Les: 54
Lestijd:100 min.
Lesdoelen: De leerlingen kunnen: - de juiste tijdsduur berekenen tussen twee tijdstippen, uitgedrukt in uur; - de juiste tijdsduur berekenen tussen twee tijdstippen, uitgedrukt in dagen; - dienstregelingen en tv-programmeringen interpreteren; - het begrip 'kwartaal' verklaren. Leerplandoelen VVKBaO: MR66-MR67-MR68-MR69-MR70-MR82 Beginsituatie: De leerlingen: - kennen de begrippen 'vandaag', 'morgen', 'gisteren', 'eergisteren' en 'overmorgen' en kunnen ze gebruiken in concrete situaties; - hebben al gewerkt met een jaarkalender; - kunnen vlot omgaan met digitale tijdsaanduidingen. Materiaal: - 1 laptop - jaarkalenders - werkbundel voor elke leerling - controlekaarten - spel (leeg blad – figuur van Rey – instructie) - blauwe pen – groene pen – kleurtjes
Werken aan het thema diversiteit:
VOORAF…Leren werken in groepen! (25’) SAMEN ZIJN WE SLIMMER! (Zie poster) Opdracht : teken na (complexe figuur van Rey) Werk- en organisatievorm van het groepswerk (75’) parallel groepswerk Elke leerling krijgt een taak. - bron (informatie voorlezen, zorgen dat aanwezige informatie gebruikt wordt) - planner (of tijdsbewaker: tijd in het oog houden, …) - organisator ( bewaakt dat elk groepslid meewerkt, de kans krijgt om iets te zeggen en begrijpt wat er moet gebeuren.) - Bemiddelaar: complimentjes geven, aanmoedigen van de groep. - materiaalmeester (Het materiaal halen, verdelen en terugbrengen.) (eventueel 2 tijdsbewakers/bemiddelaars per groep) Per opdracht krijgen ze 10 á 15 minuten. De leerlingen verbeteren alle opdrachten, behalve opdracht 2, zelf met behulp van een controlekaart. Vooraf wordt de rol van elke leerling toegelicht. De leerlingen weten zo wat er van hun verwacht wordt. Na ongeveer tien minuten krijgen ze een nieuwe opdracht toegewezen. Eerder klaar? De leerlingen werken aan de extra opdrachten. + Observatielijst?
Samen zijn we slimmer!
Je hebt de plicht om hulp te bieden.
Je hebt het recht om hulp te vragen.
Iedereen kan iets, niemand kan alles.
’Tijd’ werken met een jaarkalender, diensttabellen en tv-programmeringen
Mijn naam: ……………………………………………..
De andere kinderen in mijn groep: -
…………………………………………………...
-
…………………………………………………...
-
…………………………………………………...
-
…………………………………………………...
Iedereen kan iets, niemand kan alles. Je hebt het recht om hulp te vragen. Je hebt de plicht om hulp te bieden. Samen zijn we slimmer!
Dit vul je ALLEEN in Lees de zinnen en zet een kruisje in de kolom. Ja
Soms
nee
Ik werkte goed mee. Ik kreeg de kans om iets te zeggen en doen in de groep. Ik maakte veel lawaai. Ik stoorde de andere groepjes. Ik vond de opdrachten moeilijk. Ik heb mijn taakje uitgevoerd zoals gevraagd.
Dit heb ik bijgeleerd: …………………………………….……………………………………… …………………………………….……………………………………… Tijdens een volgend groepswerk zou ik graag eens … willen zijn. organisator – bemiddelaar – tijdsbewaker – materiaalmeester Omdat …………………………………………………………………… …………………………………….………………………………………
Deze vraag vul je met je groep in. Wat hebben wij als groep erg goed gedaan? Geef een voorbeeld. …………………………………….……………………………………………………… Wat liep er niet goed tijdens jullie groepswerk? …………………………………….……………………………………………………… Wat doe je een volgende keer anders? …………………………………….…………………………………………………
Opdracht 1: werken met de jaarkalender 1. Vul in: morgen, eergisteren, overmorgen, gisteren
…………………
…………………
vandaag
…………………
…………………
2. Noteer de juiste datum in het kort. Gebruik de jaarkalender. Vandaag is het:
……………………………………….
