jaarbeeld 09
tweede
huid tweede leven
jaarbeeld 09
tweede
huid tweede leven
Dit inlegvel is gemaakt van groeipapier. Het symboliseert onze visie ‘Afval bestaat niet’. In het afval van vandaag groeit namelijk de kiem voor de producten van morgen. Wij maken er graag iets moois van! Van Gansewinkel Groep legt een ‘tweede huid’ rond de verschillende processen van haar klanten. Zo kunnen we zoveel mogelijk afval een tweede leven geven. Hoe? Dat leest u in dit jaarbeeld 2009. Leg het groeipapier buiten op de aarde in de tuin of binnen in een bloempot. Dek het papier af met wat aarde en maak het ieder dag vochtig. Na ruim een week zie je de eerste zaadjes ontkiemen en bij goede verzorging staat na verloop van tijd het hele groeipapier vol met klaprozen! De inkt en het papier zijn goed afbreekbaar en niet schadelijk voor het milieu. Zo is de cirkel weer rond.
Inhoud
part’ner (Eng.), m. (-s), deelgenoot, medespeler, maat (in allerlei spelen); Een jaarverslag is in wezen niet meer dan een nogal lang uitgevallen “verantwoording” aan al onze partners. Een teken van transparantie dat vanzelfsprekend gericht is aan onze deelgenoten (lees: aandeelhouders en medewerkers), maar dat evenzeer bestemd is voor alle andere medespelers en maten (lees: klanten). Want de klant staat binnen onze dienstverlenende organisatie centraal. Dit zit in onze genen. Van Gansewinkel Groep bestaat namelijk bij de gratie van klanten. Het is juist deze groep partners die de ruimte biedt om onze missie te realiseren. Door gewoon containers te laten legen, het afvalmanagement aan ons uit te besteden, gerecyclede materialen en grondstoffen van ons af te nemen of energie bij ons te kopen. De relatie met onze klanten is gebaseerd op vertrouwen en op afval. Beide ingrediënten zijn nodig om er iets moois van te maken. En terwijl het afval verdwijnt en nieuwe grondstoffen ontstaan, neemt het vertrouwen alleen maar toe. In dit jaarbeeld nemen we u graag mee op een ontdekkingstocht door de ‘winkel’ die voluit Van Gansewinkel Groep heet. Daardoor krijgt u een goede indruk van alle takken van sport die we bedrijven. Wij laten zien wat we met afval doen en hoe verrassend innovatief dat vaak gebeurt. Wij zijn namelijk best trots op wàt we doen en hoe we dat doen.
Over dit verslag
5
Profiel Van Gansewinkel Groep
6
Van de voorzitter
8
Hoe maken wij er iets moois van? Van Gansewinkel
12
Verslag van de raad van bestuur
20
Markt & SWOT
36
Verslag van de raad van commissarissen
38
Hoe maken wij er iets moois van? Coolrec
40
Internationaal
46
Afvalstromen
48
Hoe maken wij er iets moois van?
Maltha
54
Duurzaamheidsverslag
60
Visie en beleid
62
Equity
76
Ecology
90
Hoe maken wij er iets moois van?
AVR
102
Economy
106
Verkorte jaarrekening
110
Bijlagen
122
Publicaties bestellen
128
Colofon
129
Op www.vangansewinkelgroep.com is een interactieve versie van dit jaarverslag beschikbaar.
2 / jaarbeeld 09
3
Over dit verslag
Inhoud
Over dit verslag
ve rd i e p i n g
Over dit verslag
5
Profiel Van Gansewinkel Groep
6
Van de voorzitter
8
Dilemma’s
11, 26, 28 en 31
Hoe maken wij er iets moois van? Van Gansewinkel
12
Verslag van de raad van bestuur Strategie 2010 - 2015 Missie Kernwaarden Financiële ontwikkelingen 2009 Verwachtingen 2010 Inzameling & Services, Van Gansewinkel Recycling & Grondstoffenleverancier Coolrec & Maltha Energieleverancier, Energy from Waste, AVR Van de CFO
20 20 22 22 23 23 25
Markt & SWOT Marktpositie Marktontwikkelingen SWOT Actiepunten
36 36 36 36 37
Verslag van de raad van commissarissen
38
27 29 33
Hoe maken wij er iets moois van? Coolrec
40
Internationaal
46
Afvalstromen
48
Hoe maken wij er iets moois van?
Maltha
4 / jaarbeeld 09
54
Duurzaamheidsverslag 60 Visie en beleid 62 Ketenverantwoordelijkheid 68 Doelstellingen en ambities 71 Equity 76 Human Resource Management 77 Veiligheid en Kwaliteit 81 Stakeholderdialoog 84 Ecology 90 Productinnovatie 92 Verbetering eigen footprint 96 Energie uit afval 98 Reductie energieverbruik, verbeteren energierendement 99 Overige initiatieven om CO2-emissie verder te reduceren 100 Waterafvoer naar kwaliteit en bestemming 100
Van Gansewinkel Groep wil met dit verslag een helder en transparant beeld geven van haar activiteiten op het gebied van duurzaamheid over het kalenderjaar 2009 (01/01/2009 – 31/12/2009). Daarnaast geven we inzicht in onze ambities voor de middellange termijn. Van Gansewinkel Groep volgt bij het opstellen van het verslag de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). Reikwijdte
Dataverzameling
Dit rapport omvat de data en informatie van alle deelnemingen van Van Gansewinkel Groep. Een lijst van onze bedrijven, locaties en deelnemingen is te vinden op onze website: www.vangansewinkelgroep.com. Eerdere rapportage over duurzaamheidsgegevens vond plaats in 2007 en 2008.
De voor Van Gansewinkel Groep belangrijke gegevens voor indicatoren (kwantitatief) en initiatieven (kwalitatief) zijn opgevraagd bij de verantwoordelijke bedrijfsonderdelen (regio’s) en stafafdelingen. Na een beoordeling zijn deze door middel van een interne coördinator gecontroleerd en gevalideerd voor de gehele Groep. Vervolgens heeft PricewaterhouseCoopers een verificatie uitgevoerd. Bij de verzameling van basisgegevens is zo veel mogelijk aangesloten bij periodieke rapportages. Voor de gehanteerde GRI-indicatoren is een handleiding opgesteld waarin definities zijn opgenomen. Er is zo veel mogelijk aangesloten bij in het verleden gehanteerde methodieken. Indien hiervan is afgeweken, wordt dit aangegeven in de tekst.
Richtlijnen Global Reporting Initiative
Hoe maken wij er iets moois van? AVR
102
Economy 106 Corporate Governance 107 Risicobeheersing 108 Verkorte Jaarrekening 110 • Geconsolideerde balans 111 • Geconsolideerde winst- en verliesrekening 113 • Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten 114 • Geconsolideerd kasstroomoverzicht 115 • Geconsolideerd overzicht van mutaties in eigen vermogen 116 • Goodwill 117 • Schuldpositie 119 • Toelichting op winst- en verliesrekening 120 • Medewerkers 120 • Bezoldiging bestuurders 120 Bijlagen GRI-tabel 122 Assurance-rapport PricewaterhouseCoopers 123 Personalia 124 Verklarende woordenlijst 126 Publicaties bestellen
128
Colofon
129
Het verslag van Van Gansewinkel Groep op het gebied van duurzaamheid is samengesteld op basis van het Global Reporting Initiative versie 3. De G3 onderscheidt verschillende toepassingsniveaus. Op basis van een self-asessement voldoet het verslag aan de voorwaarden van het B-niveau. Van Gansewinkel Groep rapporteert over een groot gedeelte van de kernindicatoren van de GRI en is transparant over haar duurzaamheidsactiviteiten. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. heeft het verslag geverifieerd waardoor het verslag een B+-niveau krijgt. In de GRI-tabel (pagina 122) wordt expliciet aangegeven over welke indicatoren Van Gansewinkel Groep rapporteert. Verificatie van dit verslag
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. heeft ons ondersteund bij de verificatie van de duurzaamheidsdata. Het assurance-rapport voor duurzaamheidsinformatie is te vinden op pagina 123. Het proces om een verificatie uit te oefenen op de informatie in dit verslag is voor ons van belang geweest om zo ook de betrouwbaarheid en volledigheid hiervan richting onze stakeholders te verhogen.
5
Profiel Van Gansewinkel Groep
Profiel Van Gansewinkel Groep Van Gansewinkel Groep is zowel afvaldienstverlener als grondstoffen- en energieleverancier en actief in de gehele afvalketen. Het bedrijf zamelt alle soorten afval in en bewerkt of verwerkt afval tot grondstoffen en (duurzame) energie. Thuismarkt is de Benelux, maar Van Gansewinkel Groep is ook actief in Frankrijk, Portugal, Tsjechië, Polen en Hongarije. Zo’n 5.800 medewerkers realiseren een jaaromzet van circa € 1,1 miljard.
Van Gansewinkel Groep Omzet € 1,1 miljard Ca. 290 fte’s
Inzameling & Bewerking
Recycling
Verwerking
Omzet € 717 miljoen Ca. 4.520 fte’s
Omzet € 76 miljoen Ca. 300 fte’s
Omzet € 322 miljoen Ca. 680 fte’s
Van Gansewinkel Inzameling & Services
Coolrec
Maltha
Recycling wit- en bruingoed & Grondstoffenleverancier
Glasrecycling & Grondstoffenleverancier
AVR Energy from Waste
De private equity-partijen CVC Capital Partners en Kohlberg Kravis Roberts & Co. hebben samen een meerderheidsbelang in Van Gansewinkel Groep. De overige aandelen zijn in handen van Oranje-Nassau Groep, Intermediate Capital Group en het management.
Een complete lijst van de dochterbedrijven en deelnemingen van Van Gansewinkel Groep is te vinden op www.vangansewinkelgroep.com
Zogenoemd regranulaat. Van deze plastic korrels worden nieuwe plastic producten gemaakt. 6 / jaarbeeld 09
7
Van de voorzitter
Van de voorzitter
De veranderde marktomstandigheden vergden in 2009 een grote slagvaardigheid, flexibiliteit en inzet van alle medewerkers. De veerkracht van de organisatie heeft ervoor gezorgd dat Van Gansewinkel Groep er operationeel beter voor staat dan ooit. Bovendien zijn grote stappen gezet om in de toekomst nog efficiënter en kwalitatief beter te gaan werken. “Terugkijkend op het moeilijke jaar 2009 moet ik concluderen dat we niet anders dan tevreden mogen zijn over de gerealiseerde prestaties. We hebben hard gewerkt om de economische crisis het hoofd te bieden. Natuurlijk heeft de economische neergang invloed gehad op onze financiële resultaten, maar we staan er zowel financieel als operationeel solide voor en zijn goed voorbereid op de toekomst”, zo stelt Ruud Sondag. “Naast de financiële resultaten zijn de prestaties op het gebied van veiligheid voor onze medewerkers minstens zo belangrijk. Ook op dat punt hebben we verbeteringen laten zien, hoewel elk ongeval er natuurlijk een te veel is.”
Marktaandeel gegroeid in krimpende markt 2009 werd gekenmerkt door een economische neergang, een dalende industriële productie, minder afval en uiterst volatiele grondstofprijzen. Halverwege het jaar werd daarnaast versneld de overcapaciteit op de verwerkingsmarkt merkbaar. Nieuw gebouwde verbrandingscapaciteit van concurrenten zorgde in combinatie met minder afval als gevolg van de crisis voor een overcapaciteit in de markt. Bovendien kwam dit jaar een aantal verwerkingscontracten van Van Gansewinkel Groep op de markt, waarvan de meeste, zij het onder forse prijsdruk, behouden konden blijven. In een krimpende markt groeide het totale marktaandeel van Van Gansewinkel Groep. “Vooral in de inzamelingsmarkt hebben we veel nieuwe klanten mogen verwelkomen in 2009. Als het hen beter gaat de komende jaren, groeien wij graag met hen mee.” De marktpositie van Van Gansewinkel Groep als geïntegreerd bedrijf is volgens de bestuursvoorzitter echt bewezen. “Dit bedrijf rust op verschillende pilaren. Dankzij onze drie-eenheid van inzameling, recycling en verwerking zijn we de afgelopen jaren marktleider geworden in de Benelux en behoren we tot de top 5 in Europa.”
8 / jaarbeeld 09
“Operationeel staan we er beter voor dan ooit”
Op tijd de juiste maatregelen Eind 2008 bereidde Van Gansewinkel Groep zich al voor op de economische neergang die eraan zat te komen en op de vraaguitval die daarop zou volgen. “Om gezond te blijven, hebben we een omvangrijk kostenbesparingsprogramma voorbereid, dat gedurende het jaar een adequaat antwoord bleek. Het programma werd strak gemanaged en leverde uiteindelijk een kostenreductie op van maar liefst € 34 miljoen.” “De overcapaciteit op de verwerkingsmarkt raakte ons in 2009 hard, omdat er alleen contracten afliepen voor de verwerking van huishoudelijk afval dat in onze ovens werd verbrand”, laat Sondag weten. “We zetten aanvankelijk in op een tarievenerosie van 25%, maar dat bleek niet voldoende. We verloren de eerste drie verwerkingscontracten die op de markt kwamen en raakten 260.000 ton aan jaarlijks volume kwijt. We hebben ons echter snel aangepast. We kozen voor prijsleiderschap en sloten mede daardoor de volgende zes tenders winnend af. Zo wisten we onder meer de grote contracten met Utrecht en Den Haag te behouden, maar wel tegen fors lagere tarieven. Jammer is wel dat er bijvoorbeeld in Arnhem voor een partij gekozen is die het afval 100 kilometer verderop laat verwerken, terwijl wij om de hoek een afvalenergiecentrale in Duiven hebben. Dat rijmt niet echt met de duurzaamheidsdoelstellingen die overheidsbestuurders sinds 1 januari 2010 hebben.” De ontwikkelingen in 2009 leidden ertoe dat Van Gansewinkel Groep als eerste in de sector capaciteit heeft afgebouwd. Dat was mogelijk omdat de afvalenergiecentrale in Rotterdam gemoderniseerd moest worden. De plannen voor een investering van € 250 miljoen lagen klaar, maar er werd bewust gewacht met aanbesteden totdat er duidelijkheid was over de uitslag van de tenders. “Dat is echt een verstandige zet geweest”, zegt Sondag. “We hebben geen investeringsbeslissing genomen die ons dertig jaar lang voor de voeten zou lopen. We sloten onze afvalenergiecentrale in Rotterdam. Als eerste in de sector hebben we daarmee onze capaciteit in balans gebracht met de vraag uit de markt.
Ruud Sondag CEO Van Gansewinkel Groep
De komende jaren komt er meer capaciteit op de markt, terwijl de volumes dalen. Wij verwachten dat andere partijen in Noord-West-Europa ons voorbeeld zullen volgen.” Van Gansewinkel Groep hoeft zich niet meer druk te maken om volumes voor zijn afvalenergiecentrales. Het bedrijf weet zich minimaal voor de komende tien jaar verzekerd van voldoende restafval. Doel is om van dit afval zoveel mogelijk energie te maken. Alle aandacht van het Energy from Waste-onderdeel kan uitgaan naar het optimaal benutten van de mogelijkheden die het bedrijf heeft als duurzame energieproducent. De raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep bestudeert de mogelijkheden om het proces van energierendementsverbetering te versnellen. Aan de andere kant werkt Van Gansewinkel Groep hard aan de positionering van de onderneming en het werven van nieuwe klanten. “Onze focus op het geven van een tweede leven aan afval heeft een positief effect gehad. ‘Afval bestaat niet’, daar komen steeds meer klanten achter. Afval vormt de basis voor nieuwe grondstoffen of duurzame energie”, aldus Sondag.
Kosten aangepast aan nieuwe realiteit In 2009 heeft Van Gansewinkel Groep vol ingezet op kostenbesparingen om gezond te blijven. De vraaguitval kon in eerste instantie opgevangen worden door afscheid te nemen van uitzendkrachten en mensen met een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Helaas moesten eind 2009 nog eens 130 arbeidsplaatsen worden geschrapt als gevolg van de sluiting van de Rotterdamse afvalenergiecentrale. Van Gansewinkel Groep stelt alles in het werk om mensen te begeleiden van werk naar werk, binnen of buiten de Groep. Naast kostenbesparingen kwam de focus in 2009 steeds meer te liggen op structurele maatregelen om de kwaliteit van de dienstverlening op een nog hoger niveau te brengen. “De verbeterprogramma’s zullen de kern van onze aandacht vormen, ook in 2010 en 2011. We willen onze kostenpositie vanaf 2012 met minimaal € 100 miljoen hebben teruggebracht.” Van Gansewinkel Groep wil nog slimmer en efficiënter gaan werken. Met boordcomputers en een geautomatiseerde routeplanning, maar ook door centralisatie van bepaalde backoffice-activiteiten, die bovendien het ondernemerschap aan de bron niet aantasten. Dit ondernemerschap heeft ervoor gezorgd dat Van Gansewinkel Groep in deze crisis goed heeft kunnen presteren. 9
Van de voorzitter
Stabiele kasstroom en EBITDAE Sondag is tevreden over de gerealiseerde financiële resultaten. “In zo’n zwaar jaar een EBITDAE-daling van slechts 5%, daar mogen we echt tevreden over zijn. Daarbij hebben we het op het gebied van werkkapitaalbeheersing erg goed gedaan en als het gaat om de vrije kasstroom, overtroffen we de verwachtingen. Door onze wijze van financiering is de vrije kasstroom buitengewoon belangrijk. Die bepaalt je flexibiliteit om te manoeuvreren als onderneming.” De kasstroom en EBITDAE van vrijwel alle activiteiten bleven tijdens de crisis op een stabiel niveau. “Dat is een prestatie van formaat, die we hebben kunnen leveren omdat we de kosten in een snel tempo wisten te reduceren. Dat snel schakelen is echt een belangrijk kenmerk van dit bedrijf. We zijn ontzettend wendbaar en we krijgen zaken voor elkaar. Het feit dat we een geïntegreerd bedrijf zijn, biedt in financiële zin zeker ook in crisistijden meerwaarde.”
Duurzaamheid als product Ondanks de crisis is de focus op duurzaamheid van Van Gansewinkel Groep onverminderd groot. Dat is logisch, want duurzaamheid is immers het product dat aangeboden wordt aan klanten. Grondstoffenschaarste en opwarming van de aarde zijn mondiale problemen. De afval- en recyclingbranche kan hier iets aan doen. In het afval van vandaag schuilt nu eenmaal de grondstof en hernieuwbare energie van morgen. Van Gansewinkel Groep voert een tweesporenbeleid op het gebied van duurzaamheid: Cradle to Cradle en reductie van CO2-emissie. Vooral de Cradle to Cradlefilosofie – de filosofie dat producten zodanig worden ontworpen en samengesteld, dat materialen na gebruik weer kunnen worden aangewend voor hetzelfde of een ander product - speelt een belangrijke rol in de strategie. Door te recyclen en te voorkomen dat iets afval wordt, kunnen natuurlijke grondstoffen in het milieu blijven. Zo worden de grondstoffenschaarste én het CO2-probleem aangepakt, want een slimme herwinning van grondstoffen leidt vrijwel per definitie tot een lager (fossiel) energiegebruik en daarmee lagere CO2-emissies. De visie, het beleid, de resultaten en de ambities van Van Gansewinkel Groep op het gebied van duurzame ontwikkeling worden vanaf pagina 60 uiteengezet in het geïntegreerde Duurzaamheidsverslag.
10 / jaarbeeld 09
Tweede huid, tweede leven Van Gansewinkel Groep concentreert zich in haar strategie in de Benelux op het optimaliseren van het verticaal geïntegreerde bedrijf, actief op het gebied van inzameling, recycling en verwerking. Daarnaast wil Van Gansewinkel Groep een tweede thuismarkt creëren in Centraal- en Oost-Europa. In 2009 is daarmee weinig voortgang gemaakt. Het afgelopen crisisjaar leende zich nauwelijks voor overnames, maar autonoom was wel sprake van groei. De belofte in Centraal- en Oost-Europa is echter groot voor Van Gansewinkel Groep en het vizier blijft dan ook gericht op overnamekandidaten in deze regio. Inhoudelijk zet Van Gansewinkel Groep in op het principe ‘tweede huid, tweede leven’. “We willen de productieprocessen van onze klanten volledig kennen en doorgronden, zodat er zo weinig mogelijk duurzame materialen verloren gaan’, zo legt Sondag uit. ‘We willen zo veel mogelijk materialen een tweede leven geven. Nu krijgt ongeveer driekwart van de ruim 10 miljoen ton afval die door onze handen gaat een tweede leven. We streven er naar dit percentage te verhogen tot 80, 90%. Uit het afval dat we verbranden, willen we vervolgens zo veel mogelijk duurzame energie halen.”
Focus op efficiëntie en kwaliteit in 2010 Van Gansewinkel Groep gaat voor 2010 uit van gelijkblijvende marktomstandigheden en rekent zich niet rijk. Voorop staat de flexibiliteit te behouden om gebruik te kunnen blijven maken van de relatief gunstig gefinancierde schuld, rekening houdend met de bestaande bankconvenanten. Daarom ligt de focus ook in de komende jaren op de vrije kasstroom, het werkkapitaal en op kostenbesparingen door structurele verbeteringen in de organisatie.
Kansen als grondstoffenen energieleverancier Financieel gezien verwacht Van Gansewinkel Groep een stabiele omzet, een sterkere operationele kasstroom en nettowinst.
Klaar voor de toekomst Van Gansewinkel Groep is sinds 2006 in handen van private equity. Ergens in de komende jaren zal er een einde komen aan de verbintenis met de huidige grootaandeelhouders KKR en CVC Capital Partners. De raad van bestuur praat met de raad van commissarissen over de volgende stappen van de onderneming, waarbij waardecreatie voor de aandeelhouders en de verdere ontwikkeling van de onderneming voorop staan. Een beursgang, verkoop aan een strategische partij of verkoop aan een financiële partij zijn daarbij de meest logische opties voor de toekomst. De raad van bestuur heeft een nadrukkelijke voorkeur voor een beursgang. Het biedt de onderneming de beste mogelijkheden om de groeistrategie uit te voeren. Van Gansewinkel Groep wil de komende jaren verder groeien als dienstverlener en als grondstoffen- en energieleverancier, waarbij voor uitbreiding met name gekeken wordt naar Centraal- en Oost-Europa. Doel is en blijft om zo veel mogelijk afval een tweede leven te geven als grondstof of energie en een van de meest duurzame bedrijven te worden.
“De sector waarin Van Gansewinkel Groep actief is wordt zo ontzettend belangrijk als het gaat om de strijd tegen grondstoffenschaarste en de CO2-problematiek”, benadrukt Sondag. “Zodra de CO2-uitstoot geprijsd gaat worden in de vorm van belastingen, wordt het nog aantrekkelijker om gerecyclede grondstoffen te gebruiken. Want recycling leidt in praktisch alle gevallen tot CO2–reductie. Het beprijzen van CO2-uitstoot zou een verdere erkenning betekenen van onze businesscase, die gericht is op grondstoffenschaarste.” De drie-eenheid van inzameling, recycling en verwerking blijft volgens de bestuursvoorzitter de kracht van Van Gansewinkel Groep, ook op lange termijn. “Er zijn echt maar heel weinig bedrijven die zo’n nadrukkelijke bijdrage leveren aan het duurzaam maken van anderen. Dat is echt uniek. Ik wil iedereen danken die in 2009 een bijdrage heeft geleverd aan de resultaten van Van Gansewinkel Groep.”
Dilemma Waarde(n) “Als je significante kostenbesparingsplannen lanceert en uitvoert, kom je altijd bij de vraag wanneer je het bot van de organisatie nadert. Je moet zorgen dat de maatregelen niet leiden tot afbraak van de organisatie, de balans tussen waarde en waarden moet goed blijven. Hoe ver kun je gaan zonder het bedrijf uit te hollen? Achteraf kan ik zeggen dat we hier goed in zijn geslaagd. Dankzij de inzet van alle medewerkers van Van Gansewinkel Groep, maar zeker ook dankzij de regie en keuzes van de raad van bestuur en de constructieve discussies met de raad van commissarissen en de COR.”
“We zetten in 2010 en 2011 nadrukkelijk in op efficiëntie- en kwaliteitsverbetering, zodat we sterk staan op het moment dat de markt aantrekt. Fit for the future, dat is de insteek”, zegt Sondag. “In 2010 willen we de kosten met nog eens ruim € 50 miljoen verlagen. Dit zal ons nog weerbaarder maken. Verder verwachten we dat de overname-activiteiten in de tweede helft van 2010 zullen toenemen. Er moet nog een consolidatie slag in de sector plaatsvinden en Van Gansewinkel Groep wil daar een rol in spelen.”
11
InzamelIng
leven PrintPaPier
toilet- en keukenPaPier
s c h e I d I n g s I n sta l l at I e s
karton
Kennis, inzameling en bewerking Het grote publiek kent Van Gansewinkel vooral van de vuilniswagens. Dagelijks zijn er zo’n 1600 voertuigen onderweg om afval (of beter gezegd: grondstoffen) in te zamelen bij bedrijven en consumenten. Maar Van Gansewinkel is veel meer dan een traditionele afvalinzamelaar. Van Gansewinkel is een toonaangevende afvalbewerker en een kennisorganisatie, met verstand van materialen en logistieke systemen.
umenten
n komen bij Destra Data is vernietiging van vertrouernietigt ook allerlei andere tops en kleding. Destra et meer als zodanig op de ke begeleiding, toezicht en en kenmerken de werkwijze
Zorgvuldigheid en structuur zijn van groot belang bij Destra Data. De voertuigen met ingezamelde vertrouwelijke documenten komen niet zomaar het terrein op. Aanmelden is vereist. Vervolgens wordt er gewogen, gelost en gescheiden op kleur. Een lopende band brengt de verschillende stromen vertrouwelijk papier naar de sorteerhal, waar de ongewenste materialen handmatig worden verwijderd. Dan is de stroom klaar voor de machinehal. Grote machines doen hier zonder al te veel geluid hun werk: versnipperen.
Destra Data maakt gebruik van een nieuwe, state of the art bewerkingslijn. Twee shredders bewerken hier het papier tot de allerkleinste snippers, die geperst worden tot grote balen van ruim 500 kg.
pull
o r g a n I s c h a f va l
In de afvoerhal staan de eindproducten: grote balen papier, gerangschikt van licht (wit) naar donker. Destra Data levert deze direct aan papierfabrieken. Hoe lichter het papier, hoe hoger de waarde. Van het witte papier worden tissues en toiletrollen gemaakt, maar ook nieuw kantoorpapier. Het donkere papier gaat naar de kartonindustrie.
I n d u st r I Ë l e r e I n I g I n g
c h e m I s c h - f ys I s c h e s c h e I d I n g
12 / jaarbeeld 09
13 15
huid Van Gansewinkel is al lang niet meer alleen de afvaldienstverlener die aan de achterdeur de container komt legen. De gang naar de voordeur is gemaakt. Het bedrijf wordt steeds vaker al in een vroeg stadium bij de bedrijfsprocessen van de klant betrokken.
De kennis en ervaring van Van Gansewinkel worden gebruikt om zo weinig mogelijk afval te laten ontstaan. Voor de afvalstromen die toch vrijkomen, ontwikkelt de onderneming een optimaal logistiek systeem en een duurzame en waardevolle bewerkingsmethode. Van Gansewinkel legt zo als het ware een ‘tweede huid’ rond de processen van de klanten. Zo blijven zo veel mogelijk waardevolle grondstoffen behouden. Dat vraagt om een grondige kennis van de productiewijze van de klant, zodat de dienstverlening daar zo geruisloos mogelijk omheen gebouwd kan worden.
14 / jaarbeeld 09
Van Gansewinkel werkt voor (semi)overheden en voor bedrijven en instellingen in elke denkbare branche. Zo heeft de onderneming een goed beeld van de specifieke afvalvraagstukken per segment, inclusief bijkomende wettelijke verplichtingen en veel voorkomende wensen. Voor vrijwel alle soorten afval heeft Van Gansewinkel een passende oplossing. De verschillende afvalstromen worden ingezameld en vervoerd naar gespecialiseerde bewerkingsbedrijven van Van Gansewinkel Groep. Iedere afvalstroom vraagt immers om een andere bewerking. De bewerkingsbedrijven maken afval geschikt voor hergebruik. Ze zorgen er voor dat er iets moois van afval kan worden gemaakt. In dit jaarverslag besteden we aandacht aan de minder bekende, maar wezenlijke bewerkingsslagen die Van Ganswinkel maakt.
Vernietiging vertrouwelijke documenten Stromen die vernietigd moeten worden komen bij Destra Data terecht. Kernactiviteit van Destra Data is vernietiging van vertrouwelijke documenten. Maar het bedrijf vernietigt ook allerlei andere stromen, zoals cd’s, harde schijven, laptops en kleding. Destra Data waarborgt dat deze materialen niet meer als zodanig op de markt kunnen komen. Camera’s, fysieke begeleiding, toezicht en gesloten inzamel- en bewerkingsystemen kenmerken de werkwijze van het bedrijf.
umenten
n komen bij Destra Data is vernietiging van vertrouernietigt ook allerlei andere tops en kleding. Destra et meer als zodanig op de ke begeleiding, toezicht en en kenmerken de werkwijze
leven PrintPaPier
toilet- en keukenPaPier
karton
pull
Zorgvuldigheid en structuur zijn van groot belang bij Destra Data. De voertuigen met ingezamelde vertrouwelijke documenten komen niet zomaar het terrein op. Aanmelden is vereist. Vervolgens wordt er gewogen, gelost en gescheiden op kleur. Een lopende band brengt de verschillende stromen vertrouwelijk papier naar de sorteerhal, waar de ongewenste materialen handmatig worden verwijderd. Dan is de stroom klaar voor de machinehal. Grote machines doen hier zonder al te veel geluid hun werk: versnipperen.
Destra Data maakt gebruik van een nieuwe, state of the art bewerkingslijn. Twee shredders bewerken hier het papier tot de allerkleinste snippers, die geperst worden tot grote balen van ruim 500 kg. In de afvoerhal staan de eindproducten: grote balen papier, gerangschikt van licht (wit) naar donker. Destra Data levert deze direct aan papierfabrieken. Hoe lichter het papier, hoe hoger de waarde. Van het witte papier worden tissues en toiletrollen gemaakt, maar ook nieuw kantoorpapier. Het donkere papier gaat naar de kartonindustrie.
15
ScheidingSinStallatieS
De stromen grof huishoudelijk afval en bouw- en sloopafval gaan naar een van de afvalscheidingsinstallaties van Van Gansewinkel. Door een effectief scheidingsproces geeft het bedrijf meer dan 80% van het grof huishoudelijk afval en ruim 70% van het bouw- en sloopafval een tweede leven als grondstof. De installaties scheiden het afval in acht hoofddeelstromen: hout, puin, metalen, non-ferro’s, papier en plastic, zand, groenafval en kunststof. Bij die sortering wordt gebruik gemaakt van verschillende technieken. Sterke magneten ‘trekken’ metalen uit de afvalstroom. Hierna wordt de stroom in twee fracties gezeefd: kleiner en groter dan 80 millimeter. Het afval dat groter is dan 80 millimeter wordt met luchtstromen ontdaan van papier,
kunststof en folies. De afvalstroom bestaat dan nog hoofdzakelijk uit hout met een kleine vervuiling: onder meer stenen en non-ferro producten. Deze materiaalstroom wordt handmatig gecontroleerd en gezuiverd, zodat er aan het einde van de band een schone houtstroom ontstaat. De stroom kleiner dan 80 millimeter doorloopt een volledig geautomatiseerd traject. Het zand wordt er als eerste uit gezeefd. Daarna worden de kleine kunststof- en papierdeeltjes eruit geblazen en scheidt een Eddy Current het non-ferro afval af. Een Eddy Current is een wervelstroommachine die werkt als een omgekeerde magneet: door een elektrisch veld op te wekken, kaatst de machine niet-ijzerhoudende metalen van de band af.
De overgebleven stukjes hout en puin worden vervolgens in een waterbad gescheiden: het hout blijft drijven, het puin zinkt. Een kleine reststroom wordt, samen met het afval dat bij aanlevering niet voldoet aan de criteria van sorteerbaar afval, als brandstof afgevoerd naar afvalverbrandingsinstallaties. Van deze stroom wordt (duurzame) energie gemaakt.
De lichte papier-plastic-folie-fractie wordt in een brandstoflijn van Van Gansewinkel via lucht- en infraroodscheidingstechnieken samengeperst tot pellets. Deze dienen als brandstof voor warmtecentrales en de cementindustrie in Zweden en Noorwegen. Het zijn vervangers van de fossiele brandstof steenkool.
De andere gescheiden stromen gaan per vrachtwagen en schip naar eindverwerkers in en buiten Nederland. Het hout wordt als brandstof ingezet in de Biomassa Energie Centrale (BEC) van Van Gansewinkel Groep, de metalen en de non-ferro’s gaan naar de metaalverwerkende industrie. Zand en puin dienen als grondstof voor onder meer de wegenbouw en de aannemerij. Het groenafval wordt ingezet als bodemverbeteraar en van een aantal kunststoffen maken eindverwerkers weer nieuwe kunststofproducten.
chemiSch-FySi Sche Scheiding
Verontreinigde, vloeibare stromen brengt Industrial Services naar het CFS-depot (Chemisch Fysische Scheiding) van Van Gansewinkel, waar ze worden omgezet in schoon water en slib (brandstof voor energiecentrales). Als er een vrachtwagen met gevaarlijk afval op de weegbrug van het CFS staat, neemt een operationeel medewerker een monster. Op het lab wordt gekeken of de aangeboden vracht in lijn is met de vooraf aangemelde stroom.
16 / jaarbeeld 09
Een proef wijst vervolgens uit hoe het vloeibare afval precies bewerkt moet worden. De meeste medewerkers op het CFS hebben een scheikundige achtergrond. Zij kijken hoeveel ijzerchloride, natriumhydroxide en vlokmiddel moet worden toegevoegd aan de aangeboden stroom, om de gevaarlijke stoffen te ‘vangen’ en om te zetten in slib.
Als de juiste hoeveelheid chemicaliën (die water en slib kunnen scheiden) is toegevoegd, komt de stroom terecht in een machine die van onderaf zuurstof omhoog blaast. Hierdoor komt het slib bovendrijven en kan het worden afgeroomd. Grote centrifuges slingeren het slib zo droog mogelijk, waarna het slib als brandstof kan dienen voor energiecentrales.
Het afvalwater dat overblijft komt terecht in een biologische nazuivering. Deze installatie bevat miljoenen micro-organismen die de overgebleven verontreinigingen omzetten in CO2 en water! Van Gansewinkel Groep heeft een belang van 50% in het Belgische Marpobel, dat vloeibaar afval uit de scheepsvaart verwerkt in de Antwerpse haven. De productieprocessen van Marpobel komen overeen met die van het CFS.
17
OrganiSch aFval
Van Gansewinkel is ook producent van biomassa voor de productie van energie en meststoffen. Dochterbedrijf Biomassa Stroomlijn levert houtsnippers aan energiecentrales. Semler maakt organische afvalstromen geschikt voor compostering en vergisting. Bij vergisting komen bij het rottingsproces methaangassen vrij, waarmee groene stroom kan worden opgewekt.
Via een leidingstelsel wordt dit in een silo gepompt, direct achter de hal. De lege containers zijn ondertussen gereinigd en gedesinfecteerd met een biologisch afbreekbaar reinigings- en desinfecteermiddel. tankwagens brengen de door Semler bewerkte swill naar vergistingsinstallaties, waar bacteriën de voedselresten verorberen. Hierbij ontstaat waardevol methaangas.
B I O M AS SA St r O O M l I j N
SEMlEr
relatief nieuw is de over-datum-producten-lijn van Semler. Nieuwe wetgeving in Nederland bepaalt dat over-datumproducten gescheiden en apart moeten worden afgevoerd. Semler is marktleider in dit segment. De producten worden mechanisch klein geslagen, waardoor de vloeibare resten eruit lopen en klaar zijn voor vergisting. De vaste etensresten gaan naar een composteerlocatie van Van Gansewinkel Groep en het relatief schone verpakkingsmateriaal krijgt een tweede leven als grondstof.
De grootste hoeveelheden snoeihout worden opgehaald in bossen en plantsoenen. Daar wordt het vaak direct vanaf de hakselaar in een container geblazen. Kleinere hoeveelheden worden ingezameld op milieustraten en composteringslocaties.
gereinigd, zodat de processen optimaal blijven verlopen. Industrial Services werkt snel en effectief, want klanten willen hun processen zo snel mogelijk weer opstarten: stilstand kost immers geld.
droge stoffen te verpompen. Het bedrijf werkt met vacuümwagens met een pompcapaciteit tot maar liefst 5.000 kubieke meter per uur. Met grote slangen zuigen de wagens allerlei vaste en vloeibare materialen op. Van vervuild water tot vliegassen en poeder, en van olieresten tot kolen en grind.
Containers vol keukenafval en over-datum-producten uit heel Nederland komen terecht bij Semler. Het keukenafval, ook wel swill genoemd, wordt eerst fijn gemalen. Magneten pikken de metalen vervuiling eruit en medewerkers verwijderen handmatig andere verontreinigingen, zoals plastics en grote botten. Het schone swill wordt nog kleiner gemalen, waarna een verpompbaar product overblijft.
Dochterbedrijf Biomassa Stroomlijn zamelt snoeihout op verschillende locaties in. Snoeihout van planten, struiken en boomkruinen is niet geschikt voor hergebruik, omdat het vervuild is met bladeren en schors. Snoeihout is echter heel geschikt als biobrandstof. Daartoe wordt het verkleind tot ‘biomassa’.
Het grootste deel van de biomassa wordt door energiebedrijven ingezet voor de opwekking van groene stroom. Daarnaast levert Biomassa Stroomlijn aan gemeenten, die er stadswijken en zwembaden mee verwarmen, en gebruiken veehouders en tuinders de houtchips als brandstof voor verwarming van hun stallen en kassen.
Omdat snoeihout seizoensmatig vrijkomt en de klanten van Biomassa Stroomlijn elke dag een continue hoeveelheid brandstof nodig hebben, slaat het bedrijf grote hoeveelheden houtchips op verschillende locaties op.
induStriële reiniging
Van Gansewinkel is nauw betrokken bij veel verschillende, industriële processen. Niet alleen als afvaldienstverlener, maar ook als partner op het gebied van industriële reiniging. Dochterbedrijf Industrial Services zet imposant materieel in voor de reiniging van installaties, leidingsystemen en tanks. Daarbij worden technieken toegepast als drukvacuümreiniging, hogedrukreiniging, chemischtechnischereiniging, vacupressreiniging, detonatieve reiniging, watersnijden en diverse straaltechnieken.
Vacuümtechniek neemt een belangrijke plaats in binnen de werkzaamheden van Industrial Services. Het is de snelste en efficiëntste manier om grote hoeveelheden natte en
Als de tanks, vaten, leidingen en riolen zijn leeggezogen, worden ze vaak direct gereinigd met hogedrukpompen tot 2800 bar. Industrial Services maakt bij de hogedrukwerkzaamheden gebruik van waterzuiveringsinstallaties: het gebruikte spuitwater wordt verpompt naar de opgebouwde waterzuivering ter plaatse en daar ontdaan van alle verontreinigingen, waardoor het water weer geschikt is voor hergebruik door de hogedrukunits. Zo bespaart de onderneming jaarlijks miljoenen liters schoon drinkwater.
De klantenkring van Industrial Services bestaat vooral uit industriële bedrijven. Fabrieken met tanks, installaties en leidingsystemen die met regelmaat moeten worden
18 / jaarbeeld 09
19
Verslag van de raad van bestuur
Verslag van de raad van bestuur
Strategie 2010-2015 Tweede huid, tweede leven
Van Gansewinkel Groep biedt klanten hoogwaardige oplossingen voor afval- en milieuvraagstukken. De basis voor deze dienstverlening is kennis van bedrijfsprocessen en materiaalgebruik van klanten in diverse stadia van het productie- en consumptieproces, kennis van relevante wet- en regelgeving en het vermogen klanten zekerheid te bieden in hun verantwoordingsplicht. Daardoor leggen we als het ware een tweede huid om de processen van onze klanten. Dat maakt het mogelijk om afval een tweede leven te geven als grondstof of energie. Strategische doelstellingen
De hoogwaardige kennis van afval- en milieuvraagstukken biedt Van Gansewinkel Groep een sterke uitgangspositie voor de volgende ontwikkelingsfase in de internationale afvalsector.
Kennisintensiteit speelt een cruciale rol. Van Gansewinkel Groep zal hierin blijven investeren. Groei in recycling
De recyclingsactiviteiten zullen een nadrukkelijker aandeel in de portfolio van Van Gansewinkel Groep gaan innemen. Met behulp van eigen installaties, maar ook door inschakeling van derden. Door nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan, wil Van Gansewinkel Groep haar spilfunctie in netwerken versterken. Grondstoffen worden schaars. De bijdrage van Van Gansewinkel Groep aan de oplossing van dit vraagstuk gaat vóór haar bijdrage aan de oplossing van het energievraagstuk en de reductie van CO2-emissies. Een slimme en verstandige terugwinning van grondstoffen leidt vanzelf tot een lager energieverbruik en daarmee lagere CO2-emissies. Van Gansewinkel Groep wenst haar claim ’Afval bestaat niet’ verder waar te maken.
