KOMPASGIDS 2009-2010 schoolgids pcbs 't Kompas
Narcissenlaan 37, 4542BS Hoek, 0115-441671,
[email protected], www.kompashoek.nl directeur: Adriaan Krijger
Hoek, 7 september 2009
Beste ouders,
Hier de nieuwe Kompasgids van protestants christelijke basisschool ’t Kompas voor het schooljaar 2009-2010.
Nieuwe onderdelen in de Kompasgids zijn: hfd. 2: informatie over coöperatief leren en rekenen hfd. 11 verhoging kosten tussenschoolse opvang hfd. 22: geld voor goede doelen wereldwijd In deze schoolgids kunt u informatie lezen over de opzet en de organisatie van het onderwijs, de zorg voor de leerlingen, de resultaten van het onderwijs en wat u verder allemaal van de school mag verwachten. Voor vragen kunt u altijd contact opnemen met de directeur, de leerkracht of één van de leden van de schoolcommissie en/of MR. Ook kunt u surfen naar de website: www.kompashoek.nl of www.probaz.nl.
Wij wensen u en uw kinderen een goed schooljaar toe.
namens het schoolteam, Adriaan Krijger
5
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27a. 27b. 28.
Schoolbestuur/Schoolcommissie Inleiding basisschool ’t Kompas Het schoolgebouw Schoolteam Lidmaatschap vereniging Medezeggenschapsraad/Ouderraad Schooltoelating en –verzuim Groepsindeling en schooltijden Tijden bewegingsonderwijs Vakantierooster 2009-2010 Tussenschoolse - en buitenschoolse opvang Contacten ouders en school Schoolinformatie Ouderparticipatie Schoolreisjes en schoolkamp Leerlingenzorg: algemeen Leerlingenzorg: specifiek Leerlinggebondenfinanciering Jeugdgezondheiszorg EHBO-lessen leerlingen groep 8 Pleinwacht Geld voor goede doelen wereldwijd Samenwerking school en prot. gemeente Hoek Cultuurmenu’s De computer Fiets op school Gruitendag Fruit en traktatie Oudergroep hoofdluispreventie:
7 7 11 12 12 12 14 16 17 17 17 20 21 21 21 21 22 24 26 26 26 27 27 27 27 28 28 28 28
hoofdluisbehandeling thuis
29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41.
Kosteloos materiaal Crea-uur groep 5-8 Promotie betaalbare kinderboeken Sponsoring Schade en verzekeringen Regeling ongewenste intimiteiten en klachtenregeling Becijfering Huiswerk Toetsen op school Methoden Schoolverlaters ‘t Kompas Goed burgerschap op ‘t Kompas Pestprotocol
30 30 30 30 30 31 31 32 32 32 33 33 34
6
1. SCHOOLBESTUUR/SCHOOLCOMMISSIE Onze school participeert onder het bestuur van de Scholengroep ProBaz, vereniging voor protestants christelijk basisonderwijs Midden Zeeuws-Vlaanderen. Vanaf 1 januari 2001 zijn negen christelijke basisscholen uit Axel, Hoek, Sluiskil, Terneuzen en Zaamslag een bestuurlijke fusie aangegaan. Het dagelijks bestuur vergadert regelmatig met de basisschooldirecteuren en de voorzitters van de schoolcommissies. Het dagelijks bestuur van de Scholengroep ProBaz bestaat uit de volgende leden: J. E. van Opdorp voorzitter
Edisonstraat 25
4532 LL
Terneuzen
613923
M. J. van Langevelde secretaris
Narcisstraat 8-D
4537 PS
Terneuzen
630313
J. de Putter penningmeester
Boterbloemwei 14
4537 CJ
Terneuzen
619939
De schoolcommissie van ‘t Kompas bestaat uit de volgende leden: Wim Platteeuw voorzitter
Koudepolderstraat 4
4542 AL
Hoek
442136
Christian de Vries lid
Gladiolenlaan 21
4542 CX
Hoek
442513
Daniëlle Rijksen notulist
Hendrikstraat 2
4542 AP
Hoek
442992
2. INLEIDING BASISSCHOOL ’t KOMPAS a. b. c. d.
identiteit en uitgangspunten organisatie de kleutergroep basisvaardigheden
a. identiteit en uitgangspunten. ‘t Kompas is een christelijke basisschool die in principe open staat voor alle leerlingen. Op onze school maken de leerlingen kennis met de verhalen uit de Bijbel. We willen de boodschap uit deze verhalen laten doorklinken in de dagelijkse gang van zaken, zodat de sfeer in de school veilig en vertrouwd is, de kinderen met plezier naar school gaan en elk kind tot zijn recht komt. Op 't Kompas beginnen we de dag met gebed, we zingen bijbelliederen en we luisteren naar een bijbelverhaal. We eindigen de schooldag met een dankgebed. Elke dag wordt er tijd ingeroosterd voor de geloofsvorming van onze kinderen. De kerstviering van onze school vindt plaats in de kerk van Prot. Gemeente Hoek met alle leerlingen en ouders. De paasviering op Witte Donderdag wordt in de groepen gevierd. We gebruiken de methode van de Nederlandse Zondagsschool Vereniging: Kind op Maandag.
7
De samenwerking binnen de school berust op principes van respect, wederzijdse hulp, eerlijkheid, openheid, vertrouwen, veiligheid en het jezelf mogen zijn. We zijn alert op discriminatie en pesten en werken aan het voorkomen ervan. Ook brengen we de kinderen bij dat er regels op school gelden. Orde en regelmaat zorgen ervoor dat er ruimte en aandacht voor elk kind is. Hierdoor kan uit ieder kind gehaald worden wat erin zit. Natuurlijk wordt er weleens een kind gestraft, maar dat proberen we tot een minimum te beperken. We willen meer energie steken we in het belonen van goed gedrag. Er zijn op onze school ook kinderen met andere geloofsovertuigingen en culturen. We proberen alle leerlingen respect bij te brengen voor de verschillen in geloof en cultuur. We streven naar goede contacten met de ouders om zodoende de opvoedende taak van de leerkrachten zo goed mogelijk te laten aansluiten op de thuissituatie. De ouders worden jaarlijks in de gelegenheid gesteld ondersteunende werkzaamheden te verrichten. We bieden de leerlingen zoveel mogelijk onderwijs op maat, zodat zowel de leerling met problemen als de hoogbegaafde leerling tot zijn recht komt. Op grond van bovenstaande uitgangspunten hebben wij onze algemene doelstelling als volgt geformuleerd: ‘Het doel van opvoeding en onderwijs is de jonge mens zo te begeleiden en te stimuleren op zijn weg naar volwassenheid, dat hij steeds beter toegerust en gemotiveerd is om te bepalen, waar hij zijn krachten wil inzetten, om de algemene cultuuropdracht van de mens, namelijk deze aarde te bewerken en te bewaren in samenwerking met en tot vreugde van alle medemensen, op persoonlijke wijze gestalte te geven’. Het spreekt voor zich dat de aangeleerde kennis en vaardigheden in overeenstemming zijn met de voor het basisonderwijs opgestelde kerndoelen. b. organisatie. In onderwijzend Nederland zijn wij een betrekkelijk kleine basisschool. De honderdzestien leerlingen die wij tellen, hebben we verdeeld over zes groepen: een kleutergroep, groep 3/4, groep 5/6 en de bovenbouwgroepen 6/7 en 7-8. Elk schooljaar kan deze samenstelling wijzigen. Wij geven les volgens het leerstofjaarklassensysteem. De leerlingen ontvangen een klassikale uitleg en tijdens de verwerking van de aangeboden leerstof krijgen diverse leerlingen een voor hem/haar aangepaste uitleg aan de instructietafel. We houden tijdens de verwerking rekening met onze zorgleerlingen door aanpassingen te maken in de instructie en/of leerstof. Het werken met combinatiegroepen heeft voor de leerlingen voor- en nadelen: voor de ene leerling bevordert het de concentratie en voor de andere leerling kan het wat remmend werken op de verwerking van de leerstof. Doorgaans heeft het een positieve invloed. In hoofdstuk 16 kunt u meer lezen over onze zorgstructuur.
We weten uit eigen ervaring dat kinderen van elkaar leren en samen nieuwe dingen kunnen ontdekken. Wij vinden het belangrijk dat ze leren samenwerken. We doen dit middels de principes van het coöperatief leren. Het is een methode om leerlingen heel gestructureerd te laten samenwerken in kleine groepjes. Bij groepswerk zie je vaak dat sommige leerlingen zich goed inzetten en andere leerlingen er de kantjes van aflopen. Dit is niet mogelijk bij Coöperatief Leren. De methode gaat uit van het GIPS-principe : 8
G= gelijke deelname I = individuele aanspreekbaarheid P= positieve wederzijdse afhankelijkheid S= simultane actie. Het formeren van groepjes van twee leerlingen in de klas gaat snel en doelmatig : we spreken daarom over schoudermaatjes en oogmaatjes. Het werken in een grotere groep van vier leerlingen gaat in principe op dezelfde manier. In deze vorm van coöperatief leren is het leren samenwerken ingebouwd. Door de gestructureerde werkwijze doen de leerlingen als vanzelf sociale vaardigheden op. Die passen ze ook voortdurend toe. Het resultaat daarvan is veel hoger dan wanneer er met aparte programma’s voor sociale vaardigheid wordt gewerkt. Het wordt toegepast in alle groepen van ‘t Kompas. De leerlingen werken regelmatig in kleine groepen: tijdens het Estafette-lezen in de groepen 4 t/m 6 ( 2 of 3 maal per week), tijdens het project van twee weken, tijdens begrijpend lezen, met rekenwerkstukjes en soms bij de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs. Op de vrijdagmiddag hebben wij voor de groepen 5 t/m 8 een gezamenlijk Crea-uur. De groepen krijgen afwisselend muziek, drama, handvaardigheid, techniek en textiele werkvormen. Een leuke afsluiting van de schoolweek. c. de kleutergroepen: In groep 1 en 2 wordt thematisch gewerkt. Twee tot drie weken wordt aan een bepaald onderwerp gewerkt. Naast de vaste thema’s zoals Sinterklaas en Kerstmis, kiezen we ieder jaar weer andere, actuele thema’s. Binnen de thema’s komen allerlei ontwikkelingsgebieden aan de orde. Iedere zes weken maken de leerkrachten van groep 1 en 2 een periodeplan. Daarin worden op verschillende ontwikkelingsgebieden doelen geformuleerd. Gedurende zes weken werken we dan spelenderwijs aan die doelen. Een doel kan bijvoorbeeld zijn : De kinderen kunnen rijmzinnetjes afmaken. Dat doel wordt dan door rijmspelletjes, boekjes op rijm en versjes geoefend. Maar bijvoorbeeld ook : De kinderen kunnen zelfstandig een opdrachtje uitvoeren. Door kinderen veel zelf te laten doen, spulletjes klaar te laten zetten, taakjes te geven voelen ze zich groot en wordt de zelfstandigheid verhoogd. Aan het eind van die zes weken wordt het plan geevalueerd en worden er nieuwe doelen opgesteld. We vinden het belangrijk te werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We zijn alert op de drie basiskenmerken van jonge kinderen; zich veilig voelen, nieuwsgierig en ondernemend en zelfstandig zijn. Het sociale aspect verdient veel aandacht. Het omgaan met elkaar, het samen spelen en leren, je verplaatsen in de ander en hoe om te gaan met teleurstellingen zijn dagelijkse aandachtspunten in de kleutergroepen. De inrichting van de klas is erop gericht dat kinderen veel leren en veel kansen kunnen grijpen om zich te ontwikkelen. Zo passen we de speelhoeken aan het thema aan en zorgen we dat er uitdagende materialen aanwezig zijn. De huishoek wordt tijdens het thema ‘circus’ omgetoverd in een circustent en de stempelhoek is tijdens het thema ‘Post’ het Postkantoor geworden. In kringgesprekken wordt er regelmatig met de kinderen gesproken over allerlei onderwerpen, zodat zij veel woorden leren en goed leren spreken. We vinden het belangrijk de woordenschat van de kinderen te vergroten. Hoe meer woorden een kind kent, hoe makkelijker hij nieuwe dingen leert en zo zijn kennis vergroot. In groep 2 werken we gericht aan de tussendoelen beginnende geletterdheid en gecijferdheid. Deze tussendoelen zijn voorwaarden om aan het lees- en rekenproces in groep 3 te kunnen beginnen. Leren lezen en rekenen begint al in groep 1! Er wordt in groep 1 en 2 veel gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken, in de speelzaal en op de speelplaats. Omdat kleuters volop in lichamelijke ontwikkeling zijn neemt het bewegingsonderwijs een belangrijke plaats in.
