KPN Mobiel Internet Router 850 Gebruikershandleiding
Veiligheidsmaatregelen Lees deze veiligheidsmaatregelen zorgvuldig door om correct en veilig gebruik van het draadloze apparaat te garan deren. Raadpleeg het hoofdstuk 14 “Waarschuwingen en Voorzorgsmaatregelen” voor gedetailleerde informatie.
Schakel het apparaat niet in als gebruik van het apparaat niet is toegestaan of als het apparaat interferentie of gevaarlijke situaties kan veroorzaken. Gebruik het apparaat niet als u een auto bestuurt.
Volg de regelingen en regels in ziekenhuizen en zorginstellingen op. Schakel het apparaat uit als u zich dicht bij medische apparatuur bevindt. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen. Het apparaat kan interferentie voor de besturingssignalen van vliegtuigen veroorzaken. Schakel het apparaat uit als u zich dicht bij elektronische apparaten met hoge precisie bevindt. Het apparaat kan de prestaties van deze apparaten beïnvloeden. Probeer het draadloze apparaat of de bijbehorende accessoires niet te demonteren. Alleen gekwalificeerd personeel mag onderhoud verrichten aan het apparaat en het apparaat repareren. Plaats het apparaat en de bijbehorende accessoires niet in containers met een sterk elektromagnetisch veld. Plaats geen magnetische opslagmedia in de buurt van het apparaat. De gegevens op deze media kunnen worden gewist door de straling van het apparaat. Plaats het apparaat niet in omgevingen met hoge temperaturen en gebruik het niet op locaties met ontvlambare gassen, zoals een benzinestation. Houd het apparaat en de bijbehorende accessoires uit de buurt van kinderen. Laat kinderen het apparaat niet gebruiken zonder begeleiding. Gebruik alleen goedgekeurde accessoires om ontploffingsgevaar te vermijden.
Houd u aan de wetten en regelgevingen met betrekking tot apparaatgebruik. Respecteer andermans privacy en wettelijke rechten tijdens het gebruik van het apparaat.
Inhoudsopgave Inleiding
7
1. De configuratiepagina van de Mobiel Internet Router 850 gebruiken
8
Aanmelden bij de beheerpagina
8
Beschrijving van de beheerpagina
9
Bewerkingsfuncties Gateway-status
9 10
De wizard Snelle instelling gebruiken
11
Verbinding maken met internet
11
De PIN-code valideren
12
De configuratie-informatie voor de MIR850 bekijken
12
2. De Mobiel Internet Router 850 (MIR850) snel configureren
13
PPP-profielinstellingen configureren
13
De PPP-verbindingsmodus selecteren
14
De WLAN-instellingen configureren
14
De WLAN-versleutelingsmodus configureren
15
Snelle instelling valideren
16
3. De computer configureren Configuratie van draadloze verbinding
17 17
Configuratievereisten
17
De draadloze netwerkverbinding configureren
17
Het pc-netwerk configureren
18
De netwerkverbinding configureren
18
Proxy-instellingen uitschakelen
19
4. Beschrijving van de geavanceerde instellingen
20
5. Het systeem beheren
22
Het wachtwoord aanpassen 22 Een upgrade uitvoeren voor de MIR850 22 Fabrieksinstellingen herstellen 23 Het apparaat opnieuw opstarten 23 De versie-informatie bekijken 23
6. (U)SIM-kaart instellingen configureren
24
De PIN-code in- en uitschakelen 24
De PIN-codeblokkering opheffen 25 De PIN-code aanpassen 25 De PIN-code Automatische validatie 25
7. Instellingen voor het mobiele netwerk configureren
26
De voorkeursmodus en -band kiezen 26 De modus voor het zoeken van netwerken configureren 27
8. Inbel-instellingen configureren
28
PPP-instellingen configureren 29 De profielenlijst beheren 29 Beschrijving van interface 30 Een profiel maken 30 Een profiel aanpassen 30 Een profiel verwijderen 31
9. DHCP-instellingen
32
10. Het WiFi deel (WLAN) instellen
33
Het WLAN in- en uitschakelen 33 Basisinstellingen voor WLAN 33 Geavanceerde instellingen voor WLAN 35 Het MAC-filter configureren 35 WLAN Bruggen 36
11. Beveiligings-instellingen
37
Firewall-switch 37 MAC-filter voor LAN 38 IP-filter voor LAN 38 Een IP-adres toevoegen 38 Een IP-adres aanpassen 39 Een IP-adres verwijderen 39 Een IP-filter inschakelen 39 Virtuele server 39 Een virtuele server toevoegen 39 Een virtuele server aanpassen
39
Een virtuele server verwijderen
39
Een virtuele server inschakelen
40
DMZ-service
40
UPnP-instellingen
40
Extern webbeheer
40
12. Voorbeeld van een Standaard Netwerk met uw MIR850
41
13. Problemen oplossen
42
Er kan geen internetverbinding tot stand worden gebracht met een computer in het LAN (via een netwerk-kabel).
42
Er kan geen WLAN-verbinding tot stand worden gebracht voor een computer in het WLAN (via WiFi).
42
Wat kan ik doen als ik het IP-adres van de LAN-interface ben vergeten?
42
Wat kan ik doen als er geen brug kan worden gevormd tussen twee Gateway’s?
43
Wat kan ik doen als de signaalsterkte normaal is, maar de downloadsnelheid veel lager ligt
43
14. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen Elektronisch apparaat
45
Ziekenhuizen
45
Verkeersveiligheid
45
Opslagomgeving
45
Veiligheid van kinderen
46
Werkomgeving
46
Goedkeurings-eisen
46
Schoonmaak en onderhoud
47
15. Afkortingen
45
48
Inleiding De KPN Mobiel Internet Router 850 (MIR850) is een technisch hoogwaardige Internet Router (Gateway) waarmee u overal (waar mobiele netwerk dekking van is) mobiel kunt werken op het Internet. In de MIR850 wordt een (U)SIM-kaart geplaatst, en daarna maakt het apparaat verbinding met een mobiel netwerk. In Nederland is dat het netwerk van KPN. Op deze MIR850 kunt u dan met meerdere personen tegelijk werken, met maximaal 4 computers aangesloten via een netwerkkabel, en daarnaast nog meerdere gebruikers die via WiFi zijn aangemeld. Afhankelijk van de plaats waar de MIR850 wordt opgesteld en de beschikbaarheid (dekking) van het netwerk aldaar, kunnen theoretisch de volgende Internet-snelheden gehaald worden: Let op: Niet elke netwerk-operator ondersteunt (nog) de maximale snelheden. Raadpleeg uw netwerk-operator voor meer details.
Belangrijk: Onderstaande waarden zijn maximaal haalbare snelheden van de MIR850 totaal. Dit betekent, dat als u met meerdere personen tegelijk aan de MIR850 verbonden bent en tegelijk werkt (bijv. Internet browsing en Email zenden/ontvangen) dat u deze snelheden met elkaar zult delen, en de afzonderlijke gebruikers elk een lagere snelheid zullen ervaren!
Max. download
Max. download
Max. upload
Max. upload
Type netwerk
(theoretisch)
(praktisch)
(theoretisch)
(praktisch)
GPRS
54 kbps
50 kbps
54 kbps
50 kbps
EDGE
236 kbps
200 kbps
236 kbps
200 kbps
UMTS
384 kbps
370 kbps
384 kbps
370 kbps
HSDPA
7,2 Mbps
6 Mbps
384 kbps
370 kbps
HSUPA
7,2 Mbps
6 Mbps
2 Mbps
1,5 Mbps
Tenslotte kunt u op de analoge telefoonpoort nog een standaard analoge telefoon aansluiten, waarmee gewone telefoongesprekken gemaakt en ontvangen kunnen worden.
1. De configuratiepagina van de Mobiel Internet Router 850 gebruiken De ondersteunde functies en de daadwerkelijke vormgeving zijn afhankelijk van het aange schafte product. De afbeeldingen zijn alleen ter illustratie bedoeld. Raadpleeg het product voor de daadwerkelijke vormgeving. Raadpleeg uw verkooppunt voor meer informatie over het geselecteerde product.
Aanmelden bij de beheerpagina 1. Sluit uw computer via een netwerk-kabel aan op de Mobiel Internet Router 850 (MIR850) 2. Start Internet Explorer en voer het adres http://192.168.1.1 in op de adresbalk. 3. Selecteer het Gebruikerstype, voer het Wachtwoord in en klik op “Aanmelden”. • Beheerder: Is gemachtigd om de configuraties te bekijken en aan te passen. Het standaard wachtwoord is admin. • Gebruiker: Is alleen gemachtigd om de basisinformatie te bekijken. Het standaard wachtwoord is user.