Verbreden serviceaanbod
Bedrijven concentreren zich in toenemende mate op hun kernactiviteiten, daarin gestimuleerd door de toenemende complexiteit van wetgeving en verantwoordingsplicht. Als gevolg daarvan maken zij steeds meer gebruik van partijen die hun activiteiten begeleiden of overnemen. Naast de operationele uitvoering nemen analyse, advies, monitoring en rapportage in belang toe. Dit biedt Van Gansewinkel Groep de ruimte het serviceaanbod te verbreden en intensiever met bedrijven samen te werken in een groeiend deel van de bedrijfsprocessen. Effectief hergebruik grondstoffen
Het besef groeit dat de voorraad grondstoffen niet onuitputtelijk is en dat de toegang tot schaarser wordende grondstoffen niet langer vanzelfsprekend is. Dit leidt tot stijgende prijzen en stimuleert innovaties om alternatieven voor schaarse grondstoffen te vinden en grondstoffen terug te winnen uit bestaande producten. De hoeveelheid materialen die een tweede leven krijgt, zal verder toenemen bij Van Gansewinkel Groep. Kernbegrippen daarbij zijn intelligent design, design for recycling, intelligent materials pooling en urban mining. Van Gansewinkel Groep heeft hier vol op ingezet. Samen met klanten worden cycli opgezet waarbij in de ontwerpfase grondstoffen en grondstofsamenstellingen worden gekozen, die na gebruik van een product herwonnen en weer gebruikt kunnen worden. Focus ligt daarbij op de verdere ontwikkeling van vier matriaalclusters: biogene materialen, metalen, mineralen en kunststoffen. Grondstoffen behouden hun waarde, de beschikbaarheid ervan blijft gewaarborgd en fossiele uitputting wordt voorkomen. 20 / jaarbeeld 09
Energie uit afval
Afvalverbranding, het ontwikkelen van energie uit afval, zal in het komende decennium een afnemend aandeel innemen in het gehele gamma aan opties voor verwerking van afval en reststoffen. Herwinning van grondstoffen gaat immers vóór verbranding van reststoffen. De focus ligt bij de verwerkingsactiviteiten definitief op Energy from Waste. Dit zal de positie van Van Gansewinkel Groep als (duurzame) energieleverancier verder versterken. Afvalstoffen die voor verbranding in aanmerking komen, worden gezien als waardevolle brandstoffen, te doseren naar optimale energieopbrengst in de vorm van stoom, warmte of elektriciteit. Een voorbeeld hiervan is de levering van stadsverwarming. Verbranding zal steeds meer door ‘een receptuur’ gestuurd worden, om tot optimale energieterugwinning te komen. Uiteindelijk zal reeds bij de ontwikkeling van materialen worden bepaald of zij herwinbaar zullen zijn in de vorm van grondstoffen of juist ontwikkeld moeten worden om de energie er uit terug te kunnen winnen. Internationale expansie
Van Gansewinkel Groep heeft vanaf de start van de onderneming gekozen voor een internationale oriëntatie, met activiteiten in meerdere landen in Europa. Ook in landen waar Van Gansewinkel Groep geen eigen vestigingen heeft, worden klanten ondersteund in on site afvaldienstverlening, het organiseren en uitvoeren van internationale terugnamesystemen en de daaraan verbonden recycling, alsmede in herwinning van grondstoffen.
Raad van bestuur v.l.n.r. Diederik Gijsbers, Frans van de Noort, Ruud Sondag, Rob de Fluiter Balledux en Yves Luca
21
Verslag van de raad van bestuur
Van Gansewinkel Groep streeft naar verdere uitbreiding en verbreding van de activiteiten in de thuismarkt, de Benelux. Daarnaast wil de onderneming een tweede thuismarkt ontwikkelen in Centraal- en OostEuropa, voor uiteindelijk al haar activiteiten. Verder wil Van Gansewinkel Groep via een regisseursmodel haar dienstverleningsactiviteiten – on site dienstverlening, terugnamesystemen - ook verder uitbreiden in landen waar zij niet zelf actief is, maar waar klanten haar hierom verzoeken. Van Gansewinkel Groep zal daar, indien aan de orde, de daaraan verbonden recyclingactiviteiten verder uitbouwen, zelf of in partnership. Kansen voor groei
Samenvattend kiest Van Gansewinkel Groep voor een verdere ontwikkeling van haar propositie van een tweede huid voor haar klanten, een tweede leven van materialen en een optimale energieproductie uit die materialen die hier uiteindelijk voor zijn geselecteerd. Van Gansewinkel Groep streeft naar groei van de dienstverleningsactiviteiten, een versnelde groei van recyclingsactiviteiten en deels een consolidatie van de activiteiten op het gebied van energie uit afval. In de thuismarkt Benelux, in een nieuw te ontwikkelen tweede thuismarkt in Centraal-Europa, en in andere landen via een regisseursmodel. In de groei van de activiteiten wil Van Gansewinkel Groep de nadruk leggen op uitbreiding van de positie op het gebied van services en renewables. Van Gansewinkel Groep wil zich positioneren als effectieve klant- en kennisgedreven matchmaker tussen bedrijven en organisaties, en als een efficiënte operator op het gebied van logistiek, de herwinning van grondstoffen en de productie van energie uit reststoffen. De bestaande portfolio en de bestaande geografische spreiding vormen het platform van groei. De groei zal zowel autonoom als door acquisities worden gerealiseerd. Centraal in de groeistrategie staan echter de medewerkers. Het zijn onze mensen die er dagelijks plezier in scheppen de beste oplossing voor hun klanten te realiseren, betere grondstoffen te produceren of nog meer energie uit materialen te halen. Van Gansewinkel Groep kiest daarom nadrukkelijk ook voor groei van al deze mensen, om daarmee groei van de onderneming mogelijk te maken.
Missie Van Gansewinkel Groep ruimt het afval van anderen op. Zo werken we aan een schonere wereld: • door het aanhoudende besef dat de aard van onze activiteiten mogelijkheden biedt om een bijdrage aan een duurzamere samenleving te leveren en deze concreet te vertalen naar het terugdringen van afvalstromen en de proactieve ontwikkeling van efficiëntere en effectievere inzamel-, bewerking-, recycle- en verwerkingsprocessen. Afval bestaat niet, maar is de basis voor nieuwe grondstoffen en energie in materialencycli. • door Cradle to Cradle als leidraad te zien, pakken we de grondstoffenschaarste én het CO2-probleem aan. We gaan uit van mogelijkheden en niet van schuldmanagement. • d oor onze klanten als partners te zien en ze met al onze kennis en mogelijkheden klantgerichte en gepaste innovatieve en duurzame oplossingen te bieden voor specifieke afval-, grondstof- en energievraagstukken. • d oor als mensgerichte organisatie het unieke vakmanschap en de betrokkenheid van onze medewerkers te stimuleren. We geven mensen zinvol werk en willen ruimte bieden voor persoonlijke ontplooiing en aan de bijdrage die iedereen wil leveren aan de ontwikkeling van de onderneming. We zorgen voor een veilige, gezonde en respectvolle werkomgeving. • d oor als internationaal opererende organisatie er alles aan te doen om de sociale en milieuprestaties van onze activiteiten in de keten te verbeteren.
Kernwaarden Van Gansewinkel Groep houdt vast aan een vijftal principes: • veiligheid voor alles • klantgerichte samenwerking • innovatieve ontwikkeling • integriteit en verantwoordelijkheid • vakmanschap met passie Zo bewaken we onze waarden en normen. Deze uitgangspunten garanderen helderheid over onze manier van werken. Voor onze medewerkers, voor onze klanten en leveranciers en voor de wereld om ons heen.
Financiële ontwikkelingen 2009 • Omzet daalt met 5% tot € 1,1 miljard • EBITDAE daalt met 5% tot € 259 miljoen • EBITDAE-marge stabiel dankzij effectieve kostenbesparingen • Operationele kasstroom blijft sterk (€ 245 miljoen) • Schuldpositie verder teruggebracht • Positief eigen vermogen van € 179 miljoen • Bedrijfsresultaat excl. eenmalige lasten stijgt met 7% • Nettoverlies € 188 miljoen door eenmalige lasten Het financiële resultaat in 2009 is in grote mate beïnvloed door eenmalige lasten van € 170 miljoen, die met name verband houden met de sluiting van de Rotterdamse afvalenergiecentrale. De lasten hebben betrekking op een reorganisatie (€ 29 miljoen), sloopvoorziening en afboeking van de centrale (€ 71 miljoen) en een duurzame waardevermindering van de goodwill (€ 70 miljoen). Als gevolg van de voorzieningen liep het nettoverlies op van € 103 miljoen naar € 188 miljoen en bedroeg het operationele verlies over 2009 € 73 miljoen. Exclusief eenmalige items steeg het bedrijfsresultaat met 7% tot € 87 miljoen. De kosten inzake de sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam zijn eenmalig en lopen dus niet verder in 2010 en de jaren daarna. Van Gansewinkel Groep heeft hiermee als eerste en vooralsnog als enige in de branche haar capaciteit aangepast aan de structureel veranderde omstandigheden in de verwerkingsmarkt. De onderneming verwacht over het lopende boekjaar 2010 een nettowinst te realiseren. Omzet en EBITDAE (winst voor rente, belasting, afschrijvingen, amortisatie en uitzonderlijke resultaten) van Van Gansewinkel Groep daalden in 2009 licht als gevolg van de moeilijke economische omstandigheden. De EBITDAE-marge bleef stabiel dankzij effectieve kostenbesparingsmaatregelen. De operationele kasstroom bleef onverminderd sterk (€ 245 miljoen) door maximaal behoud van bestaande business, focus op het werkkapitaalbeheer en operationele efficiencymaatregelen. Ondanks de crisis bedroegen de kapitaalinvesteringen in 2009 € 82 miljoen. De netto kasstroom was € 10 miljoen positief. Hierin is tevens een bedrag begrepen van € 62 miljoen dat besteed is voor aflossing van de schuldpositie. Een nadere toelichting op de schuldpositie is terug te vinden in de verkorte jaarrekening op pagina 119 en in de volledige jaarrekening (hoofdstuk 8) die gepubliceerd is op www.vangansewinkelgroep.com.
Financiële kerngegevens Bedragen in miljoen EUR
2009
2008
Omzet
1.137
1.200
Bedrijfresultaat (EBIT)
-73
60
EBIT excl. eenmalige lasten
87
81
259
274
22,8%
22,8%
-188
-103
EBITDAE EBITDAE-marge Nettoresultaat Eigen vermogen
179
372
Operationele kasstroom
245
297
Kasstroom voor aflossing Aflossing leningen Netto kasstroom
72
56
-62
-39
10
17
Financiële doelstellingen
Van Gansewinkel Groep streeft naar een jaarlijkse EBITDAE-stijging. Daarbij wil de onderneming een robuuste cashflow realiseren en haar schuldpositie verder afbouwen, om zo binnen de grenzen van de bankconvenanten te blijven.
Verwachtingen 2010 Van Gansewinkel Groep verwacht in 2010 stabiele resultaten bij de onderdelen Inzameling en Recycling. De overcapaciteit en de prijsdruk in de verwerkingsmarkt zullen een negatieve impact hebben op de resultaten van het onderdeel Verwerking, Energy from Waste. Door effectieve kostenbesparingen, focus op kaspositie en efficiencyverbeteringen voorziet Van Gansewinkel Groep bij gelijkblijvende marktomstandigheden een stabiele omzet en een positief nettoresultaat. De onderneming wil zich in 2010 weer bewegen op de acquisitiemarkt. Van Gansewinkel Groep houdt in haar projecties nog geen rekening met economisch herstel en gaat uit van stabilisatie van de huidige marktomstandigheden.
Deze strategische doelstellingen moeten leiden tot een verdere versterking van de financiële resultaten. De vertaling van deze strategie naar doelstellingen en ambities voor 2010 zijn terug te vinden in de ambitietabel op pagina 72 tot 75.
22 / jaarbeeld 09
23
Verslag van de raad van bestuur
Inzameling & Services Van Gansewinkel “We staan sterk als de markt weer aantrekt”
Profiel Activiteiten:
Van Gansewinkel is dé specialist op het gebied van afvalmanagement en het inzamelen en bewerken van afvalstromen van huishoudens, bedrijven en instellingen en transport naar be- en verwerkingslocaties. Doel is ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk restafval ontstaat. Marktpositie:
Marktleider in de Benelux. Aantal medewerkers: 3.418. De twee grootste partijen op de inzamelmarkt in de Benelux (waaronder Van Gansewinkel) hebben samen een marktaandeel van 30-40%. Nummer 3 volgt op afstand. Veel regionale (overheids)partijen nemen kleine markposities in. Van Gansewinkel is als inzamelbedrijf met (vooralsnog) kleine marktposities ook actief in Frankrijk, Polen en Tsjechië. Strategie
Van Gansewinkel wil een ’tweede huid’ om de productieprocessen van zo veel mogelijk klanten leggen. Daardoor kan zo veel mogelijk afval een tweede leven krijgen als grondstof. Van Gansewinkel blijft kijken naar mogelijkheden om het netwerk te verbreden. Het bedrijf blijft op zoek naar groeimogelijkheden, zowel autonoom als door acquisities. Markt in 2009
De economische neergang heeft in 2009 een nadrukkelijke, negatieve impact gehad op de inzamelmarkt. Enerzijds was er minder afval door een dalende productie in vrijwel alle sectoren, anderzijds kwamen de tarieven onder druk te staan. Afspraken aan de inkoopkant zijn aangescherpt. Het aantal tenders voor afvalinzameling nam - vooral in de tweede helft van het jaar - sterk toe.
COO Diederik Gijsbers “De financiële resultaten van de inzamelactiviteiten stemmen tot tevredenheid. Met een omzetdaling van 8% zijn we flink geraakt door de crisis, maar we hebben ons marktaandeel vergroot. Door succesvolle kostenbesparingsprogramma’s zijn we in staat geweest het EBITDAE-resultaat conform de doelstellingen op nagenoeg hetzelfde niveau als een jaar eerder te houden. We hebben niet alleen bezuinigd, maar ook geïnvesteerd in structurele verbeteringen. Daardoor staan we sterk als de markt weer aantrekt.”
Ontwikkelingen in 2009
Van Gansewinkel heeft het aantal klanten in 2009 licht zien groeien en won ruim 60% van het aantal tenders voor bedrijfsafval dat op de markt kwam. Het merendeel op basis van prijs, maar er blijven ook klanten die vooral kiezen op kwaliteit en inhoud en vasthouden aan hun duurzaamheidsdoelstellingen. Het totaal ingezamelde volume daalde, met name door sterke volumedalingen in de bouwsector en bij grote industriële klanten. Door de teruglopende volumes en de prijsdruk daalde de omzet. De overcapaciteit op de verwerkingsmarkt in Nederland had een negatief effect op de inzamelingstarieven. Om de EBITDAE op peil te houden, werd een kostenbesparingsprogramma gelanceerd dat succesvol is uitgerold. Van Gansewinkel had zich ten doel gesteld om in 2009 hetzelfde EBITDAEresultaat te realiseren als in 2008. Ondanks de moeilijke omstandigheden is dat nagenoeg gerealiseerd.
24 / jaarbeeld 09
Inzameling & Services Van Gansewinkel 2009
2008
Omzet
€ 717 miljoen
€ 775 miljoen
EBITDAE
€ 110 miljoen
€ 112 miljoen
25
Verslag van de raad van bestuur
Binnen Van Gansewinkel Groep is het inzamelbedrijf de meest arbeidsintensieve organisatie. Alle activiteiten die Van Gansewinkel in 2009 intern kon houden, werden ‘in huis’ afgehandeld. Dit leidde tot een forse afname op de post ‘diensten derden’. Daardoor was het bedrijf in staat om het directe personeel voor een belangrijk deel aan de gang te houden. Op het directe personeel werd circa 5% bespaard, op het indirecte personeel ongeveer 11%. In totaal ging het hierbij om 250 fte’s. Van Gansewinkel heeft 2009 ook gebruikt om het bedrijf structureel beter te maken. Er is fors geïnvesteerd in operational excellence, zoals in moderne planningssystemen die leiden tot routeoptimalisatie, in boordcomputers en in communicatiesystemen. Zo staat het bedrijf sterk op het moment dat de markt weer aantrekt. In België presteerde Van Gansewinkel relatief beter dan in Nederland. Medewerkers in vaste dienst kunnen door een Belgische overheidsregeling relatief eenvoudig ‘technisch werkloos’ worden als er tijdelijk minder werk is. Productieprocessen kunnen daardoor in België snel worden stopgezet, maar ook snel weer worden opgestart. Dit laatste heeft in de tweede helft van 2009 een positief effect gehad op de activiteiten van Van Gansewinkel in België. Omdat Van Gansewinkel Groep in België geen eigen verwerkingscapaciteit heeft, was er geen sprake van negatieve effecten van overcapaciteit zoals in Nederland. In Frankrijk en Tsjechië liepen de operationele resultaten terug als gevolg van de economische crisis, terwijl Van Gansewinkel Polen het EBITDAE-resultaat zag verdubbelen.
Dilemma Level playing field Van Gansewinkel vindt het niet redelijk dat het de strijd moet aangaan met overheidsgedomineerde partijen die zich verzekerd weten van hoge tarieven bij hun klanten; gemeenten die tevens aandeelhouder zijn. Deze partijen begeven zich steeds vaker buiten hun verzorgingsgebied, terwijl andere marktpartijen andersom geen kans krijgen om in het gebied van deze overheidsgedomineerde bedrijven te opereren. Het ontbreken van een level playing field is een principiële zaak en vormt een risico voor Van Gansewinkel en leidt binnen overheidsland tot inerte spelers waarvoor de belastingbetaler de toekomstige sanering zal moeten opbrengen. Van Gansewinkel heeft ervoor gekozen om de discussie hierover te initiëren en actief te bijven voeren.
Duurzaamheid
Van Gansewinkel verkoopt duurzaamheid in de volle breedte in de markt. Met de kennis van grondstoffen, materialen en logistieke processen kunnen we productieprocessen van klanten duurzamer maken, door te zorgen dat er zo weinig mogelijk afval ontstaat. Bedrijven kennen daar ook steeds meer waarde aan toe, maar er is nog veel terrein te winnen. Zo zou bijvoorbeeld de overheid volgens haar eigen doelstellingen veel duurzamer in moeten kopen dan zij nu doet. Van Gansewinkel heeft in 2009 ondervonden dat overheden bij aanbestedingen vaak alleen het element prijs zwaar lieten wegen. Als groot logistiek concern streeft Van Gansewinkel naar een zo schoon mogelijke vloot. Naast de circa 100 nieuwe EVV-voertuigen die voldoen aan de strengste milieunormen, introduceerde de onderneming in 2009 de eerste 100% elektrische vuilniswagen. Van Gansewinkel wil bijdragen aan het terugdringen van schadelijke uitstoot, met name in de drukbevolkte binnensteden waar de overlast van vrachtwagens en de dichtheid van containers het grootst is. Vooral daar is de elektrische vuilniswagen goed inzetbaar. In 2010 zullen acht tot tien nieuwe 100% elektrische vuilniswagens worden ingezet. Daarnaast wordt gekeken naar alternatieven, zoals hybride vrachtwagens en voertuigen op aardgas. Vooruitzichten 2010
Van Gansewinkel verwacht dat de prijsdruk voor de activiteiten op het gebied van Inzameling & Services in 2010 aanhoudt en dat de volumes nog niet substantieel zullen toenemen. Daarom wordt ingezet op een toename van het aantal klanten en wordt gerekend op een bescheiden stijging van het marktaandeel. Om het EBITDAE-resultaat in 2010 op het niveau van 2009 te houden, ligt de focus ook in 2010 op kostenbesparingen. Het zal daarbij vooral gaan om besparingen die voortvloeien uit de investeringen en inspanningen op het gebied van operational excellence. Zo beschouwt Van Gansewinkel het volledig benutten van de technische hulpmiddelen als plannings-systemen, communicatiesystemen en boordcomputers in de voertuigen als een strategisch onderwerp. Dat biedt mogelijkheden op het gebied van schaalvergroting, verbetert de eigen processen en verlaagt de kosten. Begin 2010 stond in het teken van extreme winterse weersomstandigheden. Daardoor werd er minder geproduceerd bij klanten en deed Van Gansewinkel langer over haar inzamelactiviteiten. Toch bleven de financiële resultaten in lijn met de verwachtingen. Van Gansewinkel wil de financiële resultaten die in 2009 zijn gerealiseerd in 2010 evenaren.
Recycling en Grondstoffenleverancier Coolrec & Maltha “Goede resultaten in de huidige tijdgeest”
Profiel Activiteiten:
Coolrec en Maltha geven afval een tweede leven als grondstof. Coolrec is gespecialiseerd in recycling van metaal- en kunststofcombinaties, onder andere uit elektrische apparaten en ICT. Maltha is gespecialiseerd in glasrecycling. Van Gansewinkel Groep heeft een belang van 67% in Maltha, de overige aandelen zijn in handen van glasproducent Owens-Illinois (O-I). Marktpositie:
Coolrec Marktleider in de Benelux met een marktaandeel van 25% en een top 3-positie in Europa. Aantal fte’s: 136. De verwachte consolidatieslag in Europa en de initiatieven van een aantal landen om recyclingactiviteiten te stimuleren, bieden kansen voor Coolrec. Maltha Marktleider in de Benelux en een top 3-positie in Europa met een marktaandeel van circa 10%. Aantal fte’s: 155. Maltha opereert in een versnipperde Europese markt, waarbij de concurrentie uiteenloopt van enkele tot meer dan twintig bedrijven per land. Dit biedt ruimte voor een consolidatieslag binnen de Europese glasrecyclingbranche, waarin Maltha een rol wil spelen. Strategie
Afval bestaat niet. Coolrec en Maltha willen zoveel mogelijk afval een tweede leven geven in de vorm van grondstoffen door recycling en upcycling. De bedrijven zetten in op volumegroei en kwaliteitsverbetering door investeringen in nieuwe technieken en acquisities. Coolrec streeft naar zoveel mogelijk recycling op Cradle to Cradle-niveau. Het bedrijf optimaliseert de capaciteit in de Benelux en wil de capaciteit buiten de Benelux uitbreiden, ook door nieuwe markten te betreden. De resultaten van Maltha zijn afhankelijk van verschillende industrieën als de wijnindustrie, de wodka-industrie, de parfumindustrie, de bierindustrie, etc. Om de risico’s te spreiden, is Maltha in verschillende landen actief: in de Benelux, maar ook in Hongarije, Frankrijk en Portugal. Maltha kijkt continu naar mogelijkheden in andere landen, met name in Centraal- en OostEuropa. De glasmarkt is zich daar sterk aan het ontwikkelen en er wordt een grote afzetmarkt verwacht.
COO Yves Luca “Ondanks de moeilijke marktomstandigheden lag het EBITDAE-resultaat van de recyclingsactiviteiten in 2009 hoger dan een jaar eerder, terwijl de omzet licht is gedaald. De kostenbesparingsprogramma’s hebben een positief effect gehad op de financiële resultaten. Dat stemt tot tevredenheid. De resultaten zijn goed onder de huidige marktomstandigheden, maar onze ambities liggen hoger. De komende jaren richten we ons weer nadrukkelijk op groei, zowel autonoom als door acquisities. De grondstoffenschaarste en de Cradle to Cradle-filosofie leiden tot meer aandacht voor de kwaliteit en terugwinning van grondstoffen. Coolrec en Maltha zijn goed gepositioneerd om hiervan sterk te profiteren.”
Recycling en grondstoffenleverancier Coolrec & Maltha 2009
2008
Omzet
€ 76 miljoen
€ 83 miljoen
EBITDAE
€ 11 miljoen
€ 9 miljoen
Zie ook de doelstellingen & ambities op pagina 71.
26 / jaarbeeld 09
27
Verslag van de raad van bestuur
Markt in 2009
De recyclingbranche stond in 2008 onder druk door halvering van de grondstofprijzen in een paar weken tijd. Medio 2009 trokken de grondstofprijzen weer aan. De prijzen van non-ferro’s (aluminium, koper) en kunststof stegen, de ijzerprijzen stabiliseerden zich. Marktvolumes liepen terug als gevolg van de economische crisis en de daarmee gepaard gaande dalende consumentenbestedingen. Veel relatief kleine recyclepartijen staakten hun activiteiten. Veel grote partijen, waaronder Coolrec, reduceerden het aantal vestigingen. De glasrecyclingbranche zag de vraag naar glasscherven in 2009 afnemen. De natuurlijke grondstoffen voor de productie van glas (zand en soda) waren goedkoop en glasproducenten in heel Europa produceerden minder door een afnemende consumptie van onder andere bier, wijn en champagne. Daarnaast werd een deel van de glasproductie verplaatst naar onder meer Turkije, Oekraïne en Egypte. Ontwikkelingen in 2009
Door de moeilijke marktomstandigheden kwam de focus in 2009 nadrukkelijk te liggen op lean & mean opereren, ofwel slank en doelgericht werken en meer doen met minder locaties. Bij Coolrec vond een herverdeling van de activiteiten plaats, na sluiting van de locaties in het Verenigd Koninkrijk en Eindhoven. Het bedrijf verwerkte meer volume met minder locaties en tegen lagere tarieven. Het marktaandeel van Coolrec nam toe, omdat steeds meer klanten kiezen voor Coolrec vanwege het hoge recyclingpercentage dat het bedrijf realiseert. Zo geeft de onderneming ruim 95% van de materialen van een oude koelkast een tweede leven. Maltha speelde in op de vraaguitval door het aantal ploegen op verschillende locaties te reduceren. De resultaten van Maltha bleven stabiel. In glasrecycling is kwaliteit van groot belang. Hoe hoger de kwaliteit van de producten van Maltha, hoe lager de kosten voor de glasovens. De bezettingsgraad bij Maltha in Nederland was in 2009 circa 70%, in de andere landen waar het bedrijf actief is, lag de bezettingsgraad op 90-92%. Dat is het gevolg van de specifieke marktsituatie in Nederland. In tegenstelling tot de andere landen is de Nederlandse markt niet gesubsidieerd en volledig vrij, waardoor de fluctuaties hoog zijn.
Coolrec en Maltha waren ook in 2009 sterk gericht op innovatie om de kwaliteit van de processen te verbeteren. Beide bedrijven maken gebruik van de nieuwste recyclingtechnieken en lopen voorop in de toepassing van verschillende technieken. Steeds meer klanten kiezen voor de producten van deze onderdelen van Van Gansewinkel Groep. Door het hoge recyclingspercentage en de hoge kwaliteit, maar ook vanwege de lagere kostprijs omdat duurzame, waardevolle grondstoffen behouden blijven.
“Zo veel mogelijk energie uit afval” Profiel Activiteiten:
AVR creëert ‘Energy from Waste’ door afval via verbrandingsprocessen om te zetten in (duurzame) energie.
Vooruitzichten 2010
De recyclingsactiviteiten zullen een nadrukkelijker aandeel in de portfolio van Van Gansewinkel Groep gaan innemen. Met behulp van eigen installaties, maar ook door inschakeling van derden. Door nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan wil Van Gansewinkel Groep haar spilfunctie in netwerken versterken. Grondstoffen worden schaars. De bijdrage van Van Gansewinkel Groep aan de oplossing van dit vraagstuk gaat vóór haar bijdrage aan de oplossing van het energievraagstuk en de reductie van CO2-emissies. Een slimme en verstandige terugwinning van grondstoffen leidt vanzelf tot een lager energieverbruik en daarmee lagere CO2-emissies. Van Gansewinkel Groep wenst haar claim ’Afval bestaat niet’ verder waar te maken. Voor 2010 worden stabiele prijsniveaus verwacht. Doordat de recyclingbedrijven van Van Gansewinkel Groep slimmer en efficiënter zijn gaan werken, worden licht hogere resultaten verwacht. Zie ook de doelstellingen & ambities op pagina 71.
Marktpositie:
AVR is markleider in de Benelux met een verwerkingscapaciteit van 1,55 miljoen ton en een marktaandeel van 25%. AVR behoort met een productie van meer dan 500.000 MWh duurzame elektriciteit uit afval en andere biomassastromen tot een van de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux. Dit is een marktaandeel van 12% in energie uit biomassa. AVR heeft afvalenergiecentrales in Rozenburg en Duiven. Aantal fte’s: 680. Strategie
AVR richt zich steeds meer op waardecreatie door het winnen van energie uit afval. Het bedrijf verandert van traditionele afvalverbrander naar duurzame energieproducent. AVR streeft naar optimale (verbrandings-) processen en wil een zo hoog mogelijk energierendement realiseren. In eerste instantie door zo veel mogelijk stoom en warmte af te zetten, omdat hiermee weinig energie verloren gaat. De rest van de stoom wordt door de turbines van AVR omgezet in (duurzame) elektriciteit. Daarnaast streeft de onderneming naar een zogenaamd zero waste-proces, waarbij restproducten een tweede leven krijgen. AVR wil het proces van rendementsverbetering versnellen, bijvoorbeeld door samenwerkingen te sluiten met industriële partners of andere energiebedrijven. Markt in 2009
Dilemma
Balans economy en ecology De dreigende onbalans tussen economy en ecology in 2009 is zorgelijk. Door milieubewegingen en de recyclingsector wordt gewezen op het risico van overcapaciteit op de verbrandingsmarkt. De verbrandingsovens moeten gevuld worden en dat zou ten koste gaan van recycling. Wat als recyclen economisch niet meer verantwoord is? Van Gansewinkel Groep kan met trots melden dat zij het andersom heeft gedaan. De onderneming heeft, in lijn met onze visie en strategie, verbrandingscapaciteit afgebouwd en recyclingcapaciteit - ondanks tijdelijke operationele verliezen - in stand gehouden.
28 / jaarbeeld 09
Energieleverancier Energy from Waste, AVR
In 2009 werden – sneller dan verwacht - de eerste contouren duidelijk van de aanstaande overcapaciteit op de verwerkingsmarkt in Nederland en delen van Noordwest-Europa. Er werd capaciteit bijgebouwd, terwijl het aanbod van afval afnam, onder meer als gevolg van de focus op recycling en de economische neergang. De onderhandelingen over verwerkingscontracten die in 2009 op de markt kwamen, werden gekenmerkt door een enorme prijsdruk. De tarieven daalden substantieel. Door de economische crisis nam de vraag naar energie af en de energieprijzen daalden door lagere prijzen voor olie en gas op de wereldmarkt.
COO Frans van de Noort “We hebben een turbulent jaar achter de rug, waarin we de strategische keuze hebben gemaakt definitief in te zetten op ‘energie uit afval’. Onze capaciteit is aangepast aan de marktvraag in de komende jaren. Er komen voorlopig geen contracten op de markt die nu nog in handen zijn van AVR. Daardoor hebben we de ruimte volop in te zetten op rendementsverbetering van onze twee afvalenergiecentrales. Daarin hebben we in 2009 de eerste stappen gezet. We hebben een overeenkomst getekend voor de levering van stadsverwarming aan Rotterdam en er is begonnen met de ontwikkeling van een stoompijp van AVR in Rozenburg naar omliggende industriële bedrijven.”
Energieleverancier Energy from Waste, AVR 2009
2008
Omzet
€ 330 miljoen
€ 325 miljoen
EBITDAE
€ 170 miljoen
€ 169 miljoen
29
Verslag van de raad van bestuur
AVR heeft in 2009 geopereerd in een markt met wegvallende volumes, stevige prijsdruk, dalende energieprijzen en dalende grondstofprijzen. Toch bleef het EBITDAE-resultaat stabiel als gevolg van een effectief kostenbesparingsprogramma. Ook het volledig in bedrijf komen van de Biomassa Energie Centrale (BEC) heeft bijgedragen aan het EBITDAE-resultaat.
passing’ geworden. De minister liep hiermee vooruit op een richtlijn die eind 2010 in de Europese lidstaten in werking moet treden. Van Gansewinkel Groep kan zo eenvoudiger afval uit het buitenland halen en bij AVR in Rozenburg verbranden. De minister heeft daarnaast met de Vereniging Afvalbedrijven afgesproken dat de verbrandingscapaciteit in Nederland tot 1 januari 2020 niet zal worden uitgebreid.
Er kwamen in 2009 zes verwerkingscontracten in Nederland op de markt die allemaal in handen waren van AVR. De eerste drie aanbestedingen werden verloren op basis van prijs, de vierde werd ‘onderhands’ gegund aan een overheidsgedomineerde partij. De twee grootste contracten, die voor verwerking van afval in Utrecht en Den Haag, werden behouden, maar tegen fors lagere tarieven. In totaal raakt AVR ongeveer 260.000 ton aan volume voor de komende jaren kwijt.
In de afgelopen decennia is in Nederland een zeer sterke afvalverbrandingsstructuur gebouwd. Nu de markt in een aantal landen in Noordwest-Europa verzadigingskenmerken vertoont, zal zij zich hierop moeten aanpassen. Dat zal deels moeten gebeuren door de afbouw van capaciteit. Tegelijkertijd zou de aanwezige verbrandingscapaciteit moeten worden benut voor het afval dat nu nog in de ons omringende landen wordt gestort.
Als eerste afvalverwerker in Nederland bracht AVR zijn capaciteit in balans met de marktvraag, door de installatie aan de Rotterdamse Brielselaan te sluiten. AVR werkte sinds 2008 aan de voorbereidingen voor de modernisering van deze afvalenergiecentrale. Dit was noodzakelijk om aan de vergunningseisen te blijven voldoen. De voorziene investering van circa € 250 miljoen in de verbrandingslijnen was onder de huidige, structureel veranderde marktomstandigheden niet langer verantwoord.
De dalende energieprijzen hebben een negatief effect op de resultaten van AVR. Wel is een belangrijk deel van de prijsdalingen afgedekt middels hedging.
Door de onvermijdelijke sluiting van de centrale in Rotterdam per 1 januari 2010 gingen helaas circa 130 arbeidsplaatsen verloren. Inzet van AVR is zo veel mogelijk mensen te begeleiden van werk naar werk. Met de gemeente Rotterdam is overeengekomen dat de verwerking van het Rotterdamse huishoudelijk afval zal worden gecontinueerd in de afvalenergiecentrale van AVR in Rozenburg. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de levering van warmte voor stadsverwarming aan het Warmtebedrijf Rotterdam. Deze warmte zal vanaf 2013 geleverd worden vanuit Rozenburg. Door de sluiting van de centrale in Rotterdam daalt de totale verbrandingscapaciteit van AVR met 400.000 ton naar 1,55 miljoen ton.
De AVI in Duiven kreeg in 2009 een nieuwe milieuvergunning. Alle betrokken partijen, inclusief de milieubewegingen, gingen zonder problemen akkoord.
Ontwikkelingen in 2009
Positief is dat AVR nog altijd dezelfde, zo niet belangrijkere bijdrage kan leveren aan het streven van het Rotterdam Climate Initiative (RCI) om de CO2-uitstoot in de regio Rotterdam te halveren. Samen met de gemeente en het Warmtebedrijf Rotterdam besloot het bedrijf om stoom, warmte en elektriciteit vanuit de AVR-locatie in Rozenburg te leveren. Zo benut AVR de potentie van de afvalenergiecentrale in Rozenburg beter. De centrale, de grootste in Europa, realiseert nu een energierendement van 30%. AVR heeft de ambitie om dit rendement te verdubbelen. Er komt een pijpleiding van ruim 20 kilometer te liggen tussen AVR Rozenburg en het stadscentrum van Rotterdam. De afvalenergiecentrale in Rozenburg verkreeg versneld een R1-status van milieuminister Jacqueline Cramer en is daarmee een ‘installatie voor nuttige toe30 / jaarbeeld 09
De Biomassa Energie Centrale (BEC) in Rozenburg die eind 2008 werd opgestart, is in 2009 volledig door AVR in gebruik genomen. De BEC presteerde direct goed: AVR heeft in heel Europa vergelijkbare projecten bestudeerd om problemen in de startperiode zo veel mogelijk te vermijden.
De waterfabriek van AVR, waar afvalwater ‘verbrand’ wordt, ondervond in 2009 veel hinder van de crisis. Een belangrijke klant legde de productie eind 2008 stil om die pas in mei 2009 weer op te starten. AVR moest daarna tegen lagere tarieven werken. Bovendien daalde de marktprijs van de grondstof molybdeen, die AVR uit het afvalwater haalt, door de afgenomen vraag aanzienlijk. Per 1 januari 2010 is de levering van gedestilleerd water aan derden beëindigd. Dit betekent dat al het geproduceerde gedestilleerde water voor eigen gebruik kan worden ingezet.
In Duiven tekende AVR in 2009 een intentieovereenkomst met Prenso Waste Management, Topell, Gelderse Reststoffen Reiniging en Waterschap Rijn en IJssel, om van Roelofshoeve een duurzaam bedrijfsterrein te maken. Naast een eigen duurzame bedrijfsvoering, willen de organisaties komen tot een optimale onderlinge afstemming en aanvulling voor wat betreft de energiebehoefte. De ambitie is dat Roelofshoeve uiteindelijk meer duurzame energie produceert dan ze zelf nodig heeft. Naast deze initiatieven zet AVR sinds 2009 haar zelf geproduceerde, duurzame elektriciteit in om de CO2-footprint van klanten van Van Gansewinkel Groep te verlagen. Met een productie van meer dan 500.000 MWh duurzame elektriciteit uit afval en andere biomassastromen behoort AVR tot de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux. Voor deze elektriciteit ontvangt de onderneming van CertiQ (onderdeel van elektriciteitsnetbeheerder TenneT) Garanties van Oorsprong, voorheen groencertificaten genoemd. AVR levert deze garanties behalve aan energiebedrijven nu ook direct aan klanten van Van Gansewinkel Groep, die met hun eigen (rest)afval hun elektriciteitsverbruik willen verduurzamen. Zo verlagen zij hun CO2-footprint.
Dilemma
Sluiting Rotterdamse afvalenergiecentrale Wat doen we met de nieuwbouwplannen van onze afvalenergiecentrale in Rotterdam die we vanwege economische redenen moeten sluiten? We hebben een overeenkomst met de gemeente en het Warmtebedrijf Rotterdam. Hoe kunnen we de afspraken met de gemeente toch nakomen en invulling geven aan gezamenlijke duurzaamheidsdoelstellingen? Gemeente en Warmtebedrijf staan open voor alternatieve oplossingen, waardoor we in staat werden gesteld samen iets nieuws te ontwikkelen: ontsluiting via onze locatie in Rozenburg. Hoewel sluiting van de Rotterdamse centrale economisch gezien onvermijdelijk was, doet het pijn dat dit ten koste gaat van ongeveer 130 arbeidsplaatsen. De samenwerking met de (C)OR is constructief. De menselijke maat staat bij beide partijen hoog in het vaandel. Het maakt eens te meer duidelijk dat het niet alleen gaat over de waarde, maar ook over waarden van het bedrijf. Met behulp van een mobiliteitsbureau begeleiden we de betrokken mensen van werk naar werk, binnen of buiten Van Gansewinkel Groep.
Vooruitzichten 2010
Kostenoptimalisatie, efficiency en een zo hoog mogelijk energierendement zijn de prioriteiten voor AVR. De locaties van AVR in Rozenburg en Duiven zijn geografisch goed gelegen in de nabijheid van grote steden die behoefte hebben aan warmte en dicht bij industriële bedrijven die behoefte hebben aan stoom voor hun processen. De mogelijkheden hiervoor zijn nog niet volledig benut. AVR kan nog veel meer steden en bedrijven van warmte voorzien. Dichtbij gelegen steden die warmte-distributienetwerken hebben, stoken vooral op gas. Uit het oogpunt van duurzaamheid liggen daar kansen voor AVR en de betrokken steden. AVR heeft zich in ieder geval voor de komende tien jaar verzekerd van voldoende volumes. Hogere energierendementen en aanzienlijke kostenbesparingen zullen in de komende jaren leiden tot betere prestaties, ondanks de prijsdalingen in de verwerkingsmarkt.
Duurzaamheid
AVR heeft in 2009 verschillende initiatieven ontplooid om zijn positie als duurzame energieleverancier te versterken. Zo gaat het bedrijf onderzoeken hoe het de CO2-uitstoot van zijn eigen Biomassa Energie Centrale (BEC) kan afvangen. Daarnaast heeft AVR zich verbonden aan de Clean Tech Delta, een platform waarin bedrijven, kennisinstellingen en overheden uit Rotterdam en Delft nieuwe oplossingen voor schone energie ontwikkelen. Innovatieve technieken moeten het mogelijk maken te leven, te wonen en te werken in gebieden die te maken hebben met een stijgend waterpeil (deltatechnologie). AVR zet kennis in op het gebied van duurzame energie en mobiliteit.
Zie ook de doelstellingen & ambities op pagina 71.
31
Verslag van de raad van bestuur
Van de CFO
In financieel opzicht was 2009 een uitdagend jaar voor Van Gansewinkel Groep. De economische situatie zette de omzet onder druk. Door snel ingrijpen in de kostenstructuur bleef de kaspositie sterk. In combinatie met kapitaalkrachtige aandeelhouders is dat een comfortabele positie in een economisch klimaat waarin geld schaars en duur is. Chief Financial Officer (CFO) Rob de Fluiter Balledux is tevreden over de gerealiseerde financiële resultaten. “Omzet en EBITDAE (winst voor rente, belasting, afschrijvingen, amortisatie en uitzonderlijke resultaten) lagen in 2009 weliswaar onder het niveau van 2008, maar de EBITDAE-marge bleef stabiel op 22,8%. Hieruit blijkt wel dat onze kostenbesparingsmaatregelen succesvol zijn geweest. We hebben in 2009 opnieuw zeer strak op de kaspositie en op het werkkapitaal gelet en de capex (investeringen in kapitaalgoederen) goed onder controle gehouden.” Van Gansewinkel Groep zag de afvalvolumes eind 2008 al teruglopen. De economische neergang leidde tot vraaguitval. “Daar hebben we op geanticipeerd met het kostenbesparingsprogramma Act Now. Het programma is gedurende het jaar succesvol uitgerold. Uiteindelijk hebben we in 2009 € 34 miljoen weten te besparen, in plaats van de gebudgetteerde € 30 miljoen. Helaas ging dat wel ten koste van de werkgelegenheid. We hebben de effecten op de werkgelegenheid overigens deels weten te beperken door aanzienlijk te besparen op de post ‘diensten derden’. Wat we eerst uitbesteedden, doen we nu zelf met eigen mensen en materieel. Insourcing, in plaats van outsourcing.”
