Call for proposals
KIEM 21st Century Skills Impuls voor praktijkgericht onderzoek 21st Century Skills
Handleiding 2016 versie 1.0 Documentnummer: SIA.2016.S077 Utrecht, april 2016 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (onderdeel van NWO)
Inhoud 1.
Inleiding
3
1.1
Achtergrond ........................................................................................................................... 3
1.2
Beschikbaar budget ...................................................................................................................... 3
1.3
Geldigheidsduur call for proposals ............................................................................................... 3
2.
Doel
4
3.
Richtlijnen voor aanvragers
5
3.1
Wie kan subsidie aanvragen? ....................................................................................................... 5
3.2
Wat kan worden aangevraagd? .................................................................................................... 5
3.3
Wanneer kan worden aangevraagd? ........................................................................................... 6
3.4
Hoe wordt de aanvraag opgesteld?.............................................................................................. 6
3.5
Specifieke subsidievoorwaarden .................................................................................................. 6
3.6
Financiële en administratieve subsidievoorwaarden ................................................................... 7
3.7
Het indienen van een aanvraag .................................................................................................... 8
4.
Beoordelingsprocedure
9
4.1
Procedure ..................................................................................................................................... 9
4.2
Beoordelingscriteria ................................................................................................................... 10
5.
Contact en overige informatie
11
5.1
Contact........................................................................................................................................ 11
5.2
Overige informatie...................................................................................................................... 11
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
2
1. Inleiding 1.1 Achtergrond In het rapport ‘Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland' (WRR 2013) stelt de WRR de vraag hoe Nederland de komende tijd zijn brood gaat verdienen. Deze vraag is urgent tegen de achtergrond van een samenleving die sterk in transitie is onder invloed van de exponentiële groei van technologische mogelijkheden en van de zogenoemde glocalisering: kennis komt mondiaal beschikbaar en tegelijkertijd wordt de lokale context steeds belangrijker. Tegelijkertijd is de arbeidsmarkt in transitie. Het aantal banen met routinematig productiewerk neemt af, terwijl er steeds meer vraag is naar banen die vragen om flexibiliteit en probleemoplossend vermogen. Trilling en Fadel (21st Century Skills: Learning for life in our times, 2009) spreken in dit verband over een innovatie-economie, waarin het gaat om het genereren van nieuwe ideeën door samenwerking, creativiteit, technologische toepassingen en ondernemerschap. Deze trends maken de vraag urgent hoe het huidige onderwijs leerlingen zodanig kan toerusten voor de toekomst dat zij in staat zijn de ontwikkelingen te omarmen en mede vorm te geven. In dit verband wordt veel gesproken over 21st century skills, in het bijzonder over metacognitieve vaardigheden als kritisch denken, reflecteren, samenwerken, creatief denken, enz. De hierboven genoemde transitie kent nu al vele verschijningsvormen, zowel fysiek als virtueel, waarin nieuwe invullingen van vakmanschap en talentontwikkeling en van specifieke skills vorm krijgen, passend bij de nieuwe economische en maatschappelijke uitdagingen. Zij kunnen geduid worden als leer- en experimenteeromgevingen, gericht op innovatie. Regieorgaan SIA draagt bij aan de topsectorpropositie van NWO. Over de concrete invulling zijn met de betreffende topsectoren afspraken gemaakt. Overeengekomen is dat voor het topsectordoorsnijdende initiatief 21st century skills (onderdeel van de Sociale Infrastructuur Agenda van NWO) de KIEM-regeling zal worden ingezet. Met de KIEM-regeling kunnen kleinere initiatieven snel subsidie krijgen, waardoor de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek gericht op 21st century skills versneld kan worden. KIEM heeft daarmee een katalysatorfunctie voor bredere ontwikkeling van de aansluiting van het praktijkgericht onderzoek op de agenda’s en de netwerken van de topsectoren. In het geval van 21st century skills dient het praktijkgericht onderzoek aan te sluiten op de gezamenlijke Human Capital Agenda voor Nederland. Zie ook: www.hcatopsectoren.nl/publicaties.html/publication/12-gezamenlijke-hca-voornederland/show/all
1.2 Beschikbaar budget Voor deze call for proposals stelt Regieorgaan SIA € 1 miljoen subsidie beschikbaar. De verwachte bijdrage van het bedrijfsleven, instellingen en hogescholen is € 0,5 miljoen. Vanuit beheersmatige overwegingen worden de beschikbare middelen in twee tranches van € 500.000 beschikbaar gesteld, één tranche voor 2016 en één tranche voor 2017. Aanvragen worden in behandeling genomen op basis van het moment van ontvangst en de beschikbaarheid van budget op dat moment (first come, first served principe). 1.3 Geldigheidsduur call for proposals Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf de publicatiedatum (14 april 2016), tot uiterlijk 10 november 2017.