9
We werken met actuele onderwijsmethodes zoals Schatkist (Taal/Rekenen), Pluspunt (Rekenen), Schrijfdans en Pennenstreken (Motorische ontwikkeling en voorbereidend schrijven), De Zeeuwse Bewegingsmethode (gym) en Leefstijl (Sociaal-emotionele ontwikkeling).De ontwikkeling van de kinderen wordt bijgehouden door middel van het observatie- en registratiemodel Kijk! Drie keer per jaar wordt voor ieder kind een ontwikkelingsoverzicht ingevuld waarin de ontwikkeling van het kind op elk gebied goed zichtbaar wordt. Wanneer een kind achterblijft in zijn ontwikkeling wordt dit vroeg gesignaleerd zodat er een passende manier gezocht kan worden om aan die achterstand of problemen te werken. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling krijgen aangepaste opdrachten zodat zij ook voldoende uitdaging blijven houden. Er is dus niet alleen een verschil tussen de opdrachten en activiteiten in groep 1 en 2, maar ook binnen groep 1 en binnen groep 2 is er een gedifferentieerd aanbod. Gedurende de kleuterjaren werken we gericht naar de overgang naar groep 3. Toch kan het zijn dat een kind aan het eind van groep 2 nog niet aan alle voorwaarden voldoet om aan groep 3 te kunnen beginnen. Dit kan bijvoorbeeld wanneer een kind de leesvoorwaarden nog niet beheerst. Maar soms is een kind er sociaal-emotioneel gewoon nog niet aan toe. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in de kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind daaraan toe is. Eind groep 2 krijgen de kinderen een rapport waarin de vorderingen per ontwikkelingsgebied zijn aangegeven. Ook staan hier de scores in van de CITO-toetsen die het kind in groep 1 en 2 heeft gemaakt. d. basisvaardigheden in groep 3-8: lezen, schrijven, taal en rekenen. In onze school beginnen de kinderen in groep 3 met het leesonderwijs. In groep 3 gaat er voor de kinderen toch het één en ander veranderen. Terwijl ze voorheen gewend waren om projectmatig te werken, stappen we in groep 3 over op methoden. Aan taal, lezen en schrijven besteden we gemiddeld ruim 10 uur in de week. We gebruiken daar de methode Veilig Leren Lezen voor. In deze methode zitten alle onderdelen van taal verwerkt: lezen. spelling en begrijpend lezen. Voor rekenen gebruiken we de methode Pluspunt: per week besteden we gemiddeld 5 uur aan het vak rekenen. De kinderen krijgen ook les in de wereldoriënterende vakken: natuuronderwijs, geschiedenis en aardrijkskunde. Dit gaat heel spelenderwijs aan de hand van posters en werkbladen. Naast tijd voor inspanning en concentratie, is er tijd voor ontspanning tijdens de morgenen middagpauze. De kinderen hebben gymnastiek op de dinsdag en de donderdag. Nederlandse taal: Uren zat u wellicht over uw taalschrift gebogen en honderden invullesjes moest u maken. Ook waren er veel spellingsoefeningen en dictees. Het taalonderwijs was vooral gericht op foutloos schrijven. Nog steeds leren we kinderen foutloos schrijven, maar we besteden veel meer aandacht dan vroeger aan communicatie, je eigen gedachten onder woorden brengen, aan luisteren, aan creatief taalgebruik en aan het houden van spreekbeurten. We besteden ook veel aandacht aan lezen. Lezen wordt in de toekomst steeds belangrijker. Lezen dient functioneel te zijn. De leerlingen leren omgaan met bijvoorbeeld het gebruik van een telefoonboek, met de atlas, met de gebruiksaanwijzing voor hun CD-rom spel. Zie hoofdstuk 32 voor ons methodenoverzicht. Daarnaast geven we de leerlingen tijd om gewoon lekker van een spannend boek te genieten. De klassenbibliotheken worden jaarlijks aangevuld met nieuwe boeken. Ook worden er op ’t Kompas zeer regelmatig uit mooie boeken voorgelezen. Leesproblemen en Dyslexie: Tegenwoordig wordt veel gesproken over dyslexie. In Nederland wordt de volgende definitie van dyslexie gehanteerd: 10
‘Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau’. Ook op onze school wordt veel aandacht besteed aan dyslexie. Er wordt vanaf dit schooljaar in alle groepen gewerkt met het Protocol Leesproblemen en Dyslexie, dat is ontwikkeld door het Expertisecentrum Nederlands om het onderwijs aan leerlingen met (potentiële) leesproblemen te verbeteren. Het Protocol is een soort handboek dat op onze school wordt gebruikt ten behoeve van het leesonderwijs. Het voornaamste doel van het Protocol is, om de lees - en spellingproblemen al in een vroeg stadium te onderkennen en te behandelen. Door al vroeg aan de slag te gaan met lees - en spellingproblemen hopen we te voorkomen dat leerlingen helemaal vastlopen in het leesonderwijs, waardoor ze de motivatie om te lezen verliezen. Heel belangrijk is dat leerkrachten en ouders lees- en spellingproblemen, of voorlopers daarvan, al in een vroeg stadium opmerken (dit kan ook al in groep 1-2 het geval zijn), zodat deze kinderen in de gaten kunnen worden gehouden of zodat begeleiding zo vroeg mogelijk kan starten. Het Protocol richt zich op de leerkracht en niet op de ouders, maar een goede samenwerking met de ouders is wel belangrijk. Het is immers van belang dat gebruik wordt gemaakt van de deskundigheid van ouders en de kennis die zij van hun kind hebben. Aan de andere kant kunnen ook ouders bijdragen aan een stukje extra oefening en begeleiding van hun kinderen, om het leesproces maximaal te ondersteunen. Rekenen. Het rekenen bestond vroeger alleen maar uit sommen maken, tafels leren, cijferen, hoofdrekenen, procenten en breuken. Dit leren wij de kinderen nog steeds, maar er is ook veel aandacht voor verhaalsommen, tabellen en grafieken. De kinderen leren nu ook rekenen door het oplossen van praktische probleempjes die ze in het dagelijks leven tegenkomen. We noemen dit realistisch rekenen. In de groepen 3 t/m 8 worden de rekenlessen op dezelfde manier gegeven. We maken per rekenblok een groepsplan voor drie weken. Hierin leggen we de planning van de rekenlessen en de toets vast. Tevens geven we hierin aan welke leerlingen na de klassikale instructie nog een extra uitleg krijgen aan de instructietafel. Dit zijn meestal leerlingen met een Cito-score C. Met deze extra instructie willen we deze leerlingen op Cniveau of hoger houden. Per drie maanden maken we een groepsoverzicht. Hierin leggen we voor alle leerlingen rekendoelen vast voor het komende trimester. Dit wordt besproken met de remedial teacher en de groepsleerkrachten. Wereldoriënterende vakken. Op ‘t Kompas krijgen de kinderen les in de afzonderlijke vakken, aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. We zorgen ervoor dat kinderen Nederland, Europa en de werelddelen leren kennen en hoe de mensen er leven en geleefd hebben. De leerlingen leren over de geschiedenis van ons land en verschillende andere werelddelen. In de groepen 3 en 4 vinden veel lessen plaats aan de hand van een beeldplaat. In de overige groepen 5 t/m 8 wordt lesgegeven uit methoden die we de laatste jaren hebben aangeschaft. Expressievakken. We weten allemaal dat de mensen de laatste jaren steeds meer vrije tijd hebben gekregen. We leren de kinderen deze vrije tijd zinvol te besteden. Naast tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen geven we de kinderen ook les in muziek, toneel en techniek. Voor al deze vakken gebruiken we methodes met een goede en duidelijke opbouw. 3. SCHOOLGEBOUW 11
‘t Kompas heeft de beschikking over 6 lokalen, een gymzaal voor de kleuters, een grote hal, een handvaardigheidslokaal, een personeelskamer, een directiekamer en een kamer voor de remedial teacher, een keuken en drie toiletgroepen. De gymzaal voor de kleuters is tevens de ruimte voor de BSO. De St. Kinderopvang Zeeuwsch-Vlaanderen is hiervoor verantwoordelijk. De gymnastieklessen worden gegeven in de gymnastiekzaal van de OBS Op Weg in de Langestraat te Hoek. Aan de school werken acht leerkrachten, een onderwijsassistent en een remedial teacher/intern begeleider. De school is gelegen in een woonwijk net buiten de dorpskern. 4. SCHOOLTEAM Adriaan Krijger directeur leerkracht groep 7b/8 Veerle Ditewig leerkracht groep 1/2 Chantal Vinke leerkracht groep 4 Esther van Aartsen leerkracht groep 3/4 Ada Dieleman leerkracht groep 3 en 7b/8 Ellen van Vooren leerkracht groep 5/6a Teunie Basting leerkracht groep 6b/7a Esther Kousemaker leerkracht groep 5/6a Carla de Jonge remedial teacherintern begeleider Corrie van EeKarreman onderwijsassistent leerkracht groep 6b/7a Hanneke Krijger interieurverzorgster
Gladiolenlaan 8
4542 CZ
Hoek
441796
N. J. Hartestraat 12
4531 HV
Terneuzen
Karel Doormanln. 3
4535 BP
Terneuzen
720445
Dokter Vosstr. 8
4471 CW
Wolphaartsdijk
0113220168
Zouteweg 6
4521 GL
Biervliet
441444
Platschelp 9
4533 DH
Terneuzen
631599
Pompedijkje 1
4525 LR
Retranchement
0117391371
Lorentzlaan 92
4532 KS
Terneuzen
720872
Iristraat 132
4542 EJ
Hoek
441658
Valeriaanstr. 34
4537 CD
Terneuzen
614474
Gladiolenlaan 8
4542 CZ
Hoek
441796
5. LIDMAATSCHAP Ver. voor PCBO Midden Zeeuws-Vlaanderen Basisschool ’t Kompas is één van de negen scholen van Scholengroep ProBaz, vereniging voor protestants christelijk basisonderwijs Midden Zeeuws-Vlaan-deren. Alle ouders en belangstellenden kunnen lid of begunstiger worden van de vereniging. U kunt een inschrijvingsformulier bij de directie afhalen. Voor opzegging van het lidmaatschap dient u zich te wenden tot dhr. J. de Putter, penningmeester vereniging. Als lid van de vereniging kunt u mee stemmen bij verkiezingen, u kunt uzelf verkiesbaar stellen voor een bestuursfunctie of een functie binnen de schoolcommissie van ’t Kompas. Het lidmaatschap kost u € 6,81 per jaar. 6. MEDEZEGGENSCHAPSRAAD/OUDERRAAD De medezeggenschapsraad van de basisschool bestaat uit twee geledingen: een personeels- en een ouder-geleding.
