Kleefkruid* natuurbeleving met kinderen tussen drie en twaalf jaar
2015
Over Kleefkruid* Mira Van Olmen (°1976) is master in de sociale pedagogiek en sinds 2005 verantwoordelijke kinderopvang in IBO Mechelen en Leest van Landelijke Kinderopvang. Ze verdiepte zich in natuurbeleving met kinderen en in groene speelinfrastructuur. Ze organiseerde activiteiten rond natuurbeleving voor de kinderen uit de buurt en bezocht verschillende natuurrijke speelterreinen in Nederland en Duitsland. Ze is lid van Springzaad Vlaanderen. Vanuit deze opgebouwde kennis en ervaringen, biedt ze nu vorming op maat van kinderopvang. Meer info vind je op www.kleefkruid.be. In haar blog kleefkruid.wordpress.com bundelt ze al haar kleine en fijne ontdekkingen over natuurbeleving en speelgroen.
Het vormingsaanbod van Kleefkruid* 1| Voor begeleiding bestaat het basispakket vorming uit zes thema’s: Natuurbeleving in de stad Op avontuur met kinderen Natuurbeleving Speelgroene inrichting Op uitstap in de natuur Creatief met natuurmateriaal 2| Voor verantwoordelijken ontwikkelden we het aanbod: Groeien naar een natuurrijke kinderopvang en het liefste leveren we... 3| Maatwerk In overleg bepalen we de inhoud en de doelgroep van de vorming. www.kleefkruid.be
pagina
2
Kader De buitenschoolse opvang bevindt zich in de VRIJE TIJD van kinderen. De nadruk ligt er op spelen, op plezier beleven in de natuur, op natuurBELEVING dus. We willen daarom kinderen in de eerste plaats het volgende kunnen bieden: 1. IM PULSEN om INTENSE ERVARINGEN in de natuur op te doen: die de zintuigen stimuleren: in de natuur is er ongelooflijk veel dat alle zintuigen stimuleert, bovendien verandert dit naargelang de seizoenen, de evolutie van je buitenruimte, de plaats waar je bent. die bewegen stimuleren: buiten heb je bijna altijd meer ruimte én meer gevarieerde mogelijkheden tot bewegen: volop lopen, klimmen, evenwicht houden, sluipen, kruipen, hindernissen nemen, springen,… die de creativiteit stimuleren: hierbij hoort alle fantasiespel, maar ook bouwen, knutselen, koken, de omgeving naar je hand zetten die avontuur stimuleren: je eigen grenzen verleggen, risico’s durven nemen, ongekende dingen uitproberen, op ongekend terrein komen,… waarbij kinderen vuil m ogen worden: vuil worden is geen doel op zich, maar het zegt veel over de intensiteit én de onbezorgdheid waarmee kinderen kunnen spelen in de natuur. 2. KANSEN om zich THUIS TE VO ELEN in de natuur: door verbinding te creëren: wie vaak buiten speelt, gaat er zich ook thuis voelen, eigen plekjes mogen hebben, kunnen zorgen voor de natuur (bloemetjes, beestjes,…) door rust en geborgenheid te creëren: geen grote grasvlakte of betonnen koer maar een buitenruimte met hoekjes en kantjes, met rustplekjes en zithoekjes. Buiten draagt het geluid veel minder ver, dus zeker in een opvang met veel kinderen, biedt buiten spelen vaak rust. Zich thuis voelen in de natuur, verbonden zijn met de natuur is waardevol op zich, want kinderen hebben er deugd van. Uit onderzoek blijkt dat wie zich als kind verbonden voelt met de natuur, ook op latere leeftijd meer zorg zal dragen voor de natuur. Deze dingen zijn één voor één belangrijke thema’s voor kinderen, dit is wat aansluit bij hun ontwikkeling: Baby’s Zintuigen Rust
Peuters Bewegen Zintuigen Creativiteit Rust
Kleuters Creativiteit Bewegen Zintuigen Avontuur Rust
Lagere school Bewegen Avontuur Creativiteit Zintuigen
Verbinding www.kleefkruid.be
pagina
3
Speelideeën
avontuur
bewegen
zintuigen www.kleefkruid.be
rust en geborgenheid
creativiteit pagina
4
Bewegende verhalen Vertel een verhaal over de natuur. Je vindt ondermeer inspiratie in het ‘BomenBloemenBeestenBuitenboek’ en in BuitenBenen (zie lijst achteraan). Maar ook in de bib vind je zeker ook bruikbare verhaaltjes. Of verzin zelf een natuur-verhaal. Laat de kinderen uitbeelden wat er gebeurt.
Muziek maken Test samen met kinderen uit welke geluiden je kan maken met natuurmateriaal: kloppen, raspen, wrijven, ritselen, tegen elkaar slaan,… Je kan hiervoor allerlei klein natuurmateriaal gebruiken, maar het kan even goed op bomen, grote stenen, de aarde, met struiken,… Laat kinderen verschillende ‘instrumentjes’ uitproberen, laat hen ook verschillende dingen uitproberen met éénzelfde stukje materiaal. Doe dan samen enkele ritmes. Jij doet een ritme voor, de kinderen doen het samen met jou na. Geef de ‘instrumentjes’ door aan elkaar, maar doe er nu iets anders mee (bijvoorbeeld. wrijven in plaats van kloppen met twee stokken, wapperen in plaats van schudden met blaadjes,…). Tenslotte kan je ook liedjes zingen met begeleiding van de instrumenten. Of wie richt er een groene band op?
Zoemende wespen We zijn allemaal wespen, we zitten rustig te eten van een sappig stukje rot fruit. We zoemen er op los, want het is overheerlijk. Maar daar zijn de wespenvangers (twee of drie). Die zijn geblinddoekt en gaat op het geluid af om de wespen te vangen (tikken). Wie gevangen is, stopt met zoemen. De wespen die laatst gevonden werden, mogen daarna de wespenvangers zijn.