Morgen is het:
……………………………………….
Gisteren was het:
……………………………………….
Overmorgen is het:
……………………………………….
Eergisteren was het:
……………………………………….
Een week geleden was het: ………………………………………. Over een week is het:
……………………………………….
Over een maand is het:
……………………………………….
3. Waar of niet waar? Zet een kruisje in de juiste kolom.
Waar Een week geleden was het 8 november. Dan is het vandaag 15 november. Eergisteren was het 18 november. Dan is het vandaag 21 november. Vandaag is het 19 september. Een half jaar later zal het 19 augustus zijn. Het is vandaag Valentijn. Achter 7 weken is het Pasen.
4. Klaar? Neem de verbetersleutel. Verbeter met een groene pen.
Niet waar
Opdracht 2: tv-avondje 1. Surf naar : http://www.ketnet.be/ketnet/programmagids 2. A. Kies met je groep 6 programma’s die je zou willen zien.
B. Noteer de duur van elk programma. Programma?
Duur van het programma?
…………………………………………………..
…………………………………………………
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
…………………………………………………..
3. Welk programma van jullie lijst duurt het kortst?
……………………………………………..
4. Welk programma van jullie lijst duurt het langst?
……………………………………………..
5. Hoe lang kijk je tv als je alle programma’s bekijkt?
……………………………………………..
Opdracht 3: Jaarkalender 1. Lees de opdracht. Gebruik de jaarkalender. Noteer de datum in het kort. Bijvoorbeeld 11.02.’09
- Drie weken voor Sinterklaas zet ik de eerste keer mijn schoen. Dit is op …………………………… - 1 maand voor nieuwjaarsdag bestellen mama en ik pakjes. Dit is op …………………………… - 10 dagen voor de herfst begin koop ik nieuwe schoenen. Dit is op …………………………… - 2 weken nadat de winter is begonnen sneeuwt het! Dit is op …………………………… - Juf. Reinhilde (4B) verjaart op 16 januari. 27 dagen later geeft ze een pannenkoekenfeest. Dit is op ……………………………
2. Lees de opdracht. Los dan op. - Hoeveel dagen zitten er tussen Kerstmis en Nieuwjaar? ……………………… dagen. - Hoeveel dagen moet ik wachten voor het Sinterklaas is? ……………………… dagen. - Hoeveel hele weken telt de grote vakantie?
……………………… weken.
- Op 4 april is het Pasen. Schrijf de datum van Paasmaandag op 2 verschillende manieren op. 1. ……………………………………… 2. ………………………………………
3. Klaar? Neem de verbetersleutel. Verbeter met een groene pen.
Opdracht 4: Met de bus op reis… Tabel dienstregeling 1:
Tabel dienstregeling 2:
1.Ik wil van Maaseik naar Hasselt. Welke tabel van dienstregeling gebruik je: 1 of 2? Waarom? ………want………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………….
2. Schat de tijd die je nodig hebt om met de AUTO in Hasselt te geraken. Omcirkel! (De afstand Hasselt – Maaseik is ongeveer 50 km.)
+ 15 min.
+ 30 min.
+ 40 min.
+ 1 uur
+ anderhalf uur
3. Hoe heet de halte waar ik moet opstappen? ………………………………………………………………………………………………………….
4. Ik moet rond 9.00 u aan het Station in Hasselt staan. Hoe laat moet ik vertrekken in Maaseik? …………………………………………………………………………………………………………. 5. Welk ritnummer heeft mijn bus? ………………………………………………………………………………………………………….
