Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009 •
Zingen: o Welkom welkom
• • •
Welkom
•
Zingen: o Komt laat ons zingen vandaag o Nobody is like Jesus o Onder, boven, voor en achter Cake bakken Verteller: Ik ga lekker een cake bakken. (Knoopt schort voor). Ik heb dat nog nooit gedaan, maar misschien lukt het wel. Hulp: Zal ik je dan helpen? Als je het nog niet zo goed kunt, kun je vast wel wat hulp gebruiken. Verteller: Ja, graag! Hulp: Ik zal het recept voorlezen, dan kun jij de cake maken. (Hulp gaat op de rand van het podium zitten en kijkt niet of er iets goed of fout gaat) Verteller: (Staat klaar met alle ingrediënten om zich heen). Goed, ik ben zover. Begin maar. Hulp: Daar gaat ie dan! Neem een beslagkom en klop de eieren los Verteller: O, eieren? Eh, nou ja, dan neem ik maar olie, dat is ook een beetje vet en nat. (Klopt een poosje) Hulp: Voeg daarbij de boter en suiker en roer dat samen tot een smeuïge massa. Verteller: Boter? Wacht. Dit lijkt er wel op! (Grijpt de fritesaus en doet er een flinke scheut in) En wat zei je ook al weer? Suiker? Hulp: Ja, suiker, 250 gram Verteller: (Pakt Zout) 250 gram, hoeveel zou dat zijn? Ongeveer zoveel denk ik. Gooit een straal zout in de kom. En nu goed roeren. Mmmm, ziet er al mooi uit. Hulp: Als alles goed geroerd is doet u er 250 gram bloem bij en roert alles nogmaals goed door elkaar. verteller: Hé, daar heb je het weer. 250 gram. Hoeveel zou dat zijn? Nou, vooruit, zoveel dan maar. Hulp: Als u een chocoladecake wilt maken, kunt u 50 gram cacao door het beslag roeren. Verteller: Ja, lekker, een chocoladecake. Maar cacao? O, wacht, dit geeft ook een lekker kleurtje. (Pakt de koffie en strooit die erin) Goed roeren en…het ruikt wel een beetje vreemd. Hulp: (Komt erbij staan) O, ja? Je hebt gelijk dit ruikt wel een beetje vreemd! Laat eens proeven. O, bah! Wat heb jij voor een cake gemaakt? Wat een vieze smaak. Ik heb het toch goed voorgelezen?? Waarom heb je niet gedaan wat ik zie? Verteller: Och, ik had een paar dingen niet bij de hand en toen dacht ik: ik doe het wel een beetje anders, ook goed! Hulp: Je bent dom. Gewoon dom! Als je het recept niet volgt, wordt je cake een zooitje! Niet te eten. Weet je, als je het recept voor je leven niet volgt wordt jouw leven ook een zooitje? Verteller: Recept voor mijn leven? Waar heb je het over? Hulp: Ik heb het over het recept van God voor ons leven, dat staat in de Bijbel. Weet je wel, dat boek met al die verhalen over God. Ook vanavond gaan we naar een verhaal uit de Bijbel kijken en luisteren. Ik denk dat jij straks maar eens goed moet luisteren. Net als die man, over wie we straks vertellen. Hij vond dat recept van God niet leuk, maar toch deed hij wat God hem zei. Gelukkig maar! Verteller: Spannend. Ik ben benieuwd!
•
Zingen o Houd je aan de regels
•
Verhaal: Toneelstuk Naaman (zie bijlage)
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
•
Zingen o Mijn God is zo groot o Who’s the King of the jungle
•
Vervolg verhaal: toneelstuk Naaman (zie bijlage)
•
Pauze o Snoepje o Tijd om te bidden
•
Zingen o God heeft een plan met je leven
•
woorden puzzelen
•
Toch nog cake! o
•
Joke komt binnen met echte cake die wel is gelukt. Voor iedereen is er een stukje bij de uitgang!