Sapjes brouwen Kleinfruit kan je gemakkelijk kweken in de tuin: besjes, bramen (zonder doornen), aardbeien, frambozen, druiven… al wat ze nodig hebben is een plekje in de zon. Heb je voldoende klein fruit (een mengeling mag gerust) of heb je al wat heel rijpe (geen rotte!) exemplaren, dan kan je de kinderen het fruit laten pletten in een zeef. Met een vork, of nog leuker, met hun handen! Zet een kommetje onder de zeef om het sap op te vangen. Verdeel het sap in bekertjes of drink allemaal samen met rietjes uit de grote kom. www.kleefkruid.be
pagina
5
IJslolly’s Met het sap van kleinfruit kan je ook ijslolly’s maken. Giet het sap in kleine yoghurtpotjes en zet er een stokje in. Voeg eventueel wat suiker toe. Zet de potjes in de diepvriezer. Als ze bevroren zijn, hou je ze heel even onder de warme kraan om de potjes te verwijderen. Smakelijk!
Vergif en parfum Met bloemetjes, kruiden en allerlei plantjes uit de tuin maken we vergif of parfum in kleine potjes. Vul de potjes met stinkende dingen (vergif) of met goed ruikende dingen (parfum), plet en meng ze met een stokje, voeg eventueel wat modder (vergif) of water (parfum) toe. Klaar. Maak een mooi etiket voor je potje, bedenk een naam én een gevaarlijke (vergif) of helende (parfum) werking voor je product.
Op blote voeten Neem acht à tien houten fruitkistjes of andere bakjes. Kinderen mogen in elk bakje iets anders doen van natuurmateriaal. Er kan ook een (plastieken) bakje water bij zijn. Zet de bakjes in willekeurige volgorde achter elkaar en doe schoenen en kousen uit. De kinderen mogen nu voorzichtig door de bakjes stappen. Wat voelt fijn? Wat is hard? Wat kriebelt? Daarna zet je de kinderen per twee en blinddoek je 1 kind van elk duo. Die stapt aan de hand van zijn partner door de bakjes. Kunnen ze raden waar ze op stappen? Tot slot mogen de kinderen samen de bakjes sorteren van hard naar zacht en nog eens door het parcours van bakjes stappen. Geurparcours Wrijf met iets uit de natuur dat fel ruikt over de stam van bomen, paaltjes, stronken,… en zet zo een parcours uit. Je kan hiervoor bijvoorbeeld ajuin, look, bieslook, munt, citronella, lavendel, rozemarijn, eucalyptus,… gebruiken. Je kan ook een sopje maken met water en één van deze geurende planten en dat met een verstuiver op bomen en paaltjes spuiten. Voor je op geurtocht gaat, wacht je even tot de natte plekken van het verstuiven of wrijven niet meer zichtbaar zijn. Hoe kleiner de kinderen, hoe minder ruimte je moet laten tussen de geurende voorwerpen. Wie ruikt de weg?
www.kleefkruid.be
pagina
6
Klikklakkodak Ga per twee staan. Iemand is de fotograaf, de andere is het fototoestel. De fotograaf leg zijn hand voor de ogen van het fototoestel en wandelt met het fototoestel naar een mooi plekje. De fotograaf richt het fototoestel op een mooi plekje in de natuur, best een detail, en doet dan drie tellen het klepje open. Het fototoestel kijkt drie tellen zeer geconcentreerd naar het plekje dat de fotograaf laat zien. Iedereen bekijkt zo drie plekjes. Dan wisselen de rollen om. Weet je nog wat je waar hebt gezien?
Voel je stok De kinderen zoeken een stok uit van ongeveer 20 à 30 cm en je vraagt hen die even goed te bestuderen. Daarna verzamel jij alle stokken. De kinderen gaan op een rij staan, handen op de rug. Dan geef je de stokken één voor één door achter de rug van de kinderen. Wie denkt dat hij zijn stok vast heeft, mag een stapje naar voor doen. Op het einde kijken we: heeft iedereen zijn eigen stok teruggevonden?
Pluimenspelletjes probeer een pluimpje zo lang mogelijk in de lucht te houden zonder het aan te raken, door te blazen probeer een pluimpje zo lang mogelijk in de lucht te houden zonder het aan te raken én zonder blazen (met armbewegingen) ga in een kring staan en probeer een pluimpje de cirkel rond te blazen. leg een pluimpje op het hoofd en stap zo rond. Het pluimpje mag niet vallen. Lukt het ook met bukken, huppelen en springen? leg een pluimpje op de wreef van de voet en hinkel rond. Het pluimpje mag niet vallen. speel tikkertje haan en kip. De haan is de tikker. Hij probeert de kippen te pikken (is tikken, en ‘pik’ zeggen). Wie getikt is wordt de haan en de vorige haan wordt kip. Om te vermijden dat je gepikt wordt, kan je snel gaan zitten broeden (op je hukken). Dan heeft de haan medelijden met jou en pikt hij jou niet. Om weer te kunnen meedoen, moet een andere kip met een pluimpje over je wang aaien.
www.kleefkruid.be
pagina
7
Mag niet mag wel Bedenk met je team eens 5 dingen die buiten niet mogen, omdat ze niet veilig genoeg of niet proper genoeg zijn. Probeer er hiervan nu eens 2 of 3 toch toe te laten, mits enkele regels en afspraken. Probeer uit in je opvang!
Lelijk Verdeel de kinderen in groepjes van twee of drie en laat ze buiten iets lelijks zoeken. Dat fleuren ze daarna op met natuurmateriaal. Eventueel verzamel je eerst samen heel veel natuurmateriaal, zodat kinderen voldoende materiaal bij de hand hebben. Voorzie ook wat touw en scharen om het natuurmateriaal te bevestigen. Maak foto’s voor en na.
