Lesbrief Dierenzoekermoorden Doelgroep: Groep 5 t/m 8 Lesduur: ± 20 minuten Leerstofgebied: Wereldoriëntatie, Nederlands Werkvorm: Tweetallen of zelfstandig Doel van de opdracht: • Het oefenen met het gebruik van de Dierenzoeker • Het goed leren letten op kenmerken van dieren • Het leren over voedsel en vijanden in de natuur • Het kennismaken met veelvoorkomende diersoorten in eigen omgeving • Het oefenen met het lezen en schrijven van verhalen • Het plezier hebben in het lezen en schrijven van verhalen Vereiste voorkennis: Geen Materiaal: • Potlood • Computer • Downloads: Werkblad • Websites: www.dierenzoeker.nl
Opdracht in het kort In de natuur is de één zijn dood vaak de ander zijn brood. Leerlingen lezen verhaaltjes waarin een dier gedood wordt door een ander dier. In de tekst staan aanwijzingen. Leerlingen sporen met de Dierenzoeker de daders op. Hierna schrijven ze zelf een spannend moordverhaal over een prooidier en zijn natuurlijke vijand. Voorbereiding • Print voor elke leerling of tweetal een werkblad uit. • Zorg dat elke leerling of tweetal aan een computer kan werken. • Bedenk (afhankelijk van de doelgroep) of u leerlingen na de opdracht ook zelf een moordverhaaltje laat schrijven. Introductie
Vertel de leerlingen dat ze gaan oefenen met het op naam brengen van dieren met de Dierenzoeker. Vragen om te stellen: • Zien jullie wel eens een dier dat je niet kent? • Wat doe je om de naam te vinden? • Kennen jullie de Dierenzoeker? Vertel dat ze moordverhaaltjes gaan lezen met dieren uit de Dierenzoeker. In elk verhaal wordt een dier op eigen wijze vermoord door een ander dier. De leerlingen zoeken uit wie de daders zijn. In de verhaaltjes staan aanwijzingen over de eigenschappen van de dader, zoals leefgebied, kleur, grootte en gedrag. Soms makkelijk, soms iets moeilijker vindbaar. Door de eigenschappen aan te klikken in de Dierenzoeker, komen leerlingen er achter wie de dader is. Meestal blijft er na het invoeren van de kenmerken in de Dierenzoeker maar één mogelijke dader over. Soms blijven er twee over. In dat geval moeten leerlingen ook de tekst bij die twee dieren goed lezen om er achter te komen wie van de twee de moordenaar is. Doe het eerste verhaal eventueel samen met de klas op het smartboard. Tips, uitleg en antwoorden bij de verhaaltjes staan in de Bijlagen van deze lesbrief. Opdracht Leerlingen werken alleen of in tweetallen bij een computer. Ze zoeken bij alle verhaaltjes uit wie de moordenaar is. Ze gebruiken hiervoor de website Dierenzoeker. De namen schrijven ze naast de verhaaltjes op het werkblad. Daarna bedenken leerlingen zelf een moordverhaal! Ze kiezen een dier uit de Dierenzoeker en een mogelijke dader. Informatie over het voedsel en de vijanden van dieren zoeken ze op in de Dierenzoeker of op internet. Verhalen schrijven ze eerst op kladpapier en later in het net. Afsluiting Leerlingen lossen elkaars moordzaken op. Met de Dierenzoeker proberen ze van elkaars verhaal te achterhalen wie de dader is. Stimuleer kinderen om vaker gebruik te maken van de Dierenzoeker!