“Focus op kasstroom kwam op het juiste moment”
Rob de Fluiter Balledux CFO Van Gansewinkel Groep
lanceerd. Het nieuwe programma Act More 2010 moet circa € 25 miljoen kostenreductie opleveren. Daarnaast levert de sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam een besparing op van circa € 20 miljoen.” Sturen op EBITDAE en kasstroom
Halverwege 2009 werd Van Gansewinkel Groep verrast door de agressiviteit waarmee een aantal partijen de tenderperiode voor vrijvallende verwerkingscontracten inging, maar het bedrijf wist zich snel aan te passen. De Fluiter Balledux: “Uiteindelijk zijn we in 2009 260.000 ton aan jaarlijks volume kwijtgeraakt en zijn zes contracten met een totaalvolume van 630.000 ton verlengd tegen fors lagere tarieven. Dat heeft nog geen negatief effect gehad op de resultaten over 2009, maar zal dat wel hebben op de resultaten in de jaren daarna.” Van Gansewinkel Groep ontwikkelde dan ook direct een besparingsprogramma voor 2010, waarbij de kosten nog eens met zo’n € 53 miljoen gereduceerd moeten worden. “Hiervan komt € 8 miljoen voort uit het besparingsprogramma Act Now dat in 2009 is ge32 / jaarbeeld 09
In het financieel beleid stuurt Van Gansewinkel Groep vooral op EBITDAE en kasstroom en minder op nettoresultaat. “We willen precies weten hoe veel geld er binnenkomt en hoe veel geld eruit gaat. Zijn we in staat om met onze activiteiten meer geld te genereren dan dat we aan kosten maken? Sturen op de kasstroom is een eerlijke manier van kijken naar de resultaatontwikkeling van een bedrijf. Daarbij streven we naar een capex van maximaal 5-6% van de omzet. Cruciaal is de balans tussen EBITDAE, werkkapitaal, capex, renteverplichtingen en uiteindelijk je vrije kasstroom”, zo legt De Fluiter Balledux uit. “Maar we sluiten onze ogen niet voor het nettoresultaat. Je kunt als onderneming niet tot in lengte van dagen een nettoverlies realiseren, dat gaat ten koste van je eigen vermogen. Dat kan een paar jaar en dat 33
Verslag van de raad van bestuur
is helemaal niet erg, maar op lange termijn moet je natuurlijk in staat zijn om nettowinst te realiseren. Overigens hebben we momenteel een positief eigen vermogen en verwachten we over 2010 een positief nettoresultaat.” Het nettoresultaat van Van Gansewinkel Groep werd in 2009 gedrukt door de rentekosten, maar vooral ook door eenmalige afboekingen als gevolg van de sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam. Daarnaast moest een deel van de goodwill worden afgeboekt. Dat alles bij elkaar: rente plus afboekingen, zorgde voor een nettoverlies van € 188 miljoen. “Dat ontneemt het zicht van de drie bedrijfsonderdelen op de stabiele resultaten. Het bedrijfresultaat is exclusief de eenmalige lasten met 7% gestegen tot € 87 miljoen.” Gunstige financiering
Van Gansewinkel Groep heeft een financiering van ruim zes keer de EBITDAE. “Hiervoor betalen we een relatief gunstige opslag. Daarom willen we deze financiering graag bij ons houden en willen we aan de verplichtingen binnen de bankconvenanten blijven voldoen”, aldus De Fluiter Balledux. “In de huidige markt is een multiple van 6 overigens redelijk aan de maat. Als we nu een grote overname doen, zullen de aandeelhouders mee moeten financieren. Banken willen bij een acquisitie dat ongeveer de helft van de overnamesom wordt ingelegd als eigen vermogen. Als wij ergens in de komende jaren een grote overname doen, zal de helft van de financiering worden aangetrokken uit de bancaire wereld en de andere helft vanuit de aandeelhouders. Dat zou betekenen dat de huidige multiple van ruim 6 zal dalen.” “Het is belangrijk om een goede mix te hebben van vreemd vermogen (banken) en eigen vermogen (de aandeelhouders). Over het algemeen vragen banken substantieel minder vergoeding dan het rendement dat de aandeelhouders willen maken. Er moet dus sprake zijn van een goede balans. Dat is bij Van Gansewinkel Groep nu het geval. We hebben een sterke kasstroom en zijn goed in staat om ons aan de afspraken binnen de bankconvenanten te houden.” Van Gansewinkel Groep heeft in 2009 in totaal ruim € 40 miljoen afgelost aan het bankensyndicaat. “We gaan langzamerhand steeds meer aflossen. In 2010 bedraagt de verplichting € 58 miljoen. Vanaf 2013 zullen de aflossingsverplichtingen sterk oplopen. Dan gaat het niet meer om verplichtingen waarvan je mag verwachten dat je ze uit de normale kasstroom kan financieren. Voor 2013 zal de onderneming geherfinancierd worden. Dan gaan we een nieuwe fase in”, zo stelt de CFO.
34 / jaarbeeld 09
Profijt van sterke aandeelhouders
Van Gansewinkel Groep heeft met KKR en CVC Capital Partners sterke aandeelhouders in huis. ”Door hen ligt de focus van dit bedrijf financieel gezien echt op ‘kasdenken’. Zij hebben daar veel ervaring mee. Daar hebben we gedurende de crisis profijt van gehad. Wat dat betreft is de timing goed geweest. Op het moment dat de crisis uitbrak, hadden wij financieel gezien al de juiste focus. We wisten wat we moesten doen.” Van Gansewinkel Groep heeft intern een comité dat de risico’s nauwlettend in de gaten houdt. “Ieder bedrijf heeft een liquiditeitsrisico. Om dat risico te beperken, willen we altijd een bedrag van circa € 130 miljoen vrij beschikbaar hebben aan liquiditeiten en niet getrokken banklijnen. Een ander risico is de toegang tot de kapitaalmarkt. Die moet open zijn. We hebben een goede syndicaatlening, die we graag willen houden. Daarom zorgen we dat we binnen de convenanten opereren en blijven we in dialoog met onze vermogensverschaffers.”
Doelstellingen op middellange termijn
Op de middellange termijn streeft Van Gansewinkel Groep naar een EBITDAE-stijging. “We hebben nu een paar jaar last van druk op de EBITDAE als gevolg van de economische omstandigheden. Vanaf 2011 moet er weer sprake zijn van een stijgende lijn. Daarbij willen we ook de komende jaren een robuuste cashflow laten zien en binnen de grenzen van de bankconvenanten blijven”, zegt De Fluiter Balledux. “De combinatie van inzameling, recycling en verwerking binnen één onderneming blijft de kracht van Van Gansewinkel Groep. Een groot gedeelte van die
kracht zit er zelfs nog aan te komen. Van het brandbaar afval dat we nu inzamelen, gaat nog maar een beperkt deel naar onze eigen afvalenergiecentrales. Van de 700.000 ton zetten we momenteel zo’n 500.000 ton weg bij derden. Met het verstrijken van de jaren zal dit steeds minder worden. We hebben nu een verbrandingscapaciteit van 1,55 miljoen en ons eigen inzamelbedrijf levert nu nog slechts 200.000 ton aan. Uiteindelijk zal dit 700.000 ton worden. Dan worden we nog stabieler en minder kwetsbaar voor externe ontwikkelingen.”
Het bedrijf heeft zich voor een substantieel gedeelte ingedekt voor het fluctueren van de rentestand. Daarnaast wordt nauwkeurig gekeken naar de risico’s die te maken hebben met de ontwikkelingen rond grondstofprijzen. Daarbij kan gedacht worden aan de prijzen van diesel, energie, papier, metaal, kunststof en non-ferro’s zoals koper en aluminium. Bestudeerd wordt of het aantrekkelijk is om te hedgen, of juist niet. Uitdagingen voor 2010
Voor 2010 houdt Van Gansewinkel Groep rekening met een stijgende kasstroom, ondanks druk op het EBITDAE-resultaat als gevolg van de prijsval in de verwerkingsmarkt. “Het wordt een belangrijke uitdaging om dat te realiseren”, zegt De Fluiter Balledux. “Daarnaast moet de Commodity Risk Desk van Van Gansewinkel Groep in 2010 volledig operationeel zijn en moet er op alle grondstofstromen binnen de organisatie risicobeleid zijn vastgesteld. Ook moet dit jaar de stap gemaakt worden naar één centraal Financial Shared Services Center voor alle accounting processen en worden de voorbereidingen getroffen voor de overgang naar één boekhoudkundig IT-pakket voor alle onderdelen binnen de Groep.” Van Gansewinkel Groep verwacht in 2010 stabiele resultaten bij de onderdelen Inzameling en Recycling. De financiële resultaten van het onderdeel Verwerking zullen dalen ten opzichte van 2009, als gevolg van de sluiting van de Rotterdamse afvalenergiecentrale. “Door effectieve kostenbesparingen, focus op kaspositie en efficiencyverbeteringen voorzien we bij gelijkblijvende marktomstandigheden een stabiele omzet en een positief nettoresultaat. Het kostenbesparingsprogramma Act More is begin 2010 succesvol uitgerold.”
35
Markt & SWOT
Markt & SWOT Actiepunten Van Gansewinkel Groep is zowel afvaldienstverlener als grondstoffen- en energieleverancier en actief in de gehele afvalketen. Het bedrijf zamelt alle soorten afval in en bewerkt of verwerkt afval tot grondstoffen en (duurzame) energie. Met een omzet van ruim € 1,1 miljard is Van Gansewinkel Groep marktleider in de Benelux en een top 5-speler in Europa.
Marktpositie Inzameling: marktleider in Benelux, beperkte marktposities in Frankrijk, Tsjechië en Polen Recycling: marktleider in Benelux, top 3-positie in Europa Verwerking: marktleider in Benelux
- Kleine positie buiten Benelux - Relatief laat geïnvesteerd in operationele technische hulpmiddelen (boordcomputers, routeplanning) - Relatief ‘vergrijzend’ personeelsbestand in logistieke operatie - ICT landscape zeer gedifferentieerd - Nog beperkt gebruik groepsbrede diensten
Marktontwikkelingen 2009
Kansen
- Zwakke economische omstandigheden - Omzetdaling Europese afvalmarkt - Minder afval door dalende industriële productie - Prijsdruk inzamelmarkt en verwerkingsmarkt - Overcapaciteit in verwerkingsmarkt - Sterk fluctuerende grondstofprijzen - Groeiend besef grondstoffenschaarste
SWOT Sterkte
- Actief in gehele afvalketen (inzameling, recycling, verwerking) - Klantgerichtheid; hoge klanttevredenheidscijfers - Divers klantenbestand; actief in elke sector - Decentrale organisatie; altijd dicht bij de klant - Sterke merknaam - Kennis van grondstoffen, materialen en logistieke systemen - Afvalenergiecentrales geografisch gunstig gelegen - Strategische allianties met klanten en leveranciers - Toegewijde en vakkundige medewerkers - Hoge standaarden op gebied van veiligheid en compliance; complete ISO-certificering - Verwerkingscapaciteit in lijn met (toekomstige) marktvraag - Overeenkomsten voor stadsverwarming
36 / jaarbeeld 09
Zwakte
- Verdere versterking van marktpositie in Benelux op het gebied van inzameling en recycling - Creëren van tweede thuismarkt in Centraal- en Oost-Europa - Groeien in recycling, ook buiten bestaande geografie - Verbetering operational excellence - Fit for the future-programma: structurele (efficiency) verbeteringen in gehele organisatie - Versterking Innovatie & Business Development - Verbeteren energierendementen en stabiliteit afvalenergiecentrales
- Vergroten kennis personeel door opleidingen en nieuwe instroom - Terugdringen fysieke belasting personeel - Verdere afbouw schuldpositie - Voorbereiding op nieuwe eigendomsstructuur
De invulling van deze actiepunten is terug te vinden in het verslag van de raad van bestuur en het hoofdstuk Internationaal.
- Grondstoffenschaarste en uitputting fossiele brandstoffen - Beprijzing CO2-uitstoot - Aflopende verwerkingscontracten van concurrentie - Toenemend belang duurzame energie - Toenemende aandacht voor duurzaamheid en Cradle to Cradle - Mogelijkheden afvalimport dankzij R1-status afvalenergiecentrale Rozenburg - Groeimogelijkheden, autonoom en door acquisities - Groei afvalmarkt in Polen en Tsjechië - Herstel van grondstofprijzen - Toenemende industriële productie - Sterke marktpositie - Financieel solide aandeelhouders - Operationele verbeterprogramma’s (boordcomputers, routeplanning) Bedreigingen
- Volatiliteit grondstofprijzen - Overcapaciteit in verwerkingsmarkt - Terugval of onvoldoende aantrekken van economie - Vergrijzing en mogelijk personeelstekort, met name in logistieke operatie - Prijsontwikkeling inzamelmarkt - Onzekerheid over stabiliteit financiële stelsel - Onvoldoende level playing field in inzamelings- en verwerkingsmarkt - Onvoldoende handhaving buiten Nederland op met name e-waste en illegale export - Begrotingstekorten in West-Europa
37
Verslag van de raad van commissarissen
Verslag van de raad van commissarissen
De raad van commissarissen van Van Gansewinkel Groep is in april 2009 uitgebreid met de leden Peter Berdowski en Carel van den Driest. Namens de grootaandeelhouders KKR en CVC Capital hadden Reinhard Gorenflos (KKR) en Hugo van Berckel (CVC) reeds zitting in de raad van commissarissen. De uitbreiding met twee commissarissen die niet aan de aandeelhouders gelieerd zijn, markeert mede de overgang naar een volgende fase van de onderneming. De taakverdeling binnen de raad van commissarissen is een goede weerspiegeling van de ontwikkelingsfase waarin Van Gansewinkel Groep zich momenteel bevindt. De commissarissen Gorenflos en Van Berckel hebben als vertegenwoordigers van de grootaandeelhouders directe belangen en directe zeggenschap, en volgen de prestaties van Van Gansewinkel Groep intensief. Zij voeren maandelijks overleg met het management van de onderneming en ontvangen regelmatig (financiële) rapportages. “Daarnaast is er veel rechtstreekse communicatie met de leden van de raad van bestuur en andere mensen binnen de organisatie op het moment dat de ontwikkelingen daarom vragen”, zegt Van Berckel.
De kostenbesparingsmaatregelen die Van Gansewinkel Groep moest treffen, hebben volgens de commissarissen positief uitgepakt. “De onderneming heeft de zware economische omstandigheden het hoofd kunnen bieden door snel te anticiperen op de veranderde marktomstandigheden”, zegt Van den Driest. “De kostenstructuur is adequaat aangepast en het bedrijf heeft uiteindelijk de belangrijkste verwerkingscontracten die op de markt kwamen weten te behouden. Dat bewijst dat de commerciële kwaliteiten binnen de onderneming op een hoog niveau liggen. Ook operationeel is sterk gepresteerd in het kader van besparingsmaatregelen.”
De nieuwe commissarissen Berdowski en Van den Driest nemen iets meer afstand van het gevoerde beleid en leggen in het uitvoeren van het toezicht wat meer de nadruk op de strategie en de doelstellingen van Van Gansewinkel Groep op de langere termijn. “Denk aan marktpositionering, veiligheid, werkgelegenheid en organisatorische zaken”, stelt Berdowski. “Wij kijken met een wat grotere afstand naar de ontwikkelingen binnen Van Gansewinkel Groep. Die combinatie leidt tot een degelijk besluitvormingsproces. Bij de commissarissen die aandeelhouders vertegenwoordigen, ligt het accent meer op de financiële resultaten. Die resultaten zijn de uitkomst van bedrijfsprocessen die daar aan vooraf gaan. Hoe verlopen die in- en externe processen? Dat is waar Van den Driest en ik ons vooral op focussen.”
Teleurstelling over sluiting Rotterdam
Tevreden over financiële prestaties Terugblikkend op 2009 spreken de commissarissen van een moeilijk jaar waarin goed is gepresteerd. Gorenflos: “Het was een zwaar jaar voor Van Gansewinkel Groep. Door de recessie en alle ontwikkelingen binnen de afvalverbrandingsmarkt was er sprake van dalende volumes, overcapaciteit en een forse prijsdruk. Toch bleef de kaspositie sterk. Dat is prijzenswaardig.”
38 / jaarbeeld 09
Het complexe proces rond de sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam is zorgvuldig verlopen en het besluit is intensief besproken binnen de raad van commissarissen. Gorenflos: “Het bijzondere van de sluiting van de Rotterdamse afvalenergiecentrale is dat we een jaar eerder nog besloten deze centrale voor ruim € 250 miljoen te moderniseren en uit te breiden. Door de snelle teruggang van de hoeveelheid brandbaar afval en de prijsdruk zou deze investering echter onrendabel worden en dus onverantwoord.“ Een positief gevolg van de sluiting van de Rotterdamse afvalenergiecentrale is dat de centrales van Van Gansewinkel Groep in Rozenburg en Duiven de komende jaren verzekerd zijn van voldoende volumes en dat er voor de gemeente Rotterdam een structureel betere oplossing is gekomen op het gebied van stadsverwarming. “Maar uiteindelijk is de sluiting door de raad van commissarissen als uiterst teleurstellend ervaren, zeker gezien het verlies van werkgelegenheid”, aldus Van Berckel. Van den Driest is namens de raad van commissarissen contactpersoon voor de Centrale Ondernemingsraad (COR). “Het overleg met de COR over de sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam is constructief
H. van Berckel
P.A.M. Berdowski
verlopen. Alle partijen zagen de noodzaak van deze ingrijpende maatregel in. En niet alleen van dit besluit, ook van de verschillende kostenbesparingsprogramma’s. Er is over en weer open kaart gespeeld en alles is goed uitgelegd. Er was sprake van een professionele en prettige dialoog.”
Waardecreatie met duurzaamheid De raad van commissarissen steunt de visie van Van Gansewinkel Groep op duurzaamheid in brede zin. Gorenflos: “Van Gansewinkel Groep toont leiderschap en onderscheidend vermogen als het gaat om duurzame ontwikkeling. Het bedrijf bevindt zich op het gebied van duurzaamheid in een positie die goede mogelijkheden biedt, ook als het gaat om waardecreatie.” Van Gansewinkel Groep is volgens Van Berckel niet alleen meer een traditionele afvaldienstverlener, maar ook een toonaangevende producent van grondstoffen en energie. “Op het gebied van duurzaamheid heb je een langetermijnvisie nodig. Van Gansewinkel Groep heeft die visie en vult die concreet in.” De onderneming is volgens de raad van commissarissen met haar focus op duurzaamheid duidelijk zichtbaar in de markt en heeft op een unieke manier een nieuwe dimensie gegeven aan het begrip ‘afval’. “Dat biedt kansen, die op termijn nog beter kunnen worden benut”, zegt Berdowski. “Van Gansewinkel Groep heeft veel raakvlakken met belangrijke maatschappelijke thema’s. Als afvaldienstverlener, grondstoffen- en energieleverancier speelt de onderneming een rol van betekenis als het gaat om recycling, het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen en het terugdringen van de CO2-footprint van haar klanten.”
Blijven inzetten op groei Van Gansewinkel Groep staat de komende jaren voor verschillende uitdagingen. Van Berckel: “De financiële resultaten moeten zo snel mogelijk terug naar het niveau van voor de crisis. Ook in 2010 en 2011 zal er aandacht zijn voor kostenbesparingen en efficiencyverbetering. Tegelijkertijd zijn de doelstellingen van de onderneming gericht op het realiseren van groei, zowel autonoom als door overnames. De juiste acquisities zullen door de aandeelhouders worden gesteund.” Van den Driest benadrukt dat Van Gansewinkel Groep
C.J. van den Driest
R. Gorenflos
zich daarbij moet blijven richten op haar kernactiviteiten. “Het bedrijf heeft veel locaties en verschillende activiteiten. Er is een groot logistiek bedrijf, een groot recyclingbedrijf en een groot afvalverbrandingsbedrijf. Het is een uitdaging om op alle drie de terreinen tegelijkertijd te excelleren.” Verbeteringen zijn volgens de commissarissen mogelijk op het gebied van operational excellence. Zo streeft de onderneming naar verbetering van de productiviteit en het rendement van de afvalenergiecentrales en zou de ‘logistieke puzzel’ geoptimaliseerd moeten worden. Berdowski: “Van Gansewinkel heeft relatief veel kleine locaties, bijvoorbeeld voor de op- en overslag van afval. Zou het niet slim zijn om met minder, maar wel grotere locaties te werken? Dat wordt nu bestudeerd en past in het kader van het gelanceerde ‘Fit for the future’programma, dat gericht is op verdere kwaliteitsverbetering binnen alle geledingen van de onderneming.”
De volgende stap De private equity-partijen KKR en CVC Capital Partners hebben samen een meerderheidsbelang in Van Gansewinkel Groep. Het is de bedoeling dat het bedrijf op termijn een andere eigenaar krijgt. Volgens de aandeelhouders is het bedrijf goed gepositioneerd om te zijner tijd naar de beurs te gaan. “Van Gansewinkel Groep zou met haar activiteiten een unieke positie innemen op Euronext Amsterdam”, aldus Gorenflos. Ook volgens Van Berckel is een beursgang een reële optie: “Van Gansewinkel Groep rapporteert op basis van IFRS en volgt op het gebied van transparantie de GRI-richtlijnen.” Maar een beursgang is niet de enige optie: “Verkoop aan een strategische partner of aan andere financiële partijen behoort ook tot de mogelijkheden.” De commissarissen zijn van mening dat Van Gansewinkel Groep goed gepositioneerd is, met veel mogelijkheden voor groei. “Het profiel is helder, het potentieel groot en de strategie goed. De volgende fase zal gekenmerkt worden door groei. De positionering van Van Gansewinkel Groep in de zich ontwikkelende markt voor duurzame oplossingen is kansrijk en het bedrijf staat er operationeel goed voor. Dat moet straks terug te zien zijn in de resultaten.” Een overzicht van de vergaderingen, commissies en thema’s is te vinden op pagina 87. 39
leven auto Carrosserie
fiets frame
sCheeraPParaat
huishoudelijke ProduCten
Recycling, grondstoffenleverancier Coolrec behoort tot de grootste recyclebedrijven in Europa. Het bedrijf verwerkt wit- en bruingoed zoals koelkasten, wasmachines, computers en televisies. Dagelijks worden daaruit honderdduizenden kilo’s waardevolle grondstoffen als staal, kunststof en aluminium geproduceerd. Zo geeft Coolrec de materialen uit afgedankte apparaten een tweede leven.
em tot poeder te vermalen uggewonnen. Het CFK-gas n met behulp van koeling en Het PUR-poeder dat overiken als absorptiemateriaal eer de cementindustrie.
40 / jaarbeeld 09
Met magneten worden de metalen eruit gefilterd en voor de scheiding van het aluminium van de kunststoffen maakt Coolec gebruik van een Eddy Current. Aan het einde van de lijn worden de verschillende grondstoffen gescheiden opgeslagen.
pull
De metalen bijvoorbeeld, gaan naar de ijzerhandel en de staalindustrie. IJzer van Coolrec is geliefd bij grote internationale staalconcerns, die het meenemen op zeetransport. De snippers worden gebruikt als bootvulling om alle ruimtes optimaal te benutten.
43 41
huid Zeecontainers vol afgedankte koelkasten arriveren op het losbordes. Handmatig worden de apparaten ontdaan van snoeren, kabels en eventueel glas en hout. En van organisch afval, want veel koelkasten bevatten nog resten van levensmiddelen.
Daarna worden de CFK’s (chloorfluorkoolwaterstoffen) en olieresten afgetapt en via gesloten systemen afgevoerd naar tanks, die Van Gansewinkel Groep op een veilige manier verwerkt. Als ook het lichtschakelaartje met kwik, de compressor en de koperen leiding zijn verwijderd, is de koelkast klaar voor de shredder. De machine breekt de apparaten in duizenden stukjes grondstoffen, die met ingenieuze technieken verder gescheiden worden.
42 / jaarbeeld 09
Zo wordt licht materiaal als PUR met luchtstromen gescheiden van de zwaardere materialen. PUR-schuim fungeert in koelkasten als isolatiemateriaal en bevat CFK’s. Van alle CFK’s in een koelkast is 60% afkomstig van het PUR-schuim.
Door het schuim in een gesloten systeem tot poeder te vermalen en te verwarmen, worden de CFK’s teruggewonnen. Het CFK-gas dat hierbij vrijkomt, wordt afgezogen en met behulp van koeling en een koolfilter gescheiden van de lucht. Het PUR-poeder dat overblijft, is vrij van CFK’s en weer te gebruiken als absorptiemateriaal en als brandstof voor ovens in onder meer de cementindustrie.
m tot poeder te vermalen uggewonnen. Het CFK-gas n met behulp van koeling en Het PUR-poeder dat overken als absorptiemateriaal eer de cementindustrie.
leven auto Carrosserie
fiets frame
sCheeraPParaat
huishoudelijke ProduCten
pull
Met magneten worden de metalen eruit gefilterd en voor de scheiding van het aluminium van de kunststoffen maakt Coolec gebruik van een Eddy Current. Aan het einde van de lijn worden de verschillende grondstoffen gescheiden opgeslagen.
De metalen bijvoorbeeld, gaan naar de ijzerhandel en de staalindustrie. IJzer van Coolrec is geliefd bij grote internationale staalconcerns, die het meenemen op zeetransport. De snippers worden gebruikt als bootvulling om alle ruimtes optimaal te benutten.
43
PhB recycling
De plastics gaan naar Coolrec-dochter PHB recycling, waar een nieuw bewerkingsproces begint. Hier worden de kunststof snippers opgeschoond en opnieuw bewerkt tot zuivere grondstoffen.
In de productiehal van PHB ligt een grote berg ruwe mix kunststof snippers, onder meer afkomstig van Coolrec. Even verderop ligt het eindproduct van PHB: schone, kleine kunststof snippers. Wit- en bontgekleurd. Zuiver ook; minimaal 99,5% schoon kunststof. jaarlijks gaat 20.000 ton kunststof over de lijnen van PHB. Hiervoor zijn slechts vijf mensen direct verantwoordelijk; het productieproces is voor een belangrijk deel geautomatiseerd.
44 / jaarbeeld 09
Het Coolrec-materiaal gaat eerst door een shredder, die de snippers verder verkleint. Met densiteitscheiding, lucht- en triltechnieken wordt kunststof op de lijn gescheiden van al het andere materiaal. Aan het einde van de lijn vallen schone kunststof snippers van de lopende band. Zuivere grondstoffen, waarmee bijvoorbeeld onderdelen van scheerapparaten en koffiepadapparaten worden gemaakt. Goede voorbeelden van Cradle to Cradle-oplossingen. De grondstoffen van PHB zijn in trek bij producenten door de hoge kwaliteit; schoner recyclings-materiaal is moeilijk te vinden.
PHB ontwikkelt haar innovatieve recyclelijnen zelf, samen met Envirotec. Deze zusteronderneming commercialiseert de installaties en geeft adviezen over kunststofrecycling. PHB verwerkt verschillende soorten harde kunststofstromen. Moederbedrijf Coolrec is een belangrijke leverancier, maar PHB krijgt ook veel kunststof binnen via andere Europese recyclingbedrijven. PHB sluit de keten door van ruwe grondstoffen schoon, zuiver materiaal te maken dat direct kan worden ingezet voor de productie van nieuwe producten.
45
Internationaal
Internationaal
Van Gansewinkel Groep zet in op Europese groei Ontwikkeling tweede thuismarkt in Centraal- en Oost-Europa Van Gansewinkel Groep is internationaal georiënteerd en heeft buiten de Benelux ook vestigingen in Frankrijk, Portugal, Tsjechië, Polen en Hongarije. Maar ook in landen waar Van Gansewinkel Groep geen eigen vestigingen heeft, worden klanten ondersteund als het gaat om afvaldienstverlening op locatie, het organiseren en uitvoeren van internationale terugnamesystemen en de daaraan verbonden herwinning van grondstoffen. Van Gansewinkel Groep streeft naar verdere uitbreiding en verbreding van de activiteiten in de thuismarkt, de Benelux. Daarnaast wil de onderneming een tweede thuismarkt ontwikkelen in Centraal- en OostEuropa, voor uiteindelijk al haar activiteiten. “We willen onze kennis op het gebied van afval- en milieuoplossingen toepassen in de verschillende Europese landen waar we actief zijn”, zegt Yves Luca, als lid van de raad van bestuur verantwoordelijk voor de internationale activiteiten van Van Gansewinkel Groep. “We merken dat onze klanten in die landen baat hebben bij onze duurzame oplossingen.”
In het najaar van 2008 nam Maltha het Hongaarse glasrecyclingbedrijf Humán Szerviz over, waarmee Van Gansewinkel Groep voet aan de grond zette in Hongarije. Vanuit Hongarije wil Maltha steeds meer glasscherven afzetten naar glasproducenten in Centraal- en Oost-Europa.
Portugal
Verder wil Van Gansewinkel Groep via een regisseursmodel haar activiteiten ook uitbreiden in landen waar zij niet zelf actief is, maar waar klanten haar hierom verzoeken. Van Gansewinkel Groep zal daar, indien aan de orde, de daaraan verbonden recyclingsactiviteiten verder uitbouwen, zelf of met partners.
Maltha is al ruim vijftien jaar gevestigd in Portugal. De locatie in het midden van het land levert jaarlijks ongeveer 150.000 ton schone glasscherven als grondstof aan de glasindustrie. De installatie is in de afgelopen jaren sterk gemoderniseerd en de capaciteit is fors uitgebreid. Maltha Portugal voorziet in een nadrukkelijke behoefte op het Iberisch schiereiland.
Frankrijk
Polen
In Frankrijk is Van Gansewinkel Groep actief in inzameling en recycling. In 2009 is circa 70.000 ton afval ingezameld, met name papier, karton, kunststoffen en hout. Van Gansewinkel Frankrijk streeft naar een evenwichtige mix van afvalstromen en wil het aantal afvalstromen dat wordt ingezameld de komende jaren uitbreiden. Het inzamelbedrijf Van Gansewinkel heeft twee vestigingen in de regio Lille en ambieert groei, zowel autonoom als door acquisities.
Van Gansewinkel zamelt in Polen huishoudelijk en bedrijfsafval in. In 2009 werd met 240 medewerkers in totaal ruim 200.000 ton afval ingezameld. Van Gansewinkel biedt in Polen aan een groeiend aantal klanten een samenhangende oplossing voor hun afvalvraagstukken en ziet het als een uitdaging om zo veel mogelijk afval een tweede leven te geven als grondstof. Van Gansewinkel is sinds 1998 actief op de Poolse markt, met name in het zuiden. Naast het hoofdkantoor in Kraków beschikt het bedrijf in Polen over vestigingen in Olawa, Ruda Slaska, Legnica en Tarnów. De afgelopen tien jaar is Van Gansewinkel Polen gemiddeld met zo’n 20% per jaar gegroeid.
Maltha Glasrecycling is met drie vestigingen en een volume van 370.000 ton vooral in het zuiden van Frankrijk een belangrijke speler. De afgelopen jaren is nadrukkelijk ingezet op kwaliteitsverbetering. Coolrec heeft in Noord-Frankrijk verschillende verwerkingslijnen voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
46 / jaarbeeld 09
Hongarije
Tsjechië In Tsjechië is Van Gansewinkel Groep sinds het midden van de jaren ‘90 actief als afvaldienstverlener en grondstoffenleverancier. Inmiddels werken er ongeveer 330 mensen vanuit vijf locaties. De onderneming zamelt huishoudelijk afval en bedrijfsafval in en scheidt papier, glas, kunststof en drankverpakkingen. Deze stromen worden verwerkt tot nieuwe grondstoffen. Daarnaast zet Van Gansewinkel Groep onder de naam Sugal afval om in duurzame energie. Van Gansewinkel heeft in Tsjechië een meerderheidsbelang in Petka CZ. Dit bedrijf verwerkt jaarlijks meer dan 4.000 ton PET-flessen (verpakking voor frisdranken en andere vloeistoffen) tot zogenaamde PET-flakes. Deze grondstof wordt voornamelijk geleverd aan de garenindustrie. Petka streeft daarnaast naar een Cradle to Cradle-werkwijze, zodat van een oude PET-fles weer een nieuwe kan worden gemaakt. Verder heeft Van Gansewinkel Groep in Tsjechië een logistiek centrum voor wit- en bruingoed en verzorgt het bedrijf de logistieke dienstverlening voor het Tsjechische lampenretoursysteem. In 2009 is geïnvesteerd in de uitbreiding van de stortplaats in Horní Benešov. Met een capaciteitsuitbreiding over een gebied van 2,1 hectare verwacht Van Gansewinkel Groep in Tsjechië de komende vijftien jaar genoeg capaciteit te hebben om het aanbod van afval in deze regio te kunnen verwerken. De stortplaats is geschikt voor alle soorten afval en een deel van de locatie kan in potentie gebruikt gaan worden voor het composteren van organisch afval. In Tsjechië wordt slechts 10% van het afval verbrand. Door de zeer lage capaciteit van verbranden is het vooralsnog noodzakelijk om grote hoeveelheden afval naar stortplaatsen te brengen. Van Gansewinkel Groep heeft de ambitie om op termijn te investeren in verbrandingsovens in Tsjechië.
47
Afvalstromen
Afvalstromen
Afval bestaat niet. Dat is het credo van Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. Door te voorkomen dat iets afval wordt, pakken we de grondstoffenschaarste én het CO2-probeem aan. Recycling van restproducten tot nieuwe grondstoffen leidt in praktisch alle gevallen tot CO2–reductie.
Verdeling extern aangeleverd volume naar type afval Brandbaar Bouw & Sloop Gevaarlijk
32% 9% 7%
Glas
11%
W&B
1%
Hout
6%
Papier
6%
Ferro
1%
A&G
12%
Overig
15%
Extern aangeleverd volume per land NL
71%
BE
16%
FR
5%
CEE
6%
Overig
2%
Verwerkingsmethode in de keten 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% B&S
BBA
GA
Hout
Papier
Glas
W&B
Afvalwaterbehandeling Nuttige toepassing Verwijdering Hergebruik 48 / jaarbeeld 09
49
Afvalstromen In alle bedrijfstakken komen elke dag grote hoeveelheden oud papier en karton vrij. Met verschillende soorten voertuigen zamelen we dit in. Het grootste deel wordt naar een van onze papierverwerkingslocaties gebracht. Hier komt ook het door ons ingezamelde huishoudelijk papier terecht.
van
oud naar nieuws
We gebruiken jaarlijks zo’n 225 kilo papier per persoon. Ongeveer 75% van het papier dat we gebruiken wordt weer ingezameld en gerecycled. Daardoor is niet hout, maar oud papier de belangrijkste grondstof voor nieuw papier en karton. Van Gansewinkel Groep speelt hierin een belangrijke rol.
van
roest
naar
glans
Elk jaar gooien we in Europa vele honderden miljoenen kilo’s huishoudelijke apparaten weg, zoals koelkasten, tv’s, computers, koffiezetapparaten en wasmachines. Storten op de vuilnisbelt of verbranden is schadelijk voor het milieu, daarom moeten deze apparaten apart ingezameld en verwerkt worden. Coolrec, een 100% dochteronderneming van Van Gansewinkel Groep, is hierin gespecialiseerd.
van
scherf naar fles
Per seconde krijgen we ongeveer 10 kilogram glasafval binnen. Ons onderdeel Maltha maakt hier verschillende grondstoffen van voor de glas- en glaswolindustrie. Simpel gezegd maken we van vuile glasscherven schone glasscherven, waarmee weer nieuwe flessen, potten en ruiten worden gemaakt.
van
puin naar A2
De bouwsector produceert ongeveer een kwart van de afvalberg in de Benelux. Van Gansewinkel Groep zamelt jaarlijks ruim 800.000 ton bouw- en sloopafval in. We maken er grondstoffen van voor verschillende eindverwerkers. Van puin bijvoorbeeld, maken we funderingsmateriaal voor de wegen- en utiliteitsbouw.
50 / jaarbeeld 09
Op de papierverwerkingslocaties wordt het ingezamelde materiaal gescheiden. Dit sorteren moet wel, want voor de verschillende soorten nieuw papier en karton (zoals krantenpapier, toiletpapier, golfkarton en vouwkarton) zijn verschillende soorten oud papier nodig. Het sorteren gebeurt voor een deel handmatig en voor een deel met zeef- en luchtstroomtechnieken. Er wordt een scheiding gemaakt tussen de diverse kwaliteiten papier. Van het gesorteerde
papier en karton maken we met een speciale pers grote balen, die we leveren aan papierfabrieken in heel Europa en Azië. Zij maken er weer ‘nieuw’ papier en karton van. Onder de naam Destra Data zamelen we vertrouwelijk papier via een gesloten systeem in. Destra Data beschikt over de modernste archiefvernietigingsinstallaties, waarmee het kleinst mogelijke snipperformaat op industriële schaal kan worden bereikt. Circa 90% van het eindproduct van Destra Data wordt ingezet voor de fabricage van tissueproducten. De rest wordt gebruikt voor de productie van karton. In 2009 zamelden we 390.000 ton papier in. De krant van gisteren is het papieren nieuws van vandaag.
Coolrec verwerkt oud wit- en bruingoed tot grondstoffen voor weer nieuwe apparaten. Zo leverden we in 2009 genoeg staal voor circa 46.000 nieuwe personenauto’s. Coolrec verwerkte in 2009 0,9 miljoen koelkasten en bijna 1 miljoen televisies. De oude, afgedankte apparaten leverden nieuwe grondstoffen op, zoals ijzer, kunststof, aluminium en koper. Wit- en bruingoed bestaat namelijk uit hoogwaardige materialen die uitstekend geschikt zijn om opnieuw als grondstof te worden gebruikt. Natuurlijke materialen kunnen zo in het milieu blijven.
De grondstoffen verkoopt Coolrec aan bedrijven in heel Europa. Via tussenleveranciers komen grondstoffen als kunststof, koper, aluminium en ijzer terecht bij staalfabrieken, koper- en aluminiumsmelters of autofabrikanten. En zo wordt het metaal in koelkasten weer gebruikt als metaal in auto’s.
Zo blijven ruwe grondstoffen als zand, soda en dolomiet in het milieu. Glas is de perfecte grondstof voor nieuw glas: het is eeuwig voor 100% recyclebaar, zonder kwaliteitsverlies. Daarnaast zorgt glasrecycling voor CO2-reductie, omdat glasovens met gerecyclede scherven als grondstof op een lagere temperatuur kunnen opereren. In totaal verwerkte Maltha in 2009 bijna 1 miljoen ton glas.
Het eindproduct van Maltha? Schone glasscherven in verschillende kleuren en groottes. Perfecte grondstoffen voor de glasverwerkende industrie.
Met het recyclen van zo’n 0,9 miljoen koelkasten voorkomt Coolrec elk jaar dat onder meer ruim 150.000 kg aan schadelijke drijfgassen (waaronder CFK’s) in het milieu terechtkomen. Dat staat gelijk aan de uitstoot van ongeveer 600.000 ton CO2.
Dit is ruim twee maal de aarde rond als je wijnflessen hals aan bodem tegen elkaar legt. Of ruim 4.100 voetbalvelden vol als je diezelfde flessen rechtop tegen elkaar zet. Maltha behoort al jaren tot de grootste glasrecyclingbedrijven van Europa.
Van Ganswinkel Groep beschikt over verschillende scheidingsinstallaties, waar het bouw- en sloopafval wordt gescheiden in aparte stromen. De grootste stroom is puin. Een deel hiervan gaat naar externe puinbrekers, de rest breken we zelf tot granulaat. Uiteindelijk komt het weer in de bouwsector terecht als funderingsmateriaal, net als het zand dat we uit het ingezamelde bouw- en sloopafval halen. Het metaal gaat rechtstreeks terug de metaalhandel in, waar het vrijwel geheel hergebruikt wordt. Het hout wordt in drie stromen afgevoerd. Het schone, onbewerkte A-hout wordt hergebruikt in de hout- en spaanplaatindustrie.
Het bewerkte B-hout (geverfd/spaanplaat e.a.) en C-hout (o.a. bielzen) wordt grotendeels gebruikt als brandstof in verbrandingsinstallaties. Hier wordt dus energie mee opgewekt. Papier en plastic zijn de kleinere stromen die we uit het bouwen sloopafval halen. Het papier gaat naar de papierindustrie, de verschillende kunststoffen worden gerecycled. Dan blijft er nog een brandbare fluff over. Deze wordt als brandstof gebruikt voor ovens, waarmee vervolgens weer energie wordt opgewekt. En zelfs na verbranding blijft er een nuttige grondstof over: bodemas. Ook die kan weer worden gebruikt als funderingsmateriaal.