12
personeelsgeleding: Carla de Jonge, secretaris Teunie Basting, notulist oudergeleding: Wim Buijze voorzitter penningmeester Beatrice Boonman- algemeen lid Pladdet
Fresiaplein 5
4542 DZ
Hoek
441399
Noordweg 3
4541 PG
Sluiskil
471474
Wat is de MR? Iedere school heeft een bevoegd gezag, ofwel een bestuur. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken in en om de school. Maar het bestuur beslist niet zomaar wat er met de school gebeurt. Er is over belangrijke zaken altijd eerst overleg met de Medezeggenschapsraad (MR). Medezeggenschap in het onderwijs is wettelijk verplicht. Sinds 1981 bestond de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Per 1 januari 2007 is de Wet Medezeggenschap op Scholen (de WMS) daarvoor in de plaats gekomen. Wat doet de MR? De MR denkt mee met het bestuur, toetst diens besluiten, is medeverantwoordelijk voor het welzijn van de leerlingen en het team en bewaakt mede de onderwijskwaliteit. Personeel zal daarbij vaak meer de nadruk leggen op zaken als: arbeidsvoorwaarden, personeelsbeleid en arbeidsomstandigheden. Ouders meer op: leerlingvoorzieningen, schoolkosten en kwaliteit. Toch zijn de belangen van ouders en personeel niet tegenstrijdig. Beide zijn tenslotte voorstander van goed onderwijs en een fijne school voor de kinderen. Ze vullen elkaar prima aan als ze van elkaars competenties gebruik maken. Het personeel weet veel van de dagelijkse gang van zaken op school, ouders leveren vanuit hun ervaring en kennis een waardevolle bijdrage aan de Medezeggenschapsraad. De taken van de MR. De MR overlegt met de directie en het schoolbestuur over belangrijke schoolzaken. Enkele voorbeelden: * * * * *
De besteding van het geld van de school Meedenken over een verbouwing Meedenken over het beleid van de school Zitting in een sollicitatiecommissie Goedkeuren van de begroting van de school
Over sommige onderwerpen mag de MR het bestuur alleen adviseren (adviesrecht), maar er zijn ook zaken waarin de MR een zwaardere stem heeft. Het bestuur mag een bepaald besluit dan pas uitvoeren als de MR er mee heeft ingestemd (instemmingsrecht). Waar beslist de MR over mee? * Ouderbijdrage * Schooltijden * Pestbeleid * Schoolvakanties * Veiligheid * Schoolregelement * Klachtenregeling * Schoolgids * Tussenschoolse opvang * Financieel beleid De leden van de MR. 13
De MR heeft leden. In het basisonderwijs zijn dat ouders en leerkrachten. Alle ouders en personeelsleden mogen stemmen voor de MR en ze kunnen zich allemaal verkiesbaar stellen. Wat kunnen wij als MR van 't Kompas voor u als ouder betekenen? Stel u heeft een vraag of opmerking over b.v. de school, zaken die de school of leerlingen aangaan dan kunt u bij ons terecht! We zullen proberen u zo goed mogelijk te helpen of u door te verwijzen naar de desbetreffende persoon. Ook wanneer u een klacht of vraag heeft waar u met de leerkracht of directeur niet uitkomt zullen wij proberen als MR u verder te helpen! Heeft u vragen? Neem dan contact op met de MR-leden. De ouderraad De ouderraad bestaat uit vijf vrijwillige, actieve ouders en twee teamleden. De ouderraad werkt met een reglement. Dit ligt ter inzage in de school. Enkele activiteiten die zij ter hand nemen: Sinterklaasfeest, Kerstfeest, het organiseren van het schoolontbijt, sponsorloop, aanschaf van spelmateriaal, opzetten van een meester- en juffendag met het schoolteam voor groep 1 t/m 8, assisteren bij recepties, het aanbieden van een herinneringspen als afscheidscadeau voor de leerlingen van groep 8 en het assisteren van de afscheidsavond van groep 8. personeelsgeleding: Veerle Ditewig, Ada Dieleman en Adriaan Krijger oudergeleding: Jolanda Dieleman penningmeester Dominique Tollenaar secretaris Claudia Dieleman Margo Platteeuw Linda Maas
Lovenpolderstr. 10
4542 NS
Hoek
442588
Langestraat 88-C
4542 AK
Hoek
442590
Burg. Wolferthof 25 4542 HA Koudepolderstr. 4 4542 AL Seringenlaan 12 4542 CH
Hoek Hoek Hoek
441307 442136 442604
7. SCHOOLTOELATING EN -VERZUIM. Schooltoelating: Vanaf vijf jaar is uw kind leerplichtig: om precies te zijn de eerste schooldag van de maand, volgend op die, waarin uw kind de leeftijd van 5 jaar heeft bereikt. Leerplichtig wil zeggen dat de ouders er voor moeten zorgen dat hun kind ingeschreven staat op een basisschool. Van de afdeling onderwijs van de gemeente Terneuzen ontvangt u tijdig een brochure met algemene informatie over de verschillende basisscholen. Tevens ontvangt u een aanmeldingsformulier. Dit formulier bevat enkele vragen omtrent de schoolopleiding van de ouders. Afhankelijk hiervan krijgt de school formatie toegewezen. Het is dus van belang dat u dit formulier volledig invult. Vanaf 4 jaar mogen de kinderen de basisschool bezoeken. Meestal is het voor deze jonge kinderen een hele verandering. Om alvast te kunnen wennen aan de school, mogen zij vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden gedurende 5 dagdelen ( 5 keer een morgen of een middag ) de school bezoeken. In overleg met juf Veerle of juf Chantal, die bij u vooraf op huisbezoek komen, kunt u kiezen wanneer uw kind ter gewenning de school bezoekt. De eerste keer dat uw zoon of dochter op school komt kijken, bent u als ouder ook van harte welkom in de groep. Voor u beiden is dit prettig: u weet dan de gang van zaken in de groep. Voor kinderen die de leeftijd van 5 jaar nog niet hebben bereikt, is nog een afwijkende regeling van toepassing. Deze kinderen mogen tot max. 5 uur per week thuis blijven. 14
Op verzoek kan de directie instemmen met nog 5 uur extra verzuim, als het te vermoeiend is om de school heel de week te bezoeken. Weigering van een leerling. Het hoofdbestuur van onze vereniging beslist over de toelating van de leerling. Schoolbesturen van bijzondere scholen ( o.a. christelijke scholen ) mogen leerlingen weigeren als ouders de godsdienstige of levensbeschouwelijke richting van de school niet respecteren. De basisschool mag de betrokken leerling niet weigeren als er binnen redelijke afstand van de bijzondere school geen openbare school is. Als de basisschool ‘t Kompas een leerling weigert, zal het hoofdbestuur dit schriftelijk aan de ouders uit dienen te leggen. De ouders kunnen dan binnen zes weken, eveneens schriftelijk, bezwaar maken. Het hoofdbestuur moet daarna binnen vier weken een nieuwe beslissing nemen, nadat de ouders zijn gehoord. Schorsing en/of verwijdering van een leerling. Leerlingen kunnen van school worden gestuurd, voor een tijdje: schorsing, of voorgoed: verwijdering. Meestal gebeurt zoiets alleen als het kind zich ernstig misdraagt: wangedrag. De beslissing over verwijdering van een leerling wordt genomen door het hoofdbestuur. Voordat zo’n besluit kan worden genomen, moeten eerst de groepsleerkracht en de ouders worden gehoord. Als het besluit eenmaal is genomen, mag het hoofdbestuur de leerling niet onmiddellijk van school sturen. Het bestuur moet namelijk eerst proberen om een andere school te vinden voor de leerling. Alleen als dat niet lukt - en daar moet het hoofdbestuur tenminste acht weken zijn best voor doen - mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren. Als het hoofdbestuur een leerling wil schorsen of weigeren dan moet het bestuur daarover met de ouders overleggen. Blijft het hoofdbestuur bij zijn besluit dan kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het hoofdbestuur binnen vier weken eveneens schriftelijk op dat bezwaarschrift reageren. Als het hoofdbestuur dan nog vasthoudt aan het besluit om de leerling te verwijderen dan kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. Schoolverzuim. De ouders worden via het Kompasjournaal en de schoolkrant vroegtijdig op de hoogte gebracht van de komende vrije dagen en schoolvakanties. Er wordt de ouders verzocht hier rekening mee te houden. Op deze wijze hopen wij het schoolverzuim tot een minimum te beperken. Het schoolverzuim wordt dagelijks door de leerkrachten bijgehouden. U mag uw kind dus niet zonder geldige reden thuis houden. Elk vermoedelijk ongeoorloofd verzuim dat tenminste één dag heeft geduurd, wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Om de reden van het verzuim te achterhalen, kunnen we de volgende opties gebruiken: informatie inwinnen bij de ouders, op huisbezoek gaan, een brief sturen, ouders oproepen voor een gesprek en we kunnen de ouders vragen om een doktersverklaring. Het gaat er ons om de motieven voor schoolbezoek te benadrukken en te wijzen op de plicht van de ouders. Als u uw kind thuishoudt zonder geldige reden, en zonder overleg met de school, bent u dus strafbaar. Een geldige reden is bijvoorbeeld ziekte of een begrafenis. Als een leerling ziek is, verwacht de school een kort telefoontje. Extra verlof buitenom de schoolvakanties wordt door de directeur van de school en de leerplichtambtenaar niet toegestaan. De directeur neemt het advies van de leerplichtambtenaar over! U kunt extra verlof aanvragen via een formulier dat u bij de directeur van de school kunt krijgen. Gedurende de eerste twee weken van een nieuw schooljaar mogen er geen vrije dagen opgenomen worden! 15
Ieder gezin kan per schooljaar gebruik maken van de twee-dagen-regeling: bijvoorbeeld een lang weekend (vrijdag t/m maandag). U kunt dit altijd voorleggen aan de directeur van de school. Ziekenhuisopname Artikel 9a wbo gaat over: Ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen 1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund. 2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid wordt verzorgd door: a. een educatieve voorziening (……) bij een academisch ziekenhuis of b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis verblijft. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te nemen is als volgt: 1. Voor kinderen die slechts kort door ziekte de school verzuimen, kan in overleg met ouders, werk meegegeven worden teneinde achterstand bij het weer naar school kunnen zoveel mogelijk te voorkomen. 2. Als een leerling door ziekte méér dan twee weken de school niet kan bezoeken, zal de leerkracht in overleg treden met directeur en intern begeleider om te overleggen over de mogelijkheid tot het geven van onderwijs aan de - thuis of in het ziekenhuis verblijvende - leerling. Tevens wordt afgesproken of externe hulp ingeschakeld wordt. 3. In overleg met ouders en/of ziekenhuispersoneel kan door de leerkracht dan een handelingsplan opgesteld worden. 4. Leerkracht, intern begeleider en directie zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan. 8. GROEPSINDELING EN SCHOOLTIJDEN In onderstaand schema ziet u de klassenindeling voor het schooljaar 2009-2010:
maandag
groep 1/2 juf Veerle
dinsdag
juf Veerle
woensdag
juf Veerle
donderdag
juf Veerle
vrijdag
juf Veerle
groep 3 juf Ada
groep 4 juf Chantal
groep 5/6 juf Esther K.
groep 6/7 juf Teunie
groep 7-8 meester Adriaan
juf Esther K.
juf Teunie
meester Adriaan
juf Chantal
juf Esther K.
juf Teunie
juf Ada
juf Chantal
juf Ellen
juf Teunie
juf Ada
juf Ellen
juf Corrie
juf Ada
juf Esther van A. juf Esther van A. juf Esther van A.
juf Esther van A.