Er kan slechts één gebruiker tegelijk zijn aangemeld op de pagina voor gateway-beheer om configuratieconflicten te voorkomen.
Beschrijving van de beheerpagina De ondersteunde functies en weergegeven interfaces zijn afhankelijk van de gebruikte terminal. Raadpleeg uw verkooppunt voor meer informatie.
• Navigatiegebied voor bewerkingen: Hier vindt u de belangrijkste functies van de beheerconsole. • Gebied voor gebruikersbewerkingen: Hier vindt u informatie over configuraties, gegevens en Help, en het gebied met functiebewerkingen van de MIR850. Het venster met gebruikersbewerkingen verschilt voor verschillende functiebewerkingen. • Gebied met statusweergave: Hier vindt u een real-time weergave van de netwerkmodus, PPP-inbelstatus, netwerksignaalsterkte en SIM-kaartstatus.
Bewerkingsfuncties In de volgende tabel vindt u de hoofdbewerkingen op de beheerpagina van de MIR850.
Item
Beschrijving
Basisstatus
Hier wordt de configuratiestatus voor parameters van de MIR850 weer gegeven. Raadpleeg De configuratie-informatie voor de MIR850 bekijken voor meer informatie.
Snelle instelling
Hiermee kunt u de MIR850 snel configureren. Raadpleeg hoofdstuk 2 “De Mobiel Internet Router 850 (MIR850) snel configureren” voor meer informatie.
Verbinding
Hier worden de verbindingsstatus van het netwerk en verbindingen met het netwerk weergegeven. Raadpleeg “Verbinding maken met internet” voor meer informatie.
Geavanceerde
Hiermee kunt u de geavanceerde instellingen van de MIR850 configureren,
instellingen
waaronder de volgende instellingen: Systeem, SIM-kaart, UMTS, inbellen, DHCP en WLAN. Raadpleeg hoofdstuk 4 “Beschrijving van de geavanceerde instellingen” voor meer informatie.
Beveiliging
Hiermee kunt u de beveiligingsinstellingen van de MIR850 configureren. Raadpleeg hoofdstuk 11 “Beveiligings-instellingen” voor meer informatie.
Afmelden
Hiermee kunt u zich afmelden bij de MIR850-pagina
Gateway-status In de volgende tabel vindt u statusinformatie voor de MIR850.
Item SIM/USIM
Beschrijving
De SIM-kaart is geldig.
De SIM-kaart is niet geplaatst of ongeldig.
Internet
De PPP-inbelverbinding is tot stand gebracht.
HSDPA/UMTS
Er is verbinding met het HSDPA/UMTS-netwerk.
De PPP-inbelverbinding is niet tot stand gebracht.
Het HSDPA/UMTS-netwerk is niet beschikbaar.
Als de MIR850 is geregistreerd met andere netwerkmodi, wordt de overeenkomende netwerkverbindingsstatus weergegeven. SIG
De signaalsterkte (van zwak tot sterk) wordt als volgt weergegeven:
De wizard Snelle instelling gebruiken Met de wizard Snelle instelling wordt u geholpen de belangrijkste instellingen van de MIR850 te configureren. Als u de pagina voor MIR850-configuratie voor het eerst gebruikt, wordt na aanmelding standaard de pagina met de wizard Snelle instelling weergegeven. U kunt de basisparameters snel configureren door de aanwijzingen op te volgen. Raadpleeg hoofdstuk 2 “De Mobiel Internet Router 850 (MIR850) snel configureren” voor meer informatie.
Verbinding maken met internet De pagina Verbindingsstatus openen • Klik op Verbinding om de pagina te openen. • Nadat u zich opnieuw hebt aangemeld op de beheerpagina, kunt u de pagina Verbindingsstatus automatisch openen.
Verbinding maken met internet 1. Als de PIN-codebeveiliging is ingeschakeld, wordt u gevraagd de PIN-code te valideren. Raadpleeg De PIN-code valideren voor meer informatie. 2. Als PPP-verbinding is ingesteld op Automatisch of Op aanvraag, moet u de pagina vernieuwen om de huidige netwerkverbindingsstatus te bekijken. 3. Als PPP-verbinding is ingesteld op Handmatig, klikt u op
of
om
de verbinding met het netwerk tot stand te brengen of te verbreken.
4. Wacht enkele minuten. Als er wordt gemeld dat de verbinding tot stand is gebracht, kunt u Internet Explorer starten en het adres van de website invoeren om toegang te krijgen tot internet.
De PIN-code valideren Als de PIN-code beveiliging is ingeschakeld, wordt u gevraagd de PIN-code te valideren als u de MIR850 opnieuw opstart en u aanmeldt op de beheerpagina. 1. Voer de juiste PIN-code in en klik op
.
• De PIN-code van een nieuwe (U)SIM-kaart is standaard ingesteld op 0000. • Als u drie keer achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de PIN vergrendeld. Raadpleeg De PIN-code blokkering opheffen voor meer informatie. • Als de PIN-validatie mislukt, kunt u de netwerkfuncties niet gebruiken. • Als het selectievakje PIN-code opslaan is ingeschakeld, Automatische validatie van PINcodes is ingeschakeld. • Als automatische validatie van PIN-codes is ingeschakeld, wordt de PIN-code vastgelegd en automatisch gevalideerd na elke keer dat er opnieuw is opgestart.
2. Als de PIN-code is gevalideerd, klikt u op
om de pagina voor netwerkverbindingen te openen.
De configuratie-informatie voor de MIR850 bekijken Op de configuratiepagina van de MIR850 kunt u de netwerkverbindingsstatus en de huidige configuratieinformatie voor de parameters van de MIR850 bekijken. Onder de netwerkverbindingsstatus vindt u de items WAN, LAN en WLAN. 1. Klik op Basisstatus in het navigatiegebied voor bewerkingen. 2. Klik op Geavanceerd aan de rechterzijde van de pagina om de MIR850-status te bekijken. 3. Klik op
om de huidige MIR850-status te bekijken op de geavanceerde statuspagina.
2. De Mobiel Internet Router 850 (MIR850) snel configureren Belangrijk: Alle relevante verbindings-instellingen om uw MIR850 direct te kunnen gebruiken zijn al door KPN bij aflevering in uw MIR850 voor-geprogrammeerd. Hiermee maakt het apparaat direct verbinding met het Mobiele netwerk én met het Internet.
U kunt de wizard Snelle instelling gebruiken om de basisparameters van de MIR850 te configureren en onder houden. Klik op Snelle instelling in het navigatiegebied voor bewerkingen om de welkomstpagina te openen. Klik op
om de pagina voor PPP-profielinstellingen te openen met behulp van de paginaprompts.
PPP-profielinstellingen configureren • Profielnaam: Voer de profielnaam in als het tekstvak leeg is. • Inbelnummer/PPP-gebruikersnaam/PPP-wachtwoord: Voer voor deze drie parameters de gegevens in die u hebt ontvangen van de ISP (Internet Service Provider). Het inbelnummer wordt gebruikt om de netwerkoproep te starten. De PPP-gebruikersnaam en het PPP-wachtwoord worden gebruikt om de servicemachtiging te verkrijgen die door de ISP wordt geleverd. • APN/IP-adres: Selecteer de modus voor het ophalen van de APN of het IP-adres. Als de netwerk-operator de relevante parameters heeft geleverd, selecteert u Statisch en voert u de APN en het IP-adres in. Als dit niet het geval is, moet u Dynamisch selecteren. De parameters worden dan automatisch opgehaald in de MIR850.
De reeds voorgeprogrammeerde gegevens vanuit KPN zijn:
Profielnaam
KPN Internet
Inbelnummer
*99#
PPP Gebruikersnaam
, wordt niet gebruikt
PPP Wachtwoord
, wordt niet gebruikt
APN (Statisch)
fastinternet
IP-adres
Dynamisch
De PPP-verbindingsmodus selecteren PPP-verbinding: Dit item wordt gebruikt om de modus voor inbeltoegang te selecteren. • Automatisch: Nadat de MIR850 is ingeschakeld, wordt er automatisch verbinding gemaakt met internet. De verbinding wordt niet verbroken, ongeacht of er wel of geen gegevensoverdracht is. • Op aanvraag: Er wordt automatisch verbinding gemaakt met internet als er gegevensoverdracht plaatsvindt. Als er langer geen gegevensoverdracht plaatsvindt dan de waarde die is opgegeven in maximale inactieve tijd, wordt de verbinding automatisch verbroken. • Handmatig: Handmatig inbellen. Raadpleeg Verbinding maken met internet voor meer informatie. • PPP-verificatie: De service wordt geleverd door uw ISP (Internet Service Provider). Raadpleeg uw ISP voor meer informatie. [Voor KPN is deze instelling niet relevant]
De WLAN-instellingen configureren Naam (SSID): Voer een naam in voor uw WLAN. De SSID (service set identifier) wordt gebruikt om een WLAN te identificeren. Er kan alleen normale gegevens communicatie plaatsvinden tussen een draadloze terminal (zoals een pc) en de draadloze MIR850 als deze dezelfde SSID hebben. Voor een optimale WLAN-beveiliging moet u ervoor zorgen dat u niet de standaard-SSID gebruikt. U kunt een tekenreeks invoeren als SSID, bijvoorbeeld MyHome. Opmerking: Vanuit KPN is reeds een SSID voor-gedefinieerd: “KPN MIR850 xxxx”, waarbij xxxx een uniek volgnummer is.