Zingen o De Here zegent jou!
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
Toneelstuk Naaman Vrouw Oh, wat is dit erg! Het is vreselijk! Wie had dat nou gedacht? Ik ben radeloos. Wat moet ik doen? Miriam Wat hoor ik Huilt er iemand? Ja? Huilt er iemand? Wie is er zo verdrietig? O, is dat mijn mevrouw die daar huilt? Waarom zou ze dat doen? Mevrouw….Mevrouw… Wat vind ik het erg dat mijn mevrouw zo verdrietig is. Ze is zo lief voor mij. Mevrouw… Och, ik zal wel even wachten. Ze is zo verdrietig dat ze me niet eens hoort. Weten jullie eigenlijk wel wie ik ben? Ik ben Mirjam. Ik kom uit Israël. Een paar jaar geleden kwamen er soldaten in ons dorp. Ze roofden ons hele dorp leeg. Ze namen ook kinderen mee, ook mij. Toen was ik verdrietig, heel verdrietig. Ik heb dagen gehuild! Mevrouw…. Mijn mevrouw is nu ook zo verdrietig, maar ik weet niet waarom. Ik ben nu een slavinnetje, maar ik bof dat ik in dit huis gekomen ben. Mijn mevrouw is heel goed voor mij. Ik help haar elke dag met stof afnemen en dweilen enzo. Maar zou ik haar nu ook kunnen helpen? Mevrouw…. Vrouw Roept daar iemand? Mirjam Ja, mevrouw ik riep. Mevrouw…eh…mag ik u vragen: waarom ben u zo verdrietig? Kan ik u helpen? Vrouw Ach kind, Mirjam, ik ben bang van niet. Niemand kan ons helpen, denk ik. Niemand. Mirjam Maar mevrouw, wat is er toch? U bent nooit meer zo blij als vroeger. Waarom? Mirjam Maar mevrouw, wat is er toch? U bent nooit meer zo blij als vroeger. Waarom?
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009 Vrouw Mirjam, ik zal het je nu maar vertellen. Mijn man is heel ziek, al een hele tijd. Het wordt steeds erger. We weten nu dat hij nooit meer beter wordt. Mirjam O, wat erg! Wat vreselijk voor hem! En voor u. En hij is altijd zo aardig voor mij! Wat erg! Bent u al bij de dokter geweest? Vrouw Ja, natuurlijk Mirjam. We zijn bij alle dokters in de stad geweest. Ook bij alle dokters aan het hof van de koning. Mirjam En is er dan geen enkele dokter die hem beter kan maken??? Ook de dokters van de koning niet? Vrouw Nee, niemand. Ook de dokters van de koning niet. Helemaal niemand…niemand! Mijn man is melaats. Mirjam Oooo! Melaats?! Och, was meneer dan maar in mijn land Israël. Kon hij maar naar onze profeet gaan, die zou hem vast wel beter kunnen maken. Vrouw Jullie profeet? Wie is dat dan? Mirjam Dat is Elisa, mevrouw. Mijn vader en moeder hebben me over hem verteld. Hij is de profeet van onze God. En onze God kan…! O, mevrouw, onze God kan zoveel!! Echt waar!!! Mijn vader en moeder vertelden altijd verhalen over ons volk en onze God. Hij haalde ons volk helemaal uit Egypte. Hij liet een heel volk door de Rode Zee lopen. Hij maakte die zee gewoon droog. En toen ging Hij met hen mee dwars door de woestijn, en Hij gaf ze te eten in de woestijn en Hij… Vrouw Kind, je valt over je eigen woorden. Doe even rustig…waar woont die profeet? Mirjam In Samaria mevrouw. Iedereen kent hem! Hij helpt zoooveeel mensen. Vrouw Tja, hij helpt zijn eigen volk natuurlijk. Het volk van jullie God, maar zou hij ook iemand van een ander volk willen helpen?