De schooltijden: schooltijden vanaf 2009-2010 De groepen 1 t/m 4 dienen volgens de wet 880 schooluren per jaar les te krijgen. Voor de groepen 5 t/m 8 zijn het 1000 schooluren. Wij hebben de schooluren als volgt verdeeld: groep 1 t/m 4:
maandag- t/m vrijdagmorgen: woensdagmorgen: maandag- t/m donderdagmiddag: 16
08.45u – 12.00u 08.45u – 11.45u 13.00u - 15.15u
groep 5 t/m 8:
woensdag- en vrijdagmiddag:
vrij
maandag- t/m vrijdagmorgen: woensdagmorgen: maandag- t/m vrijdagmiddag: woensdagmiddag:
08.45u - 12.00u 08.45u – 12.30u 13.00u - 15.15u vrij
We streven ernaar de lesuitval zoveel mogelijk te beperken. Bij ziekte van een leerkracht wordt er altijd voor vervanging gezorgd. Wij kunnen putten uit een invallerslijst van de gezamenlijke ProBaz-basisscholen. 9. TIJDEN BEWEGINGSONDERWIJS De groepen 3 t/m 8 gaan voor de lessen bewegingsonderwijs te voet naar de gymzaal in de Langestraat. Gymkleding is verplicht, ook bij heel warm weer: shirt, korte broek of gympakje. Gymschoenen zijn niet verplicht, maar het wordt zeer sterk bij u aangeraden i.v.m. voetschimmel en andere infecties. Wij vragen de ouders om de leerkrachten schriftelijk of mondeling in te lichten als zoon/dochter niet mee mag doen met deze lessen De tijden bewegingsonderwijs voor dit schooljaar: dag: dinsdag
groep: 3 4 7b-8 6b-7a 5-6a
tijd: 10.30u 08.45u 09.45u 13.15u 14.15u
– 11.15u – 09.30u – 10.30u – 14.00u - 15.00u
donderdag
3 4 5-6a 6b-7a 7b-8
11.15u 10.30u 10.45u 13.15u 14.15u
– 12.00u – 11.15u – 11.30u – 14.00u - 15.00u
10. VAKANTIEROOSTER 2009 - 2010: aanvang schoolseizoen: herfstvakantie: kerstvakantie: voorjaarsvakantie: paasvakantie: meivakantie: pinksteren: zomervakantie:
maandag 7 september ma. 26 okt. ‘09 ma. 21 dec. ‘09 ma. 15 feb. ‘10 vr. 2 april ‘10 vr. 30 april ‘10 ma. 24 mei ‘10 ma. 26 juli ‘10
2009 t/m vr. 30 okt. ‘09 t/m vr. 1 jan. ‘10 t/m vr. 19 feb. ‘10 t/m ma. 5 april ‘10 t/m vr. 14 mei ‘10 t/m di. 25 mei ‘10 t/m vr.3 sept. ‘10
11. TUSSENSCHOOLSE – EN BUITENSCHOOLSE OPVANG Tussenschoolse opvang: TSO Het is mogelijk om uw kind tussen de middag te laten overblijven op school. Vanaf twaalf uur eten de kinderen in het overblijflokaal, onder toezicht van een ouder. Om half één gaan de kinderen, onder toezicht van een ouder, buiten spelen. Bij slecht weer is er de mogelijkheid om binnen te spelen: spelletjes, tekenen en op de computer. Tijdens het buitenspel en het overblijven (12.00u tot 12.45u) kunnen de overblijfouders gebruik maken van gele en rode kaarten. Bij vervelend, brutaal en ongewenst gedrag 17
kan een leerling een gele kaart krijgen. Bij de derde gele kaart hoort ook een rode kaart. Er zal dan een gesprek plaatsvinden met de ouders van de leerling hoe dit gedrag opgelost kan worden. De leerkracht van de leerling zal dan contact opnemen met de ouders. Jaarlijkse overblijfkosten: 1 dag: € 25,00 2 dagen: € 50,00 3 dagen: € 75,00 heel de week: € 100,00 Het derde kind uit een gezin mag gratis overblijven! De ouders van de vaste overblijfkinderen ontvangen hiervoor een factuur bij aanvang schooljaar. De incidentele overblijvers kunnen gebruik maken van de tienstrippenkaart. Kosten: € 11,--. U dient zelf voor het eten en drinken te zorgen: er wordt wel thee geserveerd. Het drinken van de kinderen kan ’s morgens fris in de koelkast worden gezet. Wanneer uw kind eenmalig overblijft, kunt u dit bij de leerkracht melden. De kinderen zijn tijdens het overblijven verzekerd. Een groep ouders van ’t Kompas regelt en verzorgt het overblijven. Zij zijn dan ook tussen de middag verantwoordelijk voor de kinderen. Zij ontvangen een vergoeding. Buitenschoolse opvang: BSO Basisschool ’t Kompas heeft een convenant ondertekend samen met de Stichting Kinderopvang Zeeuwsch-Vlaanderen. Vanaf schooljaar 2006-2007 (maandag 14 aug. 2006) bieden wij de ouders de mogelijkheid aan om de buitenschoolse opvang van hun kinderen via deze stichting te regelen. Zodra uw kind naar de basisschool gaat, bestaat de mogelijkheid van buitenschoolse opvang, kortweg bso. Een vertrouwde, veilige en gezellige plek waar kinderen voor en na schooltijden en in de vakanties terecht kunnen. Een plek waar ze zich thuis voelen en zich kunnen voorbereiden op of juist uitleven na een drukke schooldag. Er zijn vriendjes en vriendinnetjes, vaak zelfs klasgenootjes, en er is volop sport-, spel- en speelmateriaal. En heeft uw kind juist behoefte om even tot rust te komen dan is daar uiteraard ook alle gelegenheid toe. De bso is bedoeld voor kinderen van 4 jaar tot ongeveer 13 jaar. Een bso-groep bestaat uit 10 tot 20 kinderen. Tussen school en thuis Kinderopvang Zeeuwsch-Vlaanderen vindt het belangrijk dat kinderen voor of na een drukke dag op school zichzelf kunnen zijn en zich in een veilige omgeving, samen met andere kinderen, kunnen ontspannen. De bso is in onze ogen met nadruk geen verlengde schooldag, maar een vervanging van de thuissituatie. De kinderen worden door één of meerdere leidsters uit school opgehaald of naar school gebracht. Om uw kind zo snel en veilig mogelijk naar de opvang te brengen, wordt, als de loopafstand te groot is, gebruik gemaakt van eigen auto’s of taxivervoer. Zodra uw kind uit school bij ons aankomt, staat het drinken en fruit al klaar. Gezamenlijk aan tafel krijgt iedereen de gelegenheid verhalen van school of bijzondere gebeurtenissen thuis te vertellen. Daarna mag uw kind zelf bepalen wat het gaat doen. Er zijn vriendjes of vriendinnetjes om mee te spelen. Kinderen die huiswerk willen maken krijgen daar alle gelegenheid toe. Verder zijn er tal van andere mogelijkheden: buiten spelen, spelletjes doen, verkleedkleren passen, computerspelletjes en televisiekijken. Eigenlijk alles wat uw kind thuis ook zou kunnen gaan doen. En misschien nog wel iets meer.. Ons uitgangspunt is dat uw kind zich geborgen voelt. Geborgenheid staat synoniem voor aandacht, vast patronen, bekende gezichten, kortom een vertrouwde omgeving.
18
Uiteraard stimuleren onze leidsters de kinderen om hun vrije tijd zinvol te besteden. Regelmatig bieden zij activiteiten aan. Bij het activiteitenaanbod wordt er steeds rekening gehouden met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van uw kind. Leuk! Geen school! Komt uw kind op de vrije woensdag- en /of vrijdagmiddag dan beginnen we met een gezamenlijke broodmaaltijd aan tafel. Ieder kind krijgt de gelegenheid om iets te vertellen. Daarna gaat uw kind spelen of huiswerk maken. Natuurlijk kan het ook deelnemen aan een groepsactiviteit. Voor de vakanties wordt, aan de hand van een thema, een activiteitenprogramma opgesteld met uitstapjes, speurtochten, kokkerellen en nog veel meer. Als u alleen in de schoolvakanties opvang nodig heeft, dan kan dat ook. U geeft in dat geval een aantal weken voor de vakantie door op welke dagen u opvang nodig heeft. Alles op een rijtje -voor schoolgaande kinderen van 4 tot 13 jaar van werkende of studerende ouders; -voeding bij de prijs inbegrepen -vakantie- activiteitenprogramma -volop speelmogelijkheden en spelmateriaal -zorgzame en professionele begeleiding Gastouderopvang: Gastouderopvang is geknipt voor ouders die op zoek zijn naar goede, flexibele opvang voor hun kind in een huiselijke omgeving. Onder professionele begeleiding biedt de gastouder de kinderen een tweede huis. Een gastouder is meestal een moeder die de kinderen in haar eigen gezin opvangt. Naast haar eigen kinderen mag zij maximaal vier kinderen opvangen. Uw kind draait dus gewoon mee in het huisgezin; van samen boodschappen doen tot het vieren van een verjaardag van een gezins- of familielid. Uiteraard heeft de gastouder voldoende speelgoed voor uw kind in huis en zijn het huis en de tuin kindvriendelijk en veilig. Kenmerkend voor de gastouderopvang is de flexibiliteit en de kleinschaligheid. Voor veel ouders zijn dit de voornaamste redenen om voor een gastouder te kiezen. Gastouderopvang heeft geen vaste openingsuren. Dit is ideaal bij onregelmatige werktijden. Van inschrijving naar kennismaking Uw inschrijving bij het gastouderbureau start met een gesprek met een van de goed opgeleide bemiddelingsmedewerkers. De bemiddelingsmedewerker gaat uitgebreid in op uw wensen met betrekking tot de opvang. Aan de hand van deze informatie gaat de bemiddelingsmedewerker op zoek naar een passende gastouder. De volgende stap is de kennismaking met de gastouder. In dit kennismakingsgesprek wisselt u de nodige informatie uit. Heeft u een goed gevoel en bent u er van overtuigd dat u de juiste gastouder heeft gevonden dan volgt er een tweede gesprek waarbij de bemiddelingsmedewerker aanwezig zal zijn. In dit bemiddelingsgesprek komt de meer formele kant aan bod en wordt een overeenkomst afgesloten. Mocht u aan het eerste kennismakingsgesprek, om wat voor reden dan ook, geen goed gevoel overhouden, dan gaan we op zoek naar een andere gastouder. Het gastouderbureau speelt een voorname rol in de begeleiding van gastouderopvang. Zo vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen de ouders en de gastouder, waarbij de bemiddelingsmedewerker aanwezig is. Tijdens het jaar is er regelmatig telefonisch contact met zowel de gastouder als de ouder. U mag er op vertrouwen dat de continuïteit bij onze gastouderopvang niet snel in gevaar komt. Wanneer een gastouder ziek is of vakantie heeft, is een telefoontje naar uw bemiddelingsmedewerker voldoende. Zij regelt zo spoedig mogelijk vervangende opvang. 19
Dit kan zijn bij een andere gastouder of bij een van onze kinderdagverblijven of bsogroepen Alles op een rijtje: -voor kinderen van 0 tot 13 jaar van werkende of studerende ouders -opvang in uren -flexibele opvang mogelijk, ook ’s avonds en in het weekend -deskundige begeleiding door gastouderbureau -deskundigheidsbevordering van gastouders -vakantie- en ziekte noodopvang mogelijk -proefperiode van twee maanden -jaarlijkse evaluatiegesprekken 12. CONTACTEN OUDERS - SCHOOL In het belang van uw kind is het noodzakelijk dat er geregeld contact is tussen de ouders en de leerkrachten, o.a. over de vorderingen/stagnaties van uw kind. Door de school zijn hiervoor de volgende plannen opgesteld: Kennismakingsbezoek
Ongeveer één maand voordat uw zoon/dochter vier jaar wordt, komt de leerkracht van groep 1-2 op bezoek en maakt met u afspraken over de wendagen. Bij het eerste bezoek aan school mag één van de ouders/verzorgers een dagdeel bijwonen in de groep van uw zoon/dochter. In de maanden november en juni. In de maanden januari en juni. Driemaal per jaar organiseert de school een rapportageavond, waar u ongeveer tien minuten met de leerkracht kunt spreken over de vorderingen van uw kind. Dit gebeurt in de maanden november, maart en juni. In de periode september/oktober. Het kan ook zo zijn dat dit in combinatie wordt georganiseerd met de ouderavond van de Ouderraad. Na elk gehouden project. In de kerk van de protestantse gemeente in Hoek op de donderdagavond voorafgaand aan de kerstvakantie.
