KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER BRANDPREVENTIE werkzaam bij de brandweer
Status Dit kwalificatieprofiel is op 3 september 2008 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel.
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
Inleiding In dit document staan de kerntaken van de medewerker brandpreventie centraal. Voorafgaand aan de beschrijving van deze kerntaken wordt in deze inleiding aandacht besteed aan: de positie van een medewerker brandpreventie het kwalificatieprofiel Positionering medewerker brandpreventie De functie medewerker brandpreventie brengt verschillende verantwoordelijkheden met zich mee. De medewerker brandpreventie: • maakt, samen met de specialist brandpreventie en de controleur brandpreventie, onderdeel uit van het cluster brandpreventie. Hierin fungeert de specialist brandpreventie als klankbord; • beoordeelt en adviseert op het gebied van brandpreventieve voorzieningen; • houdt zich bezig met werkzaamheden op het gebied van toezicht en handhaving; • geeft voorlichting en adviseert op het gebied van brandpreventie; • signaleert preparatieve en repressieve aandachtspunten. Kern van de functie is behandeling van standaard vraagstukken. Wanneer in dit profiel over vergunningen wordt gesproken worden ook meldingen bedoeld. Kwalificatieprofiel Aan de hand van bovenstaande positionering en met medewerking van experts op het gebied van brandpreventie, is dit kwalificatieprofiel ontwikkeld. Het kwalificatieprofiel dient als uitgangspunt voor het ontwikkelen van de proeve(n) van bekwaamheid en het onderwijs. Voor het niveau van het onderwijs wordt verwezen naar het Landelijk functiehuis brandweer. Binnen het kwalificatieprofiel zijn voor de medewerker brandpreventie vier kerntaken gedefinieerd. Deze kerntaken gelden voor iedere medewerker brandpreventie.
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
1
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
Kerntaken De medewerker brandpreventie vervult vier kerntaken. In principe heeft iedere medewerker brandpreventie met deze kerntaken te maken. Kerntaak 1: Adviseren bij standaard en niet -complexe plantoetsing De medewerker brandpreventie adviseert bij standaard1 bouwvergunningen en niet- complexe milieuvergunningen en meldingen. Daarnaast behandelt hij vergunningen op basis van de APV en BBV in het kader van brandveilig gebruik. Adviseren bij en behandelen van gebruiksmeldingen en gebruiksvergunningen op basis van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken behoren ook tot de werkzaamheden. Kerntaak 2: Uitvoeren van inspecties brandpreventie De medewerker brandpreventie voert (integrale brandveiligheids-) inspecties uit en rapporteert hierover. Kerntaak 3: Onderhouden van netwerken en relevante in- en externe contacten De medewerker brandpreventie onderhoudt contacten met alle partners die van belang zijn voor het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Kerntaak 4: Geven van voorlichting over brandpreventie De medewerker brandpreventie geeft voorlichting over zijn werkzaamheden aan diverse doelgroepen, zorgt voor informatieoverdracht aan de repressieve dienst en werkt mee aan voorlichtingscampagnes. Op de volgende pagina’s gaan we op elk van deze kerntaken nader in.
1
Een definitie van ‘standaard’ is niet conform een landelijke norm beschikbaar. Standaard betekent in ieder geval binnen de kaders van het Bouwbesluit 2003 m.u.v. de gelijkwaardigheid. De nadere invulling van het begrip standaard zal binnen de organisatie, waar de medewerker brandpreventie werkzaam is, nader worden bepaald.