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
Mirjam Nou, ik denk het wel hoor. Voordat Elisa profeet werd, was Elia er en hij ging ook een vrouw helpen die niet in ons land woonde. Mevrouw, we kunnen het toch proberen? Als er niet één dokter is… Vrouw Mirjam, ik ga er met mijn man over praten als hij vanavond thuis komt. Dank je wel Mirjam Wow! Ze luistert naar mij! O, o, wat ben ik daar blij mee. Als …als mijn meester nou eens beter wordt! Maar als het niet gebeurt… Ik ga vanavond als ik in ben lig heel hard bidden voor hem. Want weet je alleen onze God kan zulke mensen beter maken. Onze God…o, was ik maar weer thuis bij mijn eigen vader en moeder. Och wat zit ik nou te dromen. Ik moet de zilveren lepels nog poetsen. Stem Mirjam, waar blijf je nou? Mirjam: Ja, ik kom! Naäman Dat slavinnetje uit Israël, wat is dat toch een lief kind. Vinden jullie ook niet? Ik ga haar raad opvolgen. Ik voel me steeds zieker worden. Zo kan ik niet doorgaan. Als ik dit niet probeer ga ik zeker dood. Vandaag ga ik naar de koning om een brief voor de koning van Israël. Ik ben generaal van het leger van Syrië, zie je. En als ik zo naar Israël ga, denken ze dat ik kom om oorlog te voeren. Nou vechten in een oorlog kan ik echt niet meer. Daar ben ik veel te ziek voor. Ik ga naar de koning. Koning B Zo, weer een nieuwe dag. Wie zal er vandaag op audiëntie komen? Naäman Majesteit, goedemorgen Koning B Goedemorgen Naäman. Dat is al lang geleden. Hoe gaat het met je gezondheid? Hebben mijn artsen of de priesters van onze God Rimmon je al een beetje kunnen helpen? Naäman Helaas niet majesteit. Ik voel me steeds zieker worden. Niemand kan me helpen.
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
Koning B En wat nu beste vriend. Wat kan ik nog voor je doen? Jij won alle oorlogen, ik wil je missen. Naäman Majesteit, ik heb nog maar één hoop Koning B O, ja en wat is dat? Naäman Ik wil naar Israël gaan. Koning B Naar Israël? Dat kleine miezerige landje? Maar Naäman wat wil je daar toch zoeken? Naäman Mijn slavinnetje uit Israel vertelde mijn vrouw dat daar een profeest is die misschien wel melaatsen kan genezen. Lijkt u dat ook niet verstandig om dat te proberen. Koning B Ja, je hebt gelijk. Wacht ik geef je een brief mee voor koning Joram. Die moet verder maar voor je zorgen. Schrijver! Schrijver Ja, majesteit Koning B Schrijver noteer: Ik koning Benhadad van Syrië…stuur u mijn trouwe dienaar, ….de generaal Naäman. Ik vraag u hem te ontvagen…zoals het een koning…als u betaamt. Hij is melaats..en ik verwacht dat hij genezen…uit uw land terugkeert bij mij. Met koninklijke groet Benhadad II koning van Syrië Neem deze brief Naaman en ga zo snel mogelijk. Ik zal je genoeg soldaten meegeven, zodat je een veilige reis kunt maken. Naaman Dank u, majesteit. Ik hoop dat ik inderdaad genezen bij u terugkom Koning B Goede reis Mirjam Hij doet het!! Hij gaat!! Echt waar! Mijn meester gaat naar de profeet Elisa! Geweldig! O, mijn mevrouw en ik zijn zo blij. Maar ik vind het ook heel eng. Stel dat…nee, zo mag ik niet denken. Ik moet zingen! Zingen jullie mee?