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
3
2. Doel De regeling KIEM 21st Century Skills richt zich op het stimuleren van praktijkgericht onderzoek in de ontmoeting tussen hogeschool, onderwijsinstellingen (po, vo, roc of aoc) en een maatschappelijke instelling of mkb-bedrijf in leer- en experimenteeromgevingen, waarbinnen de vaardigheden van en voor de toekomst vorm en betekenis krijgen. Te denken valt aan creatieve hubs, fablabs, hackathons, serious games, etc. De KIEM-regelingen van Regieorgaan SIA hebben als doelstelling het opzetten en stimuleren van netwerken van hogescholen en de praktijk om vervolgens de kenniscirculatie tussen hogescholen en de praktijk te bevorderen. Met behulp van KIEM kunnen deze netwerken een langduriger samenwerkingsverband voorbereiden. Binnen KIEM is het vereist dat de kennisvraag van de praktijk leidend is. Mogelijke uitkomsten van KIEM-projecten zijn: gezamenlijke projectvoorstellen, bijeenkomsten, (business)modellen, demonstrators, prototype(n), werkwijzen, processen, instrumenten, etc.
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
4
3. Richtlijnen voor aanvragers 3.1 Wie kan subsidie aanvragen? De penvoerende hogeschool, zijnde de rechtspersoon die bij honorering van de aanvraag de financiering van Regieorgaan SIA ontvangt, dient een door de overheid bekostigde hogeschool te zijn, zoals bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Het College van Bestuur (CvB) van de penvoerende hogeschool wijst een medewerker aan die als projectleider verantwoordelijk is voor het indienen van het voorstel. De projectleider is namens de hogeschool het aanspreekpunt voor Regieorgaan SIA. De aanvraag dient te zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van een lector, of een aan de hogeschool verbonden senior onderzoeker. De lector of senior onderzoeker kan ook als projectleider optreden. De projectleider draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het project en het projectmanagement, inclusief de inhoudelijke samenhang, de voortgang, de resultaten en de financiële (eind)verantwoording van het project. De projectleider ontvangt alle correspondentie met betrekking tot het project en is verantwoordelijk voor de verspreiding van de relevante informatie onder de leden van het samenwerkingsverband. Binnen het project gaat de hogeschool een samenwerkingsverband aan met partijen uit de beroepspraktijk. Voor deze regeling betreft dat een onderwijsinstelling (po, vo, roc of aoc) en minimaal één maatschappelijke instelling en/of een mkb-onderneming. Gedurende het project is toetreding van nieuwe deelnemers mogelijk.
3.2 Wat kan worden aangevraagd? De aan te vragen subsidieomvang is maximaal € 20.000,- per aanvraag. De looptijd van het project bedraagt maximaal 12 maanden. Inzet van subsidie buiten de looptijd van het project is niet mogelijk. De subsidiegelden zijn uitsluitend bestemd voor het uitvoeren van de werkzaamheden conform het projectplan zoals dat is ingediend bij de projectaanvraag. De deelnemers binnen het project dragen bij aan het project. Deze cofinanciering bedraagt minimaal € 10.000,- van de totale projectkosten, waarvan minimaal € 5.000,- afkomstig is vanuit de praktijkpartners en € 5.000,- van de hogeschool. Voor een maximale subsidieaanvraag bedraagt de projectomvang dus minimaal € 30.000,-. De cofinanciering kan zowel in-cash als in-kind (op geld waardeerbare zaken, uren, natura) plaatsvinden. De omvang van de cofinanciering dient bij de aanvraag opgegeven te worden. Subsidiëring van (deel)projectactiviteiten die reeds zijn gesubsidieerd vanuit andere bronnen, is niet mogelijk. Uitgesloten zijn projectaanvragen:
•
die zich uitsluitend richten op deskundigheidsbevordering van personeel, het ontwikkelen van een nieuwe opleiding/curriculum voor de hogeschool en/of behoren tot reguliere activiteiten van een hogeschool;
•
als de deelnemende organisaties behoren bij een hogeschool of een substantieel belang hebben van personeel van een hogeschool of hun directe familieleden.