SSID Broadcast: Hiermee kunt u de verzending van de SSID in- en uitschakelen. • Ingeschakeld: De SSID van het WLAN wordt uitgezonden door de MIR850. Gebruikers kunnen eenvoudig toegang krijgen tot het WLAN. Omdat de SSID wordt verzonden, kunnen niet-geautoriseerde gebruikers echter ook eenvoudig toegang krijgen tot het WLAN. • Uitgeschakeld: De SSID van het WLAN wordt niet uitgezonden door de MIR850. Gebruikers moeten de SSID van het WLAN ophalen voordat ze toegang kunnen krijgen tot het WLAN. De WLAN-beveiliging wordt hiermee verbeterd.
Voor het gemak van de client die toegang tot het WLAN probeert te krijgen, kunt u Inge schakeld selecteren voor SSID Broadcast als u de WLAN-instellingen configureert. Zodra u het WLAN hebt ingesteld, kunt u de verzending van de SSID uitschakelen om de beveiliging van het WLAN te verbeteren.
De WLAN-versleutelingsmodus configureren Als u toegang wilt krijgen tot het draadloze netwerk, moet de beveiligingssleutel voor draadloze netwerken van de pc overeenkomen met de sleutel van de draadloze MIR850. Opmerking: Vanuit KPN is reeds “WPA”-versleuteling voor-gedefinieerd, met een willekeurig gegenereerd unieke WPA-key. Deze staat geprint op een aparte sticker onder op de MIR850.
Geen versleuteling Voor het gemak van de client die toegang tot het WLAN probeert te krijgen, kunt u Versleutelingsmodus instellen op GEEN VERSLEUTELING als u een WLAN instelt. Deze optie wordt echter niet aanbevolen voor dagelijks gebruik, omdat het WLAN dan minder goed is beveiligd.
WPA-PSK/WPA2-PSK • WPA-PSK is een 256-bits methode voor gegevensversleuteling waarmee de sleutel automatisch kan worden gewijzigd. • WPA2-PSK is een beter beveiligde versie van WPA-PSK. Deze methode biedt ondersteuning voor de IEEE 802.11-standaard. • WPA-versleutelingsalgoritme: TKIP, AES, TKIP+AES. • WPA PSK: U kunt als sleutel een hexadecimale waarde van 64 tekens of een ASCII-waarde van 8-63 tekens invoeren. ASCII-waarden kunnen alle tekens bevatten die kunnen worden ingevoerd met een pc-toetsenbord. Hexadecimale waarden kunnen de getallen 0 tot 9 en de tekens A tot F bevatten. U kunt bijvoorbeeld de ASCII-waarde 1234abcde als sleutel invoeren.
• Rotatie-interval voor netwerksleutel: Dit interval wordt gebruikt om in te stellen na hoeveel tijd een netwerksleutel dynamisch wordt gewijzigd. De standaardwaarde is 0. Als u deze functie wilt uitschakelen, kunt u de waarde instellen op 0.
WEP Wireless Equivalent Privacy, een 64-bits of 128-bits methode voor gegevensversleuteling. De 128-bits WEP-versleuteling biedt een hoger beveiligingsniveau. Netwerksleutel 1: U kunt 5 ASCII-tekens of een hexadecimaal getal van 10 tekens invoeren om een 64-bits sleutel te maken. U kunt ook 13 ASCII-tekens of een hexadecimaal getal van 26 tekens invoeren om een 128-bits sleutel te maken.
Snelle instelling valideren Op de laatste pagina van de wizard vindt u alle instellingen die u hebt geconfigureerd. • Als u de instellingen wilt accepteren, klikt u op • Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op • Klik op
om de instelling af te sluiten.
om de informatie te verzenden. om terug te gaan.
3. De computer configureren In dit onderdeel wordt het besturingssysteem Windows XP als voorbeeld gebruikt om te beschrijven hoe u de computer moet configureren. Voor andere besturingssystemen kan de configuratie verschillen. U moet de instellingen dus configureren aan de hand van de toepasselijke situatie. Sommige scherm-voorbeelden zijn in het Engels afgedrukt.
Configuratie van draadloze verbinding Met de configuratie van de draadloze verbinding zorgt u ervoor dat de pc kan worden verbonden met de MIR850 via het draadloze netwerk. Als u alleen een ethernet-verbinding nodig hebt om de pc te verbinden, hoeft u deze instellingen niet te configureren.
Configuratievereisten • Als u een draadloze netwerkverbinding wilt instellen, moet de pc zijn voorzien van een WLAN-adapter die ondersteuning biedt voor het IEEE 802.11 b/g-protocol. • Als de versleutelingsfunctie is ingeschakeld, moet u ervoor zorgen dat voor alle pc’s die met de MIR850 worden verbonden, dezelfde sleutel wordt gebruikt voor de MIR850. • Raadpleeg de handleiding die is geleverd door de fabrikant van de WLAN-adapter voor meer informatie over het gebruik van de adapter. • Raadpleeg De WLAN-versleutelingsmodus configureren voor de configuratie van de versleuteling. • Raadpleeg De WLAN-instellingen configureren voor de configuratie van SSID-parameters.
De draadloze netwerkverbinding configureren 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen > Draadloze netwerkverbinding. 2. Klik op Draadloze netwerken weergeven om een lijst met draadloze netwerkverbindingen weer te geven. 3. Selecteer de netwerkverbinding waarvan de SSID overeenkomt met die in de webconfiguratie van de MIR850 en klik op
.
4. Als de versleutelingsparameters zijn ingesteld voor de MIR850, wordt het dialoogvenster Draadloze netwerk verbinding weergegeven. Er wordt gevraagd de netwerksleutel in te voeren en deze te bevestigen. De ingevoerde waarde moet overeenkomen met de waarde voor WPA PSK of Netwerksleutel die u hebt opgegeven voor de MIR850.
5. Wacht enkele minuten nadat u de juiste netwerksleutel hebt ingevoerd. Het pictogram voor draadloze netwerkverbindingen wordt in het systeemvak rechts onderaan in het scherm weergegeven. Er wordt vervolgens automatisch verbinding gemaakt tussen de pc en de MIR850.
Het pc-netwerk configureren De aanbevolen configuratie-instellingen voor de MIR850 zijn als volgt: • Automatisch een IP-adres laten toewijzen. • Schakel Een proxyserver voor het LAN-netwerk gebruiken uit.
De netwerkverbinding configureren 1. Selecteer Mijn netwerklocaties > Eigenschappen > LAN-verbinding. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram LAN-verbinding en selecteer Eigenschappen in het contextmenu.
3. Selecteer in het dialoogvenster Eigenschappen voor LAN-verbinding het onderdeel Internet-protocol (TCP/IP) in de keuzelijst Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig en klik op Eigenschappen.
4. Selecteer Automatisch een IP-adres laten toewijzen en Automatisch een DNS-serveradres laten toewijzen in het dialoogvenster Eigenschappen voor Internet-protocol (TCP/IP) en klik op OK.
Proxy-instellingen uitschakelen 1. Start Internet Explorer en selecteer Extra > Internetopties. 2. Selecteer het tabblad Verbindingen en klik op LAN-instellingen. 3. Schakel in het dialoogvenster LAN-instellingen de optie Een proxyserver voor het LAN-netwerk gebruiken uit.
4. Beschrijving van de geavanceerde instellingen Op de pagina Geavanceerde instellingen kunt u de basiskenmerken en geavanceerde parameters van de MIR850 configureren en routineonderhoud en -beheer uitvoeren voor de MIR850. Klik in het navigatiegebied voor bewerkingen op Geavanceerde instellingen om de pagina te openen.
In de volgende tabel vindt u een beschrijving van de snelkoppelings-pictogrammen.