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
2
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
Kerntaak 1: Adviseren bij standaard en niet-complexe plantoetsing Werkzaamheden
Bouw- en milieuvergunningen en meldingen • neemt deel aan vooroverleg met internen (collega’s) en externen (o.a. afdeling Bouwtoezicht, afdeling Milieu en aanvrager c.q. diens gemachtigde) • toetst het onderdeel brandveiligheid van de aanvraag op ontvankelijkheid • toetst standaardvergunningen (waarbij geen gelijkwaardigheid is toegepast) en stelt (bij milieuvergunningen en meldingen) indien nodig aanvullende eisen en/of voorwaarden op met betrekking tot: - bouwkundige voorzieningen - installatietechnische voorzieningen (goedkeuring PvE e.d.(ook voor bouwplantoetsing)) • stelt een schriftelijk advies op voor de vergunning verlenende afdelingen Vergunningen op basis van APV2 en BBV3 in het kader van het brandveilig gebruik • neemt deel aan vooroverleg met internen (collega’s) en externen (o.a. afdeling Bouwtoezicht, afdeling Milieu en aanvrager c.q. diens gemachtigde) • beoordeelt het onderdeel brandveiligheid van de aanvraag op ontvankelijkheid • beoordeelt de aanvraag inhoudelijk en stelt indien nodig aanvullende eisen en voorwaarden op • toetst het object aan de hand van tekeningen, eventueel ter plaatse; • stelt een schriftelijk advies op voor de vergunning verlenende afdelingen
Beoordelingscriteria
2 3
Gebruiksmeldingen en gebruiksvergunningen op basis van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken • neemt indien nodig deel aan vooroverleg met internen (collega’s) en externen (o.a. afdeling Bouwtoezicht, afdeling Milieu en aanvrager c.q. diens gemachtigde) • beoordeelt de melding of de aanvraag gebruiksvergunning en stelt eventueel nadere voorwaarden • beoordeelt de organisatorische voorzieningen (bijv. ontruimingsplan) • toetst het object aan de hand van tekeningen, eventueel ter plaatse • stelt een schriftelijk advies op voor de vergunning verlenende afdelingen • past de regelgeving en de achtergronden correct toe • is in staat om tijdig een helder, compleet en inhoudelijk goed
Algemene Plaatselijke Verordening Brandbeveiligingsverordening
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
3
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
•
• •
Keuzes en dilemma’s
• • • •
• •
•
schriftelijk advies voor de milieuvergunning of voor de bouwaanvraag op te stellen. Inhoudelijke kwaliteit wil zeggen dat het advies: - voldoet aan de regelgeving en achtergronden hiervan - (t.a.v. de milieuvergunning) handhaafbaar is - realistisch is heeft overtuigingskracht d.w.z. dat hij zijn advies krachtig naar voren kan brengen zodat anderen ervoor gewonnen worden weegt de belangen van betrokkenen bereikt de doelen van het (voor)overleg: voor de andere partij is duidelijk wat er van hem verwacht wordt en wat hij terug kan verwachten kan tekeningen lezen heeft basiskennis op het gebied van installatietechniek heeft een professionele beroepshouding vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid moet de medewerker brandpreventie de grenzen van zijn kennis en kunde kennen en weten wanneer hij een hoger niveau moet inschakelen de medewerker brandpreventie moet zich bewust zijn van de impact van zijn eisen voor de aanvrager. de medewerker brandpreventie moet kunnen inschatten wanneer het (voor)overleg wordt gebruikt om het vergunningsproces goed te laten verlopen en wanneer er oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van zijn expertise de medewerker brandpreventie handelt in de geest van de eed/integriteitsverklaring in geval van omkoping, intimidatie, agressie of bekendheid met de persoon/de situatie (belangenverstrengeling)
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
4
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
Kerntaak 2: Uitvoeren van inspecties brandpreventie Werkzaamheden
Beoordelingscriteria
Keuzes en dilemma’s
• neemt dossier door, en vult het aan waar nodig • voert op locatie een (integrale brandveiligheids-)inspectie uit (aan de hand van een checklist): tijdens de bouw, periodiek tijdens het gebruik en n.a.v. klachten • geeft bij een inspectie, in samenwerking met andere inspectie-instellingen, op onderdelen een (schriftelijk) oordeel aan de vergunningverlener • neemt passende maatregelen bij direct levensbedreigende situaties; • stelt inspectie-/controlerapport op voor de eigen organisatie (dossiervorming) • voert (zo nodig) herinspectie uit • signaleert repressieve aandachtspunten en communiceert deze met de betreffende afdeling • is in staat om tijdig een helder, compleet en inhoudelijk goed inspectierapport op te stellen. Inhoudelijke kwaliteit wil zeggen dat duidelijk is: - wat geïnspecteerd is en met welk doel - welke criteria daarbij gehanteerd zijn - wat de bevindingen zijn - welke eventuele vervolgactiviteiten voortvloeien uit de bevindingen • is in staat om te bepalen of repressief (veilig) optreden mogelijk is • houdt rekening met het gedrag van constructies en materialen bij brand • voert de inspectie correct uit: de inspectielijst is volledig en