BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving
Leskist THEMA-handleiding
De verdwaalde boom Groep 3 en 4
Dit is een NME – product van BuitenWijs. BuitenWijs is een samenwerkingverband, waarbij de gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein en IJsselstein samen sterk in NME zijn. BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving. BuitenWijs Houten NME Houten Postbus 30 3990 DA Houten
[email protected] BuitenWijs IJsselstein Gemeente IJsselstein Postbus 21 3400 AA IJsselstein
[email protected] BuitenWijs Lopik Gemeente Lopik 3411 CH Lopik
[email protected] BuitenWijs Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Postbus 1 3430 AA Nieuwegein
[email protected] Colofon Copyrights Jaar van uitgave Eindredactie Illustratie Grafische vormgeving Met dank aan
BuitenWijs – De verdwaalde boom
BuitenWijs 2012 Erna Bod, Tjeerd Mijnster en Nicky Mertens Olivier Rijken Maaike de Laat Eduniek / CED-groep
2
Inhoudsopgave 1
In het kort
4
2
Overzicht van de activiteiten
6
3
Beschrijving van de lessen
7
4
Bijlagen
BuitenWijs – De verdwaalde boom
3
1
In het kort Inleiding De Verdwaalde Boom gaat over de bomen rond de school. Hoe vinden de kinderen het dat die bomen daar staan. Is het een goede plek voor de boom en kunnen de kinderen helpen om de bomen gezond te houden? Het programma bestaat uit 3 lessen: 1. Het verhaal ‘De verdwaalde boom’ en op zoek naar de verdwaalde boom 2. Een goede plek voor de boom? 3. Brief naar het bos Gedurende de periode waarin u de lessen verzorgt, kunt u een bomenhoek inrichten.
Doelgroep Groep 3 en 4
Leerdoelen De leerlingen leren: » de betekenis die zij geven aan bomen onder woorden te brengen. » kenmerken van bomen kennen. » hoe een boom leeft in relatie tot zijn omgeving. » hoe zij het leven van bomen beïnvloeden en andersom. En zij leren uitdrukking te geven aan eigen gevoelens over en de waardering van bomen.
Aansluiting kerndoelen In het thema wordt uitwerking gegeven aan kerndoel 40 en 41. 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen
Duur van het thema Het thema duurt 4 weken. Afhankelijk van de tijd die u geeft om uit de keuzeonderwerpen te werken. De leskist wordt drie weken uitgeleend. In de structuur is daar rekening mee gehouden. De eerste week besteedt u als leerkracht aandacht aan de introductie, voorkennis ophalen en de vooruitblik met doelen.
Structuur Het thema is opgezet volgens een vaste structuur 1. Introductie 2. Voorkennis ophalen 3. Vooruitblik met lesdoelen 4. Onderzoeken en verwerken volgens doe denk doe model 5. Afsluiten/ evalueren
Overzicht van de geleverde materialen Leerkrachtenhandleiding Omklapboek Smileyblad
BuitenWijs – De verdwaalde boom
4
Overzicht van de materialen waarvoor de school zelf zorgt » » » » » » »
materiaal om slingers mee te maken papier om vlaggetjes in de vorm van een blad te knippen om voor welkomstteksten. zo mogelijk echte bladeren die kunnen worden omgetrokken (zie vorige punt) mogelijkheid om muziek af te spelen (PC/Digibord) gieter of emmer , schep, stoepkrijt, potloden, scharen lijm, schilderstape tentharing met naamkaartje er aan
Voor de bomenhoek In de leskist Algemeen: » Vier foto’s van de boom in de vier seizoenen » Poster: Een boom vertelt zijn levensverhaal » Boek: De bomen in mijn tuin » Boek: En de boom werd een bos » Boek: De gulle boom Per opdracht (Het nummer voor het materiaal correspondeert met de opdracht uit de bomenhoek.) 1. Boomschijfjes 2. Boompuzzel (2x) 3. Boomstammetjes (5x) Blinddoek 4. Woordrups (3x) 7. Blok en prikker om eikeltol te maken 7. Eikels (Amerikaanse) 9. Set van tien boomkaarten 10. Boomboeken
U moet zelf zorgen voor (Het nummer voor het materiaal correspondeert met de opdracht uit de bomenhoek.) 1,5.Papier 1. (kleur)potloden 1. Ronde voorwerpen verschillende grootte 5. Wasco 6. Verf 6. Sponsje 6. Boetseerklei 6. Deegroller 6, 8.Bladeren (kinderen laten verzamelen, drogen tussen krantenpapier onder iets zwaars) 6, 7.Eikels, Kastanjes, Esdoornvruchten en andere natuurlijke materialen 7. Lucifers 8. Pijpenragers 8. Wol 8. Lijm 8. Cocktailprikkers 8. Fretboortje, prikpen
BuitenWijs – De verdwaalde boom
5
2
Overzicht van de activiteiten
WEEK 0 Voorbereiding voor de leerkracht
WEEK 1 1. Introductie 2. Voorkennis ophalen 3. Vooruitblik met doelen
WEEK 2 4. Activiteiten 4.1 De onderdelen 4.2 De levensfuncties 4.3 De groei 4.4 De eigenschappen
WEEK 3 5. Verwerking 5.1. Verhaalplaten 5.2. Bomen controleren.