Voor de vorm Verzamel een tiental verschillende voorwerpen uit de natuur en leggen deze in het midden van de kring. Iemand houdt zijn handen samen en doet met de handen de vorm na van één van de voorwerpen in de kring. De anderen proberen te raden welk voorwerp het is. Dan mag de volgende. Op deze manier stimuleer je kinderen om heel goed te kijken naar dingen in de natuur.
Guerilla-gardening Ooit aan guerilla-gardening gedaan? Zaadbommen maken en ze ergens droppen is plezant en niet moeilijk Wat heb je nodig? Wat compost, klei of kleipoeder met water en allerlei bloemzaadjes. Kleipoeder en water werkt iets gemakkelijker dan klei, maar is duurder en moeilijker te vinden. Meestal kan de betere drogist je wel aan kleipoeder helpen. Hoe ga je te werk? Meng compost en klei (of kleipoeder met water), probeer zo veel mogelijk compost in de klei verwerkt te krijgen. Ongeveer fiftyfifty. De klei dient vooral om het geheel te doen kleven en zwaar genoeg te maken om te kunnen droppen. Maar de zaadjes hebben vooral compost nodig. www.kleefkruid.be
pagina
8
Meng daarna de zaden door het mengsel. Rol bolletjes van ongeveer 2cm diameter. In een eierkarton kan je de bommetjes gemakkelijk bewaren. Laat daarna de zaadbommen een tweetal dagen drogen, niet in te felle zon. Dan ben je klaar om zaadbommen te droppen. Eens de bommen gedropt, kan je de zaadjes meestal niet meer verzorgen. Je bent dus niet zeker van succes, maar je kan op een aantal dingen letten: april-mei is een goed seizoen, dan is de bodem voldoende opgewarmd om je zaadjes te helpen kiemen. zorg voor zaad van streekeigen, gemakkelijk groeiende (veld)bloemetjes werp je zaadbommen op wilde terreintjes en braakliggende landjes, niet op verhard terrein of op plaatsen waar vaak gemaaid wordt. kijk even naar het weerbericht. Voorspellen ze een langere tijd regen, dan zit je goed. werp nooit zaadbommen in privétuinen (tenzij die van jou) en nooit in natuurgebieden.
Bomen boetseren Met klei kan je maffe gezichten toveren op de stam van een boom. Verdeel de klei vooraf in handige porties. Als je weinig
natuurmateriaal
(blaadjes,
mos,
takjes,
bloemetjes, enz.) in de buurt hebt, ga dan eerst op tocht om natuurmateriaal te verzamelen. Laat kinderen dan een boom uitkiezen met een ruwe schors. Daar blijft de klei beter op hangen. Laat kinderen daarbij eerst goed kijken naar hun boom: wat valt op, wat steekt uit, waar zie je vormen of figuren in? Zou het een gezicht kunnen zijn of een beest of nog wat anders? Vertrekkende van wat kinderen in de boom zien, brengen ze klei aan en ze kneden de klei in de vorm die
ze
willen.
natuurmateriaal
Daarna voor
vullen
verdere
ze
aan
afwerking
met en
versiering. Help eventueel een handje om alles goed stevig aan de boom te bevestigen. www.kleefkruid.be
pagina
9
Klaar? Wandel van boom naar boom en laat de kinderen vertellen over hun kunstwerk: wat hebben ze gemaakt, waar haalden ze het idee, waar zijn ze zelf tevreden over? Soms vinden kinderen het jammer dat ze hun kunstwerk niet kunnen meenemen. Zorg ervoor dat je een fototoestel bij hebt en spreek af met de kinderen dat je hen de foto zal bezorgen. Als de schors ruw genoeg is, het geheel niet te zwaar is en het niet regent, kunnen deze kunstwerken enkele weken blijven hangen. Keer dus eventueel na een paar dagen nog eens terug om te gaan kijken of maak de kunstwerken op een plaats waar de kinderen vaak komen (in je opvang, op weg naar school, in het park vlakbij,…)
Miniatuurtuinen Zorg voor een houten fruitkistje per 3 kinderen en leg op de bodem een krant. Doe daarop een beetje zand of aarde. Laat kinderen daarin een tuintje ontwerpen met
miniatuur
plantjes
en
bloemen,
paadjes,
zwemvijvertje, tuinhuisje, grot of rots, prairie,… geef hen dan playmobil-ventjes, kleine plastieken of houden diertjes, dino’s,… en speel in de minituintjes. Deze tuintjes kunnen een tijdje meegaan, kunnen elke dag een beetje evolueren, kunnen met elkaar verbonden worden,…
Huisjes voor kriebeldieren uitgeholde aardappelen met een vlagje er op (zo weet je welke aardappel van wie is) voor de pissebedden bloempotjes met stro erin in de bomen voor oorwormen bloempotjes met stro erin in de grond met enkele kiezels op het gaatje voor de hommels. Maak wat wegjes van suiker tussen de huisjes, zo lok je nog meer kriebeldieren.
Regenboog verzamelen Een opdracht die het hele jaar door kan, maar het meest uitdagend en meest verrassend is in de winter: laat kinderen in kleine groepjes, om ter snelst dingen uit de natuur verzamelen in alle kleuren van de regenboog. Als je een beetje mild bent (indigo-violet-donker oranje of licht rood…) zal je er van versteld staan hoeveel kleur je in de winter nog vindt in de natuur.
www.kleefkruid.be
pagina 10
Spinnenweb Span tussen twee bomen twee touwen. Weef tussen deze touwen nog een aantal touwen, zodat je hokjes krijgt, groot en klein, scheef, smal bovenaan en breed onderaan of net omgekeerd. Dat is het spinnenweb. Jij bent de spin, de kinderen zijn insecten. De insecten moeten proberen door het spinnenweb te kruipen zonder het web te raken, want dan kleven ze vast en zijn ze een lekkere prooi voor de spin. Kinderen (insecten) mogen elkaar helpen. Hoe kleiner de kinderen, hoe lager de touwen moeten hangen, maar hoe kleiner de hokjes wel mogen zijn. Als je met kinderen met heel uiteenlopende leeftijden speelt, kan je drie draden horizontaal spannen. De oudste kinderen moeten door het bovenste deel van het web, de kleinere kinderen door het onderste deel.