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009 Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig. Er’s niets wat Hij niet kan doen. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig. Er’s niets wat Hij niet kan doen. Mijn Vader is Hij, Hij maakte mij blij, Hij zorgt voor jou en voor mij. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig. Er’s niets wat Hij niet kan doen. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig. Er’s niets wat Hij niet kan doen. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig. Er’s niets wat Hij niet kan doen. Heb jij soms verdriet? ’t Is God die het ziet. Hij legt Zijn handen op jou. Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig. Er’s niets wat Hij niet kan doen. Mirjam O, als het eens echt gebeurde. Als mijn meester weer helemaal beter wordt zou zijn. K kan haast niet wachten, maar ik moet nu de kamer stoffen. Bordje Koning J Het is druk vandaag. Ik heb al zoveel mensen gezien op mijn spreekuur. Wie zal de volgende zijn. Stem De heer Naäman, majesteit Koning J De heer Naäman?! Als dat die Syriër maar niet is. Naäman Heer koning, Ik kom in de naam van mijn koning BenhadadII met deze brief Koning J ‘Met deze brief stuur ik mijn dienaar Naäman naar u toe..om hem te genezen van zijn melaatsheid.
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
Koning J Maar wat lees ik hier? Denkt uw koning soms dat ik God zelf ben? Denkt hij dat ik zieken kan genezen? En dn nog wel melaatsheid? Hoe komt hij erbij! Ik, ik…zoekt hij soms oorlog met mij?! Ik ben..dit is te gek voor woorden!! Knecht Maar heer koning, waarom bent u zo in de war? Mijn meester Elisa zegt: ‘laat deze man maar bij mij komen, dan zal iedereen weten dat er een profeet in Israël is.’ Koning J Dat lijkt me inderdaad de oplossing. Mijn dienaar zal u de weg wijzen! Elisa is een geëerde profeet. Hij zal u misschien wel kunnen helpen. Naäman Dank u, heer koning. Koning J Wat een toestand. Als dat maar goed afloopt! Anders..heb ik de volgende oorlog aan mijn broek…die koningen van Syrië daar moet je maar liever niks mee te maken hebben. Naäman Ik ben benieuwd naar die profeet. Soldaat 1 Ik ook Soldaat 2 Die koning van Israël had het wel Spaans benauwd hè. Zag u dat? Zo ziet u maar, heer, ze bibberen nog steeds voor ons in dit kleine landje Naaman Ja, dat denk ik ook, maar nu is het balangrijker dat ik beter word. Soldaat 1 Kijk, is dat het huis van die profeest? Nou zeg, dat is ook niet veel moois Soldaat 2 Wie komt daar? Zou dat de profeet zijn? O, nee, dat is die knecht die we bij de koning zagen. Knecht Goedendag. Mijn meester zegt: ‘Heer Naäman, u moet u 7 keer in de rivier de Jordaan wassen, kopje onder en dan zal uw huid gezond zijn.
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
Naaman Wel heb ik ooit van mijn leven! Die profeet durft zeg! Kan hij niet zelf naar buiten komen? Wat een onbeschofte behandeling! Ik, Naaman, legeroverste van Syrie, ik ben niet de eerste de beste! Wat denkt die man wel?? Vraagt hij soms om een oorlog? Soldaat 1 Maar heer, wat had u dan gewild? Naaman Nou, dat hij tenminste zelf nar buiten kwam, of mij zelfs in zijn huis ontving. Dat hij zijn handen over de plekken zou strijken en toverspreuken uitspreken, zoals de priesters gedaan hebben in de tempel van Rimmon Soldaat 2 Maar heer, juist dat heeft toch niet geholpen? Naäman Ja, daar heb jij gelijk in. Maar me 7 keer onderdompelen in die rivier. Een rivier noemen ze dat? Een halve sloot kun je beter zeggen. Heb je dat modderwater gezien toen we er langs reden? Dank je de koekoek, dat doe ik niet. Soldaat 2 Maar heer, u kunt… Naäman Wat zeg ik? Hebben wij in Syrië niet veel mooiere rivieren. Kijk dan eens naar die machtige stromen van de Abana en de Parpar. Daar is het water ten minste helder, daar kan ik mee beter in wassen dan in zo’n stinksloot!! Soldaat 2 Maar heer, u kunt het toch proberen Soldaat 1 Ja, heer, probeert u het toch! Als de profeet iets heel moeilijks had gevraagd dan had u het vast gedaan. Nu vraagt hij u iets wat u raar vindt en wat heel makkelijk is en nu wilt u het niet doen? Soldaat 2 Dat medicijn kost u helemaal niets, heer. En wij gaan graag met u mee. Wij zullen u wel helpen om koppie onder te gaan.
