Klassenkrant van groep 2
2015-2016
Beste ouder(s) en/of verzorger(s), Wat gaan we dit jaar allemaal doen? In het kort leest u hier iets over. Ontvangstgesprek Als de kinderen allemaal op hun stoel in de kring zitten, beginnen we met het ontvangstgesprek. Elke dag mag een ander groepje kinderen iets vertellen over hun belevenissen aan de andere kinderen of de juf. Een stukje sociale vorming en een stukje taalontwikkeling. Ze mogen ook op elkaars verhaaltjes reageren, vragen stellen en leren luisteren naar elkaar. Elke dag bespreken we de activiteiten van de dag aan de hand van de dagritmekaarten. Ook oefenen we welke dag het is. Elke dag is er een groepje leerlingen de ‘’boffers’’. Als je een ‘’boffer’’ bent dan: - mag je die dag iets vertellen tijdens het ontvangstgesprek - mag je iets meenemen van thuis om over te vertellen. - dan mag je als eerst kiezen op het planbord. Maandag: blauwe kinderen Dinsdag: groene kinderen Woensdag: rode kinderen Donderdag: oranje kinderen Vrijdag: gele kinderen Er is dus geen aparte speelgoedmiddag. Op de bovengenoemde dagen mogen de kinderen speelgoed meenemen. Materialen die bij het thema horen mogen op alle dagen meegenomen worden. Godsdienst We werken met de methode ‘Hoor het Woord’. Deze methode geeft een compleet rooster voor de Bijbellessen: Bijbelverhalen, zendingsverhalen en verwerkingslessen. Vier keer per week wordt er uit de Bijbel verteld. Op maandag is er om de week weekopening voor de onderbouw, er wordt dan een Bijbelverhaal verteld. Iedere week leren we een bijbeltekst, een psalm of een lied. De lijst met aan te leren psalmen, teksten, liederen en Bijbelverhalen is bijgevoegd. Het Bijbelrooster kunt u vinden op de website. Ook staan daar de psalmen/liederen op die we leren. Als het onbekende liederen zijn krijgen de kinderen het lied mee voor in het versjesboekje. Werken en spelen In groep 1 en 2 werken en spelen we in groepen aan de hand van een planbord. De kinderen geven op het planbord aan welke activiteit ze die dag gaan doen. Zo leren ze zelf keuzes maken. Iedere dag zijn er andere kinderen aan de beurt om als eerste te
kiezen. Er zijn verplichte (moet) en vrije (mag) activiteiten. Deze activiteiten zijn zichtbaar d.m.v. picto’s op het planbord. Hiermee hopen we de zelfstandigheid en het plezier te vergroten. Werken doen we aan de tafels, maar we spelen ook in de hoeken. Rondom een thema is er een themahoek. ’s Middags doen we dit ook omdat er spelgerichte activiteiten op het planbord voorkomen, zoals: huishoek, bouwhoek, leeshoek, constructiemateriaal e.d. Dit komt omdat we vanuit het ontwikkelingsgericht onderwijs werken. Hierbij is de ontwikkeling d.m.v. spel erg belangrijk. Ontwikkelingsmateriaal De kasten staan vol met puzzels, spelletjes en ander ontwikkelingsmateriaal. Dit materiaal is gerangschikt op niveau. In groep 1 hebben we niveau 1-3 en in groep 2, niveau 4-6. Ook is het materiaal ondergebracht in de verschillende ontwikkelingsgebieden: geheugentraining, oefening van de motoriek, visuele analyse/synthese, voorbereidend rekenen/taal. Iedere leerling heeft in haar/zijn laatje een kaart liggen met de afbeeldingen van de ontwikkelingsmaterialen die zij/hij gedurende, ongeveer, drie weken gaat doen. Ze mogen dan ook weer zelf kiezen welke ze eerst doen. Tijdens het spelen/werken zijn de kinderen met ontwikkelingsmateriaal bezig. Melkdrinken Een gezellig moment: de kinderen eten en drinken, maken een praatje met elkaar of met de juf. (A.u.b. niet teveel eten en het liefst helemaal geen chips of lollies meegeven!) Verjaardagen worden in de klas gevierd. De traktatie gaat na het uitdelen van de traktatie in de tas zodat we die thuis mogen opeten. Vers fruit eten we natuurlijk wel op school op! Als we jarig zijn dan mogen we bij de kleuterklassen rond om ook de jufs van de andere klas te trakteren. Buitenspelen Bij goed/redelijk weer spelen we buiten. De kinderen kunnen dan zelf kiezen waar en met wie ze spelen. Voor de leerkracht zijn dit belangrijke momenten om de spelontwikkeling en de sociale contacten te observeren. Speellokaal Elke maandagmiddag gaan we naar het speellokaal. Dan dragen we gymschoenen. Deze schoenen blijven het hele jaar in de gymdoos in de klas. Bij de gymles met groot materiaal wordt gebruik gemaakt van o.a. een map met uitgewerkte lessen. Taal/rekenen Elke dag worden er taal-en/of rekenactiviteiten gedaan. Voorbeelden van taalactiviteiten zijn: prentenboek aanbieden, vertellen, voorlezen, poëzie, rijmen, taalbegrippen, woordenschatuitbreiding, geletterdheid enz. Voorbeelden van rekenactiviteiten zijn: aantallen, vormen, begrippen, reeksen, enz. Ook tijdens andere activiteiten zijn kinderen, al spelend en pratend, veel met rekenen en taal bezig.