WEEK 4 5.3 Bomenhoek: algemene verwerkingsopdrachten
BuitenWijs – De verdwaalde boom
6
3
Beschrijving van de lessen 1. Introductie Doel Kinderen enthousiast maken voor het thema. Het verhaal van de verdwaalde boom U kunt dit verhaal op uw eigen wijze inleiden. Suggestie: Vertellen over verdwaald zijn, eigen ervaringen kinderen laten vertellen, hoe voelt dat? Dan de overgang naar het verhaal over een boom die verdwaald is en u vertelt het verhaal. Het verhaal staat in de bijlage. Na afloop stelt u de vragen: » Waar zou de boom terecht zijn gekomen? » Hoe zou de verdwaalde boom er nu uitzien? » Zou die bij onze school kunnen staan? U vraagt de kinderen in elk groepje om en om en om en om antwoord te geven op elke vraag en samen te besluiten welk antwoord zij aan de klas gaan geven. (Rondpraat) Nadien laat u de kinderen in groepjes op het schoolterrein een boom zoeken die naar hun idee de verdwaalde boom kan zijn. Laat hen daar een kaartje op een tentharing bij zetten. In de klas zingt u tot slot het bomenlied (bijlage 3)
2. Voorkennis ophalen Doel: Het doel van de voorkennis ophalen is dat kinderen betrokken raken bij het onderwerp en voor de leerkracht is het doel dat de aanwezige voorkennis van de kinderen gepeild kan worden. Laat de kinderen per groepje terug denken aan de boom die zij op het plein als verdwaald hebben benoemd: sstt, denk eens heel stil aan de boom die je koos…zie je hem weer in je gedachten?...denk dan eens stilletjes voor jezelf na over (u laat steeds ruime denkpauzes tussen de vragen vallen): » Heeft hij een dikke of dunne stam? » Hoe ziet zijn blad er uit? » Staan er nog meer in de buurt? En: » Vind je het een mooie boom? » Is de boom tevreden met zijn plek hier bij school? Om daarna, als stilletjes de gedachten zijn opgemaakt, de vragen nog eens te stellen en de antwoorden “in beweging” te inventariseren: » Allemaal staan, de kinderen moeten zich verdelen. Wie de boom een dikke stam vind hebben links en wie dun, rechts in de klas gaan staan. » Allemaal weer terug bij je bankje staan; u geeft de beurt aan één leerling met de vraag naar de vorm van het blad en vraagt de andere kinderen op te letten: als jouw blad ook zo er uit ziet ga je zitten. Wie een ander blad heeft, blijft staan. Wie zojuist vertelde geeft de beurt door aan iemand die nog staat….zo doorgaan tot iedereen zit. » En staan er nog meer?...steek eens op hoeveel…laat zien hoeveel vingers je opsteekt, voor elke boom 1, meer dan 10 is gewoon twee handen…”Zo, dus er staan er wel…!!”