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
5
3.3 Wanneer kan worden aangevraagd? Met ingang van 14 april 2016 tot 10 november 2017, 14.00 uur kunnen doorlopend aanvragen voor KIEM-subsidies worden ingediend bij Regieorgaan SIA. Echter: wanneer de beschikbare middelen vóór 10 november 2017 zijn uitgeput, wordt deze call for proposals voor deze datum gesloten. Per tranche (zie paragraaf 1.2) worden maximaal 25 aanvragen toegekend totdat de beschikbare middelen zijn uitgeput. Op de website van Regieorgaan SIA (www.regieorgaan-sia.nl) staat aangegeven hoeveel budget nog beschikbaar is. De informatie op de website wordt regelmatig geactualiseerd.
3.4 Hoe wordt de aanvraag opgesteld? De subsidieaanvraag bestaat uit de volgende onderdelen (digitaal in te dienen via het elektronische aanvraagsysteem ISAAC, zie paragraaf 3.7): 1) Het aanvraagformulier Download het aanvraagformulier en het format voor de begroting vanuit ISAAC. Vul de formulieren in. Sla ze op als (niet beveiligde) pdf en upload in ISAAC. 2) Projectvoorstel Voeg een projectvoorstel toe volgens het format zoals dat in het aanvraagformulier staat beschreven. Onderdeel daarvan is onder andere een activiteitenplan waaruit blijkt welke stappen worden gezet en welke partijen uit de praktijk daarbij worden betrokken. 3) Begroting Download het format voor de begroting vanuit ISAAC. Vul het formulier in. Sla ze op als (niet beveiligde) pdf en upload in ISAAC.
3.5 Specifieke subsidievoorwaarden Het project dient te worden gestart uiterlijk acht weken na toekenning van de subsidie. De duur van het project is maximaal één jaar. Bij eventueel voortijdig afbreken bepaalt Regieorgaan SIA of de subsidie – geheel of ten dele – moet worden gerestitueerd. De penvoerder is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de praktijkpartners over onder andere de rechten op producten of zaken die binnen het project worden ontwikkeld (bijvoorbeeld intellectueel eigendom en knowhow). Mkb-ondernemingen die participeren in de aanvraag behoren aan de volgende criteria te voldoen:
•
Er is sprake van een onderneming, te weten: een eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitvoert.
• •
De onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. De deelname is gericht op het bewerkstelligen van groei van de betreffende onderneming.
Een bovengrens is vastgesteld: bedrijven boven de 250 werknemers of met een hogere jaaromzet dan 50 miljoen euro, komen niet in aanmerking. Zzp’ers kunnen deelnemen aan een aanvraag wanneer zij deel uitmaken van een collectief dat zich aantoonbaar richt op economische groei en/of vernieuwing van het vakgebied. De NWO Regeling subsidies zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 1 december 2015 is van toepassing. In het subsidievaststellingsbesluit en de bijlage bij het subsidievaststellingsbesluit worden verplichtingen en nadere bepalingen opgenomen ten aanzien van de uitvoering van het project. Het beleid van NWO inzake Misbruik & Oneigenlijk gebruik is van toepassing.
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
6
3.6 Financiële en administratieve subsidievoorwaarden De projectkosten die met subsidie gefinancierd kunnen worden, betreffen de noodzakelijke, rechtstreeks aan de uitvoering van een project toe te rekenen, gemaakte en/of betaalde kosten gebaseerd op kostprijs, inclusief eventuele niet-verrekenbare btw. De volgende kostensoorten worden onderscheiden: Loonkosten hogeschool
•
Een berekening van de uurtarieven van de hogeschool gebaseerd op de door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geaccordeerde Integrale Kostensystematiek, zie voor informatie de website van RVO: www.rvo.nl/subsidiesregelingen/subsidiespelregels/subsidiabele-kosten-algemeen/integralekostensystematiek. Indien u van deze systematiek gebruik maakt, dient u de eigen verklaring integrale kostensystematiek en het tarievenoverzicht, zoals berekend op basis van de eigen verklaring integrale kostensystematiek, bij te voegen bij de begroting.