6. Hoe laat kom ik precies aan in Hasselt station? ………………………………………………………………………………………………………….
7. Hoe lang zit ik op de bus? ………………………………………………………………………………………………………….
2. Klaar? Neem de verbetersleutel. Verbeter met een groene pen. s
Opdracht 5: Tussen, tot en met 1.Lees elke opdracht. Kleur het juiste vakje. De grote vakantie telt … dagen 60 dagen
61 dagen
62 dagen
364
365
366
18.03.2009
17.03.2009
17.02.2009
8 dagen
9 dagen
10 dagen
Sigrid Leyen (4D) is jarig op 18.01.2009. Zes dagen later geeft ze thuis een groot familiefeest. Op welke datum gaat dit feest door?
23.01.2009
24.01.2009
25.01.2009
Max Peerbooms is jarig op 7.11.2009. Zijn neefje blijft 3 dagen daar slapen. Op welke datum gaat zijn neefje terug naar huis?
8 november 2009
9 november 2009
10 november 2009
Tjorven is jarig op 19 december. Als verjaardagscadeau mag hij van 19 tot en met 22 december op reis naar Disneyland. Hoeveel dagen slaapt Tjorven niet in zijn bed?
3 dagen
4 dagen
5 dagen
Hoeveel dagen zitten er tussen de verjaardag van Sinterklaas en de verjaardag van Timo? Timo verjaart op 12.12.2009.
5 dagen
6 dagen
7 dagen
Een schikkeljaar telt … dagen
Marnik Albrechts (4A) is op 11 maart jarig. De volgende woensdag geeft hij een feestje. Op welke datum gaat zijn feestje door? Hoeveel dagen zitten er tussen de verjaardag van Megan (10.09.2009) en Salwa (19.09.2009) ?
2. Klaar? Neem de verbetersleutel. Verbeter met een groene pen.
Extra opdrachten: rekenraadsel en woordzoeker 1. Hoeveel dagen ben je oud? Reken uit. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. 2.Zoek de woorden in het rooster. januari september februari oktober maart november april december mei kalender juni tijd juli uur augustus maanden
e q n y i z f g s m b t c o v p r j v x
m g w l p o d i z k g c k h r e j n r q
h n c d w m o j g k t i g w b f e f m p
m o k e l e n t e h a s s o g g j o c v
a v v c r r u j c t s l t t r q l i h p
a e o e y m a a r t h k e o e i f f y j
n m w m q p e l n h o o m n r r v w t b
d b i b r l a i v e a s j p d u e k a e
e e n e v f h g h r u u a f g e j n g r
lente herfst zomer winter morgen gisteren vandaag
n r t r s e y n e f g z z u r d r e k b
h p e r e b v l n s u f x v i f i p o o
j j r u p r a w j t s p e t t f g k n g
q u q c t u n e a u t f t i j d y t g c
y u l k e a d z n y u g f f j r k h l y
y f l i m r a f u y s u v x u z i u p a
s q p o b i a w a i p u r n n t q o c a
j k z l e h g q r l j k t d i c p g b o
q k f u r i p a i c i d f q k e z l h p
d o x s e m s n s l b x c k a r e t o s
w v e d h t i k w f b x v c g t r w x p
Verbetersleutel opdracht 1
1. Vul in: morgen, eergisteren, overmorgen, gisteren Eergisteren
Gisteren
Vandaag
Morgen
overmorgen
2. Noteer de juiste datum in het kort. Gebruik de jaarkalender. Deze vraag verbetert de juf. of meester.
3. Waar of niet waar? Zet een kruisje in de juiste kolom.
Waar Een week geleden was het 8 november.
Niet waar
X
Dan is het vandaag 15 november. Eergisteren was het 18 november.
X
Dan is het vandaag 21 november. Vandaag is het 19 december.
X
Een half jaar later zal het 19 juli zijn. Het is vandaag Valentijn. Achter 7 weken is het Pasen.