Eerste bezoek aan school
Rapportageavond groep 1 Rapportageavond groep 2 Rapportageavond groep 3-8
Informatieavond
Kijkavond Kerstfeest
De ouderbijdrage: vrijwillig. Basisschool ’t Kompas vraagt de ouders jaarlijks een vast bedrag te betalen: de zogenaamde (vrijwillige) ouderbijdrage. Basisschool ‘t Kompas mag een kind niet weigeren als ouders deze bijdrage niet kunnen of willen betalen. De ouders dienen dit schriftelijk of mondeling te melden bij de directeur. Het geld van de ouderbijdrage wordt bij ons als volgt besteed: - Sinterklaascadeaus voor de groepen 1 t/m 4 - Kerstboek voor de groepen 1 t/m 8 - Sportactiviteiten: zaal- en veldvoetbal, handbal, korfbal en zwemmen - attenties bij leerlingen die langdurig ziek zijn, - koffie en limonade tijdens de kijkavonden, - organisatie van een bazaar, een bingo of een andere festiviteit - spellenmiddag einde schooljaar. 20
Op ‘t Kompas is de ouderbijdrage vastgesteld op € 15,00 één kind, € 30,00 voor twee kinderen enz. In de maand oktober krijgen de ouders van alle ingeschreven leerlingen een financieel jaaroverzicht en een verzoek om de ouderbijdrage te storten op rekening 39.24.10.354. 13. SCHOOLINFORMATIE ‘t Letterfretje
De schoolkrant verschijnt twee maal per schooljaar: een kerst- en een zomereditie. Brief met schoolmededelingen. Trimesteroverzicht van de schoolactiviteiten gedurende ongeveer drie maanden. Ook te vinden op www.kompashoek.nl. De schoolgids wordt op de eerste maandag van een nieuw schooljaar uitgereikt. De bijdrage aan de Dorpskrant Hoek: drie keer per kalenderjaar. Website met veel informatie en foto’s van de activiteiten. Website schoolvereniging
Kompasjournaal Nieuwsbrief
Kompasgids Kompasnieuws www.kompashoek.nl www. Probaz.nl
14. OUDERPARTICIPATIE Binnen de schoolactiviteiten zijn er diverse ouders die het schoolteam assisteren: - overblijfouders, - handwerk- en techniekouders, - snuffelouders, - kookouders tijdens het schoolkamp Al deze vormen van ouderhulp zijn onmisbaar voor onze school. We prijzen ons gelukkig met deze ouderhulp. Aan het begin van elk nieuw schooljaar kunt u zich middels een opgaveformulier aanmelden om mee te helpen met de verschillende activiteiten van het komende schooljaar. Bij onvoldoende opgave zullen wij ouders persoonlijk benaderen. 15. SCHOOLREISJES EN SCHOOLKAMP Schoolreisje groep 1-2
Elk schooljaar wordt er een leuke bestemming uitgezocht. De ouders zorgen voor het vervoer met de auto. De kosten worden door de ouders betaald. Schoolreisje groep 3-6 De leerlingen gaan elk jaar met de bus op schoolreis. Vanaf de maand januari kunnen de leerlingen elke woensdagmorgen voor hun schoolreis sparen. Schoolkamp groep 7-8 Deze beide groepen gaan in de maand mei op schoolkamp: of naar Huize Weltevreden in Oostkapelle of naar ’t Jagertje in Hulst. Bij deze gelegenheden (ook bij excursies) gaan de leerlingen en ouders/begeleiders altijd verzekerd op pad.
16. LEERLINGENZORG: ALGEMEEN Als het gaat om de zorg voor het jonge kind, de basisschoolleerling, dan komen de leerkrachten handen te kort. 21
Het is belangrijk dat kinderen een enigszins individuele begeleiding krijgen: ieder kind is anders en heeft dus andere vragen en behoeften. Kinderen zijn ook mondiger geworden en vinden het moeilijker om zich voor een langere tijd te concentreren. Hier komt nog bij dat steeds minder leerlingen naar scholen voor Speciaal Basisonderwijs verwezen kunnen worden. Kinderen met een handicap, gedrag- of leerprobleem blijven zo mogelijk op de basisschool: weer samen naar school! In onze school maken we geen gebruik van de onderwijsassistent, maar we hebben regelmatig stagiaires die de nodige hulp kunnen bieden. Steeds proberen we de kwaliteit van het onderwijs aan te passen en te verbeteren, niet alleen door de groepen te verkleinen, maar ook door het geven van extra aandacht in de groep en bij de lessen van de remedial teacher. Tevens proberen wij onze kwaliteit te verbeteren door het volgen van allerlei nascholingscursussen. 17. LEERLINGENZORG: SPECIFIEK a. Leerlingvolgsysteem b. Zorgstructuur c. Begeleiding zorgleerlingen d. Remedial teaching e. Specifieke methoden en materialen f. Hgpd g. Zorgplan en zorgplatform a. Leerlingvolgsysteem: Het nauwkeurig onderzoeken, bijhouden en beoordelen van de individuele vorderingen/stagnaties van leerlingen is erg belangrijk. Om de voortgang van elk kind heel precies en systematisch bij te houden, maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Wij houden een leerlingvolgsysteem bij voor de volgende vakken: gecijferdheid cito ordenen groep 1 mei groep 2 januari en mei geletterdheid cito groep 1 mei taal voor kleuters groep 2 januari en mei begrijpend lezen cito begrijpend groep 3 t/m 8 februari lezen technisch lezen avi-toets groep 3 t/m november, maart en juni cito leestechniek groep 3 januari en juni cito leestempo groep 4 t/m 8 januari en juni cito dmt groep 3 t/m 8 november, maart nederlands cito groep 6 t/m 8 november en april leeswoordenschat cito spelling groep 3 t/m 8 januari en juni rekenen cito groep 3 t/m 8 januari en juni rekenen-wiskunde engels cito engels groep 7-8 juni algemeen eind citotoets groep 8 februari b. Zorgstructuur: In onze school worden alle leerlingen, mede op basis van het leerlingvolgsysteem, ingedeeld in zogenaamde zorgniveaus (niveau 1 t/m 4). Deze zorgniveaus geven aan of een leerling extra begeleiding en/of uitdaging nodig heeft en in hoeverre eventuele extra begeleiding door de leerkracht zelf (in de groep) kan plaatsvinden. De mate van extra begeleiding kan variëren van af en toe of wekelijks extra uitleg tot begeleiding door deskundigen van buiten de school. 22
Carla de Jonge is remedial teacher en tevens intern begeleider. Zij coördineert de zorg en werkt buiten de groep met leerlingen, die extra begeleiding nodig hebben. Intern begeleider en leerkrachten hebben elke acht weken een zorgvergadering, waarin de leerlingen worden besproken, die specifieke zorg nodig hebben. Daarnaast onderhouden remedial teacher en leerkrachten goed contact met ouders over de ontwikkeling van hun kind. c. Begeleiding zorgleerlingen: Ondanks alle maatregelen die we treffen binnen de normale gang van zaken in ons onderwijs om voor de kinderen een doorgaande ontwikkeling mogelijk te maken, worden we regelmatig geconfronteerd met leerlingen waar dit niet voldoende voor is. Leerkrachten signaleren soms dat leerlingen, ondanks extra hulp in de klas, toch stagneren in hun ontwikkeling of in bepaalde vaardigheden. De extra begeleiding in de groep blijkt soms niet voldoende te zijn. De leerkracht bespreekt deze leerling met de intern begeleider. De intern begeleider voert, indien nodig, verder onderzoek uit bij deze leerling om te achterhalen waar de problemen precies vandaan komen. In overleg met de leerkracht en ouders wordt een handelingsplan opgesteld voor deze leerling, waarin is beschreven welke vorm van extra begeleiding de leerling zal krijgen. Deze extra begeleiding zal buiten de groep plaatsvinden in de vorm van remedial teaching, individueel of in een kleine groep. d. Remedial teaching: Letterlijk vertaald betekent remedial teaching “herstellend lesgeven”. Bij sommige kinderen gaat het leren minder makkelijk dan verwacht en heeft de extra begeleiding binnen de groep onvoldoende resultaat. Er kan sprake zijn van leer- en/of ontwikkelingsproblemen, waardoor een specifieke begeleiding nodig is voor een leerling om zijn/haar ontwikkeling te ondersteunen. Remedial teaching is iets anders dan bijles. Bij remedial teaching gaat het om het toepassen van gespecialiseerde behandelingstechnieken. Deze technieken zijn gericht op de specifieke problemen van de leerling, waarbij aangesloten wordt zijn/haar sterke kanten. We proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij wat de leerling wél kan, om van hieruit de ontwikkeling verder te stimuleren. e. Specifieke methode en materialen: De RT-lessen vinden plaats op maandag en dinsdag gedurende het hele schooljaar. Zodoende kunnen wij ongeveer 15% van de leerlingen extra begeleiden met hun ontwikkelings- en leerproblemen. Tijdens deze lessen wordt er met remediërende materialen gewerkt. Onze orthotheek is rijk voorzien van allerhande nieuwe leer- en ontwikkelingsmaterialen en wordt steeds verder uitgebreid. Tijdens de RT-lessen wordt er met specialistische technieken gewerkt, afgestemd op de hulpvraag en zorgbehoefte van de leerling. f. Handelingsgerichte procesdiagnostiek (hgpd): Ondanks extra begeleiding en intensief overleg tussen leerkracht, ouders en intern begeleider, blijven er soms toch nog problemen bestaan waar we binnen school niet goed raad mee weten. Leerkrachten kunnen behoefte hebben aan handelingsadviezen voor in de klas: hoe ga ik het beste om met de specifieke problemen van deze leerling in de klas? Hiervoor worden wij begeleid door een orthopedagoog van het RPCZ. Zij komt elke zes weken bij ons op school en de leerkracht en intern begeleider bespreken dan samen met haar de problemen die worden ervaren met de betreffende leerling. Deze vorm van hulp noemen we handelingsgerichte procesdiagnostiek. De orthopedagoog adviseert leerkrachten en geeft praktische hulp en adviezen voor het begeleiden van leerlingen in de klas. g. Zorgplan en zorgplatform: Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband: Weer Samen Naar School ‘Midden Zeeuws-Vlaanderen’ (WSNS). 23
Elk schooljaar wordt er door het Bestuur van het Samenwerkingsverband een Zorgplan samengesteld, dat door de inspectie goedgekeurd dient te worden. Wanneer na veel extra begeleiding en uitvoering van handelingsplannen, de leerling onvoldoende vooruitgang boekt, besluit de intern begeleider, in overleg met leerkracht en ouders, de leerling voor verder onderzoek en/of begeleiding aan te melden bij het Ingedikte Zorgplatform (IZPF). Dit is een commissie, waarin afgevaardigden zitten van WSNS. Het Zorgplatform onderzoekt de hulpaanvraag van school en beslist welke vorm van onderzoek en/of hulp het meest geschikt is voor deze leerling. Zij brengt vervolgens advies uit naar de intern begeleider. Soms kan onderzoek door het RPCZ of externe instanties nodig zijn. Ook kan het voorkomen dat Preventieve Ambulante Begeleiding wordt ingeschakeld op school. Bij onderzoek naar dyslexie voert de intern begeleider zelf een groot gedeelte van het onderzoek uit binnen school. Ondanks bovengenoemde inspanningen en extra deskundige begeleiding van buitenaf, kan het toch voorkomen dat de leerling beter op zijn/haar plaats is op een school voor speciaal basisonderwijs. Deze scholen hebben kleinere groepen, kunnen intensievere begeleiding waarborgen, hebben meer onderwijs op maat en beschikken over meer deskundige hulp. Om een beschikking te krijgen voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs, zal de intern begeleider een Onderwijskundig Rapport samenstellen. Dit rapport wordt door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) besproken. De PCL geeft een positieve of negatieve beschikking af voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs. 18. LEERLINGGEBONDEN FINANCIERING Op basis van de nieuwe wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen leerlingen met een handicap in het basisonderwijs geplaatst worden. In deze paragraaf geven we aan welk beleid we op school ontwikkeld hebben met betrekking tot integratie van leerlingen met een handicap. We hebben allereerst een analyse gemaakt van onze beginsituatie. We hebben deze analyse uitgevoerd aan de hand van de volgende invalshoeken: - Intentioneel: wat is de intentie van de teamleden om leerlingen met een handicap toe te laten? - Feitelijk: in hoeverre hebben we ervaring met de integratie van leerlingen met een handicap - Onderwijskundig: aan welke onderwijskundige voorwaarden voldoet de school om een kind met een handicap op te vangen? Randvoorwaardelijk: zijn de randvoorwaarden aanwezig? -
Daarna is in vergaderingen van personeel, schoolcommissie, Algemeen Bestuur en M.R. gesproken over het te voeren beleid. Door het Algemeen Bestuur is vervolgens de volgende beleidstekst vastgesteld: Met ingang van 01-08-2003 is de regeling Leerlinggebonden Financiering (LGF) van start gegaan. LGF biedt ouders van kinderen met een handicap of stoornis meer ruimte om een bewuste keus te maken voor een school die het beste bij hun kind past: de reguliere basisschool of een school voor speciaal onderwijs. Kiezen ze voor een reguliere school in de buurt, dan moet deze school wel de juiste zorg en aandacht kunnen bieden aan hun kind. Daarom komt er meer samenwerking tussen reguliere en speciale scholen, zodat ze samen onderwijs op maat en goede zorg kunnen bieden aan gehandicapte kinderen. Het gaat erom dat ouders samen met een reguliere of speciale school tot een juiste keuze komen die in het belang is van het kind.