Gespiegeld Laat kinderen per twee gaan staan. 1 kind krijgt een spiegeltje, de andere is begeleider. Wie het spiegeltjes vast heeft, houdt dit horizontaal vast voor zijn gezicht, maar zo dat hij zijn gezicht niet ziet in het spiegeltje. Zo stappen de kinderen even rond, best op een terrein met voldoende bomen of hoge struiken. Die zien de kinderen dan ondersteboven in hun spiegetjes als ze rondstappen. Daarna houden de kinderen de spiegeltjes horizontaal ter hoogte van hun wenkbrouwen, zodat ze in het spiegeltje de ondergrond zien. Het tweede kind van het duo begeleidt het eerste goed, want je ziet niet waar je stapt op deze manier én je kan er een beetje van duizelen. Daarna wisselen de rollen om.
Stripverhaal In kleine groepjes geef je kinderen een 10 stokjes van 40cm (ongeveer). Daarmee maken ze 3 aaneensluitende kadertjes. Dan geef je elk groepje een kaartje met daarop een voorwerp, een plaats, een personage en een handeling (bv. bal, in de bergen, ezel en vergissen). Daarmee maken de kinderen een kort verhaaltje. Dat verhaaltje gieten ze daarna in een stripverhaaltje van 3 stukjes, ze maken
hun
strip
met
natuurmateriaal
inhun
kadertjes. Als iedereen klaar is, ga je langs alle stripverhalen en vertellen de groepjes hun verhaal. www.kleefkruid.be
pagina 11
Herfstparachute Vul samen met kinderen een parachute of groot plastic zeil met herfstbladeren. Neem daarna allemaal de rand van de parachute vast. Zorg dat de kinderen goed gespreid staan rond de parachute. Schud de parachute zachtjes en harder op en neer, gooi bladeren omhoog en probeer ze weer te vangen, gooi de bladeren omhoog, leg de parachute zo snel mogelijk op de grond en kijk hoeveel bladeren er terug in de parachute belanden. Probeer met één hand de parachute op en neer te bewegen en met je andere hand een blad te vangen. Leg een bal tussen de bladeren en probeer deze bal rond te laten gaan, of van de ene kant naar de andere kant te rollen. Neem een groot en opvallend blad en probeer dat de hele ronde te laten gaan. Verwissel kinderen van plaats onder de parachute. Of 1 kind mag in het midden van de parachute gaan liggen, de parachute op de grond. Dan de parachute en dus de herfstblaadjes zachtjes doen golven. Vul regelmatig de parachute aan met extra helfstblaadjes.
Kriebeldieren Altijd, behalve in de winter, kan je kriebeldieren zoeken met kinderen. Verzamel ze in confiturenpotjes of koop enkele loupepotjes. Op het einde van de dag laat je de beestjes weer vrij. Kijk vooral onder boomstronken, onder stenen, onder balken, in de composthoop, achter schors,… Of neem een beetje (bos)grond en zeef die. Best met een heel fijne keukenzeef, van een zandbakzeefje zijn de gaatjes vaak al te groot. Zet enkele kriebeldieren op een vel papier. Kan je ze horen lopen?
Bekijk je dieren en probeer zelf eens te bewegen zoals de dieren die je gevangen hebt. Hoe meer pootjes de dieren hebben, met hoe meer kinderen je moet samenwerken. En welke soorten ‘fladderen’ kan je allemaal nadoen? Beweeg op je buik als een rups of als een slak. Als een klein www.kleefkruid.be
pagina 12
kindje zich in een bolletje rolt en zo op de rug van een ander kindje gaat zitten, heb je een huisjesslak. Als die zich probeert voort te bewegen, weet je meteen waarom huisjesslakken zo traag zijn… Laat elk groepje één beestje uit hun potje uitkiezen. Bedenk hoe dat beest er zou uitzien, hoe het zou heten en welk geluid het zou maken als het 2 meter groot zou zijn. Daarna mogen de kinderen dit kriebeldier namaken met natuurmateriaal. Het hoeft geen 2 meter groot te zijn (dat mag natuurlijk wel), maar wel zo groot mogelijk. Voorzie voldoende natuurmateriaal (of ga vooraf rapen met de kinderen) en materiaal om alles aan elkaar vast te maken: touw, ijzerdraad, houtlijm, dubbelzijdige tape, prikkertjes, scharen,… Zo bouw je je eigen natuurhistorisch museum.
Rondleiding voor mieren Wijs kinderen elk een stukje van je terrein toe, ongeveer 1m2 per kind (of per groepje). Kinderen leggen zich op hun buik bij hun vierkante meter en bekijken die alsof ze mieren zijn. Welke hindernissen komen ze tegen? Welke uitdagingen? Welke indrukwekkende landschappen? Welke kunstwerken? Welke andere dingen? Door te kijken en te fantaseren bouwen ze een rondleiding op door hun ‘wildernis van 1m2’. Met prikkertjes of wasspelden zetten ze een parcours uit. Belangrijke dingen kunnen ze ‘inkaderen’ met een diaraampje of sjabloontje. Daarna volgt een rondleiding voor de andere kinderen.