51
Afvalstromen
van
accu naar batterij
Oplosmiddelen, verf, accu’s, spuiten, kitkokers, afvalwater. Gevaarlijk afval dat niet in het milieu terecht mag komen. Het afgelopen jaar zamelden we 590.000 ton gevaarlijk afval in. Elke kilo is op een juiste, duurzame manier behandeld. We zetten gevaarlijk afval om in nieuwe grondstoffen en energie.
van
splinter
naar
dressoir
Via verschillende kanalen zamelen we verschillende soorten hout in. We maken er onder meer grondstoffen van voor de hout- en spaanplaatindustrie. Zo geven we het hout een tweede leven, zodat de industrie geen gebruik hoeft te maken van nieuw hout afkomstig van het kappen van bomen.
van
afval naar warmte
De stroom gevaarlijk afval is divers, dus er zijn veel verschillende soorten eindverwerkers. Sommige oplosmiddelen bijvoorbeeld, worden in een tankwagen van 20.000 liter naar de cementindustrie gebracht. Deze industrie gebruikt de brandbare oplosmiddelen als brandstof in het productieproces van cement. Zo kunnen primaire brandstoffen als olie, kolen en aardgas in het milieu blijven.
Ook voor vast gevaarlijk afval zijn verschillende nuttige toepassingen. Ingezamelde accu’s gaan bijvoorbeeld naar loodsmelters en metaalverwerkers. Zo wordt het lood uit een accu weer gebruikt voor de productie van een nieuwe batterij. Ongeveer 15% van het gevaarlijk afval wordt verbrand en omgezet in energie. Door de hoge temperatuur in de oven en de rookgasreiniging blijft er niets van de giftige stoffen over.
Andere oplosmiddelen zijn geschikt voor destillatie. We brengen deze gevaarlijke vloeistoffen naar destillatiebedrijven die de verontreiniging uit het product kan halen, waarna zuivere grondstoffen zoals ethanol overblijven.
Met rol- en afzetcontainers bij de houtbewerkende industrie, de bouw- en sloopsector en gemeentelijke stortplaatsen zamelen we het afvalhout in. Van het schone, onbewerkte A-hout maken we grondstoffen voor de hout- spaanplaatindustrie. Het bewerkte B-hout (geverfd, spaanplaat e.d.) en C-hout (o.a. bielzen) wordt omgezet in (groene) energie: het B-hout is na verwijdering van de ergste verontreinigingen geschikt voor onze nieuwe Biomassa Energie Centrale (BEC) in Rozenburg en andere (biomassa) energiecentrales. Het C-hout gaat naar speciale verbrandinginstallaties in Duitsland en Zweden.
De BEC-installatie wordt gevoed met afvalhout. Hierdoor telt de opgewekte elektriciteit voor 100% als groene energie. Zo vermijden we jaarlijks de uitstoot van 65.000 ton CO2 uit fossiele brandstoffen en 43 miljoen m3 aardgas. We verwerkten in 2009 540.000 ton hout. Een deel werd omgezet in grondstoffen voor de hout- en spaanplaatindustrie. Een oude splinter werd zo een nieuw dressoir.
Na het verbrandingsproces is het afval ‘weg’, maar we krijgen er wel iets voor terug: energie en grondstoffen. Eén vuilniszak levert genoeg energie voor zeven douchebeurten. Het bedrijf leverde in totaal ongeveer 770 GWh elektriciteit aan het net en bijna 2500 TJ aan warmte. De netto energieproductie van de AVR-centrales komt overeen met het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van ongeveer 220.000 huishoudens.
Jaarlijks zetten de inwoners van Nederland en België miljoenen tonnen huishoudelijk afval op straat. Samen met het brandbaar bedrijfsafval wordt dit afval verbrand in afvalenergiecentrales. Van Gansewinkel Groep verwerkte in 2009 ongeveer 2 miljoen ton afval in haar afvalenergiecentrales, ofwel zo’n 220 miljoen vuilniszakken.
van
slippen naar scoren
We verwerken ook nog een aantal kleinere afvalstromen, zoals autobanden, luiers en kleding. Van een versleten autoband maken we bijvoorbeeld grondstoffen voor de aanleg van kunstgrasvelden. En een volle luier levert groene energie op. 52 / jaarbeeld 09
Van Gansewinkel zamelt de oude banden in bij gemeenten en de automotive-industrie. Een autoband is voor 90% recyclebaar. De belangrijkste grondstof is natuurlijk rubber. Dit rubber krijgt onder meer een volgend leven op sportparken; het wordt gebruikt voor de aanleg van kunstgrasvelden. Daarnaast leveren we het rubber aan bedrijven in de wegenbouwindustrie. Zij gebruiken deze grondstof voor de aanleg van geluidsarm asfalt. Maar er zit meer dan alleen rubber in een autoband. We halen er ook metaal uit, dat we verkopen aan de staalindustrie. De overige 10% wordt verbrand en daarmee gebruikt voor energiewinning.
Luiers Van Gansewinkel is in Nederland en België een belangrijke inzamelaar van wegwerpluiers en incontinentiemateriaal. Gemeenten, kinderdagverblijven en zorgcentra zijn de belangrijkste klanten. We laten een deel van de luiers vergisten en composteren en de rest wordt verbrand in onze energiecentrales. Bij het vergisten van de luier komt biogas vrij, dat een nuttige toepassing krijgt. Na het vergistingsproces wordt de luier gecomposteerd. Met het plastic wordt energie opgewekt in de verbrandingscentrale, het overige materiaal vindt zijn weg in compost.
53
leven Bierflessen
liqueurflessen
Parfumflessen
Wijnflessen
Glasrecycling, grondstoffenleverancier Maltha Glasrecycling maakt van glasafval schone glasscherven. Het bedrijf presteert op het hoogste niveau: door een optimaal productieproces zit in 1000 kg Maltha-glas maximaal slechts 25 gram ‘verontreiniging’.
Gansewinkel, rijden af en De inzamelcontainers op zameling zijn in drie vakken euren gescheiden blijven. nkomen worden nieuwe om belangrijk dat het e fles wordt nu eenmaal
54 / jaarbeeld 09
Ook op de recyclelijnen voor holglas worden de grootste verontreinigingen handmatig verwijderd. Daarna volgt het geautomatiseerde proces. Bandmagneten halen de magnetische materialen eruit, Eddy Currents het non-ferro materiaal. Keramiek, steen en porselein wordt opgespoord met laserstralen en camera’s en hittebestendig glas met UV-reflectietechnologie. De allerlaatste bewerking gaat vanzelf: het glas wordt op een terrein opgeslagen, zodat de organische vervuilingen verteren.
pull
Het eindproduct van Maltha voldoet aan de hoogste standaarden en bevat na bewerking nog maar maximaal 25 gram ‘verontreiniging’ per 1000 kg glasscherven. Om de hoge kwaliteit te waarborgen worden tijdens het proces elke vijf minuten monsters genomen, die worden beoordeeld in een laboratorium. Als blijkt dat er te veel ongewenst materiaal tussen het glas zit, gaan de scherven opnieuw door het productieproces.
55 57
huid Maltha is actief in vijf Europese landen: In Nederland, België, Frankrijk, Portugal en Hongarije. De vestigingen van Maltha springen direct in het oog door grote, glanzende bergen glasscherven op de terreinen.
Holglas Scherven in verschillende maten, op kleur gescheiden. Het zijn de grondstoffen die Maltha levert voor nieuwe glasproducten of isolerende glaswol. Bij de verwerking van glasafval is het onderscheid tussen vlakglas en holglas van groot belang in verband met het type verontreiniging. Holglas komt van flessen en potten uit de glasbak en bevat bij binnenkomst verschillende soorten verontreiniging, zoals papier, voedselresten, porselein en kunststoffen. Vlakglas (ruiten, spiegels) komt uit auto’s en gebouwen en bevat een heel ander type verontreiniging. Vaak zit er metaal en folie in het glas verwerkt en tussen de scherven zit veel metaal, puin, hout, kunststof en rubber. Al deze vreemde materialen filtert Maltha eruit, zodat ook deze een tweede leven kunnen krijgen als grondstof.
56 / jaarbeeld 09
De recyclelijnen van Maltha voor holglas lijken op de vlakglaslijnen, maar het type verontreiniging is heel anders. Aan holglas kleven immers resten van levensmiddelen. Daarnaast gooien mensen nog veel plastic flessen, zakken, kurken, doppen en servies (keramiek en porselein) in de glasbakken.
Vrachtwagens, waaronder die van Van Gansewinkel, rijden af en aan op de holglaslocaties van Maltha. De inzamelcontainers op de voertuigen voor kleurgescheiden inzameling zijn in drie vakken verdeeld, waardoor de verschillende kleuren gescheiden blijven. Van vrijwel alle scherven die hier binnenkomen worden nieuwe potten en flessen gemaakt. Het is daarom belangrijk dat het glas op kleur gescheiden blijft. Een witte fles wordt nu eenmaal gemaakt van witte scherven.
Gansewinkel, rijden af en De inzamelcontainers op zameling zijn in drie vakken euren gescheiden blijven. nkomen worden nieuwe om belangrijk dat het e fles wordt nu eenmaal
leven Bierflessen
liqueurflessen
Parfumflessen
Wijnflessen
pull
Ook op de recyclelijnen voor holglas worden de grootste verontreinigingen handmatig verwijderd. Daarna volgt het geautomatiseerde proces. Bandmagneten halen de magnetische materialen eruit, Eddy Currents het non-ferro materiaal. Keramiek, steen en porselein wordt opgespoord met laserstralen en camera’s en hittebestendig glas met UV-reflectietechnologie. De allerlaatste bewerking gaat vanzelf: het glas wordt op een terrein opgeslagen, zodat de organische vervuilingen verteren.
Het eindproduct van Maltha voldoet aan de hoogste standaarden en bevat na bewerking nog maar maximaal 25 gram ‘verontreiniging’ per 1000 kg glasscherven. Om de hoge kwaliteit te waarborgen worden tijdens het proces elke vijf minuten monsters genomen, die worden beoordeeld in een laboratorium. Als blijkt dat er te veel ongewenst materiaal tussen het glas zit, gaan de scherven opnieuw door het productieproces.
57
m alth a
V l A KG l AS Ook verontreinigd vlakglas wordt bij Maltha via een technisch hoogstaand proces verwerkt tot brandschoon glas. In het proces worden handmatig de grootste verontreinigingen uit het glas gehaald, de techniek doet vervolgens de rest. Een magneet haalt het ijzer eruit en een zogenaamde windshifter blaast al het lichte materiaal weg.
58 / jaarbeeld 09
De lopende band voert het overgebleven glasafval vervolgens langs een Eddy Current, die de niet-ijzerhoudende metalen als aluminium, koper en lood afstoot. De verontreiniging die hierna nog in het glas zit, wordt er met camera’s en laser- en röntgentechnologie uitgefilterd. Eerst komt de lopende band langs een kleurenscheider. Camera’s detecteren hier afwijkende kleuren, geven dit door aan een computer die er voor zorgt dat het juiste luchtventiel op het juiste moment het gekleurde materiaal wegblaast.
luchtventielen worden ook gebruikt bij de laser- en röntgenapparatuur. De lasers ontdekken al het niet-transparante materiaal (dan wordt de laserstraal onderbroken). De röntgenstraal detecteert glas waar te veel zwaar metaal inzit, zoals hittebestendig glas van bijvoorbeeld een kachel. Glasproducenten willen dit soort glas niet aangeleverd krijgen, want het smelt niet in de glasovens.
Wat uiteindelijk overblijft zijn schone glasscherven, in verschillende samenstellingen. Afhankelijk van de wensen van de klant maakt Maltha de juiste grondstof. Van de tien soorten vlakglas die binnenkomen worden twee keer zoveel verschillende eindproducten vervaardigd.
59
Duurzaamheidsverslag
“Want duurzaamheid is wat we leveren”
Ondanks de turbulente economische tijden is onze focus op duurzaamheid onverminderd krachtig geweest. Juist de nieuwe economische orde die door de crisis gaat ontstaan, heeft ons nog meer overtuigd van het feit dat onze geïntegreerde aanpak op duurzaamheid en het productenpakket voor klanten meer waarde heeft gekregen. Duurzaamheid is wat we leveren; we maken duurzaamheid mogelijk bij onze klanten. Als grondstoffen- en energieleverancier kunnen we een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van de grondstoffenschaarste en de opwarming van de aarde. Door te recyclen en samen met onze klanten te voorkomen dat iets afval wordt, kunnen natuurlijke grondstoffen in het milieu blijven. En recycling leidt in vrijwel alle gevallen tot CO2-reductie. We willen niet alleen de footprint van onze klanten verbeteren, maar ook onze eigen footprint. Afgelopen jaar hebben we een verbintenis met betrekking tot Veiligheid, Gezondheid, Milieu en Kwaliteit opgesteld. Zo willen wij aan al onze stakeholders duidelijk maken dat respect voor mens en milieu centraal staat in onze bedrijfsvoering. Daarnaast hebben we een structuur opgezet om het Cradle to Cradle-principe verder te verankeren in onze organisatie en hebben we ons nadrukkelijk ingezet om onze CO2-emissies te verminderen.
Duurzaamheidsverslag Afval bestaat niet. Dat is het credo van Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. In een wereld waarin grondstoffen schaars zijn en waar we verstandig met grondstoffen om moeten gaan, streven wij er samen met onze klanten naar zo veel mogelijk afvalstoffen geschikt te maken voor nuttig hergebruik. Daarmee is de kern van onze business letterlijk het werken voor en aan een duurzame samenleving. Dat doen we al meer dan 45 jaar. Zo kan afval een tweede leven krijgen en worden benut voor nieuwe grondstoffen en energie.
60 / jaarbeeld 09
Van Gansewinkel Groep streeft naar een GRI A+ status in 2010. Die ambitie vereist dat we als organisatie verdere stappen zetten in verslaglegging over duurzaamheid. Daarnaast zullen we onze duurzaamheidprestaties koppelen aan het beloningenbeleid. Voor de leden van de raad van bestuur geldt dat in 2010 al, daarna zal het breder in de organisatie worden toegepast. Duurzaamheid vormt zo steeds meer een geïntegreerd onderdeel van onze bedrijfsvoering. In dit gedeelte van het jaarverslag zetten we onze visie, onze ambities, het beleid en de resultaten op het gebied van duurzame ontwikkeling uiteen. Dit gedeelte is bewust geïntegreerd in het (financiële) jaarverslag. Want duurzaamheid is wat we leveren.
Ruud Sondag, CEO Van Gansewinkel Groep
61
Duurzaamheidsverslag Drie E’s: Ecology, Economy, Equity
Visie en beleid Afval bestaat niet
Afgelopen jaar heeft ons nog nadrukkelijker doen beseffen dat ‘Afval bestaat niet’ dé koers voor Van Gansewinkel Groep is. 2009 kenmerkte zich onder andere door een overcapaciteit op de verbrandingsmarkt, een achterblijvend aanbod aan brandbaar afval en het vooruitzicht op lagere tarieven voor de komende jaren. In het totaal aan be- en verwerkingsmogelijkheden van afval is het relatieve belang van verbranding afgenomen. Onze strategie is gericht op het verder optimaliseren van recycling. Het invullen van de structurele vraag naar grondstoffen en energie, zal naar onze overtuiging kracht en groei geven aan onze organisatie. ‘Afval bestaat niet’, daar zetten wij op in. Het verder ontwikkelen van onze kennis van productieprocessen, materialen en het voorkomen van het ontstaan van afval is echt de richting waar we onze toekomst in zien. Cradle to Cradle: afval is voedsel
Cradle to Cradle gaat ervan uit dat producten zo samengesteld worden, dat ze na hun levenscyclus herbruikbaar zijn of afbreekbaar tot grondstoffen voor nieuwe, gelijkwaardige of hoogwaardigere producten. Dit leidt tot oneindige kringlopen van producten, zonder dat daarbij afval ontstaat in de betekenis van ‘nutteloos’ overblijfsel. Afval vormt immers de waardevolle grondstof voor nieuwe processen: ‘afval is voedsel’. De positieve agenda die uitgaat van kansen en ontwikkelingen sluit aan bij onze manier van ondernemen. CO2 en afval
Slimme recycling van restproducten tot nieuwe grondstoffen leidt praktisch altijd tot CO2-reductie. Het terugwinnen van materialen als glas en plastic kost in veel gevallen minder energie dan het verbranden ervan en het opnieuw winnen en bewerken van primaire grondstoffen. Daarnaast leidt afvalscheiding vaak tot kostenreductie; waardevolle grondstoffen blijven immers behouden. Cradle to Cradle en CO2
Het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen bij onze klanten en partners zien wij als onze belangrijkste bijdrage aan een duurzame samenleving. Dit sluit aan bij de strategie van Van Gansewinkel Groep om zich te onderscheiden van de concurrentie door een verregaande samenwerking met klanten en leveranciers. Alleen door verregaande kennis van elkaars processen is het mogelijk om daadwerkelijk een gesloten kringloop te ontwikkelen en te optimaliseren. Door te voorkomen dat iets afval wordt, pakken we de grondstoffenschaarste én het CO2-probleem aan. Daarnaast willen we de CO2-impact van onze eigen activiteiten verminderen, met name via initiatieven op het vlak van transport en onze afvalenergieinstallaties.
Cradle to Cradle gaat uit van de driehoek Ecology, Economy, Equity. Veel organisaties en bedrijven hebben de drie P’s (People, Planet, Profit) geadopteerd als richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Omdat Van Gansewinkel Groep de Cradle to Cradlefilosofie aanhangt, hebben wij nadrukkelijk voor de drie E-benadering gekozen omdat deze aanpak het dichtst bij Cradle to Cradle staat. Wij zijn ervan overtuigd dat duurzaamheid alleen succesvol kan zijn als er een duidelijke balans is tussen de drie E’s: Ecology, Economy, Equity.
Verslaggeving over duurzaamheid
Van Gansewinkel Groep houdt de ‘G3 Richtlijnen’ van het Global Reporting Initiative aan voor haar duurzaamheidsverslaggeving. Van Gansewinkel Groep hecht aan de betrouwbaarheid en volledigheid van dit verslag richting haar stakeholders. Naast interne controle en validatie wordt daarom een verificatie door PricewaterhouseCoopers uitgevoerd. Deze verificatie is volgens de principes van ‘limited assurance’ en volgt de richtlijnen van COS3410: assurance-opdrachten in zake maatschappelijke verslagen. In 2008 is de ambitie om een B+ status op de G3 Richtlijnen te halen, waargemaakt. Tegelijkertijd is de ambitie voor 2010 uitgesproken om de A+ status te gaan behalen. Dit stelt eisen aan ons interne rapportage- en auditproces. We hebben hier het afgelopen jaar een verbeterslag in gemaakt door een coördinator aan te stellen die onder andere verantwoordelijk is voor het stroomlijnen van interne rapportageprocessen en het opzetten van een reporting manual met eenduidige definities van begrippen en meetmethoden.
Na twee jaar van ontdekken, proberen en eerste successen zijn we in 2009 gestart met de verdere verankering in de organisatie van Cradle to Cradle. Om het principe kracht bij te zetten en blijvend een leidende rol op dit gebied te kunnen spelen als matchmaker, is hiervoor in 2009 een structuur opgezet. Initiatieven voor het verminderen van onze CO2-footprint lopen ook via deze structuur. De bestuursvoorzitter is eindverantwoordelijke voor duurzame ontwikkeling. De raad van bestuur ontwikkelt de visie en strategie voor de totale organisatie. De Cradle to Cradle-board bestaat uit alle leden van de raad van bestuur en wordt regelmatig ondersteund door Prof. Dr. M. Braungart, grondlegger van het Cradle to Cradle-principe. Het Executive Committee bestaat uit werknemers uit het groepsmanagement.
Vanuit hun vakgebied ‘voeden’ zij de board en passen zij het Cradle to Cradle-principe toe binnen hun bedrijfsonderdeel. De raad van bestuur houdt toezicht op het Executive Committee. Het Cradle to Cradle Development Team bestaat uit medewerkers die vanuit verschillende disciplines en kennisgebieden een faciliterende rol vervullen. Deze structuur moet er aan bijdragen dat Cradle to Cradle een geïntegreerd onderdeel is van onze bedrijfsvoering. De aandeelhouders en raad van commissarissen hebben in 2009 ingestemd met deze structuur. Zij hebben samen met de raad van bestuur een sessie met Prof. Dr. M. Braungart gehad. De aandeelhouders onderstrepen onze strategie en aanpak op het gebied van duurzaamheid. Zo ondersteunt grootaandeelhouder KKR de United Nations Principles for Responsible Investment vanuit hun visie en overtuiging dat Equity, Ecology en Economy samengaan en een substantieel onderdeel van de waardeontwikkeling van de onderneming zijn.
Metalen
Plastics
Mineralen
Biogene materialen
Workshops
Training
Material Intelligence
Universiteiten / kennisdeling Research & Development
C2C Academy
C2C Development Team
Onze duurzaamheidsdoelstellingen worden steeds meer integraal in de jaarplannencyclus opgenomen. Zo vormen zij de leidraad die onze duurzame ontwikkeling ondersteunt. Ambitie is om periodiek op groepsniveau te rapporteren over de voortgang bij het verwezenlijken van de doelstellingen en de koppeling te maken tussen de duurzaamheidsdoelstellingen en het beloningen- en bonusbeleid.
Zie ook strategie en missie Van Gansewinkel Groep op pagina 20 en 22.
62 / jaarbeeld 09
Organisatie van duurzame ontwikkeling
Executive Committee
Board
Samenwerking EPEA
C2C Academy
De samenwerking die in 2008 van start is gegaan met Prof. Dr. M. Braungart en the Environmental Protection and Encouragement Agency (EPEA) is meerjarig. EPEA ondersteunt Van Gansewinkel Groep bij: - het ontwikkelen van ideeën en concepten - opleiding en training - support bij de uitvoering van projecten, o.a. door het aandragen van specifieke kennis over materialen - doorontwikkelen road map en doelstellingen
Cradle to Cradle-trainingen
Vanuit de gedachte dat we Cradle to Cradle alleen kunnen verkopen als we weten waarover we praten, worden op diverse niveaus in de organisatie Cradle to Cradle-trainingen verzorgd. In 2009 heeft een eerste groep van 20 collega’s een training tot gecertificeerd Cradle to Cradle-teammember bij EPEA gevolgd. In 2010 zal hier vervolg aan worden gegeven en staan op diverse niveaus trainingen gepland. Eind 2010 zullen circa 450 medewerkers een Cradle to Cradletraining hebben gevolgd. 63
Duurzaamheidsverslag
Workshops / Kenniscafés
In 2009 is een start gemaakt met het organiseren van Cradle to Cradle-kenniscafés. Deze cafés worden al dan niet in samenwerking met partners georganiseerd voor klanten, potentiële klanten, maar ook voor eigen mensen die geïnteresseerd zijn in het Cradle to Cradleprincipe. Centraal staat de vraag hoe Cradle to Cradle kan worden toegepast en welke rol Van Gansewinkel Groep daarbij speelt. Doel van de kenniscafés is het delen van kennis op Cradle to Cradle-gebied. Samenwerking met kennisinstituten
Naast de kennis binnen de eigen organisatie, werkt Van Gansewinkel Groep samen met kennisinstellingen zoals de Wageningen University & Research centre (WUR), het toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en de Technische Universiteit Eindhoven (TUE). Daarnaast worden er stage- en afstudeerplekken aangeboden aan veelbelovende studenten die geïnteresseerd zijn in Cradle to Cradle en duurzaamheid. Materiaalstromen
Op basis van veelvoorkomende vraagstukken uit de markt én onze eigen ervaring hebben we vier materiaalclusters benoemd: biogene materialen, mineralen, plastics en metalen. De clusters zijn focusgebieden en maken het mogelijk ‘kenniscentra’ op te zetten rond deze materiaalstromen. Op basis daarvan kunnen we concrete Cradle to Cradle-oplossingen aanbieden voor afvalvraagstukken van onze klanten. Projecten en kenniscafés worden vanaf 2010 aan de hand van de vier materiaalclusters ingedeeld. Cradle to Cradle roadmap
Invulling geven aan het concept van een Tweede Huid om de klantprocessen en een Tweede Leven voor materialen is onze manier om de visie ‘Afval bestaat niet’ te concretiseren. Door het Cradle to Cradle-principe te omarmen, gaan we samen met partners op zoek naar producten en diensten die zo worden ontworpen dat ze aan het eind van hun levenscyclus via de biologische of technische kringloop opnieuw voor hetzelfde doel of dezelfde functie kunnen worden gebruikt. Ontwerp- en productieprocessen zijn niet van de ene op de andere dag te veranderen. Cradle to Cradle is daarom iets wat een langetermijnvisie nodig heeft; het verlangt van ons allen te denken in transities. Het is een proces dat stap voor stap bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van producten en slimmer grondstofverbruik. Het geeft invulling aan onze ambitie om steeds meer afval een tweede leven te geven en daarmee bij te dragen aan de oplossing van het vraagstuk van grondstofschaarste.
64 / jaarbeeld 09
65
Duurzaamheidsverslag
2014
2015 2013
2012
Klant 2011
Materialen van afval naar grondstof 2010
Processen binnen onze eigen organisatie - inkoop - middelen - opleiding en training - communicatie Relatie met stakeholders
2009
Cradle to Cradle roadmap De roadmap biedt focus en structuur en helpt ons in het zetten van de juiste stappen naar de toekomst toe. De roadmap concentreert zich, in overeenstemming met de strategie van de onderneming, op de periode 2010 – 2015. Er worden vier aandachtsgebieden benoemd, te weten: klant, materialen, processen binnen onze eigen organisatie en de relatie met stakeholders. Met onze branchegerichte aanpak en kennis van afvalvraagstukken in diverse sectoren bieden we onze klanten maatgerichte oplossingen. Die kennis breiden we uit met materiaaloplossingen. Integraal afvalbeheer evolueert naar intelligent material pooling en design for recycling. Zo wordt afval grondstof. De materiaalkennis, opgebouwd in de afgelopen decennia, wordt nu ook toegepast op het ontwerp van nieuwe producten. Daarmee zal de kennisintensiteit van onze onderneming nog verder toenemen, waarin we ook verder zullen investeren. In onze roadmap maken we de verbinding tussen de klant(sector) en de materialen, vanuit de gedachte van open innovatie. De mate en het tempo waarin Cradle to Cradle-oplossingen zullen worden toegepast, bepalen we per type klant.
66 / jaarbeeld 09
Naast de Cradle to Cradle-oplossingen die we onze klanten willen bieden, streven we er ook naar om onze eigen middelen, processen en communicatie daarover daar op af te stemmen. “Noblesse oblige”, wordt wel eens gezegd. Zo beoordelen we de materialen die we inkopen op de mogelijkheid om grondstoffen te gebruiken die kunnen worden herwonnen. Naast samenwerking met klanten en klantengroepen is samenwerking met andere stakeholders essentieel om tot Cradle to Cradle-oplossingen te kunnen komen. Het betreft hier wetenschaps- en onderzoeksinstituten, wetgevers, brancheverenigingen en maatschappelijke instellingen. We gebruiken 2010 om deze roadmap op de vier genoemde gebieden verder in te vullen. De te realiseren mijlpalen zijn van elkaar afhankelijk en lopen soms simultaan. Elk jaar wordt een voortgangsrapportage gemaakt om de roadmap verder in te vullen. Daarnaast wordt de roadmap voor individuele processen gemaakt, of het nu een project bij een klant betreft, de verdere (kennis)ontwikkeling rondom een specifieke materiaalsoort, of de ontwikkeling van de materialen die we zelf inkopen.
2008
start 2008
67
Duurzaamheidsverslag
Ketenverantwoordelijkheid De maatschappelijke verantwoordelijkheid van Van Gansewinkel Groep gaat verder dan alleen de deuren van onze eigen onderneming. Als internationaal opererende organisatie streven we er naar om de sociale- en milieuprestaties van onze activiteiten in de keten te verbeteren. Het toepassen van het Cradle to Cradle-principe op onze activiteiten is naar onze mening bij uitstek een manier van werken waarbij ketenbeheer centraal staat. Om tot Cradle to Cradle-oplossingen te komen, is samenwerking met klanten, toeleveranciers en de toeleveranciers van de toeleveranciers nodig. We vervullen nadrukkelijk een rol aan zowel de achterkant (het inzamelen van afval) als aan de voorkant (het meedenken in de ontwerpfase en het adviseren over geschikte materialen) in de keten. Cradle to Cradle is alleen realiseerbaar wanneer we samen met ketenpartners de cirkel sluiten. Zo gaan we van ketenbeheer naar ‘cirkelbeheer’.
Grenzeloos vertrouwen
Vertrouwen is in de afvalsector cruciaal. Klanten moeten er op kunnen rekenen dat hun afvalstromen in de juiste handen blijven, ook als het de landsgrenzen passeert. Van Gansewinkel Groep streeft dan ook naar een optimale ketenbewaking en werkt zo aan een grenzeloos vertrouwen.
Hiervoor maakt het bedrijf gebruik van interne en externe beoordelingssystemen. Kwaliteit en borging zijn de kernbegrippen om te zorgen dat er geen zaken worden gedaan met ‘discutabele’ of ‘onzekere’ partijen. Daar aan blijven werken is essentieel, zowel voor de klant als voor onze eigen geloofwaardigheid. De keten is immers zo sterk als zijn zwakste schakel.
alle medewerkers van de Groep te consulteren. Informatie over grote landelijke en internationale partijen wordt vanuit het hoofdkantoor bijgehouden, regionale partijen worden gevolgd door de regionale kantoren van Van Gansewinkel Groep. Acceptatieprocedures
Al in het offertetraject worden monsters van de aangeboden stroom of partij genomen, ook om de juiste prijs te kunnen bepalen. Van Gansewinkel Groep heeft een breed netwerk van (regionale) acceptanten binnen alle onderdelen van de Groep. Het bedrijf voert daarnaast testen uit bij het in ontvangst nemen en het afleveren van de afvalstromen. Weinig is zo sterk gereguleerd als afval, dus wil Van Gansewinkel Groep van de onderneming precies weten wat zij binnenkrijgt en aflevert. Dit leidt tot een sluitend systeem. Voor de export buiten Europa is er een wisselende aanpak van de verschillende overheden. Vandaar dat Van Gansewinkel Groep de partijen buiten Europa gaat beoordelen volgens dezelfde systematiek als voor ‘derden’ binnen Europa.
Risicoprofielen
In het kader van de selectie en beoordeling van leveranciers binnen Van Gansewinkel Groep worden be-/verwerkers en aannemers beoordeeld aan de hand van een auditsystematiek. Deze opdrachtnemers zijn veelal in het bezit van gecertificeerde kwaliteits-, milieu- en/of arbosystemen zoals ISO 9001, ISO 14001 en/of OHSAS 18001. Voorts onderscheiden firma’s zich bij voorkeur door Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), waarbij o.a. aantoonbaar gewerkt wordt aan duurzaamheid. Ook moeten mensenrechten worden gerespecteerd en moet kinderarbeid zijn uitgesloten. Toch is het niet altijd eenvoudig te bepalen hoe onderaannemers of toeleveranciers te werk gaan. Daarom wil Van Gansewinkel Groep in 2010 naast de ‘eerste laag’ van derde partijen, een net zo sluitend systeem opzetten voor de ‘tweede laag’. Waar brengen derden de afvalstromen die ze van ons ontvangen heen als ze niet de eindbestemming zijn? Die tweede laag wil Van Gansewinkel Groep in kaart brengen en beoordelen. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar partijen buiten Europa, waar het bedrijf ook fysiek steekproeven zal gaan uitvoeren. Ook zullen we meten of er conform onze normen zaken gedaan kunnen worden met die bedrijven.
Afvalstromen die Van Gansewinkel Groep niet zelf ontmantelt of verwerkt, komen terecht bij een derde partij of eindverwerker. Deze partijen (in totaal ruim 800) worden door Van Gansewinkel Groep beoordeeld op basis van risicoprofielen, waarbij rekening wordt gehouden met het soort afval, vergunningen, ISOcertificaten en of het om partijen binnen of buiten de Benelux gaat. Zorgvuldigheid en consequent handelen staan hierbij centraal. Als er sprake is van een verhoogd risico of zodra er maar enige aanleiding voor is, voert Van Gansewinkel Groep op locatie een audit uit bij deze partijen met eigen SHEQ-medewerkers (Safety, Health, Environment, Quality) en materiaaldeskundigen. Het bedrijf wil alleen werken met erkende verwerkers en erkende ontvangers, die exact kunnen aantonen wat zij met de afvalstroom doen. Zij moeten beschikken over de juiste vergunningen en certificaten.
Onafhankelijke verificatie
Ketenbewaking wordt binnen Van Gansewinkel Groep centraal beheerd en uitgevoerd door een netwerk van lokale medewerkers met de nodige expertise. Het beleid en de uitvoering worden geverifieerd door de externe auditeur Bureau Veritas. De auditactiviteiten van Bureau Veritas gaan verder dan alleen het certificeren van de reguliere normeisen, maar omvatten ook een verificatie van de door Van Gansewinkel Groep zelf opgelegde standaarden op het gebied van veiligheid en compliance. Als er ondanks de controlesystemen toch een incident plaatsvindt, reageert Van Gansewinkel Groep direct. Zo heeft het bedrijf in 2009 twee keer actie moeten ondernemen omdat derden niet volgens onze standaarden werkten. Dit heeft één keer geleid tot het opzetten van een verbeterprogramma en één keer tot beëindiging van de relatie.
Alle gegevens over de be- en verwerkers van de afvalstromen van Van Gansewinkel Groep worden in een centrale databank bijgehouden. Deze databank is door
Ghana bezoekt Coolrec Elektrische en elektronische apparatuur wordt niet altijd ingeleverd bij erkende recyclingbedrijven. Sommige apparaten worden doorverkocht aan schroothandelaren en uiteindelijk illegaal gedumpt in ontwikkelingslanden. Bij de sloop van deze apparatuur komen giftige stoffen vrij, zoals lood, weekmakers en dioxines, die zowel het milieu als de gezondheid van de lokale bevolking aantasten. Afgelopen jaar heeft Coolrec haar visie en kennis gedeeld en zich actief ingezet om de schadelijke gevolgen van deze ‘lekstroom’ tot een minimum te beperken. In dit kader ontving Coolrec in 2009 een delegatie van het ministerie van VROM, de Ghanese minister van Milieu en een groep Europarlementariërs om meer inzicht te geven in de erkende recyclingtechnieken van elektrische- en elektronische apparatuur. Op die manier proberen we invloed uit te oefenen op de maatschappelijke aspecten die in de keten spelen.
68 / jaarbeeld 09
69
Duurzaamheidsverslag
Doelstellingen en ambities Duurzaamheid is de basis van onze strategie en vormt steeds meer een geïntegreerd onderdeel van onze bedrijfsvoering. In 2008 hebben we een overzicht van de ambities gepubliceerd. Een totaaloverzicht van deze ambities en de in 2009 behaalde resultaten is te vinden op pagina 72. De management disclosures zijn te vinden op onze website: www.vangansewinkelgroep. com/ jaarverslag. Deze ambites komen voort uit de strategie, SWOT-analyse en acties zoals verwoord op pagina 20 en 36. Door middel van deze doelstellingen trachten we met name de interne verankering te verbeteren. Daarin zijn in 2009 goede resultaten geboekt; er is een start gemaakt met het opzetten van een GRI-rapportagehandboek en dit rapport heeft de GRI B+ status behaald. Ondanks de turbulente economische situatie, streven we er toch naar om al in 2010 een GRI A+ status te behalen.
Resultaten 2009:
In 2008 hebben we diverse ambities vastgesteld en gecommuniceerd voor de periode tot en met 2010. Hieronder een opsomming van de belangrijkste prestaties die in 2009 zijn gerealiseerd: Equity
- SHEQ-Verbintenis ingevoerd - daling ongelukken met verzuim - verbetering melding en analyse ongevallen door implementatie Trackwise - centraal auditprogramma SHEQ uitgerold - resultaten Medewerkers Motivatie Onderzoek opgevolgd - actievere rol naar stakeholders - Cradle to Cradle kenniscafés opgezet - klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd - verbetering klachtenafhandeling - opzetten Global Reporting Initiative reporting manual - opleiding Cradle to Cradle-adviseur Ecology
Die GRI A+ ambitie vereist dat we als organisatie verdere stappen zetten in verslaglegging over duurzaamheid. Het beschikbaar hebben van meer kerngetallen over duurzaamheid zien wij als een middel om hier naar de toekomst toe beter op te kunnen sturen en vervolgens transparante verantwoording over af te leggen die voldoet aan de informatiebehoefte van onze stakeholders. In 2010 willen we ook de nodige mechanismen verder uitbouwen om te bewaken dat we blijvend voldoen aan wet- en regelgeving. Compliance wordt meer dan ooit een centraal thema. Hiervoor zullen we de kaders opzetten met een gepaste monitoring. We zijn nu al volop bezig met het bepalen van de ambities en kritische prestatie-indicatoren voor de periode na 2010. Hierover wordt u in het jaarverslag 2010 geïnformeerd.
70 / jaarbeeld 09
- ontwikkeling Cradle to Cradle-concepten - ontwikkeling Afvalbarometer en Garanties van Oorsprong - vergroening voertuigen - investeringen in schonere vloot - verduurzaming inkoopvoorwaarden - kantoorartikelen duurzaam ingekocht - energiebesparingsonderzoeken eigen locaties en afvalenergieinstallaties Economy
- omzet gedaald met 5% tot € 1,1 miljard - EBITDAE gedaald met 5% tot € 259 miljoen - EBITDAE-marge stabiel dankzij effectieve kostenbesparingen - operationele kasstroom blijft sterk (€ 245 miljoen) - schuldpositie teruggebracht - positief eigen vermogen van € 179 miljoen - bedrijfsresultaat excl. eenmalige lasten gestegen met 7% - nettoverlies € 188 miljoen door eenmalige lasten
71
Duurzaamheidsverslag Ambities voor 2010
Equity
Equity
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
Mentorprogramma
41% gerealiseerd, in januari 2010 al 68%
In elke inzamelregio minstens 1 mentor
Klanten
Klanttevredenheidonderzoek (KTO) NL en BE
Hoge score (best in peergroup) op klant-
(verschillende mentoren zijn gestart begin
voorzien voor initiële en voortgezette vorming
eenmalig uitgevoerd met gemiddelde score van
tevredenheid vasthouden en op deelaspecten
januari).
rond veiligheid en rijgedrag van chauffeurs en
8.1. Maltha en Coolrec bereiden KTO voor.
verder verbeteren.
Implementatie klachtenmanagement-System.
Door actief klachtenmanagement score KTO
beladers. Medewerkers Motivatie
Resultaten MMO 2008 uitgezet naar de regio’s.
Herhalen MMO met score boven Nederlands
Onderzoek (MMO)
Deze worden decentraal opgepakt.
gemiddelde.
Gedragscode
SHEQ Charter is 1 oktober 2009 verspreid.
Opzetten van een centraal normdocument
verbeteren naar best in class.
SHEQ met duidelijke kaders waarbinnen de
Afvalplatform voor Industrie voor de vierde
lokale organisaties zich kunnen ontwikkelen.
keer georganiseerd en vond plaats in februari
Afvalplatform voor Industrie uitbouwen.
2009. De bijeenkomst stond in het teken van Ongelukken met verzuim
Ongevallen frequentiegraad tov 2008 gedaald
Ongevallen frequentiegraad naar best in class.
kostenbesparingen.
met 22%. Onder sectorgemiddelde in NL en BE. Ziekteverzuimpercentage
Diverse initiatieven per P/L verantwoordelijk-
Aanzet risicoanalyse opgesteld.
Terugbrengen naar 4.5%.
Leverbetrouwbaarheid energievoorziening garanderen,
heden om verzuimpercentage te verlagen. Het verzuimpercentage in NL was 5.1% tegen 5.0% in 2008. In 2009 is bepaald hoe we ziektever-
Rapportage via GRI-richtlijnen
zuimbegeleiding voor 2010 gaan aanpakken. Ziektemeldingpercentage
Diverse initiatieven per P/L verantwoordelijk-
Terugbrengen naar 1.5%. Stakeholderdialoog
Volledige implementatie rond in juli 2009.
TrackWise volledig implementeren in totale
Uitrol binnen de planning.
organisatie en dashboards voor alle
Mediacampagne om stakeholder te informeren
Structureel in kaart brengen wat gezamenlijke
over ‘Afval Bestaat Niet’. Bepalen rondetafel-
issues stakeholders zijn.
thema’s 2010/2011.
leidinggevenden beschikbaar stellen. Arbeidsvoorwaarden
I.v.m. economische crisis is hier geen prioriteit
GRI: Van B+ naar A+.
Reporting manual ontwikkeld.
heden om meldingspercentage te verlagen. TrackWise
GRI B+-status behaald.
Organiseren rondetafelgesprekken.
Mogelijkheden van flexibel werken verbreden.
aangegeven. Beloning en bonus
Bestaande systeem gehandhaafd.
Onderzoeken of de opzet en de inhoud van
Bepalen beloningensysteem met relatie tus-
het jaarverslag 2009 beantwoordt aan de
sen beloning en duurzaamheiddoelstellingen. Certificeringen
ISO 9001 81,5%
Elk bedrijf/regio gecertificeerd voor ISO 9001,
ISO 14001 79,2%
ISO 14001 en OHSAS 18001.
informatiebehoefe van onze stakeholders. Onderwijs
(regionale) onderwijsprogramma’s.
begeleiden studentenbedrijven.