Niet enkel door de invoering van de regeling LGF is door bevoegd gezag, MR en leerkrachten nagedacht over het plaatsen van gehandicapte kinderen. Ook voordat de regeling bestond en tijdens het invoeren van de regeling volgden gehandicapte kinderen 24
het onderwijs op onze scholen. Het leerkrachtenteam heeft een positieve intentie t.a.v. integratie van gehandicapte leerlingen. Dat heeft te maken met een tweetal zaken: Allereerst denken we dat vanuit de Christelijke grondslag van de schoolvereniging we als scholen, en mensen die daarin werken, open moeten staan voor een samenleving waarin aandacht is voor gehandicapten. Daarnaast denken we dat het voor de andere kinderen op school een verrijking kan zijn om samen naar school te gaan met kinderen met een handicap. We benadrukken evenwel dat bij de beslissing tot toelating van een gehandicapt kind, voorop dient te staan het belang van het kind en daarnaast de mogelijkheden die de school heeft om de juiste zorg en aandacht aan dit kind te besteden. Dit leidt er o.i. ook toe dat er geen algemene uitspraak gedaan kan worden over wel of niet toelaten, maar dat toelating van geval tot geval bekeken zal dienen te worden. Dat leidt tot het volgende toelatingsbeleid: Op onze school worden bij een aanmelding van: 1. Een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor de indicatiestelling; (ook wel een leerling met een rugzak genoemd) 2. Een leerling met een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband WSNS; 3. Een leerling die wordt teruggeplaatst van uit een speciale school voor basisonderwijs a. In een intakegesprek met de ouders de behoefte aan begeleiding en zorg doorgenomen. (gebruik maken van “Intakeprotocol LGF” ) b. Aan de hand van een aantal aandachtspunten de hulpvraag van het kind en de consequentie van plaatsing doorgenomen. (gebruik maken van “Intakeprotocol LGF” en “Aandachtspunten bij toelatingsprocedure”) Vervolgens wordt aan de hand van deze vragen en consequenties bezien of de school in staat is de juiste onderwijskundige antwoorden en de juiste zorg en begeleiding te bieden. Centraal in de beantwoording staan het belang van het aangemelde kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Daarnaast zal door het schoolteam bekeken moeten worden of men denkt dit kind te kunnen begeleiden zonder dat andere kinderen daardoor tekort komen. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van bijvoorbeeld een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum en/of van de mogelijkheden die het samenwerkingsverband WSNS biedt. Bij het besluit (uiteindelijk te nemen door het bevoegd gezag van de school) tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers in principe van uit dat – bij toelating - de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn. Echter: het lijkt ons heel goed mogelijk dat het door school -en ouders- wenselijk geacht wordt om te besluiten tot het plaatsen voor een bepaalde periode, waarna evaluatie volgt en opnieuw bekeken zal worden of doorgaan op een reguliere basisschool de juiste beslissing is.
Procedure: • Een kind wordt aangemeld; • Intakegesprek met ouders; (aanwezig in elk geval: directeur en intern begeleider) (We vragen ouders altijd toestemming om gegevens op te vragen bij scholen en/of hulpinstellingen die al met dit kind hebben gewerkt) • Contact met REC/commissie van indicatiestelling • Informerende teamvergadering 25
• • • • •
Besluitvormende teamvergadering Besluit voorleggen aan (P)MR en Bevoegd gezag Besluit aan ouders meedelen Kind al dan niet plaatsen
Bij plaatsing: • Ouders informeren, met name de ouders van leerlingen bij wie het kind in de groep komt. • Handelingsplan opstellen We willen dit beleid op bestuursniveau na een jaar evalueren. Dat houdt concreet in dat het directieberaad zorgt dat het bovenstaande beleid op de agenda komt van de eigen vergadering, de schoolcommissie-vergaderingen, de G.M.R. en uiteindelijk tijdens één van de AB-vergaderingen. We verwijzen tot slot nog naar: “Checklist plaatsing leerlingen met een handicap in tien stappen” (uitgegeven en ontwikkeld door de “Wegbereiders lgf”) 19. JEUGDGEZONDHEIDSZORG: JGZ. Tel: 0113-249406 De kerntaken: verschaft inzicht in de gezondheidstoestand van de jeugd; spoort ziektes op en voorkomt deze door screeningen en vaccinaties; signaleert risico’s; stemt zorgvuldig af op de zorgbehoefte; bevordert gezond gedrag; onderkent en beïnvloedt gezondheidsbedreigende factoren in de fysieke en sociale omgeving; levert een bijdrage aan de vermindering en uitschakeling van gezondheidsrisico’s. De onderzoeken bij ons op school: 1. Logopedische screening (taal en spraak) bij kinderen van 5 jaar. 2. Tevens voor de 5-jarigen een preventief gezondheidsonderzoek. 3. Preventief gezondheidsonderzoek bij kinderen van 10 jaar: ouders ontvangen een brief met een vragenlijst. Het onderzoek duurt 25 min. 20. EHBO – LES VOOR LEERLINGEN GROEP 8 Tijdens het laatste jaar dat de leerlingen op ’t Kompas zitten, volgen zij EHBO-lessen. De EHBO-kring uit Axel verzorgt deze lessen gedurende vier maanden. Na deze lessen volgt er een mondeling/praktisch examen. Aan het begin van het schooljaar worden ouders gevraagd mee te helpen tijdens de praktische lessen verband leggen. Er zijn geen kosten aan verbonden. 21. PLEINWACHT Pleinwacht is belangrijk, vooral als er veel kinderen op het plein aanwezig zijn. Tussen de middag zijn er altijd twee leerkrachten op het plein. ’s Morgens en tijdens de morgenpauze is er één leerkracht die controle houdt. De leerlingen mogen ’s morgens vanaf half negen en ’s middags vanaf kwart voor één op het schoolplein. Pas als de leerkracht aanwezig is, mogen de kinderen op het schoolplein. De kinderen van groep 1 t/m 3 mogen 's morgens voor schooltijd naar binnen gebracht worden. ’s Middags gaan de ouders niet meer mee de klas in. De leerlingen van groep 3 spelen vanaf januari ’s morgens ook op het schoolplein! De leerlingen van groep 4 t/m 8 brengen zelf hun spulletjes naar binnen: niet de ouders. De ouders kunnen, waar nodig, de leerkracht wel spreken. Liefst niet voor 8.30u: de leerkrachten willen die tijd benutten voor de lesvoorbereidingen en het gereedzetten van materialen. 26
Tussen de middag mogen de overblijfkinderen na het eten onder leiding van de overblijfmoeder op het schoolplein spelen. Speelkwartier:
groep 3, 4, 5-6a: groep 6b-7a, 7b-8:
10.15u – 10.30u 10.30u – 10.45u
22. GELD VOOR GOEDE DOELEN WERELDWIJD: jaarlijkse actie ! In de voorgaande schooljaren namen de leerlingen op de maandagmorgen geld mee voor goede doelen wereldwijd. Vanaf dit schooljaar hebben we voor een andere opzet gekozen. Eens per jaar willen we een grote actie houden met heel de school. We kunnen dan ook inspelen op de actualiteit van dat moment. 23. SAMENWERKING SCHOOL en PROTESTANTSE GEMEENTE HOEK In januari 2008 heeft het schoolteam een uitnodiging gehad van ds. Marien van Manen, predikant van de protestantse gemeente Hoek, om tijdens een gesprek van gedachten te wisselen over de relatie school en kerk. Het doel wat ons voor ogen staat is om de samenwerking tussen school en kerk nieuw leven in te blazen. We denken aan deelname aan kerkdiensten in de vorm van liederen, rollenspel en muziek, projecten rond Israël, ds. Marien van Manen uit te nodigen op school om de kinderen kennis te laten maken met het leven in het land Israël vroeger en nu, middels materialen, foto’s en videobeelden en wellicht de Startzondag van de kerk te verbreden door de leerlingen erbij te betrekken met leuke activiteiten. Dit initiatief is door de ouders positief ontvangen! 24. CULTUURMENU’S De laatste jaren wordt er veel aandacht besteed aan de culturele vorming van de basisschoolleerlingen. Dit wordt gesubsidieerd door het rijk in de vorm van een jaarlijkse vergoeding. De leerlingen krijgen in elk schooljaar twee culturele activiteiten aangeboden: muziek, dans, drama, expressie, theaterbezoek, gastlessen van kunstenaars. Er is een nauwe samenwerking met Toonbeeld in Terneuzen. Ada Dieleman en Chantal Vinke zijn onze cultuurcoördinatoren: zij regelen al deze activiteiten voor het schoolteam. 25. DE COMPUTER Basisschool 't Kompas heeft voor uw kinderen twaalf computers gereed staan. Deze worden in dit schooljaar 2008-2009 door nieuwe vervangen. De leerlingen kunnen nu informatie zoeken op het uitgebreide internet. We hebben een filternet laten installeren: de leerlingen kunnen dus niet op alle sites terecht!! In de midden- en bovenbouw wordt de gevonden informatie gebruikt voor spreekbeurten en werkstukken. Elk cursusjaar komen er nieuwe programma's bij. De computer is op onze school een leerinstrument, net als de andere onderwijsmethoden. rekenen rekenen spelling lezen wereldoriëntatie cito-toetsen schooladministratie
pluspunt maatwerk zin in taal leesladder estafette interactief educat-b citoleerlingvolgsysteem Parnassys
per rekenblok opdrachten en spelletjes remediërend programma per spellingblok opdrachten en spelletjes remediërend programma per avi-niveau leesopdrachten en spelletjes programma voor de schoolmediatheek programma voor verwerking van de citotoetsen beheer van alle leerlinggegevens
27
26. FIETS OP SCHOOL De kinderen mogen op de fiets naar school komen. Leerlingen van groep 1 t/m 2 zetten hun fiets bij de ingang van de school in de rekken. Leerlingen van groep 3 t/m 8 zetten hun fiets in het fietsenhok. De fietsen staan er voor eigen risico. De leerlingen die op loopafstand van school wonen, mogen niet op de fiets naar school komen. Op het schoolplein mag niet gefietst worden.