BuitenWijs – De verdwaalde boom
7
De twee emotionele vragen (van de eerder genoemde vragen) bespreken de kinderen in hun groepje waarbij zij (als groep 4) bij de tweede vraag (is de boomtevreden?) een lijstje moeten maken waardoor de boom tevreden is met zijn plek. U resumeert tot slot wat we allemaal al weten. Bijvoorbeeld: » Wat een stam is » De bladvorm » Dat grond voor een boom fijn is. Heel knap!
3.Vooruitblik met doelen Doel: De vooruitblik geeft kinderen overzicht over wat ze gaan leren. Het richt hen op wat belangrijk is om te onthouden en laat hen zien dat de opdrachten die ze gaan maken, de proeven die ze gaan doen, de onderzoeken allemaal gericht zijn op het bereiken van de leerdoelen. Kinderen worden zich bewust van wat ze gaan leren en hoe ze dat gaan doen. Ze zullen hierdoor de informatie beter verwerken en beter in staat zijn verbanden leggen. Hang de doelen (bijlage 1)goed zichtbaar op in de klas en reflecteer hier regelmatig op. De leerlingen leren: » De kenmerken van bomen » Wat de levensfuncties van de boom zijn » Hoe de boom groeit » Wat andere eigenschappen van de boom zijn » hoe zij het leven van bomen beïnvloeden en andersom. » En zij leren uitdrukking te geven aan eigen gevoelens over en de waardering van bomen.
4.Activiteiten 4.1. De onderdelen Doel De leerlingen leren de onderdelen van de boom kennen. Voorbereiding Nodig voor ieder kind: » Kleur of schrijfplaat (het kleine Loo) op stevig wit papier (bijlage 4). » Digibord met plaat van de boom. Starter: Maak tweetallen in de groep. Ga allemaal tegenover een ander staan. Ga staan “als een boom”. Wijs bij elkaar de verschillende lichaamsdelen aan: één wijst, de ander zegt hoe het heet, om en om! Voorkennis Alle kinderen krijgen de plaat van de boom (bijlage 4) met de vraag “welke onderdelen van de boom ken je al?” Bedenk eerst even voor jezelf…..welke weet je in je groepje? Elk groepje vertelt er één ( een andere) aan de klas, die schrijven we op het bord.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
8
Instructie Via het digibord laat u de boom (bijlage 4) zien en u vertelt daar bij welke naam de verschillende onderdelen hebben en schrijft dat naast de boom. (mededelende onderwijsvorm). Laat ook een plaat van een naaldboom zien en vertel daar dezelfde onderdelen bij en laat ook een plaat van een afwijkende boom zien en vertel daar ook dezelfde namen bij. Het gaat steeds om de volgende woorden: Stam, wortels, haarwortels, kroon, tak, twijg, blad of naald , bast of schors, … Verwerking Laat elke leerling de eigen plaat van de boom kleuren en voorzien van bijschrift. Wie klaar is kan de namen leren van de verschillende bladvormen (indien aanwezig met het montessorimateriaal Nienhuis)
4.2. De levensfuncties Doel De leerlingen leren de levensfuncties van de boom kennen: » Blad is voor… » Stam en tak zijn voor… Starter “Wat zien jullie er gezond uit!! Wat hebben jullie daar voor nodig?? Bedenk dat voor jezelf en laat dan een blaadje in je groepje rond gaan en schrijf er ieder één ding op, daarna nog een keer rond “. Verzamel na afloop verschillende antwoorden op het bord. Instructie “Bij de boom is het eigenlijk gelijk, die heeft dit ook allemaal nodig om gezond te zijn”. U vertelt kort en bondig vanuit onderstaande informatie (aanpassen aan uw groepsniveau): Ademen door bladeren en wortels Een boom ademt vooral met de bladeren. Dit vindt plaats door kleine gaatjes in de bladeren die huidmondjes worden genoemd. De boom ademt zuurstof uit in plaats van in! Wat de boom inademt is een stof die wij uitademen: koolzuurgas. Van koolzuurgas en water maakt de boom suiker. Daarbij ontstaat er ook zuurstof die de lucht ingaat. Een boom ademt ook met de (fijne haar)wortels. Een boom heeft geen luchtkanaaltjes om de lucht van boven in de bladeren naar beneden in de wortels te brengen. In hard aangestampte grond komen de wortels moeilijk aan zuurstof. Losse grond vergemakkelijkt dat. Bladeren maken het voedsel. Eten gebeurt bij een boom echt anders dan bij mensen en