Hip hip hoera Iemand jarig? De natuur biedt je de ideale feestideeën: knip een kroon uit en beplak hem met stroken dubbelzijdige tape. Versier met allerlei natuurmateriaal. Doe het zelfde met een grote verjaardagskaart. Slingers maak je met een touw, wasspelden (om dingen op te hangen) of een stopnaald (om dingen te rijgen) en veel natuurmateriaal. Laat je inspireren door de seizoenen. Een natuurrijk knutselwerk, een geurpotje, een theezakje met verse kamillebloemetjes,… dit alles ingepakt in een paar mooie bladeren met versiering: het ideale kado voor een geslaagde verjaardag!
www.kleefkruid.be
pagina 13
Bosdierendorp Denk samen met kinderen even na wat er in een eekhoorndorp (of eentje voor muizen, vogels, konijnen, slakken,…) allemaal zou moeten zijn: huizen, winkels, schooltje, bakker met beukennotentaarten, speeltuin, kapper (voor pluisstaarten), klimbomen,… verdeel dan het werk: wie bouwt wat. Met klein natuurmateriaal en met wat touw, klei, stro,… bouw je een heel dorp voor bosdieren. Laat kinderen gerust verder fantaseren of dorpen voor bevriende dieren bijbouwen.
In de val Wil jij geen pottenkijkers of ongewenste gasten op jouw geheime plek? Dan is een val dichtbij de ingang een ideale oplossing! Zo ga je te werk: zoek een plekje waar vanzelf al aarde ligt met zo veel mogelijk takjes en bladeren die in het rond liggen. Want als je een gat op een open plek maakt, waar normaal niets ligt, valt die plek met al die takjes en bladeren wel heel erg op. Je kunt ook rondom je val voldonede balderen en takken rondstroiien, dat camoufleert je val ook. Graaf met een schop een gat van 20 à 30 cm diep. Maak het gat niet breder dan de takken die je gevonden hebt, anders kun je ze er niet over leggen. Als het gat klaar is, leg je er de takken en daarna de balderen over, tot je niets meer van het gat eronder ziet. Zorg voor dunne of rotte takken, anders zakken ze niet in als er iemand over loopt. Check daarna nog even dat jouw val niet opvalt, dat er dus voldoende takken en bladeren rondom de val liggen. En nu wachten op het eerste slachtoffer…
Maak een katapult Zoek een Y-vormige, levende tak, waarvan het onderste deel zo’n 20 cm lang is. Maak een inkeping bovenaan in elke arm van de katapult. Neem twee stukken stevige, dikke elastiek. Bevestig ze elk aan 1 arm, in de inkeping. Neem een lapje fietsband en maak er aan de zijkanten een gleufje in. In die twee gleufjes maak je de twee elastieken vast met een dikke, stevige knoop. Je katapult is klaar. Enkele veiligheidstips: Een katapult is buitenspeelgoed. De kogels zijn papierpropjes of kleibolletjes, zeker niets harder. Als er iemand in je buurt is, schiet je alleen maar als die persoon achter of naast je staat, nooit als er iemand voor je staat. Kies als doelwit een zelfgemaakte schietschijf, een boom, een muur, NOOIT mensen of dieren. Spreek tenslotte af wanneer de propjes of kleibolletjes opgeraapt mogen worden. www.kleefkruid.be
pagina 14
Geen Y-vorminge tak in de buurt? Het kan ook met een wc-rolletje! Maak twee gaatjes bovenaan in het wc-rolletje, zorg dat de gaatjes recht tegenover elkaar liggen. Bevestig een stevige, dikke elastiek aan de twee gaatjes, met in het midden een touwtje aan de elastiek. Trek dan het touwtje door het wc-rolletje naar de andere kant toe. De elastiek zit nu binnenin het wc-rolletje en is uitgerokken. Leg een propje papier in het wc-rolletje. Trek hard aan het touwtje en laat het los, de papierprop schiet weg.
Maak een pijl en boog Zoek een rechte tak van 1m. Eik, es, iep, wilg, notenboom,… het kan allemaal. Snij de bladeren en zijtakken af en maak je stok mooi glad. Maak een inkeping van 2 cm diep in de twee uiteinden van je tak (in de lengte). Neem een touw (bv. vliegertouw is erg geschikt) en maak dit met een lus vast in de ene inkeping. Span de boog tot de afstand tussen touw en hout in het midden 20 cm is. Wikkel het touw nu snel een paar keer rond de tweede inkeping en knoop het vast. De pijlen kan je ook van allerlei soorten hout maken, maar riet is ideaal. Dat is meestal mooi recht.
Je kan ze onderaan ook een kleine inkeping geven, zo blijven ze goed tegen je
gespannen touw zitten. De pijlen moeten langer zijn dan de maximale boogspanniing. Aan de bovenkant bevestig je een klein propje klei, zo is de pijl niet te scherp en het gewicht van de klei maakt dat de pijl mooi zal vliegen. Ook enkele pluimen achteraan de pijl helpen om hem goed te doen zweven. Ook hier gelden dezelfde veiligheidsregels als bij de katapult: een boog is buitenspeelgoed, mik nooit op mensen of dieren, wel op een schietschijf, boom,… Schiet alleen maar een pijl af als er niemand voor je staat. Spreek af wanneer afgeschoten pijlen terug opgeraapt mogen worden.
www.kleefkruid.be
pagina 15
Spelen met modder Na de regen vindt je her en der ongetwijfeld modderplassen. Maar ook bij droog weer kan je samen modder maken: vul een grote kuip of zandbakschelp met aarde. Voeg samen met kinderen beetje bij beetje water toe en laat hen goed mengen. Kan je de modder al goed boetseren? Kan je hem uitknijpen? Als je er in tekent, blijven de lijnen dan staan? Kan je er ballen mee rollen? Kan je een druipsteen maken door modder uit te nijpen in je hand? Welke geluiden kan je allemaal maken met modder en met je handen en voeten? Met kleine verfrolletjes kan je armen en benen instrijken met modder. Heel gezond voor de huid! Modder is ook het ideale ingrediënt voor taarten, soepjes, medicijnen, vergif,… Met modder die niet te nat is, kan je ook hele dorpen en kastelen bouwen. Zet 2 meter verder een wasbakje, zeep en een grote handdoek, zo zijn kinderen na je modderactiviteit snel weer proper.