27A. GRUITENDAG In het voorgaande schooljaar hebben wij na de herfstvakantie de GRUITENDAG geïntroduceerd. Op de woensdagmorgen nemen de leerlingen voor de pauze groente of fruit mee naar school. De school heeft dit gestimuleerd door twee maanden per jaar voor groente en fruit te zorgen. We willen de kinderen en de ouders bewust maken dat een gezond eetpatroon al op jonge leeftijd kan aanvangen. Ook dit schooljaar is de woensdag onze Gruitendag! 27B. FRUIT EN TRAKTATIE Alle leerlingen mogen 's morgens fruit en/of drinken meenemen. De kinderen van groep 1 en 2 eten en drinken in de kring. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 drinken binnen, fruit mag op het plein tijdens de pauze opgegeten worden. Als uw kind jarig is, mag het trakteren: gezond en alstublieft geen zakjes chips!! Tip: Ouders, maak iets leuks van een traktatie, ook in de midden- en bovenbouw! Gelukkig zagen wij in het afgelopen schooljaar (2008-2009) leuke, gezonde traktaties. Een pluim voor die ouders!!!!!!! 28. OUDERGROEP HOOFDLUISPREVENTIE U weet het, hoofdluis is een blijvend probleem. Je kunt ze overal oplopen. Wel kunnen wij als school, samen met u, proberen om de verspreiding ervan zoveel mogelijk te beperken. Eke leerling van de school heeft een luizencape: een bugbag! Hier staat zijn/haar naam op. De leerling gebruikt deze ‘bugbag’ totdat hij/zij de school verlaat. Elke dag hangt de leerling zijn/haar jas-gymtas onder de cape. Elke nieuwe leerling krijgt van de school een BUGBAG!! Verlaat de leerling de school dan wordt de BUGBAG ingeleverd. U kunt van onze oudergroep “hoofdluispreventie” verwachten dat zij 5 keer per schooljaar (na de herfst-, kerst-, voorjaars-, mei- en zomervakantie) alle leerlingen van de school zullen controleren. Van u vragen wij om zelf uw kinderen regelmatig thuis te controleren. Bij voorkeur elke dag als er in de groep hoofdluis is geconstateerd. Twijfelt u, dan kunt u altijd één van de ouders vragen om uw kind tussentijds te controleren. Als u luizen of neten aantreft, meldt u dit dan altijd aan de leerkracht. Uw kind kan het immers al aan een andere leerling doorgegeven hebben. De leerlingen van de desbetreffende groep(en) krijgen van de school een zwarte vuilniszak om hun jas, tas en gymspullen in te stoppen. De school stelt dit verplicht! Hoe sneller en alerter iedereen reageert, hoe moeilijker de luizen zich kunnen verspreiden! Lees hieronder de nuttige tips van de GGD-Zeeland! Hoofdluisbehandeling thuis. Kijk of uw kind hoofdluis heeft: 28
Koop een metalen luizen/netenkam (Nitcomb-M2 of Nisskakam bij apotheek). Controleer uw kind(eren) als volgt op luizen/neten: Maak het haar nat. Was het haar met een gewone shampoo. Wrijf het natte haar in met veel crème spoeling (niet uitwassen). Het haar met de metalen kam goed uitkammen boven de wastafel/wit papier/sloop Regelmatig de kam met een tissue of papieren zakdoek controleren op neten/luizen Hierna het haar weer uitspoelen met water en de kam goed reinigen (in alcohol 90%, in hoofdluismiddel of in kokend water) Controleer alle gezinsleden en vergeet ook u zelf niet. Voor de duidelijkheid: Luizen en eitjes die nog uit moeten komen (levende neten) zitten dicht bij de hoofdhuid: meestal tussen de nekharen, onder de pony en achter de oren. Reeds uitgegroeide, dode/oude neten, bevinden zich op ongeveer 2 cm of verder van de hoofdhuid. Deze oude neten zijn al uitgekomen en zijn slechts lege huisjes. Zowel levende als oude/dode neten zitten vastgeplakt aan het haar, dit in tegenstelling tot roos. Als er geen hoofdluis is gevonden: Minimaal gedurende 2 weken dagelijks blijven controleren. Preventief behandelen met een hoofdluisbestrijdingsmiddel heeft geen zin. Als er hoofdluis of levende neten is/zijn gevonden: 1. Behandelen met hoofdluisbestrijdingsmiddel. Het is van belang om zo snel mogelijk actie te ondernemen en de behandeling zorgvuldig uit te voeren. Behandelen kunt u met een speciale shampoo, spray of lotion tegen hoofdluis. Ga hiervoor naar uw drogist of apotheek. NB: bestrijdingsmiddelen op natuurlijke basis worden afgeraden! Met vragen over bestrijdingsmiddelen kunt u terecht bij de sociaal verpleegkundige van de GGD Zeeland. Het is bij deze producten van belang goed de gebruiksaanwijzing te raadplegen en de behandeling na 1 week te herhalen. Te veel behandelen heeft geen zin en kan zelfs schadelijk zijn. Ook kan overgevoeligheid in de hand gewerkt worden. 2. Kammen Naast het behandelen met een speciaal hoofdluis bestrijdingsmiddel, blijft dagelijks kammen met een metalen luizen/netenkam heel belangrijk. Dit kammen dient u minimaal 14 dagen vol te houden. De kam na elke persoon goed schoonmaken (met een hoofdluisproduct); 10 minuten uitkoken met alcohol 09%; of voor ieder een eigen kam). Voor het gemakkelijk verwijderen van vastgeplakte neten zijn er speciale crème spoelingen te koop. Ook kunt u voor dit doel gebruik maken van een verwarmde oplossing van azijn en water ( 1:1 ), waarmee u het haar goed nat maakt. Hierna een vochtige handdoek om het hoofd doen en een kwartier laten intrekken. U kunt deze oplossing ook m.b.v. een plantenspuit op het haar spuiten. N.B. Mensen die bezwaar hebben tegen het gebruik van een hoofdluis-bestrijdingsmiddel, kunnen ook proberen alleen door te kammen met een metalen neten/luizenkam de hoofdluis te bestrijden. Dit moet dan wel consequent 2 x daags gebeuren door alle besmette gezinsleden te kammen. Dit volhouden tot luizen en neten uit het haar zijn verdwenen (minstens 14 dagen!). deze methode is effectief maar kost veel tijd. 3. Schoonmaakactie Hiermee begint u gelijktijdig met de hoofdluisbehandeling. Kleding, jassen, mutsen, beddengoed, sjaals, haarbanden enz. wassen op minimaal 60 E . Kledingstukken die niet in de wasmachine te wassen zijn, kunt u eventueel naar de stomerij brengen. Spullen die niet gereinigd kunnen worden: tenminste 2 weken in een afgesloten plasticzak doen. Ook is het mogelijk spullen die niet gereinigd kunnen worden of met een antihoofdluis sprau te behandelen, of 24 uur in de diepvriezer, of met 29
vriezend weer buiten te hangen. Grondig stofzuigen van vloerbedekking, meubels, autostoelbekleding, matrassen enz Borstel en kammen goed reinigen met bijvoorbeeld een anti-hoofdluis product of uitkoken in water. Bij vragen en/of problemen kunt u contact opnemen met een sociaal verpleegkundige van de GGD-Zeeland: 0113-249460. 29. KOSTELOOS MATERIAAL Closetrollen, keukenrollen, eierdozen, doppen, pakjes en doosjes, restjes stof etc. etc. kunt u altijd bij juf Chantal en juf Veerle inleveren. Deze materialen kunnen worden gebruikt bij de handvaardigheidslessen. 30. CREA-UUR GROEP 5-8 Op vrijdagmiddag is het laatste uur voor de groepen 5 t/m 8 een CREA-UUR. Zij krijgen dan les in: muzikale vorming, handvaardigheid, techniek (Ontdekkasteel), drama en textiele werkvormen. 31. PROMOTIE BETAALBARE KINDERBOEKEN De afgelopen jaren ontvingen de ouders in de maand september de folders van de Lijsters, de Boektoppers en de Leesleeuwen. U kunt deze boeken en CD’s heel gemakkelijk via internet bestellen: www.lijsters.nl www.boektoppers.nl www.leesleeuw.nl. 32. SPONSORING Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Vijftien organisaties, waarin de besturenorganisaties en VNG zijn vertegenwoordigd, hebben in 1997 een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs. Onze school onderschrijft dit convenant en beschouwt het als bijlage bij dit schoolplan. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: - Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsering moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. - Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. - Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. 33. SCHADE EN VERZEKERINGEN De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking beidt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiele schade (kapotte bril, fiets etc) valt niet onder de dekking.