•
Het uurtarief van de hogeschool wordt berekend op basis van het brutoloon van de betreffende medewerker(s) verhoogd met sociale lasten en eventuele overhead (maximaal 25% van het loon inclusief sociale lasten). Dit bedrag dient te worden gedeeld door 1.650 uur (bij een fulltime dienstverband) om het uurtarief te bepalen.
of
Kosten studenten Het is toegestaan studenten, verbonden aan de hogeschool, voor het project in te zetten en de kosten hiervan binnen het project op te voeren. Indien de inzet van de studenten geschiedt als onderdeel van de opleiding (de studenten dienen in dat geval ook studiepunten te krijgen voor de activiteiten), dan is enkel de stagevergoeding zoals gebruikelijk binnen de instelling declarabel. Indien de studenten extra-curriculair ingezet worden in het project, dan kunnen zij maximaal voor 250 uur per persoon per projectjaar ten laste van het project gebracht worden. Uitsluitend de werkelijke, aan de studenten uitbetaalde, bedragen kunnen als kosten voor de inzet van studenten binnen het project opgevoerd worden. In alle gevallen geldt een maximaal uurtarief van € 25,-. Uren en uurtarieven boven de genoemde maxima kunnen niet als projectkosten worden opgevoerd. Aan het aantal in te zetten studenten in het project is geen maximum verbonden. Loonkosten partners (kennistoeleveranciers) Bepaling uurtarief is in principe vrij. De partners kunnen kennistoeleveranciers zijn binnen het consortium (zijnde geen hogeschool) dan wel kennistoeleveranciers buiten het consortium. Indien het uitbesteding betreft aan kennistoeleveranciers buiten het consortium dan dient de offerte goedgekeurd te worden door het consortium. Let op: In totaal kan maximaal 25% van het subsidiebedrag ten bate komen aan deze groep.
•
Onderwijsinstellingen anders dan een door de overheid bekostigde hogeschool, zoals gedefinieerd in paragraaf 3.1, vallen onder de 25% toekenningsgelden voor externe kennistoeleveranciers.
•
Projectmedewerkers die gedetacheerd zijn bij een hogeschool en die alleen voor dit project worden ingeleend, worden tot de categorie externe kennistoeleveranciers gerekend en tellen dus mee in de maximale 25% toekenningsgelden voor externe kennistoeleveranciers. De kosten van projectmedewerkers die een detacheringsovereenkomst hebben met een hogeschool die niet alleen betrekking heeft op detachering binnen dit project mogen onder de loonkosten van de hogeschool opgevoerd worden.
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
7
Materiële kosten De aan de uitvoering van het project verbonden kosten als verbruik van materialen, hulpmiddelen, prototypes, testopstellingen en overige kosten zoals reis- en verblijfkosten, accountantskosten en kosten publicaties. Aanschaffingen van machines en apparatuur kunnen niet tot de projectkosten worden gerekend. Voor machines en apparatuur kunnen slechts de aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten of leasetermijnen worden opgevoerd. Afschrijvingstermijnen dienen te worden berekend op basis van de historische aanschafprijs exclusief financieringskosten, een lineaire afschrijvingsmethode en een levensduur van vijf jaar. Opvoering van kosten voor gebruik van apparatuur ouder dan vijf jaar is dus niet mogelijk. Eindrapportage Regieorgaan SIA wenst direct na afloop van het project geïnformeerd te worden over de resultaten. In het kader van de (inhoudelijke en financiële) verslaglegging verplicht de penvoerder zich, namens het consortium, tot het verantwoorden van de projectresultaten ten opzichte van het projectvoorstel binnen acht weken na afloop van het project.
3.7 Het indienen van een aanvraag Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC helpdesk. Het inlogscherm ISAAC is bereikbaar via www.isaac.nwo.nl De handleiding ISAAC staat op: www.isaac.nwo.nl/help De ISAAC helpdesk is bereikbaar via:
[email protected] Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u online enkele aanvullende gegevens in te voeren. Ruim hier voldoende tijd voor in. U wordt verzocht de projectaanvraag volledig in te vullen. Eveneens wordt u gevraagd het projectplan, de begroting en het aanmeldingsformulier, voorzien van alle benodigde handtekeningen, digitaal toe te voegen bij de aanvraag.
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
8
4. Beoordelingsprocedure 4.1 Procedure Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en medewerkers is de NWO-code Belangenverstrengeling van toepassing. De KIEM-regeling kent een korte en schriftelijke procedure. Vanaf het moment van ontvankelijkheidsverklaring wordt gestreefd een aanvraag binnen zes weken af te handelen. De procedure bestaat uit de volgende stappen: Stap 1: indiening aanvraag via ISAAC Aanvragen die niet via ISAAC worden ingediend worden niet in behandeling genomen. Aanvragen worden gedateerd (datum, tijd) en krijgen een nummer (in verband met first come, first served). Stap 2: ontvankelijkheidtoets Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. Als de aanvraag binnenkomt, controleert Regieorgaan SIA of:
• •
de aanvraag is ingediend door een hogeschool (zie paragraaf 3.1); het aanvraagformulier en de vereiste bijlagen volledig zijn ingevuld en ingediend via ISAAC.
