films e s r o No kken o r h c s nver o n e g Jon
THE BEAUTIFUL COUNTRY
Opeens is de Noorse f ilm internationaal geworden en niet langer een geïsoleerd verschijnsel ergens ver weg in het ijzige en stormachtige Hoge Noorden. De nieuwe wereldwijde aantrekkingskracht komt niet alleen doordat de f ilms in plaatselijke tradities geworteld zijn, of zich vredig ontvouwen in een relatief idyllische omgeving, tot in de puntjes verzorgd en beschermd door oliegeld. In tegendeel, Noorse filmmakers betreden de buitenwereld. Want hoe moet je het anders beschrijven wanneer een Noorse regisseur en een Noors productiebedrijf inhaken op een ontwerp dat is gecreëerd door de legendarische Terrence Malick (Badlands, The Thin Red Line)? Het verhaal speelt zich niet in Noorwegen af, maar in Vietnam en de VS. Acteurs als Nick Nolte, Tim Roth en Bai Ling worden ingehuurd. The Beautiful Country wordt geselecteerd voor de hoofdcompetitie van het filmfestival van Berlijn in 2004. Voor die tijd trok Hans Petter Moland al aandacht met Zero Kelvin (1995) en
ELLING
Aberdeen; beide een studie van mannelijke zelfbeelden. De thema’s van The Beautiful Country zijn de gevaren en de ontberingen die achter de massale migraties van onze tijd liggen. Maar de film is net zozeer een metafoor voor het verlangen naar verzoening na de Vietnamoorlog. Een Vietnamees-Amerikaans oorlogskind wordt geadopteerd, maar hij verlaat zijn dorp in Saigon om zijn biologische moeder te zoeken. Hij blijft op de vlucht en belandt uiteindelijk op een verschrikkelijk schip dat onderweg is naar de VS. Tim Roth is een onverschillige, hufterige kapitein. Na de beproevingen aan boord blijkt Amerika geen paradijs voor de bootvluchtelingen. En de vaderfiguur is anders dan de zoon zich had voorgesteld. Nick Nolte levert het grote acteerwerk in de film, in een onderkoelde finale. The Beautiful Country ontwikkelt zich tot een opwindende odyssee langs individuele lotgevallen door onze huidige tijd heen. De film is krachtig en oprecht.
ONGEWOON Noorse films zijn ongewoon populair, niet alleen tijdens filmweken en festivals in het buitenland, maar ook in de Noorse bioscopen. Dit kleine wonder diende zich in 2001 aan; het nieuwe millennium zorgde voor een groot verschil. De komedie Elling (Petter Næss) werd genomineerd voor een Oscar. En de documentaire Cool & Crazy (Knut Erik Jensen) oogstte veel lof van publiek en critici, zowel in eigen land als in de rest van de wereld. Maar de echte, grote doorbraak kwam pas in 2003. Er zijn nu meer Noorse producties dan ooit en die worden serieus genomen door een publiek dat voorheen altijd genoegen nam met Hollywood als het geldende filmmodel. Het is onmogelijk om je in sociale kringen te bewegen zonder de laatste Noorse bioscoopfilm te hebben gezien. De verkoop van bioscoopkaartjes was de afgelopen twintig jaar nog nooit zo hoog en vormt 22% van de markt. In 2001, een bijzonder jaar voor de Noorse film, verscheen Elling, een film
NORWEGIANFILMINSTITUTE
1
TRADRA
die was gebaseerd op een zeer populaire romanreeks waarvan al met succes een toneelbewerking was gemaakt. Van de 4,5 miljoen mensen die in Noorwegen wonen, lieten 700.000 zich ertoe verleiden hun huis uit te komen om deze komedie te zien. Ruim een half miljoen Duitsers zagen de film in de bioscoop en na de Oscarnominatie werd hij ook een festivalsucces. Later maakt de film als toneelstuk een triomftocht door Europa. Samen met zijn vriend is Elling genoodzaakt zijn obsessies en sociale angsten te overwinnen. Elling voelt zich op allerlei gebieden geremd en hij gebruikt wanhopige fantasieën en een uitermate persoonlijke, zeer schelle vocale stijl om elke stresssituatie te ontvluchten. Zijn vriend is op zijn eigen naïeve manier erg nuchter ingesteld. Geweldig acteerwerk zorgt ervoor dat alle angst en beven van de beide personages met gevoel, tempo en menselijkheid tot uitdrukking komt. De auteur, Ingvald Ambjørnsen, is een van de beste leveranciers van ruw materiaal voor Noorse films. Een man die de tijd waarin hij leeft verwoordt. In 2004 leverde de man achter Elling, Petter Næss, een komedie af met een nog sterkere Amerikaanse kleuring, à la American Pie. Just Bea gaat over het seksuele debuut van meisjes van zestien. Næss heeft geen cynische middelbareschoolkomedie gemaakt. Hij belicht de druk tot gelijkvormigheid en de min of meer dubieuze idealen die jonge mensen aanhangen. Dat soort onderwerpen leent
COOL AND CRAZY
zich goed voor komedies. En deze film Onder witte hoofddeksels worden de verveelt geen moment. baarden en wenkbrauwen van de mannen geleidelijk aan bedekt met een korst van Later dat jaar kwamen er producties uit sneeuw en ijs. Zo ruig is het leven van die nog gevarieerder waren dan de films de mannen die Mannenkoor Berlevåg van 2003. En die verschenen als gevolg vomen, zoals wordt verteld in de univan een levendige productie van korte eke documentaire Cool & Crazy (2001). films en documentaires, waarin als nooit Licht en donker, kou en eenzaamheid, tevoren jonge talenten worden getraind warmte en visie, schoonheid en angst – en ontwikkeld. Documentaires hebben het komt allemaal aan de orde tegen een voordien al een respectabele geschiedenis achtergrond van bevroren landschappen, binnen de Noorse film, vooral wanneer subtiel opgeroepen stemmingen en warme het ingetogen films betreft die in over- interieurs. Maar dankzij een onderstroom eenstemming zijn met de eis van real- van kernachtige, bijtende geestigheid blijft isme. Recentelijk heeft Sigve Endresen deze film stevig met beide benen op de diverse films gemaakt over gevoelige grond staan. onderwerpen waar het Noorwegen van nu ook mee te kampen heeft: drugsver- Het vissersdorp Berlevåg in Finnmark is, slaving, kanker, dieethysterie. Endresen net als andere kleine gemeenschappen op heeft een eigen school opgericht, die het Noorse platteland, kwetsbaar. Knut wordt gekenmerkt door een met name Erik Jensen, die zelf uit een geïsoleerde krachtig talent om de personages dicht buitenpost komt, heeft deze film met op de huid te zitten zonder hen uit te de gevoeligheid van een dichter geregisbuiten. Een andere naam die het waard is seerd en een documentaire gemaakt die genoemd te worden, is Karoline Frogner, in Noorwegen recordaantallen bezoekers die met Tradra de toestand aan de orde trok en internationaal aandacht kreeg stelde van mensen die een zwervend – ook in de VS, waar de tournee van bestaan leiden. het koor voor Noors-Amerikanen werd gefilmd voor een vervolg, Cool & Crazy Knut Erik Jensen is in dit genre onlangs On the Road (2002). Die film was niet echter nog een stap verder gegaan met zo succesvol, zelfs in de schaduw van 11 zijn films over de provincie Finnmark september. die internationaal aandacht van critici kregen en een publiekshit waren. Hoog In 2004 maakte Jensen een derde docuboven de poolcirkel nemen de leden mentaire. Die keer beschreef hij stoutvan een mannenkoor hun plek in, hun moedig een cabaretgroep in de provincie ruggen gekromd tegen de sneeuw en Finnmark, in het extreme noorden van de wind, terwijl op de achtergrond de het land. Arctisch cabaret is onderdeel Noordelijke IJszee schuimt en buldert. van de bekende, burleske carnavaltraditie NORWEGIANFILMINSTITUTE
2
BUDDY
jonny vang
van het vasteland van Europa. De gewone man verzet zich tegen de overheid. Maar ook deze vorm van een algemene zaak slaagde er niet in een succes te worden.