Nieuwe externe auditpartner geselecteerd:
Opzetten van één extern auditprogramma
Bureau Veritas Certification.
voor toetsing centrale eisen en dat interne
Een centraal extern audit team samengesteld.
Verder intensiveren structurele invulling
begeleiding studenten bij afstudeerprojecten en stages; presentaties onderwijsinstellingen;
OHSAS 18001 21,6% SHEQ-Auditing
Deelname aan diverse educatie-initiatieven;
Overheden
benchmarking mogelijk maakt.
Volledige auditcyclus uitgevoerd: alle doch-
Continue dialoog over ontwikkelingen op
Continueren actieve rol in politieke discussies
gebied van wet- en regelgeving.
rondom afval-, energie- en duurzaamheids-
Medeoprichter De Groene Zaak.
vraagstukken.
Enquête onder leveranciers uitgevoerd.
Actieve dialoog met belangrijkste leveranciers
Aannemershandboek uitgebreid met
voeren t.a.v. duurzaamheidsaspecten inkoop.
terbedrijven geauditeerd. SHEQ Charter is als toetsingkader aangehouden. Ketenmodel
Leveranciers
I.s.m. TNO loopt onderzoek om dit model vorm
Ketenmodel inzameling, recycling, verwerking,
te geven.
als onderdeel van de ontwerp- productie-
duurzaamheidvariabelen.
consumptiecyclus, uitbreiden met een CO2-component. Doelstelling om 50% van het gevaarlijk afval te
Door nog intensievere scheiding en bewerking
hergebruiken is in 2009 bereikt.
percentage hergebruik verhogen naar 50.
Nuttige toepassing afvalhout
In 2009 is een nuttige toepassing van 99% van
Ambitie is om tot 100% nuttige toepassing te
en houtfractie
het afvalhout en houtfractie behaald.
komen.
Ketenverantwoordelijkheid
Certificering alle Van Gansewinkel Groep-
In kaart brengen van alle schakels in de keten
vestigingen op het gebied van kwaliteit, veilig-
tot aan de eindverwerking. Opzetten en opleg-
heid en milieu volgens de internationale normen
gen van gepaste contractuele voorwaarden en
ISO 9001, ISO 14001 en OHSAS 18001.
uitvoeren van gepaste controles.
Hergebruik gevaarlijk afval
72 / jaarbeeld 09
NGO’s
Regelmatig overleg met NGO’s.
Continueren dialoog met NGO’s en betrekken bij rondetafelthema’s.
73
Duurzaamheidsverslag
Ecology
Ecology
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
Productinnovatie
Garanties van Oorsprong.
Vier nieuwe duurzame concepten op de markt
Warmtelevering
Samenwerking Botlekloop.
Stoomafzet in Botlekgebied naar
Afvalbarometer.
brengen.
Stadsverwarming Rotterdam vanuit Rozenburg.
omliggende industrie verdubbelen.
.
Onderzoek naar toepassing C2C middels
Vier C2C-projecten van concept naar
diverse projecten.
geconcretiseerde toepassingen.
Bepalen stappen voor extra levering van stadswarmte. Warmtelevering
Optimalisatie ritplanning en
Onderzoek naar mogelijkheden uitgevoerd.
Invoeren boordcomputer. Ritplanning en
routeoptimalisatie
Implementatie vindt in 2010 / 2011 plaats.
routeoptimalisatie verder verbeteren.
Reductie CO2-emissie
Inzameling met elektrische voertuigen van
Inzamelconcept voor de binnensteden en
voertuigen
start. Doorinvesteren in extra elektrische
duurzame bedrijventerreinen doorontwikkelen
voertuigen in 2010 / 2011.
met behulp van elektrische voertuigen.
Het wagenpark van Polen is met bijna 10%
Verjonging wagenpark Polen.
Verminderen CO2-uitstoot met 10%.
Contract voorbereid met gemeente Arnhem.
Levering van stadswarmte met 10% verhogen in Duiven.
Innovatie
Leveranciers
Inrichten innovatiebedrijventerrein
Optimalisatie energieterugwinning en
Roelofshoeve Duiven.
grondstofrecycling Duiven.
Enquête onder leveranciers uitgevoerd.
Actieve dialoog met belangrijkste leveranciers voeren t.a.v. duurzaamheidaspecten inkoop.
verjongd naar een gemiddelde leeftijd van 13.01 jaar.
Duurzaam inkoopbeleid
Uitlevering van 84 voertuigen met EEV-norm en
Aanschaf nieuwe voertuigen altijd volgens
85 EURO 5.
hoogste milieukwalificatie, EURO 5 of EEV-norm.
I.s.m. partners onderzoek naar toepassing van
Blijvend onderzoek naar en het testen van
alternatieve brandstoffen.
alternatieven brandstoffen (tweede generatie
Kantoorartikelen
Steeds vaker wordt duurzaamheid in
Duurzaam inkoopbeleid doorgevoerd in
aankoopbeslissingen meegenomen.
organisatie.
Van 63% naar 68% van de kantoorartikelen
Kantoorartikelen van 68% naar 75% meest
meest duurzaam in categorie.
duurzaam in categorie.
biofuel – LNG wagen van start in 2009).
Duurzaamheidscriteria
Aannemershandboek herzien en aangevuld
Consequent doorvoeren bij selectie van
Reductie CO2-emissie door
Samenwerking transporteur van der Lee.
Het verder intensiveren van CO2-reductie op
invoeren bij leveranciers
met criteria op duurzaamheid.
leveranciers en duurzaamheidsaudit uitvoeren
inkoop extern transport
Besparing van 5% in 2009.
extern transport met ambitie om ook in 2010 Thin Clients
Ingevoerd bij 40% werkplekken
Invoeren bij 60% werkplekken hele groep.
Van Gansewinkel Groep. Plafond lijkt bereikt.
Verminderen CO2-uitstoot.
Benoeming twee niet aan de aandeelhouders
Toezicht op de onderneming inrichten
gelieerde commissarissen.
conform de huidige inzichten omtrent
5% te besparen. Leasewagens
Aantal leasewagens met A- en B-labels
Ambitie om nieuwe leaseregeling in te
toegenomen naar 37%. Nieuwe leaseregeling
voeren, sturend op CO2-emissies en
sturend op CO2- en brandstofverbruik
brandstofverbruik.
ontwikkeld voor België. Vastgoed
Energiebesparingsonderzoek 2 grootste
Afronden en implementeren van
Van Gansewinkel regio’s.
energiebesparingplannen NL, BE 2011.
Diverse energiebesparende maatregelen
Verminderen van eigen verbruik van
genomen waaronder: selectievere inzet van
elektriciteit bij verbrandingsproces.
bij strategische leveranciers.
Economy
Corporate Governance
frequenteregelaars.
adequate corporate governance. Terugbrengen eigen energie-
Inventarisatie optimum energieproductie
Inventarisatie optimum in energieproductie-
verbruik (en daardoor reductie
van start. Sturend op basis elektriciteit/
middelen.
CO2-emmissie)
stoomopwekking en warmtelevering.
Procesoptimalisatie
Door verminderde aanvoer geen prioriteit.
Verder invullen van onze verslaggeving over onze strategie, resultaten, risico’s en kansen. .
Verdere optimalisatie van verbrandings-
systeem.
processen. D.m.v. inzet nachttransporten en bunkermanagement. Alle locaties van Van Gansewinkel Groep in NL
Voortzetten verduurzaming energieverbruik
maken gebruik van groene stroom.
locaties Van Gansewinkel Groep door inzet Garanties van Oorsprong.
Modernisering Brielselaan
Door economische situatie besluit genomen
Zie duurzame energieopwekking..
Verder vormgeven van ons risicobeheersings-
EBITDAE
EBITDAE gedaald met 5% naar € 259 miljoen
Van Gansewinkel Groep streeft naar een jaarlijkse EBITDAE-stijging.
Kasstroom
om modernisering niet door te voeren. Vanaf
Operationele kasstroom blijft sterk
Van Gansewinkel Groep streeft naar een
(€ 245 miljoen)
robuuste kasstroom.
Schuldpositie verder teruggebracht.
Van Gansewinkel Groep wil schuldpositie
2013 zal warmte worden geleverd vanuit afvalenergiecentrale in Rozenburg. Biomassa Energie Centrale
BEC volop in gebruik.
Schuldpositie Optimaliseren inzet en gebruik.
Duurzame energieopwekking
verder afbouwen en binnen grenzen bankconvenanten blijven.
(BEC) Door warmtelevering vanuit afvalenergie-
Continueren onderzoek en actieve
centrale in Rozenburg vanaf 2013 levert Van
kennisuitwisseling met overheden om
Gansewinkel Groep een bijdrage aan het stre-
maatschappelijke doelstellingen te helpen
ven van het Rotterdam Climate Initiative om de
realiseren.
CO2-uitstoot te halveren.
74 / jaarbeeld 09
75
Equity
Human Resource Management
België
Polen
1108 medewerkers
240 medewerkers
Nederland
Resultaten:
4.060 medewerkers
- de harmonisatie van het merendeel van de bedrijfsregelingen van Van Gansewinkel Groep-bedrijven in Nederland - het winnen van 5 awards, waaronder de diversiteitprijs, VTL Transport en Logistiek en de Klantbelevings Award 2009
2009 Was een jaar van snel veranderende marktomstandigheden en stond ook voor ons in het teken van kostenbeheersing. Over de hele breedte van de organisatie hebben we kostenbesparende maatregelen genomen (Actie: be prepared act now!) om als bedrijf slagvaardig te blijven. We hebben afscheid moeten nemen van meer dan 400, merendeels tijdelijke, collega’s. Ook deze maatregelen waren noodzakelijk om kostenbesparingen te realiseren, de continuïteit van onze organisatie te garanderen en de ambitie om ook in deze tijd zo veel mogelijk vaste medewerkers in dienst te houden. Door de onvermijdelijke beslissing om de afvalverbrandingsinstallatie aan de Brielselaan te sluiten en WAB (weegbrug, acceptatie en bunkermanagement) in Rozenburg anders te organiseren, zijn ongeveer 180 collega’s op zoek naar een andere baan. Deze besluiten zijn het resultaat van een zorgvuldige afweging tussen de waarde en waarden van ons bedrijf.
Totaal aantal medewerkers Van Ganswinkel Groep uitgesplitst naar land en jaar*
Equity Mensen zijn ons belangrijkste kapitaal. Zij zijn de essentiële schakel in onze klantgerichte dienstverlening. Zij zijn de vakmensen, bevlogen deskundigen op een specifiek terrein. We bieden onze medewerkers graag een veilige werkomgeving, goed materieel en de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Mensgericht leiderschap, open en eerlijke communicatie en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden zijn belangrijke aspecten binnen ons bedrijf. ‘De mens’ staat centraal in ons denken en handelen.
2009
%
2008
%
4.060
70%
4.324
72%
België/ Luxemburg
1.113
20%
1070
18%
CEE
490
8%
509
8%
118
2%
124
2%
5.781
100%
6.027
100%
Nederland
Overig Werknemers
*exclusief uitzendkrachten CEE=Polen, Tsjechië en Hongarije Overig: Frankrijk en Portugal
Verdeling man/vrouw naar jaar
Man Vrouw
2009
%
2008
%
4.827
83%
5.031
83%
954
17%
996
17%
5.781
100%
6.027
100%
Verdeling fulltime/ parttime naar jaar
Fulltime Parttime
76 / jaarbeeld 09
2009
%
2008
%
5.104
88%
5.339
89%
677
12%
688
11%
5.781
100%
6.027
100%
Luxemburg
Hongarije
4 medewerkers
5 medewerkers
Portugal
Frankrijk
Tsjechië
22 medewerkers
97 medewerkers
244 medewerkers
We zetten volop in op het begeleiden van werk naar werk. Daarbij is professionele hulp ingeschakeld van een gespecialiseerde externe partij om mee te zoeken naar een passende baan (in- of extern) voor de betrokken medewerkers. Diversiteit
Door de aard van de branche waar we in actief zijn, heeft Van Gansewinkel Groep voor het merendeel mannelijke medewerkers. Toch is diversiteit van personeel een vanzelfsprekendheid. De verscheidenheid van onze activiteiten en werkzaamheden en de beschikbaarheid van personeel op de arbeidsmarkt in de verschillende regio’s waar wij actief zijn, leidt automatisch tot een gemêleerd personeelsbestand. Diversiteit is iets wat we ‘gewoon’ doen en als een bron van inspiratie zien. Die aanpak heeft in 2009 tot het winnen van de diversiteitsprijs geleid. Geharmoniseerde bedrijfsregelingen
In 2009 is er in samenwerking met de Medezeggenschap hard gewerkt aan het gelijktrekken van bedrijfsregelingen. Het merendeel van de bedrijfsregelingen is geharmoniseerd.
77
Equity
Aantal medewerkers verdeeld naar leeftijdsgroep 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
< 25 year
25-35 year 35-45 year 45-55 year
2009
2008
> 55 year
2007
Aantal medewerkers verdeeld naar dienstverband
Ontplooiingsmogelijkheden
Awards
We willen een plezierige en dynamische werkomgeving aanbieden, waarin medewerkers de mogelijkheid hebben zich verder te ontwikkelen. Van Gansewinkel Groep is een organisatie waar eigen initiatief, ‘het schrijven van je eigen track record’ wordt aangemoedigd. Zo worden beladers gestimuleerd om de opleiding tot chauffeur te volgen en werd in 2009 ‘Jonge Gansen’ nieuw leven ingeblazen door een aantal trainees en Young Potentials. Jonge Gansen organiseert 4 bijeenkomsten per jaar voor ambitieuze medewerkers tot en met 35 jaar oud. De bijeenkomsten staan onder meer in het teken van de laatste ontwikkelingen binnen ons bedrijf. Daarnaast worden mogelijkheden tot verdere ontwikkeling geboden middels intervisiebijeenkomsten. Inhoud van het werk, reflectie van het eigen functioneren en samenwerking staan hierbij centraal.
We krijgen steeds meer waardering voor onze visie en de manier waarop we acteren. Dit komt onder andere tot uiting door de toekenning van awards. Voor ons is dit een erkenning dat we ‘op de goede weg zitten’ en een impuls om op deze voet verder te gaan. In 2009 hebben we de volgende prijzen gewonnen:
50%
Samenwerking met reïntegratiebedrijven
40% 30% 20% 10% 0% <5 year
5-10 year
10-15 year
15-20 year
20-25 year
>25 year
Samen met reïntegratiebedrijven koppelen we reïntegratie aan de vraag naar arbeidskrachten. In Nederland hebben we dat met het project Duurzaamgesloopt.nl gedaan voor het duurzaam verwerken van sloopmaterialen. In Frankrijk doet Coolrec dat al enkele jaren met Envie2E voor het verwerken en recyclen van elektrische en elektronische apparatuur. Beloning en bonus
2009
2008
2007
Verzuim
Het verzuimpercentage in 2009 was 5,1% tegen 5,0% in 2008. We houden onverkort vast aan onze doelstelling van 4.5% en hebben in 2009 bepaald hoe we met behulp van de uit een tender gekomen beste twee partijen ziekteverzuimbegeleiding gaan aanpakken. In 2010 zullen daarvoor de eerste stappen worden gezet. Opleiding en training
Van Gansewinkel Groep slaat steeds meer de weg in van een kennisorganisatie. We blijven investeren in kennis. Dat is een keuze voor de lange termijn. In 2009 was er ruimte voor een aantal specifieke speerpunten: • basistrainingen voor het op peil houden van het functioneren in huidige functie, zoals chauffeursopleidingen • bedrijfshulpverlening (BHV) • Cradle to Cradle-trainingen • Lean Six Sigma (Black belt) • leiderschapsopleiding (Stichting Bedrijfskunde)
78 / jaarbeeld 09
Op dit moment spelen indicatoren als veiligheid, medewerkerstevredenheid en klanttevredenheid voor het regionale management een rol in het beloningen- en bonusbeleid. Voor de raad van bestuur en stafdirecteuren is de bonus gebaseerd op financiële prestaties. Er is sprake van een indirecte koppeling. We willen de koppeling en het relatieve belang tussen financiële en duurzaamheidsperformance meer in balans brengen, en dit een nadrukkelijker plek in de beloningssystematiek geven. Mogelijke criteria zijn: - veiligheid/ongevallenfrequentiegraad - klanttevredenheid - medewerkertevredenheid - gerealiseerde marktintroducties/pilots van Cradle to Cradle- en CO2-concepten - vermindering eigen CO2-emissie Deze criteria worden in 2010 verder gespecificeerd.
VTL Transport en Logistiek Diversiteitprijs 2009
Van Gansewinkel Regio Randstad-Noord won de VTL Diversiteitsprijs 2009. Met deze diversiteitsprijs wordt Van Gansewinkel onder meer beloond voor het structurele opleidingsbeleid voor alle medewerkers uit alle diversiteitsgroepen. Ondernemersprijs Transport en Logistiek
Van Gansewinkel Groep kreeg in 2009 de Ondernemersprijs Transport en Logistiek 2010 uitgereikt. De prijs werd uitgereikt vanwege de prestaties op het vlak van voortdurende kwaliteitsverbetering, klantenbinding en klantgerichtheid. Met de Ondernemersprijs Transport en Logistiek vestigt Transport en Logistiek Nederland de aandacht op continue kwaliteitsverbetering en professionalisering in de sector. Klantbeleving Award 2009
Van Gansewinkel heeft de Klantbeleving Awards 2009 gewonnen. Voor deze prijs keek het bureau Integron naar de tevredenheidsscores van haar klanten die een klanttevredenheidsonderzoek hebben uitgevoerd. Van Gansewinkel kwam met een waardering van 8,1 als beste uit de bus in de categorie Dienstverlening. Lean & Green Award
an Gansewinkel Groep kreeg de Lean & Green Award V voor het initiatief om haar tanktransport te optimaliseren en daardoor zowel kosten te besparen als het milieu te ontlasten. De prijs is onderdeel van het Innovatieprogramma Duurzame logistiek van het Ministerie van Verkeer & Waterstaat. Transparantiecertificaat
Adviesbureau Scenter onderzocht voor de vijftiende keer in 2009 de transparantie inzake het beleid in het jaarverslag van 91 Nederlandse bedrijven. De 23 meest transparante bedrijven werden beloond met een ‘certificaat van transparantie’. Van Gansewinkel Groep deed voor het eerst mee aan het onderzoek en werd beloond met een certificaat.
79
Equity
SHEQ verbintenis Van Gansewinkel Groep-verbintenis met betrekking tot
Integer en transparant afvalstromen behandelen
Veiligheid, Gezondheid, Milieu en Kwaliteit
Wij zullen ons steeds strikt aan de wettelijke eisen en regelgeving houden wanneer
Wij streven naar een duurzame samenleving en leveren met onze specifieke
afvalstromen aan ons worden toevertrouwd. Wij zullen garant staan voor een
dienstverlening voortdurend wezenlijke bijdragen daaraan. Door de aard van onze
transparante behandeling, bewerking en eindbestemming. Wij beschikken hier-
dienstverlening is maatschappelijk verantwoord ondernemen een natuurlijk gegeven
voor over de nodige vergunningen en certificaten, en zullen er op toezien dat zij
voor Van Gansewinkel Groep. Als bedrijf dat zo prominent opereert in een sector
steeds in overeenstemming zijn met de activiteiten die we willen ontplooien.
waar cruciale stappen richting een ‘schonere’ wereld worden gezet, zijn wij ons
Wij stellen dezelfde eisen aan onze partners en leveranciers. Wij zullen, wanneer
bewust van onze belangrijke maatschappelijke verplichtingen en verantwoorde-
gevraagd, op ieder moment hierover open en eerlijk kunnen communiceren.
lijkheden. Met deze verbintenis voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit willen wij aan al onze stakeholders zoals medewerkers, klanten,
Vakmanschap met passie
aandeelhouders en de maatschappij, duidelijk maken dat in onze bedrijfsvoering
Wij zullen het individuele vakmanschap van onze mensen bevorderen door te
het respect voor mens en milieu centraal staat. Deze uitgangspunten garanderen
investeren in gerichte opleidingen en trainingen. Wij willen persoonlijke groei en
een manier van werken die voor ons van levensbelang is.
ontwikkeling stimuleren en samenwerking bevorderen. Wij zullen hiervoor regelmatig
Wij willen voortdurend onze prestaties en processen ten aanzien van veiligheid,
nieuwe hulpmiddelen en opleidingen ter beschikking stellen.
gezondheid, milieu en kwaliteit verbeteren en passen hiervoor de laatste technieken
Wij zullen het management trainen in mensgericht leiderschap om er zo over te
en kennis toe. Wij zullen deze verbintenis op een coherente en meetbare manier
waken dat het hart van onze groep, namelijk het menselijke kapitaal, op de juiste
groepsbreed implementeren.
manier wordt aangestuurd.
Veiligheid voor alles
Verantwoordelijkheid van management en medewerkers
Wij zullen waken over het welzijn van onze medewerkers, goede arbeidsomstandig-
De raad van bestuur blijft op de hoogte van belangrijke gebeurtenissen op het
heden creëren en betrouwbaar materieel ter beschikking stellen. Wij willen dat
gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit en ziet er op toe dat de
iedereen die voor ons werkzaam is gezond en wel weer thuiskomt. Wij geloven dat
managementsystemen goed functioneren en dat de regels worden nageleefd.
elk ongeval of ernstig incident, alsook beroepsziekte of milieu-incident te voorkomen
De raad van bestuur zal er voor zorgen dat de inzet van de mensen en de middelen
is, en ons doel is dan ook ze te voorkomen. Wij zullen vooraf de veiligheids- en
zodanig is dat aan deze afspraken kan worden voldaan.
gezondheidsrisico’s in kaart brengen bij elke activiteit. Wij zullen adequate maat-
Het management van elke entiteit zal er voor zorgen dat haar medewerkers zich
regelen nemen om die risico’s tot een absoluut minimum te beperken.
bewust worden van deze verbintenis en zal hun medewerkers opleiden, trainen en
Wij zullen al onze faciliteiten en rollend materieel gepast onderhouden zodat ze
motiveren om deze verbintenis waar te maken.
veilig en beveiligd zijn en blijven, in overeenstemming met wet- en regelgeving.
Elke medewerker in dienst van Van Gansewinkel Groep, of het nu eigen personeel
Wij zullen voorbereid zijn op mogelijke calamiteiten, en zullen de lokale gemeen-
is of ingehuurd, is zelf verantwoordelijk voor de naleving van deze verbintenis en
schappen begeleiden om hun reactie op noodsituaties te verbeteren.
voor de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Dit is een belangrijke voorwaarde hierover publiekelijk rapporteren.
Wij zullen telkens weer samen met onze grote en kleinere klanten zoeken naar maatgerichte antwoorden die naadloos aansluiten bij de specifieke bedrijfsprocessen. Wij zijn betrokken bij iedere klant, oprecht geïnteresseerd, klantgericht. Wij willen de verwachtingen van onze klanten overtreffen. Verminderen van de ecologische voetafdruk van onszelf en onze klanten Wij willen het ontstaan van afval voorkomen: minder afval komt niet alleen de
Ruud Sondag
Diederik Gijsbers
Yves Luca
klant, maar de hele samenleving ten goede. Wij zullen al onze kennis, kunde en
CEO
COO
COO
uit de aarde moeten worden gehaald. Onze visie is dat afval niet bestaat.
Frans van de Noort
Rob de Fluiter Balledux
Geert D’Haese
Bij dit alles zijn de principes van Cradle-to-Cradle (C2C) onze leidraad.
COO
CFO
Directeur SHEQ
enthousiasme inzetten om van de prille ontwikkeling tot het definitieve einde van
25
0,40 0,35
20
Veiligheid heeft absolute prioriteit binnen Van Gansewinkel Groep. Er is nooit een excuus om niet veilig te werken. Werkgever en medewerkers zijn er samen verantwoordelijk voor dat veiligheid een vanzelfsprekend onderdeel is van de bedrijfscultuur. Resultaten:
- het aantal ongelukken met verzuim is sterk afgenomen: de ongevallenfrequentiegraad daalde met 22%. Hiermee zit Van Gansewinkel Groep onder het sectorgemiddelde in Nederland en België - TrackWise, een elektronisch managementsysteem voor de opvolging en registratie van SHEQ (Safety, Health, Environment en Quality)-gerelateerde onderwerpen, is volledig geïmplementeerd in de totale organisatie - er is een centraal normdocument (SHEQ-Charter) geïntroduceerd - het aantal voor ISO 9001, ISO 14001 en OHSAS 18001 gecertificeerde bedrijven binnen de groep steeg naar respectievelijk 81,5%, 79,2% en 21,6% - in 2009 is een nieuwe externe auditpartner geselecteerd en een volledige auditcyclus van alle dochterbedrijven uitgevoerd SHEQ-Verbintenis
voor dienstverband of contract. Wij zullen de globale vooruitgang meten en regelmatig Klantgericht samenwerken
Veiligheid en kwaliteit
In 2009 is een verbintenis met betrekking tot Veiligheid, Gezondheid, Milieu en Kwaliteit opgesteld. Het is geen vrijblijvend beleidsdocument, maar een echt ‘commitment’ dat de verantwoordelijkheid van managers en medewerkers duidelijk maakt. Zo willen wij aan al onze stakeholders, zoals medewerkers, klanten, aandeelhouders en de maatschappij, duidelijk maken dat in onze bedrijfsvoering het respect voor mens en milieu centraal staat. Deze verbintenis wordt, zoals past bij onze organisatie, decentraal verder ingevuld. Frequentiegraad van verzuimongevallen
Op het gebied van veiligheid hebben we een duidelijke stap voorwaarts gezet. De frequentiegraad van verzuimongevallen binnen ons bedrijf blijft verder dalen. Deze is sinds 2007 met jaarlijks meer dan 20% afgenomen. De ernstgraad van deze incidenten is nagenoeg gelijk aan het niveau van 2008. De blijvende focus op veiligheid begint dus zijn vruchten af te werpen.
0,30 0,25
15
0,20 10
0,15 0,10
5 0
0,05 0,00 2007
Frequentiegraad*
2008
2009
Ernstgraad*
* Frequentiegraad: aantal incidenten met verzuim * 1.000.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De frequentiegraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel. ** Ernstgraad: aantal verloren werkdagen x 1.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De ernstgraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel.
De invoering van TrackWise is daarbij effectief gebleken. Het gaat dan niet alleen om registratie van gevaarlijke situaties en ongevallen, maar vooral ook om de opvolging daarvan. Acties en onderzoeken naar aanleiding van (bijna-)ongevallen zorgen voor beweging in de organisatie. We veranderen van een reactieve organisatie in een proactieve organisatie. Na drie jaar van campagnevoering rond veiligheid om de bewustwording binnen de Groep te verhogen, zal de verdere inspanning hiervoor vooral decentraal worden gedragen. Hiervoor zijn in 2009 stappen gezet om het lokale management verder te versterken. Er is nu voldoende kennis en kunde aanwezig. Het goed omgaan met fysieke veiligheid is hiermee verankerd in de organisatie en wordt dicht bij de werkvloer gemanaged. Toch is veiligheid nooit ‘klaar’. Onze tijdelijke medewerkers zijn vaker bij een ongeval betrokken dan ons eigen personeel. De ongevallenfrequentie van eigen personeel is 12.8 versus 19.9 bij uitzendkrachten. Dit is een verschil van 55%. In 2008 was de ongevallenfrequentie 68% hoger, dus ook hier zien we een verbetering. We informeren tijdelijke medewerkers met een goede basistraining over veiligheid. Er ligt een grote uitdaging om dat te verbeteren en daar blijft onze focus op gericht. Daarnaast blijven de ‘ernstige ongevallen’ een punt van aandacht vormen. De veiligheidsrisico’s binnen ons bedrijf dwingen ons om altijd alert te blijven.
een product of dienst het afval zoveel mogelijk te beperken en/of zo doelmatig mogelijk te hergebruiken. Wij zullen actief scheidings- en recyclingsprocessen van gebruikte stoffen verder ontwikkelen, zodat er minder afval verbrand dient te worden, wat de CO2 uitstoot vermindert en voorkomt dat er nieuwe grondstoffen
Wij zullen blijvend investeren in de nieuwste technologieën om onze milieu-impact te verkleinen, en willen minstens voldoen aan de wettelijke vereisten en regelgeving.
Van Gansewinkel, Coolrec, Maltha, AVR zijn onderdeel van Van Gansewinkel Groep 80 / jaarbeeld 09
81
Equity
Overzicht zeer ernstige ongevallen 2009:
Kwaliteits- en milieuzorgsysteem
- bedrijfsongeval Utrecht: medewerker aangereden door shovel - ongeval bij stortlocatie in Den Haag, gekantelde wagen - ernstig ongeval, belader komt onder de achterwielen van voertuig, Hellevoetsluis - dodelijk ongeval, meisje van 7 jaar oud aangereden op kruising in Purmerend - dodelijk ongeval: belader valt van treeplank in Rijswijk
Bijna alle operationele werkzaamheden vallen onder geïntegreerde zorgsystemen, waarbij kwaliteit, milieu en veiligheid worden geborgd. In 2009 is een start gemaakt om deze systemen volgens OHSAS 18001 te laten certificeren voor veiligheid en gezondheid op de werkvloer.
ISO 9001 Niet gecertificeerd 18,5% Gecertificeerd
81,5%
Ongevallenfrequentie per 1 miljoen uur in vergelijking met sectorgemiddelden* 60 50 40
ISO 14001
30
Niet gecertificeerd 20,8% 20
Gecertificeerd
79,2%
10 0 Inzameling België
VGG 2009
Inzameling Nederland
Recyling
Verwerking Nederland
Sectorgemiddelde 2008
* Gegevens afkomstig van VA voor NL, voor BE Fonds
OHSAS 18001
voor arbeidsongevallen, NACE 38.2 en 38.3 voor BE. Recycling = Maltha en Coolrec
Niet gecertificeerd 78,4% Gecertificeerd
21,6%
Kwaliteit Het kwaliteitsmanagementbeleid is gebaseerd op: - vaststellen van meetbare doelen - verbeteren en vasthouden van de kwaliteit van onze dienstverlening - voldoen aan (internationale) kwaliteitsdoelstellingen In 2010 gaan we het constante verbeterproces intensiveren en verder structureren. Bijvoorbeeld door op Lean Six Sigma door te pakken. Het wordt een speerpunt om onze eigen processen te optimaliseren en te ontdoen van overbodige stappen en kosten, maar ook om samen met klanten materiaalstromen onder de loep te nemen. We willen hierdoor de klanttevredenheid verhogen en tegelijkertijd de kosten van onvoldoende kwaliteit terugdringen. De goede dingen doen en de dingen meteen goed doen, daar gaat het om. Deze gedachtegang wordt intern ondersteund door de communicatiecampagne ‘Goed Bezig’ waar een koppeling wordt gemaakt tussen kwaliteit en de kernwaarde Vakmanschap met Passie.
82 / jaarbeeld 09
Aanwezige kwaliteit-, milieu-, en veiligheidscertificeringen binnen Van Gansewinkel Groep met percentage van de medewerkers die rapporteren onder het systeem.
Overtredingen
In totaal waren er over 2009 28 significante boetes/ sancties vanwege overtredingen van wet- en regelgeving. Het aantal verkeersovertredingen (boven € 500, -) bedraagt 14. Van de overige 14 overtredingen zijn 8 lasten onder dwangsom vanwege het overschrijden van vergunningsvoorwaarden. Naar verwachting kunnen deze laatste tijdig opgelost worden. Het boetebedrag over 2009 kan maximaal oplopen tot € 55.000. Sancties worden gerapporteerd in een centrale databank en de te nemen maatregelen worden veelal in het milieuzorgsysteem strikt opgevolgd.
83
Equity
Stakeholderdialoog Door de aard van onze dienstverlening staan we midden in de maatschappij. We vervullen een functie in de samenleving en onderhouden relaties met allerlei belanghebbenden, onze stakeholders. In 2009 heeft Van Gansewinkel Groep zich actief ingezet voor het opbouwen, uitwerken en versterken van stakeholderrelaties. We hebben stappen gezet om meer structuur te brengen in de vele initiatieven die er lopen en ons daarop te focussen.
M edewerkers e n M edezegge n schap
Overhede n e n politiek
K la n ten
Aandeelhouders en raad van commissarissen
I n vesteerders
O n derwi j s
Maatschappelijke activiteiten en sponsoring
In 2009 hebben we de visie op de stakeholderdialoog vastgesteld. In de praktijk is de stakeholderdialoog een combinatie van diverse lokale en incidentele initiatieven. Maar we kiezen er ook voor om te focussen op een aantal structureel georganiseerde activiteiten op groepsniveau. Wij zijn er van overtuigd dat een structurele dialoog de enige manier is om ook echt van elkaar te kunnen leren en kennis te delen en zo gezamenlijke doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Organisatie van stakeholderdialoog
Het afgelopen jaar hebben we onze visie, strategie en rol in de samenleving nog explicieter gedefinieerd en er nadrukkelijk voor gekozen om veel actiever over die rol te communiceren. Een eerste stap was dan ook de kennis, feiten en meningen die we als organisatie hebben, op een begrijpbare manier aanbieden aan de verschillende stakeholdergroepen. Dat heeft geresulteerd in een eenduidige boodschap die aansluit bij onze kernwaarden. Via verschillende kanalen is deze boodschap naar onze stakeholders, te beginnen bij onze eigen medewerkers, gecommuniceerd. Immers, als organisatie moet je weten waar je voor staat en wat je eigen standpunt is om geloofwaardig te zijn in discussie met andere stakeholders.
L EV ERA N C I ERS
We hebben nu een adequate set van communicatiemiddelen waarmee we ook regionaal en lokaal onze visie over de bühne kunnen brengen. Juist ook op lokaal niveau willen we een speler zijn. De vrijheid is aan de regio’s om de structuur en stakeholders te zoeken die relevant voor hen zijn.
O mwo n e n de n
Constructieve dialoog: rondetafelgesprekken
Doelstelling en visie stakeholderdialoog
Op basis van de vele contacten met onze stakeholders en het imago- en klanttevredenheidsonderzoek zijn we tot een drietal hoofdthema’s gekomen. In 2010 staan deze op de agenda om met onze stakeholders te bespreken.
M edia
N GO’s
We zijn in dialoog met onze stakeholders om kennis en ideeën uit te wisselen zodat we nog meer afval een tweede leven kunnen geven als grondstof. Om dat te bereiken, spelen alle stakeholders in wisselende samenstellingen en van wisselende importantie een rol. Door een goed gevoel te hebben wat er bij onze stakeholders leeft, kunnen wij elkaar toegevoegde 84 / jaarbeeld 09
waarde bieden. Zeker wanneer we naar de Cradle to Cradle-filosofie kijken en daarmee het realiseren van gesloten kringlopen, dan kan dat alleen door partnerships met stakeholders. Daarom maken we de stap van communicatie met stakeholders naar een constructieve dialoog. De dialoog met stakeholders draagt bij aan het invullen van de toekomst van de onderneming. De drie thema’s zijn: 1. grondstoffen. Dit thema gaat over grondstoffen in relatie tot afvalmanagement, Cradle to Cradle en CO2 –reductie. Voor ons is dit het belangrijkste thema, omdat het een wezenlijke schakel vormt in het realiseren van onze strategie. 2. ketenverantwoordelijkheid. Dit thema gaat in op ketenverantwoordelijkheid van onszelf naar onze klanten en leveranciers en gaat over de checks en balances die we al hebben en vooral ook verder willen verbeteren. 3. balans tussen Economy & Ecology. Hier willen we de discussie voeren over ‘duurzaamheid als businesscase’ en ‘duurzaamheid als investeringscase’. Duurzaamheid als businesscase gaat in op de balans tussen Economy en Ecology. Duurzaamheid als investeringscase gaat in op de criteria van investerings- en financieringsmogelijkheden voor duurzame bedrijven. Rond die drie thema’s worden in 2010 en 2011 rondetafelgesprekken georganiseerd. Aansluitend bij het thema zal een mix van relevante stakeholders in combinatie met leden van de raad van bestuur en medewerkers met kennis van het onderwerp aanwezig zijn. De cirkel rond
We zullen in- en extern over de rondetafelthema’s communiceren bijvoorbeeld door het publiceren van position papers. Communicatie over de thema’s draagt bij aan onze eigen visievorming, daarnaast verwachten wij dat het ook een bijdrage zal leveren aan de publieke discussie rond deze thematiek. Betrokkenheid van stakeholders bij dit verslag
Het realiseren van dit jaarverslag is een intensief proces dat we voornamelijk intern gerealiseerd hebben door input van en samenwerking met diverse afdelingen. Het verslag hebben we door een aantal medewerkers laten lezen. Hun opmerkingen en suggesties zijn meegenomen in het uiteindelijke verslag. In 2010 willen we onderzoeken of de opzet en inhoud van het jaarverslag 2009 voldoet aan de informatiebehoefte van onze stakeholders.
85
Equity
Resultaten 2009
Ook in 2009 hebben we onze omgeving geïnformeerd over onze visie. Dat hebben we op allerlei manieren gedaan. Zo hebben we lezingen en presentaties gegeven, scholen bezocht, rondleidingen gegeven, deelgenomen aan discussiefora en een mediacampagne gevoerd. We hebben ontdekt dat de boodschap aanslaat en aanleiding is om ‘door te praten’. In die zin is in 2009 afval, een relatief low-interest product, duidelijk op de kaart gezet. Voor ons is dit een wezenlijke stap in de verdere structurering van de stakeholderdialoog.
Medewerkers e n Medezeggenschap
Van Gansewinkel Groep kent een gelaagde medezeggenschapsstructuur, waarbij vrijwel elk bedrijfsonderdeel zijn eigen ondernemingsraad heeft. Via delegatie acteren op nationaal niveau in België en Nederland medezeggenschapsorganen voor energy from waste en de inzamelactiviteiten. De Centrale Ondernemingsraad overlegt met de voorzitter van de raad van bestuur. Het overlegklimaat wordt bepaald door een gezonde balans tussen de verantwoordelijkheden van de individuele stakeholders en het gezamenlijke ondernemingsbelang. Naast terugkerende onderwerpen, zoals budget en jaarrekening, hebben we met onze medewerkers een intensieve dialoog gevoerd die in het teken stond van bezuinigingen, kostenprogramma’s en het verlies van werkgelegenheid. Daar waar het om de sluiting van de Rotterdamse afvalenergiecentrale ging, was het niet haalbaar om alle banen te behouden. Er is een maximale inspanning geleverd om zoveel mogelijk mensen te begeleiden van ‘van werk naar werk’.
Overhede n e n politiek
We zijn regelmatig in overleg met bestuurders en volksvertegenwoordigers op Europees, nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Gesprekken met overheden en politiek zijn algemeen opiniërend, specifiek of thematisch van aard. Onderwerpen in de gesprekken waren: de ontwikkelingen op het duurzaam inkopen-programma, de praktische invulling van het Cradle to Cradle-concept, de toekomstige rol van verbranding en de overcapaciteit op de markt, de export van afval, de R1-status van afvalenergieinstallaties en de discussie die we met name met de gemeente Rotterdam hebben gevoerd rond de sluiting van de Brielselaan. Op Europees niveau hebben we gesproken over de Kader Richtlijn Afval. Daarnaast hebben we er voor gekozen om los van het contact met overheden via de brancheverenigingen ook heel nadrukkelijk een parallelle eigen lijn te ontwikkelen. Dat betekent onder andere een
86 / jaarbeeld 09
A a ndeelhouders e n raad va n commissarisse n
bewuste keuze voor deelname in het bestuur van de Groene Zaak. De Groene Zaak wil de verduurzaming van het economisch ondernemingsklimaat in Nederland versnellen en brengt politiek, overheid en koplopers uit het bedrijfsleven bij elkaar.
Kla n ten
Samen met onze klanten werken we aan een tweede leven voor afval. Jaarlijks voeren we een klanttevredenheidsonderzoek (KTO) uit. Met een gemiddelde uitslag van een 8,1 in 2009 zijn we ten opzichte van voorgaande jaren weer gestegen. De hoogste cijfers worden gegeven voor de vriendelijkheid van onze chauffeurs en onze dienstverlening. Ook ons accountmanagement scoort goed; we worden gezien als een deskundige partner. Daarmee presteert Van Gansewinkel beter dan vergelijkbare partijen in de markt. Onze klachtenafhandeling is verbeterd, maar er blijft ruimte voor verbetering. Het afgelopen jaar is fors ingezet op een betere klachtenafhandeling. In alle Van Gansewinkel-regio’s is een uniform programma voor registratie en opvolging van klachten ingesteld. Doelstelling van het klachtenprogramma is te leren van geregistreerde klachten en deze in het vervolg te voorkomen. Daarnaast moeten klachten sneller worden opgelost. Het afgelopen jaar is daarom fors ingezet op een betere klachtenafhandeling.