dieren. De boom ademt koolzuurgas in en haalt met de wortels water en bouwstoffen of mineralen uit de grond. Met suiker en bouwstoffen kan de boom nieuwe onderdelen maken. Water is er ook voor vervoer en stevigheid. Het water dat door de wortels uit de grond gehaald wordt, is niet alleen water om eten van te maken. De plant maakt hiermee de stengels en bladeren stevig. Als je planten geen water geeft gaan ze slap hangen! Het water is ook nodig voor vervoer. Dit vindt alleen in de stam en de takken onder de schors plaats. In het hout zijn buisjes waardoor het water en de mineralen omhoog gaan. In de bast zijn buisjes waardoor het sap omlaag gaat. Om prettig te leven is het nodig dat de boom en goede plek heeft. » Beetje losse aarde » Ruimte om te groeien » Ruime plaats voor de opvang van regenwater » Voldoende licht
BuitenWijs – De verdwaalde boom
9
Verwerking Geef de kinderen een nieuwe plaat van de boom (bijlage 4) en laat hen daarin: » De buisjes in de stam tekenen en kleuren » De bladeren als’ neusjes’ tekenen en kleuren » En om de boom heen het gezicht van de wind (windwangen) tekenen als teken van frisse lucht.
4.3 De groei Doel De kinderen leren de voortplanting en de groei van de boom kennen. Starter Laat de kinderen in tweetallen een lijstje “ouder – kind”maken. Eén schrijft boven het blaadje “ouder” de ander “kind”. U geeft op het bord het voorbeeld “ouder = koe, kind=kalf”, dus als jij nu ouder op schrijft, dan schrijf jij kind op. Wie weet nog een voorbeeld….even samen beginnen. Daarna 10 minuten maximaal aan de slag. (Groep 3 kan dit ook mondeling doen.) Zorg dat u er zelf een aantal paraat heeft om te helpen. (Paard-veulen, kat-kitten, Hondpuppy) Instructie Vertel vanuit: Voortplanting in samenwerking Bomen hebben bloemen. De wind of de bijen zorgen voor de bestuiving. Hierna ontstaan er zaden. Deze zaden worden verspreid door dieren. Zo nemen eekhoorns en gaaien eikels mee als wintervoorraad. De eikels worden verspreid als zij niet worden opgegeten. Vogels eten bessen en poepen de pit met mest weer uit. Bomen zelf maken bv. propellers (esdoorn) Overal groei De boom groeit op verschillende plaatsen. De punt van de wortel groeit uit. Uit de knoppen aan de tak groeien nieuwe stukken tak met bladeren. Takken worden net als de stam en wortels elk jaar een beetje dikker. Of laat het volgende filmpje zien van Schoolltv beeldbank. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20110519_boomknoppen01 Verwerking Ga naar www.hetkleineloo.nl en download de plaatjes van de boomkwekerij. Druk deze afzonderlijk af voor elk groepje kinderen en laat hen de plaatjes op goede volgorde op een strook plakken. Eerst natuurlijk kleuren.
4.4 Eigenschappen Doel De kinderen leren enkele eigenschappen van de boom kennen. Starter Met elkaar hardop: » “Onze voeten zijn om te …..” » “Onze oren zijn om te ….” » “Onze …..zijn om te ….” En zo nog een paar om er in te komen…”
BuitenWijs – De verdwaalde boom
10
Vraag aan de kinderen: “Hoe komt het dat wij blijven staan, dat wij niet in elkaar zakken als een pudding? Bedenk eens….wissel om de beurt uit in je groepje.” Vraag een paar groepjes om antwoorden uit hun groepje. Instructie Informatie om over te vertellen. Stevigheid De stam en wortels zorgen ervoor dat de boom niet gauw om kan vallen. De wortels onder de grond zijn soms net zo groot als de takken boven de grond. Takken die kunnen meebewegen met de wind breken minder snel dan even dikke stijve takken, die niet buigzaam zijn. Verdedigen tegen vijanden Neem een willekeurig blad en het zit vaak vol met gaatjes en rare vlekken. Een boom heeft dan ook veel vijanden die stukjes van hem willen opeten. Vooral de bladeren zijn een lekkernij voor véél dieren. Sommige bomen hebben scherpe stekels om zich te beschermen tegen vee. De bast beschermt tegen schimmels en uitdrogen. Verwerking Schrijf allemaal over of trek over op een overtrekblaadjes. » De wortel houdt de boom vast. » De stam laat de boom staan. » Een stekel jaagt weg. » De tak buigt mee.