wanneer Noorse korte films de wereld in trekken, winnen ze vaak een prijs. Het festival van Cannes in 2003 was in dit opzicht bijzonder, want er werden drie grote prijzen toegekend aan Noorse Hoewel het traditionele beeld van producties. Noorwegen in deze documentaires wordt bevestigd, heeft Jensen nauwe DOORBRAAK banden met de cultuur van het aan- 2003 als het jaar van doorbraak voor een grenzende Rusland. De thematische en nieuwe filmgeneratie was niet zonder esthetische invloed van filmkunstenaar controverses, ondanks enthousiaste kriAndrei Tarkovski loopt als een rode tieken en aantrekkingskracht op het pubdraad door de drie speelfilms die Jensen liek. Er werd gezegd dat dit feelgoodheeft gemaakt – een mystiek beeld van films waren die een valse weergave van de de realiteit waarin symbolisme overvloe- werkelijkheid waren en zonder ruggendig aanwezig is en veelvuldig door mid- graat naar hun steeds groter wordende del van moderne technieken tot uitdruk- publiek kwispelden. Dat de films een king wordt gebracht. Deze drie films eenzijdig beeld gaven van de jonge manzijn Stella Polaris (1993), Burnt by Frost nen van de ‘dessertgeneratie’ – jongelui (1997) en Passing Darkness (2000). die altijd onvoorwaardelijk zijn gesteund door hun meerderen en op school. Ze De auteur Alf R. Jacobsen, die tevens een zijn nooit op enige weerstand gestuit. uitstekend onderzoeksjournalist is, was Alles is er altijd in overvloed geweest. verantwoordelijk voor de plot van deze En ze willen hun jeugd niet achter zich drie films. Noorse film zonder schri- laten, die, volgens sommigen, duurt tot jvers en uitgevers zou ondenkbaar zijn. ze veertig zijn en daarna algauw wordt Er zouden simpelweg – aanzienlijk – gevolgd door de ouderdom. Ze willen minder films zijn. Ruim de helft van de het comfortabele nest van hun oudfilms die in Noorwegen worden gemaakt, ers niet verlaten. Ze willen evenmin de is van de hand van regisseurs die geïn- keuzes maken die nodig zijn om een spireerd zijn door de literatuur en zich onafhankelijk leven op te bouwen. En ze geroepen voelen nieuwe visuele interpre- willen geen enkele verantwoordelijkheid taties te maken. op zich nemen. De korte film wordt ook als een apart genre beschouwd, meer dan alleen maar oefenterrein voor regisseurs van speelfilms. Het format heeft een eigen opwindend festival in Grimstad. En
Aan de periferie van deze komedies, want dat zijn deze films, hangen wat jonge vrouwen rond. Zij wachten geduldig tot de jongens een besluit nemen, voordat de meisjes zelf tussenbeide komen.
In dit soort komedie ontbreekt elke plot, zo werd gezegd. Maar in de magische spiegel van de komedie wordt een mentaliteit gevangen die aan het tragikomische grenst. Noorse films komen overeen met het contemporaine tempo van een generatie. Jonge Noren van nu leven niet in een heroïsche tijd. Het afgelopen decennium werd vaak getiranniseerd door respectloze ironie. Het is dus natuurlijk om een ietwat beschermende en ontwapenende komedievorm te kiezen wanneer je terug wilt keren naar de ernst. Vragen worden op een aangename, nietironische manier gesteld. De vorm heeft tot doel te verzoenen. Typerend voor dit soort films is Buddy van Morten Tyldum, een verhaal over vriendschap. De jongens worden of heen en weer geslingerd tussen twee meisjes, lopen weg voor de verantwoordelijkheden van ongewenst ouderschap, of laten duidelijke symptomen van een jeugddepressie zien. Ze moeten zich aanpassen aan de arbeidsmarkt, die plotseling geen ruimte biedt aan goedopgeleide jonge mensen. De omstandigheden worden iets lichter in United van Magnus Martens en Jonny Vang van Jens Lien. Een ouder soort kenmerken komt voor in Mother’s Elling van Eva Isaksen. De film laat het verhaal zien dat voorafgaat aan de voor een Oscar genomineerde film Elling en is gemaakt met scherpzinnigheid en in een droefgeestige stemming. De beide films zullen NORWEGIANFILMINSTITUTE
3
Kitchen Stories
worden gevolgd door een derde, van de van de keuken te leiden. Doet dit misschien DE LOKSTEM VAN DE hand van Petter Næss, na een verblijf in ook denken aan de gedachtepatronen van LITERATUUR Hollywood. het marktliberalisme? De Noorse film is niet denkbaar zonder literaire schrijvers en afhankelijk van wie Noorse films onderscheiden zich niet Bent Hamer is de man die in 1995 Eggs in zwang is, worden die ook gebruikt. langer door theorieën van filmregisseurs afleverde. Dit was een debuutfilm vanaf Een tijdlang werd het materiaal geleverd en een persoonlijk handschrift, maar vol- de zijlijn over twee gepensioneerde broers door Tarjei Vesaas, de zwijgzame symgen de regels en conventies van de genres. op het karakteristieke Noorse platteland. bolist uit de provincie Telemark. Later We hebben een horrorfilm gezien, Dark De critici noemden namen als Samuel was het wellicht de meer nerveus Woods, van Pål Øie, en een sprookjesa- Beckett, Harold Pinter en Buster Keaton urbane Knut Faldbakken. Lars Saabye chtige thriller over de schoonheidsdruk om de spirit achter deze lowbudgetfilm Christensen was ook van de partij en die op kleine meisjes wordt uitgeoefend, te beschrijven, die voor de Quinzaine des hij herschreef niet alleen Knut Hamsum The Beast of Beauty, van Hilde Heier, Réalisateurs in Cannes werd geselecteerd voor het witte doek, maar hij bracht ook een animatiefilm over de typisch Noorse en over de hele wereld veel prijzen won. zijn eigen jeugdromans uit het westelijke Captain Sabertooth van Stig Bergqvist, Deze tragikomedie wordt nooit preten- deel van Oslo ter tafel. De dramaturg een romantische komedie, The Woman tieus maar is behoorlijk universeel, met Jon Fosse wordt overal ter wereld op het of my Life, van Alexander Eik. Om maar geweldige prestaties van ouder wordende, toneel gespeeld en hij wordt binnengeeen paar films uit 2003 te noemen. clowneske personages. haald als de nieuwe Henrik Ibsen. Zijn werken zijn uitdagend, wat tijdens het DE FILMREGISSEUR BENT In 2003 won Hamer de belangrijkste prijs filmfestival van Berlijn in 2004 duidelijk HAMER tijdens de Quinzaine des Réalisateurs van werd bij Romuald Karmakars Duitse De beste Noorse film uit het doorbraak- het filmfestival in Cannes. Kitchen Stories versie van De nacht zingt zijn eigen lied. jaar staat bol van de kritiek op de doel- is een excentrieke en burleske film, die Zijn aan banden gelegde vorm en verrationaliteit van de jaren vijftig. Dat was met een schuin oog naar Jacques Tati kijkt starde gevoelens deden de emoties hoog de periode waarin de sociale democratie en wereldverbeteraars vraagt de gewone oplaaien. alles ten voordele van iedereen werd man met rust te laten. Hamers intelgeacht te regelen met haar goedbedoelde, ligentie is vriendelijk maar scherpzinnig De Noorse filmindustrie heeft kunnen solide en fantasieloze sociale planning. genoeg. Scenografie, acteerprestaties en bouwen op de drie Nobelprijswinnaars andere factoren hielpen Kitchen Stories om die het land heeft, onder wie vreemd Een paar saaie Zweedse waarnemers stak- een groot aantal prijzen te winnen en veel genoeg de toneelschrijver Henrik Ibsen en de grens over naar het veel relaxtere welverdiende goede kritieken te krijgen, ontbreekt. En om het episch drama van buurland Noorwegen. Zij streken neer op zowel in eigen land als daarbuiten. Sigrid Undset naar het witte doek over te hoge scheidsrechterstoelen zoals we die brengen – Kristin Lavransdatter (1995) van de tennisbaan kennen, die onopval- En ze bevestigen de indruk dat Noorse – was de enige Noorse filmpersoonlilend in een hoekje van de keuken waren filmmakers hun medium door en door jkheid met internationale allure nodig. neergezet. Vanuit deze positie schetsten kennen; dit is de natuurlijke uitdrukkings- Liv Ullmann werkte samen met de brilze elke beweging die Noorse vrijgezellen vorm van de huidige generatie. Daarnaast jante Zweedse cameraman van Ingmar op de keukenvloer maakten. De grafieken gebruiken ze acteurs die ideeën en waar- Bergman, Sven Nykvist, en een cast van werden geacht tot een rationeler gebruik nemingen moeiteloos opvolgen. uitstekende Noorse acteurs voor haar NORWEGIANFILMINSTITUTE