•
de projectbegroting voldoet aan de onder paragrafen 3.2 en 3.6 van deze call gestelde voorwaarden. Is dit niet het geval dan krijgt de aanvrager de mogelijkheid om binnen vijf werkdagen de ontbrekende gegevens aan te vullen. Alleen volledige aanvragen zullen in behandeling genomen worden. De aanvrager krijgt bericht van ontvankelijkheid. Stap 3: voordracht voor honorering Regieorgaan SIA stelt vast of de aanvraag a) voldoet aan formele eisen van de KIEM-call for proposals en b) aansluit op de programmadoelstellingen. Aanvragen die hier niet aan voldoen, worden niet in behandeling genomen. Een onafhankelijke, externe KIEMprogrammacommissie stelt vast of de aanvraag binnen het programma past en beoordeelt de aanvragen conform de criteria in paragraaf 4.2. De programmacommissie kan zich laten adviseren door onafhankelijke deskundigen. Aanvragen die ten opzichte van de gestelde criteria als voldoende worden beoordeeld, worden voorgedragen voor honorering. Stap 4: besluitvorming Het programmacommissie-advies tot al dan niet honorering van de aanvraag wordt ter accordering voorgelegd aan de directeur van Regieorgaan SIA, onder mandaat van het bestuur van Regieorgaan SIA. De directeur toetst de procedure die tot het advies heeft geleid en neemt het definitieve besluit over goedkeuring of afkeuring, op basis van het advies van de programmacommissie. De directeur beoordeelt of overgegaan kan worden tot honorering op basis van het beschikbare budget. Stap 5: uitslag De aanvrager wordt meegedeeld of de aanvraag is gehonoreerd dan wel afgewezen. Bij een afwijzing van een aanvraag staat in het afwijzingsbesluit vermeld om welke reden de aanvraag niet wordt gehonoreerd. Dat kan zijn dat niet aan alle criteria is voldaan, of dat er onvoldoende budget is. In geval van honorering wordt het totale subsidiebedrag binnen vier weken na het afgeven van het subsidieverleningsbesluit overgemaakt. Op dit besluit is bezwaar mogelijk. De bezwaarprocedure is te vinden op de website van NWO. KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
9
4.2 Beoordelingscriteria Aanvragen worden getoetst aan de hand van de volgende beoordelingscriteria. 1. Vraagarticulatie:
•
De vraag is afkomstig van (professionals werkzaam in) een onderwijsinstelling (po, vo, roc, aoc) in samenspraak met een mkb-bedrijf en/of een maatschappelijke instelling.
•
Het project draagt bij aan de aansluiting van het praktijkgericht onderzoek op de gezamenlijke Human Capital Agenda voor Nederland.
2. Netwerkvorming:
•
De projectdeelnemers komen in gezamenlijkheid tot kenniscirculatie en kennisontwikkeling.
•
Het samenwerkingsverband bestaat uit minstens één onderzoeker, minimaal één onderwijsinstelling (po, vo, roc, aoc) en één mkb-bedrijf en/of een maatschappelijke instelling.
3. Innovatie:
•
Het projectplan bevat een concrete projectdoelstelling die bijdraagt aan het vergroten van de kennis over het ontwikkelen van 21st century skills binnen de context van de door partijen omschreven leer- en experimenteeromgeving.
•
Een activiteitenplan geeft weer welke stappen worden gezet en hoe de partijen uit de praktijk daarbij worden betrokken.
•
Het projectplan is uitvoerbaar en haalbaar, waarbij de benodigde middelen in verhouding staan tot de aard, omvang en impact van het project.
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
10
5. Contact en overige informatie 5.1 Contact Voor inhoudelijke vragen over deze call for proposals, aanvullende informatie over de indieningsprocedure en -voorwaarden en/of eventuele overige vragen kan contact worden opgenomen met: Lex Sanou, programmamanager tel. +31 (0)6 - 24 90 48 31 e-mail:
[email protected] Bezoekadres: Van Vollenhovenlaan 661 3527 JP UTRECHT Tel. +31 (0)30 - 633 14 56
5.2 Overige informatie Op de financieringspagina van het KIEM-programma is de meest recente informatie te vinden: www.regieorgaan-sia.nl/content/Thematische+regelingen/KIEM-21
KIEM 21st Century Skills handleiding 2016, versie 1.0 Documentnummer: SIA-2016-S077 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
11