De interface voor systeembeheer openen om het wachtwoord aan te passen, software-upgrades uit te voeren, fabrieksinstellingen te herstellen, het apparaat opnieuw op te starten en versie-informatie te bekijken. De interface voor SIM-kaartinstellingen openen om PIN-codebewerkingen te beheren. De interface voor instellingen voor mobiel netwerk openen om de zoekmodus en -band voor netwerken te configureren. De interface voor inbelinstellingen openen om PPP-inbelverbindingen te configureren en de profielenlijst te beheren. De interface voor DHCP-instellingen openen om de modus voor toewijzing van IP-adressen te kiezen. De interface voor WLAN-instellingen openen.
5. Het systeem beheren In de interface voor systeembeheer kunt u het wachtwoord aanpassen, software-upgrades uitvoeren, fabrieksinstellingen herstellen, het apparaat opnieuw opstarten en versie-informatie bekijken. Klik op om de pagina voor systeembeheer te openen. Deze pagina wordt weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Het wachtwoord aanpassen U kunt het aanmeldingswachtwoord aanpassen om te voorkomen dat niet-geautoriseerde gebruikers zich kunnen aanmelden op de beheerpagina. 1. Klik op
om het venster Wachtwoord aanpassen te openen.
2. Voer het huidige en vervolgens het nieuwe wachtwoord in. Bevestig het nieuwe wachtwoord. om de aanpassing op te slaan, klik op
3. Klik op pagina of klik op
om terug te gaan naar de vorige
om de aanpassing te annuleren.
Een upgrade uitvoeren voor de MIR850 1. Klik op
om de pagina Software upgraden te openen.
2. Voer het pad in of klik op 3. Klik op
om het software-imagebestand te selecteren dat moet worden bijgewerkt.
om de systeemsoftware te upgraden.
Let op: • Nadat de upgrade is uitgevoerd, wordt het systeem automatisch opnieuw opgestart. Het volledige proces neemt twee tot drie minuten in beslag. • De programma’s voor software-upgrades moeten afkomstig zijn van de officiële Huawei-website of de website van de netwerk-operator. • Systeemupgrades zijn niet van invloed op de clientconfiguratie.
Fabrieksinstellingen herstellen Als u het netwerk opnieuw moet instellen of de wijzigingen voor enkele parameters bent vergeten, kunt u ervoor kiezen de fabrieksinstellingen te herstellen en de MIR850 opnieuw te configureren. Klik op
om het venster Standaardwaarden herstellen te openen. Klik vervolgens op
.
Na deze bewerking worden alle configuratie-instellingen teruggezet naar de standaardwaarden.
Het apparaat opnieuw opstarten 1. Klik op 2. Klik op
om het venster Opnieuw opstarten te openen. om de MIR850 opnieuw op te starten.
De versie-informatie bekijken Klik op
om de pagina Versie weer te geven. U kunt de hardwareversie, softwareversie, releasedatum
en -tijd, en de hardware- en softwareversie van de draadloze module bekijken.
6. (U)SIM-kaart instellingen configureren Klik op
om het venster voor SIM-instellingen te openen.
• Als u drie keer achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de PIN vergrendeld. U hebt dan de PUK-code nodig om de PIN te ontgrendelen. • De PIN-code moet bestaan uit 4-8 cijfers. Letters zijn niet toegestaan.
De PIN-code in- en uitschakelen Als de PIN-code beveiliging is ingeschakeld, moet u de PIN-code altijd valideren als u de MIR850 opnieuw opstart en als u zich aanmeldt op de beheerpagina. Als de PIN-code beveiliging is uitgeschakeld, hoeft u de PIN-code niet te valideren. 1. Klik op
om het venster voor PIN-codebeheer te openen.
2. Selecteer Inschakelen/Uitschakelen in de keuzelijst PIN-codebewerking. 3. Voer de juiste PIN-code in. 4. Klik op
.
5. Als de PIN-code onjuist is, wordt u gevraagd deze opnieuw in te voeren.
De PIN-codeblokkering opheffen Als de PIN-codeblokkering actief is, kunt u deze opheffen door de juiste PUK-code in te voeren en een nieuwe PIN-code in te stellen.
• Als u de PUK-code bent vergeten, raadpleegt u uw netwerk-operator. • Als u tien keer achter elkaar een onjuiste PUK-code invoert, wordt de SIM-kaart vergrendeld. Als u de SIM-kaart wilt ontgrendelen, moet u uw netwerk-operator raadplegen.
1. Voer de juiste PUK-code in. 2. Voer de nieuwe PIN-code in en bevestig deze. 3. Klik op
om de instelling vast te leggen.
De PIN-code aanpassen Als de PIN-codebeveiliging is ingeschakeld, kunt u de PIN-code aanpassen. 1. Klik op
om het venster voor PIN-codebeheer te openen.
2. Selecteer Aanpassen in de keuzelijst PIN-codebewerking. 3. Voer de huidige PIN-code in. 4. Voer de nieuwe PIN-code in en bevestig deze. 5. Klik op
om de instelling vast te leggen.
De PIN-code Automatische validatie U kunt de automatische PIN-codevalidatie in- en uitschakelen. 1. Klik op
om het venster voor Automatische validatie te openen.
2. Selecteer Inschakelen/Uitschakelen voor de optie Automatische validatie. 3. Voer de huidige PIN-code in. 4. Klik op
om de instelling vast te leggen.
7. Instellingen voor het mobiele netwerk configureren In het venster voor Instellingen voor mobiel netwerk kunt u de prioriteit van verbindingsmodi en -banden voor het zoeken van netwerken instellen. Klik op
om het venster Instellingen voor mobiel netwerk te openen. Dit venster wordt weergegeven in de
onderstaande afbeelding.
De voorkeursmodus en -band kiezen 1. Klik op
om het venster Netwerkinstellingen te openen.
2. Selecteer de verbindingsmodus van uw voorkeur in de keuzelijst Voorkeursmodus. In de volgende tabel vindt u details voor de verbindingsmodi.
Netwerkmodus
Beschrijving
Voorkeur voor
De modus voor gegevensservices wordt automatisch geselecteerd
HSPA/UMTS
in de MIR850 op basis van de signaalsterkte van het netwerk. De voorkeur wordt gegeven aan de modus voor gegevensservices met hoge snelheid.
Voorkeur voor
De modus voor gegevensservices wordt automatisch geselecteerd
EDGE/GPRS
in de MIR850 op basis van de signaalsterkte van het netwerk. De voorkeur wordt gegeven aan de modus voor gegevensservices met lage snelheid.
Alleen HSPA/UMTS
De MIR850 werkt alleen in de modus voor gegevensservices met hoge snelheid.
Alleen EDGE/GPRS
De MIR850 werkt alleen in de modus voor gegevensservices met lage snelheid.
• Als de netwerk-operator alleen de GPRS-service biedt en Voorkeursmodus is ingesteld op Alleen HSPA/UMTS, kunt u geen toegang krijgen tot internet. • Als de netwerk-operator alleen de 3G-service biedt en Voorkeursmodus is ingesteld op Alleen EDGE/GPRS, kunt u geen toegang krijgen tot internet. • Als de netwerk-operator geen 3G- of GPRS-services biedt, kunt u geen toegang krijgen tot internet, ongeacht de instelling voor Voorkeursmodus.
1. Selecteer in de keuzelijst Band de band die moet worden gezocht in het netwerk. U hebt de keuze uit de volgende opties: • Alle banden • GSM900/1800/WCDMA2100 • GSM1900 • GSM850 2. Klik op
om de instellingen vast te leggen.
De modus voor het zoeken van netwerken configureren 1. Klik op
om het venster Netwerk zoeken te openen.
2. Selecteer de modus voor het zoeken van netwerken. • Automatisch: Het netwerk wordt automatisch gezocht en geregistreerd in de MIR850. • Handmatig: U moet het netwerk handmatig zoeken en registreren. 3. Klik op
om de instelling vast te leggen.
4. In de modus Handmatig moet u een gevonden netwerk selecteren en op
klikken.
8. Inbel-instellingen configureren In het venster Inbelinstellingen kunt u PPP-instellingen configureren en profielinstellingen beheren. Klik op
om het venster Inbelinstellingen te openen. Dit venster wordt weergegeven in de
onderstaande afbeelding.
Belangrijk: Alle relevante verbindings-instellingen om uw MIR850 direct te kunnen gebruiken zijn al door KPN bij aflevering in uw MIR850 voor-geprogrammeerd. Hiermee maakt het apparaat direct verbinding met het Mobiele netwerk én met het Internet.
De reeds voorgeprogrammeerde gegevens vanuit KPN zijn:
Profielnaam
KPN Internet
Inbelnummer
*99#
PPP Gebruikersnaam
, wordt niet gebruikt
PPP Wachtwoord
, wordt niet gebruikt
APN (Statisch)
fastinternet
IP-adres
Dynamisch
PPP-instellingen configureren 1. Klik op
om het venster PPP-instellingen te openen.