4
Kristin Lavransdatter
drie uur durende interpretatie van het eerste deel van Undsets middeleeuwse trilogie Kristin Lavransdochter, waarvoor de auteur in 1928 de Nobelprijs voor de literatuur kreeg. De film was het duurste en meest controversiële project in de Noorse filmgeschiedenis. Ullmann zelf heeft gezegd dat het maken ervan de zwaarste klus was die ze ooit heeft gedaan. Maar in de bioscopen veegde de film de vloer aan met de tegenstanders en riep de sfeer van een gouden eeuw op. De Noren gingen in drommen naar de film om de onstuimige ontmoeting van de moedige Kristin met de ware liefde onder een pre-reformatorische hemel te zien. Voor de niet-Noorse markt werd een kortere versie gemaakt. Knut Hamsun is de Noorse Nobelprijswinnaar van wie is gebleken dat hij de grootste aantrekkingskracht op filmmakers uitoefent, zowel door zijn leven als door zijn werk. In 1996 was de première van een lange filmbiografie – gemaakt als tv-serie – waarin drie acteurs de romanschrijver van jongen tot oude man portretteerden. The Enigma werd geregisseerd door Bentein Baardson en is een poging om deze veelzijdige schrijver door geheel Noorse ogen te zien. Maar daarvoor al had de Zweedse Jan Troell zijn dramatisering van een controversiële documentaire roman van de Deense schrijver Thorkild Hansen gemaakt, Hamsun, met Max von Sydow
The Telegraphist
in de titelrol en de Deense actrice Ghita Nørby als zijn vrouw, Marie. Hamsun steunde Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar smeekte de Duitse bezetters om het leven te sparen van ter dood veroordeelde Noren. Toen de oorlog voorbij was, moest deze internationaal meest vermaarde Noor rekenschap afleggen en de ouder wordende patriarch werd uiteindelijk geestelijk gehandicapt verklaard. Dit weerlegde hij onmiddellijk door een briljante nieuwe roman uit te brengen, Langs overwoekerde paden. De rechtszaak was voor alle betrokkenen gênant en emotioneel zeer geladen. Daarom moest het verhaal door een niet-Noor worden verfilmd. Ondanks alle controverses lijdt het echter geen twijfel dat von Sydow Hamsun met grote waardigheid neerzet. Hij is iemand die in zijn eigen afgescheiden wereldje heeft geleefd, maar deze rechtszaak als een man onder ogen zal zien. Ondanks alle politiek en de juridische details is de film bovenal een ontroerende en tragische liefdesgeschiedenis. Hamsun is Noorwegens meest verfilmde romanschrijver. Alleen de toneelstukken van Ibsen zijn vaker overgebracht naar het witte doek. De eerste Hamsunfilm dateert uit 1921, toen de Deense filmmaker Gunnar Sommerfeldt een verfilming maakte van Hoe het groeide, de roman waarvoor Hamsun zijn Nobelprijs kreeg. De film werd opgenomen in de mooiste landschappen van NoordNoorwegen en was jarenlang zoek, tot
hij in de VS werd teruggevonden en in Nederland werd gerestaureerd door het Noorse Filminstituut. De film kan worden beschreven als een live-action illustratie van de roman en wordt tegenwoordig samen vertoond met de oorspronkelijke filmmuziek, die is geschreven door dirigent en violist Leif Halvorsen. In de tijd van de stomme film werd de muziek als bladmuziek naar de diverse bioscopen gestuurd. In 1922, het jaar erop, werd de eerste volledig Noorse verfilming van een werk van Hamsun uitgebracht. Dit was Pan, bestaand uit vijf bedrijven en een epiloog. Hier moeten we noemen dat het Deense filmgenie Carl Th. Dreyer twee keer een film in Noorwegen heeft gemaakt. The Bride of Glomdal was de personificatie van nationale romantiek uit de diepten van het landelijke Noorwegen. Een vermogende boer wil dat zijn dochter een rijke man trouwt, maar zij houdt van iemand anders. In deze film laat Dreyer vroege tekenen zien van het talent dat hij een paar jaar later met La passion de Jeanne d’Arc zou laten blijken. Henning Carlsen uit Denemarken was verantwoordelijk voor de beste dramatisering in zijn tijd van een roman van Hamsun, Hunger (1966), met een onvergetelijke hoofdrol van de Zweedse acteur Per Oscarsson. Een aantal jaar geleden keerde Carlsen terug met een verfilming van Pan, Two Green Feathers (1995), die niet van dezelfde klasse was, maar desondanks laat zien welke aantrekkingskracht NORWEGIANFILMINSTITUTE
5
i am dina
de linguïstische virtuositeit van Hamsun nog altijd uitoefent op filmmakers – of dat nu Noren of Denen zijn of mensen met een andere nationaliteit. Filmmakers lijken het beste uit de voeten te kunnen met de ‘kleinere’ werken van Hamsun, zoals blijkt uit The Telegraphist, dat is gebaseerd op de korte roman Dwepers. De film van Erik Gustavson was uitgekozen om Noorwegen te vertegenwoordigen bij de hoofdcompetitie van het filmfestival van Berlijn in 1993. Het was voor het eerst in negentien jaar dat die eer een Noorse film ten beurt viel bij het op een na meest prestigieuze filmfestival ter wereld. The Telegraphist is geen bijzonder originele film. Maar hij neemt ons mee naar de prachtige kust van de provincie Nordland en naar Hamsuns eiland Kjerringøy, dat op zich al een sprookje is. Bioscoopbezoekers die de Deense Oscarwinnaar Babette’s Feast (dat de auteur, Karen Blixen, in NoordNoorwegen situeert, maar dat filmmaker Gabriel Axel naar het o zo Deense Jutland heeft verplaatst) en de charmante tsjechoviaanse komedie Dark Eyes van de Russische Nikita Mikhalkov hebben gezien, zullen zich – wat de sfeer van de film betreft – thuis voelen aan de kust van Nordland. En dat is niet alleen omdat de weergaloze Zweeds Jarl Kulle (die ook in Babette’s Feast speelde) weer een briljante rol neerzet, die in zekere zin lijkt op die van Marcello Mastroianni in Dark Eyes. Erik Gustavson, met zijn
onfeilbare gevoel voor stijl, is zichtbaar gelukkig in het gezelschap van de hoofdpersoon van de film, rokkenjager en dagdromer Rolandsen – de onweerstaanbare telegrafist die iets uitvindt wat zijn leven op zijn kop zet – en de kleurrijke personages door wie hij wordt omringd. De fotografie van Philip Øgaard gaat nooit te ver in haar esthetiek, al vormen de sprookjesachtige landschappen van Noord-Noorwegen, met hun scherpe punten die recht uit de zee oprijzen, een voortdurende uitnodiging om het pittoreske te overdrijven. In plaats daarvan is de film een soort idyllisch schilderij in pasteltinten geworden, dat een zomerachtig Noord-Noorwegen toont, ver verwijderd van de kou en de stormen die in dit ruige deel van de wereld tot de dagelijkse kost behoren. INTERNATIONALE INSPIRATIE Noorse filmmakers zijn terecht gefascineerd door Noord-Noorwegen. In 2002 ging de filmversie van Het boek Dina van de schrijfster Herbjørg Wassmo in première onder de naam I am Dina. Gérard Depardieu speelt een hoofdrol en de Noors-Zweedse Maria Bonnevie speelt Dina, terwijl de Deen Ole Bornedal (Nightwatch) de regie voor zijn rekening nam van deze pan-Scandinavische film, die ruim honderd miljoen Noorse kronen kostte. Deze film is ook in het land van Hamsun opgenomen.
er geen sprake is van Scandinavische samenwerking. En de banden met de vele filmproductieprogramma’s in de rest van Europa worden steeds nauwer. Erik Gustavson behoort tot de groep Noorse filmmakers die een bredere horizon hebben gezocht. In zijn eerste film, Blackout (1986), kopieerde hij de stijl van de zwaarmoedige Amerikaanse tragedies van de jaren veertig, de film noir. Een aantal films later komen we de komedie Herman (1990) tegen, een film vol charmante melancholie, met een redelijk universele aantrekkingskracht. Het verhaal van Gustavson is ontleend aan het Oslo van zijn jeugd en gebaseerd op de roman van Lars Saabye Christensen. Herman gaat over een jongen van tien die geen haar meer heeft. Herman weerspiegelt ook het feit dat ongeveer de helft van alle Noorse films om kinderen en jonge mensen draait. Net als in de andere Scandinavische landen legt men er in Noorwegen veel nadruk op de jonge leeftijdscategorieën aan te spreken, zij het veelvuldig in films die geschikt zijn voor het hele gezin.