Watergraffiti Op een zonnige dag rust je de kinderen uit met een emmer en dikke verfborstels. Zo maken ze water-kunstwerken op muren en verharde tegels. Niet juist getekend? Geen probleem, droogt wel op! Neem foto’s van deze vergankelijke kunst!
www.kleefkruid.be
pagina 16
Varen over de baren Met natuurmateriaal kan je allerlei bootjes maken: een halve noot, met een klein beetje klei erin, daarin een prikkertje met een vlagje aan een stukje dood hout of heel droog hout. Met een spijker maak je er een gaatje in. Daarin zet je een satéstokje vast met wat lijm. Aan het satéstokje komt het zeil. Kan in alle formaten. dunne stokjes aan elkaar geweven met touw. Ook daarop een klein beetje klei, een satéstokje en een zeil erin. kurkenstoppen langs de onderkant verzwaren met een nagel. Aan de bovenkant kan weer een zeil komen je kan ook allerlei constructies maken met kurkestoppen en prikkertjes: een vlot, een speedboot,…probeer
en
experimenteer.
Zorg steeds dat kinderen hun eigen bootje kunnen herkennen, zodat ze het vlot kunnen volgen op het water.
Bouw een egelburcht Egels doen hun winterslaap op een droge, beschutte plek onder wat takjes, bladeren of stro. Als ze wakker zijn eten ze insecten, slakken en meer van die dieren die je niet graag in je (moes)tuin hebt. Je kan egels helpen door een egelburcht voor hen te bouwen: maak of zoek een houten kistje van 40x30 cm en 30 cm hoog. Een plastieken kuip met een diameter van 40 cm en een hoogte van 30 cm kan ook. Maak aan 1 kant een opening (de deur) van 13 à 15 cm breed en hoog in het kistje of de kuip. Zorg dat deze opening niet op het noorden staat. Bouw dan, bijvoorbeeld met bakstenen, een tunneltje voor de deuropening. Deze tunnel moet dezelfde maat hebben als de deur zelf, en moet zo’n 30 à 40 cm lang zijn. Bouw je egelburcht op een rustige plaats. Er mag wat struikgewas in de buurt staan, de egel vindt zijn weg wel naar de ingang.
www.kleefkruid.be
pagina 17
Door de wind, door de regen (en de sneeuw) Wind
Maak een windgong: neem een houten schijfje van 1 cm dik en laat kinderen er aan de buitenste rand gaatjes in maken met hamer en nagel. Ook in het midden van de schijf maken ze een gaatje. Door de gaatjes aan de buitenkant steek je touwtjes, die je aan het schijfje vastmaakt met een knoop of een pareltje. Aan de touwtjes hang je onderaan allerlei stenen. In het middenste gaatje maak je ook een touwtje vast, onderaan bevestig je een stenen bloempotje: steek het touwtje door het gaatje in de bodem van de bloempot en hang er een steen aan vast die niet door het gaatje kan. Hang je gong aan een tak die wat wiebelt, hoe harder het waait, hoe meer je windgong zal bewegen en hoe meer muziek je hoort. Nog meer windmuziek: maak een mobiel (met twee of drie gekruiste takken) en hang er allerlei metalen voorwerpen aan: blikjes, lepels en vorken, dekseltjes,… gewoon sparen of langs de kringwinkel gaan. Hang de voorwerpen dicht genoeg bij elkaar en maak de touwtjes lang genoeg, zodat ze vlot tegen elkaar kunnen slaan bij wind. Bellen blazen: laat de wind het werk doen. Met oude ijzeren kapstokken, met ijzerdraad, met tennisrakketten, maak je grote bellenblazers. Met afwasproduct (best echte dreft, zonder citroen), een beetje suiker of behanglijm maak je stevig zeepsop. Als het mengsel nog een nachtje kan trekken, heb je nog een beter resultaat. Beweeg je bellenblazers zachtjes in de wind. Wie maakt de grootste bel? En welke bel bleef het langste leven? Hoeveel bellen kan je vangen? Dit is een activiteit waar ook de buren van kunnen meegenieten als het genoeg waait…
www.kleefkruid.be
pagina 18
Maak een windzak: Snij van een plastieken fles de bodem en de bovenkant, zodat je een plastieken buis krijgt. Maak bovenaan de buis aan twee kanten een gaatje, waar je een touw doorheen rijgt. Dit is het handvat. Knip oude plastieken zakken (hoe kleurrijker hoe beter) in een vorm die je graag hebt. Versier de zak met andere stukjes gekleurd plastiek. Maak de zak vast met tape aan de plastieken buis en maak hem ook toe aan de zijkanten. Laat aan de achterkant een gat open, zodat de wind er helemaal doorheen kan blazen. Laat de wind je windzak tot leven brengen! Spelen met linten: laat kinderen lange linten uitknippen, uit dunnen stof of plastiek. De linten mogen enkele centimeters breed zijn. Loop in de wind met een lint achter je aan. Laat de linten dansen en slingeren. Of loop allemaal samen een pleintje over met een lint achter je aan. Hoe kleiner de kinderen, hoe korter de linten best zijn, om toch nog een mooi effect te krijgen. Bij stevige wind kan je gaan ‘hangen’ op de wind. Hoe ver kan je voorover of achterover hangen in de wind, zonder om te vallen? Wind-op kan je ook bewegen zoals op de maan: trage, grote stappen, armen die traag meebewegen,… vergroot je bewegingen goed uit. Loop daarna terug, wind-af deze keer, zoals een kuikentje dat weggewaaid wordt.