2. Voer de juiste parameters in. • Profielenlijst: Selecteer een profiel in de lijst met tot stand gebrachte inbelverbindingen. Als de vervolgkeuzelijst leeg is, moet u een profielenlijst maken. • PPP-verbinding: Selecteer de modus voor inbelverbindingen.
Inbelmodus
Beschrijving
Automatisch
Nadat de MIR850 is ingeschakeld, wordt er automatisch verbinding gemaakt met internet. De verbinding wordt niet verbroken, onge acht of er wel of geen gegevensoverdracht is.
Op aanvraag
Er wordt automatisch verbinding gemaakt met internet als er gege vensoverdracht plaatsvindt. Als er langer geen gegevensoverdracht plaatsvindt dan de waarde die is opgegeven in Maximale inactieve tijd, wordt de verbinding automatisch verbroken.
Handmatig
Handmatig inbellen.
• PPP-verificatie: De service wordt geleverd door uw ISP (Internet Service Provider). Raadpleeg uw ISP voor meer informatie. • Maximale inactieve tijd voor PPP: De duur voor inactieve PPP-verbindingen. In de modus Op aanvraag wordt de PPP-verbinding automatisch verbroken als er langer geen gegevensoverdracht plaatsvindt dan de duur die hier is opgegeven. • PPP MTU: De MTU van de PPP-gegevensoverdracht. Deze wordt gebruikt om het maximum aantal bytes in te stellen dat in één gegevensframe is ingesloten. • Maximale inbeltijd voor PPP: Hier kunt u de maximale wachttijd instellen voor het tot stand brengen van internetverbindingen.
De profielenlijst beheren Klik op
om het venster Profielinstellingen te openen. Hier kunt u inbelverbindingslijsten
maken, bewerken, opslaan en verwijderen.
Beschrijving van interface
Parameter
Beschrijving
Profielenlijst
Bevat de namen van alle gemaakte profielen.
Profielnaam
De naam van het geselecteerde of gemaakte profiel invoeren.
Inbelnummer
De tekenreeks voor het PPP-inbelnummer invoeren. Dit wordt geleverd door de netwerkprovider.
PPP-gebruikers
De gebruikersnaam die wordt gebruikt voor PPP-communicatie. Dit
naam
wordt geleverd door de netwerkprovider.
PPP-wachtwoord
Het wachtwoord dat wordt gebruikt voor PPP-communicatie. Dit wordt geleverd door de netwerkprovider.
APN
De modus voor het ophalen van de APN selecteren: • Dynamisch: De APN wordt automatisch toegewezen met het netwerk. • Statisch: De APN die door de netwerkprovider is geleverd, wordt handmatig ingevoerd.
IP-adres
De modus voor toewijzing van IP-adressen selecteren: • Dynamisch: Het IP-adres wordt automatisch toegewezen met het netwerk. • Statisch: Het IP-adres dat door de netwerkprovider is geleverd, wordt handmatig ingevoerd.
Een profiel maken 1. Voer de profielinformatie in in het tekstvak op basis van de aanwijzingen. 2. Klik op
om het nieuwe profiel op te slaan.
Een profiel aanpassen 1. Selecteer het aan te passen profiel in de vervolgkeuzelijst Profielenlijst. Er wordt relevante informatie weergegeven in het overeenkomende tekstvak. 2. Voer de profielinformatie in. 3. Klik op
om het aangepaste profiel op te slaan.
Een profiel verwijderen 1. Selecteer het te verwijderen profiel in de vervolgkeuzelijst Profielenlijst. 2. Klik op
om het geselecteerde profiel te verwijderen.
9. DHCP-instellingen Op de pagina voor DHCP-instellingen (Dynamic Host Configuration Protocol) kunt u de modus voor toewijzing van IP-adressen in een LAN instellen. Met DHCP worden automatisch IP-adressen toegewezen aan de netwerk apparaten. Als u de DHCP-server gebruikt, moet u de volgende instellingen configureren op de pc waarop verbinding wordt gemaakt met de MIR850. Raadpleeg Het pc-netwerk configureren voor meer informatie. Klik op
om de pagina voor DHCP-instellingen te openen.
• IP-adres: Het standaard IP-adres van de MIR850 is 192.168.1.1. • Subnetmasker: De combinatie van het subnetmasker en het IP-adres maakt flexibele subnetten mogelijk. De standaardwaarde voor het subnetmasker is 255.255.255.0. • DHCP-server: Deze wordt gebruikt om IP-adressen dynamisch toe te wijzen. Als de DHCP-server is Ingeschakeld, worden IP-adressen voor pc’s automatisch toegewezen. U wordt aanbevolen de DHCP-server in te stellen op Uitgeschakeld. • IP-startadres en IP-eindadres: Deze waarden worden gebruikt om het IP-adresbereik te definiëren dat in de host kan worden gebruikt bij het toewijzen van IP-adressen. In het netwerksegment 192.168.1.0/24 is het standaard IP-adres van de MIR850 bijvoorbeeld 192.168.1.1. Het IP-adres van de host kan een waarde hebben van 192.168.1.2 tot 192.168.1.254. Het minimumbereik is één IP-adres. • DHCP-leasetijd: Met de DHCP-server wordt automatisch een IP-adres toegewezen aan alle apparaten die zijn verbonden met het netwerk. Als de leasetijd verstrijkt, wordt in de DHCP-server gecontroleerd of het apparaat is verbonden met het netwerk. Als het apparaat niet is verbonden met het netwerk, wordt het IP-adres aan een ander apparaat toegewezen. Het IP-adres blijft hierdoor niet ongebruikt.
• De waarde voor IP-startadres moet kleiner dan of gelijk zijn aan IP-eindadres. • Als de DHCP-server is Ingeschakeld, zijn de configuratie-instellingen voor IP-startadres, IP-eindadres en DHCP-leasetijd geldig. Als de server is uitgeschakeld, kunt u deze instellingen niet configureren.
10. Het WiFi deel (WLAN) instellen Klik op
om het venster WLAN-instellingen te openen.
Het WLAN in- en uitschakelen 1. Klik op
om het venster WLAN inschakelen te openen.
2. Hiermee kunt u de WLAN-module in- en uitschakelen. • Ingeschakeld: De WLAN-module inschakelen. U kunt de WLAN-functie gebruiken en de relevante parameters configureren. • Uitgeschakeld: De WLAN-module uitschakelen. U kunt de WLAN-functie niet gebruiken en de relevante parameters niet configureren. om de instelling vast te leggen.
1. Klik op
Basisinstellingen voor WLAN Klik op
om het venster Basisinstellingen voor WLAN te openen.
Interface-id’s selecteren Draadloze interface: Dit verwijst naar de SSID en het MAC-adres. Deze waarden worden gebruikt om de draadloze MIR850 te identificeren.
SSID Naam (SSID):: De SSID (service set identifier) wordt gebruikt om een WLAN te identificeren. Er kan alleen normale gegevenscommunicatie plaatsvinden tussen een draadloze terminal (zoals een pc) en de draadloze MIR850 als deze dezelfde SSID hebben. Voor een optimale WLAN-beveiliging moet u ervoor zorgen dat u niet de standaard-SSID gebruikt. U kunt een tekenreeks invoeren als SSID, bijvoorbeeld MyHome. Opmerking: Vanuit KPN is reeds een SSID voor-gedefinieerd: “KPN MIR850 xxxx”, waarbij xxxx een uniek volgnummer is.
De uitzending van de SSID in- en uitschakelen • Ingeschakeld: De uitzending van de SSID inschakelen. De SSID van het WLAN wordt uitgezonden door de MIR850. Gebruikers kunnen eenvoudig toegang krijgen tot het WLAN. Niet-geautoriseerde gebruikers kunnen echter ook eenvoudig verbinding maken met het WLAN. • Uitgeschakeld: De uitzending van de SSID uitschakelen. De SSID van het WLAN wordt niet uitgezonden door de MIR850. Gebruikers moeten de SSID van het WLAN ophalen voordat ze toegang kunnen krijgen tot het WLAN. De WLAN-beveiliging wordt hiermee verbeterd.
Isolatie van het toegangspunt in- of uitschakelen • Aan: De terminals (pc’s) die verbinding maken met de MIR850 via het WLAN, kunnen geen toegang krijgen tot andere terminals. • Uit: De terminals (pc’s) die verbinding maken met de MIR850 via het WLAN, kunnen toegang krijgen tot andere terminals.
Het land selecteren Land: Deze waarde wordt gebruikt om het land te identificeren. Verschillende landen hebben verschillende standaarden betreffende het gebruik van kanalen.