De groei van onze onderneming is gebaseerd op onze visie op duurzaamheid, het thema ‘Afval bestaat niet’ en de daarvan afgeleide strategie. Deze visie wordt onderschreven en gesteund door onze aandeelhouders en commissarissen. In april 2009 zijn de heren P. Berdowski en C. van den Driest tot de raad van commissarissen toegetreden. Samen met de heren H. van Berckel (CVC) en R. Gorenflos (KKR) houden zij toezicht op het strategische en financiële beleid van Van Gansewinkel Groep. De raad van commissarissen vergaderde in 2009 vier keer. Daarnaast vond overleg plaats tussen individuele leden van de raad van commissarissen en leden van de raad van bestuur. Het financial audit committee hield haar vergadering voorafgaand aan de commissarisvergadering van april en het milieu audit committee ging in haar vergadering in januari vooral in op de veiligheids- en compliance-ontwikkelingen binnen de onderneming. Tevens voerde de heer Van den Driest, namens de raad van commissarissen contactpersoon voor de medezeggenschap, overleg met de Centrale Ondernemingsraad. Belangrijke thema’s voor de raad van commissarissen waren de algemene ontwikkelingen in de markt, de strategische richting van de onderneming, alsmede haar financiering. Daarnaast richtte de raad zich vooral ook op de actuele ontwikkelingen in de specifieke markt voor waste to energy, de grote huishoudelijke aanbestedingen binnen dit domein en het effect hiervan op de capaciteit- en resultaatontwikkeling van de Groep, wat uiteindelijk leidde tot de keuze voor de sluiting van de verbrandingsinstallatie in Rotterdam. Vervolgens heeft de raad zich nadrukkelijk gebogen over compenserende maatregelen, kosten, investeringen en uitbreiding van activiteiten. De raad van bestuur voert maandelijks als team overleg met een delegatie van de aandeelhouders. Tijdens dit overleg wordt vooral ingegaan op de resultaatsontwikkeling van de onderneming, in 2009 nadrukkelijk tegen de achtergrond van de economische ontwikkelingen. Daarnaast vindt op thematische basis overleg plaats tussen vertegenwoordigers van de aandeelhouders en uit de onderneming.
In vesteerders
Om de banken die leningen hebben verstrekt aan Van Gansewinkel Groep te informeren over onze visie, koers en resultaten, is in 2009 een tweetal bankermeetings georganiseerd. Deze opzet wordt in 2010 herhaald.
On derwi js
Van Gansewinkel Groep heeft ook in 2009 actief deelgenomen aan diverse activiteiten op onderwijsgebied om kinderen en jongvolwassenen al op jonge leeftijd bewust te maken van het milieu en de schaarste aan grondstoffen. Op die manier geven we invulling aan onze visie dat duurzaamheid bij de bron begint. Afgelopen jaar stond in het teken van de volgende activiteiten: - ontwikkeling computerspel voor leerlingen op de basisschool - samenwerking met Stichting Mr Finney om nadrukkelijk de dialoog aan te kunnen gaan met leerlingen van het basisonderwijs en eerste klassen van voortgezet onderwijs - diverse rondleidingen op onze locaties - deelname aan exposities - ondersteuning Students in Free Enterprise (SIFE) - begeleiding afstudeerders en stagiaires, waaronder stagiaires Erasmus Universiteit Rotterdam - begeleiding studentenbedrijven in kader van Jong Ondernemen - invulling Cradle to Cradle-themacollege TUE
Maatschappeli j ke activiteiten en spo n soring
Wij ondersteunen diverse organisaties die zich manifesteren op maatschappelijk vlak. Dit kan in de vorm van sponsoring door het doneren van geld, maar juist ook door het overdragen van onze vakkennis ondersteunen we projecten. Ons beleid is gericht, passend bij ons businessmodel, op met name regionale betrokkenheid via onze vestigingen. We ondersteunen vooral initiatieven en organisaties die een bijdrage leveren aan de discussie rondom en het kennisniveau van de thema’s duurzaamheid, afval en grondstoffen. Daarnaast wordt een aantal landelijke initiatieven ondersteund die een directe bijdrage leveren aan een maatschappelijk vraagstuk dat ook in onze organisatie speelt, zoals bijvoorbeeld analfabetisme. In die zin is sponsoring altijd gekoppeld aan bedrijfsdoelstellingen. Een greep uit de initiatieven van het afgelopen jaar: - jureren in de Wereldcup SIFE - sponsoring van de filmpremière ‘Age of Stupid’ aan de vooravond Klimaattop Kopenhagen - deelname aan de opendeurdagen in België - deelname aan de wereldhavendagen in Rotterdam - verzorgen van rondleidingen op tal van onze locaties - deelname aan de Landelijke compostdag - meedewerking aan het kinderprogramma KRO ZigZag - deelname aan Amsterdam Duurzaam 2009 - sponsoring Stichting Lezen en Schrijven
87
Equity
Media
L evera n ciers
In het kader van de stakeholdersdialoog hebben we nog actiever onze boodschap via de media gecommuniceerd. Enerzijds met een reclamecampagne, anderzijds door onze visie op de grondstoffenschaarste en de consequenties daarvan actief middels vele interviews te communiceren. Daarnaast hebben we er ook voor gekozen om middels opiniestukken een actieve bijdrage te leveren aan de discussie rond grondstoffen en klimaat. Die media-aanpak leidt tot diverse reacties en verzoeken voor vervolgsessies. In die zin werkt het als een soort olievlek. We hebben de indruk dat we meer en meer als een gesprekspartner met autoriteit aan tafel worden gevraagd.
We werken aan de koppeling van inkoopvoorwaarden aan duurzaamheidscriteria. In het kader van de selectie en beoordeling van leveranciers binnen Van Gansewinkel Groep worden be-/verwerkers en aannemers beoordeeld aan de hand van een auditsystematiek. Deze opdrachtnemers beschikken veelal over gecertificeerde zorgsystemen (ISO 9001 naar kwaliteit, ISO 14001 voor milieu en OHSAS 18001 voor veiligheid en gezondheid op de werkvloer). In november is een leveranciersbeoordeling uitgevoerd om te achterhalen wat de visie van onze leveranciers op het gebied van duurzaamheid is. De enquête vroeg onder andere naar voornoemde certificeringen, maar ook naar visie op kinderarbeid, de bereidheid om met Van Gansewinkel Groep samen te werken op het gebied van Cradle to Cradle en de maatregelen om CO2-uitstoot te reduceren. In 2010 worden de resultaten geanalyseerd en de daaruit voortkomende acties opgevolgd.
N GO’s
Wij hechten waarde aan een regelmatige afstemming en uitwisseling van ideeën met spelers in het maatschappelijke veld. Met een aantal groeperingen hebben we regulier contact. We vinden dat die aanpak, met respect voor elkaars standpunt en de zakelijke uitwisseling van elkaars argumenten en feiten, de basis is om in dialoog te blijven. Onder-werpen van gesprek waren: - sluiting afvalenergiecentrale Rotterdam; samenwerking met gemeente Rotterdam en Warmtebedrijf Rotterdam. Door intensief overleg is er een nieuwe businesscase ontstaan en kunnen we de doelstellingen van het Rotterdam Climate Initiative waarborgen, sterker nog verbeteren door eerder te kunnen leveren en nog meer CO2-uitstoot te verminderen - dossier Consumentenverpakkingen - proces rond de milieuvergunningverlening in Duiven. Samenwerking vergunningverlener, Stichting Natuur en Milieu, MOB en Van Gansewinkel Groep
O mwo n e n de n
Van Gansewinkel Groep houdt rekening met het leef- en woonklimaat van omwonenden. We organiseren op veel plekken opendeurdagen en nemen actief deel aan klankbordgroepen in verschillende gemeenten. Zo blijven we in dialoog met onze ‘buren’.
Duurzaamheid tentoongesteld Begin september opende het International Centre for Sustainable Excellence (ICSE) haar deuren in de Witte Dame in Eindhoven. Waar vroeger de eerste gloeilamp werd geproduceerd, werken internationale bedrijven en instellingen nu samen met nationale en lokale bedrijven om nieuwe duurzame producten en diensten te ontwikkelen en kennis te delen op dit gebied. Ook Van Gansewinkel Groep is vertegenwoordigd. Met onze stand geven we aandacht aan onze boodschap ‘Afval bestaat niet.’
88 / jaarbeeld 09
89
Ecology
Resultaten: - onderzoek naar toepassing van het Cradle to Cradle-principe middels diverse projecten - marktintroductie van twee nieuwe duurzame concepten: Garanties van Oorsprong en de Afvalbarometer - aankoop en inzet van schonere voertuigen en leasewagens. Het aandeel Euro 5 / EVV-voertuigen is naar 24% gestegen (in 2008 was dit aandeel nog 14%). Inzet van elektronisch inzamelvoertuig voor inzameling bedrijfsafval in de binnenstad van Rotterdam - onderzoek naar geautomatiseerde routeplanning door inzet boordcomputers en routeoptimalisatie. Hierdoor zal in de toekomst een aanzienlijk aantal wegkilometers bespaard worden - het aantal leaseauto’s met een A- en B-label is in Nederland toegenomen naar 37% in 2009 ten opzichte van 28% in 2008 - energie uit afval: de netto energielevering aan het elektriciteitsnet van onze afvalenergiecentrales stond in 2009 gelijk aan het energieverbruik van ca. 220.000 huishoudens - verminderen van eigen energieverbruik door het opstellen en implementeren van energiebesparingsplannen en door het inventariseren van het optimum van energieproductie
Ecology In het verminderen van de impact op het milieu is Cradle to Cradle onze leidraad. Het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen zien wij als onze belangrijkste bijdrage aan een duurzame samenleving. Door te voorkomen dat iets afval wordt, pakken we de grondstoffenschaarste én het CO2-probleem aan. Daarnaast willen we de CO2-impact van onze eigen activiteiten verminderen, met name via initiatieven op het vlak van transport en onze afvalenergiecentrales.
90 / jaarbeeld 09
91
Ecology
Productinnovatie Van Gansewinkel Groep ontwikkelt in samenwerking met klanten en partners nieuwe concepten om nog meer afval een tweede leven te geven. Waar afval traditioneel een gespreksonderwerp van een facilitair manager was, praten we nu ook op boardniveau en met duurzaamheidsverantwoordelijken bij klanten. We zijn in gesprek met diverse grote en kleinere partijen die ons als matchmaker zien voor de toepassing van het Cradle to Cradle-principe. Cradle to Cradle-concepten
Cradle to Cradle is een proces dat stap voor stap bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van producten en slimmer grondstofverbruik. Het vergt uithoudingsvermogen en samenwerking. Onderstaand een overzicht van de stappen die zijn gezet met een aantal van onze partners:
Desso
Tapijtfabrikant Desso ontwerpt tapijt volgens het Cradle to Cradle-principe. Van Gansewinkel Groep brengt kennis in op het gebied van inzameling en recycling. In 2009 is zo’n 140.000 kg oud tapijt teruggenomen. Het terugnamesysteem wordt in 2010 voortgezet.
Philips
Philips en Van Gansewinkel Groep werken samen aan de ontwikkeling van Cradle to Cradle-producten. De kennis van beide bedrijven wordt op elkaar aangesloten, zo ontstaan er gesloten kringlopen. De kennis van Van Gansewinkel Groep op het gebied van materialen, afvalstromen en recycling is hierbij essentieel. Afgelopen jaar is onder andere gekeken naar het intelligente ontwerp van nieuwe producten en de inzet van gerecycled plastic voor de productie daarvan. In 2010 wordt dit voortgezet en wordt gekeken naar recyclings- en productietechnieken en de herbruikbaarheid van kunststoffen.
Mosa
Samen met tegelfabrikant Koninklijke Mosa onderzoeken we de mogelijkheden om de kringloop van tegels te sluiten. In 2009 is de inzamel- en bewerkingspilot succesvol afgerond en is in totaal bijna 20.000 kg end of life tegels en 20.000 kg overig keramisch materiaal ingezameld en getest op scheidings- en bewerkingsmethode. Mosa heeft een Cradle to Cradle-certificaat voor ongeglazuurde vloertegels en voor haar glanzende wandtegelcollectie behaald. In 2010 staat de productie van de eerste tegel met inzet van gerecycled materiaal op het programma.
Van Houtum Papier
Van Gansewinkel werkt sinds 2008 samen met Van Houtum Papier aan Cradle to Cradle-oplossingen voor papier. Van Gansewinkel levert het papier dat Van Houtum Papier toepast in haar proces om er toiletrollen en tissuepapier van te maken. Van Houtum Papier produceert als eerste bedrijf ter wereld volledig Cradle to Cradle-gecertificeerd toiletpapier. Dit gaat vervolgens weer naar klanten van Van Gansewinkel. Zo is de cirkel rond.
92 / jaarbeeld 09
Ahrend
Ahrend, producent van kantoormeubelen, heeft de ambitie in 2020 een volledig gesloten keten en een volledig klimaatneutraal productieproces te hebben. Om de keten te kunnen sluiten, werken ze samen met Van Gansewinkel Groep. Ecosmart, dochteronderneming van Van Gansewinkel Groep, haalt de meubels van Ahrend op en ontmantelt of recyclet die partijen.
93
Ecology
Brabantia
Samen met Brabantia willen we consumenten op een positieve manier stimuleren om anders met hun afval om te gaan. We onderzoeken of we invloed kunnen uitoefenen op het scheidinggedrag van huishoudens. Hiertoe zijn we in samenwerking met Brabantia en de gemeente Cranendonck in 2009 een project gestart waarmee we ‘Afval bestaat niet’ in de praktijk brengen bij burgers. Doel van het project is om aan te tonen dat er met een optimale scheiding in huis geen afval overblijft of in ieder geval nog maar een fractie.
Vermindering van de footprint van klanten
Van Gansewinkel Groep kan direct bijdragen aan de reductie van de footprint van haar klanten. In 2009 zijn daartoe twee nieuwe concepten ontwikkeld: Garanties van Oorsprong
Met een productie van circa 500.000 MWh duurzame elektriciteit uit afval en biomassastromen behoort Van Gansewinkel Groep tot een van de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux. Voor deze elektriciteit ontvangt de onderneming Garanties van Oorsprong (voorheen groencertificaten), waarmee klanten kunnen bewijzen dat zij hun jaarlijkse elektriciteitsverbruik hebben verduurzaamd. Landal GreenParks en Avans Hogeschool waren in 2009 de eerste klanten die het concept toepasten. Afvalbarometer
In 2009 zijn de voorbereidingen getroffen voor de Afvalbarometer. De Afvalbarometer geeft inzicht in het effect van gescheiden afvalinzameling op twee belangrijke milieuthema’s: grondstoffenschaarste en global warming. Bedrijven en instellingen kunnen op de website van Van Gansewinkel Groep invullen hoeveel afval zij gescheiden laten afvoeren, waarna de Afvalbarometer een overzicht toont van de primaire grondstoffen die bespaard worden. Ook berekent de barometer hoeveel CO2–uitstoot bespaard wordt door het scheiden van afval. De CO2–cijfers zijn tot stand gekomen in samenwerking met de onafhankelijke kennisorganisatie TNO.
94 / jaarbeeld 09
95
Ecology
Verbetering eigen footprint Het verbeteren van onze footprint staat ook bij Van Gansewinkel groep hoog in het vaandel. Er zijn uiteenlopende initiatieven ontplooid om CO2-reductie te realiseren en onze impact op het milieu te verminderen.
Verdeling aantal voertuigen naar land Nederland
64%
België, Luxemburg 25% Overige landen
Verdeling inzamelvoertuigen naar Euro-type en jaar*
80% 60%
7%
14%
24%
32% 35%
41% 31%
40% 40%
Leasewagens
34%
13%
11%
2009
2008
20% 0%
19% 2007
Euro 5 + EEV
Euro 2
Euro 3 + 4
Euro 0 +1
gemaakt op basis van de leeftijd van het voertuig. In 2009 is de milieuclassificatie strikt op basis van kenteken vastgesteld. Hierdoor wordt de toename tussen 2008 en 2009 betreffende de EURO 0 + 1 voertuigen verklaard.
4.000
150
151
27,5%
37%
Afname inzamelvoertuigen 2008-2009 Voertuigen 2008
1680
Voertuigen 2009
1630
Afname
50
Voertuig naar type Rolcontainer
23%
Afzet
37%
Inzamel
19%
Huisvuil
13%
Reiniging
8%
In mei 2009 zijn we begonnen met de inzameling van bedrijfsafval in de binnenstad van Rotterdam met een elektrische vuilniswagen. Het project is opgezet samen met Rotterdam Climate Initiative (RCI) en Roteb. Het ingezamelde afval wordt naar de afvalenergiecentrale van AVR gebracht, waar het wordt verbrand en omgezet in elektriciteit, waarmee de elektrische vuilniswagen weer wordt aangedreven. Als organisatie zetten we in op elektrische mobiliteit. Het verder invoeren van elektronisch vervoer in de diverse bedrijfsonderdelen is een ambitie van Van Gansewinkel Groep. Om deze ambitie in te kunnen vullen, zijn we in gesprek met brancheorganisatie RAI en diverse fabrikanten van bedrijfsvoertuigen.
96 / jaarbeeld 09
651
3.506
A/B label in NL
2006
* In 2008 is er een schatting van de Euroklasse-indeling
717
CO2-uitstoot (kt)
* Leasewagens in NL en BE
28%
Overig
2009
Aantal voertuigen
Gemiddelde uitstoot (g/km)
39% 28%
Diverse Van Gansewinkelregio’s hebben een deel van het interregionaal transport omgezet naar de nacht. De doelstelling was om nachttransport bedrijfsbreed in te zetten. Door het verminderde aanbod van afval in de loop van 2009 is deze doelstelling bijgesteld.
2008
In 2009 zijn er 158 nieuwe vrachtwagens ontvangen: hiervan voldoen er 84 aan de strengste uitlaatgasemissienorm EEV en zijn er 74 voertuigen met een reguliere Euro 5-motor. De nieuwe vrachtwagens vervangen de oude voertuigen met Euro-0 en 1 motor en stoten minimaal 75% minder stikstof (NOx) en 94% minder roetdeeltjes (gemeten in gram per kWh) uit. De investering past binnen het pakket aan maatregelen dat Van Gansewinkel Groep neemt om de schadelijke uitstoot van haar voertuigen tot een minimum te beperken. De gemiddelde leeftijd van de voertuigen neemt gestaag af en is de laatste 3 jaar met meer dan 10% gedaald naar 7,03 jaar eind 2009.
4%
Nachttransport
In verband met de economische crisis was er in 2009 een bestelstop op leaseauto’s en zijn er door een reductie in het personeelsbestand auto’s ingeleverd. Ondanks deze maatregelen is het percentage auto’s met een A- en B-label in Nederland toegenomen naar 37% in 2009 (28% in 2008).
Vervoer per schip en trein
11%
Aankoop en inzet van schonere voertuigen
100%
Schonere leaseauto’s
Afgelopen jaar is een nieuwe leaseregeling voor België opgesteld, die naar verwachting in 2010 zal worden ingevoerd. In de leaseregeling is een stimulerende maatregel voorzien die stuurt op vermindering van CO2-uitstoot. Voor Nederland wordt in 2010 gewerkt aan een nieuwe leaseregeling. Ook deze stuurt op absolute vermindering van CO2-uitstoot en minimaal brandstofverbruik en is niet langer gebaseerd op de huidige categorie-indeling.
Afgelopen zomer is Van Gansewinkel Groep gestart met een nieuw logistiek concept voor Vlakglas Recycling Nederland. Per jaar wordt circa 75.000 ton vlakglas door Van Gansewinkel Groep getransporteerd naar diverse verwerkers van vlakglas. Een groot deel hiervan wordt verwerkt door Maltha in Lommel, België. Op jaarbasis gaat van Gansewinkel Groep circa 23.000 ton vlakglas per schip van Amsterdam naar Lommel transporteren. Door deze vorm van vervoer worden jaarlijks 400.000 wegkilometers vermeden. Dit levert een CO2-reductie in de transportketen op van 14%. De totale groep maakt substantieel gebruik van transport over water als alternatief voor wegtransport. Watertransport 2009 Tonnage (mt)
Inzet alternatieve brandstoffen
Vermeden ritten (n)
Binnen Van Gansewinkel Groep zijn we al meerdere jaren actief in de toepassing van alternatieve brandstoffen en tractie voor vrachtwagens. We zijn actief betrokken bij ontwikkelingen hiervan op de markt en de toepassingen hiervan binnen ons wagenpark. In de loop der tijd hebben we ervaringen opgebouwd met bijvoorbeeld CNG, LPG, frituurvet en elektriciteit. In samenwerking met twee partijen is een LNG inzamelvoertuig ontwikkeld. Het voertuig zal medio 2010 operationeel zijn.
Vermeden wegtransport (miljoen km)
0,81 33.322 5.88
De inzet van treinen voor het vervoer van huishoudelijk afval is in 2009 afgenomen. Dit komt vooral door de daling in het aanbod van huishoudelijk afval.
Optimaliseren inzamelroutes
De vermindering in uitstoot wordt niet enkel door de aanschaf van nieuwe en schonere voertuigen gerealiseerd. Door middel van ritplanning, routeoptimalisatie en de inzet van boordcomputers worden ook wegkilometers bespaard. In 2009 is het onderzoek naar de mogelijkheden gestart, waarbij 4 wagens zijn voorzien van een boordcomputer. De pilot is begin 2010 vergroot naar 40 stuks en eind 2010 zullen 166 wagens een boordcomputer hebben. Uiteindelijk zullen eind 2011 860 wagens voorzien zijn van een boordcomputer. Door geautomatiseerde routeplanning ontstaat efficiëntere inzet van mensen en middelen en zal een aanzienlijk aantal wegkilometers bespaard worden. De eenheid van vervoerd aantal kilo’s afval per km verbetert met een vermindering van CO2-uitstoot als gevolg.
97
Ecology
Energie uit afval Met de drie afvalenergiecentrales in Duiven, Rotterdam en Rozenburg leverde Van Gansewinkel Groep in 2009 ongeveer 770 GWh elektriciteit aan het net en ongeveer 2.500TJ aan warmte. De warmte is geleverd als stadsverwarming op het NUON-net in de gemeentes Duiven en Westervoort en in de vorm van processtoom in het Botlek-gebied. Daarnaast wordt een deel van de energie door AVR zelf in de installaties gebruikt. De aan het net geleverde energie van de afvalenergiecentrales komt overeen met het jaarlijkse energieverbruik van ca. 220.000 huishoudens. Daarnaast werd op de Botlek-locatie 7,5 miljoen m3 gedestilleerd water geproduceerd. Het rendement van onze waterfabriek in Rozenburg kwam eind 2008 onder druk te staan toen een industriële klant zijn productie op de Maasvlakte tijdelijk staakte als gevolg van vraaguitval, veroorzaakt door de economische crisis. Mede als gevolg van deze ongewenste afhankelijkheid zijn we continu op zoek naar verbreding van het klantenportfolio voor deze verwerkingsinstallaties.
Electriciteit 2006
2007
2008
2009
558
Afvalenergiecentrale Rozenburg
549
571
587
Rotterdam
181
180
181
164
Duiven
156
174
175
140
TCI (Duiven)
34
BEC (Rozenburg)
134
Electriciteit (GWh)
886
925
942
1.030
Levering net
626
663
663
772
geleverd/totaal
71%
72%
73%
75%
groen/geleverd
49%
49%
49%
60%*
* Senter Novem: Protocol Duurzame Energie 2006, afvalenergieinstallatie Biogeen 49% en TCI en BEC 100% volledig biogeen.
Warmte Rozenburg Rotterdam
2006
2007
2008
2009
1.710
1.747
1,637
1.880
0
0
0
0
531
510
562
590
2.241
2.257
2.199
2.470
2006
2007
2008
2009
Doorzet (kt)
310,4
272,8
236,3
223,3
Desti water (000m3)
7.991
7.880
7.709
7.530
Duiven Warmte (TJ)
Waterfabriek Productieschema afvalenergiecentrales
Reductie energieverbruik, verbeteren energierendement Als gevolg van de economische crisis en een overschot aan verbrandingscapaciteit was er in 2009 sprake van een afvaltekort. Waar voorheen onze ovens bijna altijd ‘vol’ waren, was dit niet langer het geval. In 2009 is gekeken hoe het eigen energieverbruik van onze afvalenergiecentrales gereduceerd kan worden om zo meer energie op het net te kunnen zetten. Enerzijds is dit gedaan door het opstellen en implementeren van energiebesparingsplannen, anderzijds door het inventariseren van het optimum van energieproductie: welke ovens en turbines kunnen bij afvalschaarste het beste worden ingezet om een zo hoog mogelijk energierendement te behalen uit een productiemix van warmte en elektriciteit? Inventarisatie energieverbruik locaties
In 2009 is van start gegaan met een inventarisatie van het energieverbruik van een tweetal Van Gansewinkel-regio’s (21 locaties). Deze inventarisatie wordt uitgebreid naar alle andere onderdelen van de Groep in Nederland en in België in 2011. Naast het inzicht in het energieverbruik heeft de inventarisatie ertoe geleid dat in 2010 wordt geïnvesteerd in energiezuinige verlichting om zo het energieverbruik verder terug te dringen.
Elektriciteitsverbruik vestigingen NL en BE GWh Rozenburg* 1.274 kt
Totaal excl. Afvalenergiecentrales (76 locaties) Totaal BE (15 locaties)
2009 19,0 6,0
Warmte (TJ) 2.470 Bodemassen (kt) 472
2.181 kt
Rotterdam 354 kt
Metalen (kt) 25 Electriciteit (GWh) 1.030
Begrijp jij wat hier staat? Blijvende aandacht voor laaggeletterdheid Van 7 tot en met 13 september was de week van de alfabetisering. Deze werd georganiseerd door de Stichting Lezen & Schrijven. Thema dit jaar was ‘Speel open kaart!’ Ons bedrijf steunt de stichting en een aantal van onze medewerkers heeft deelgenomen aan cursussen om (beter) te leren lezen, schrijven en rekenen. In de week van de alfabetisering stonden afvalbakken van Van Gansewinkel, voorzien van grote letterstickers, bij twee grote bijeenkomsten van de Stichting Lezen & Schrijven.
Duiven** 553 kt
* Rozenburg = inclusief BEC. ** Duiven = incusief TCI.
In 2009 is een start gemaakt met de ontwikkeling van een stoompijp die AVR samen met omliggende industriële bedrijven in Rozenburg aanlegt. Voor de gezamenlijke projectontwikkeling is ‘Stoompijp BV’ opgericht, die de pijp gaat ontwerpen, aanleggen en exploiteren. De pijp gaat een aantal klanten in de Botlek voorzien van warmte die voor circa 60% groen is opgewekt. 98 / jaarbeeld 09
Eind 2011 wordt volgens planning de eerste stoom op het net gezet. In de toekomst zal er tussen de 50 en 100 ton stoom per uur worden geleverd. Dit gaat leiden tot een CO2-reductie, verbetering van de luchtkwaliteit en een economisch voordeel voor alle partijen (leveranciers en afnemers van stoom).
99
Ecology
Overige initiatieven om CO2-emissie verder te reduceren Afvangen van CO2-uitstoot bij Biomassa Energie
Duurzaam inkopen van kantoor- en andere artikelen
Centrale
Steeds vaker wordt duurzaamheid in aankoopbeslissingen meegenomen. De bewustwording van nut en noodzaak daarvan stijgt. Waar in 2008 nog 63% van onze kantoorartikelen in de meest duurzame categorie viel, was dat in 2009 68%. Een integrale aanpak op het vlak van duurzaam inkopen ontbreekt nog. Dat is een ambitie voor 2010. Wel is afgelopen jaar het Aannemershandboek van AVR aangevuld met criteria op het gebied van mensenrechten en duurzame ontwikkeling.
AVR wil zijn positie als duurzame energieleverancier versterken en gaat onder meer onderzoeken hoe het de CO2-uitstoot van zijn eigen Biomassa Energie Centrale (BEC) kan afvangen. Met het Rotterdam Climate Initiative (RCI) voert AVR een haalbaarheidsonderzoek uit naar het afvangen van CO2 bij de BEC. Hierdoor zou circa 150.000 ton CO2-uitstoot worden teruggedrongen. RCI is het platform waarbinnen overheid, organisaties, bedrijven en inwoners in Rotterdam samenwerken aan halvering van de CO2-uitstoot, voorbereiding op klimaatverandering en versterking van de Rotterdamse economie.
CO2-uitstoot afvalenergiecentrales (op basis van CO2 metingen) (kt) Kort cyclisch Lang cyclisch Uitstoot CO2 Vermeden CO2-uitstoot
Rozenburg
Rotterdam
Duiven
2009
1132
196
271
1.599
527
115
120
762
1660
311
391
2.362
471
96
110
677
De CO2–uitstoot is gemeten en gebaseerd op NEN 14181 voor alle locaties. Dit in tegenstelling tot 2008. Toen is gebruik gemaakt van een berekening. Hierdoor zijn de getallen niet vergelijkbaar met voorgaand jaar. Het aandeel biogeen in afvalenergiecentrales in Nederland bedraagt volgens ‘Protocol Monitoring Duurzame Energie 2006 63% (= kort cyclisch). Het overige deel betreft lang cyclische CO2 van fossiele brandstof. De vermeden CO2-uitstoot is berekend op basis van de door de sector en bevoegd gezag overeengekomen formule. De formule is gebaseerd op de IPCC-methodiek.
Investering in en invoering van Thin Clients
De afgelopen twee jaar is nadrukkelijk geïnvesteerd in de invoering van de Thin Client. Thin Client is een werkplek met een pc die heel weinig stroom en onderhoud vergt. Ruim 90% minder dan een traditionele pc. In 2009 is de Thin Client bij 40% van de werkplekken binnen Van Gansewinkel Groep ingevoerd. Ambitie was invoering bij 60% van de werkplekken. Voortschrijdend inzicht heeft duidelijk gemaakt dat een Thin Client niet voor elke functie voldoende functionaliteiten biedt. Steeds meer mensen maken gebruik van laptops doordat zij regelmatig onderweg zijn of vanuit huis werken. Het plafond voor de toepassing van Thin Clients lijkt met een voorziening van 40% van de werkplekken bereikt te zijn.
Waterafvoer naar kwaliteit en bestemming Minder dan een derde van de ca. 150 locaties heeft te maken met procesafvalwater. Veelal is dit beperkt tot het waswater van voertuigen. Voor het totaal zijn de afvalenergiecentrales bepalend voor de geloosde hoeveelheden afvalwater en emissie aan vuileenheden ( > 95%). Voor de locatie Duiven vindt koeling plaats door middel van koeltorens, de andere locaties zijn gelegen aan grote waterwegen of rivieren, waardoor de beschikbaarheid van koelwater ruim voldoende is. Vanuit de organisatie (SHEQ-afdeling) wordt nauwlettend in de gaten gehouden of we voldoen aan alle weten regelgeving.
locatie Afvalwater (in 1000 m3)
Vuilvracht (CZV) (in tonnen)
Stikstofvracht (Nkj) (in tonnen)
Koelwater (in miljoenen m3)
100 / jaarbeeld 09
Rozenburg
Rotterdam
Duiven
890
374
355
48
6,2
31,4
4,3
0,9
3,2
164
40
-
101
leven (stads)VerWarming
WegoPVulling
eleCtriCiteit
Warm Water
Afvalverwerking, energieleverancier Van Gansewinkel Groep wil in eerste instantie samen met klanten voorkomen dat afval ontstaat. Van het afval dat toch vrijkomt, krijgt een zo groot mogelijk deel een tweede leven als grondstof voor nieuwe producten. De rest wordt door Van Gansewinkel Groep gebruikt als brandstof voor de afvalenergiecentrales van AVR. Daar wordt restafval omgezet in (duurzame) energie: warmte, stoom en elektriciteit.
nergiecentrales van AVR r en organisch materiaal. uceerd, wordt door de overhikt sinds 2008 ook over Deze centrale wordt gevoed s voor hergebruik in de houtk de hiermee opgewekte VR met een productie van ktriciteit uit afval en andere ucenten van duurzame
materiaal voor wegenbouwprojecten, bijvoorbeeld. De bewerkte bodemassen zijn ideaal in te zetten als zandvervanger. In de opwerkingsfabriek worden grotere fracties verkleind met zeef- en breektechnieken. Magneten halen het ijzer eruit en de Eddy Current stoot de non-ferro’s als aluminium en koper af. Deze materialen krijgen een tweede leven als grondstof. Lichte materialen als papier en plastic die niet helemaal verbrand zijn, worden er met een windstroom uitgeblazen en gaan terug de oven in.
A&G
anding van restafval overDat gaat als volgt: via een ssen door een bak water onbewerkte, verse assen , de berg as slinkt in. Dan is legen opwerkingsfabriek, tot bouwstoffen. Ophoog-
102 / jaarbeeld 09
Een deel van de bewerkte bodemassen gaat naar A&G, eveneens onderdeel van Van Gansewinkel Groep. A&G werkt de assen op tot FORZ, een CO2-neutrale bouwstof. FORZ is leverbaar als funderingsmateriaal, granulaat en bindmiddel en vergelijkbaar met natuurlijke materialen. Door de inzet van FORZ als duurzaam funderings- en constructiemateriaal, wordt het gebruik van natuurlijke grondstoffen zoals kalk en zand gereduceerd. FORZ wordt onder meer ingezet bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte.
Waterfabriek Het klinkt gek, maar AVR verbrandt ook water. Het bedrijf heeft een waterfabriek met vloeistofovens, waar voornamelijk zoute waterafvalstromen van grote industriële bedrijven worden verwerkt. In dit water zit te veel afval voor biologische reiniging, dus wordt het verwerkt in de speciale vloeistofovens van AVR. Het afvalwater komt per schip of via een pijpleiding tussen de waterfabriek en industriële bedrijven uit de omgeving binnen. De organische verontreiniging wordt verbrand. De zouten die vrijkomen, gaan terug de zee in. Met de warmte van het verbrandingsproces wordt van oppervlaktewater gedestilleerd water gemaakt. Als brandstof voor het verbrandingsproces zet de waterfabriek onder meer glycolethers in, afvalstoffen met een hoge verbrandingswaarde. Hierdoor hoeft AVR minder gebruik te maken van aardgas.
pull
AVR verwerkte in 2009 bijna 2 miljoen ton afval in haar energiecentrales, ofwel zo’n 220 miljoen vuilniszakken. En één vuilniszak levert genoeg energie voor zeven douchebeurten. Het bedrijf leverde in totaal ongeveer 770 GWh elektriciteit aan het net en bijna 2500 TJ aan warmte. De netto energieproductie van de AVR-centrales komt overeen met het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van ongeveer 220.000 huishoudens.
Overheidsdiensten AVR krijgt veel huishoudelijk afval binnen via Van Gansewinkel Overheidsdiensten. De dienstverlening van Van Gansewinkel Overheidsdiensten loopt uiteen van advisering over optimalisering van gemeentelijke reinigingsdiensten tot hechte samenwerkingsverbanden met gemeenten, waarbij Van Gansewinkel Overheidsdiensten het operationele management voert. Zo wordt onder meer samengewerkt met de gemeenten Den Haag, Eindhoven, Ridderkerk, Breukelen, Krimpen aan den IJssel en Noordwijk. Naast de samenwerkingsverbanden zamelt Van Gansewinkel Overheidsdiensten huishoudelijk afval in bij gemeenten die hun inzameling Europees hebben aanbesteed. Hierbij heeft men dan gekozen voor Van Gansewinkel Overheidsdiensten op basis van de meest economische aanbieding. In totaal zamelt Van Gansewinkel Groep bij ruim 1 miljoen huishoudens het afval in.
103 105
huid Vrachtwagens met restafval van huishoudens en bedrijven rijden af en aan bij de centrales van AVR. Uit de tientallen meters hoge schoorstenen komen witte pluimen. Het is de condens die ontstaat door de verdamping van het water dat in het afval aanwezig is en het water dat gebruikt wordt voor de reiniging van de rookgassen.
Stoom De uitstoot van AVR blijft door rookgasreinigingsinstallaties ruimschoots binnen de strenge luchtemissie-eisen. Permanente meetapparatuur houdt dat in de gaten. Het aangevoerde restafval wordt gelost
Boven de vuurhaard zitten pijpbundels met water, die samen de stoomketel vormen. Een deel van de hete stoom gaat via pijpleidingen naar bedrijven uit de omgeving, die de warmte gebruiken voor hun productieprocessen. Ook wordt de stoom ingezet voor stadsverwarming. Fossiele brandstoffen als aardgas en olie kunnen zo bespaard blijven.
in grote, diepe bunkers. Nieuwe aanvoer wordt vermengd met het aanwezige afval om te zorgen voor gelijkmatige verbranding. Met een bunkerkraan wordt het afval boven de hooggelegen vultrechters van de ovens losgelaten. Een doseerband brengt het afval naar de vuurhaard.
De rest van de stoom wordt omgezet in elektriciteit. Onder hoge druk wordt de stoom in een turbine geblazen, om daar als het ware te exploderen. De krachten die daarbij vrijkomen. zorgen in de turbine voor het zeer snel ronddraaien van een as, die weer gekoppeld is aan een soort dynamo (generator). Door de rotaties wordt in de generator elektriciteit opgewekt. AVR verhandelt deze elektriciteit op (spot)beurzen zoals de APX. Een markt waar aanbieders en kopers van elektrische energie bij elkaar komen. Daarnaast verkoopt het bedrijf elektriciteit rechtstreeks aan klanten. AVR ontvangt voor de duurzame elektriciteitsproductie Garanties van Oorsprong (ook wel groencertificaten genoemd), waarmee haar klanten kunnen bewijzen dat zij hun jaarlijkse elektriciteitsverbruik hebben verduurzaamd.
104 / jaarbeeld 09
Circa 50% van het restafval dat in de energiecentrales van AVR verwerkt wordt is biogeen: hout, papier en organisch materiaal. Elektriciteit die hiermee wordt geproduceerd, wordt door de overheid gekenmerkt als ‘groen’. AVR beschikt sinds 2008 ook over een Biomassa Energie Centrale (BEC). Deze centrale wordt gevoed met afvalhout dat niet meer geschikt is voor hergebruik in de houten spaanplaatindustrie. Daardoor is ook de hiermee opgewekte elektriciteit 100% groen. Zo behoort AVR met een productie van meer dan 500.000 MWh duurzame elektriciteit uit afval en andere biomassastromen tot de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux.
Bodemassen De bodemassen, de assen die na verbranding van restafval overblijven, worden omgezet tot bouwstof. Dat gaat als volgt: via een stalen transportband gaan de bodemassen door een bak water richting de ‘vooropslag’. Hier blijven de onbewerkte, verse assen vier weken liggen. Het water trekt eruit, de berg as slinkt in. Dan is het materiaal geschikt voor de naastgelegen opwerkingsfabriek, waar de bodemassen worden bewerkt tot bouwstoffen. Ophoog-
nergiecentrales van AVR r en organisch materiaal. uceerd, wordt door de overhikt sinds 2008 ook over Deze centrale wordt gevoed s voor hergebruik in de houtk de hiermee opgewekte VR met een productie van ktriciteit uit afval en andere ucenten van duurzame
anding van restafval overDat gaat als volgt: via een ssen door een bak water onbewerkte, verse assen , de berg as slinkt in. Dan is legen opwerkingsfabriek, tot bouwstoffen. Ophoog-
leven (stads)VerWarming
WegoPVulling
eleCtriCiteit
Warm Water
pull
materiaal voor wegenbouwprojecten, bijvoorbeeld. De bewerkte bodemassen zijn ideaal in te zetten als zandvervanger. In de opwerkingsfabriek worden grotere fracties verkleind met zeef- en breektechnieken. Magneten halen het ijzer eruit en de Eddy Current stoot de non-ferro’s als aluminium en koper af. Deze materialen krijgen een tweede leven als grondstof. Lichte materialen als papier en plastic die niet helemaal verbrand zijn, worden er met een windstroom uitgeblazen en gaan terug de oven in.
A&G Een deel van de bewerkte bodemassen gaat naar A&G, eveneens onderdeel van Van Gansewinkel Groep. A&G werkt de assen op tot FORZ, een CO2-neutrale bouwstof. FORZ is leverbaar als funderingsmateriaal, granulaat en bindmiddel en vergelijkbaar met natuurlijke materialen. Door de inzet van FORZ als duurzaam funderings- en constructiemateriaal, wordt het gebruik van natuurlijke grondstoffen zoals kalk en zand gereduceerd. FORZ wordt onder meer ingezet bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte.
Waterfabriek Het klinkt gek, maar AVR verbrandt ook water. Het bedrijf heeft een waterfabriek met vloeistofovens, waar voornamelijk zoute waterafvalstromen van grote industriële bedrijven worden verwerkt. In dit water zit te veel afval voor biologische reiniging, dus wordt het verwerkt in de speciale vloeistofovens van AVR. Het afvalwater komt per schip of via een pijpleiding tussen de waterfabriek en industriële bedrijven uit de omgeving binnen. De organische verontreiniging wordt verbrand. De zouten die vrijkomen, gaan terug de zee in. Met de warmte van het verbrandingsproces wordt van oppervlaktewater gedestilleerd water gemaakt. Als brandstof voor het verbrandingsproces zet de waterfabriek onder meer glycolethers in, afvalstoffen met een hoge verbrandingswaarde. Hierdoor hoeft AVR minder gebruik te maken van aardgas.
AVR verwerkte in 2009 bijna 2 miljoen ton afval in haar energiecentrales, ofwel zo’n 220 miljoen vuilniszakken. En één vuilniszak levert genoeg energie voor zeven douchebeurten. Het bedrijf leverde in totaal ongeveer 770 GWh elektriciteit aan het net en bijna 2500 TJ aan warmte. De netto energieproductie van de AVR-centrales komt overeen met het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van ongeveer 220.000 huishoudens.
Overheidsdiensten AVR krijgt veel huishoudelijk afval binnen via Van Gansewinkel Overheidsdiensten. De dienstverlening van Van Gansewinkel Overheidsdiensten loopt uiteen van advisering over optimalisering van gemeentelijke reinigingsdiensten tot hechte samenwerkingsverbanden met gemeenten, waarbij Van Gansewinkel Overheidsdiensten het operationele management voert. Zo wordt onder meer samengewerkt met de gemeenten Den Haag, Eindhoven, Ridderkerk, Breukelen, Krimpen aan den IJssel en Noordwijk. Naast de samenwerkingsverbanden zamelt Van Gansewinkel Overheidsdiensten huishoudelijk afval in bij gemeenten die hun inzameling Europees hebben aanbesteed. Hierbij heeft men dan gekozen voor Van Gansewinkel Overheidsdiensten op basis van de meest economische aanbieding. In totaal zamelt Van Gansewinkel Groep bij ruim 1 miljoen huishoudens het afval in.