5.Verwerking 5.1. Verhaalplaten Elk groepje krijgt een plaat of foto of voorwerp en de opdracht daar over te vertellen (bijlage 5). » Wat zie je daar op? » Waar is dat voor? » Hoe heet het? » Wat heb je er over geleerd? De groepjes vertellen elkaar er over. Andere groepjes mogen aanvullen of een vraag stellen. De platen zijn : » De boomplaat (zonder bijschriften van onderdelen) » De boomplaat met de buisjes, neusjes en windwangen » Een (plaat van een) stekje » Foto van de bast of een stuk bast » Foto van wortels of een wortel » Tekening van een blad
5.2.Bomen controleren De kinderen krijgen de opdracht om naar buiten te gaan en de bomen op het plein te controleren op de volgende punten: » Losse aarde » Ruimte om te groeien » Ruime plaats voor de opvang van regenwater » Voldoende licht
BuitenWijs – De verdwaalde boom
11
Per twee groepjes eenzelfde controleopdracht. “ Kijk naar alle punten, maar speciaal letten jullie op…(noem een van de vier kenmerken)”. Terug in de klas besluiten de groepjes of zij over hun punt tevreden zijn. Zij wisselen dat uit met het andere groepje dat die opdracht had. Daarna worden de ‘antwoorden’ geïnventariseerd.
5.3 Bomenhoek- algemene verwerkingsopdrachten In de periode dat u bezig bent met het lesprogramma kunt u in uw lokaal een bomenhoek inrichten. Voor de inrichting zijn er enkele foto’s die u op kunt hangen.’ De kinderen kunnen vrij kiezen uit de activiteiten. U kunt de kinderen bijvoorbeeld verplichten er in elk geval twee te doen en als ze het leuk vinden meer. Laat de kinderen aan elkaar zien en vertellen wat zij gedaan hebben; goed voorbeeld doet immers goed volgen.
Activiteiten
1 Zelf jaarringen maken In de bomenhoek liggen boomschijfjes. Hierop zijn ringen te zien. De boom wordt elk jaar een stukje dikker, aan de buitenkant komt er dan een nieuwe ring bij. Aan het aantal ringen kun je zien hoe oud de boom is. Groep 3 Laat de kinderen cirkels tekenen op een papier. Begin met een kleine cirkel in het midden en teken daar omheen iedere keer grotere cirkels. Als het blad vol is kunnen de kinderen tellen hoe oud de boom is, waarvan ze de jaarringen hebben getekend. Groep 4 Laat de kinderen ronde voorwerpen zoeken van verschillende grootte. Laat ze deze op hetzelfde papier omtrekken. Zo ontstaat een doorsnede van een boom. Maak de boom zo oud mogelijk.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
12
2 Boompuzzel De stukjes van twee puzzels liggen door elkaar. Kunnen de leerlingen de twee bomen maken? Wat valt ze op? Kunnen ze een boom maken die half zomer half winter is?
3 Boomstammetjes voelspel Eén leerling doet de blinddoek voor. Een ander laat deze leerling de bast van een boomstammetje voelen en zet dit daarna weer terug. Kan de geblinddoekte leerling het stammetje terug vinden door te voelen of (blinddoek af) door alleen te kijken zonder aanraken? 4 Woordrups boom Kunnen de leerlingen de woordrupsen maken? Er is voor elke woordrups een controlevel waarop ze kunnen zien welk woord en welk plaatje bij elkaar horen.