Het WLAN-kanaal selecteren Kanaal: Deze optie verwijst naar het kanaal dat in de MIR850 wordt gebruikt. Als u niet weet welk kanaal u moet selecteren, selecteert u Auto. Het kanaal wordt dan automatisch gezocht in de MIR850.
De 802.11-modus configureren Er zijn vier modi beschikbaar. Deze vindt u in de onderstaande tabel.
Modus
Beschrijving
54g automatisch
Het WLAN heeft de beste compatibiliteit in deze modus.
54g prestaties
Het WLAN biedt de beste prestaties in deze modus.
54g LRS
Als er problemen ontstaan bij de communicatie tussen de MIR850 en apparaten die voldoen aan de IEEE 802.11b-standaarden, moet u deze modus selecteren.
Alleen 802.11b
In de MIR850 wordt alleen gewerkt met de standaardnetwerkmo dus 802.11b met lage prestaties.
De overdrachtsnelheid configureren 1. Als u Auto selecteert, wordt de overdrachtsnelheid automatisch bepaald in de MIR850. 2. Klik op
om de instelling vast te leggen.
Geavanceerde instellingen voor WLAN Klik op
om het venster Geavanceerde instellingen voor WLAN te openen.
Met een beveiligingssleutel wordt het WLAN beveiligd tegen onrechtmatige gegevensaanvallen. De beveiligingssleutel van de draadloze MIR850 moet overeenkomen met die van de pc.
De 802.11-verificatie configureren • Geopend: Geopende systeemverificatie. Een gebruiker die toegang probeert te krijgen tot het WLAN, kan een WEP-, WPA-PSK- of WPA2-PSK-sleutel gebruiken om de verificatie te voltooien. De verificatie kan worden overgeslagen door Geen versleuteling te kiezen. • Gedeeld: Gedeelde sleutelverificatie. Alleen WEP kan worden gebruikt. De gebruiker die toegang probeert te krijgen tot het WLAN, moet WEP gebruiken voor verificatie.
De versleutelingsmodus configureren Er zijn vier versleutelingsmodi: Geen versleuteling, WPA-PSK, WPA2-PSK en WEP. Raadpleeg De WLAN-versleutelingsmodus configureren voor meer informatie.
Het MAC-filter configureren Klik op
om het venster MAC-filter voor WLAN te openen. U kunt de clients die toegang proberen
te krijgen tot het WLAN controleren en beheren, en de beveiliging van het WLAN verbeteren.
MAC-beperkingsmodus In de onderstaande tabel vindt u de modi voor MAC-adresfilters:
Waarde
Beschrijving
Uitgeschakeld
De MAC-adresfilterfunctie is uitgeschakeld.
Toestaan
Clients met een adres in de lijst MAC-adres kunnen via het WLAN verbinding maken met de MIR850.
Weigeren
Clients met een adres in de lijst MAC-adres kunnen via het WLAN geen verbinding maken met de MIR850.
MAC-adressen MAC-adressen aan de lijst toevoegen. Er kan in de MIR850 toegangscontrole worden uitgevoerd door te controle ren of het MAC-adres van een client in de lijst is opgenomen. De lijst kan maximaal 16 MAC-adressen bevatten.
WLAN Bruggen Klik op
om het venster WLAN Bruggen te openen.
U kunt Inleidingstype, Maximum aantal koppelingen en Modus instellen, en MAC-peeradressen in- of uitschakelen met Brug beperken. • Inleidingstype: U kunt kiezen uit twee opties: Lang en Kort. Als de client (pc) ondersteuning biedt voor het type Kort, kan het WLAN betere prestaties leveren bij de instelling Kort. • Maximum aantal koppelingen: Dit verwijst naar het maximum aantal verbindingen. De waarde wordt gebruikt om het maximum aantal gelijktijdige WLAN-gebruikers van de MIR850 in te stellen. • Modus: Dit verwijst naar de WLAN-toegangsmodus. Er kunnen twee modi worden gebruikt voor de MIR850. U vindt deze in de onderstaande tabel. De standaardwaarde is Toegangspunt.
Modus
Beschrijving
Draadloze brug
Deze modus wordt gebruikt om verbinding te maken tussen twee of meer toegangspunten.
Toegangspunt
Toegangspunten die voldoen aan de IEEE 802.11b/g-standaard en draadloze terminals kunnen verbinding maken met de draadloze MIR850.
• Brug beperken: Dit verwijst naar de beperking van MAC-peeradressen. Als deze optie is Uitgeschakeld, kan de MIR850 toegang krijgen tot alle externe bruggen. Als de optie is Ingeschakeld, kan de MIR850 alleen toegang krijgen tot externe bruggen waarvan het adres is opgenomen in de adressenlijst. • Bruggen: Dit verwijst naar het fysieke adres van de brug van de externe peer. De MIR850 biedt ondersteuning voor de PTM-brugmodus (point-to-multipoint). Een draadloze MIR850 kan met maximaal vier bruggen van externe peers verbinding maken. • MAC-peeradres: Dit verwijst naar de lijst met fysieke adressen van de bruggen van de externe peers. Dit item bevat maximaal vier fysieke adressen. • Koppelingsstatus: Actief geeft een geslaagde verbinding aan en Niet-actief geeft een mislukte verbinding aan.
11. Beveiligings-instellingen In het venster Beveiligingsinstellingen kunt u de geavanceerde beveiligingsinstellingen configureren. Klik in het navigatiegebied voor bewerkingen op Beveiliging. Het venster Beveiligingsinstellingen wordt weergegeven zoals in de onderstaande afbeelding.
Firewall-switch De MIR850 is voorzien van een hardwarematige firewall waarmee inkomende en uitgaande gegevensstromen worden gecontroleerd en waarmee de computer wordt beveiligd tegen onrechtmatige toegang. 1. Klik op
om het venster Firewall-switch te openen.
2. Schakel het selectievakje Firewall inschakelen (hoofdschakelaar van de firewall) in om de firewall in te s chakelen.
• Alleen als het selectievakje Firewall inschakelen is ingeschakeld, zijn de andere functies, zoals het IP-adresfilter, het MAC-adresfilter en het pingen van WAN-poorten beschikbaar. • Als het selectievakje MAC-adresfilter voor LAN inschakelen is ingeschakeld, zijn de stan daardfilterregels beschikbaar.
3. Stel de andere opties naar wens in en klik op
.
MAC-filter voor LAN De MIR850 biedt ondersteuning voor MAC-filtering op basis van een lijst met geweigerde of toegestane computers. Een veelgebruikte methode voor beperking van netwerktoegang is het opgeven van MAC-adressen (Media Access Control). Als u het MAC-adres wilt vaststellen in Windows, kiest u Start > Uitvoeren en voert u cmd in. De opdrachtprompt wordt weergegeven. Voer ipconfig /all in en druk op Enter. Het MAC-adres wordt weergegeven als Fysiek adres. om het venster MAC-filter voor LAN te openen.
1. Klik op
2. Selecteer MAC-filtermodus.
Modus
Beschrijving
Uitgeschakeld
Hiermee wordt aangegeven dat de MAC-adresfilterfunctie is uitge schakeld.
Toestaan
Hiermee wordt aangegeven dat clients met een adres dat voorkomt in de lijst MAC-adres verbinding kunnen maken met de MIR850.
Weigeren
Hiermee wordt aangegeven dat clients met een adres dat voorkomt in de lijst MAC-adres geen verbinding kunnen maken met de MIR850.
3. Voer de MAC-adressen van de clients in en klik op
IP-filter voor LAN U kunt de MIR850 zo instellen dat specifieke IP-adressen worden geblokkeerd. Op deze manier kan vanaf computers in het lokale netwerk geen toegang worden verkregen tot deze adressen. Klik op
om het venster IP-filter voor LAN te openen.
Een IP-adres toevoegen 1. Selecteer het protocol en de status. 2. Voer het IP-adres en de overeenkomende poort in waarvoor de toegang tot het LAN moet worden geblokkeerd. om het IP-adres toe te voegen aan de tabel.
3. Klik op
Een IP-adres aanpassen 1. Klik op
in de kolom Aanpassing. Het overeenkomende IP-adresfilter wordt weergegeven.
2. Pas de inhoud naar wens aan. 3. Klik op
.
Een IP-adres verwijderen Klik op
in de kolom Aanpassing.
Het overeenkomende IP-adresfilter wordt verwijderd.
Een IP-filter inschakelen 1. Voeg een nieuw IP-adres toe of selecteer een record in de tabel van het IP-adresfilter. 2. Selecteer Aan voor Status. 3. Klik op
. . Het IP-filter wordt ingeschakeld.
4. Klik op
Virtuele server De MIR850 biedt ondersteuning voor virtuele servers. Hiermee kunnen externe computers worden verbonden met internet, FTP en andere LAN-services. Klik op
om het venster Virtuele server te openen.