105
Economy
Corporate Governance Economy
106 / jaarbeeld 09
In 2009 is de nieuwe governancestructuur van de in 2007 gefuseerde organisatie geïmplementeerd. De groep wordt geleid vanuit één holding. De raad van commissarissen, de raad van bestuur en de centrale ondernemingsraad hebben daarin hun definitieve plaats gekregen.
Verkorte jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2009 – Activa
111
Geconsolideerde balans per 31 december 2009 – Passiva
112
Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2009
113
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiserde resultaten 2009
114
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2009
115
Geconsolideerd overzicht van mutaties in eigen vermogen
116
Goodwill
117
Schuldpositie
119
Toelichting op winst- en verliesrekening
120
Medewerkers
120
Bezoldiging bestuurders
120
Als niet-beursgenoteerde onderneming is Van Gansewinkel Groep niet verplicht de best-practicebepalingen van de Nederlandse Corporate Governance Code toe te passen. De mate van transparantie en verantwoording die de Corporate Governance Code bedrijven oplegt sluit echter prima aan op de filosofie en de bedrijfsvoering van Van Gansewinkel Groep. Risicobeheersing heeft de volledige aandacht van de raad van bestuur. Het in kaart brengen van alle voorkomende risico’s en een zo transparant mogelijke communicatie daarover, is daarbij het uitgangspunt. Daar zal de raad van bestuur de relevante principes van de Corporate Governance Code bij betrekken.
In 2009 is een nieuwe juridische structuur geïmplementeerd, die past bij de in 2007 gevormde nieuwe onderneming. Onze ambitie is om – met inachtneming van de huidige eigendomsstructuur - de komende periode steeds meer te gaan opereren als beursgenoteerde onderneming. Daarmee is in april 2009 een begin gemaakt door verbreding van de samenstelling van de raad van commissarissen. We willen de ingezette lijn om actief te communiceren met onze stakeholders over onze strategie, resultaten, risico’s en kansen (SWOT) steeds concreter invullen. De GRI B+-status, de rapportage volgens IFRS en de informatie in dit jaarverslag tonen aan dat we die ambitie ook daadwerkelijk vormgeven.
Een strategische doelstelling van onze huidige aandeelhouders is dat Van Gansewinkel Groep op termijn andere eigenaars zal krijgen, waarbij een beursgang tot de opties behoort. Dit zal nog scherpere eisen stellen aan de transparantie en verantwoording van onze bedrijfsvoering. 107
Economy
Risicobeheersing Van Gansewinkel Groep biedt klanten hoogwaardige oplossingen voor afval- en milieuvraagstukken. De basis voor deze dienstverlening is kennis van bedrijfsprocessen en materiaalgebruik van klanten in diverse stadia van het productie- en consumptieproces, kennis van relevante wet- en regelgeving en het vermogen klanten zekerheid te bieden in hun verantwoordingsplicht. Daardoor leggen we als het ware een tweede huid om de processen van onze klanten. Dat maakt het mogelijk om afval een tweede leven te geven als grondstof of energie. De realisatie van deze strategie brengt met zich mee dat Van Gansewinkel Groep risico’s neemt die bij het ondernemen horen. Hierbij wordt een balans gezocht tussen rendement en risico en wordt voortdurend beoordeeld waar deze risico’s ook kunnen leiden tot kansen. Risico’s van het ondernemen
Van Gansewinkel Groep is gegroeid door lokaal ondernemerschap te combineren met een centrale toetsing op beleid en resultaat. In deze besturingsfilosofie is het regionale management van de diverse bedrijven verantwoordelijk voor de winst- en verliesrekening en de balans van de eigen onderneming. De rol van de raad van bestuur en van de centrale stafafdelingen is hierin sturend, toetsend en vooral faciliterend. Door middel van een maandelijkse rapportage van financiële en operationele parameters aan de raad van bestuur wordt de realisatie van de doelstellingen van de organisatie beoordeeld. Hierbij wordt naast de financiële resultaten ook in het bijzonder aandacht besteed aan veiligheid en milieu en aan de beschikbaarheid en productiviteit van de installaties. In het vierde kwartaal van ieder jaar stellen het lijnmanagement en de raad van bestuur in onderling overleg het budget vast voor het daaropvolgende jaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de informatie van specifieke specialistische disciplines binnen de organisatie. Daarnaast geeft het lijnmanagement twee keer per jaar een verwachting ten opzichte van het budget, die wordt besproken met de raad van bestuur. Op basis van deze evaluaties wordt waar nodig bijgestuurd. In aanvulling op de maatregelen om risico’s te beheersen, zijn die aspecten die een onevenredig groot effect op vermogen of resultaat kunnen hebben aanvullend afgedekt door verzekeringen, derivaten, of zogenoemde back-to-back afspraken met klanten. De voornaamste risico’s die de onderneming kent zijn: marktrisico’s, business interruption Afvalverwerking, rente- en financieringsrisico, milieu- en reputatierisico, energieprijsrisico en het ‘counterparty risk’.
108 / jaarbeeld 09
Marktrisico’s
Als geïntegreerd milieubedrijf met een gebalanceerde portfolio heeft Van Gansewinkel een relatief goede positie om de marktrisico’s het hoofd te bieden. De voornaamste marktrisico’s zijn: - volatiliteit grondstofprijzen - terugval of onvoldoende aantrekken van economie - overcapaciteit in verwerkingsmarkt - prijsontwikkeling inzamelmarkt - onzekerheid over stabiliteit financiële stelsel - onvoldoende level playing field in inzamel- en verwerkingsmarkt - onvoldoende handhaving buiten Noordwest-Europa op met name e-waste en illegale export - begrotingstekorten in West-Europa Business interruption Afvalverwerking
Omwille van de kapitaalintensiteit zijn de activa van de business unit Afvalverwerking geconcentreerd op drie locaties. Sinds 1 januari 2010 zijn dit twee locaties in verband met de sluiting van de locatie in Rotterdam, Brielselaan. Deze activa vertegenwoordigen een grote kasstroomgenererende eenheid. Terwijl activa in het inzamelbedrijf zijn gespreid over regio’s en landen om klanten optimaal te kunnen bedienen en het risico op gelijktijdige uitval van capaciteit te reduceren, is in afvalverwerking sprake van een concentratierisico. Eventuele uitval van verbrandingscapaciteit kan onder meer de volgende consequenties hebben: 1) afval moet naar elders afgevoerd worden, doorgaans tegen hogere kosten dan de tarieven die de business unit voor haar klanten hanteert; 2) er moeten ongeplande onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden, wat tot hogere kosten leidt; 3) er vindt geen energieproductie plaats, waardoor de onderneming inkomsten mist; 4) in combinatie met het voorgaande punt kan de ingedekte positie op de energiemarkt leiden tot een leververplichting waarbij tegen de dan geldende marktprijs ingekocht moet worden (zie ook jaarrekening paragraaf 8.6.1). Het management geeft de hoogste prioriteit aan het beheersen van de afvalverbrandingsprocessen. Dit blijkt onder meer uit de gerichte managementaandacht die is uitgegaan naar een constante doorzet van de installaties en continuïteit in de kwaliteit van de geleverde brandstoffen (afval). Daarnaast wordt intensief samengewerkt met de verzekeraar om de belangrijkste risico’s op uitval van capaciteit te identificeren. Dit heeft onder andere geleid tot een investeringsprogramma ter verbetering van de procesbeheersing en de risicobeheersing. De resultaten op dit gebied komen tot uiting in het investeringsprogramma voor waste processing en in de daling van de verzekeringspremie voor de business unit over de afgelopen jaren.
Voor de langere termijn wordt ingezet op een groeiende levering van warmte die voor langere tijd gecontracteerd is met klanten. Een deel van de volatiliteit, verbonden aan de elektriciteitsmarkt, kan zo worden gedempt. In aanvulling op deze beheersingsmaatregelen is de onderneming, met inachtneming van een aanvaardbaar eigen risico, verzekerd tegen de risico’s van brand- en machinebreukschade, het materiële schadeherstel en de bedrijfsschade (business interruption). Rente- en financieringsrisico
Door de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het vreemd vermogen staat de onderneming bloot aan financieringsrisico’s en risico’s van wijzigingen in de marktrente. Met betrekking tot het financieringsrisico volgt de onderneming nauwgezet in hoeverre voldaan wordt aan de afspraken met de banken. Op kwartaalbasis wordt hiervan een evaluatie en een voorspelling gemaakt, aan de hand waarvan bijgestuurd kan worden om voldoende cash flow te genereren om aan deze vereisten te blijven voldoen. Hierbij is de onderneming mede afhankelijk van de stabiliteit van de gegenereerde cash flow en de fluctuaties in de marktrente, voor het deel dat niet voor langere tijd is afgedekt. De onderneming heeft een beleid geformuleerd om het renterisico in te dekken. Dit beleid, en de ingedekte posities, worden beschreven in paragraaf 8.6.2 van de jaarrekening. Milieu- en reputatierisico
Van Gansewinkel Groep is als afvalinzamelaar en verwerker actief in de milieusector. In deze sector bestaan risico’s op incidenten met een negatief effect op het milieu, waarbij kosten gemaakt moeten worden om de situatie te herstellen. Daarnaast kan een dergelijk incident ook een negatieve uitwerking hebben op de reputatie en goede naam van Van Gansewinkel Groep. Naast het verwerken van recycleerbare materialen, behandelt de onderneming ook restafval en gevaarlijk afval. Er is een acceptatiebeleid ten aanzien van de soorten afval die klanten aanleveren. Niettemin kan het gebeuren dat partijen (gevaarlijk) afval bij acceptatie een andere identificatie toekennen dan oorspronkelijk door de ontdoener (klant) aangegeven. Het kan zijn dat het afval dan toch in een niet bedoelde verwerkingsstroom terecht komt. Hierdoor zou onze onderneming geassocieerd kunnen worden met negatieve milieuaspecten. Een toenemende aanscherping van de wet- en regelgeving op het gebied van afvalbeheer betekent dat de onderneming moet blijven investeren in verbetering van haar processen om aan scherpere eisen te blijven voldoen.
De raad van bestuur heeft een beleid geformuleerd ten aanzien van Veiligheid, Kwaliteit, Arbo en Milieu (SHEQ). De verantwoordelijkheid voor invoering en naleving ligt primair bij de lijnorganisatie. Een centrale afdeling ziet toe op naleving van dit beleid en voert regelmatig audits uit in de operatie. Tevens volgt deze afdeling de wijzigingen in wet- en regelgeving en adviseert ten aanzien van het wijzigen van het beleid. Energieprijsrisico
Een groot deel van de warmte die door de afvalverbrandingsinstallaties wordt geproduceerd, wordt omgezet in elektrische energie. De onderneming voert een actief beleid met betrekking tot de verkoop van elektriciteit en het beheersen van de hieraan verbonden risico’s. Dit beleid is vastgelegd in procedures die goedgekeurd zijn door de raad van bestuur en de aandeelhouders. Elektriciteit wordt aan het elektriciteitsnet verkocht via de APX-markt. Het tarief dat per uur gerealiseerd wordt op deze markt is onderhevig aan het krachtenspel van vraag en aanbod en is derhalve volatiel. Van Gansewinkel Groep kiest er voor een groot deel van haar electriciteitsproductie af te dekken, hetgeen resulteert in een beter te voorspellen en stabieler verloop van de omzet. Dit wordt beschreven in paragraaf 8.6.1 van de jaarrekening. Counterparty risk
De revolving credit facility (de financieringsfaciliteit voor onder meer het werkkapitaal) wordt verstrekt door een breed syndicaat van banken en fondsen. Het financieringsrisico wordt daardoor voldoende gespreid. Van Gansewinkel Groep kiest ervoor om ook haar verzekeringspolissen en derivaten transacties te spreiden over diverse kredietwaardige financiële dienstverleners om daarmee continuïteit van de dekking te realiseren.
Cyclische groei
De crisis heeft aangetoond dat Van Gansewinkel Groep in staat is snel in te spelen op veranderende macro-economische omstandigheden en markt- fluctuaties. De onderneming heeft medio 2008 de focus verlegd van het faciliteren van groei naar het verhogen van de productiviteit en efficiency. De bedrijfscultuur van het bedrijf maakt dat goed mogelijk. De onderneming is gegroeid door lokaal ondernemerschap te combineren met regie op beleid en resultaat. Door die nadruk op het lokale ondernemerschap kunnen de medewerkers snel worden gemobiliseerd en de betrokkenheid van de medewerkers maakt dat we snel kunnen schakelen. De raad van bestuur is er van overtuigd dat deze cultuur het bedrijf ook gaat helpen zodra de groei weer aantrekt.
109
Economy - Verkorte jaarrekening
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (x € 1.000) *Verwijzing
31 december 2009
31 december 2008
31 december 2007
992.391
ACTIVA
Verkorte jaarrekening De verkorte jaarrekening is ontleend aan de statutaire jaarrekening van Van Gansewinkel Groep bv voor 2009. Deze is goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 april 2010. De volledige jaarrekening is beschikbaar via de website van de onderneming (www.vangansewinkel.com). De externe accountant heeft een goedkeurende verklaring verstrekt bij de goedgekeurde statutaire jaarrekening voor 2009.
Vaste activa Materiële vaste activa
10.1
881.299
997.165
Goodwill
10.2
782.630
850.796
943.161
Overige immateriële vaste activa
10.3
242.690
280.477
316.100
Deelnemingen
10.4
6.796
6.838
12.438
Actieve belastinglatentie
10.5
95.805
70.613
42.054
Derivaten
10.6
5.746
5.814
4.658
Overige financiële vaste activa
10.7
1.837
108.818
5.050
2.016.803
2.320.521
2.315.852
Totaal vaste activa
Vlottende activa
Voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van de onderneming dient deze verkorte jaarrekening gelezen te worden in samenhang met de volledige statutaire jaarrekening, waaraan deze verkorte versie is ontleend.
Voorraden
10.8
18.807
20.881
14.008
Debiteuren en overige vorderingen
10.9
162.257
188.500
210.641
Derivaten
10.6
9.162
1.358
1.824
Overlopende activa
10.10
8.359
7.858
7.778
Kortlopend deel overige financiële vaste activa
10.11
90.400
28.592
-
Liquide middelen
10.12
93.515
83.318
67.356
382.500
330.507
301.607
Vaste activa beschikbaar voor verkoop
10.13
16.082
7.418
15.120
398.582
337.925
316.727
2.415.385
2.658.446
2.632.579
Totaal vlottende activa
Totaal activa
De financiële resultaten van 2009 zijn in grote mate beïnvloed door de economische marktomstandigheden, die hebben geleid tot een afvaltekort en verlies van verwerkingscontracten. Dit heeft geresulteerd in een reorganisatieprogramma en sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam.
De economische omstandigheden hebben daarnaast geleid tot een afwaardering van de goodwill van € 70 miljoen, die voor € 40 miljoen betrekking heeft op de verwerkingstak en voor € 30 miljoen op de recyclingsactiviteiten. De actieve belastinglatentie is toegenomen door het nettoverlies van 2009.
De eenmalige operationele lasten bedragen € 170 miljoen en hebben impact op diverse items van de jaarrekening 2009. De materiële vaste activa zijn, naast de investeringen en reguliere afschrijvingslasten, met € 51 miljoen afgenomen als gevolg van de eenmalige bijzondere waardevermindering van de centrale in Rotterdam.
Als gevolg van de herziene overeenkomst met de gemeente rondom de afvalenergiecentrale Rotterdam heeft er een afwaardering plaatsgevonden van € 38 miljoen op de lange termijn vordering. Het in 2010 te vorderen bedrag van € 90 miljoen is gerubriceerd in het kortlopend deel van de financiële vaste activa.
*De verwijzingen refereren naar de paragraaf in de volledige jaarrekening waarin een nadere toelichting is opgenomen. De volledige jaarrekening is beschikbaar op www.vangansewinkelgroep.com
110 / jaarbeeld 09
111
Economy - Verkorte jaarrekening
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 2009 (x € 1.000)
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (x € 1.000) *Verwijzing
31 december 2009
31 december 2008
31 december 2007 Omzet
PASSIVA
*Verwijzing
2009
2008
11.1
1.137.367
1.200.423 50.930
Overige bedrijfsopbrengsten
11.2
-
Grond- & hulpstoffen en energie
11.3
-38.791
-41.710
10.611
Verwerkingskosten derden
11.4
-211.753
-256.508
-
Onderhoudskosten derden
11.5
-19.564
-28.633
Personeelskosten
11.6
-325.480
-297.658
Groepsvermogen Geplaatst aandelenkapitaal
10.14
40
40
40
Agioreserve
10.15
520.636
520.636
Herwaarderingsreserve
10.16
6.732
6.732
Ingehouden resultaat
10.17
-172.881
-65.180
13.482
Onverdeeld resultaat
-190.887
-105.477
-79.236
Afschrijvingskosten immateriële vaste activa en
Eigen vermogen
163.640
356.751
-55.103
materiële vaste activa
11.7
-293.132
-243.706
Overige bedrijfskosten
11.8
-321.956
-323.150
-73.309
59.988
Aandeel van derden in groepsmaatschappijen
10.18
Totaal groepsvermogen
15.612
15.544
16.314
Bedrijfsresultaat
179.252
372.295
-38.789
Financiële baten
11.9
3.590
13.211
Financiële lasten
11.9
-158.506
-213.656
11.10
-330
2.949
-228.555
-137.508
41.018
34.136
-187.537
-103.372
-190.887
-105.477
3.350
2.105
-187.537
-103.372
Aandeel in resultaat niet-geconsolideerde deelnemingen
Langlopende verplichtingen Leningen Derivaten Voorziening voor latente belastingen Pensioenvoorziening
10.19
1.658.032
1.735.067
2.206.226
10.6
16.396
34.541
5.346
10.20
83.155
95.177
98.243
10.21.1
3.860
3.240
1.728
Jubileumvoorziening
10.21.2
3.713
3.362
3.236
Overige voorzieningen
10.21.3
73.017
52.130
41.862
1.838.173
1.923.517
2.356.641
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belasting Belastingen naar de winst
Resultaat na belastingen
11.11
Komt toe aan: Totaal langlopende verplichtingen
De aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep bv Derden
Kortlopende verplichtingen Handelscrediteuren en overige schulden
10.22.1
159.578
188.147
139.885
Leningen
10.19
86.093
64.589
70.326
Derivaten
10.6
29.640
7.112
515
Kortlopend deel overige voorzieningen
10.21.3
28.594
10.242
16.560
Overige schulden en overlopende passiva
10.22.2
94.056
92.544
87.407
397.961
362.634
314.727
Totaal verplichtingen
2.236.134
2.286.151
2.671.368
Totaal passiva
2.415.385
2.658.446
2.632.579
Te betalen winstbelasting
-
Totaal kortlopende verplichtingen
-
34
De economische marktomstandigheden komen tot uitdrukking in een lagere omzet als gevolg van prijs- en volumedalingen. Dit is deels gecompenseerd door lagere kosten voor grondstoffen (o.a. diesel) en dienstverlening door externen. De overige bedrijfsopbrengsten in 2008 hadden betrekking op de eenmalige bate inzake de overeenkomst met de gemeente Rotterdam rondom de vergunning voor de afvalenergiecentrale in Rotterdam.
De gevolgen van de sluiting van de centrale in Rotterdam zijn zichtbaar in de toename van de personeelskosten als gevolg van reorganisatiekosten (€ 28 miljoen) en eenmalige lasten met betrekking tot de materiële vaste activa (€ 51 miljoen begrepen in de afschrijvingskosten). Daarnaast is € 70 miljoen begrepen in de afschijvingskosten van de immateriële vaste activa als gevolg van de waardevermindering van de goodwill. Deze bijzondere lasten in 2009 worden in de vergelijking met 2008 deels gecompenseerd door eenmalige lasten die in 2008 verantwoord zijn.
Het groepsvermogen is in 2009 met name afgenomen door het geleden verlies van € 188 miljoen. De langlopende leningen zijn afgenomen door aflossingen. Door het reorganisatieprogramma zijn de voorzieningen toegenomen met € 21 miljoen. Daarnaast heeft een toevoeging aan de sloopvoorziening plaatsgevonden van € 20 miljoen voor de sloop van de afvalenergiecentrale in Rotterdam.
112 / jaarbeeld 09
113
Economy - Verkorte jaarrekening
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2009 (x € 1.000)
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet- gerealiseerde resultaten voor het jaar eindigend op 31 december 2009 (x € 1.000)
*Verwijzing
2009
2008
2009
2008
-187.537
-103.372
-
6.732
84
169
541
-
- Mutatie pensioenvoorziening
Belastingen op inkomsten/kosten direct verwerkt in het eigen vermogen
-3.091
-
- Mutatie jubileumvoorziening
10.21.2
351
103
Baten/(lasten) direct verwerkt in het eigen vermogen
-2.466
6.901
- Mutatie overige voorzieningen
10.21.3
39.239
-15.335
-
-
Resultaat boekjaar Winst/(verlies) op herwaardering gerelateerd aan overnames Koersverschillen ontstaan door omrekening van buitenlandse activiteiten Waardering financiële lease
Overboeking vanuit het eigen vermogen (na belastingen)
Totaal verwerkt verlies over het jaar
-190.003
-96.471
Komt toe aan: de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep bv derden
-193.111
-98.576
3.108
2.105
-190.003
-96.471
Resultaat voor belastingen
-228.555
Aanpassing voor: - Afschrijvingskosten van immateriële en materiële vaste activa
11.7
293.132
243.706
10.21.1
620
1.512
- Financiële baten
11.9
-3.590
-13.211
- Financiële lasten
11.9
158.506
213.656
11.10
330
-2.949 -50.930
- Aandeel in resultaat van deelnemingen - Toegezegde compensatie
11.2
-
- Mutatie marktwaarde operationele hedges
12.2
-15,770
Totale aanpassingen resultaat
4.397 472.818
380.949
Wijzigingen in werkkapitaal
12.1
1.998
Ontvangen dividend
10.4
307
510
-1.282
-1.243
Vennootschapsbelasting betaald/ontvangen
De posten in bovenstaand overzicht zijn exclusief belastingen of betreffen belastingen die direct in het eigen vermogen zijn verwerkt.
-137.508
Kasstroom uit operationele activiteiten
54.598
1.023
53.865
245.286
297.306
Investering in: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - groepsmaatschappijen
Aansluiting EBITDA-resultaat managementrapportage en jaarrekening (x € 1.000)
-316 -127.925
-3.041
-21.297
- overige deelnemingen
-118
-
- overige financiële vaste activa
-110
-60
6.722
10.346
-
7.950
-
5.922
Desinvestering in: - materiële vaste activa
270.000
- groepsmaatschappijen
250.000
- overige deelnemingen - overige financiële vaste activa
230.000
-2.739 -78.586
5.181
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-72.691
-125.380
210.000 190.000
Langlopende schulden (per saldo ontvangen resp. afgelost)
-62.070
-39.157
Betaalde interest
-97.203
-113.202
Terugbetaling kapitaal
175.000
Betaald dividend 150.000
€ 259.037 EBITDA management rapportage
(€ 54.984) EBITDA Normalisaties
€ 15.770 Ongerealiseerde resultaten derivaten
€ 219.823 EBITDA jaarrekening
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Geldmiddelen per 31 december
-155.333
10.281
16.593
10.12
83.318
67.356
-84
-631
10.12
93.515
83.318
Koers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen
De normalisaties hebben met name betrekking op eenmalige lasten als gevolg van de sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam. Deze lasten betreffen reorganisatiekosten (€ 28 miljoen) en toevoeging aan de sloopvoorziening (€ 20 miljoen).
-2.974 -162.313
Toe-/afname geldmiddelen Geldmiddelen per 1 januari
-3.040
EBITDA: Operationeel resultaat voor afschrijvingen
114 / jaarbeeld 09
115
Economy - Verkorte jaarrekening
Goodwill (x € 1.000)
GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN MUTATIES IN EIGEN VERMOGEN (x € 1.000)
Toekomend aan de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep bv Geplaatst aandelenkapitaal Balans op 31 december 2007
40
Agio- Herwaardereserve ringsreserve 10.611
-
Ingehouden resultaat 13.482
De veranderingen in goodwill zijn als volgt:
Onverdeeld resultaat -79.236
Totaal Minderheids belang -55.103
16.314
Totaal vermogen -38.789
Kosten
Gerealiseerde resultaten Resultaat na belasting
-
-
-
-
-105.477
-105.477
2.105
-103.372
Gecumuleerde waardevermindering Boekwaarde
Andere gerealiseerde resultaten Winst/(verlies) op herwaardering gerelateerd aan overnames
-
-
6.732
-
-
6.732
-
6.732
Koersverschillen ontstaan door omrekening van buitenlandse activiteiten
-
103 -
-
169
-
169
-6
163
Distributie van het resultaat van vorig jaar
-
-
-
-79.236
79.236
-
-
-
Overige aanpassingen
-
-
-
-
-
-
105
105
Totale gerealiseerde resultaten
-
-
6.732
-79.067
-26.241
-98.576
2.204
-96.372
Resultaat wisselkoersen Overige veranderingen Desinvesteringen
-
-
-
405
-
405
-
405
-
-
-
-
-
-
-2.974
-2.974
Conversie aandeelhouderslening
-
510.025
-
-
-
510.025
-
510.025
Totaal aantal aandeelhoudertransacties
-
510.025
-
405
-
510.430
-2.974
507.456
40
520.636
6.732
-65.180
-105.477
356.751
15.544
372.295
-
-
-
-
-190.887
-190.887
3.350
-187.537
Winst/(verlies) op herwaardering gerelateerd aan overnames
-
-
-
-
-
-
-
-
Koersverschillen ontstaan door omrekening van buitenlandse activiteiten
-
103 -
-
68
-
68
16
84
Distributie van het resultaat van vorig jaar
-
-
-
-105.477
105.477
-
-
-
Waardering finaciële lease
-
-
-
541
-
541
-
541
Vennootschapsbelasting direct onttrokken aan eigen vermogen
-
-
-
-2.833
-
-2.833
-258.
-3.091
Totale gerealiseerde resultaten
-
-
-
-107.701
-85.410
-193.111
3.108
-190.003
Dividenden gerelateerd aan 2009
-
-
-
-
-
-
-3.040
-3.040
Totaal aantal aandeelhoudertransacties
-
-
-
-
-
-
-3.040
-3.040
Balans op 31 december 2008 Gerealiseerde resultaten Resultaat na belasting Andere gerealiseerde resultaten
40
520.636
6.732
-172.881
-190.887
163.640
15.612
179.252
962.391
-41.226
-19.230
850.796
943.161
1.930
2.213
26
-15
-180
-68.309
-173
-2.754 -23.500
-68.166
-92.365
Kosten
893.686
892.022
Gecumuleerde waardevermindering
-111.056
-41.226
Boekwaarde
782.630
850.796
Balans per 31 december
Goodwill is gerelateerd aan de kasstroom genererende eenheden (KGE) die zijn geïdentificeerd op basis van de verschillende operationele activiteiten. De KGE’s zijn: Waste Processing, Contaminated Soil, Dutch Collection, Industrial Services, Collection Belgium, Collection International, Recycling en Other participations. De realiseerbare waarde van een KGE is gebaseerd op de reële waarde verminderd met de te maken verkoopkosten. Deze berekeningen gebruiken kasstroomprojecties (na belastingen), die gebaseerd zijn op door het management goedgekeurde
financiële budgetten voor het aankomende jaar en goedgekeurde vooruitzichten voor de daaropvolgende 9 jaren (Recycling 14 jaar door een langere marktstabilisatie periode). Kasstromen voorbij de tienjaarperiode zijn geëxtrapoleerd met gebruikmaking van de geschatte groeipercentages zoals hieronder beschreven. Door een verschil in belastingtarieven in de landen waar we actief zijn, is de gebruikte disconteringsvoet (vóór belastingen) voor alle KGE operationeel in Nederland 8.5% en 8.0% voor de KGE operationeel in andere landen.
De belangrijkste aannames die zijn gebruikt voor de berekening van de reële waarde zijn als volgt:
Transacties met andeelhouders
Balans op 31 december 2009
892.022
-69.769
Waardeverminderingen
Transacties met aandeelhouders
Dividenden gerelateerd aan 2008
2008
Veranderingen jaar Verandering consolidatiekring
Effect van de wijzigingen in grondslag voor financiële verslaggeving
2009 Balans per 1 januari
Goodwill per business unit voor waardevermindering (in miljoen Euros)
**CAGR 2010 - 2019
Groeivoet > 2019
**EBIT-Marge > 2019
Totaal
853
2,0%
1,8%
13,2%
Waste Processing
406
-2,7%
1,0%
27,5%
4
-1,1%
1,6%
8,7% 11,5%
Contaminated Soil
287
3,0%
2,0%
Industrial Services
Dutch Collection
2
0,7%
2,0%
4,4%
Collection Belgium
47
4,5%
2,0%
11,1%
Collection International Recycling Other Participations
2
4,7%
2,0%
8,2%
105
9,0%
2,0%
12,6%
1
5,2%
2,0%
13,8%
*CAGR = compound annual growth rate (samengesteld jaarlijks groeipercentage) **EBIT = operationeel resultaat
Overige belangrijke aannames zijn: 1) dat vanaf 2011 de economie verder zal groeien en als gevolg daarvan zal de groei van de business units terug gaan naar groeitrends van de jaren voor de crisis; 2) er zijn geen significante veranderingen in klantcontracten te verwachten voor alle business units; 3) investeringen in materiële vaste activa zijn in lijn met 2010; en 4) investeringen zullen groeien in lijn met de lange termijn groeivoet. Daarnaast zijn bij de KGE Recycling nog steeds synergievoordelen te realiseren.
116 / jaarbeeld 09
Gebaseerd op de hierboven omschreven aannames, bedraagt de bijzondere waardevermindering van de goodwill voor 2009 € 69,7 miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: € 39,4 miljoen voor de KGE Waste Processing en € 30,3 miljoen voor de KGE Recycling.
117
Economy - Verkorte jaarrekening
De gevoeligheid van het toegepaste model is getest door het individueel variëren van drie parameters, bij het gelijk houden van de overige parameters aan de originele aannames. Dit resulteert in onderstaande impairment-tabel waarbij de uitkomsten volledig gerelateerd zijn aan de KGE Waste Processing en Recycling. Bij een lagere omzetgroei zal Dutch Collection ook een bijzondere waardevermindering laten zien. Lagere marges en een hogere disconteringsvoet zullen niet leiden tot bijzondere waardeverminderingen bij de andere KGE dan Waste Processing en Recycling. Bedragen in miljoen EUR Disconteringsvoet Aangepaste omzetgroei Aangepaste EBITDAE-marge
plus 1% 150,5 8,9 40,9
minus 1% 69 69 69
13,7 206,9 98,6
Bij het gelijk blijven van alle andere aannames, zal een toename van een van de variabelen met 1% (bijv. disconteringsvoet) leiden tot een totale bijzondere waardevermindering zoals aangegeven in de daarbij behorende cel in de tabel. Bijvoorbeeld, een toename van de disconteringsvoet met 1% zal leiden tot een bijzondere waardevermindering van € 150,5 miljoen. Een afname van de disconteringvoet met 1% zal leiden tot een totale bijzondere waardevermindering van € 13,7 miljoen. Gebaseerd op de gevoeligheidsanalyse is de bijzondere waardevermindering voor goodwill met een een bedrag van € 69,7 miljoen aannemelijk, mede doordat de overige KGE’s een redelijke ruimte hebben om veranderingen in de aannames op te vangen.
Schuldpositie De schuldpositie van de vennootschap en haar geconsolideerde deelnemingen is als volgt uit te splitsen:
Totaal Totaal Termijn 31 december 31 december > 5 jaar 2009 2008
Gemiddelde rente
Termijn < 1 jaar
Termijn 1-5 jaar
Financiële instellingen
5,2%
57.985
1.498.541
137.500
1.694.026
Aandeelhouders
7,0%
575
-
-
575
993
12,5%
-
8.697
14.665
23.362
20.843 29.070
Preferente aandelen
1.719.747
Financiële leaseverplichtingen
5,5%
8.416
12.341
959
21.716
Rekening courant positie banken
6,3%
20.952
-
-
20.952
45.951
Overige leningen
4,3%
2.190
5.024
1.613
8.827
12.405
90.188
1.524.603
154.737
1.769.458
1.829.009
-4.122
-16.488
-4.820
-25.430
-29.547
97
-
-
97
194
86.093
1.508.115
149.917
1.744.125
1.799.656
Langlopende rentedragende schulden
-
1.508.115
149.917
1.658.032
1.735.067
Kortlopende rentedragende schulden
86.093
-
-
86.093
64.589
Balans per 31 december
86.093
1.508.115
149.917
1.744.125
1.799.656
Gecapitaliseerde financieringskosten Aanpassing op ‘fair value’ van overnamedatum (mbt financiële instellingen)
Classificatie
Voor een nadere toelichting op de schuldpositie verwijzen wij naar sectie 10.19 Borrowings in de jaarrekening 2009.
Onderstaande tabel verschaft inzicht in de terugbetalingsverplichtingen en renteverplichtingen inzake schulden. Voor alle jaren zijn de nominale bedragen weergegeven. Voor een verdere toelichting op de schuldpositie en de financiële risico’s en beheersingsmaatregelen verwijzen wij naar sectie 8 Financial instruments van de jaarrekening 2009. Nominale kasstroom na 2009
Aflossingen Aflossing aandeelhouderslening Rentelasten Financiële garanties Subtotaal
Rentetarief hedges Totale kasstroom Gemiddeld rentepercentage*
2010
2011
2012
2013
2014
>2014
57.958
80.550
84.636
628.356
705.000
137.500
575
-
-
-
-
-
57.533
74.205
79.613
73.953
23.766
2.217
-
-
-
-
-
-
116.093
154.755
164.250
702.309
728.766
139.717
29.465
10.890
4.987
765
-
-
145.558
165.645
169.237
703.074
728.766
139.717
1,2%
2,4%
3,0%
3,5%
3,9%
4,0%
* Het gemiddelde rentepercentage is gebaseerd op het Euribor-tarief, gebruikt voor de bovenstaande berekeningen, met uitzondering van de preferente aandelen.
118 / jaarbeeld 09
119
Economy - Verkorte jaarrekening
Toelichting op de winst- en verliesrekening (x € 1.000) De netto-omzet is grotendeels gerealiseerd in Nederland en is behaald uit diverse activiteiten die verband houden met het inzamelen, bewerken, recyclen en verwerken van afval alsmede activiteiten die hiermee samenhangen. 2009
2008
886.844
942.774
België en Luxemburg
187.430
190.964
Overige landen
63.092
66.685
1.137.367
1.200.423
Nederland
De netto-omzet is voorts naar de belangrijkste categorieën te onderscheiden (x € 1.000) 2009
2008
Verwerking
330.705
325.254
Inzameling
716.840
774.993
76.026
83.000
Recycling Overig
13.796
17.176
1.137.367
1.200.423
Medewerkers Ultimo 2009 waren 5.675 (vorig jaar 5.867) medewerkers in dienst op basis van een volledig dienstverband (fte’s) bij de vennootschap en haar geconsolideerde deelnemingen. Opgesplitst naar geografische spreiding kan de samenstelling van het personeelsbestand (op basis van fte's) per land als volgt worden weergegeven: 31 december 2009
31 december 2008
Nederland
3.915
4.051
België en Luxemburg
1.050
1.087
Overige landen
710
729
5.675
5.867
Bezoldiging bestuurders (x € 1.000) Onder de personeelskosten is in het verslagjaar een bezoldiging aan betrokken bestuurders inbegrepen. De bestuurdersbezoldiging omvat brutoloon, sociale lasten, pensioenlasten en een resultaatafhankelijke bonus.
raad van bestuur
Salaris en sociale lasten
Pensioen lasten
Bonus 2009
Totaal
Mr. L.M. Sondag
CEO
626
203
615
1.444
R.C. de Fluiter Balledux
CFO per 1 juni 2009
220
38
204
462
Mr. D.T.G. Gijsbers
COO
239
60
230
529
Y.W.A. Luca
COO
306
55
230
591
ing. F. v.d. Noort
COO
239
46
230
515
1.630
402
1.509
3.541
De raad van bestuur heeft eind 2008 besloten af te zien van een salarisverhoging in 2009 en de bonus over 2008. De bonus voor 2009 is gebaseerd op financiële criteria, met name vrije kasstroom voor financieringslasten. Op dit criterium wordt ook, naast de persoonlijke doelstellingen, de bonus van andere medewerkers van de onderneming gebaseerd. De onderneming heeft de afgesproken doelstelling over 2009 volledig gerealiseerd. Vandaar dat, naast de leden van de raad van bestuur, alle medewerkers een bonus over 2009 hebben ontvangen. De raad van bestuur heeft aan de aandeelhouders voorgesteld om de bonus over 2010 te verbreden met duurzaamheidcriteria. De aandeelhouders hebben ingestemd met deze meervoudige duurzaamheidcomponent.
120 / jaarbeeld 09
121
Bijlagen
GRI-tabel Indicator
Omschrijving
Pagina
1.1
Visie en strategie van Van Gansewinkel Groep m.b.t. duurzame ontwikkeling
20 en 62
1.2
Beschrijving van meest relevante impacts, risico's en mogelijkheden
107 voorzijde omslag
Visie en strategie
Assurance-rapport Aan de raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep bv
Profiel van de organisatie 2.1
Naam van de verslaggevende organisatie
2.2
Belangrijkste producten en merken
6
2.3
Operationele structuur van de organisatie
6
2.4
Locatie hoofdkantoor
achterzijde omslag
2.5
Landen waar de activiteiten van de organisatie plaatsvinden
46
2.6
Rechtsvorm
6 36
2.7
Markten
2.8
Omvang van de verslaggevende organisatie
6
2.9
Organisatie veranderingen
20 tot 36
2.10
Onderscheidingen
79
Reikwijdte van het verslag 3.1
Verslag periode
5
3.2
Datum van het meest recente verslag
5
3.3
Verslaggevingscyclus
5
3.4
Contactgegevens voor verdere informatie
129
3.5
Proces inhoud verslag
62
3.6
Afbakening / Begrenzing van het verslag
62 62
3.7
Afbakening beperkingen
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden
5
3.9
Meetmethoden en de basis voor berekeningen
5
3.10
Herformulering van eerder verstrekte informatie
5
3.11
Beïnvloedende factoren voor de vergelijkbaarheid tussen verslagperioden
5
3.12
Management disclosures
71
3.13
Beleid externe assurance
71
Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid 4.1
Bestuursstructuur
71
4.2
Voorzitter van het hoogste bestuurslichaam
71
4.3
Onafhankelijkheid van raad van commissarissen
38
4.4
Mechanismen voor aandeelhouders en medewerkers
77 en 78
4.5
Beloning topkader
78
4.6
Processen die waarborgen dat strijdige belangen worden vermeden
107 124
4.7
Expertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam
4.8
Intern ontwikkelde missie- of beginselverklaringen
22
4.9
Procedures van het hoogste bestuurslichaam
62
4.10
Prestaties hoogste bestuurslichaam
78
4.11
Voorzorgsprincipe
109
4.12
Overige externe initiatieven
84 tot 90
4.13
Lidmaatschap van verenigingen
84 tot 90
4.14
Lijst van groepen belanghebbenden
84 tot 90
4.15
Inventarisatie en selectie van belanghebbenden
84 tot 90
4.16
Benadering van het betrekken van belanghebbenden
84 tot 90
4.17
Onderwerpen door de betrokkenheid van belanghebbenden
84 tot 90
EC 1
Directe economische waarde, omzet, kosten en maatschappelijke investeringen
110 - 120 12 - 20, 40 - 46, 48 , 54 - 60, 102 - 106
Economische indicatoren Milieu indicatoren EN 1
Gewicht van materialen
EN 2
Percentage recycled materiaal
48
EN 3
Direct primair energieverbruik
99
EN 4
Indirect energieverbruik
99 99
EN 5 (add.)
Energiebesparing en efficiëntieverbeteringen
EN 6 (add.)
Initiatieven energie-efficiënte en duurzame energie
98
EN 7 (add.)
Initiatieven verlaging indirect energieverbruik
96
EN 16
Emissie van broeikasgassen
100
EN 18 (add.)
Initiatieven verlagen emissies
96 - 100 40 - 45
EN 19
Emissie van ozonafbrekende stoffen
EN 20
NO, SO luchtemissies
EN 21
Totale waterafvoer naar kwaliteit
EN 22
Totaalgewicht afval
100 48
EN 26
Inititiatieven ter compensatie van de milieugevolgen
90 - 100
EN 27
Terugvorderbaar percentage verhandelbare goederen
12 - 20, 40 - 46, 48 , 54 - 60, 102 - 106
Opdracht en verantwoordelijkheden
Reikwijdte en werkzaamheden
Wij hebben het in dit jaarbeeld opgenomen beleid, de bedrijfsvoering, de gebeurtenissen en de prestaties ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen in verslagjaar 2009, zoals opgenomen op pagina 1 tot en met 105 en pagina 122 (hierna te noemen ‘het Maatschappelijk Jaarverslag’) van Van Gansewinkel Groep bv te Rotterdam beoordeeld. In dit Maatschappelijk Jaarverslag legt Van Gansewinkel Groep bv verantwoording af over de maatschappelijke prestaties in 2009.