De beste hiervan werd geselecteerd voor de hoofdcompetitie van het filmfestival van Berlijn, waar hij in 1995 de Blue Angel-prijs won. Het was de eerste van vele internationale prijzen voor debuterend regisseur Marius Holst en zijn duistere mefistodrama, Cross My Heart and Dus de Noorse film richt zijn blik ook Hope to Die. Deze film gaat ook over naar buiten. Er worden tegenwoordig opgroeien in Oslo en het kwaad dat zich vrijwel geen films geproduceerd waarbij in een dagelijkse Noorse setting aandiNORWEGIANFILMINSTITUTE
6
HERMAN
The Other Side of Sunday
ent. Het verhaal was geschreven door zowel in Noorwegen als daarbuiten. Lars Saabye Christensen. Frida kreeg behoorlijk wat aandacht op internationale filmfestivals, waar de film Gustavson maakte ook een prijzenswaar- diverse prijzen won, niet in de laatste dige tv-serie op basis van De wereld van plaats publiekprijzen. In Noorwegen trok Sofie, de op kinderen gerichte internatio- de film hele gezinnen naar de bioscoop. nale bestseller van Jostein Gaarder. De film zat goed in elkaar en bood een goede Nesheim kreeg een Oscarnominatie – en eerste kennismaking met het filosofische het was pas de derde keer dat een Noorse onderwerp van de roman. film dat bereikte – voor haar film The Other Side of Sunday (1996), opnieuw een De films over de tienerdetectives Pelle bitterzoete demonstratie van haar inzicht en Proffen waren buitengewoon populair. in de emotionele achtbaan die een tienDe eerste, Death at Oslo Central, geregis- ergeest is. seerd door Eva Isaksen en uitgebracht in 1990, trok een recordaantal bezoekers Frida was geschreven door Torun Lian, met zijn levendige portret van tieners die in 1998 als regisseur debuteerde met met een achtergestelde achtergrond, waar de ingetogen tragikomedie Only Clouds ouderlijke ruzies en drugsgebruik een Move the Stars, die was gebaseerd op vast onderdeel van het dagelijks leven haar eigen roman. Het verhaal volgt de zijn. De opvolger van de film, Lethal Lies elfjarige Maria, die ziet hoe haar jongere (1992), waarin onze tienerhelden in het broertje doodgaat aan kanker en haar milieustrijdperk treden, was ook erg pop- moeder een depressie in glijdt. Het is een ulair. En een derde film in de serie heette anti-actiefilm, gevormd door verstand en The Blue Wolves (1993). Ze zijn allemaal gevoel, en heeft overal ter wereld prijzen gebaseerd op scrips van de voor dit soort gewonnen omdat de film niet bang was films geschikte Ingvar Ambjørnsen. om het leven serieus te nemen, maar het tegelijk met een flinke dosis humor te Maar de charmantste coming of age-film benaderen – een bevrijdende mix. Lian is Frida – Straight from the Heart (1991) zal in het najaar terugkomen met haar van regisseur Berit Nesheim. Frida, oor- volgende film, The Colour of Milk. spronkelijk een personage in een Noorse tv-serie, is een jong tienermeisje dat met EEN SAMISCHE FILMMAKER haar zus en haar alleenstaande moeder Van de hoogvlakte van Finnmark verwoont. Frida belichaamt de rusteloze scheen bijna twintig jaar geleden een adolescentie, zowel in lichaamstaal als groot filmtalent, Nils Gaup. Gaup, die in taalgebruik. Maria Kvalheims onver- een Same is, heeft veel films geregisseerd. getelijke portrettering van Frida maakte Zijn eerste is tot nu toe zijn beste, maar in één klap een tienerster van haar, zijn meest recente project is een film die
zich afspeelt in Finnmark en het ware verhaal vertelt van een Samische opstand tegen de Noorse overheid in 1852. Gaups debuut in 1987, Pathfinder, is gebaseerd op een dertiende-eeuwse legende en de dialoog is in de taal van de inheemse Samen. Deze dappere gok, waarin weinig mensen geloofden, resulteerde in een Oscarnominatie – en iets wat een wereldwijd verkoopsucces benaderde. Voor een Noorse film trok Pathfinder ongewoon grote hoeveelheden mensen naar de bioscoop en hij maakte indruk op de critici. Al deze publiciteit leidde ertoe dat Buena Vista, de dochteronderneming van Walt Disney, Gaup nader onder de loep nam. De grote studio besloot uiteindelijk zijn nieuwe productie, Shipwrecked (1990), te steunen. Dat was geen Samische legende over een jongen die zijn vindingrijkheid gebruikt om een aanval van buitenstaanders af te weren, met berengevechten in de stijl van de oude Hollywood westerns – de enkele keer dat de indianen de overhand hadden. Integendeel, het is een prachtig verhaal, al ruim een eeuw lang door schooljongens verslonden, over een jonge Noorse Robinson Crusoe die tijdens zijn wereldreizen op de Grote Oceaan aankomt. De film is doorspekt met allerlei exotische elementen. Gaup regisseerde ook North Star (1995), een avonturenverhaal waarin het platteland rond Oslo als het Klondike van de Amerikaanse goudkoorts figureert, Tashunga, alsmede een redelijk stemmige versie van het NORWEGIANFILMINSTITUTE
7
The Pathfinder
vroege leven van de romanschrijver Aksel een kleine inham in het hart van Oslo, Sandemose, Misery Harbour (1999). waar de zee, zo moet gezegd worden, zo glad was als een spiegel. Maar het resulGaup keerde terug naar de hoogvlakte taat, Dangers of a Fisherman’s Life – An Finnmarksvidda met The Kautokeino Ocean Drama, zorgde desondanks voor Rebellion, een groot succes in Noorwegen stormachtige opwinding door zijn weerin 2008. In deze film brengt hij een in gave van de ruige leefomstandigheden de doofpot gestopt incident in beeld die door de eeuwen heen het lot zijn uit 1852, wanneer een groep Samen in geweest van de met de woeste elementopstand komt tegen de Noorse overheid. en worstelende Noren. Vergeleken met Het verzet werd bloedig neergeslagen. Pathfinder en de kunstzinnige fotografie Deze allerminst glorieuze gebeurtenis in daarvan, waarmee een hele bioscoop van de Noorse kolonisatiegeschiedenis werd wand tot wand wordt gevuld, lijkt deze expliciet verteld; een rasechte film uit het eerste Noorse film buitengewoon gedaHoge Noorden naar het model van regis- teerd, maar de keuze van het onderwerp seurs als Kurosawa, Leone en John Ford, is heel gepast. evenals films over Amerikaanse indianen. Deze film over een vervolgd inheems De Noorse filmindustrie heeft de natuur volk, net als de film Pathfinder, neemt min of meer op een presenteerblaadje bijna de gedaante van een legende aan. aangeboden gekregen, geserveerd door Hoe dan ook is het een zeer persoonlijke een gulle artdirector met een voorliefde adaptatie van een historische gebeurte- voor golvende contouren en abrupte connis met opwaaiende sneeuw en bloed. trasten. De Scandinavische landen hebHier komen we kwellende contrasten ben een solide traditie als het gaat om het tegen, existentiële beslissingen die leiden filmen van landschappen als waren het tot bedrog en corruptie, heroïsme en schilderijen op een doek. Maar Noorse noodlot, bloed en vuur. Plus denderende filmfotografen, die zich tegenwoordig rendierkuddes op de glinsterende witte tot de beste ter wereld mogen rekenen, hoogvlakte, in magisch daglicht badend hebben de natuur op een commerciëlere op het widescreen. manier gebruikt dan bijvoorbeeld hun Zweedse tegenhangers. Noren hebben DE NATUUR ALS een bijna mystieke affiniteit met de natINSPIRATIEBRON uur in haar schijnbaar simpele, oorspronDe aanblik en de geluiden van de bergen kelijke en onverzoenlijke vorm. De meest en de zee zijn typerend voor Noorse bizarre ervaring die je in dit land kunt films en ze worden in Gaups eigen films hebben, is de pelgrimstocht die elk jaar heel authentiek weergegeven. De filmge- met Pasen naar de bergen wordt gemaakt. schiedenis in Noorwegen begon met Als in het laagland de sneeuw eindelijk is een drama van de zee. In 1907 werd een gesmolten, willen de Noren meer en ze boot te water gelaten bij Frognerkilen, voelen zich genoodzaakt hun huizen te