X
Verbetersleutel opdracht 3
1. Lees de opdracht. Zoek de juiste datum. Noteer in het kort. Bijvoorbeeld 11.02.’09
- Drie weken voor Sinterklaas zet ik de eerste keer mijn schoen. Dit is op 15/11/2009 - 1 maand voor nieuwjaarsdag bestellen mama en ik pakjes. Dit is op 4/12/2009 - 10 dagen voor de herfst begin koop ik nieuwe schoenen. Dit is op 11/09/2009 - 2 weken nadat de winter is begonnen sneeuwt het! Dit is op 4/01/2010 - Juf. Reinhilde (4B) verjaart op 16 januari. 27 dagen later geeft ze een pannenkoekenfeest. Dit is op 12/02/2010
2. Lees de opdracht. Los dan op. - Hoeveel dagen zitten er tussen Kerstmis en Nieuwjaar?
6 dagen.
- Hoeveel dagen moet ik wachten voor het Sinterklaas is? Deze vraag verbetert de juf./meester. - Hoeveel hele weken telt de grote vakantie?
8 weken.
- Op 4 april is het Pasen. Schrijf de datum van Paasmaandag op 2 verschillende manieren op. 1. 5/04/2010 2. maandag 5 april 2010
Verbetersleutel opdracht 5
1.Lees elke opdracht. Kleur het juiste vakje. De grote vakantie telt … dagen 60 dagen
61 dagen
62 dagen
364
365
366
18.03.2009
17.03.2009
17.02.2009
8 dagen
9 dagen
10 dagen
Sigrid Leyen (4D) is jarig op 18.01.2009. Zes dagen later geeft ze thuis een groot familiefeest. Op welke datum gaat dit feest door?
23.01.2009
24.01.2009
25.01.2009
Max Peerbooms is jarig op 7.11.2009. Zijn neefje blijft 3 dagen daar slapen. Op welke datum gaat zijn neefje terug naar huis?
8 november 2009
9 november 2009
10 november 2009
Tjorven is jarig op 19 december. Als verjaardagscadeau mag hij van 19 tot en met 22 december op reis naar Disneyland. Hoeveel dagen slaapt Tjorven niet in zijn bed?
3 dagen
4 dagen
5 dagen
Hoeveel dagen zitten er tussen de verjaardag van Sinterklaas en de verjaardag van Timo? Timo verjaart op 12.12.2009.
5 dagen
6 dagen
7 dagen
Een schikkeljaar telt … dagen
Marnik Albrechts (4A) is op 11 maart jarig. De volgende woensdag geeft hij een feestje. Op welke datum gaat zijn feestje door? Hoeveel dagen zitten er tussen de verjaardag van Salwa (19.09.2009) en Megan (10.09.2009)?
Verbetersleutel opdracht 4
1.Ik wil van Maaseik naar Hasselt. Welke tabel van dienstregeling gebruik je: 1 of 2? Waarom? 2 want dienstregeling 1 vertelt hoe je van Hasselt tot Maaseik kunt geraken. Tabel 2 vertelt hoe je van Maaseik tot Hasselt met de bus kunt rijden.
2. Schat de tijd die je nodig hebt om met de AUTO in Hasselt te geraken. Omcirkel! (De afstand Hasselt – Maaseik is ongeveer 50 km.)
+ 15 min.
+ 30 min.
+ 40 min.
+ 1 uur
3. Hoe heet de halte waar ik moet opstappen? Maaseik Van Eycklaan.
4. Ik moet rond 9.00 u aan het Station in Hasselt staan. Hoe laat moet ik vertrekken in Maaseik? 7.44 u
5. Welk ritnummer heeft mijn bus? 106
6. Hoe laat kom ik precies aan in Hasselt station? 8.52 u
7. Hoe lang zit ik op de bus? 1 uur en 8 minuten of 68 minuten
+ anderhalf uur