5 Schorsafdruk Houd een papier op de schors van een boom en wrijf er over met wasco of vergelijkbaar materiaal. Op papier ontstaat dan een afdruk van deze schors, een soort handtekening van de boom. Deze activiteit kan met bomen buiten worden gedaan, maar ook in de klas zijn er op deze manier bijzondere bomen te maken. Wat te denken van de toetsenbordboom, de schoenzoolboom, de verwarmingsboom, of de ribbelboom?
BuitenWijs – De verdwaalde boom
13
Maak er een mooie boom van zoals hier op een bezemsteel
.6 Bladafdrukken
Bladafdrukken in klei Nodig: bladeren, boetseerklei, deegroller Kneed een bol boetseerklei en rol er met de deegrol een dikke pannenkoek van. Leg een blad met de onderkant (waar de nerven zitten) op de kleipannenkoek. Rol met de deegroller over het blad, zodat het in de klei gedrukt wordt. Haal het blad voorzichtig van de klei. Er blijft een mooie afdruk achter.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
Bladafdrukken met verf Nodig: bladeren, verf, een sponsje water en papier. Leg de bladeren op het papier. Doop het sponsje in de verf en druk ermee langs de randen van de bladeren op het papier. Haal de bladeren voorzichtig van het papier
14
7 Eikeltol maken Zet het eikeltje in het gat in het houten blokje. Prik er een gat in. Stop een lucifer in het gat en klaar is de tol.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
15
8 Diertjes knutselen Met kastanjes, bolsters, eikels, eikeldopjes, beukennoten, napjes, dennenappels, sparrenkegels, lucifers, kaasprikkertjes, pijpenragers en wat wol kunnen de leerlingen de mooiste dieren en poppetjes maken.
Van bladeren kun je ook diertjes tekenen of schilderen en collages maken.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
16
9 Elke boom een vriend Set van 10 bomenkaarten. Essentieel bij deze opdracht is het verwoorden van de keuzes die de leerlingen maken. Opdracht Elke verdwaalde boom zoekt een vriend. Welke bomen zouden goede vrienden kunnen worden? Leg die bij elkaar. Variaties Twee leerlingen bedenken los van elkaar welke bomen het best vrienden kunnen worden. Die worden bij elkaar gelegd. Daarna bekijkt de ene leerling de combinaties van de ander en vertelt wat volgens hem/haar de reden is dat de ander die bij elkaar heeft gezocht. De ander beaamt dat of geeft nog een andere reden. (Twee sets aanwezig) Twee leerlingen werken samen en bespreken welke bomen ze bij elkaar vinden passen en waarom. Het resultaat kan eventueel met een ander tweetal vergeleken worden. Beuk
10 Boomboeken In de leskist zijn een aantal boeken over bomen. 11 Bladvormen Gebruik het montessorimateriaal “bladvormen” verkrijgbaar bij Nienhuis. De kinderen leren de verschillende bladvormen kennen. Of gebruik de website en handleiding: http://members.chello.nl/j.holtman5/navigatieboom/NavigatieBoom_Determinatie_v02.pdf om de verschillende bladvormen te herkennen. 12 Bericht naar het bos Hoe kunnen we de bomen in het bos laten weten hoe het met de verdwaalde boom gaat? Bedenk met de leerlingen één of meerdere manieren waarop we dit aan de bomen in het bos kunnen laten weten. (Suggesties: brief schrijven, tekening maken waarop te zien is hoe het met de boom gaat, foto van de boom met de slingers en de smileys.) Dit kan klassikaal of per groep.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
17
4.1
Bijlage 1: Lesdoelen We leren de betekenis die we aan bomen geven onder woorden te brengen.
We leren de kenmerken van bomen kennen.
We leren hoe we het leven van bomen beïnvloeden en andersom.
We leren hoe een boom leeft in relatie tot zijn omgeving. BuitenWijs – De verdwaalde boom
18
4.2
Bijlage 2: De verdwaalde boom
Mm, lekker warm en veilig hang ik aan moeders takken. Het is hier zo fijn, zo gezellig. Mijn vrienden de dieren komen langs. Ze eten en rusten uit. Het leven is goed hier. Samen met mijn familie. Samen met mijn vrienden, nooit alleen.