Een virtuele server toevoegen 1. Selecteer het protocol en de status. 2. Voer waarden in voor de volgende tekstvakken: • Naam: Voer een naam in voor de service die wordt geleverd met het LAN. • WAN-poort: Voer de WAN-poort van het LAN in waarin de services worden geleverd met de computer. • IP-adres: Geef een computer in het LAN op waarmee de services moeten worden geleverd. • LAN-poort: Voer de LAN-poort in van de computer waarmee de services moeten worden geleverd. om de virtuele server toe te voegen aan de tabel.
3. Klik op
U kunt ook als volgt een virtuele server toevoegen: 1. Selecteer een poort in de lijst Algemene poort. De opties Protocol, Status, Naam, WAN-poort en LAN-poort worden ingesteld op de standaardwaarde. U kunt deze waarden aanpassen als dit nodig is. 2. Voer het IP-adres in. om de virtuele server toe te voegen aan de tabel.
3. Klik op
Een virtuele server aanpassen 1. Klik op
in de kolom Aanpassing. De overeenkomende virtuele server wordt weergegeven.
2. Pas de inhoud naar wens aan. 3. Klik op
.
Een virtuele server verwijderen Klik op
in de kolom Aanpassing. De overeenkomende virtuele server wordt verwijderd.
Een virtuele server inschakelen 1. Voeg een virtuele server toe of selecteer een record in de tabel met virtuele servers. 2. Selecteer Aan voor Ingeschakeld. 3. Klik op
. .
4. Klik op
DMZ-service Als u op de pc geen netwerktoepassingen kunt uitvoeren met de MIR850, kunt u ongelimiteerde internettoegang instellen voor de computer door het IP-adres van de computer in te stellen in de DMZ (Demilitarized Zone). De DMZ-computer wordt echter niet beveiligd met de firewall. De computer is kwetsbaar voor aanvallen en kan ook een risico vormen voor andere computers in het eigen netwerk. 1. Klik op
om het venster DMZ-instellingen te openen.
2. Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld voor DMZ-status om de DMZ-service in of uit te schakelen. 3. voert u het IP-adres van de pc in het vak in nadat de DMZ-functie is ingeschakeld. .
4. Klik op
Er kan slechts één computer tegelijk worden opgegeven als DMZ-host.
UPnP-instellingen Met de UpnP-service (Universal Plug and Play) kunnen andere netwerkgebruikers de netwerkfuncties van de MIR850 besturen om intelligente onderlinge verbindingen tot stand te brengen. 1. Klik op
om het venster UPnP-instellingen te openen.
2. Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld voor UPnP-status om de UPnP-service in of uit te schakelen. .
3. Klik op
Extern webbeheer Met extern webbeheer kan de MIR850 worden geopend en beheerd vanuit het eigen netwerk, maar ook vanaf internet. Als u onderweg bent, kunt u de MIR850 beheren via de service voor extern webbeheer. De functie maakt het verder mogelijk voor uw ISP om u te helpen bij het verhelpen van MIR850-problemen vanaf een externe locatie. 1. Klik op
om het venster Extern beheer te openen.
2. Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld voor Externe status om de service in of uit te schakelen. 3. Voer het IP-adres in waarmee toegang en besturing van de MIR850 mogelijk is. 4. Klik op
.
12. Voorbeeld van een Standaard Netwerk met uw MIR850 U kunt een klein LAN maken met de WLAN-interface of de vier ethernet-interfaces van de MIR850. De MIR850 biedt verder ondersteuning voor externe hubs, ethernet-switches en routers. Als u een LAN wilt maken met meerdere pc’s, kunt u het aantal ethernet-interfaces vergroten met een hub of ethernetswitch. In het onderstaande netwerkdiagram is bijvoorbeeld met de MIR850 een klein LAN voor draadloze internettoegang met meerdere pc’s in een SOHO-omgeving (klein kantoor/thuiskantoor) gemaakt:
13. Problemen oplossen Er kan geen internetverbinding tot stand worden gebracht met een computer in het LAN (via een netwerk-kabel). 1. Het stroomindicatielampje brandt en de MIR850 is normaal aangesloten op de netadapter. Als het stroomindicatielampje niet brandt, moet u controleren of de netadapter goed is aangesloten. 2. Als het indicatielampje voor signaalsterkte niet brandt, moet u controleren of het WLAN dekking biedt voor het gebied. 3. Als het WLAN dekking biedt voor het gebied, moet u controleren of u de juiste netwerkmodus hebt geselecteerd. Raadpleeg hoofstuk 7 “Instellingen voor het mobiele netwerk configureren” voor informatie over de verschillende netwerkmodi. 4. Als het indicatielampje voor de ethernetinterface knippert, is de overeenkomende ethernetinterface normaal aangesloten. Als het indicatielampje niet brandt, moet u controleren of de overeenkomende ethernetverbinding normaal functioneert. 5. U moet de juiste PPP-gebruikersnaam en het juiste PPP-wachtwoord configureren als u via de MIR850 verbinding maakt met internet. Controleer of deze waarden goed zijn ingesteld en raadpleeg PPP-profielinstellingen configureren voor meer informatie. 6. Als de DHCP-service is uitgeschakeld en het IP-adres dynamisch wordt opgehaald voor een pc, kan de pc geen verbinding maken met internet. U kunt de modus instellen op handmatige toewijzing van IP-adressen. Raadpleeg Het pc-netwerk configureren. 7. Controleer of het stuurprogramma van de netwerkadapter goed is geïnstalleerd. 8. Als het probleem niet kan worden verholpen met de bovenstaande suggesties, kunt u de fabrieksinstellingen van de MIR850 herstellen.
Er kan geen WLAN-verbinding tot stand worden gebracht voor een computer in het WLAN (via WiFi). 1. Als er objecten dicht bij de MIR850 zijn geplaatst die interferentie veroorzaken of het signaal afschermen, kunt u de positie van de MIR850 aanpassen. Als het signaal sterk is, kunt u doorgaan naar de volgende stap. 2. Controleer de volgende gegevens voor de netwerkadapter van de pc en leg deze vast: SSID, WEP-type en -sleutel. 3. Controleer de volgende gegevens voor de MIR850 en leg deze vast: SSID, WEP-type en -sleutel. 4. Vergelijk de gegevens. De SSID van de netwerkadapter kan elke waarde hebben. De waarde mag overeenkomen met de SSID van de MIR850. Het WEP-type en de WEP-sleutel van de netwerkadapter en de MIR850 moeten exact overeenkomen. Als dit niet zo is, moet u de gegevens voor de netwerkadapter aanpassen.
Wat kan ik doen als ik het IP-adres van de LAN-interface ben vergeten? Als u het IP-adres van de LAN-interface bent vergeten, kunt u http://e.home invoeren en u aanmelden bij de pc-modus om het IP-adres automatisch op te halen.
Wat kan ik doen als er geen brug kan worden gevormd tussen twee Gateway’s? 1. Controleer of hetzelfde kanaal wordt gebruikt voor de twee MIR850s. Raadpleeg Het WLAN-kanaal selecteren voor meer informatie. 2. Controleer of het MAC-adres van de ene MIR850 is opgenomen in de lijst met MAC-peeradressen van de andere MIR850. Raadpleeg WLAN Bruggen voor meer informatie.
Wat kan ik doen als de signaalsterkte normaal is, maar de downloadsnelheid veel lager ligt Als dit het geval is, moet u misschien een waarde in het register als volgt aanpassen: 1. Klik op Start en selecteer Uitvoeren. 2. Typ regedit in het tekstvak Openen en klik op OK.
3. Selecteer Parameters bij de volgende sleutel: \HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\Tcpip.
4. Selecteer Bewerken > Nieuw > DWORD-waarde.
5. Wijzig de naam Nieuwe waarde nr. 1 in TcpWindowSize.
6. Klik met de rechtermuisknop op TcpWindowSize en selecteer Wijzigen in het contextmenu.
7. Selecteer Decimaal, voer 65535 in het tekstvak Waardegegevens in en klik op OK.
8. Ga voor de DWORD-waarde van DefaultRcvWindow op dezelfde manier te werk als voor TcpWindowSize.
14. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen Lees deze veiligheidsinformatie aandachtig door om correct en veilig gebruik van uw Mobiel Internet Router 850 (MIR850) te garanderen.
Elektronisch apparaat • Schakel het apparaat uit als u zich dicht bij elektronische apparaten met hoge precisie bevindt. Het draadloze apparaat kan de prestaties van deze apparaten beïnvloeden. • Het betreft hier bijvoorbeeld gehoorapparaten, brandalarmen, automatische portieren en andere automatisch bestuurde apparaten. Als u een elektronisch medisch apparaat gebruikt, moet u de fabrikant van het apparaat raadplegen om te controleren of de radiogolven van invloed zijn op de werking van dit apparaat.