afgewerkt • gaat respectvol om met gebruikers van het te inspecteren object heeft overtuigingskracht in woord en geschrift is communicatief vaardig zowel mondeling als schriftelijk heeft een professionele beroepshouding • vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid moet de medewerker brandpreventie de grenzen van zijn kennis en kunde kennen en weten wanneer hij een hoger niveau moet inschakelen • de medewerker brandpreventie handelt in de geest van de eed/integriteitsverklaring in geval van omkoping, intimidatie, agressie of bekendheid met de persoon/de situatie (belangenverstrengeling) • de medewerker brandpreventie moet afwegen waar de ruimte zit tussen de regelgeving en de impact van zijn inspectie voor de gebruiker • de medewerker brandpreventie moet afwegen wanneer sprake is van een direct levensbedreigende situatie en wanneer niet • de medewerker brandpreventie maakt een afweging tussen redelijkheid en de exact juiste uitvoering van de regelgeving
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
5
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
(waar legt hij de grens als het gaat om maatregelen en voorzieningen m.b.t. brandveiligheid. Wat te doen als de uitvoering niet overeenkomt met de vergunning (melding))
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
6
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
Kerntaak 3: Onderhouden van netwerken en relevante in- en externe contacten Werkzaamheden
Beoordelingscriteria
Keuzes en dilemma’s
• draagt informatie over aan collega’s van o.a. de afdelingen Proactie, Preparatie en Repressie en de gemeentelijke afdelingen • beoordeelt preventieve informatie op aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten • onderhoudt contacten met private relaties en publieke (vergunnings-) partners • neemt deel aan overlegvormen binnen de eigen organisatie • neemt deel aan project- en werkgroepen • gebruikt zijn netwerk op het moment dat hij het nodig heeft • weet waar en bij wie hij welke kennis kan halen • heeft basiskennis van die preparatieve en repressieve activiteiten van de brandweer, die van belang zijn voor zijn vakgebied • heeft een professionele beroepshouding • de medewerker brandpreventie moet balans vinden tussen zijn rol als vertegenwoordiger van een organisatie en zijn persoonlijke mening over bepaalde zaken (die af kan wijken van wat in de organisatie gangbaar is) • de medewerker brandpreventie moet zakelijk zijn d.i. gevoel en verstand goed gescheiden houden • de medewerker brandpreventie moet de juiste toon aanslaan ten opzichte van gesprekspartner(s) • de medewerker brandpreventie moet een afweging kunnen maken tussen zich kwetsbaar opstellen en eerlijk zijn of verbloemen niet alles te weten (Bijvoorbeeld: durft hij een vraag te stellen met het risico dat anderen zijn expertise of de expertise van zijn organisatie in twijfel trekken)
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
7
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
Kerntaak 4: Geven van voorlichting over brandpreventie Werkzaamheden
Beoordelingscriteria
Keuzes en dilemma’s
• geeft voorlichting m.b.t. brandveiligheidsaspecten: - aan klanten over vergunningen en ontruimingsplannen - aan betrokkenen na een incident - aan doelgroepen (zorginstellingen, horeca, scholen etc.) - aan (in)directe collega's binnen de brandweer • heeft informatieoverdracht over brandpreventieve zaken t.b.v. de repressieve dienst • werkt mee aan voorlichtingscampagnes • is in staat informatie te geven die doel- en doelgroepgericht is • is in staat de informatie over te dragen overeenkomstig de voorwaarde van een goede presentatie • heeft het analytisch vermogen om tot een keuze te komen • heeft een professionele beroepshouding • de medewerker brandpreventie moet in kunnen schatten wanneer het geven van informatie voorlichting is en wanneer het gratis advies is • de medewerker brandpreventie moet balans vinden tussen ‘brengen en halen’(er nu tijd en geld aan besteden terwijl de voorlichting later tijdswinst op kan opleveren) • de medewerker brandpreventie moet af kunnen wegen op welke verzoeken om voorlichting hij wel ingaat en op welke verzoeken niet
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
8
KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BRANDPREVENTIE
Bijlage I Aan de totstandkoming van dit kwalificatieprofiel is bijgedragen door:
Ontwikkelgroep Dhr. H. Jongen
Senior beleidsmedewerker
Hulpverlening Gelderland Midden
preventie Dhr. M. Poth
Teamhoofd bouwen buitendienst
Brandweer Den Haag
Dhr. W. Paridaans
Adviseur preventie
Veiligheidsregio Zuidoost Brabant
Dhr. M. Troost
Beleidsmedewerker
Regionale brandweer Zuid-Holland-
proactie/preventie
Zuid
Hoofd preventie
Veiligheidsregio Rotterdam
Dhr. G. Den Boer
Rijnmond Nbbe Dhr. M.J. Leune
Beleidsmedewerker
Mevr. A. de Graaf
Beleidsmedewerker
Nifv Dhr. H. Veltkamp
Vakgroepdecaan
Mevr. H. Vleems
Onderwijskundige
Mevr. J. Titzing
Onderwijskundige
Dhr. J. Weges
Onderzoek/adviseur
NVBR Dhr. J. Van Kimmenade
Senior Adviseur
Kwalificatieprofiel Medewerker brandpreventie, vastgesteld in dpg3 d.d. 03-09-08
9