30
De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. 34. REGELING ONGEWENSTE INTIMITEITEN en KLACHTENREGELING Op 't Kompas bestaat een regeling "ongewenste intimiteiten". In deze regeling staat hoe men kan handelen, als men met dit soort zaken te maken krijgt. De regeling ligt ter inzage bij de schoolleiding. In dit verband kan ook de vertrouwensarts van de schoolvereniging mevr. H.K. Zilverschoon-Tan worden geraadpleegd: 0114-313419 Klachtenregeling: Als u klachten heeft over de gang van zaken op school, kunt u die het beste eerst melden aan de school: aan de groepsleerkracht of de directeur, of aan allebei. Als het overleg met de school geen oplossing biedt, dan kunt u met het hoofdbestuur gaan praten. Onze school heeft een klachtenregeling. Deze ligt ter inzage bij de directie. Bij de behandeling van een klacht kunt u zich door een ander laten bijstaan of vertegenwoordigen. Uw klacht zal altijd vertrouwelijk worden behandeld. Klachtencommissie Christelijk Onderwijs: Post 694, 2270 AR Voorburg, 070-386 16 97. Heeft u vragen over het onderwijs in het algemeen of de inspectie in het bijzonder neem dan contact op met: Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering en extremisme: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 - 111 3 111 (tijdens kantooruren en tegen lokaal tarief). 35. BECIJFERING IN DE GROEPEN 4 t/m 8 In de groepen 1 t/m 3 worden er nog geen cijfers gegeven. 31
In de groepen 4 t/m 8 daarentegen juist wel. Bij de vakken rekenen en alle onderdelen van de Nederlandse taal geven wij een beoordeling op basis van de 80%-score. Dit wil zeggen dat een leerling bij 80% goed het cijfer 6 haalt. Bij de wereldoriënterende vakken geldt ook de beoordeling op basis van 70%-score. Voorts wordt bij de paasrapportage het rapportcijfer van het kerstrapport meegerekend en bij de zomerrapportage tellen de cijfers mee van het kerst- en paasrapport. 36. HUISWERK Op basisschool ’t Kompas krijgen de leerlingen vanaf groep 6 huiswerk mee naar huis. Wekelijks krijgen de leerlingen in deze drie groepen een spellingblad mee naar huis. Gedurende een week kunnen zij deze woorden thuis oefenen voor het dictee op school. Na elk hoofdstuk van de zaakvakken (aardrijkskunde, natuuronderwijs en geschiedenis) krijgen zij de lesstof mee naar huis. De leerlingen hebben een week de tijd om de repetitiestof te leren. 37. TOETSEN OP SCHOOL De laatste jaren hoort en leest u nogal veel over de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Om de kwaliteit van het onderwijs op 't Kompas goed te kunnen blijven volgen, nemen wij elk schooljaar verschillende toetsen af. Zie overzicht leerlingvolgsysteem. 38. METHODEN Schatkist
groep 1-2
taal en rekenen
Veilig leren lezen
groep 3
aanvankelijk lezen
Estafette: nieuwe versie per 1 jan. 2010
groep 4 t/m 8
voortgezet lezen
Leeshuis
groep 4 t/m 8
begrijpend lezen
Zin in taal
groep 4 t/m 8
taal
Zin in taal
groep 4 t/m 8
spelling
Pennenstreken
groep 1 t/m 8
schrijven
Pluspunt
groep 1 t/m 8
rekenen
Een wereld van verschil
groep 3 t/m 8
aardrijkskunde
Bij de tijd
groep 3 t/m 8
geschiedenis
Wijzer door de natuur
groep 5 t/m 8
natuur
Huisje, boompje, beestje
groep 3-4
natuur
Nieuws uit de natuur
groep 5-6
natuur
Muziek in de basisschool
groep 1 t/m 8
muziek
Klaar…over!
groep 3 t/m 6
verkeer
Op voeten en fietsen
groep 5-6
verkeer
Jeugdverkeerskrant
groep 7-8
verkeer 32
Kind op maandag
groep 1 t/m 8
Leefstijl: vernieuwd!
groep 1 t/m 8
godsdienst methode sociale vaardigheden en gezond gedrag
Hello World
groep 7-8
engels
Moet je doen
groep 1 t/m 8
expressie
Uit de kunst
groep 1 t/m 8
expressie
Ontdekkasteel
groep 1 t/m 8
techniek
39. SCHOOLVERLATERS ’t KOMPAS In het afgelopen schooljaar 2008 - 2009 hebben 14 leerlingen van groep 8 onze school verlaten. In onderstaand schema ziet u naar welke vorm van voortgezet onderwijs ze zijn gegaan: VMBO: HAVO: VWO:
28 % 50 % 22 %
40. GOED BURGERSCHAP op ‘t KOMPAS In de kerndoelen voor het Primair Onderwijs zijn de doelen over goed burgerschap nieuw. Van ons als leerkracht wordt verwacht dat we de kinderen opleiden tot goede burgers. Vanuit het ministerie worden de betreffende kerndoelen als volgt omschreven. Orientatie op jezelf en de wereld: mens en samenleving. * De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. * De leerlingen leren zichzelf redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. * De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. * De leerlingen leren zichzelf te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. * De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. * De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij, veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn voortdurend op zoek om zichzelf en de wereld te leren kennen en te verkennen. Die ontwikkelingsbehoefte is een aangrijpingspunt voor dit leergebied. Tegelijk stelt de samenleving waarin kinderen opgroeien haar eisen. Kinderen vervullen nu en straks taken en rollen, waarop ze via onderwijs worden voorbereid. Het gaat om rollen als consument, als verkeersdeelnemer en als burger in een democratische rechtstaat. Kennis over en inzicht in belangrijke waarden en normen en weten hoe daarnaar te handelen, zijn voorwaarden voor samenleven. Respect en tolerantie zijn er verschijningsvormen van. Bij het leren kennen van de wijze waarop mensen hun omgeving inrichten, 33
spelen economische, politieke, culturele, technische en sociale aspecten een belangrijke rol. Het gaat daarbij om datgene wat van belang is voor betekenisverlening aan het bestaan, om duurzame ontwikkeling, om (voedsel)veiligheid en gezondheid en om technische verworvenheden. We hebben op onze school geen apart vak “Goed Burgerschap”. Om aan bovenstaande kerndoelen te voldoen, worden de volgende activiteiten gedaan: - Gebruik van de methode “Kind op maandag”; - Gebruik van de methode :Leefstijl” voor de sociaal-emotionele ontwikkeling; - Gebruik van schooltelevisieprogramma’s zoals “Huisje, boompje, Beestje” in de groepen 3 t/m 6; - Gebruik van het wereldtijdschrift voor kinderen “Sam Sam” in de groepen 6 t/m 8; - Alcohol- en drugsvoorlichting via het gemeentelijk project “De gezonde school” Naast bovenstaande structurele activiteiten worden ook incidentele activiteiten ondernomen: - Uitnodigen van gastsprekers, b.v. van “Bartimeüs”. Tevens komen aspecten van de kerndoelen die horen bij oriëntatie op jezelf en de ander naar voren in de methodes voor verkeer, geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs.
41. PESTPROTOCOL Plagen en Pesten: Pesten is een systematische, psychologische, fysieke of seksuele handeling van geweld door een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van een of meer klasgenoten, die (niet langer ) in staat is/zijn zichzelf te verdedigen. Pesten heeft duidelijke kenmerken: Het gebeurt opzettelijk en structureel. Pesten is bedoeld om schade toe te brengen. Bij pesten is altijd sprake van ongelijke machtsverhoudingen. Pesten gebeurt systematisch. Pesten houdt niet vanzelf op, maar wordt eerder erger als er niet wordt ingegrepen. Pesten is van alle tijden en komt in alle groepen en culturen voor. Plagen is geheel anders dan pesten. Bij plagen zijn de machts-verhoudingen gelijk. Nu is de ene ‘het lijdend voorwerp’ en dan de andere. Nieuwe vormen van pesten: digitaal pesten via internet: raadpleeg het boek: ‘Pandora’s mailbox: Gids voor een kindveilig internet. via e-mail: advies nooit op reageren of ongeopend verwijderen Per mobiele telefoon: blokkeer deze nummers gewoon, schakel sms-functie uit of neem geheimnummer. Voorwaarden: Pesten zien wij als een probleem van alle betrokken partijen: leerkrachten, ouders, het gepeste kind, de pester en de zwijgende middengroep De school moet het pestprobleem voorkomen. 34
een
nieuw
Een preventieve aanpak bestaat ondermeer uit de behandeling van het onderwerp met de leerlingen, waarna met hen regels worden afgesproken. Als pesten desondanks toch optreedt, moeten leerkrachten dat kunnen signaleren en vervolgens….. Duidelijk stelling nemen tegen het pesten. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen, toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak Wie zijn er bij betrokken? De leerkrachten: Zij zijn de eerst verantwoordelijken voor de aanpak op school. Zij signaleren het pesten vroegtijdig en bestrijden het effectief. De Pester: De pester veroorzaakt het probleem. Hij/zij is fysiek en verbaal vaak sterker dan de andere klasgenoten. Hij/zij ziet het slachtoffer als waardeloos. De pester is agressief, heeft een gebrek aan zelfbeheersing en staat positief tegenover het gebruik van geweld. Hij/zij is impopulair bij de andere leerlingen, zij gebruiken verschillen als excuus om de ander het leven zuur te maken. Hij/zij zoekt een zondebok waarop zij hun frustaties af kunnen reageren. Het gepeste kind: Kinderen die voortdurend worden gepest, kunnen op twee manieren reageren: ze worden passief of ze gaan uitdagen. Beide vormen zijn aangeleerd, in de zin van reacties op uitstoting. De zwijgende middengroep: In woord en daad moet de school steeds het signaal afgeven dat pesten niet kan en dus normoverschrijdend gedrag is waartegen een ieder stelling moet nemen. Kortom, de school werkt aan een klimaat waarbij leerlingen het voor elkaar opnemen in plaats van de pesters hun gang te laten gaan. De ouders: De ouders van slachtoffers zullen het meest geneigd zijn om de hulp van de school in te roepen, maar ook de ouders van de zwijgende middengroep zullen zich misschien zorgen maken. Pesten verziekt immers de sfeer in de klas. Voor ouders van pesters kan de mededeling dat hun kind pest soms erg confronterend zijn. Luister aandachtig maar tevens kritisch naar uw kind. Kies niet automatisch partij voor uw kind en stel daarmee anderen dan in het ongelijk. Een objectieve kijk op de zaak is onmisbaar.
Spreek binnen of bij school geen andere kinderen aan wegens pestgedrag. Elk kind moet zich veilig weten en kan zich niet verdedigen tegen een volwassene. Spelregel: Zoek eerst contact met de leerkracht en ga geen eigen rechtertje spelen. De AFSPRAKEN: de poster hangt in de groepen Ik Ik Ik Ik Ik
sluit niemand buiten vraag het netjes als ik iets wil lenen weet dat iedereen anders is kies geen partij als er ruzie is probeer ruzie eerst zelf op te lossen
35
DIRECTE AANPAK: De pester en het gepeste kind worden naar binnen gebracht. Zij beschrijven hoe ‘het pesten’ is ontstaan. Zij schrijven dit op een pestformulier voor het pestdossier van deze leerling. Aan elkaar uitleggen hoe het zo is gekomen. Komen tot een oplossing: afspraken maken: op pestformulier schrijven De leerkracht is bemiddelaar: de leerkracht kiest geen partij. Adviezen van de school aan ouders van pesters: Neem het probleem serieus. Praat met het kind om achter de mogelijke oorzaak van het pesten te komen. Maak het kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed aandacht aan het kind. Stimuleer het kind tot het beoefenen van een soort sport om zijn agressie vreedzaam kwijt te kunnen. Schakel eventueel deskundige hulp in( Jeugdzorg ). Adviezen van de school aan ouders van gepeste kinderen: Bespreek het probleem met de leerkracht. Beloon het kind en help het zijn zelfrespect terug te krijgen. Stimuleer het kind tot het beoefenen van een sport, zodat hij of zij in een spel of motorische vaardigheid kan uitblinken. Houd de communicatie met het kind open en blijf dus in gesprek met het kind. Steun het kind in het idee dat er een einde aan komt. Laat het kind opschrijven wat het heeft meegemaakt. Laat het kind deelnemen aan een sociale vaardigheidstraining. Adviezen van school aan alle andere ouders: Neem het probleem serieus: het kan ieder kind overkomen. Neem de ouders van het gepeste kind serieus. Maak het tot een gemeenschappelijk probleem Praat met het kind over school, over de relaties in de klas en over wat leerkrachten doen. Vraag hem of haar of er in de klas wordt gepest. Koppel informatie van het kind terug naar school: wie pest er, wat doen zij en waarom. Corrigeer het kind als het voortdurend anderen buitensluit of als het meedoet met pesten. Geef als ouder het goede voorbeeld, wees niet neerbuigend of respectloos ten opzichte van de anderen. Leer het kind voor anderen op te komen. Vertrouwenspersoon en klachtencommissie. Ouders kunnen –ondanks alle inspanningen – niet tevreden zijn over de aanpak van de school van het pestprobleem. Als de gesprekken niet meer soepel verlopen, kunnen ouders gewezen worden op de mogelijkheid van bemiddeling door de vertrouwenspersoon: Wim Platteeuw, voorzitter schoolcommissie. Ook hebben ouders het recht om een klacht in te dienen bij de klachtencommissie van de school.
36