verlaten en naar grotere hoogten te klimmen op zoek naar verse sneeuw. Er is een nauw en tastbaar verband tussen landschap en temperament, dat een belangrijk element in de kunst van de Noorse filmmakers vertegenwoordigt, zelfs wanneer het landschap niet mild is en het temperament dus behoorlijk zwaarmoedig, bijna depressief in zichzelf gekeerd, of wanneer het heroïsch is op momenten dat de personages worstelen met weer en wind, lege visnetten en zware tijden. OSCARNOMINATIES In een internationale context hebben Noorse films het het beste gedaan wanneer ze avontuur uitstralen en de prestaties van de grote poolreizigers weergeven, zoals Roald Amundsen en Fridtjof Nansen. Het is typerend dat de enige Oscar die het land heeft gewonnen, in 1952 werd toegekend aan een documentaire over de reis van het vlot van balsahout, Kon-Tiki, over de Grote Oceaan. In zekere zin voer Thor Heyerdal in het spoor van ontdekkingsreiziger en wetenschapper Fridtjof Nansen, terwijl de golven over het vaartuig spoelden alsof het bij de Noorse visgronden voer. In 1957 kreeg Noorwegen weer een Oscarnominatie, maar Arne Skouen en zijn Nine Lives waren niet opgewassen tegen de grote Fellini. Nine Lives laat ook een strijd op leven en dood met de elementen zien. De handeling speelt zich af tijdens de Duitse bezetting van Noorwegen en beschrijft hoe een soldaat die bij de Noord-Noorse kust aan land wordt gezet, zich een weg baant door zee, sneeuw en stormen, over de bergen NORWEGIANFILMINSTITUTE
8
nine lives
fant
gjest baardsen
naar het neutrale Zweden. En hoe hij de maatschappij naar zijn eigen overtuigingen te vormen. De filmindustrie heeft onderweg wordt geholpen. niet veel individuen van een dergelijk Het noordelijkste deel van Noorwegen kaliber geproduceerd. Lange tijd hield– met zijn inheemse bevolking – vor- en filmmakers vast aan de populaire mde de achtergrond voor de volgende vertelvormen en werden daar ronduit Oscarnominatie zo’n dertig jaar later. om veracht. Filmonderzoek laat nu zien Hoewel Pathfinder bol staat van de actie hoe onterecht dat oordeel is geweest. en stunts, is de film bovenal een vier- Maar het is niet moeilijk te begrijpen ing van eigenzinnige, bijna heroïsche waarom filmmakers zich wat geïntimimenselijkheid, terwijl de camera liefde- deerd voelden tegenover literaire stervol de ontzagwekkende kracht van de ren als Knut Hamsun, de levendigste natuur laat zien. Berit Nesheims The schrijver die je je maar kunt voorstelOther Side of Sunday daarentegen gaat len, of de zwaarmoediger toneelschrijver over botsende innerlijke landschappen. Henrik Ibsen, die nauwkeuriger dan wie In 2002 kreeg ook Elling een nominatie. ook weerspiegelt dat Noorwegen eerder het land is van gereguleerde eerzaamheid dan van vrolijke speelsheid. Toch TWEE GENERATIES Noorwegen is altijd een ‘poëtocratie’ is het de moeite waard te vermelden dat geweest, waar de stemmen van dichters de kleinzoon van Ibsen, wiens andere het luidst weerklonken. Elk hoekje van grootvader de toneelschrijver, dichter het land heeft een dichter van belang en maatschappijcriticus Bjørnstjerne gekoesterd, die zijn stempel op de cul- Bjørnson was, een bekwaam en innoturele agenda van het moment heeft vatief filmmaker was. Tancred Ibsen, gedrukt of enthousiast heeft geprobeerd die om voor de hand liggende redenen
het ‘dubbele kleinkind’ werd genoemd en daar ongetwijfeld last van had, was gedurende een periode van bijna veertig jaar in diverse genres actief. Deze Ibsen bewoog zich tussen het populaire en het meer serieuze werk. Veel mensen vinden Tancred Ibsens Gjest Baardsen, een vrolijk avonturenverhaal over een uitgelaten Noorse Robin Hood, nog altijd de meest succesvolle Noorse film – hoewel hij al in 1939 is gemaakt. En dat is niet alleen omdat hij fundamentele Noorse attitudes weerspiegelt – zoals het verzet van de vrije geest tegen autoriteit en bureaucratie – maar ook omdat de beelden van warme zomerdagen en een verfrissende bries die over de bergen waait een balsem voor de ziel zijn. De Noorse vereniging van filmcritici heeft, met toestemming van Tancred Ibsen, besloten om de prijs voor de beste film – Noors of internationaal – van het filmfestival van Haugesund de Gjest Baardsen-prijs te noemen. Dat is geen toeval. Een jaar eerder had Ibsen een film naar Fant (Vagebond) van
NORWEGIANFILMINSTITUTE
9
an-magritt
Pinchcliff Grand Prix
Gabriel Scott gemaakt in het Arcadia van Noorwegen, het zomerparadijs aan de zuidkust (Tramp, 1937). Maar Tramp is een verhaal van reizigers, zwervers, een rondtrekkend volk dat in kleine boten van vissersdorp naar vissersdorp trok en de reputatie had niet altijd onderscheid tussen het mijn en het dijn te kunnen maken. De acteur Alfred Maurstad, die ook Gjest Baardsen speelde, zet opnieuw een levendig portret neer, listig en stoer, in een stukje Noorse sociale geschiedenis, verpakt in een goed verhaal.
grafeerd door Sven Nykvist. Het verhaal is gebaseerd om een roman van Johan Falkberget, An-Magritt, waarin liefdevol het leven wordt geschilderd van mensen die in de mijnen van Røros werken. In een ijskoude, ongastvrije wereld is het – toen net als nu – belangrijk warmte te scheppen en op die manier voor elkaar te zorgen. Liv Ullmann speelt An-Magritt, de sterke, energieke kolenvervoerster die weigert zich als een zielloos lastdier te laten behandelen. Het is Ullmanns beste rol in een Noorse film.
minuten bestaat, in elke willekeurige volgorde kan worden vertoond, wat 3125 verschillende versies kan opleveren.
Een andere grootse pionier is Arne Skouen, de messcherpe columnist van de liberale krant Dagbladet, die tussen 1949 en 1969 in totaal zeventien films maakte. Behalve door Nine Lives (1957) en andere oorlogsdrama’s werd hij bekend door een reeks contemporaine drama’s over controversiële onderwerpen in de vorm van documentaires. Hij combineerde een scherp intellect met een ingehouden verteltechniek. Wat Skouen betreft, bestond er nooit enige twijfel over zijn polemische bedoeling – noch over de buitengewone zekerheid in zijn stijl, zoals in Cold Tracks uit 1962. In deze film doet een verzetsstrijder uit de Tweede Wereldoorlog een wanhopige poging om te leren leven met een verraden liefde, een fatale beoordelingsfout in de besneeuwde bergen van Noorwegen, die twaalf mensen die de bezetters probeerden te ontvluchten het leven kostte. Het is een pakkend voorbeeld van het soort moreel realisme dat typerend is voor Skouens kwalitatief hoogwaardige werk.
In 1949 maakte de eerste vrouwelijke regisseur, Edith Carlmar, een spectaculair debuut. Later maakte ze naam met een reeks heldere, frisse komedies, vaak met een sociale wending. Death is a Caress is een buitengewoon wereldse film noir over zwarte passie in het meest grauwe dagelijks bestaan, waarbij verborgen gekte de klassenscheiding overbrugt. De film is in de laatste jaren weer in de belangstelling geraakt, in zowel Frankrijk, Groot-Brittannië als de VS.
ANIMATIE Films voor kinderen is een ander belangrijk terrein, waar diverse uitstekende resultaten zijn behaald. Wel kun je erover van mening verschillen of de animator Ivo Caprino echt films voor kinderen heeft gemaakt. Hij creëerde zijn eigen wereld van poppen en zijn favoriete onderwerpen waren de Noorse volksverhalen. Dit veelzijdige getalenteerde Noorse antwoord op Walt Disney schiep de wellicht beste film die in de afgelopen dertig jaar uit Noorwegen kwam, Pinchcliffe Grand Prix (1975). De film combineert plagerige dorpshumor met het meest geavanceerde gebruik van poppenanimatietechnieken, waardoor deze film een meesterwerk is dat – voor een Noorse film – een enorme publiekstrekker was. Pinchcliffe werd in zestien talen nagesynchroniseerd, een nog niet eerder behaald resultaat voor een Noorse film. Voor die tijd had Caprino al diverse Noorse volksverhalen vertaald naar korte films die even tijdloos zijn als Pinchcliffe. De Noor met de Italiaanse naam is een verhalenverteller wiens werk nog jarenlang op Noorse bioscoopdoeken en tvschermen zal worden vertoond.