Bijlagen Antwoorden Informatie over de slachtoffers is te vinden in de Dierenzoeker. Zoek op: stekelbaars, gevlekte akkerslak, bosmuis, huismoeder en putter. Informatie en uitleg over de daders vindt u hieronder. Slootslachterij
Het gebeurde op een koude dag in januari. Saskia Stekelbaars zwom vrolijk door de sloot, toen zij plotseling heel hard in haar buik werd gebeten! Vanuit haar ooghoek zag ze nog net dat haar aanvaller een groene kleur had. Kort daarop werd ze verslonden. Antwoord: Geelgerande waterroofkever Kenmerken: Seizoen = winter, Leefgebied = water, Gedrag = steekt/bijt, Kleur = groen Uitleg: Waterroofkevers leven van waterinsecten, kikkervisjes, kleine vissen, salamanders en zelfs soortgenoten. Het zijn snelle rovers die in stilstaand water leven. Hun larven zijn nog groter en vraatzuchtiger dan de volwassen kevers! Slijmerige vreetpartij Gerard de gevlekte akkerslak kroop over de grond. Hij wilde voor het donker de overkant bereiken. Het was erg rustig in de tuin. Hoewel? Opeens zag Gerard een groen en glibberig gevaarte naderen. Nog voor hij er erg in had verdween hij in de lichtgele buik en bereikte nooit de overkant. Antwoord: Groene kikker Kenmerken: Leefgebied = grond, Seizoen = lente, Kleur = groen, Lichaam = glibberig, Kleur = geel Uitleg: Kikkers eten in feite alles dat beweegt als het maar niet te groot is. Ze eten wormen, insecten, slakken, pissebedden, enzovoort. Een prooi die stil zit, wordt niet door een kikker opgemerkt. Achtervolging zonder happy end Berry Bosmuis rende en rende zo hard als hij kon. Al minuten lang werd hij achtervolgd door een beest ter grootte van een duif. Door het hoge gras zag hij het bruine harige monster steeds dichterbij komen. Hij hoorde zijn lange staart al zwiepen. Toen voelde hij een harde beet in zijn nek en stierf. Antwoord: Hermelijn Kenmerken: Grootte = duif, Leefgebied = grond, Kleur = bruin, Lichaam = met haren, Lichaam = staart lang, Tekst bij Hermelijn = “Gedrag: Achtervolgt prooidieren en doodt ze met een beet in de nek.” Uitleg: Hermelijnen komen bijna overal voor in Nederland. Ze leven in gebieden waar genoeg dekking is van planten, zoals ruige graslanden. Hier vangen ze vooral muizen, ratten en konijnen. Soms ook vogels of vogeleieren. Hermelijnen zijn goede klimmers. Als het moet gaan ze ook zwemmend achter muizen aan. Moord op de muur Het was nacht. Henny Huismoeder zocht een plek om uit te rusten van haar lange tocht. Het was koud voor oktober. Ze koos de warme muur van een woonhuis. Henny zat nog maar net, toen ze een paar harige poten voelde. Geschrokken keek ze op en zag twee enorme kaken en een geel met oranje kop. Ze werd verlamd en leeggezogen.
Antwoord: Kruisspin Kenmerken: Seizoen = herfst, Leefgebied = tegen muur, Poten = behaard, Kop = twee kaken, Kleur = geel, Kleur = oranje, Tekst bij kruisspin: “Waar en wanneer: Volwassen dier van juli tot oktober.” Uitleg: Kruisspinnen vangen ook ’s nachts prooien. Ze maken een groot web. Een kruisspin wacht middenin het web tot er iets beweegt. Zodra een prooi de kleverige draden van het web aanraakt is de spin er razendsnel bij. Dodelijk duel Harry Putter dacht dat hij een gewoon vogeltje was, maar bleek buitengewone krachten te bezitten! Daar kwam hij achter toen hij op een dag werd gegrepen door een bruin dier ter grootte van een kat. Harry vocht als een leeuw, maar kon helaas net niet genoeg weerstand bieden tegen de haaksnavel en scherpe klauwen. Strijdend ging hij ten onder. Antwoord: Buizerd Kenmerken: Kleur = bruin, Grootte = kat, Poten = grijppoten, Kop = snavel krom Uitleg: Buizerds zijn roofvogels. Ze eten kleine zoogdieren, vogels, insecten, wormen en aas. Ze zoeken hun voedsel in allerlei gebieden zoals bossen, open plekken, weiden, akkers, langs snelwegen, in de duinen en industrieterreinen. Aansluiting kerndoelen Nederlands > Schriftelijk onderwijs 4 5 9
De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.
Oriëntatie op jezelf en de wereld > Natuur en techniek 40 Leerlingen leren in de omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 Leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Links naar interessante websites www.dierenzoeker.nl www.hetklokhuis.nl