Regen
Zo kan je het geluid van de regen nabootsen: wrijven in je handen voor zachte ruisende regen, vette druppels maak je door met je vingers te knippen, klappen in je handen levert een stevige bui op, kletsen op je dijen geeft een wolkbreuk… Samen onder een groot zeil kan je pletsen door de modder, van plaats verwisselen, water opvangen bovenin het zeil en laten bewegen zonder dat het er uit valt. Kunnen jullie het water sprongetjes laten maken door je zeil snel op en af te bewegen? Met een lange stok of lat, enkele elektriciteitsbuizen en een zeil maak je een reuzenparaplu voor de hele groep. Speel twee is te weinig, drie is te veel onder een vuilzak of paraplu Al stampend op de zompige grond kan je ritmes maken. Zo begeleid je jezelf als je regenliedjes zingt. Of hou eens wat kookpoten of zinken emmers in de drup. Hoe klinkt jouw soepketel? En de mosselpot? www.kleefkruid.be
pagina 19
Al eens van de regen geproefd? Liefst regen die uit de lucht valt, niet die uit de plassen… Trek een oude witte T-shirt aan en hang hem vol crèpepapier in verschillende kleuren. Koers door een stortvlaag en je T-shirt is mooi beschilderd… Zo maak je een regenmeter: snij van een grote plastieken fles het bovenst stuk af en zet dat omgekeerd in de fles, als een trechter. Zet een lat langs de fles, de ‘0’ staat aan de bodem van de fles. Zet met een watervaste stift streepjes op je fles, om de centimeter. Doe een stevige elastiek rond het midden van de fles en steek er een stok in, langs de fles. De stok moet langer zijn dan de fles. Steek de stok in de grond, tot de fles op de grond staat, zo kan de fles niet omvallen. Na de regen komt de geur van natte aarde je tegemoet en ruikt alles fris. Ook verfrissend: ga met kinderen dicht bij of onder een struik of kleine boom staan en schud eens stevig aan de struik…
Na de regen kan je ook op zoek naar droge plekjes: waar kan de regen niet goed aan? Van welke kant zou de regen dan gekomen zijn? Waar kunnen we volgende keer schuilen? Riek bij de hand? Hier en daar even in de grond steken en de regenwormen komen je tegemoet. Samen stampen op de grond gaat ook. Spelen met modder: ideaal na een stevige plensbui. Zie ‘speelideeën’. En tot slot: ga na de regen met kinderen rond een plas staan en laat gebeuren… Je kan eventueel wat attributen voorzien: stokjes, kiezeltjes, drijvende dingen… Of heb jij tijdens de plensbui alvast bootjes ontworpen met kinderen (zie speelideeën)
www.kleefkruid.be
pagina 20
Sneeuw
Sneeuwmannen en sneeuwengelen zijn gekend, maar je kan even goed allerlei andere sneeuwwezens maken met sneeuw en wat takjes, bladeren, de laatste besjes of vruchtjes van bomen,veren… maak je egels, vogels, konijntjes, spinnen, of allerei onbestaande wilde creaties. Met sneeuwballen kan je gooien, maar je kan ze ook versieren tot mooie winterse decoratie: je steekt gewoon allerlei natuurmaterialen in de ballen of je kleeft ze op de sneeuw. Witte sneeuw? Hoeft niet per se. Neen, we hebben het niet over bruine smurrie langs de kant van de weg, ook niet over gele plekjes in de sneeuw ;-). Maak gekleurd water door rode kool, rode biet, spinazie of nog wat anders fijn te maken en uit te wringen in een katoenen doek. Voeg er een beetje water aan toe en doe dit in een plantenspuit. Leg sneeuwballen in een plastieken schaal en overspuit ze met je gekleurd water. Sneeuwdoolhof: dit is een neveneffect van sneeuwmannen maken. Teken in de sneeuw een doolhof met een stok (of door te stappen). Volg dan de lijnen wanneer je een sneeuwbal rolt voor je sneeuwman. Zo ontstaat een doolhof. Je mag niet op ‘groene plekken’ lopen, want dat is een hoge muur van 5 meter. Speurhond: iemand (de vos) maakt een spoor in de sneeuw, met een afgesproken voorwerp: een stok, een dennenappel,… De andere spelers (de speurhonden) kijken niet. Na 5 of 10 minuutjes mogen de speurhonden vertrekken en het spoor van de vos volgen. Kunnen ze de vos vinden? www.kleefkruid.be
pagina 21
Meer lezen Boogmans, J. (2010). Rupsen horen poepen. Praktijkgids natuurbeleving. Zeist: KNNV.
Heerlijk boek over natuurbeleving. Heel concreet, ingedeeld volgens de zintuigen.
Cornell, J. en Van Harten, A. M. Kaartenset Sharing Nature. 20 spelkvormen voor topervaringen in de natuur. Earthgames
20 kaarten met natuurbelevingsactiviteiten, opgebouwd volgens de 4 fasen van flow-learning. Met deze techniek bouw je intense ervaringen in de natuur op met kinderen.
Nelissen, M. (2012). Groen speelplezier. Creatieve en praktische werkvormen in een natuurspeeltuin. NUSO Speelruimte Nederland.
Allerlei speelideeën in de natuur, gericht op kinderen uit het basisonderwijs.
Gütler, A. en Lacher, K. (2009). Landart avec les enfants. Sète : La Plage.
Franse vertaling van een Duitstalige publicatie. Zeer inspirerend, de foto’s spreken voor zich. Met ideeën voor alle leeftijden.
Danks, F. en Schofield, J. (2007). Ga buiten spelen. Op avontuur in de natuur. Haarlem: Gottmer/Becht.