Wij hebben onze beoordeling verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3410N ‘Assurance-opdrachten inzake maatschappelijke verslagen’. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden hebben in hoofdzaak bestaan uit: • het uitvoeren van een omgevingsanalyse en het verkrijgen van inzicht in de branche, relevante maatschappelijke thema’s en kwesties, relevante wetten en regels en de kenmerken van de organisatie; • het beoordelen van de aanvaardbaarheid van het verslaggevingsbeleid en de consistente toepassing hiervan, waaronder het beoordelen van de uitkomsten van de stakeholderdialoog en de redelijkheid van schattingen gemaakt door het management, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van het Maatschappelijk Jaarverslag; • het beoordelen van de systemen en processen voor informatieverzameling, interne controles en verwerking van de overige informatie, waaronder de aggregatie van gegevens tot informatie zoals opgenomen in het Maatschappelijk Jaarverslag; • het beoordelen van de interne en externe documentatie om te bepalen of de informatie in het Maatschappelijk Jaarverslag adequaat is onderbouwd; • het beoordelen van het toepassingsniveau volgens de G3 Richtlijnen van GRI.
Beoordeling: beperkte mate van zekerheid
Ons onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een beoordelingsopdracht. Een beoordeling is gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid op basis van werkzaamheden die minder diepgaand zijn dan bij een controleopdracht. De mate van zekerheid die wordt verkregen naar aanleiding van beoordelingswerkzaamheden is daarom ook lager dan de zekerheid die wordt verkregen naar aanleiding van controlewerkzaamheden. Wij geven geen zekerheid bij de vooronderstellingen en de haalbaarheid van toekomstgerichte informatie in het Maatschappelijk Jaarverslag, zoals doelstellingen, verwachtingen en ambities. De raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep bv is verantwoordelijk voor het opstellen van het Maatschappelijk Jaarverslag. Wij zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van een assurance-rapport inzake het Maatschappelijk Jaarverslag.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Conclusie
Verslaggevingscriteria
Van Gansewinkel Groep bv heeft verslaggevingscriteria ontwikkeld die zijn gebaseeerd op de in oktober 2006 gepubliceerde ‘G3 Richtlijnen’ van het Global Reproting Initiative (GRI), als vermeld op pagina 5. Wij achten de verslaggevingscriteria relevant en toereikend voor ons onderzoek.
Op grond van ons onderzoek hebben wij geen reden te concluderen dat het Maatschappelijk Jaarverslag geen, in alle van materieel belang zijnde aspecten, betrouwbare en toereikende weergave bevat van het beleid van Van Gansewinkel Groep bv ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen en van de bedrijfsvoering, de gebeurtenissen en de prestaties op dat gebied in het verslagjaar 2009, in overeenstemming met de verslaggevingscriteria van Van Gansewinkel Groep bv.
Sociale indicatoren
122 / jaarbeeld 09
LA 1
Profiel personeelsbestand
77
LA 2
Netto werkgelegenheid
77 78, 81 en 82
LA 7
Veiligheid, ongevallen en verzuim
LA 10
Opleidingen en trainingen
78
LA 11 (add.)
Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren
78
HR 2
Toetsing belangrijke leveranciers op naleving van de mensenrechten
68
SO 1
Maatschappelijke activiteiten
84 - 90
SO 8
Monetaire waarden van significante boetes
82
PR 1
Beoordeling gevolgen gezondheid en veiligheid
81 en 82
PR 5 (add.)
Klanttevredenheid
86
PR 6
Marketingcommunicatie
88
Rotterdam, 29 april 2010 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door drs. M.R.G. Adriaansens RA
123
Bijlagen
Personalia raad van bestuur
Personalia raad van commissarissen D.T.G. Gijsbers (1964) COO
L.M. Sondag (1962) CEO Ruud Sondag studeerde rechten aan de Rijks Universiteit Utrecht. In de periode 1987-1997 vervulde hij diverse managementfuncties bij Nedlloyd lijnen, laatstelijk als Marketing- en Salesdirecteur Europa. In 1997 werd hij Marketing- en Salesdirecteur bij Van Gansewinkel Groep en lid van de Hoofddirectie. Sinds 2001 is hij voorzitter van de raad van bestuur, CEO (Chief Executive Officer) van Van Gansewinkel Groep. Commissariaten / nevenfuncties: - Lid van de raad van commissarissen van de Meeuw Holding B.V., bouwonderneming met specialisatie tijdelijke en permanente huisvesting - Voorzitter Bestuur van Stichting Regionale Omroep Brabant - Lid van de adviesraad van de Faculteit rechten, economie en bestuurskunde - Bestuurslid van de raad van advies van de Groene Zaak, een brancheoverstijgende vertegenwoordiging van duurzaam ondernemend Nederland die nadrukkelijk samenwerking met politiek en overheid zoekt
Diederik Gijsbers studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg. Na zijn studie is hij als juridisch adviseur in dienst getreden bij BDO CampsObers registeraccountants. In 1992 maakte hij de overstap naar de Van Gansewinkel organisatie. Daar vervulde hij diverse functies. Hij was van 1996 tot 2001 verantwoordelijk voor alle inzamelactiviteiten in Nederland. Vanaf 2001 maakt hij deel uit van de Groepsdirectie en sinds de zomer van 2005 van de raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep. Sinds april 2007 is hij binnen de raad van bestuur verantwoordelijk voor de inzamel- en bewerkingsactiviteiten in Nederland. Commissariaten / nevenfuncties: - Vicevoorzitter Vereniging van Afvalbedrijven - Lid raad van commissarissen Van Loon, vleesbedrijf
C.J. van den Driest (1947) Y. Luca (1965)
H. van Berckel (1960)
COO
Huidige functie: Senior Managing Director CVC Capital Partners, Nederland Nederlandse nationaliteit Benoemd per 1 maart 2006
Yves Luca studeerde toegepaste economische wetenschappen aan de Rijks Universiteit Gent. Na zijn legerdienst vervulde hij functies bij Air Products te Emmaus (USA) en BauwensCotrabel. Bij laatstgenoemde was hij verantwoordelijk voor Cotrabel. Op 1 juni 1995 trad hij als logistiek manager in dienst van Van Gansewinkel België. In de daaropvolgende jaren vervulde hij diverse regionale en nationale directiefuncties. Vanaf 2001 maakt hij deel uit van de Groepsdirectie en sinds de zomer van 2005 van de raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep. Sinds april 2007 is hij verantwoordelijk voor de recyclingbedrijven Coolrec en Maltha en alle inzamelactiviteiten buiten Nederland.
Hugo van Berckel is partner bij CVC Capital Partners. Voordat hij in 1999 bij CVC Capital Partners kwam werken heeft hij diverse functies bekleed bij o.a. ABN AMRO bank en KLM Royal Dutch Airlines. Hugo van Berckel studeerde rechten aan de Universiteit van Leiden en is in het bezit van een MBA degree van INSEAD, Fontainebleau. Hij bekleedt onder andere commissariaten bij Konijnklijke Volker Wessels Stevin en Schuitema.
Huidige functie: Voorzitter van de raad van commissarissen bij Dura Vermeer Groep NV, de Anthony Veder Group N.V. en Van Oord N.V. Nederlandse nationaliteit Benoemd per 1 april 2009 Carel van den Driest studeerde bedrijfseconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn studie werkte hij bij o.a. Shell in Den Haag en Brunei en kwam uiteindelijk te werken voor Van Ommeren Matex. Binnen Van Ommeren vervulde hij een aantal directiefuncties om uiteindelijk tot de raad van bestuur toe te treden, vanaf 1991 tot 1999 als Voorzitter. In 2000 stapte Van den Driest over naar ECT en vervulde daar de functie van Voorzitter van de Directie. In 2002 werd hij uiteindelijk Voorzitter van de raad van bestuur van Koninklijke Vopak N.V., een functie die hij vervulde tot medio 2005.
R.C. de Fluiter Balledux (1963) lid raad van bestuur per 26 mei 2009
CFO
F.C.W. van de Noort (1965)
124 / jaarbeeld 09
Rob de Fluiter Balledux studeerde Fiscale Economie en Rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Na zijn studie begon hij als belastingadviseur bij Deloitte & Touche, waarna hij in 1995 de overstap maakte naar Nedlloyd. Binnen Nedlloyd begon hij als Hoofd Fiscale Zaken en volgde hij in 2000 een opleiding aan de Harvard Business School (USA). De Fluiter Balledux eindigde zijn loopbaan bij Nedlloyd als directeur Financiën. In 2002 vervolgde hij zijn carrière als Chief Financial Officer (CFO) bij Martinair. Per 26 mei 2009 is De Fluiter Balledux CFO bij Van Gansewinkel Groep.
COO
Nevenfuncties: - Lid van de raad van toezicht van Wings of Support. Deze stichting probeert kinderen in landen waar de KLM en Martinair op vliegen te helpen aan onderdak en onderwijs
Commissariaten / nevenfuncties - Vicevoorzitter werkgeversvereniging voor de Energie-, Kabel & Telecom- en Afval & Milieubedrijven (WENb) - Lid van de raad van commissarissen bij Zavin, een onderneming die ziekenhuisafval verwerkt
Frans van de Noort studeerde Werktuigbouwkunde aan de HTS in Breda en Economische Bedrijfstechniek aan de HTS in Rotterdam e.o. Na zijn militaire dienst vervulde hij bij GE Plastics diverse managementfuncties. Zijn laatste functie daar was die van General Manager Asia/Pacific voor de divisie Film & Sheet. In het najaar van 2006 werd hij bij AVR benoemd tot Directeur Afvalverwerking. Sinds april 2007 is hij in zijn benoeming tot COO, verantwoordelijk voor Energy from Waste.
P.A.M. Berdowski (1958) Huidige functie: CEO van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. Nederlandse nationaliteit Benoemd per 1 april 2009 Peter Berdowski studeerde Chemie aan de Universiteit van Utrecht. Voor 1997 bekleedde hij diverse leidinggevende posities in Nederland bij Koninklijke Shell Groep en Krekel van der Woerd Wouterse. In 1997 trad Berdowski in dienst bij het internationale baggerconcern Koninklijke Boskalis Westminster als lid van de raad van bestuur. Hij werd vice-voorzitter in 2001 en is voorzitter van de raad van bestuur, CEO van de onderneming sinds mei 2006.
R. Gorenflos (1961) Huidige functie: Partner Kohlberg Kravis Roberts LLP, London, UK Duitse nationaliteit Benoemd per 1 maart 2006 Sinds 2001 is Reinhard Gorenflos binnen KKR verantwoordelijk voor de Energie industrie groep in Europa. Hij speelde een leidende rol in de investeringen in AVR, Van Gansewinkel, Duales System Deutschland (DSD), FL Selenia, MTU Aero Engines, Demag, Zumtobel, and Legrand. Gorenflos is daarnaast lid van het Portfolio Management Committee. Gorenflos studeerde Economie aan de Universiteit van Freiburg, en heeft tevens een Master in Public Administration van Kennedy’s School of Government aan de Universiteit van Harvard (USA).
125
Bijlagen
Verklarende woordenlijst Act more
Kostenbesparingsprogramma
BEC Biomassa energie centrale Biomassa Fractie van biologische oorsprong van producten, afvalstoffen en residuen Brandbaar afval Huishoudelijk afval en bedrijfsafval aangeboden aan de verbrandingsinstallaties in Rozenburg, Rotterdam en Duiven,dan wel door van Gansewinkel ingezameld en aangeboden aan een verbrandingsinstallatie van derden Bruingoed Radio’s, televisies, computers, magnetrons en overige elektronische apparatuur Capex Investeringen (capital expenditures) CEE Central Eastern Europe, in dit verband: Polen, Tsjechië en Hongarije CEO Chief Executive Officer CFK Chloorfluorkoolwaterstoffen CFO Chief Financial Officer CO2 Koolstofdioxide (broeikasgas) COO Chief Operations Officer COR Centrale Ondernemings Raad Cradle to Cradle De kern van Cradle to Cradle ligt in het concept; afval is voedsel. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen zijn en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. Deze kringloop is dan compleet.... en afval is voedsel CVC Capital CVC Capital Partners is een internationale private equity partij en een van de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep EBIT Operationeel resultaat voor aftrek van rente en belasting (Earnings Before Interest and Taxes) EBITDAE Bedrijfswinst (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation, Amortization and Exceptional items) Eddy current Wervelstroommachine die als een omgekeerde magneet werkt en koper en aluminium afstoot Energy from waste Energie uit afval EPEA European Protection and Environment Agency (EPEA). EPEA ondersteunt Van Gansewinkel Groep bij de toepassing van het Cradle to Cradle-principe Ernstgraad Aantal verloren werkdagen x 1.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De ernstgraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel E-waste Elektrisch en elektronisch afval Footprint In dit verband wordt hier de CO2-footprint bedoeld. De CO2-footprint geeft aan hoeveel CO2 een organisatie met haar activiteiten uitstoot en kan daarmee gezien worden als een soort van vervuilingsindex. FORZ CO2-neutrale bouwstof Frequentiegraad Aantal incidenten met verzuim *1.000.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De Frequentiegraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel Gevaarlijk afval Afval dat volgens de Eural indeling als gevaarlijk ingedeeld is (met een *). Hiertoe wordt ook het KGA/KCA (klein chemisch afval) gerekend zoals verfafval, batterijen, oplosmiddelen, toner en medicijnresten GRI Global Reporting Initiative. Het verslag van Van Gansewinkel Groep op het gebied van duurzaamheid is samengesteld op basis van het Global Reporting Initiative versie 3. De G3 onderscheidt verschillende toepassingsniveaus; van C tot A. Op basis van een self asessement voldoet het verslag aan de voorwaarden van het B-niveau. Van Gansewinkel Groep rapporteert over een groot gedeelte van de kernindicatoren van de GRI en is transparant over haar duurzaamheidsactiviteiten. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. heeft het verslag geverifieerd waardoor het verslag een B+-niveau krijgt.
126 / jaarbeeld 09
GWh
Gigawattuur (1.000 MWh (megawattuur) / 1 miljoen Kwh (kilowattuur)
IPCC ISO 9001 ISO 14001
Intergovernmental Panel on Climate Change Internationale norm voor kwaliteitszorgsystemen Internationale norm voor milieuzorgsystemen
Kader richtlijn afval EG-richtlijn voor de omgang en verwijdering van afvalstoffen KKR Kohlberg Kravis & Roberts; KKR is een private equity partij en een van de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep Kt Kiloton KTO Klanttevredenheidsonderzoek Lean Six Sigma Is een kwaliteitmanagementmethode om operationele prestaties van een organisatie te verbeteren door middel van het identificeren van tekortkomingen in, en verbeteren van, werkprocessen binnen een organisatie Level Playing Field Is een metafoor voor gelijk speelveld waarop voor elke marktpartij dezelfde regels gelden Mt MWh
Megaton MegaWattuur
NGO’s Non governmental organisations Non-ferro’s Een non-ferrometaal is een metaal dat geen ijzer bevat of waarin de legeringen ijzer niet als hoofdbestanddeel hebben (bijvoorbeeld koper, aluminium, zink, brons en messing) OHSAS 18001 Internationale norm en zorgsysteem voor de borging van veiligheid en gezondheid op de werkvloer PUR Polyurethane, in het Nederlands ook wel Polyurethaan (PU) is een belangrijke familie polymeren, die veel toepassingen kent, waaronder als isolatiemateriaal in koelkasten RCI Rotterdam Climate Initiative R1-status Installatie voor nuttige toepassing. Met een R1-status wordt het voor een afvalverbrander gemakkelijker om afval in te voeren uit het buitenland. Die installaties moeten dan wel aan de norm daarvoor voldoen Renewables Vernieuwbare grondstoffen Shredder In dit verband een machine die koelkasten binnen enkele seconden tot stukjes versnippert SWOT Strength, Weaknesses, Opportunities en Threats (analyse van sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen) SHEQ Safety, Health, Environment and Quality TJ Terra joule Trackwise Trackwise is een elektronisch managementsysteem dat ondersteuning biedt aan de organisatie voor het registeren en opvolgen van SHEQ-gerelateerde items, zoals incidenten en near misses, inspecties, audits, sancties en onderzoeken WAB Witgoed
Weegbrug, acceptatie en bunkermanagement Koelkasten, vriezers, wasmachines, gasfornuizen en ovens
127
Publicaties bestellen Colofon Concept, design en realisatie credo.creatie, Eindhoven.
AfvAl bestAAt niet
2
e
dit zijn we, dit doen we
afval
huid
tweede
leven!
Op die manier leggen wij een tweede huid rondom het productieproces van onze klanten. En wordt het opvangen en scheiden van afval zo geruisloos mogelijk en met minimale hinder voor de bedrijfsvoering ingezet.
naar
De Van Gansewinkel Groep ziet afval niet als restproduct, maar als waardevol begin van een nieuwe cyclus. Wij geven afval een tweede leven in de vorm van grondstoffen en energie. Dit tweede leven kan afval krijgen door onze typische Van Gansewinkel-aanpak, die begint met een gedegen kennis van grondstoffen, materialen en logistieke processen. Vervolgens vangen wij al het mogelijke afval zo vroeg mogelijk af, door ons uitvoerig te verdiepen in de productontwikkeling, bedrijfsvoering en het productieproces van onze klanten. Wij doen dit transparant, uw ‘Ik maak iets moois van!’ afval is inhier betrouwbare handen.
Hoofdkantoor Eindhoven Flight Forum 240 5657 DH Eindhoven T +31 40 751 40 00 F +31 40 751 40 01
Wij halen bij ruim 1 miljoen huishoudens het vuilnis op. Deels door de inzamelingstak van Van Gansewinkel en deels via Overheidsdiensten, onderdeel van de Van Gansewinkel Groep. De dienstverlening van Overheidsdiensten varieert van advisering, bijvoorbeeld over optimalisering van de gemeentelijke reinigingsdienst, tot volledige uitbesteding van inzameling tot verwerking, waarbij de gemeente het beleid bepaalt en Overheidsdiensten het management voert.
Alleen door elke schakel te kennen kan de hele productieen consumptiecirkel schoner, zuiniger en effectiever worden gemaakt. Dat is de juiste integrale oplossing.
Het huishoudelijk afval wordt samen met het door ons opgehaalde bedrijfsafval verbrand. De netto energieproductie van de afvalenergiecentrales komt overeen met het jaarlijkse energieverbruik van ruim 200.000 huishoudens.
warmte Jaarlijks zetten de inwoners van Nederland en België miljoenen tonnen huishoudelijk afval op straat. Samen met het brandbaar bedrijfsafval wordt dit afval verbrand in afvalenergiecentrale. De Van Gansewinkel Groep verwerkt circa 1,5 miljoen ton afval in haar afvalenergiecentrales. Daarmee is het afval ‘weg’, maar we krijgen er wel iets voor terug: energie en grondstoffen. Eén vuilniszak levert genoeg energie voor zeven douchebeurten.
Van Gansewinkel is dé specialist op het gebied van afvalmanagement en legt een tweede huid rondom het productieproces van onze klanten. Dat is de beste garantie voor een tweede leven voor afval. Coolrec en Maltha geven dit afval een tweede leven in de vorm van grondstoffen, AVR doet dat door er energie van te maken.
E
[email protected] I www.vangansewinkelgroep.com
Drukwerk en afwerking
Corporate brochure Een overzicht van alle activiteiten van Van Gansewinkel Groep. Wie zijn we? Wat doen we? Hoe doen we dat?
van
De Budelse Fotografie Erik van der Burgt, Verbeeld
Na verbranding van het afval blijven (non-)ferro metalen, bodemas en vliegas over. De metalen gaan naar de metaalindustrie. De bodemas wordt afgekoeld en gezeefd en vervolgens in de wegenbouw gebruikt. De vliegas wordt gevormd door de hele fijne deeltjes die bij de verbranding meevliegen in de rookgassen. Via rookgasreiniging wordt de vliegas eruit gehaald en vervolgens gebruikt als grondstof in de asfalt- en cementindustrie. Onze dochter A&G is ondermeer in deze markt actief. De rookgassen worden met behulp van een wastoren- en filtersysteem gezuiverd en vervolgens uitgestoten. De rook die uiteindelijk uit de schoorstenen komt, is schoner dan de lucht die we doorgaans inademen.
Mariëlle van Uitert, Parallel Universum Marco de Swart fotografie Beeldbank Van Gansewinkel Groep Lettertypes BentonSans, Corporate.
vormen Cradle to Cradle én duurzaamheidsbeleid.
CO2 en afval in een notendop
Met onze dochterbedrijven Van Gansewinkel, Coolrec, Maltha en AVR zijn we actief in de hele afvalketen.
oenemende mate hoog rijven en instellingen, erplicht worden hun uitstoot dat zij op vrijwillige basis an duurzaamheid nastreven.
10 dingen die het weten waard zijn.
is gespecialiseerd in het inzamelen en bewerken van afval.
Coolrec
tplooit uiteenlopende bon Footprint te reduceren, minder milieubelastende verbeteren van het aar afvalenergiecentrales.
is gespecialiseerd in de recycling van koel- en vriesapparatuur, televisies, kleine huishoudelijke
1. Wat is CO2? Wat is Global Warming? CO2, ook wel carbon dioxide, koolstofdioxide of koolzuurgas genoemd, is essentieel voor leven op aarde. CO2 staat centraal in de fotosynthese, waarbij bomen en planten CO2 benutten en omzetten in onder meer zuurstof. De aanwezigheid van CO2 zorgt er ook voor dat de warmte van de zon in de atmosfeer van de aarde wordt vastgehouden. Hierdoor bedraagt de gemiddelde temperatuur 15 graden boven nul, in plaats van 18 graden onder nul.
apparaten en ICT-apparatuur.
an waardevolle grond- en en significante reductie van ep faciliteert in optimale alstromen, wat recycling jven Maltha en Coolrec –
2. CO2- equivalenten Global Warming wordt niet alleen veroorzaakt door de uitstoot van CO2. Ook de uitstoot van methaan (CH4), lachgas (N2O) en een aantal fluorgassen (waaronder freon) draagt hieraan bij. Het effect van deze gassen wordt het Global Warming Potential genoemd en wordt uitgedrukt in CO2-equivalenten. Wanneer in de context van Global Warming gesproken wordt over CO2, worden ook CO2-equivalenten bedoeld.
3. Klimaatdoelen en CO2- handel
is gespecialiseerd in de recycling van glas.
is gespecialiseerd in het omzetten van afval in energie.
Afval bestaat niet. Dat is het credo van de Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. Cradle to Cradle is daarbij onze leidraad. Maar recycling van afval draagt ook bij aan een ander thema dat ons allemaal raakt: de reductie van ongewenste CO2-emissie.
n Oorsprong ep de irecte uctie van klanten.
In dit boekje daarom 10 dingen die het weten waard zijn over CO2. Wat is CO2? Waarom is reductie nodig? Hoe kan afvalmanagement daaraan bijdragen? En welke rol speelt de Van Gansewinkel Groep hierin?
Onder meer door de toenemende inzet van fossiele brandstoffen voor het opwekken van energie (sinds de Industriële Revolutie), is de uitstoot van CO2 sterk toegenomen. Anderzijds zorgt ontbossing voor een verminderende opnamecapaciteit van CO2 door planten en bomen. Gevolg is een sterk groeiende CO2-concentratie in de atmosfeer, die ertoe bijdraagt dat er meer warmte op de aarde wordt vastgehouden. Dat resulteert in het broeikaseffect, ook wel Global Warming genoemd. Die opwarming leidt tot klimatologische veranderingen, die verstrekkende gevolgen kunnen hebben, zoals een stijgende zeespiegel, extreme droogte en verandering van bestaande ecosystemen.
Wereldwijd is er overeenstemming dat verdere opwarming van de aarde voorkomen moet worden. Doel is om de wereldwijde CO2-emisssie binnen 10 jaar te stabiliseren en binnen 40 jaar te halveren, zodat de verdere opwarming van de aarde niet meer dan twee graden bedraagt. Hiermee worden de ergste gevolgen van Global Warming voorkomen. Vanuit de politiek zijn allerlei instrumenten ontwikkeld om gestelde klimaatdoelen te bereiken. Het EU Emission Trade Scheme (ETS) is daarvan een voorbeeld. Het ETS betreft de CO2-handel binnen de EU, waarbij
bedrijven verplicht zijn om hun CO2-uitstoot te compenseren met even zoveel CO2-rechten. Het spel van overschot en tekort in deze CO2-rechten zorgt voor een snel groeiende handel. Er gaan nu al miljarden om in de in CO2-economie. De kracht van dit instrument is dat de klimaatproblemen van de toekomst reeds vandaag de dag in de portemonnee worden gevoeld. CO2 wordt zo een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de door het ETS verplichte bedrijven en instellingen.
CO2-credits. De gelden die uit deze compensatie voortkomen worden geïnvesteerd in duurzame projecten in veelal ontwikkelingslanden. Wanneer een organisatie haar totale Carbon Footprint op deze wijze compenseert, mag deze zich klimaatneutraal noemen.
5. CO2- initiatieven Van Gansewinkel Groep
6. Garanties van Oorsprong
Het verminderen van haar Carbon Footprint staat ook bij de Van Gansewinkel Groep hoog in het vaandel. Er zijn dan ook uiteenlopende initiatieven ontplooid om die CO2-reductie te realiseren, zoals:
4. Carbon Footprint en CO2- compensatie Aan de basis van CO2-handel en andere reductie-initiatieven staat de bepaling van de Carbon Footprint. De Carbon Footprint geeft aan hoeveel CO2 een organisatie met haar activiteiten uitstoot en kan daarmee gezien worden als een soort van vervuilingsindex. Het is een optelsom van de door een bedrijf of instelling zelf verbruikte (niet groene) energie, waaronder gas, elektriciteit en diesel. Vaak worden daar ook extern gebruikte brandstoffen bij opgeteld zoals reizen met openbaar vervoer en vliegreizen. Voor het berekenen van een Carbon Footprint wordt veelal verwezen naar het Green House Gas Protocol en ISO14064. Organisaties buiten het ETS hebben de mogelijkheid om vrijwillig hun CO2-uitstoot te compenseren (afkopen) met
Naast de voorbeelden van deze directe reducties, zijn er ook initiatieven te noemen die CO2-winst elders in de keten opleveren. Denk bijvoorbeeld aan de vermeden uitstoot van CFK’s door de verwerking van jaarlijks circa 1 miljoen koelkasten door dochteronderneming Coolrec, maar ook aan het leveren van secundaire brandstoffen, waarmee fossiel brandstofverbruik wordt vermeden.
• Het gebruik van uitsluitend groene (zelf opgewekte) stroom op alle locaties van de Van Gansewinkel Groep in de Benelux. • Het inzetten van zuinige dieselmotoren (EURO5/EEV-motoren), elektrische voertuigen en voertuigen op biogassen ten behoeve van de afvallogistiek.
De Van Gansewinkel Groep kan direct bijdragen aan de reductie van de Carbon Footprint van haar klanten. Met een productie van circa 500.000 MWh groene stroom per jaar behoort Van Gansewinkel Groep tot de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux. Hiervoor ontvangt zij van beheerinstantie CertiQ Garanties van Oorsprong (voorheen groencertificaten). Met deze Garanties van Oorsprong kan de Van Gansewinkel Groep het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van klanten verduurzamen en zorgen voor een directe reductie van de Carbon Footprint van klanten.
• De toenemende inzet van relatief zuinig transport over water en per spoor.
Papier
CO -folder 7. CO 2 - reductie door afvalscheiding Tien dingen die het weten waard zijn over CO2. Wat is CO2? Waarom is reductie nodig? En welke rol speelt Van Gansewinkel Groep hier in? 2
Revive Pure White
Een organisatie kan ook kijken of haar activiteiten en keuzes elders in de keten een C02-reductie opleveren. Een voorbeeld is het scheiden van afval.
Concept, coördinatie en eindredactie
Het vooraf scheiden van afvalstromen maakt recycling mogelijk. Het recyclen van materialen vereist in nagenoeg alle gevallen minder energie dan het verbranden van materialen en het opnieuw winnen en opwerken ervan. Het scheiden van afval draagt zo significant bij aan de reductie van CO2. De Van Gansewinkel Groep faciliteert in optimale scheiding van waardevolle afvalstromen wat recycling, onder meer bij dochterbedrijven Coolrec en Maltha, mogelijk maakt.
Natasja de Vaal, Jacqueline de Wit, Frans Beckers,
Benieuwd hoeveel CO2 u bespaart door afval gescheiden in te zamelen? Vul de MKB/KMO Afvalbarometer in op onze website www.vangansewinkelgroep.com
• Het continu verbeteren van het rendement van onze afvalenergiecentrales (R1-status), onder andere door het nuttig toepassen van de vrijkomende restwarmte.
Geert D’Haese, Frank Janssen,
drijven werkt nkel Groep samen Cradle projecten?
1. Waarom Cradle to Cradle? Met onze dochterbedrijven Van Gansewinkel, Coolrec, Maltha en AVR zijn we actief in de hele afvalketen.
Cradle to Cradle
is gespecialiseerd in het inzamelen en bewerken van afval.
10 dingen die het weten waard zijn.
Coolrec is gespecialiseerd in de recycling van koel- en vriesapparatuur, televisies, kleine huishoudelijke apparaten en ICT-apparatuur.
is gespecialiseerd in de recycling van glas.
2. Cradle to Cradle: Afval is voedsel
Afval bestaat niet. Dat is het credo van de Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. Zo kan afval een tweede leven krijgen en worden benut voor nieuwe grondstoffen en energie. Onze visie op grondstoffen, energie en afvalmanagement sluit goed aan op de Cradle to Cradle-filosofie.
Cradle to Cradle gaat ervan uit dat producten zo samengesteld worden, dat ze na hun levenscyclus herbruikbaar zijn of afbreekbaar tot grondstoffen voor nieuwe, gelijkwaardige of hoogwaardige producten. Dit leidt tot oneindige kringlopen van producten zonder dat daarbij afval ontstaat in de betekenis van ‘nutteloos overblijfsel’. Afval vormt immers de grondstof voor nieuwe processen: ‘afval is voedsel’.
In dit boekje beschrijven we 10 dingen die het weten waard zijn over het Cradle to Cradle-concept. Waarom is het nodig, wat houdt het in en waarom past Cradle to Cradle zo goed bij de Van Gansewinkel Groep?
materialen uit kleine huishoudelijke in nieuwe Philips producten.
4. Cradle to Cradle is: de goede
6. Cradle to Cradle is: elke dag een stap in de goede richting.
dingen doen in plaats van dingen minder slecht doen.
Als de mens erin slaagt om, net als de natuur, geen afval te produceren, dan zou het onzin zijn om te hameren op minder, zuiniger, efficiënter. Minder slecht is immers niet noodzakelijk goed.
Natuurlijke grondstoffen raken op. We kunnen niet langer onbeperkt grondstoffen uit de aarde ontrekken, er producten van maken, die producten gebruiken, soms recyclen en ze uiteindelijk weggooien. Afval neemt daardoor toe en de schadelijke effecten op het milieu daarmee ook. En nog belangrijker: waardevolle materialen worden op die manier weg gegooid. Wat als we deze materialen slimmer kunnen gebruiken en ze weer als grondstof kunnen dienen voor dezelfde of andere producten en dat keer op keer opnieuw?
is gespecialiseerd in het omzetten van afval in energie.
3. Cradle to Cradle neemt de natuur als voorbeeld
Biologische kringloop: Meerdere toepassingen en uiteindelijk composteren Uit producten in de biologische kringloop kunnen na hun werkzame leven nog andere voedingsstoffen, vezels, polymeren of brandstoffen worden gehaald. Als laatste kunnen ze worden gecomposteerd. Op deze wijze geven ze weer voeding aan nieuwe organische grondstoffen. Ontwerpen voor de biologische kringloop betekent: grondstoffen in het productieproces niet vervuilen met schadelijke chemicaliën. Alleen volledig organische grondstoffen kunnen veilig worden ingezet en uiteindelijk worden gecomposteerd. Op deze wijze geven we de grondstoffen, die we onttrekken aan de bodem, ook weer terug.
Cradle to Cradle richt zich dan ook niet op het beperken van de schadelijke gevolgen van de productie, maar op het verbeteren van de productie zelf. Cradle to Cradle houdt bij het productontwerp al rekening met wat er met een product gebeurt wanneer het niet meer gebruikt wordt. Cradle to Cradle gaat uit van kansen en niet van ‘schuld management’. Cradle to Cradle ontwerpt producten en diensten en neemt de natuur daarbij als voorbeeld. Neem bijvoorbeeld een kersenboom. Die produceert elk jaar talloze bloesems en kersen, met maar één enkel doel: dat een van die kersen op de grond valt, waar de pit ontkiemt, zodat een nieuwe kersenboom kan gaan groeien. De kersenboom produceert uitbundig, zelfs overdadig. Toch zal niemand het verspilling noemen. Waarom niet? Omdat ook de ‘niet-nuttige’ producten van de boom hun functie hebben. Bloesemblaadjes vallen op de grond, waar ze verteren en de bodem voeden, kersen worden gegeten door dieren en mensen. Een kersenboom produceert geen afval, maar verrijkt zijn hele omgeving, creëert waarde.
5. Cradle to Cradle begint bij ontwerp
Grondstoffen worden bij de Cradle to Cradle gedachte gezien als voedingsstoffen. Cradle to Cradle onderscheidt twee kringlopen waarin grondstoffen dankzij het bewuste Cradle to Cradle-ontwerp telkens opnieuw kunnen worden gebruikt: de biologische en de technische kringloop.
Technische kringloop: Opnieuw gebruiken In de technische kringloop wordt gewerkt met materialen, zoals metalen, kunststoffen en minerale en keramische producten. Producten in de technische kringloop kunnen, nadat ze zijn afgedankt, uit elkaar worden gehaald. Onderdelen kunnen worden omgesmolten en opnieuw gebruikt in andere producten. Ontwerpen voor de technische kringloop houdt in: ervoor zorgen dat onderdelen die van verschillend materiaal zijn gemaakt, eenvoudig zijn te scheiden en opnieuw zijn in te zetten. Alleen dan kunnen ze op hoog niveau worden hergebruikt.
Tim Kezer,
Cradle to Cradle-folder Tien dingen die het weten waard zijn over 7. Cradle to Cradle: het Cradle to Cradle-concept. Wat is het? Waarom past Cradle to Cradle zo goed bij Van Gansewinkel Groep?
Dit boekje is in samenwerking met Drukkerij Knoops ontwikkeld en gedrukt met inkt dat het Cradle to Cradle-keurmerk draagt. Het papier is FSC, het meest natuurvriendelijke wat er op dit moment verkrijgbaar is. Dit boekje is dus niet volledig Cradle to Cradle maar het is beste wat op dit moment mogelijk is.
Gertwin Klomp, Leon Urlings.
productketens sluiten door samenwerking
Ontwerp- en productieprocessen zijn niet van de ene op de andere dag te veranderen. Cradle to Cradle is daarom niet iets wat vandaag op morgen overal toepasbaar is, maar iets wat een langetermijnvisie nodig heeft. Het is een proces wat stap voor stap bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van producten en slimmer grondstofverbruik. Cradle to Cradle onderscheidt daarin verschillende stappen waaronder: gebruik geen schadelijke stoffen of materialen. Stel een ‘positieve lijst’ met stoffen en materialen waarvan zeker is dat ze onschadelijk en veilig in het gebruik zijn. Gebruik alleen producten en stoffen van die positieve lijst.
Het succes van het Cradle to Cradle-concept is afhankelijk van samenwerking tussen diverse partijen in productketens of productcycli. Het maken van een Cradle to Cradle-product alleen is niet voldoende. Het gaat er ook om dat de gebruikte grondstoffen na gebruik van het product terugkomen bij de producent (of een andere producent die de grondstof kan gebruiken). Daarvoor zijn terugnamesystemen nodig en partijen die de producten bereiden voor hergebruik.
Voor meer informatie Internet www.vangansewinkelgroep.com
“Want duurzaamheid is wat we leveren”
Strategie 2010-2015
e-mail
Jaarverslagen Van Gansewinkel Groep legt in haar jaarverslagen verantwoording af aan al haar stakeholders. De Duurzaamheidsverslagen zijn geïntegreerd met de (financiële) jaarverslagen.
Verslag van de raad van bestuur
Duurzaamheidsverslag Afval bestaat niet. Dat is het credo van Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. In een wereld waarin grondstoffen schaars zijn en waar we verstandig met grondstoffen om moeten gaan, streven wij er samen met onze klanten naar zo veel mogelijk afvalstoffen geschikt te maken voor nuttig hergebruik. Daarmee is de kern van onze business letterlijk het werken voor en aan een duurzame samenleving. Dat doen we al meer dan 45 jaar. Zo kan afval een tweede leven krijgen en worden benut voor nieuwe grondstoffen en energie.
[email protected] Afdeling Corporate Communicatie, Eindhoven +31 40 751 40 00
Raad van bestuur
Van Gansewinkel Groep heeft diverse publicaties uitgebracht, die te bestellen zijn op:
2009
www.vangansewinkelgroep.com
maakt
Wie
jaarbeeld 08 hier
Ruud Sondag, CEO Van Gansewinkel Groep
“Activiteit over de gehele keten maakt robuust en biedt kansen”
van?” iets
Ook vindt u hier een interactieve versie van dit jaarverslag.
Zoals voor de meeste bedrijven was 2008 voor de Van Gansewinkel Groep een jaar met twee gezichten. Vóór de zomer een stevige groei, na de zomer de lijn neerwaarts. De drie-eenheid van inzameling, recycling en verwerking maakt de Van Gansewinkel Groep beter bestand tegen de crisis, omdat zij een veel breder vangnet heeft om de klappen op te vangen. Een kwestie van spreiding van risico’s. Deze stabiliteit van de keten biedt tegelijkertijd voor de komende periode nieuwe kansen. CEO Ruud Sondag vat het samen:
Van Gansewinkel Groep
“In 2007 hebben we een speler van formaat neergezet op de Nederlandse en de Europese markt. Maar dat we na de vruchten van die fusie geplukt te hebben vervolgens volop in de crisis belandden, was niet verwacht. Niettemin zijn onze resultaten op het niveau van 2007 gebleven. En de crisis biedt ook kansen, wat zal leiden tot consolidatie in de sector. Op Europese schaal, maar ook in Nederland. Bij die consolidatieslag gaan wij een rol van betekenis spelen, daarvan ben ik overtuigd.”
moois
van?
2008
Duurzame druk Corporate film In deze presentatie vertellen we wie we zijn en wat we doen. Kijk en luister waarom wij vinden dat afval niet bestaat.
Games We dagen u uit om iets moois van afval te maken! Bestel de cd-rom met drie spellen die met afval te maken hebben.
Dit jaarverslag is gedrukt op ‘Revive Pure White Offset’. Dit papier voldoet aan de strengste milieueisen. Het is voor 100% vervaardigd uit gerecyclede vezels en mag bovendien het FSC-label dragen. Dit label garandeert een duurzame oorsprong. Het jaarverslag is gedrukt met K+E F918 Supreme BIO vellenoffset-inkten, die voorzien zijn van een chloorvrij geel pigment. De bindmiddelen van deze inkten zijn volledig gemaakt op basis van plantaardige grondstoffen en zijn biologisch afbreekbaar.
SCS-COC-00882
128 / jaarbeeld 09
129
Het wij-gevoel van de Van Gansewinkel Groep Wij zijn dit jaarverslag begonnen met het woord part’ner. Wij durfden dit platgetreden woord in de mond te nemen, omdat elke relatie heel veel met vertrouwen te maken heeft. Zonder het volledige inzicht in de bedrijfsprocessen van onze klanten zouden wij niet in staat zijn om gezamenlijk de oplossingen te bedenken die we bedenken, en de resultaten te boeken waarvan u in dit jaarbeeld kennis heeft kunnen nemen. En over kennis gesproken; wij zijn nergens zonder de kennis die klanten met ons delen. Natuurlijk zouden we ook nergens zijn zonder onze deskundige en gedreven medewerkers en alle andere stakeholders. Maar zonder klanten was er geen Van Gansewinkel, geen Coolrec, geen Maltha, geen AVR. Deze klanten zijn de partners die met ons al jaren een duurzame relatie onderhouden. Dat klinkt als een cliché, maar voor ons zijn zij veel meer dan klanten; steeds vaker zijn zij partners in onze visie en filosofie: “Afval bestaat niet”. Mede daardoor kunnen we ons werk doen daar waar dit het best tot zijn recht komt: direct aan de bron. Wij vangen het afval het liefst op waar het ontstaat. Of, nog liever, voordat het ontstaat, zodat wij de cirkel sluitend kunnen maken. Op de pagina hiernaast ziet u voor wie we dat doen. Het zal u opvallen hoe divers ons werkterrein is: bij wat voor bedrijven, instellingen en overheden we dagelijks actief zijn. Er is geen branche die we niet bedienen. En dankzij deze unieke samenwerking kunnen we met recht zeggen: “Samen maken wij er iets moois van”. Dank daarvoor.
130 / jaarbeeld 09
Van Gansewinkel Groep Eindhoven Flight Forum 240 NL-5657 DH Eindhoven Postbus 8785 NL-5605 LT Eindhoven Tel +31 40 751 40 00 Email
[email protected] www.vangansewinkelgroep.com
De vennootschap is ingeschreven bij het Handelsregister in Rotterdam onder dossiernummer 24390763.