De enige echte modernist van de Noorse film, Erik Løchen, maakte in 1959 The Hunt, net op het moment dat de Nouvelle Vague Noorwegen bereikte. In zijn films speelt hij elegant met tijd en ruimte, droom en werkelijkheid, en hij neemt afscheid van het chronologische en het causale dat films altijd heeft beperkt, ook de Noorse. Løchens latere films volgden het motto van de Franse regisseur JeanLuc Godard dat een werk een begin, een midden en een eind moet hebben, al hoeft dat niet per se in die volgorde te zijn. Løchen heeft ook gezegd dat Skouens filmcarrière eindigde in 1969 zijn film Motforestilling (Remonstranties, met zijn eerste kleurenfilm, gefoto- 1972), die uit vijf rollen van twintig
Om ruimte te scheppen voor zowel Løchen als andere, minder experimentele filmmakers, zijn een aantal fondsregelingen in het leven geroepen. Die zijn een noodzakelijke voorwaarde op een kleine filmmarkt als Noorwegen. Zonder de fondsen zou het in dit land geheel onmogelijk zijn geweest om film als kunstvorm te ontwikkelen.
NORWEGIANFILMINSTITUTE
10
WIVES
De animatiefilm Gurin with the Foxtail, met zijn enigszins door Disney geïnspireerde artwork, kwam uit in 1998. Net als Pinchcliffe is de film gebaseerd op de ietwat barokke, heerlijk opstandige dorpspersonages van komiek en artiest Kjell Aukrust. Ook deze film was een groot succes bij het publiek, al miste hij de artistieke kwaliteit van Pinchcliffe. Later hebben we Karlsson on the Roof (2002) gezien, eveneens een productie van John M. Jacobsen, gebaseerd op de boeken van Astrid Lindgren, en Captain Sabertooth (2003), de animatieversie van de avonturen van een buitengewoon populaire Noorse piraat. EEN NIEUWE GENERATIE Geïnspireerd door de Nouvelle Vague en de andere bezielende getijden die in de jaren zestig over de filmwereld spoelden, ontstond een nieuwe generatie. Zij gingen niet naar de bioscoop om een glimp op te vangen van de nieuwste curiositeiten, maar namen die in hun eigen manier van denken op en gingen zelfs naar het buitenland om het filmvak te studeren. De meest prominente van hen is wellicht Anja Breien, die spontane gevoelens combineert met een academische vormbalans. Ze wilde eigenlijk kernfysicus worden, maar belandde op een filmacademie in Parijs. Haar doorbraak kwam in het midden van de jaren zeventig, nadat ze als groot talent naam had gemaakt met een film over Jostedalsrypa, het enige meisje uit een pittoresk bergdorp in het westen van Noorwegen dat rond 1350 de Zwarte Dood overleefde. Wives, dat in 1975 uitkwam, markeerde de doorbraak van het feminisme in Noorse films met een
frisse, geïmproviseerde komedie over drie vroegere klasgenoten die elkaar op een reünie tegenkomen en verhalen over hun leven en meisjesachtig gegiechel delen. In 1985 kwam Wives Ten Years After, waarin de toon somberder en gedesillusioneerder is, maar de spontaniteit, zij het voorzichtig, nog wel intact is.
worden gedeeld. Tijdens de eerste helft stonden vrouwen en kinderen voorop, een triomf voor het feminisme. Naast Breien was Laila Mikkelsen op haar rustige manier in topvorm, niet in de laatste plaats met haar film Growing Up (1981) over het kind van een zogeheten moffenhoer tijdens de Duitse bezetting van Noorwegen. Deze film werd eveBreien ging in 1996 verder met de snap- neens in het buitenland uitgebracht, zij shots van de levens van de drie vrou- het niet zo wijdverspreid als Wives een welijke musketiers in Wives III, waarin paar jaar eerder. het trio bijna vijftig wordt. Het is de minst succesvolle film van de drie, maar Maar het grote boegbeeld was fotode reeks is een fictieve optekening aan model, actrice, scenarioschrijver en regishet worden van het leven en de tijd seur Vibeke Løkkeberg. De meest fotogvan Noorse vrouwen in opeenvolgende enieke persoon van Noorwegen liet een decennia die uniek is in de internationale wild en prachtig filmtalent zien met filmgeschiedenis. Betrayal (1981), een stuk Noors neorealisme met rijke kleuren uit het arme In 1979 dong Breien in de hoofdcom- deel van een naoorlogs Bergen, waar petitie van het filmfestival in Cannes een vreemde en fragiele wereld door de mee met haar komedie Next of Kin, die in vergrotende en vervormende ogen van zekere zin lichtelijk was geïnspireerd op een kind wordt waargenomen. Dezelfde de muziek van Rossini voor The Thieving kinderblik kan tot op zekere hoogte worMagpie, maar tegelijk typerend is voor de den gezien in het incestdrama The Wild Noorse hebzucht van die tijd en een lange One uit 1986, dat, net als Betrayal, op het neus maakt naar Ibsen. Ze won in 1982 filmfestival van Cannes werd getoond. prijzen op het filmfestival van Venetië Het is een soort cinematografisch volkmet The Witch Hunt, een enigszins door slied dat voor de camera opzwelt tot een Dreyer geïnspireerde film die nogmaals hopeloos overdreven wagneriaanse opera terugkeert naar de bergen van de Noorse uit het door de wind geteisterde westen late middeleeuwen en waarin een hoof- van Noorwegen. drol is weggelegd voor een vrouwelijk slachtoffer. In 1990 was Breien terug Precies aan het eind van de jaren tachtig met Twice Upon a Time, een romantisch was er nog een veelbelovend debuut. drama over Don Juan in Oslo. Hoewel de internationale doorbraak van Martin Asphaug niet zo groot was als die DE JAREN TACHTIG van Nils Gaups Pathfinder, won hij toch In vogelvlucht beschouwd kunnen de rijk de Noordse prijs voor de beste nieuwe geschakeerde jaren tachtig – nooit waren regisseur met zijn film A Handful of Time er zo veel algehele omzwenkingen in de (1989). In deze film wordt moreel realNoorse filmindustrie – keurig in tweeën isme vermengd met symbolisme en surNORWEGIANFILMINSTITUTE
11
INSOMNIA
realisme, of magisch realisme. Wanneer zagen we voor het laatst een Noorse film met zo veel illusies dat er aartsengelen in worden gebruikt? Deze filmische jongleertoer met tijd en ruimte heeft misschien een bevrijdend effect op de artistieke ambities van anderen gehad. De latere films van Asphaug bereikten niet helemaal hetzelfde hoge niveau, maar omvatten werken voor kinderen en jongeren, zoals het populaire Lethal Lies (1992) en het fantasierijke en visueel opvallende Svampe (1990). Daarna verdween Asphaug naar Zweden, waar hij zeer sfeervolle tv-series maakt. Hij is nu terug met de thriller The Crossing. DE JONGENS ZIJN TERUG IN DE FILM Svend Wam en Petter Vennerød leverden een lange reeks rebellerende films af en voerden strijd met de critici terwijl ze luidkeels werden toegejuicht door het publiek. Ze noemden zichzelf anarchist en vielen met heftige gebaren het doodernstige sociaalrealisme aan waarvan veel mensen vinden dat het de jaren zeventig en tachtig kenmerkte. De beste films daarvan zijn Them and Us (1976) en de trilogie over de generatie van 1968: Open Future (1983), Farewell Illusions (1985) en Castle in the Air (1986). De mannen keerden in het midden van de jaren tachtig dubbel en dwars terug. The antithese van het feminisme was Orion’s Belt, gespierde actie tegen een arctische achtergrond, met internationaal politieke ondertonen en indringende muziek. Dit overlevingsdrama werd gevolgd door diverse uitstapjes naar de wereld van de suspense. Tegelijkertijd ontstond de commanditaire vennoot-