Leuke, diverse en haalbare activiteiten, netjes gerangschikt volgens de seizoenen. Mooie uitgave.
Romeijn-Peeters, E. en De Weirdt, H. (2010). De boom in. Een groen doeboek voor ravotters, speurneuzen en knutselaars. Leuven: Davidsfonds.
Toegespitst op het verkennen van het bos met een hele waaier aan activiteiten. Ook ingedeeld volgens de seizoenen en ook een mooie publicatie.
Danks, F. en Schofield, J. (2012). Het bosboek. Ontdek wat je allemaal kunt doen met een tak. Zeist: Christofoor.
In de reeks ‘less is more’: 70 dingen die je kan doen met een tak, gebundeld in deze publicatie. Heerlijk boek.
Danks, F. en Schofield, J. (2013). Het slecht weer boek. Ontdek wat je allemaal kunt doen in regen, wind en sneeuw. Zeist: Christofoor.
De titel spreekt voor zich. Nooit meer een excuus om niet naar buiten te gaan!
Danks, F en Schofield, J. (2014). De wilde stad. Ontdek wat je allemaal buiten kunt doen in de stad. Zeist: Christofoor.
Van dezelfde auteurs als de vorige twee boeken. Je ontdekt er een berg mogelijkheden voor natuurbeleving in de stad: van dieren in de stad, over wilde creaties, fantasiespel, feesten tot spelletjes en muziek.
Inverde (2009). Buiten benen. Handboek voor natuurvriendelijk spelen. Brussel: Agentschap SociaalCultureel werk voor Jeugd en Volwassenen – Afdeling Jeugd.
Veel ideeën voor activiteiten, ook hier weer ingedeeld volgens de seizoenen. Wel wat meer gericht op jeugdbewegingen, dus ook meer grote spelen met een eerder klassieke structuur in een natuureducatief kleedje gestopt.
Declerck, E. (red.) (2008). Het grote vriendelijke en ondeugende boek voor tuinpiraten. Gent: Borgerhoff en Lamberigts.
Een bonte verzameling van speelideeën voor lagere schoolkinderen. Een lijvig boek met veel ideeën, maar soms nogal beknopt uitgewerkt.
Schofield, J. en Danks, F. (2011) Outdoor. Avontuurlijk buitenspelen. Zeist: Christofoor.
Avontuurlijke maar ook creatieve activiteiten, vaak voor iets oudere kinderen.
Jong Nederland (2011). Natuurspelen!
Jong Nederland is een jeugdbeweging. Dit boekje bundelt spelletjes in en met de natuur voor kinderen tussen 4 en 12 jaar. Ingedeeld in 3 hoofdstukken: spel, creativiteit en buitenleven.
Pouyet, M. (2006). Artistes de nature. Pratiquer le land art au fil des saisons. Toulouse: Plume de carotte.
Prachtig boek over Landart, met heel veel eenvoudige voorbeelden. In het Frans, maar de foto’s spreken voor zich.
Pouyet, M. (2008). Artistes de jardin. Pratiquer le land art au potager. Toulouse: Plume de carotte.
Van dezelfde auteur als ‘Artistes de nature’ en even prachtig in zijn eenvoud.
Pouyet, M. (2012). Artistes de nature en ville. Pratiquer le land art urbain. Toulouse: Plume de carotte.
Ook van dezelfde auteur als de twee bovenstaande boeken. Boordevol ideeën voor natuurkunst in de stad. Heerlijk!
Arendt, H. (2010) Peintures végétales avec les enfants. Sète: La plage.
Franstalig boek vertaald uit het Duits. Heel veel concrete ideeën voor van het maken van en het werken met natuurlijke verf. Met voorbeelden voor alle leeftijden.
www.kleefkruid.be
pagina 22
Interessante links http://kleefkruid.wordpress.com In haar blog bundelt Mira haar ontdekkingen over natuurbeleving en speelgroen. www.springzaad.nl Een schatkamer voor iedereen die begaan is met natuurrijk spelen voor kinderen. www.springzaad.be Vlaamse tegenhanger. Overzicht van wie in Vlaanderen met dit thema begaan is. www.lne.be/themas/natuur-en-milieueducatie/nmerond/natuurbeleving Op deze pagina concrete activiteiten rond natuurbeleving voor gezinnen en verenigingen. www.kindensamenleving.be Loont sterk de moeite om op te volgen. Zeker het werk van de ruimtecel, maar ook het belevingsonderzoek. www.greenbelgium.org Actief rond milieu-educatie en duurzame ontwikkeling. www.velt.be Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren. www.natuurpunt.be Onder de knop 'doe mee' vind je heel wat tips voor kinderen. Ook veel tips voor je tuin onder 'biodiversiteit'. www.kindvannature.nl Nederlandse website over natuurbeleving in de kinderopvang. www.vbjk.be Expertisecentrum in opvoeding en kinderopvang. rethinkingchildhood.com Boeiende weblog van Tim Gill over spelen, risico's, autonomie,... www.playday.org.uk Jaarlijks evenement om 'buiten spelen' in de verf te zetten. Koppelden de afgelopen jaren telkens (literatuur)onderzoek aan hun campagnes. www.goegespeeld.be Website van de campagne binnen het jeugdwerk om avontuurlijk spelen te promoten. www.natuurgidsenbrussel.be/op-reis-naar-ginder-buiten/default.asp Spelfiches over natuurbeleving ontwikkeld door de natuurgidsen uit Brussel. landelijkekinderopvang.blogspot.be/2012/05/vitamine-g-vergroening-van-de.html Meer info over de vergroening van de buitenruimte in de opvang. Je vindt er ook de link naar de brochure 'Vitamine G(roen)' over vergroening van onthaal- en opvanginitiatieven.
www.kleefkruid.be
pagina 23