Help, de wind! Ik wil niet loslaten, ik wil hier blijven. Maar de wind rukt me weg. Weg van mijn familie. Weg van mijn vrienden. De wind duwt me, draait me in het rond. Ik ben zo duizelig. Waar is het bos? Ik ben het kwijt! Help, waar ga ik heen?
Ver onder me zie ik, weilanden en een rivier, met hier en daar een huis. Steeds meer gebouwen kom ik tegen, Waar is al het groen gebleven,Oh jee, ik val! Maar waar ben ik nu?
BuitenWijs – De verdwaalde boom
19
Ik lig op een tegel op een plein. Hier kan ik niet leven, steen is niet fijn. Een kind raapt me op. “Kijk, een zaadje!” “Dat moet in de grond” zegt een ander. “Anders kan het niet leven en dat is zielig.” Ze stoppen me naast het plein in de grond. Ik ben moe van de reis. Ik mis het bos, ik wil hier weg! Dat kan niet, ik moet hier nu leven.
Mm, de aarde is lekker nat. Ik heb dorst en drink water. Ah, dat voelt goed! Ik krijg wortels. Ik word steeds groter en sterker Eindelijk kom ik boven de grond. Heerlijk om de zon te voelen. Ik eet en drink steeds meer. Ik groei en ik bloei. Maar alleen, zonder familie en vrienden.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
20
4.3
Bijlage 3: Bomenlied Bij ons op ’t plein daar staat een boom De mooiste boom, waarvan ik droom Kijk de boom op het plein En de boom staat daar heel fijn, heel fijn. En de boom staat daar heel fijn. En deze boom die heeft een stam De mooiste stam, waarvan ik droom. Kijk de stam van de boom, En de boom op het plein En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn. En aan de stam daar zit een tak De mooiste tak waarvan ik droom Kijk de tak aan de stam En de stam van de boom En de boom op het plein En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn. En uit die knop daar komt een blad het mooiste blad waarvan ik droom Kijk het blad uit de knop En de knop aan de tak En de tak aan de stam En de stam van de boom En de boom op het plein En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn. En bij het blad daar komt een bloem De mooiste bloem waarvan ik droom Kijk de bloem bij het blad En het blad uit de knop En de knop aan de tak En de tak aan de stam En de stam van de boom En de boom op het plein En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn. En uit de bloem daar komt een vrucht De mooiste vrucht waarvan ik droom Kijk de vrucht uit de bloem En de bloem bij het blad En het blad uit de knop En de knop aan de tak En de tak aan de stam En de stam van de boom Een de boom op het plein En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
21
En uit de vrucht daar komt het zaad Het mooiste zaad waarvan ik droom Kijk het zaad uit de vrucht En de vrucht uit de bloem En de bloem bij het blad En het blad uit de knop En de knop aan de tak En de tak aan de stam En de stam van de boom En de boom op het plein En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn. En valt het zaad daar op ons plein Het mooiste plein waarvan ik droom Kijk ons plein met het zaad En het zaad uit de vrucht En de vrucht uit de bloem En de bloem bij het blad En het blad uit de knop En de knop aan de tak En de tak aan de stam En de stam van de boom En de boom op het plein En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn. En uit dat zaad daar komt een boom De mooiste boom waarvan ik droom Kijk de boom op het plein (enz.) En die boom staat daar heel fijn, heel fijn. En die boom staat daar heel fijn. Boom rechtop staan met handen boven het hoofd, gebogen armen (als boomkruin) Stam armen stijf naast het lichaam Tak armen opzij, Knop handen in vuist Blad handen open, vingers hangend Bloem polsen tegen elkaar, handen open Vrucht vingers tegen elkaar Zaad handen tot één knuist Plein door de knieën, knuist op de grond.
BuitenWijs – De verdwaalde boom
22
4.4
Bijlage 4: Plaat van een boom
BuitenWijs – De verdwaalde boom
23
4.5
Bijlage 5: Vertelplaten bij opdracht 5.1 Boom
Zaailing
Bast
Wortels
Blad
BuitenWijs – De verdwaalde boom
24