijding voor vrouwen is, geweld verwerpt en prima samengaat met democratie en de westerse rechtstaat. Er is nu eenmaal een grote groep chronisch wantrouwigen, die voor geen enkel argument vatbaar is. Deze wantrouwigen geloven niet in de gematigde moslim(a), laat staan in een dialoog met moslims en moslima's. Ik daarentegen schenk vertrouwen tot het tegendeel bewezen is. Vertrouwen staat dan wel niet gelijk met naïef geloof in de absolute goedheid van de mens. Ik zal ook niet ontkennen dat er
Taqiyya is. Ik blijf dus op mijn hoede. Maar vertrouwen en het voordeel van de twijfel zijn wel essentieel om tot dialoog te kunnen komen, om elkaar te kunnen ontmoeten, om samen te kunnen streven naar wederzijds begrip en respect.
De open, multiculturele samenleving moet gebaseerd zijn op twee uitgangspunten, ten eerste het respect voor de mensenrechten en ten tweede de praktijk van het 'actief pluralisme'. Een aantal basiswaarden vormt het overkoepelend kader van dit soort samenleving. Deze zijn in de eerste plaats de scheiding tussen kerk en staat, de gelijkheid van man en vrouw en de diverse soorten vrijheden, onder meer de godsdienstvrijheid – ik zou liever spreken over vrijheid van levensbeschouwing – en de vrijheid van meningsuiting. Wij mogen in onze westerse samenleving inderdaad niet terug naar de tijd waar een hele samenleving werd gedomineerd en gecontroleerd door een godsdienst of ideologie, dat vrouwen minder rechten hadden dan mannen of dat de vrijheid van meningsuiting gedwongen werd ondergronds te gaan. Het 'actief pluralisme' houdt in dat uitingen van diversiteit niet verboden worden, maar integendeel de deelname van de diverse overtuigingen aan de verschillende aspecten van het maatschappelijk leven activeert. “De ene overtuiging of groep zou juist de andere overtuiging moeten verdedigen en beschermen en tot zijn recht laten komen in een pluralistisch midden”, aldus dr. Mouloud Kalaai. Om het wat geleerder uit te drukken: “terwijl het passief pluralisme zich tevredenstelt met de discussie binnen een bepaald paradigma – waaronder hier voor het goede begrip dient verstaan te worden het referentiekader van waaruit de werkelijkheid geïnterpreteerd wordt – breidt het actief pluralisme het discussieterrein uit tot het niveau van de discussie tussen paradigmata” (Guido Van Heeswijck, “Tolerantie en actief pluralisme”, 2008). Over de radicale consequenties van het actief pluralisme kan nog een hele boom worden opgezet, vooral over het gemeenschappelijk kader van waarden en normen voor een leefbare samenleving. Voorbeeld: bij ons is de sharia-rechtspraak ondenkbaar, terwijl het in Engeland en Canada voor bepaalde onderdelen van het familierecht wel het geval is. Hoe moeilijk het debat ook is, we mogen het niet uit de weg gaan. Het is deze oefening die elk voor zich en op een eigen wijze moet doen. Maar ik besef dat het voor vele goedmenende mensen een enorme opgave moet zijn om die oefening in onze complexe samenleving te willen/kunnen aanvatten en volhouden. Ik ervaar zelf dat het niet eenvoudig is en ik worstel ook soms met tegenstrijdige gevoelens ... vooral als ik moe ben.
Annex Presentatie van SamenAnders vzw
aanleiding
princiepsverklaring
VeTo-project
interlevensbeschouwelijke dialoogtafel
Uitleiding De schrijver Mario Vargas Llosa waarschuwt voor een heropflakkering van een extremistisch, nationalistisch, xenofoob en racistisch rechts, dat niet gelooft in de democratische principes en dat de afwijzing van de migrant, en vooral die uit islamitische landen, tot speerpunt heeft gemaakt. De Duitse filosoof Jürgen Habermas waarschuwt op zijn beurt voor een groeiend onbehagen van de bevolking in een op zichzelf gericht en almaar hulpelozer politiek systeem. De uitkomst van beide opvattingen is dat er een nieuwe zondebok gevonden wordt om zowel het onbehagen als de verrechtsing een gezicht te geven.
Tot slot, mijn overtuiging en hoop in zeven punten 1. De multiculturele samenleving is een feit. Er is geen weg terug. 2. De interculturaliteit is een streefdoel. Dit vergt bereidheid en permanente inzet. De zaken op hun beloop laten leidt daarentegen tot vervreemding en conflict. 3. De diversiteit aan culturen en levensbeschouwingen kan en mag niet worden geneutraliseerd. Uitsluiting en achterstelling leiden tot radicalisering. 4. De diversiteit een plaats geven is geen teken van zwakte, maar juist een realitische invulling van een toekomstgerichte maatschappelijke ordening, gestoeld op humanisme en 'actief pluralisme'. 5. Ik hoop dat vreedzame coëxistentie in diversiteit het uiteindelijk haalt op vervreemding en conflict. 6. Finaal zal een collectieve mentaliteitsverandering de muren moeten slopen van de culturele getto's en mensen de handen naar elkaar doen reiken in gelijkwaardigheid, wederkerigheid en solidariteit. 7. Maar de mentaliteitsgeschiedenis leert ons dat we nog wel enig geduld zullen moeten oefenen.
Antwerpen, 25 november 2010 Sylvain Van Labeke co-voorzitter SamA vzw