Ziekenhuizen Houd rekening met de onderstaande punten in ziekenhuizen en zorginstellingen: • Neem het draadloze apparaat niet mee naar operatiezalen, intensive care-afdelingen of hartbewakingsafdelingen. • Gebruik het draadloze apparaat niet op medische behandelingslocaties waar het gebruik van deze apparaten niet is toegestaan.
Verkeersveiligheid • Respecteer de lokale wetgeving en regelgevingen betreffende het gebruik van draadloze apparaten. Gebruik om verkeersongelukken te voorkomen het draadloze apparaat niet als u een auto bestuurt. • Plaats het draadloze apparaat in de houder. Plaats het draadloze apparaat niet op een stoel of andere plaatsen waar het los kan raken bij een plotselinge stop of botsing. • Gebruik het draadloze apparaat pas nadat het voertuig op een veilige locatie is gestopt. • Plaats het draadloze apparaat niet op een airbag of binnen het toepassingsgebied van de airbag. Het draadloze apparaat kan anders letsel veroorzaken door de grote kracht waarmee de airbag wordt opgeblazen. • Houd u aan de regels en regelgevingen van luchtvaartmaatschappijen. Als u aan boord gaat van een vliegtuig of een vliegtuig nadert, moet u het draadloze apparaat uitschakelen. In gebieden waar het gebruik van draad loze apparaten is verboden, moet u het apparaat uitschakelen. Als u dit niet doet, kan het radiosignaal van het draadloze apparaat de besturingssignalen van het vliegtuig verstoren. Schakel het draadloze apparaat uit voordat u aan boord gaat van een vliegtuig.
Opslagomgeving • Plaats geen magnetische opslagmedia (zoals magnetische betaalpassen en diskettes) in de buurt van het apparaat. De gegevens op deze media kunnen worden gewist door de straling van het draadloze apparaat.
• Plaats het draadloze apparaat en de bijbehorende accessoires niet in containers met sterke magnetische velden, zoals inductiekookplaten en magnetrons. Als u dit wel doet, kan dit kortsluiting, brand en explosies tot gevolg hebben. • Sla het draadloze apparaat en de bijbehorende accessoires niet op extreem warme of koude locaties. Als u dit wel doet, kan dit defecten aan het product, brand en explosies tot gevolg hebben. • Vermijd blootstelling van het apparaat en de bijbehorende accessoires aan zware botsingen en schokken. Als u hier geen rekening mee houdt, kan dit defecten aan het product, brand en explosies tot gevolg hebben. • Plaats het draadloze apparaat niet in uw achterzak om schade aan het apparaat te voorkomen als u zit.
Veiligheid van kinderen • Plaats het draadloze apparaat en de bijbehorende apparaten op locaties buiten het bereik van kinderen. Laat kinderen het apparaat en de bijbehorende accessoires niet zonder begeleiding gebruiken. • Houd de kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen. Als kinderen deze kleine onderdelen inslikken, kan dit verstikking of een verstopte slokdarm tot gevolg hebben.
Werkomgeving • Het draadloze apparaat en de bijbehorende accessoires zijn niet waterbestendig. Houd deze daarom droog. Houd het draadloze apparaat en de bijbehorende accessoires uit de buurt van water of waterdamp. Raak het draadloze apparaat niet aan met natte handen. Als u dit wel doet, kan dit kortsluiting en defecten aan het product veroorzaken, en kunt u worden getroffen door een elektrische schok. • Gebruik het draadloze apparaat niet in stoffige, vochtige of vuile omgevingen, of in omgevingen met een magnetisch veld. Als u dit wel doet, kan dit defecten aan het product veroorzaken. • Als u het draadloze apparaat draagt of gebruikt, moet u het op een afstand van ten minste 20 centimeter van het lichaam houden om negatieve gezondheidseffecten als gevolg van gelekte RF-signalen te voorkomen. • Gebruik het draadloze apparaat niet buitenshuis bij onweer. • Het draadloze apparaat kan interferentie veroorzaken op tv’s, radio’s en pc’s die dicht bij het apparaat zijn g eplaatst. • In overeenstemming met de internationale standaarden voor radiofrequentie en straling, moet u alleen accessoires voor het draadloze apparaat gebruiken die zijn goedgekeurd door de fabrikant.
Goedkeurings-eisen • WEEE-goedkeuring Het apparaat voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante voorwaarden van het Waste Electrical and Electronic Equipment Directive 2002/96/EC (WEEE Directive). • RoHS-goedkeuring Het draadloze apparaat voldoet aan de beperkingen voor het gebruik van gevaarlijke stoffen in het Electrical and Electronic Equipment Directive 2002/95/EC (RoHS Directive).
• CE: Het draadloze apparaat is goedgekeurd voor gebruik in alle lidstaten van de EU. Het apparaat voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante voorwaarden van het R&TTE Directive (Radio and Telecommunica tions Terminal Equipment Directive) 1999/5/EC. Federal Communications Commission Notice (United States): Voordat een model draadloos apparaat beschikbaar wordt gemaakt voor openbare verkoop, moet het worden getest en moet door de FCC worden gecertificeerd dat de limiet die is vastgesteld in de vereisten van de over heid, niet wordt overschreden. • De SAR-limiet die door de Verenigde Staten en Canada is vastgesteld, is een gemiddelde van 1,6 watt/kilogram (W/kg) voor elke gram lichaamsweefsel. De hoogste SAR-waarde die aan de FCC is gerapporteerd voor dit apparaattype, voldeed aan deze limiet. • FCC-verklaring: Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCCreglementen. De werking is onderhevig aan de vol gende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die tot ongewenste werking kan leiden.
Schoonmaak en onderhoud • Als u onderhoud wilt uitvoeren aan het draadloze apparaat of het apparaat wilt schoonmaken, moet u het uitschakelen en loskoppelen van de netadapter. Als u dit niet doet, kan dit elektrische schokken of kortsluiting tot gevolg hebben. • Gebruik geen chemische schoonmaakmiddelen, poeders of andere chemische middelen (zoals alcohol en benzine) om het draadloze apparaat en de bijbehorende accessoires schoon te maken. Als u dit wel doet, kan dit brand tot gevolg hebben en kunnen onderdelen beschadigd raken. U kunt het draadloze apparaat en de bijbehorende accessoires schoonmaken met een zachte, antistatische en licht bevochtigde doek. • Maak geen krassen op de buitenkant van het draadloze apparaat. De verwijderde coating kan namelijk huidallergie veroorzaken. Als dit het geval is, moet u het gebruik van het draadloze apparaat staken en een arts raadplegen. • Raadpleeg een lokaal erkend servicecentrum voor ondersteuning als het draadloze apparaat of een van de bijbehorende accessoires niet werkt.
15. Afkortingen 3G
The Third Generation of Mobile communication
AC
Alternating Current
ARP
Address Resolution Protocol
AP
Access Point
APN
Access Point Name
CDMA
Code Division Multiple Access
DHCP
Dynamic Host Configuration Protocol
DNS
Domain Name Server
DL
Downlink (Download)
EDGE
Enhanced Data rates for GSM Evolution
GSM
Global System for Mobile communications
GPRS
General Packet Radio Service
GGSN
Gateway GPRS Support Node
HSPA
High Speed Packet Access
HSDPA
High Speed Downlink Packet Access
HSUPA
High Speed Uplink Packet Access
HLR
Home Location Register
IP
Internet Protocol
ICMP
Internet Control Message Protocol
LAN
Local Area Network
LED
Light Emitting Diode
L2TP
Layer 2 Tunneling Protocol
A
C
D
E
G
H
I
L
M MIR 850
Mobiel Internet Router 850
MSC
Mobile Switching Center
NAT
Network Address Translation
PCS
Personal Communication Systems
PSTN
Public Switched Telephone Network
POTS
Plain Old Telephone Service
PPTP
Point to Point Tunneling Protocol
RTT
Radio Transmission Technology
SOHO
Small Office Home Office
SCP
Service Control Point
SGSN
Serving GPRS Support Node
SDRAM
Synchronous Dynamic Random Access Memory
TKIP
Temporal Key Integrity Protocol
UMTS
Universal Mobile Telecommunications System
UL
Uplink (Upload)
VLR
Visitor Location Register
VPN
Virtual Private Network
WAN
Wide Area Network
WEP
Wired Equivalent Privacy
WLAN
Wireless Local Area Network
WPA
Wi-Fi Protected Access
WPA2
Wi-Fi Protected Access version 2
WCDMA
Wideband CDMA
WI-FI
Wireless Fidelity
N
P
R
S
T
U
V
W