Muzikale vorming De kinderen krijgen een liedjesboek mee naar huis. Als we een nieuw lied aanleren krijgt uw kind dat mee naar huis zodat het verzameld kan worden in het liedjesboek. Verder gebruiken we de muziekinstrumenten veel. Goed gedaan! Deze methode gaan we gebruiken om op een positieve en concrete manier aandacht te schenken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, die bijdraagt aan een prettig schoolklimaat en de kinderen een goede basis meegeeft voor later. In deze methode staat het jongetje Jonas centraal met zijn vriendjes en vriendinnetjes. We leren samen spelen, gevoelens, wennen enz. Observatie en vastlegging Halverwege groep 2 (januari) worden de cito-toetsen Taal voor Kleuters en Ordenen afgenomen. Bij het spelen, werken en de kringactiviteiten is het van belang dat de leerkracht de leerlingen observeert. Dit doen we met behulp van KIJK. Dit is een hulpmiddel voor observatie en registratie van de ontwikkeling van de kinderen.
Ontwikkelingsgericht Momenteel geven wij ontwikkelingsgericht onderwijs. Dit betekent dat wij proberen in te spelen op de ontwikkelingsbehoefte van het individuele kind. Niet ieder kind ontwikkelt zich even snel, wij proberen hierbij aan te sluiten. Ontwikkelingsgericht onderwijs proberen wij op de volgende manier gestalte te geven: 1. Planbord We gebruiken een planbord. Op het planbord kan het kind zijn of haar eigen werkje kiezen. Hierdoor kan het kind een werkje kiezen wat aansluit bij de eigen ontwikkeling. Ook zal het kind beter betrokken zijn omdat het vaak een werkje is wat hij of zij leuk vindt. De betrokkenheid van kinderen bij wat ze doen is belangrijk om tot ontwikkeling te komen. 2. Mag- en moettaken Op het planbord geven we aan dat er een aantal mag- en een aantal moetwerkjes zijn. De kinderen moeten er zelf voor zorgen dat ze de moetwerkjes hebben gedaan. Hierdoor leert het kind verantwoordelijkheid dragen voor zijn of haar eigen werk. Ook wordt het door de magtaken mogelijk om werk te kiezen wat aansluit bij de interesse van het kind. De moettaken zijn vaak taken die wij belangrijk vinden voor de ontwikkeling van het kind. 3. Differentiatie
Veel werkjes worden aangeboden in verschillende niveaus. Sommige kinderen krijgen een opdracht die moeilijker of makkelijker is. 4. Kleine kring We proberen te werken met een kleine kring. Dit houd in dat ik leerstof aanbied aan een klein groepje kinderen. De andere kinderen spelen dan in de hoeken of zijn aan het werk. Het stoplicht staat dan op oranje, dit betekend dat ze niet naar de juf toe mogen komen. De kinderen moeten hun vraag dan alleen op proberen te lossen of aan een ander kind om hulp vragen. 5. Thematisch onderwijs De leerstof wordt aangeboden aan de hand van een aantal thema’s. Hierdoor zijn de kinderen meer betrokken bij de leerstof . We proberen bij de keuze van onze thema’s aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
6. Verkeerslicht
Er hangt een verkeerslicht in de groep. Als het groene licht brandt dan mag het kind aan andere kinderen en aan de juf hulp vragen. Brandt het oranje licht dan is de juf een ander groepje aan het begeleiden en kan het kind geen hulp aan de juf vragen. Andere kinderen kunnen het kind dan vaak wel even verder helpen. Spelontwikkeling Soms kun je je wel eens afvragen waarom spel zo belangrijk is. Het idee kan ontstaan dat bezig zijn met woordenschat, cijfers, letters, werken enz. veel belangrijker is dan het spelen. Dit is zeker niet waar! Als kleuterjuffen hebben we enkele jaren geleden een cursus spelbegeleiding gevolgd. Ook hier kwam het belang van spel weer naar voren.
Het kind krijgt grip op de wereld om zich heen (in het rollenspel worden situaties nagespeeld) . Het kind kan zich in het spel uiten. Spel bevorderd de sociaal/emotionele ontwikkeling. Tijdens het spel moet er worden samengespeeld. De kinderen overleggen/ maken afspraken/ kruipen in een rol en moeten leren met verschillende kinderen te spelen. Ze moeten naar elkaar luisteren. De taalontwikkeling wordt gestimuleerd. Als er ergens gepraat moet worden is het in spel! Kinderen kunnen hun fantasie kwijt in het spel. Spelen is niet vrijblijvend, we geven opdrachten aan de kinderen mee. B.v.: maak eerst een bouwtekening van wat je gaat maken, voordat je naar de dokter gaat maak je eerst een afspraak, maak prijskaartjes voor de spulletjes die je in de winkel hebt, enz.
Op school proberen we het spel te stimuleren door uitdagende hoeken te maken. Ook spelen we zelf als leerkracht regelmatig mee en proberen zo het spel te sturen. We oefenen het spel tijdens kringactiviteiten. Ook zult u regelmatig hoeken aantreffen die passen bij het thema waar we mee bezig zijn. We observeren het spel van de kinderen, zodat we een beeld van het spelniveau van het kind krijgen. Want de meeste kinderen zijn pas aan leren toe als het spel goed ontwikkeld is. Groep 2: Op de maandagmiddag zal er vaak klassikaal gewerkt worden aan voorbereidende activiteiten voor groep 3, zoals het oefenen van schrijfpatronen/cijfers schrijven! We werken dan aan onze tafel! Wist u dat… - De leerlingenlijst gelijk doorbellijst is. - We het fijn vinden als iedereen er om 8.45 uur is. - De kinderen gymschoenen nodig hebben, beiden voorzien van hun naam. - Er regelmatig mededelingen staan op het informatiebord in de gang. We hopen op een heel goed schooljaar! Als er vragen zijn, stel ze gerust! Ariënne Beukers