JUNK MAIL
schap als voertuig voor de financiering van films. Dit middel had tot doel een Hollywood te creëren in het Noorwegen van de olieboom. Uit de Engelstalige wereld kwamen filmmakers die in hun eigen land hun werk niet gefinancierd kregen – en dat was geen toeval. In Noorwegen lukte hun dat wel, in elk geval tot het systeem uiteenviel. Maar tot die tijd leverde het de krantenlezers veel vermaak op. De commerciële wending resulteerde ook in een beter contact met het publiek en een toenemende steun voor zowel binnenlandse films als bioscoopbezoek in het algemeen. Maar te midden van al deze spelletjes die typerend waren voor die tijd, te midden van al het spelen met oppervlakken, genres, ornamenten en fragmenten, raakte de artistieke ambitie bijna verloren. Veel mensen vroegen waarom de belastingbetaler andermans gok met een camera moest betalen, waarom we met Hollywood moesten wedijveren op de voorwaarden van de overmachtige filmhoofdstad. Alleen Pathfinder redde het – en dan alleen nog door zijn karakteristieke Samische stempel te gebruiken en met beide voeten stevig op de bevroren grond te blijven. Een werk met de merkwaardige anonieme titel X (1986) luidde echter een synthese tussen de mannelijke en de vrouwelijke principes in. Met gebruikmaking van een mengeling van kleurenen zwart-witfotografie schiep documentairemaker Oddvar Einarson het gevoel dat je je op de verkeerde planeet bevond. Oslo werd weergegeven als een maanlandschap. De poëtische cinematografie was in zekere mate geïnspireerd door
de manier waarop de Rus Tarkovski de wereld na de ramp weergaf, als een spiritueel gekwelde woestijn. Dit werk, met bijna onhoorbare rockmuziek in voorzichtige indicaties van een mogelijke liefde tussen tieners die nog niet zijn beschadigd door de treurigheid van hun omgeving, kreeg tijdens het prestigieuze filmfestival van Venetië de speciale juryprijs. NORWAVE De invloed van Tarkovski is zichtbaar in Unni Straumes To a Stranger (1990), een droomachtige film met een Russische toon en een bedwelmende visuele beeldspraak. Straume werd uitgenodigd voor het filmfestival van Cannes met Dreamplay (1994), haar interpretatie van Strindbergs Droomspel, een ambitieus experiment. Voor het eerst sinds 1969 stond ook de naam van Liv Ullmann weer op de castlijst van een Noorse film, wat op de vele gemiste mogelijkheden van de filmkunst in het noorden duidt. Na Kristin Lavransdatter (1995) heeft Ullmann Noorwegen verlaten om in Zweden films en tv-series op basis van scenario’s van Ingmar Bergman te regisseren. Het hoort niet helemaal thuis bij film in Noorwegen, maar Private Confessions (1996) en, niet in de laatste plaats, Faithless (2000) lieten ongewone en substantiële kwaliteiten zien. Tijdens het filmfestival van Cannes in 2000 was Faithless de grote favoriet voor de Gouden Palm, maar de film werd nipt verslagen. Daarna kreeg hij overal ter wereld veel aandacht, al was de lof in Noorwegen niet onverdeeld. In 1997 werden uit in totaal zeven internationale deelnemers maar liefst twee NORWEGIANFILMINSTITUTE
12
DRAGONFLIES
debuterende Noorse regisseurs geselecteerd voor de Semaine de la Critique van het filmfestival van Cannes. Erik Skjoldbjærgs Insomnia is essentieel voor wat ‘Norwave’ is genoemd, een effectieve film noir onder de middernachtzon, vanuit de hoofdstad van Noord-Noorwegen, Tromsø, dat een internationale sfeer ademt. De film is zowel een thriller als een karakterstudie van een politieagent die niet kan slapen en een fatale fout maakt, waarna zijn leven in chaos eindigt. Morele chaos is hier de drijvende kracht. Stijlvol en met betekenis op allerlei niveaus. Later heeft Hollywood een remake gemaakt van Skjoldbjærgs Insomnia, waarbij Al Pacino de hoofdrol voor zijn rekening neemt en het verhaal zich afspeelt in Alaska. Pål Sletaune won in 1997 de Semaine de la Critique-prijs voor zijn film Junk Mail en kreeg vervolgens net als Skjoldbjærg internationale erkenning. Junk Mail is een kitscherige, komische thriller uit het meest sjofele deel van centraal Oslo. De hoofdpersoon is een slome, slonzige, amorele postbode, maar onze antiheld beschikt nog wel over een klein beetje ongezonde nieuwsgierigheid, al woont hij in een wereld die overstroomt van melancholie. Opgenomen in een monotoon donkere stijl, biedt het gezicht van Sletaunes verteller een laconieke, en dus drooggeestige, uitdrukking. Een klein fris windje van een erg slechte adem. Sletaune kwam daarna met You Really Got Me (2001), een komedie van schurken, gedreven door schijnvertoningen en met variaties in de actie die als tandraderen in elkaar grijpen, met falende criminelen en moedeloze losers, gezien door een prisma van lichte absurditeit.
DOGMA De Deense Dogmabeweging heeft ook nieuwe impulsen gegeven aan de Noorse filmindustrie. Mona Hoels Cabin Fever (2000) speelt zich met Kerstmis af in een huisje in de bergen, waar de Poolse schoonfamilie is gearriveerd om de feestdagen te vieren. Kerstmis verandert in een hartgrondige en spontane hel op aarde. Familiegeheimen komen sneller aan het licht dan in een toneelstuk van Ibsen. Hoel is trouw aan de stijl en de inhoud van de Dogmabeweging. Ze levert een levendig voorbeeld van naakt drama op zoek naar de waarheid af, waarbij het moment wordt gevangen door een camera die in de hand wordt gehouden. Ze borduurt op deze stijl voort in haar nieuwe film Chlorox, Ammonia and Coffee! (2004).
grijs bewolkt of helder zonnig, moreel en serieus, net als Brand van Ibsen, of speels onverantwoordelijk, als Peer Gynt van dezelfde toneelschrijver. Als ze op hun best zijn, hebben Noorse films de kracht om verder te reiken dan hun binnenlandse publiek. Het klimaat is sinds de eeuwwisseling bijzonder mild en goedaardig, met een zomerse belofte van vernieuwing, zowel artistiek als in relatie tot het publiek. Zonder meer cool en crazy. Maar ook jong en onverschrokken.
Marius Holst regisseerde een kamerspel in de openlucht. Dragonflies (2001) is een film over de eeuwige driehoeksverhouding, die veel mensen aan de eeuwige nummer één van Scandinavië deed denken, Ingmar Bergman. De intensiteit van een ruige machtsstrijd en het inzicht daarin ontbraken zeer zeker niet. Deze film ontleende ook veel materiaal aan de Dogmabeweging.
DE NEW NORWAVE In 2004 ging Erik Skjoldbjærg samenwerken met scriptschrijver Nicolaj Frobenius om het altijd relevante Een vijand van het volk van Ibsen aan de passen aan de huidige tijd. De conflicten zijn verplaatst naar een mineraalwaterfabriek aan de pittoreske Noorse westkust en laten zien dat de bewonderaars van Ibsen, net als de dichter zelf, zelfs nu in staat zijn om de ark te torpederen. Ibsen en andere grootse Noorse culturele iconen, zoals de componist Edvard Grieg en de violist Ole Bull, zijn onlangs gevierd, maar ook grondig geanalyseerd in biografische documentaires, een instructieve vorm van mentale en culturele geschiedkunde.