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009 Naäman Ja, ja. Nou dat kan ik misschien zelf ook nog wel. Maar ik vind dit geen behandeling van die profeet. Hij kon toch zelf wel naar buiten komen?..Je knecht sturen! Ik ben niet de eerste de beste… Soldaat 1 Maar heer, probeer het dan voor uw vrouw.. Naäman Oké dan. Jullie hebben me overgehaald. Het is even slikken, maar vooruit dan maar. Soldaat 1 Hier moet het dan zijn. Kijk, daar stroomt de rivier. Naäman Die moddersloot bedoel je zeker Soldaat 2 Wij zullen een goede plek voor u zoeken, heer, zodat u gemakkelijk in het water kunt lopen. Ja, komt u maar hier. Hier is de oever niet zo steil. Naaman Hier pak mijn jas eens aan Soldaat 2 Staat u zo goed, her? Naaman Ja zo kan het wel..Brr…best koud. Au een steen. Nou, daar gaan we dan. Tellen jullie mee kinderen, zodat ik me niet vergis. 1….brr, wat nat 2….oef, het is hier glad 3….nog geen verandering geloof ik Soldaat 2 U bent nog niet op de helft. Doorgaan heer, anders Naäman 4….he, nou zit er water in mijn oog Soldaat 1 Uw ogen goed dicht doen, heer
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
Naäman 5…zie je wel, het helpt ook helemaal niets 6….brrrr., zou het echt? Soldaat 1 Nog één keertje heer, nog één keertje Naaman 7….Brrr. O, ik durf bijna niet te kijken! Ben ik beter kinderen, echt? Ja? Ja! Ben ik echt beter??? Kinderen, ben ik echt beter??? Soldaat 1 + 2 Ja, ja! Hiep hiep hoera! Heer, u bent beter! U bent beter! U bent beter! Kijk toch eens naar uw huid. Kijk toch eens! Wat een prachtig roze huid u nu heeft! Soldaat 2 Ziet u nou, heer. Dit was echt de moeite waard! Wat geweldig! Naäman Genezen! Beter! Niet meer ziek! O, wat ben ik blij! Wat ben ik blij! We moeten die profeet bedanken! Wat zal mijn vrouw blij zijn! En Mirjam! En de koning! O, wat geweldig! Ik ben beter! Ik ben beter! Kinderen zie jullie mij goed? Ik ben beter! Soldaat 1 Heer, hier is uw mantel Naäman Nu weet ik het… Soldaat 1 Wat dan, heer? Wat bedoelt u? Naäman Die God van Israël. Hij moet wel de enige God zijn! Hebben jullie ooit gehoord dat onze goden mensen beter maken van melaatsheid? Soldaat 2 Nee, eigenlijk niet, heer. Nee, eigenlijk niet. Naaman Die God, Hij moet wel de enige zijn. Kom, we gaan gauw naar zijn profeet. Ik wil hem bedanken. Ik wil hem alle cadeaus geven die we meegebracht hebben.