Noorwegen heeft meer kundige regisseurs dan veel mensen denken. En nu concentreert men zich vooral op de jongste regisseurs. Misschien te veel. Onder de gegeven omstandigheden zijn er veel goede fotografen en artdirectors, buitengewoon professionele vaklui op alle niveaus, en acteurs naar wie je graag kijkt. De scripts worden steeds beter. De Noorse filmindustrie is net als het klimaat: stormachtig of ingesneeuwd,
Van de regisseur Bent Hamer is gezegd dat hij onbeperkt toegang had tot de Quinzaine des Réalisateurs tijdens het filmfestival van Cannes. Hij was zo onverschrokken om in de VS de sappige onconventionele roman Factotum van Charles Bukowski te verfilmen met in de hoofdrollen Matt Dillon en Lili Taylor. Deze film bracht Hamer voor de derde keer naar de selectie van Cannes, een duidelijk teken dat de New NORWEGIANFILMINSTITUTE
13
REPRISE
Norwave verder reikt dan vele eerdere golven. Factotum moet zonder meer als multicultureel worden bestempeld. Het multiculturele aspect schijnt ook door in Izzat, een solide thriller uit de cirkels van Pakistaanse immigranten in Noorwegen, vol ruwe actiescènes en hard-boiled dialogen. Het tegenovergestelde van dit machoavontuur komen we tegen in het regiedebuut van Sara Johnsen, Kissed by Winter, een gevoelig relatiedrama over leed en ontbering uit de afgelegen regio’s van Noorwegen. In 2001 werd de komedie Elling genomineerd voor een Oscar. De volgende film in de serie was de iets zwakkere Mother’s Elling (2003). In 2005 werd de trilogie voltooid door Petter Næss, die met Love me Tomorrow weer op de regisseursstoel had plaatsgenomen. Deze film haalde het niveau van de eerste ook niet helemaal, maar was desondanks erg populair met Per Christian Ellefsen als een onvergetelijke neuroot en Sven Nordin als zijn saaie vriend. Meer verscheidenheid: in hetzelfde jaar bracht Pål Sletaune zijn door Polanski en Hitchcock geïnspireerde Next Door uit. Deze film met zijn ingenieuze goocheltrucs en valkuilen werd geselecteerd voor de Venetiëdagen van het filmfestival van Venetië. In 1905 maakte Noorwegen zich los uit de unie met zijn grote broer Zweden. De eerste honderd jaar in vrede werd gevierd met de documentaire Too Much Norway, een speelse filmreis langs herinneringen aan die eerste eeuw, geïllustreerd met bewegende beelden. In de jaren zeventig was een kleine maar invloedrijke maoïstische beweging in Noorwegen ontstaan, die haar aanwezigheid later kenbaar
maakte in de media, in culturele kringen en op universiteiten. Met aanzienlijke scherpheid ging Hans Petter Moland aan de slag met de roman van Dag Solstad over deze beweging en maakte de speelfilm Comrade Pedersen, een tragikomedie van internationale allure over de idiosyncratische utopische ideeën, psychologie en sociologie van de beweging. Maar de climax tot dan toe was het filmfestival van Cannes in 2006. Van Noorwegen waren maar liefst vier films uitgekozen voor de officiële selectie, een nationaal record. De burleske en dure animatiefilm over een verslaafde olifant van de underground artiest Christopher Nielsen, Free Jimmy, werd vertoond tijdens de internationale Semaine de la Critique. Dit was een uitermate ambitieuze film. In hetzelfde onderdeel won The Bothersome Man van Jens Lien een prijs, de eerste van vele voor een gestileerde tragikomedie met absurdistische ondertonen en onderteksten. Voor Un Certain Regard was de snelle politiethriller Uro van Stefan Faldbakken geselecteerd, een door de VS geïnspireerde actiefilm met een bressonesk eind. Maar het opwindendste was de eerste Gouden Palm voor Noorwegen. Die werd in het onderdeel voor korte films toegekend aan Sniffer, geregisseerd door Bobbie Peers, een onvervalste Europese, dialoogvrije opvolger in de traditie van Kafka en de absurdisten, Tati en anderen. De New Norwave bereikte een nieuwe top in februari 2007, toen The Danish Poet van Torill Kove, een fantasie over de bewondering van een Deense dichter voor de Noorse winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur, Sigrid
THE BOTHERSOME MAN
Undset, een Oscar kreeg in de sectie voor korte animatiefilms. Liv Ullmann vertelde dit buitengewoon charmante en aparte kunstwerk. In hetzelfde jaar keerde Marius Holst terug met Mirush, een intens multicultureel portret van een jongen uit Kosovo die zijn onbekende vader in Noorwegen ontmoet. Deze film was niets minder dan een meesterwerk. Het prettigste debuut in jaren was waarschijnlijk dat van Joachim Trier. Zijn Reprise is een licht, maar allerminst krachteloos generatieportret in de spirituele stijl van François Truffaut over Noren van een jaar of dertig die alles hebben, maar een zinloos bestaan leiden. Trier won de Best Director Award in Karlovy Vary en de Diesel Discovery Award in Toronto, en mocht later nog een veelheid aan internationale prijzen in ontvangst nemen. Aangemoedigd door deze vooruitgang zijn de autoriteiten vastbesloten om nog meer te investeren in het verder ontwikkelen en diversifiëren van de Noorse film. Het aantal producties is groot en neemt toe, de export moet uitgebreid worden, er is veel optimisme. Er zijn maar weinig onvolkomenheden. De enige tegenslag die de moeite van het vermelden waard is, dat de enige Noorse wereldster, Liv Ullmann, geen geld kreeg voor haar versie van Een poppenhuis van Henrik Ibsen met internationale sterren in de hoofdrollen. Verder verkeert de Noorse film in uitstekende conditie, zowel technisch als artistiek. In buitengewoon goede condiNORWEGIANFILMINSTITUTE
14
max manus
tie. De ambitie van dit moment is om ook voor een speelfilm een van de echt grote internationale prijzen te winnen. Gezien de algemene temperatuur in Noorse films lijkt dit doel niet helemaal onhaalbaar. Op dit moment heeft de Noorse film met succes opnieuw een verstandhouding met zijn publiek opgebouwd. Ondertussen hebben buitenlandse festivals belangstelling getoond voor diverse nieuwe films. Het debuut van Eva Sørhaug, Lunch, is een film voor fijnproevers die is geselecteerd voor de festivals van Venetië, Toronto en Londen. Haar film is minimalistisch, licht, luchtig en voedzaam, met tientallen ingrediënten uit de verfijnde Franse filmkeuken. We volgen het rustige lot van 6 à 8 mensen uit Oslo. Mensen die ertoe worden gedwongen beslissingen te nemen, ongeacht hun leefsituatie of leeftijd. De film heeft enkele donkere aspecten, maar bevat aanzienlijke doses gedisciplineerde humor terwijl de draden van het lot onopvallend verweven worden. Het beeld van adolescenten in het Stavanger van de jaren tachtig, dat zich onderscheidde door een meer kleinsteedse aard, The Man who loved Yngve, bleek als een magneet prijzen aan te trekken met zijn kwetsbaarheid, goedige humor en hoge mate van herkenbaarheid. Maar de grootste uitdaging werd waarschijnlijk geboden door Troubled Water van Erik Poppe. Op dezelfde manier als zijn naar het paradijs smachtende Hawaii, Oslo was dit een triomfantelijk grensoverschrijdend moment voor de Noorse film, een uitmuntende, dappere constructie gebaseerd op gedachten en impulsen die niet bepaald trendy zijn. In deze film worden christelijke sym-
bolen en de kerkelijke omgeving zelfs nog directer gebruikt, zonder terug te deinzen voor nauw contact en zonder dat geestelijken veranderen in karikaturen. Twee verhalen zijn met elkaar verweven. Een moeder heeft haar zoontje verloren. De veroordeelde wordt na acht jaar gevangenschap vrijgelaten. Hij wordt plaatsvervangend organist van een congregatie. De moeder van de vermoorde jongen gaat naar de kerk en ontdekt de organist. Wat gebeurt er met vergeving en verzoening onder dergelijke extreme omstandigheden? De vragen worden gesteld, scherp en dringend, meedogenloos geformuleerd in houdbare scènes, in een samenspel doordrenkt van verfijnde empathie en de intense wens zich uit te drukken. Troubled Water bevat echo’s van Dostojevski en andere artistieke verwanten, ook uit de wereld van de film, zoals Bergman en de gebroeders Dardenne. En hij dringt door tot de existentiële kern. Dit is een weerspiegeling van een tijd en een stad die wemelen van de onbeschaafde geesten. En alles wordt opgetild naar de hogere filmsferen, van het tragische en nietverloste naar het eeuwig geldige. Na Pinchchliffe Grand Prix trok geen enkele Noorse film zoveel bezoekers als Max Manus, de film over onze dapperste saboteur tijdens de Tweede Wereldoorlog. En nog nooit zagen we professionelere actiescènes en een authentiekere en rijkere scenografie in een Noorse oorlogsfilm, om van de geweldige speciale effecten nog maar niet te spreken. Het regisseursduo Rønning/ Sandberg weet alles vakkundig te intensifiëren, waardoor hoge, dramatische temperaturen ontstaan. Af en toe is dat stevig,
sterk gestileerd. Op sommige momenten wordt de film gekarakteriseerd door lawaaierige onvolwassenheid, maar dat gebeurt vaak bij mannen onder druk. In de titelrol laat Aksel Hennie wederom kwaliteiten zien die hem tot misschien wel de meest prominente filmacteur van zijn generatie maken: een open en expressieve blik, de vaardigheid om nieuwsgierigheid te wekken met zijn interpretatie van een vindingrijke, bijna hyperactieve man die wanneer dat nodig is verandert in iemand die grote risico’s durft te nemen. Aan de andere kant waagt de film zich niet aan revisionisme van de geschiedenis of van de film. In plaats daarvan is voor een traditionelere aanpak zonder wrijving gekozen en worden gebeurtenissen op een ietwat onpersoonlijke mainstream manier verteld. Er zit weinig originaliteit in de visie en de vorm. Maar het gebrek aan wil om risico’s te nemen in een film over waaghalzen leek geen punt te zijn. Het publiek was meer dan bereid om te gaan kijken naar deze dure vertelling van een verhaal dat in de vergetelheid dreigde te raken. Max Manus droeg er meer dan de meeste andere films aan bij dat Noorse films weer echt aantrekkelijk werden voor het publiek.
De schrijver van dit artikel, Per Haddal, is filmcriticus voor de Noorse krant Aftenposten. Engelse vertaling: Nick Norris, Bjørn Giertsen
15