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009
Soldaat 1 Ja, natuurlijk. Die zakken met goud zullen hem goed van pas komen. Kan hij tenminste een beter huis laten bouwen. Soldaat 2 En als hij net zo gekleed is als zijn knecht, dan kan hij ook nog wel een paar mooie mantels gebruiken. Als je profeet bent van zo’n God, zou je er toch een beetje beter bij moeten zitten. Naäman Dat denk ik ook. Een God die zoiets kan doen heeft wel goedgeklede dienaren verdiend. Soldaat 2 Daar is zijn huis. Kijk, daar komt iemand aan… Naäman U moet de profeet Elisa zijn! Elisa Dat ben ik inderdaad Naäman Dan ben ik u dankbaar! Nu weet ik dat er in de hele wereld geen God is behalve hier, in Israel. Hij is de machtige God. Hem wil ik dienen. Neemt u toch aub deze geschenken van mij aan. Elisa Nee, heer Naäman. Dat zal ik zeker niet doen. De allerhoogste God die ik dien heeft geen cadeaus nodig. Naäman Nee, dat begrijp ik. Hij is de machtigste God. Meer neemt u toch voor uzelf dit goud. Dan kunt u een beter huis laten bouwen en… Elisa Nee, zeker niet. Ik neem helemaal niets van u aan. Mijn God geeft en geneest zonder betaling. Hij is anders dan uw goden Naäman Ja, dat begrijp ik wel, dat is ook echt zo. Wie kan zo’n wonder doen! Ik…ik wil Hem gaan dienen. Hij is mijn God.
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009 Elisa En dat is nu precies het grootste cadeau dat u Hem kunt geven, heer Naäman. Dat is alles wat Hij van ons vraagt: ons hart. Hij wil dat alle mensen Hem dienen en gehoorzamen. Naäman Maar heer Elisa, ik woon in een land waar de mensen allerlei goden dienen. Ik wil graag alleen aan uw God offeren. Hij is nu ook mijn God. Zou ik een paar zakken aarde uit uw tuin mee mogen nemen? Dan kan ik in mijn land een altaar bouwen en offers brengen aan de enige echte God. Elisa Ja, natuurlijk, ga uw gang Naäman Soldaten, zorg ervoor dat het in orde komt. Soldaten 1 + 2 Ja, heer. Naäman Heer Elisa, ik heb nog wel één probleempje. Ik ben de generaal van koning Benhadad. En als mijn koning naar de tempel van Rimomon gaat, onze Syrische god, dan moet ik altijd met hem mee. Zou de allerhoogste God, die ik nu wil dienen mij dat wel willen vergeven. Elisa Wees maar niet bang, heer Naäman. Onze God weet wat er in ons hart is, Hij weet wat we denken. Hij weet ook dat u Hem wilt dienen Doet u dat. Eer uw koning en dien de allerhoogste God. Ik wens u een goede reis terug. God zegene u. Naäman En nogmaals heel veel dank! Ik ben toch zo blij, zo blij! Wat is uw God een goede God! Daag! Mirjam Wat hoor ik toch? Zou dat dit keer de wagen van mijn meester zijn. Echt? Hoor ik dat God? Even gaan kijken? Hij is het! Hij is het! En hebben jullie hem al gezien? O ja? En is hij beter? Ja? Ja echt? Ik ga gauw kijken. O, ik kan niet wachten! Mevrouw..!!! Mevrouw O, Mirjam, heb je hem al gezien? Heb je hem al gezien? Mirjam Nog niet mevrouw
Kijk! God zorgt voor jou. 28 november 2009 Mevrouw Ik wel! Maar ik moet eerst even aan deze kinderen vertellen hoe blij ik ben. Wat geweldig! Mijn man is nu beter! Wat een grote God is die God van Israël. Een God die voor mensen zorgt! Ik ga gauw weer naar mijn man. O, wat ben ik blij! Ik heb geen woorden meer ooooo…… Mirjam God in de hemel, dank U wel! Ik heb niet voor niets gebeden! En nu ga ik gauw naar mijn meester! Daag allemaal! Daag!!